Onze Vrouwenrubriek
Oordeelt niet!
Wie niet rijk is.,., moet slim zijn.1
Schoonmaak
Verschillende hondenrassen
en hun eigenaardigheden
Een praatje over parfum
Recepten voor de keuken
Schortje met lange mouwen
<4
DERDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSGHE COURANT
BLADZIJDE
Onze Huisdieren
Van een oude jurk
Kin dei% ees tig h eidjes
Spiegeltje aan den wand
AARDAPPELSOEP MET WITTE
BOONEN.
Voor meisjes van plm. 6 jaar
Misschien bezitten we geen enkele
eigenschap, die met de jaren zóózeer aan
verandering onderhevig is, als onze per
soonlijke wijze van oordeelen over men-
schen en dingen!
Als we heel jong zijn, schijnt één blik
ons voldoende om een kwestie heelemaal
te overzien en er een volledige meening
over te vormen, en we doen dit laatste
dan ook met een vlotheid, die ons in la
tere jaren soms hoofdschuddend kan
doen glimlachen.
Mettertijd worden we bedachtzamer;
we wikken en wegen de zaak, en het
duurt soms heel lang, eer we het vol
komen met ons zelf eens zijn, wat we
over het een of ander denken. Maar dat
wil nog niet zeggen, dat ons oordeel
daarom juister en wijzer wordt.
De wijsheid van een oordeel, dat door
menschen gevormd wordt over andere
menschen en hun gedragingen, is bijna
altijd afhankelijk van de zachtheid en
voorzichtigheid ervan. Een onverbiddelijk
en scherp oordeel, uitgesproken met die
overtuigde en geroutineerde kenners-ze
kerheid, waarop ze zelf zoo tro^sch zijn,
is nog 'lang niet altijd een Salomons-
oordeel, hoe imposant 't ook klinken
kan!
Ieders oordeel verandert naarmate hij
ouder wordt, en nu is het typeerend voor
het karakter van de menschen, of hun
oordeel met de jaren milder wordt of
spitser. Er zijn menschen die met de ja
ren al hun'zachtheid verliezen. Ze schij
nen daar zelfs trotsch op te zijn. en zien
met minachting neer op de vriendelijke
gevoeligheid, die hun in hun jeugd eigen
was sentimentaliteit noemen ze het
nu, half brommend, half spottend. Ande
ren, die in hun jeugd sterk en hard
konden zijn bij het vonnissen van an-
cirre gedragingen, worden met de jaren
11 stiller en toegevender en geduldiger,
t< genover de tekortkomingen van hun
i ledemenschen, niet alleen in hun uiter-
1 jke handelwijze, maar tot in hun diep-
sce gevoelens en hun meest verborgen
meeningen. Dit zijn wel de beste men
schen
Het is volstrekt niet waar, wat sommi
gen cynisch beweren, dat een zacht oor
deel over de fouten van anderen steeds
voortkomt uit de eigen ervaring, hoe
licht men zelf in die fouten kan verval
len! Het tegendeel zien we veel meer ge-
1 leuren. Van wat men het onmeedoo-
jendst in anderen veroordeelt, is men
soms zelf het minst vrij te pleiten, ter
wijl wie voor zichzelf het strengst is en
niets door de vingers ziet, juist voor an
deren dikwijls vol toegevendheid is.
Zachtheid van oordeel is eer het ge
volg van een ruime en diepe menschen-
kennis, van veel en rijp nadenken, van
eenige ervaring en besef van de diepe
klove, die er in het dagelijksch leven be
staat tusschen ideale theorieën en
moeilijke practijk. We krijgen mettertijd
een steeds helderder inzicht in de men-
schelijke zwakheid, die toch dikwijls met
zooveel goedwilligheid kan gepaard gaan,
En soms kunnen we zelf verwonderd
staan, wanneer we bij ons het vormen
van een meening over het een of ander
realiseeren, hoe we, nog maar kort ge
leden, over dezelfde zaak heel anders
zouden geoordeeld hebben, veel strenger
en onverbiddellijker. Zóó snel en gesta
dig kan cns oordeel rijpen, en het
is aan ons, te zorgen, dat het zich in
diezelfde goede richting blijft ontwikke
len.
Het gaat met de wijsheid in het oor
deelen al juist als met alle andere wijs
heid, waarover Socrates zei, toen hij naar
menschelijke schatting daarin het hoog
ste bereikt had dat voor een eindig ver
stand te bereiken valt; „Al wat ik nu
weet, is dit ééne: dat ik niets weet," Hoe
meer we van de gedragingen der men
schen gezien hebben, hoe dieper we in
het menschelijk hart hebben geschouwd,
hoe terughoudender en trager we in het
oordeelen worden. We hebben ook zoo
vaak zóóveel verschillende zijden aan
één zaak gezien,, zooveel verschillende
mogelijkheden van motieven voor één en
dezelfde daad, zóóveel verschillende scha
keeringen in gevoelens, waarvoor onze
arme taal maar één korten naam heeft!
Het vlugge oordeel van vroeger, dat ons
zelf van zooveel doorzicht en levens
kennis leek te getuigen en dat we zoo
fier zoo onnadenkend de ruimte in
slingerden, schijnt ons nu het jammerlijk
bewijs voor onze kortzichtigheid van
toen.
Hoe meer we ons eigen oordeel, onbe
wust of door ijverig streven naar zelf
veredeling verzacht hebben, des te le
vendiger treffen ons de wonderlijke op
vattingen en oordeelvellingen van vele
menschen om ons heen, die toch, zoo
vinden we, op hun leeftijd beter moesten
weten zoo goed als wij. Wie echte men-
schenkennis op wil doen, of nog de illu
sie heeft, dat zijn ondervinding van wat
zijn medemenscben zooal in het hoofd
kunnen krijgen, vrij volledig is, kan niet
beter doen, dan iets ongewoons te be
ginnen niets ongeoorloofds of afkeu
renswaardigs alleen maar iets on
gewoons. En dan af te wachten wat de
verschillende opinies over zijn daad zijn
en welke bedoelingen de verschillende
menschentypen hem toeschrijven! Er zal
een splinternieuwe wereld voor hem
open gaan!
Het is eigenlijk dwaas, er zich iets van
aan te trekken, wanneer men verkeerd
beoordeeld wordt. Alleen als we heel
jong zijn, vinden we zooiets gewoonlijk
verschrikkelijk en 't geeft ons een bijna
even ellendig gevoel als een besef van
werkelijke schuld. Als we ouder geworden
zijn, amuseert het ons alleen nog maar.
den arendsblik van zulke vlotte levens
critici op ons te voelen rusten en met
een ernstig gezicht hun „klaar-terwijl-
u-wacht"-vonnis over onze gedragingen
en de motieven daartoe te hooren vellen,
terwijl we ons aldoor in ons binnenste
bewust zijn, hoe 'n nietig beetje ze er
eigenlijk van afweten ia, alleen de
nemel en wijzelf weten, hoe 'n bedroefd
klein beetje! Het wordt een werkelijk ge
noegen te constateeren, hoe we van jaar
tot jaar meer boven dit alles komen te
staan, zoodat we ten slotte met onver
mengde belangstelling, welwillendheid
zou ik bijna zeggen, en een onverwoest-
baren humor, de caricaturen, die het
oordeel der menschen van ons op schut
tingen en poortjes wist te krabbelen,
kunnen staan bezien, zonder dat het ons
nog met onrust, schaamte of verbittering
vervult, dat de ooren zoo lang zijn en
dat er een wrat op onzen neus zit, die
we volstrekt niet hebben. Ik kan me
zelfs nooit begrijpen, hoe sommige vree»
selijk-goede, naïeve mensahen, die, even
als het klassieke Japie, „van hun leven
geen kwaad gedaan hebben", zich nog
zoo radeloos druk kunnen maken over
hun reputatie en „goeden naam" en zóó.
angstvallig allen „schijn" trachten te
vermijden, dat ze bijna geen leven meer
hebben alsof het welzijn van die repu
tatie werkelijk iets was, dat in hun eigen
handen lag! Wel, iemand kan zijn leven
lang zóó zijn best doen om kaars-recht
op te loopen en te zitten ten einde
zijn welgeschapenheid maar tegen elke
verdenking te vrijwaren dat hij zelfs
thuis in zijn makkelijken stoel, niet durft
te gaan leunenen tóch op een goe
den dag met een bochel op de schutting
komt te staan! Wie heeft dan dien
bochel geteekend? De spelingen en dar
telheden van het menschelijk oordeel
zijn onberekenbaar, zelfs voor den meest
vergrijsden levenskenner
Daarom is het wel de beste gedrags
lijn, bij zijn meest onschuldige en
argelooze daden steeds in zooverre den
schijn van iets ongeoorloofs te vermij
den, dat men nooit ergernis kan geven
maar meer ook niet. Geen overdreven
angstvallige voorzorgen, in de hoop,
daarmede de menschelijke babbelzucht te
vermurwen en te bezweren! Want die
speelt juist haar wonderlijkste parten aan
wie haar slaafsch duchten en ontzien!
We kunnen ons zoo zacht en weldadig
spiegelen aan de wijze, waarop we ande
ren zien omspringen met hun van na
ture zoo edel vermogen, om zelfstandig
te oordeelen! En we moeten zoo dank
baar zijn niet als de Farizeeër, maar
als de tollenaars, die we alien zijn
wanneer we zelf geleerd hebben, anders
te werk te gaan, zóó zacht te oordeelen,
dat het eigenlijk geen oordeel meer is,
in den zin van een vonnis, een vèroordee-
ling. Dit is het nederigste en het beste,
toe te geven, dat we niets beoordeelen
kunnen, dat we eigenlijk niets weten van
de tooneelen, die zich afspelen in de
harten onzer naasten en waarvan we
alleen de slotacte: de daad, te zien
krijgen, We hooren Onzen Lieven Heer
dan ook niet zeggen: Oordeelt mild,
maar: oordeelt niét! En dat is nog zoo
veel mooier!
En wat heerlijk moet het niet zijn,
wanneer het ons, die in ons leven hier
zoo ontelbare malen op honderden ver
schillen wijzen beoordeeld en veroordeeld
zijn, in ons bestaan hiernamaals plotse
ling zoo heelemaal anders zal vergaan!
Juist ons! Want wij, die inplaats van te
schermen met ons doorzicht en onzen
kijk op het menschelijk leven, deemoedig
hebben toegegeven, dat we niets van de
geheimen onzer medemenschen wisten,
dat God alleen die peilen kon wij zul
len, het zijn de eigen woorden van dien
zelfden God om zoo te zeggen niét
geoordeeld worden! Kan het ons, met
deze wetenschap voor oogen, dan zoo
moeilijk vallen, met 'n gemoedelijk glim
lachje langs de fantastisch-bekalkte
schuttingen der menschelijke meening te
gaan? MACHTELD.
Overname uit deze rubriek zondier schriftelijke toestemming verboden
De lucht is grauw en zwaar van sneeuw
en regen, de hoornen steken erbarmelijk
naakt hun zwarte takken naar omhoog en
toch zweeft er al zoo nu en dan lets van
de lent m de lucht. Het is er opeens en
vanwaar? Is het van een zonnestraal, die
onverwacht en speelsch van achter een
gropte witte wolk te voorschijn komt glij
den; is het van een windvleugje ergens
heel uit het zuiden, ergens van waar „die
Zitronen blühen", is het een geluid, is het
een kleur? We weten het niet, maar het
is als een wonder, telkens opnieuw en
altijd weer roept het gewaarwordingen in
ons wakker en verlangens naar ik weet
niet welk 'n groot geluk!
Er zijn van die bevoorrechte menschen,
die altijd precies met hun verlangens weg
weten. Er zijn dames, die bij het eerste
voorjaarszonnetje denken aan een nieu
wen hoed, want de oude begint in het
volle licht leelijk vaal te zien; er zijn
jonge moedertjes die verlangen met den
mooien nieuwen wagen en den baby na
tuurlijk in 't park te kunnen wandelen, er
zijn meisjes, die 'n droom hebben van den
eersten zoelen lentedag, waarop ze in de
open two seater kunnen toeren; er zijn
honderden vrouwen, wier verlangens een
meer concreten vorm hebben aangenomen.
En daaronder zijn er ook wier eerste len-
tedroomen vervuld zijn van een schoon-
maak-iilusie. Deze practische huisvrou
wen, deze menschen van de daad kunnen
wij, al is het maar een heel klein beetje,
helpen met het voldoen aan hun ver
langens en het vervullen van hun moei
lijke taak. Vooreerst toch moeten ze een
degelijke schoonmaakuitrusting hebbenen
daartoe behoort op de eerste plaats een
schort. We zouden haast iedereen aan
raden zoo'n schort met een gebloemd,
kleurig patroon, waarop we niet gauw
vlekken zien. Voor wie een flink handje
wil helpen is zoo iets wel de meest prac
tische kleeding.
Dat moquette ruitvormige schortje met
die bevallige strik van voren is aardig
heel aardig zelfs voor wie zoo'n beetje
om d'e kantjes heen loopen. POLA.
Weinig menschen, die een aanhanke-
lijken, betrouwbaren hond zoeken, weten,
dat de.,., bulldog voor zijn eigen men
schen een van de zachtste en vriendelijk
ste van alle is. H\j verdraagt heel wat
hardhandig gestoei, eer hij zijn goed
humeur verliest. Maar daartegenover staat,
dat hij lui is, en aan zijn plaatsje bij den
haard de voorkeur geeft boven het open
veld, en dat 't nogal veel zorg vereischt,
hem gezond te houden.
De Collie is een van de intelligentste
en meest actieve honden. Maar zijn
eigenlijke plaats Is bij de schapen, en
hij is te groot om in huis te houden. Een
i kleinere hond van hetzelfde type en
karakter is de Shetland-herder, een onder
nemend, energiek beestje en een bijzonder
aanhankelijke kameraad. De sneeuw
witte Samojeed is een ideale speelmak
ker vt?or de kleintjes,
Andere honden van prettige afmetin
gen en die gemakkelijk te behandelen
Zijn. züii de Cocker Spaniel, de takshond,
en het Schipperke. De cocker is, even
als de grootere Spaniels, een jachthond,
maar hij is even geschikt voor het leven
in de stad, mits hij maar genoeg bewe
ging krijgt, én hij heeft een bijzonder
„lief" karakter. De taks, met zijn lang
lichaam, korte kromme pootjes en pro
pere fjuweelen huid is eigenlijk ook een
aporlhond, maar toch is hij een aller
aardigst speelkameraad. Het Schipperke
is een kleine zwarte hond zonder staart,
altijd bezig en op onderzoek uit, en hij
neemt hevelen aan van alle leden van het
gezin.
Maar het meest populaire van alle
hondenrassen vormen de terriers. Er zijn
vijftien soorten, die van elkaar verschil
len in kleur, haar, afmetingen en ka
rakter, maar 't zijn allemaal goede huis
dieren. De Airedale en de Bull Terrier
zijn misschien te groot en te zwaar om
door kinderen gehanteerd te worden, en
de Bcdlington, de Dandic Dinmot en de
Iersche Terrier hebben den naam van
twistziek te zijn en jaloersch op andere
honden. Maar de Fox-Terrier is zoo
wel prettig van afmetingen als van
humeur en hij is ongetwijfeld een der
meest populaire honden. Hij voelt zich op
zijn gemak zoowel in een paleis als in een
hutje, in de stad en op het land, hu is
levendig, speelsch, gehoorzaam en intel
ligent. Hij wordt ouder dan de andere
soorten, soms wel 16 of 18 jaar. Als hij
aan kinderen gewend is, is hij betrouw»
Het is niet gemakkelijk, van iets
wat u graag hebt gedragen, afstand te
doen. Daarom is het raadzaam, alvorens
u een bepaald kleedingstuk gaat „af
danken", eerst eens rijp te overleggen of
u het niet voor iets anders kunt gebrui
ken. Een shantung of andere bedrukte
jurk kunt u op de volgende wijze aardig
verwerken.
Ten eerste voor versiering van een effen
Jurk, zooals: ceintuur kraasle. of andere
halsafwerking.
Ten tweede kunt u met deze gtof ook
hoeden passend garneeren.
En zoo zijn er tal van andere bedenk
sels, maar die laat ik aan uw eigen fan
tasie over. Deze voorbeelden dienen al
leen maar om de gedachte bij u op te
wekken.
De teekening laat u verder alles dui
delijk zien. R- K.
baar en aanhankelijk; zoo niet, dan is
hij wel eens valsch. Wanneer hij te veel
voedsel krijgt, wordt hij dik, onooglijk en
asthmatisch. De Scliotscljé Terrier is
ook een allergezelligste huishond; hij
heeft de eigenaardigheid, dat hij, bij een
groota gehechtheid aan zijn meester, ab
soluut onverschillig is voor vreemden.
Wie dus honden, die allemansvrienden
zijn, niet kan uitstaan, vindt hier juist,
wat hij zoekt. Dan zijn er nog Sealyham.
de Aberdeen en de Cairn Terrier, alle
maal kranige pientere hondjes, die voor
ieder grapje en spelletje te vinden zijn.
Een jong diertje van een van deze ras
sen, mits gezond en verstandig groot
gebracht, zal zonder eenigen twijfel een
kostelijk bezit worden voor zijn eige
naar.
De Dobberman Pincher, die zich nogal
in de algetneene gunst verheugt, is een
„éénmans-hond", trouw aan zijn meester,
maar gevaarlijk voor vreemden. De
Keeshond is kwiek, levendig en aanhan
kelijk, maar bijzonder nerveus, wat hem
er toe brengt soms plotseling uit te val
len in een snauw of epn beet, Ook heeft
hij geen groot weerstandsvermogen. De
Poedel is buitengewoon intelligent, maar
valsch voor ieder, behalve voor zijn eigen
meester; hij is ziekelijk, en zijn dikke
vacht vereischt bijzonder veel zorg.
De heel kleine rassen, de .schoothond
jes" van de vorige eeuw, zijn alleraardigst
voor wie klein-behuisd is, Als ze niet te
veel verwend en verweekeljjkt worden,
zijn ze even prettige kameraden als de
groote „echte" honden. De Pekinees, die
echter nogal kostbaar is, is wel de
aantrekkelijkste van allen. Hij is sterk
en gezond, met een groot weerstands
vermogen en heeft allergrappigste ma
niertjes. Ook de Japansche Spaniel, het
Malthescr Leeuwtje en de dwergpoedel
zijn genoeglijke peuters.
Ten slotte een gulden regel: offer
nooit een huisdier geheel op aan uw
eigen genoegen; schaf geen hond aan,
wanneer ge er piet zeker van zijt, dat u
het hem onder ieder opzicht goed kunt
geven, dat wil zeggen, dat u den tijd en
den lust hebt, hem zóó te verzorgen, als
zijn speciaal ras het behoeft.
Een volgende maal uitvoeriger wen
ken over de verzorging van den hond in
ziekte en gezondheid.
NOACH.
Kleine Ateke heeft een complimentje
gehad van een oom over haar gezonde
roode wangetjes.
Een paar dagen later zit Ateke voor
het raam en ziet een jongen aankomen
met roode wangen zonder pet en met
rood haar! Ateke roept; „Mammie, mam
mie! Wat moet die jongen gezond zijn,
z'n wangen en z'n haar zijn allebei
rood!"
pik en Nelleke zijn ziek geweest en
Moeder heeft hen 3 x daags moeten
temperaturen omdat ee geregeld „ver-
Jjooglng" hadden.
Een paar weken later zijn Dik en
Nelleke weer beter. Dfk is alweer naar
schoo} en komt op een goeden dag thuis
en roept tegen Nelleke; „Nel, morgen is
er „verhooging" op school, Dap worden
we allemaal getemperatuurd!"
CORMA
GOEDKOOPE KNIPPATRONEN
v»n *1 cnie cnadtllcn lijn TerVrij*b»»r aan „Hm
Patronenkanloor", Postbu» no. I, Haarlem. Onbe
rispelijke coupe. Dameskleedinü in de maten 88. 96.
104 (Mvenwijdte, 1 f 0.5J. Kinderkleeding, alleen
voor den in de bwhriivin* genoemden leeftiid i
f 0.35. Bij elk patroon handleiding voor bet knippen
en naaien, beoevens een verkleinde patroooachect.
Franco taeundutK, direct na ontvangst van hostel
ling, net het verschuldigde bedrag aan postgeld)
ingesloten, waarbij vermeld baam en adres, nummer
van het mode] en het blad, waarin het voorkomt, en
bovenwijdte. Men meet drie mast "rondom hei
lichaam, recht onder de armen door. «twoon dad
Zonder extra torgifr.
Het is opvallend, hoe weinig wij, Hol-
landsche vrouwen, de bedoeling en de
eigenlijke waarde van parfums weten te
beseffen, en hoe verschrikkelijk onhan
dig wij er dikwijls nog mee omgaan.
Met verjaardagen of St. Ntcolaas vragen
we een fleschje odeur God zegene den
greep; al naar de financieele om
standigheden of de vrijgevigheid van den
gever, komt er dan 't een of ander toe
vallig merk op de proppen, we knoeien er
's Zondags wat van op onze jurk of,
erger nog, zakdoek, en meenen dan in
goeden ernst, dat we nu ook meedoen!
Weten we zelf eigenlijk, waarom we er
parfum op na willen houden? Toch zeker
niet op de eerste plaats voor ons eigen
pleizier, want we laten de keuze
van het merk gewoonlijk maar aan den
edelen gever over, zonder onze voorkeur
uit te spreken. Neen, we gebruiken
parfum, zooals we aantrekkelijke jurken
dragen en ons haar laten ondulceren:
om de charme van ons uiterlijk te ver-
hoogen. We vinden zoo, dat 't bij een
gesoigneerd toilet hoort, vooral op Zon
dag en op „avondjes"! We bedienen er
ons van, zooals onze overgrootmoeders
van hun „beste" broches en armbanden!
Het eigenlijke doel van parfum is:
stemming te wekken, een zachte, liefe
lijke atmosfeer te scheppen, in harmonie
met onze persoonlijkheid. Zoowel voor
ons eigen genoegen als voor dat van
onze omgeving. Het gaat er dus niet om,
tot eiken prijs het een of ander reuk
watertje te gebruiken, onverschillig
welk; het gaat er om het juiste te
vinden, dat in ons bepaald geval aan
zijn doel beantwoordt. Veel beter geen
parfum, dan een minderwaardig, on
sympathiek, of opdringerig, dat irriteert
in plaats van inneemt!
Zelfs de beste en duurste parfums zijn
nog lang niet allemaal zoo in 't wilde weg
speciaal voor ons geschikt. De geur ervan,
die zich voor onze omgeving al even
sterk en onafscheidelijk met onze per
soonlijkheid vereenzelvigt als de klce-
ren, die we dragen, moet al evenzeer als
deze in overeenstemming zijn met ons
type. De indruk, dien onze verschijning
wekt, moet geheel harmonisch zijn.
Evenmin als we Zigeunerkleeren moeten
dragen, wanneer we van het teere blonde
type zijn, dat pastel-tinten verlangt,
evenmin moeten we in zoo'n geval zware,
exotische parfums kiezen.
Er zijn twee hoofdgroepen van par
fums: de frissche, fijne bloemenparfums
en de vreemde, sterke Oostersche par
fums. De eerste zijn bestemd voor blon
dines, de tweede voor de donkere types.
Maar zelfs de bloemenparfums moeten we,
wanneer we vinden, dat deze soort het
beste bij ons past, nog maar niet op goed
geluk af gebruiken; er is een bepaalde
bloem voor ieder van ons de meest
aangewezene, en als we die eenmaal ont
dekt hebben, zullen we zelf bemerken,
hoe zuiver en sterk ze ons persoonlijk
type accentueeren. Om een voorbeeld te
noemen: ik ken een jong meisje, dat
werkelijk doet denken aan een wikie
roos geen gekweekte, nee, zoo'n ijle,
frissche rose heggeroos. De vorm van
haar gezicht, de sprong van heur haar,
de tint van haar blos, alles herinnert op
op een of andere manier aan die bloem,
juist aan die eene. Gebruikte ze nu nooit
anders dan wilde-rozen-parfum, dan zou
het niet anders kunnen, of de gelijkenis,
die nu alleen een enkeling opvalt, zou
iedereen in het oog springen! Maar zo
parfumeert zich, zooveel ik weet, met
amber! Iets, dat bij haar verschijning
vloekt!
Er zijn evenveel types van bloemem-
parfums als types van blondines. Laven
del, lelletjes van dalen, irissen, viooltjes,
scheppen alle weer een heel verschil
lende atmosfeer. Dan zijn er nog par
fums, die op de grens staan tusschen
de beide groepen, geuren, zooals Kha-
sana, Cuir de Russie en dergelijke, die
soms verwonderlijk goed passen bij een
bepaald type en er heelemaal één mee
kunnen worden,
We moeten ons natuurlijk niet 41 to
streng houden aan die afscheidingen.
Blondines, die een afkeer hebben van al
wat naar haar meening zoetelijk Is, kun
nen met een zorgvuldig gekozen Oos
ters ch parfum een heel harmonisch
resultaat bereiken. Bij een vrouw met
zwart haar en een heel blanke teint,
past een lelie-parfum bijzonder goed-
Wanneer onze verschijning op de grens
staat van het blonde en het donkere
type, kunnen we soms op de zijde, waar
naar we het liefst overhellen, den radruk
leggen door het parfum te kiezen, dat
gewoonlijk gebruikt wordt door de groep,
waaronder we graag gerekend worden.
De volgende maal zal ik het over de
juiste keuze van parfums en de Juiste
manier om ons te parfumeeren, nog wat
uitvoeriger hebben. EVA.
BANANENSCHOTELTJE.
VA d.L. melk (of half melk half room).
50 Gram suiker.
y, stukje vanille,
2 Eieren,
5 Gram gelatine,
4 Bananen.
Bereiding: Laat de vanille in de melk
(of de melk met den room) voldoende
trekken: Roer de eidooiers met de suiker.
Breng de melk aan de kook en doe deze
vloeistof voorzichtig bij de eierdooiers.
Dat alles in de pan terug en laat dit
mengsel, roerende, op de kachel binden
(ze behoeft hiervoor niet te koken). Los
hierin de, in koud water geweekte, gela
tine op. Klop het eiwit stüf. Laat de vla
een weinig afkoelen en giet haar dan,
steeds kloppende bij het eiwit. Laat deze
massa onder af en toe roeren geleiach
tig worden.
Leg in een vlaschaaltje een laag van
twee in plakjes gesneden bananen, bedek
deze laag met de helft der vla; leg daar
op de beide andere in plakjes gesneden
bananen en vul den schotel verder met
de nog overgebleven vla.
100 Gram witte boonen,
500 Gram aardappelen.
Pl.m. 1 y, L. vocht van bwnei; en
aardappelen.
2 Preitjes of sjalotten.
1 Eetlepel peterselie.
50 Gram spek of boter.
Bereiding: Wasch de boonen. week *e
een nacht met het water en kook ze «eer
gaar met de fijn gesneden preitjes of
sjalotten. Neem zóóveel water dat men
pl.m. 'A L. vocht overhoudt. Kook ook
de aardappelen gaar hetzij afzonderlijk,
hetzij gelijk met de boonen. Zeef de boo
nen, aardappelen en de prei en verdun
de purée met I L. vocht. Snijd het ge
schrapte vet ln dobbelsteentjes, voeg deze
bij de soep en kook de soep zachtjes tot
het spek gaar is. Wil men geen apek in
de soep, b.v. op vastendagen, dan kan
men op het laatste oogenblik een stukje
boter door de soep roeren. Maak de aoep
op smaak af met zout en desgewenscht
peper, die op een lepel is aangemaakt,
en zeer fijn gehakte peterselie.
CATHARINA.
Benoodigd: 2 el pompadour of Brabantsch
bont van 70 c.M. breedte, 3 knoopjes.
Dit aardige schortje heeft zeker een groot
voordeel, n.l. dat het de geheele jurk be
dekt, wat voora! wenschelijk is als zus
haar „mooie" jurkje aan heeft. Men
maakt eerst even van het mouwtje en
het stuk een patroontje, BU het opleggen
op de stof kan men er voor zorgen, dat
men midden achter zelfkant krijgt. Te
vens moet men er aan denken, dat het
schortje geknipt moet worden met één
c.M. naad, terwijl men onderaan nog 5
c.M. extra aanrekent voor een zoom. Is
het schortje geknipt, dan worden eerst de
beide zijnaden met een platten naad ver
bonden, waarna men aan den onderkant
den 5 c.M- brieden zoom inwerkt, Van het
stuk verbindt men de schoudemaadjes,
waarna het op het schortje wordt ge
naaid. en wel zóó, dat de rafels naar
den goeden kant komen, en aan weers-
zijdeu van middenvoor en middenachter
8 c.M. glad blijft. Het overige deel wordt
ingerixnpeld. De rafels worden met een
effen gekleurd biesje afgewerkt. Ook
langs den hals wordt een zelfde blesje
aan- en overgestlkt. De manchetjes knipt
met 22 cM. lang en 10 c.M. broed, Het
mouwtje onderaan wordt 4 c.M. vanaf den
naad ingerimpeld, waarna het manchetje
wordt opgestikt. Nu stikt men het mouw
tje dicht en zoomt het manchetje aan
den verkeerden kant over. Nu kan men
de mouwtjes inslikken, terwijl men er dan
voor zorgt, dat de naad van de mouw 3
c.M. meer naar voren komt dan de «ij-
naad van het schortje, terwijl men het
mouwtje op het schortje plat stikt. De
ceintuur knipt men 84 c.M lang en II
c.M. breed, waarna deze wordt gestikt, en
men bet uiteinde puntig toe laat loopen.
Hierin wordt het knoopsgat gemaakt Da
ceintuur wordt midden achter op 25 C.M.
var onderen af even opgestikt. In het stuk
maakt met rechts 2 knoopsg aatjes, ter
wijl men op de aelfde plaacts links da
knoopjes aanzet, DOfY.