Onze Vrouwenrubriek Oordeelt niet! Wie niet rijk is.,., moet slim zijn.1 Schoonmaak Verschillende hondenrassen en hun eigenaardigheden Een praatje over parfum Recepten voor de keuken Schortje met lange mouwen <4 DERDE BLAD NIEUWE HAARLEMSGHE COURANT BLADZIJDE Onze Huisdieren Van een oude jurk Kin dei% ees tig h eidjes Spiegeltje aan den wand AARDAPPELSOEP MET WITTE BOONEN. Voor meisjes van plm. 6 jaar Misschien bezitten we geen enkele eigenschap, die met de jaren zóózeer aan verandering onderhevig is, als onze per soonlijke wijze van oordeelen over men- schen en dingen! Als we heel jong zijn, schijnt één blik ons voldoende om een kwestie heelemaal te overzien en er een volledige meening over te vormen, en we doen dit laatste dan ook met een vlotheid, die ons in la tere jaren soms hoofdschuddend kan doen glimlachen. Mettertijd worden we bedachtzamer; we wikken en wegen de zaak, en het duurt soms heel lang, eer we het vol komen met ons zelf eens zijn, wat we over het een of ander denken. Maar dat wil nog niet zeggen, dat ons oordeel daarom juister en wijzer wordt. De wijsheid van een oordeel, dat door menschen gevormd wordt over andere menschen en hun gedragingen, is bijna altijd afhankelijk van de zachtheid en voorzichtigheid ervan. Een onverbiddelijk en scherp oordeel, uitgesproken met die overtuigde en geroutineerde kenners-ze kerheid, waarop ze zelf zoo tro^sch zijn, is nog 'lang niet altijd een Salomons- oordeel, hoe imposant 't ook klinken kan! Ieders oordeel verandert naarmate hij ouder wordt, en nu is het typeerend voor het karakter van de menschen, of hun oordeel met de jaren milder wordt of spitser. Er zijn menschen die met de ja ren al hun'zachtheid verliezen. Ze schij nen daar zelfs trotsch op te zijn. en zien met minachting neer op de vriendelijke gevoeligheid, die hun in hun jeugd eigen was sentimentaliteit noemen ze het nu, half brommend, half spottend. Ande ren, die in hun jeugd sterk en hard konden zijn bij het vonnissen van an- cirre gedragingen, worden met de jaren 11 stiller en toegevender en geduldiger, t< genover de tekortkomingen van hun i ledemenschen, niet alleen in hun uiter- 1 jke handelwijze, maar tot in hun diep- sce gevoelens en hun meest verborgen meeningen. Dit zijn wel de beste men schen Het is volstrekt niet waar, wat sommi gen cynisch beweren, dat een zacht oor deel over de fouten van anderen steeds voortkomt uit de eigen ervaring, hoe licht men zelf in die fouten kan verval len! Het tegendeel zien we veel meer ge- 1 leuren. Van wat men het onmeedoo- jendst in anderen veroordeelt, is men soms zelf het minst vrij te pleiten, ter wijl wie voor zichzelf het strengst is en niets door de vingers ziet, juist voor an deren dikwijls vol toegevendheid is. Zachtheid van oordeel is eer het ge volg van een ruime en diepe menschen- kennis, van veel en rijp nadenken, van eenige ervaring en besef van de diepe klove, die er in het dagelijksch leven be staat tusschen ideale theorieën en moeilijke practijk. We krijgen mettertijd een steeds helderder inzicht in de men- schelijke zwakheid, die toch dikwijls met zooveel goedwilligheid kan gepaard gaan, En soms kunnen we zelf verwonderd staan, wanneer we bij ons het vormen van een meening over het een of ander realiseeren, hoe we, nog maar kort ge leden, over dezelfde zaak heel anders zouden geoordeeld hebben, veel strenger en onverbiddellijker. Zóó snel en gesta dig kan cns oordeel rijpen, en het is aan ons, te zorgen, dat het zich in diezelfde goede richting blijft ontwikke len. Het gaat met de wijsheid in het oor deelen al juist als met alle andere wijs heid, waarover Socrates zei, toen hij naar menschelijke schatting daarin het hoog ste bereikt had dat voor een eindig ver stand te bereiken valt; „Al wat ik nu weet, is dit ééne: dat ik niets weet," Hoe meer we van de gedragingen der men schen gezien hebben, hoe dieper we in het menschelijk hart hebben geschouwd, hoe terughoudender en trager we in het oordeelen worden. We hebben ook zoo vaak zóóveel verschillende zijden aan één zaak gezien,, zooveel verschillende mogelijkheden van motieven voor één en dezelfde daad, zóóveel verschillende scha keeringen in gevoelens, waarvoor onze arme taal maar één korten naam heeft! Het vlugge oordeel van vroeger, dat ons zelf van zooveel doorzicht en levens kennis leek te getuigen en dat we zoo fier zoo onnadenkend de ruimte in slingerden, schijnt ons nu het jammerlijk bewijs voor onze kortzichtigheid van toen. Hoe meer we ons eigen oordeel, onbe wust of door ijverig streven naar zelf veredeling verzacht hebben, des te le vendiger treffen ons de wonderlijke op vattingen en oordeelvellingen van vele menschen om ons heen, die toch, zoo vinden we, op hun leeftijd beter moesten weten zoo goed als wij. Wie echte men- schenkennis op wil doen, of nog de illu sie heeft, dat zijn ondervinding van wat zijn medemenscben zooal in het hoofd kunnen krijgen, vrij volledig is, kan niet beter doen, dan iets ongewoons te be ginnen niets ongeoorloofds of afkeu renswaardigs alleen maar iets on gewoons. En dan af te wachten wat de verschillende opinies over zijn daad zijn en welke bedoelingen de verschillende menschentypen hem toeschrijven! Er zal een splinternieuwe wereld voor hem open gaan! Het is eigenlijk dwaas, er zich iets van aan te trekken, wanneer men verkeerd beoordeeld wordt. Alleen als we heel jong zijn, vinden we zooiets gewoonlijk verschrikkelijk en 't geeft ons een bijna even ellendig gevoel als een besef van werkelijke schuld. Als we ouder geworden zijn, amuseert het ons alleen nog maar. den arendsblik van zulke vlotte levens critici op ons te voelen rusten en met een ernstig gezicht hun „klaar-terwijl- u-wacht"-vonnis over onze gedragingen en de motieven daartoe te hooren vellen, terwijl we ons aldoor in ons binnenste bewust zijn, hoe 'n nietig beetje ze er eigenlijk van afweten ia, alleen de nemel en wijzelf weten, hoe 'n bedroefd klein beetje! Het wordt een werkelijk ge noegen te constateeren, hoe we van jaar tot jaar meer boven dit alles komen te staan, zoodat we ten slotte met onver mengde belangstelling, welwillendheid zou ik bijna zeggen, en een onverwoest- baren humor, de caricaturen, die het oordeel der menschen van ons op schut tingen en poortjes wist te krabbelen, kunnen staan bezien, zonder dat het ons nog met onrust, schaamte of verbittering vervult, dat de ooren zoo lang zijn en dat er een wrat op onzen neus zit, die we volstrekt niet hebben. Ik kan me zelfs nooit begrijpen, hoe sommige vree» selijk-goede, naïeve mensahen, die, even als het klassieke Japie, „van hun leven geen kwaad gedaan hebben", zich nog zoo radeloos druk kunnen maken over hun reputatie en „goeden naam" en zóó. angstvallig allen „schijn" trachten te vermijden, dat ze bijna geen leven meer hebben alsof het welzijn van die repu tatie werkelijk iets was, dat in hun eigen handen lag! Wel, iemand kan zijn leven lang zóó zijn best doen om kaars-recht op te loopen en te zitten ten einde zijn welgeschapenheid maar tegen elke verdenking te vrijwaren dat hij zelfs thuis in zijn makkelijken stoel, niet durft te gaan leunenen tóch op een goe den dag met een bochel op de schutting komt te staan! Wie heeft dan dien bochel geteekend? De spelingen en dar telheden van het menschelijk oordeel zijn onberekenbaar, zelfs voor den meest vergrijsden levenskenner Daarom is het wel de beste gedrags lijn, bij zijn meest onschuldige en argelooze daden steeds in zooverre den schijn van iets ongeoorloofs te vermij den, dat men nooit ergernis kan geven maar meer ook niet. Geen overdreven angstvallige voorzorgen, in de hoop, daarmede de menschelijke babbelzucht te vermurwen en te bezweren! Want die speelt juist haar wonderlijkste parten aan wie haar slaafsch duchten en ontzien! We kunnen ons zoo zacht en weldadig spiegelen aan de wijze, waarop we ande ren zien omspringen met hun van na ture zoo edel vermogen, om zelfstandig te oordeelen! En we moeten zoo dank baar zijn niet als de Farizeeër, maar als de tollenaars, die we alien zijn wanneer we zelf geleerd hebben, anders te werk te gaan, zóó zacht te oordeelen, dat het eigenlijk geen oordeel meer is, in den zin van een vonnis, een vèroordee- ling. Dit is het nederigste en het beste, toe te geven, dat we niets beoordeelen kunnen, dat we eigenlijk niets weten van de tooneelen, die zich afspelen in de harten onzer naasten en waarvan we alleen de slotacte: de daad, te zien krijgen, We hooren Onzen Lieven Heer dan ook niet zeggen: Oordeelt mild, maar: oordeelt niét! En dat is nog zoo veel mooier! En wat heerlijk moet het niet zijn, wanneer het ons, die in ons leven hier zoo ontelbare malen op honderden ver schillen wijzen beoordeeld en veroordeeld zijn, in ons bestaan hiernamaals plotse ling zoo heelemaal anders zal vergaan! Juist ons! Want wij, die inplaats van te schermen met ons doorzicht en onzen kijk op het menschelijk leven, deemoedig hebben toegegeven, dat we niets van de geheimen onzer medemenschen wisten, dat God alleen die peilen kon wij zul len, het zijn de eigen woorden van dien zelfden God om zoo te zeggen niét geoordeeld worden! Kan het ons, met deze wetenschap voor oogen, dan zoo moeilijk vallen, met 'n gemoedelijk glim lachje langs de fantastisch-bekalkte schuttingen der menschelijke meening te gaan? MACHTELD. Overname uit deze rubriek zondier schriftelijke toestemming verboden De lucht is grauw en zwaar van sneeuw en regen, de hoornen steken erbarmelijk naakt hun zwarte takken naar omhoog en toch zweeft er al zoo nu en dan lets van de lent m de lucht. Het is er opeens en vanwaar? Is het van een zonnestraal, die onverwacht en speelsch van achter een gropte witte wolk te voorschijn komt glij den; is het van een windvleugje ergens heel uit het zuiden, ergens van waar „die Zitronen blühen", is het een geluid, is het een kleur? We weten het niet, maar het is als een wonder, telkens opnieuw en altijd weer roept het gewaarwordingen in ons wakker en verlangens naar ik weet niet welk 'n groot geluk! Er zijn van die bevoorrechte menschen, die altijd precies met hun verlangens weg weten. Er zijn dames, die bij het eerste voorjaarszonnetje denken aan een nieu wen hoed, want de oude begint in het volle licht leelijk vaal te zien; er zijn jonge moedertjes die verlangen met den mooien nieuwen wagen en den baby na tuurlijk in 't park te kunnen wandelen, er zijn meisjes, die 'n droom hebben van den eersten zoelen lentedag, waarop ze in de open two seater kunnen toeren; er zijn honderden vrouwen, wier verlangens een meer concreten vorm hebben aangenomen. En daaronder zijn er ook wier eerste len- tedroomen vervuld zijn van een schoon- maak-iilusie. Deze practische huisvrou wen, deze menschen van de daad kunnen wij, al is het maar een heel klein beetje, helpen met het voldoen aan hun ver langens en het vervullen van hun moei lijke taak. Vooreerst toch moeten ze een degelijke schoonmaakuitrusting hebbenen daartoe behoort op de eerste plaats een schort. We zouden haast iedereen aan raden zoo'n schort met een gebloemd, kleurig patroon, waarop we niet gauw vlekken zien. Voor wie een flink handje wil helpen is zoo iets wel de meest prac tische kleeding. Dat moquette ruitvormige schortje met die bevallige strik van voren is aardig heel aardig zelfs voor wie zoo'n beetje om d'e kantjes heen loopen. POLA. Weinig menschen, die een aanhanke- lijken, betrouwbaren hond zoeken, weten, dat de.,., bulldog voor zijn eigen men schen een van de zachtste en vriendelijk ste van alle is. H\j verdraagt heel wat hardhandig gestoei, eer hij zijn goed humeur verliest. Maar daartegenover staat, dat hij lui is, en aan zijn plaatsje bij den haard de voorkeur geeft boven het open veld, en dat 't nogal veel zorg vereischt, hem gezond te houden. De Collie is een van de intelligentste en meest actieve honden. Maar zijn eigenlijke plaats Is bij de schapen, en hij is te groot om in huis te houden. Een i kleinere hond van hetzelfde type en karakter is de Shetland-herder, een onder nemend, energiek beestje en een bijzonder aanhankelijke kameraad. De sneeuw witte Samojeed is een ideale speelmak ker vt?or de kleintjes, Andere honden van prettige afmetin gen en die gemakkelijk te behandelen Zijn. züii de Cocker Spaniel, de takshond, en het Schipperke. De cocker is, even als de grootere Spaniels, een jachthond, maar hij is even geschikt voor het leven in de stad, mits hij maar genoeg bewe ging krijgt, én hij heeft een bijzonder „lief" karakter. De taks, met zijn lang lichaam, korte kromme pootjes en pro pere fjuweelen huid is eigenlijk ook een aporlhond, maar toch is hij een aller aardigst speelkameraad. Het Schipperke is een kleine zwarte hond zonder staart, altijd bezig en op onderzoek uit, en hij neemt hevelen aan van alle leden van het gezin. Maar het meest populaire van alle hondenrassen vormen de terriers. Er zijn vijftien soorten, die van elkaar verschil len in kleur, haar, afmetingen en ka rakter, maar 't zijn allemaal goede huis dieren. De Airedale en de Bull Terrier zijn misschien te groot en te zwaar om door kinderen gehanteerd te worden, en de Bcdlington, de Dandic Dinmot en de Iersche Terrier hebben den naam van twistziek te zijn en jaloersch op andere honden. Maar de Fox-Terrier is zoo wel prettig van afmetingen als van humeur en hij is ongetwijfeld een der meest populaire honden. Hij voelt zich op zijn gemak zoowel in een paleis als in een hutje, in de stad en op het land, hu is levendig, speelsch, gehoorzaam en intel ligent. Hij wordt ouder dan de andere soorten, soms wel 16 of 18 jaar. Als hij aan kinderen gewend is, is hij betrouw» Het is niet gemakkelijk, van iets wat u graag hebt gedragen, afstand te doen. Daarom is het raadzaam, alvorens u een bepaald kleedingstuk gaat „af danken", eerst eens rijp te overleggen of u het niet voor iets anders kunt gebrui ken. Een shantung of andere bedrukte jurk kunt u op de volgende wijze aardig verwerken. Ten eerste voor versiering van een effen Jurk, zooals: ceintuur kraasle. of andere halsafwerking. Ten tweede kunt u met deze gtof ook hoeden passend garneeren. En zoo zijn er tal van andere bedenk sels, maar die laat ik aan uw eigen fan tasie over. Deze voorbeelden dienen al leen maar om de gedachte bij u op te wekken. De teekening laat u verder alles dui delijk zien. R- K. baar en aanhankelijk; zoo niet, dan is hij wel eens valsch. Wanneer hij te veel voedsel krijgt, wordt hij dik, onooglijk en asthmatisch. De Scliotscljé Terrier is ook een allergezelligste huishond; hij heeft de eigenaardigheid, dat hij, bij een groota gehechtheid aan zijn meester, ab soluut onverschillig is voor vreemden. Wie dus honden, die allemansvrienden zijn, niet kan uitstaan, vindt hier juist, wat hij zoekt. Dan zijn er nog Sealyham. de Aberdeen en de Cairn Terrier, alle maal kranige pientere hondjes, die voor ieder grapje en spelletje te vinden zijn. Een jong diertje van een van deze ras sen, mits gezond en verstandig groot gebracht, zal zonder eenigen twijfel een kostelijk bezit worden voor zijn eige naar. De Dobberman Pincher, die zich nogal in de algetneene gunst verheugt, is een „éénmans-hond", trouw aan zijn meester, maar gevaarlijk voor vreemden. De Keeshond is kwiek, levendig en aanhan kelijk, maar bijzonder nerveus, wat hem er toe brengt soms plotseling uit te val len in een snauw of epn beet, Ook heeft hij geen groot weerstandsvermogen. De Poedel is buitengewoon intelligent, maar valsch voor ieder, behalve voor zijn eigen meester; hij is ziekelijk, en zijn dikke vacht vereischt bijzonder veel zorg. De heel kleine rassen, de .schoothond jes" van de vorige eeuw, zijn alleraardigst voor wie klein-behuisd is, Als ze niet te veel verwend en verweekeljjkt worden, zijn ze even prettige kameraden als de groote „echte" honden. De Pekinees, die echter nogal kostbaar is, is wel de aantrekkelijkste van allen. Hij is sterk en gezond, met een groot weerstands vermogen en heeft allergrappigste ma niertjes. Ook de Japansche Spaniel, het Malthescr Leeuwtje en de dwergpoedel zijn genoeglijke peuters. Ten slotte een gulden regel: offer nooit een huisdier geheel op aan uw eigen genoegen; schaf geen hond aan, wanneer ge er piet zeker van zijt, dat u het hem onder ieder opzicht goed kunt geven, dat wil zeggen, dat u den tijd en den lust hebt, hem zóó te verzorgen, als zijn speciaal ras het behoeft. Een volgende maal uitvoeriger wen ken over de verzorging van den hond in ziekte en gezondheid. NOACH. Kleine Ateke heeft een complimentje gehad van een oom over haar gezonde roode wangetjes. Een paar dagen later zit Ateke voor het raam en ziet een jongen aankomen met roode wangen zonder pet en met rood haar! Ateke roept; „Mammie, mam mie! Wat moet die jongen gezond zijn, z'n wangen en z'n haar zijn allebei rood!" pik en Nelleke zijn ziek geweest en Moeder heeft hen 3 x daags moeten temperaturen omdat ee geregeld „ver- Jjooglng" hadden. Een paar weken later zijn Dik en Nelleke weer beter. Dfk is alweer naar schoo} en komt op een goeden dag thuis en roept tegen Nelleke; „Nel, morgen is er „verhooging" op school, Dap worden we allemaal getemperatuurd!" CORMA GOEDKOOPE KNIPPATRONEN v»n *1 cnie cnadtllcn lijn TerVrij*b»»r aan „Hm Patronenkanloor", Postbu» no. I, Haarlem. Onbe rispelijke coupe. Dameskleedinü in de maten 88. 96. 104 (Mvenwijdte, 1 f 0.5J. Kinderkleeding, alleen voor den in de bwhriivin* genoemden leeftiid i f 0.35. Bij elk patroon handleiding voor bet knippen en naaien, beoevens een verkleinde patroooachect. Franco taeundutK, direct na ontvangst van hostel ling, net het verschuldigde bedrag aan postgeld) ingesloten, waarbij vermeld baam en adres, nummer van het mode] en het blad, waarin het voorkomt, en bovenwijdte. Men meet drie mast "rondom hei lichaam, recht onder de armen door. «twoon dad Zonder extra torgifr. Het is opvallend, hoe weinig wij, Hol- landsche vrouwen, de bedoeling en de eigenlijke waarde van parfums weten te beseffen, en hoe verschrikkelijk onhan dig wij er dikwijls nog mee omgaan. Met verjaardagen of St. Ntcolaas vragen we een fleschje odeur God zegene den greep; al naar de financieele om standigheden of de vrijgevigheid van den gever, komt er dan 't een of ander toe vallig merk op de proppen, we knoeien er 's Zondags wat van op onze jurk of, erger nog, zakdoek, en meenen dan in goeden ernst, dat we nu ook meedoen! Weten we zelf eigenlijk, waarom we er parfum op na willen houden? Toch zeker niet op de eerste plaats voor ons eigen pleizier, want we laten de keuze van het merk gewoonlijk maar aan den edelen gever over, zonder onze voorkeur uit te spreken. Neen, we gebruiken parfum, zooals we aantrekkelijke jurken dragen en ons haar laten ondulceren: om de charme van ons uiterlijk te ver- hoogen. We vinden zoo, dat 't bij een gesoigneerd toilet hoort, vooral op Zon dag en op „avondjes"! We bedienen er ons van, zooals onze overgrootmoeders van hun „beste" broches en armbanden! Het eigenlijke doel van parfum is: stemming te wekken, een zachte, liefe lijke atmosfeer te scheppen, in harmonie met onze persoonlijkheid. Zoowel voor ons eigen genoegen als voor dat van onze omgeving. Het gaat er dus niet om, tot eiken prijs het een of ander reuk watertje te gebruiken, onverschillig welk; het gaat er om het juiste te vinden, dat in ons bepaald geval aan zijn doel beantwoordt. Veel beter geen parfum, dan een minderwaardig, on sympathiek, of opdringerig, dat irriteert in plaats van inneemt! Zelfs de beste en duurste parfums zijn nog lang niet allemaal zoo in 't wilde weg speciaal voor ons geschikt. De geur ervan, die zich voor onze omgeving al even sterk en onafscheidelijk met onze per soonlijkheid vereenzelvigt als de klce- ren, die we dragen, moet al evenzeer als deze in overeenstemming zijn met ons type. De indruk, dien onze verschijning wekt, moet geheel harmonisch zijn. Evenmin als we Zigeunerkleeren moeten dragen, wanneer we van het teere blonde type zijn, dat pastel-tinten verlangt, evenmin moeten we in zoo'n geval zware, exotische parfums kiezen. Er zijn twee hoofdgroepen van par fums: de frissche, fijne bloemenparfums en de vreemde, sterke Oostersche par fums. De eerste zijn bestemd voor blon dines, de tweede voor de donkere types. Maar zelfs de bloemenparfums moeten we, wanneer we vinden, dat deze soort het beste bij ons past, nog maar niet op goed geluk af gebruiken; er is een bepaalde bloem voor ieder van ons de meest aangewezene, en als we die eenmaal ont dekt hebben, zullen we zelf bemerken, hoe zuiver en sterk ze ons persoonlijk type accentueeren. Om een voorbeeld te noemen: ik ken een jong meisje, dat werkelijk doet denken aan een wikie roos geen gekweekte, nee, zoo'n ijle, frissche rose heggeroos. De vorm van haar gezicht, de sprong van heur haar, de tint van haar blos, alles herinnert op op een of andere manier aan die bloem, juist aan die eene. Gebruikte ze nu nooit anders dan wilde-rozen-parfum, dan zou het niet anders kunnen, of de gelijkenis, die nu alleen een enkeling opvalt, zou iedereen in het oog springen! Maar zo parfumeert zich, zooveel ik weet, met amber! Iets, dat bij haar verschijning vloekt! Er zijn evenveel types van bloemem- parfums als types van blondines. Laven del, lelletjes van dalen, irissen, viooltjes, scheppen alle weer een heel verschil lende atmosfeer. Dan zijn er nog par fums, die op de grens staan tusschen de beide groepen, geuren, zooals Kha- sana, Cuir de Russie en dergelijke, die soms verwonderlijk goed passen bij een bepaald type en er heelemaal één mee kunnen worden, We moeten ons natuurlijk niet 41 to streng houden aan die afscheidingen. Blondines, die een afkeer hebben van al wat naar haar meening zoetelijk Is, kun nen met een zorgvuldig gekozen Oos ters ch parfum een heel harmonisch resultaat bereiken. Bij een vrouw met zwart haar en een heel blanke teint, past een lelie-parfum bijzonder goed- Wanneer onze verschijning op de grens staat van het blonde en het donkere type, kunnen we soms op de zijde, waar naar we het liefst overhellen, den radruk leggen door het parfum te kiezen, dat gewoonlijk gebruikt wordt door de groep, waaronder we graag gerekend worden. De volgende maal zal ik het over de juiste keuze van parfums en de Juiste manier om ons te parfumeeren, nog wat uitvoeriger hebben. EVA. BANANENSCHOTELTJE. VA d.L. melk (of half melk half room). 50 Gram suiker. y, stukje vanille, 2 Eieren, 5 Gram gelatine, 4 Bananen. Bereiding: Laat de vanille in de melk (of de melk met den room) voldoende trekken: Roer de eidooiers met de suiker. Breng de melk aan de kook en doe deze vloeistof voorzichtig bij de eierdooiers. Dat alles in de pan terug en laat dit mengsel, roerende, op de kachel binden (ze behoeft hiervoor niet te koken). Los hierin de, in koud water geweekte, gela tine op. Klop het eiwit stüf. Laat de vla een weinig afkoelen en giet haar dan, steeds kloppende bij het eiwit. Laat deze massa onder af en toe roeren geleiach tig worden. Leg in een vlaschaaltje een laag van twee in plakjes gesneden bananen, bedek deze laag met de helft der vla; leg daar op de beide andere in plakjes gesneden bananen en vul den schotel verder met de nog overgebleven vla. 100 Gram witte boonen, 500 Gram aardappelen. Pl.m. 1 y, L. vocht van bwnei; en aardappelen. 2 Preitjes of sjalotten. 1 Eetlepel peterselie. 50 Gram spek of boter. Bereiding: Wasch de boonen. week *e een nacht met het water en kook ze «eer gaar met de fijn gesneden preitjes of sjalotten. Neem zóóveel water dat men pl.m. 'A L. vocht overhoudt. Kook ook de aardappelen gaar hetzij afzonderlijk, hetzij gelijk met de boonen. Zeef de boo nen, aardappelen en de prei en verdun de purée met I L. vocht. Snijd het ge schrapte vet ln dobbelsteentjes, voeg deze bij de soep en kook de soep zachtjes tot het spek gaar is. Wil men geen apek in de soep, b.v. op vastendagen, dan kan men op het laatste oogenblik een stukje boter door de soep roeren. Maak de aoep op smaak af met zout en desgewenscht peper, die op een lepel is aangemaakt, en zeer fijn gehakte peterselie. CATHARINA. Benoodigd: 2 el pompadour of Brabantsch bont van 70 c.M. breedte, 3 knoopjes. Dit aardige schortje heeft zeker een groot voordeel, n.l. dat het de geheele jurk be dekt, wat voora! wenschelijk is als zus haar „mooie" jurkje aan heeft. Men maakt eerst even van het mouwtje en het stuk een patroontje, BU het opleggen op de stof kan men er voor zorgen, dat men midden achter zelfkant krijgt. Te vens moet men er aan denken, dat het schortje geknipt moet worden met één c.M. naad, terwijl men onderaan nog 5 c.M. extra aanrekent voor een zoom. Is het schortje geknipt, dan worden eerst de beide zijnaden met een platten naad ver bonden, waarna men aan den onderkant den 5 c.M- brieden zoom inwerkt, Van het stuk verbindt men de schoudemaadjes, waarna het op het schortje wordt ge naaid. en wel zóó, dat de rafels naar den goeden kant komen, en aan weers- zijdeu van middenvoor en middenachter 8 c.M. glad blijft. Het overige deel wordt ingerixnpeld. De rafels worden met een effen gekleurd biesje afgewerkt. Ook langs den hals wordt een zelfde blesje aan- en overgestlkt. De manchetjes knipt met 22 cM. lang en 10 c.M. broed, Het mouwtje onderaan wordt 4 c.M. vanaf den naad ingerimpeld, waarna het manchetje wordt opgestikt. Nu stikt men het mouw tje dicht en zoomt het manchetje aan den verkeerden kant over. Nu kan men de mouwtjes inslikken, terwijl men er dan voor zorgt, dat de naad van de mouw 3 c.M. meer naar voren komt dan de «ij- naad van het schortje, terwijl men het mouwtje op het schortje plat stikt. De ceintuur knipt men 84 c.M lang en II c.M. breed, waarna deze wordt gestikt, en men bet uiteinde puntig toe laat loopen. Hierin wordt het knoopsgat gemaakt Da ceintuur wordt midden achter op 25 C.M. var onderen af even opgestikt. In het stuk maakt met rechts 2 knoopsg aatjes, ter wijl men op de aelfde plaacts links da knoopjes aanzet, DOfY.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 11