Binnenlandsch Nieuws
Gemengd Nieuws
VOOR LE HUISKAMER
I
Sr
Pi ^.rtabletten
bij Griep en influenza
landbouw en visscherij
m
TWEEDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
MAANDAG 18 FEBRUARI 1929
BLADZIJDE 3
Congres der S.D.A.P. te
Nijmegen
De Rijksbegrooting voor
1929 in de Eerste Kamer
Jp%MIJ^HARDT'S
De Rotary-clubs
Na den Stadhuisbrand te
Leiden
De derde klasse rijtuigen
der Ned. Spoorwegen
UIT ONZE OOST
Averij
De arbeidstoestanden
op de tabaksondernemingen
in de Vorstenlanden
LEGER EN VLOOT
De „Kortenaer" en de
„Hertog Hendrik"
De opkomst der zeemiliciens
RADIO-NIEUWS
Een kruisgesprek
Kootwijk—Sydney
De leiding van den oorlog
RECHTSZAKEN
Een humoristisch vonnis
Kaasveilingen
Hoe Fransje ontvoerd werd
Een verkoold lijk gevonden
Euryanthe
De S.D.A.P. houdt thans te Nijmegen
haar 34ste congres.
Zaterdagmiddag werd het in de groote
zaal van „De Vereeniging" aldaar geopend
door den voorzitter, den heer J. Oudegeest,
die in zijn openingsrede de overleden leden
der partij herdacht, in het bijzonder den
heer Werkhoven, den partij-secretaris.
De vergadering hoorde deze herdenkings
woorden staande aan.
Vervolgens ging spr. den toestand der
partij na, dien hij gezond noemde.
In het laatste jaar groeide zij met 81150
leden; zij telde er op 1 Januari 1929 54.319.
Het totaal aantal afdeelingen bedraagt 620.
Spr. beval de stichting van een arbeiders-
hoogeschool in aller aandacht aan; van de
Centrale arbeiders-deposito- en verzekerings
bank te den Haag werd reeds een gift van
f 100.000 ontvangen.
De vraag beantwoordend hoe men zich
het verloop denkt der komende periode, durf
de spr. te verwachten, dat de verkiezings
uitslag een winst geven zal van 10.000 stem
men en met deze eenige mandaten meer.
Geen der andere partijen voelt zich zoo
lekker als onze partij, aldus spr., naar de
kranten te oordeelen, zit er bij die partijen
iets zuurs en vreesachtigs. Vooral de
kerkelijke partijen, die voor een deei haar
leiders verloren hebben en het niet eens
kunnen worden over den grondslag voor de
verkiezingen, gaan den verkiezingstrijd in
op een wijze, waarin élan reeds georoken is.
In de Katholieke Staatspartij, aldus spr.,
vertoont zich een afbrokkeling; wij zullen
met die omstandigheid rekening houden.
Sinds het niet meer mogelijk is om de
politieke en economische belangen te vatten
onder den bisschopsmijter en sinds men
zich niet meer volkomen achter de kerke
lijke leuzen kan verbergen, is het hommeles
in de Katholieke Staatspartij. Daarom zul
len wij profiteeren van de verdeeldheid.
De grootste zorg echter is, dat wij een
aantal goede propagandisten en goede
schrijvers te kort zullen komen. Want bij
gebrek aan zulke krachten zal er niet te
verdienen zyn, wat er te verdienen is.
Nadat de heer de la Bella het woord had
gevoerd namens het N.V.V., werd de 70-
jarige heer P. van der Goes verwelkomd.
Vervolgens sprak de heer W. H. Vliegen,
die het woord voerde in plaats van den heer
Albarda, die door ziekte verhinderd was de
vergadering bij te wonen.
Spr. behandelde het verkiezingsprogram
en wierp een blik op de heerschende toe
standen met welke een politieke partij heeft
rekening te houden.
De S.D.A.P. moet trachten te verkrijgen,
dat hervorming op het sociale en onderwijs
gebied wordt verkregen; dat ontwapening
wordt verkregen en dat de weg naar sociali
satie wordt geëffend.
Den huidigen toestand onder het oog zien
de, wees spr. er op, dat Nederland het
eenige land in Europa is, dat een extra
parlementair kabinet heeft. De landen, zelfs
die een dictatuur hebben, beschikken over
een parlementair kabinet, doch in ons land
kan men dit niet klaarspelen.
Spr. noemde den valschen grondslag van
de partijvorming in ons land de oorzaak van
een «tra-parlementair kabinet. Spr. deed
daarop een feilen aanval op de R.K. Staats
partij.
De hoofdtaak die de S. D. A. P. in ons
land heeft te vervullen is allen, die onder
het kapitalisme vandaan willen, bij elkander
te brengen.
Hoe moet de toekomst zijn? Ofschoon niet
weneschelijk, zal het wellicht weer op een
exaa-pariementair kabinet uitloopen; doen
de S. D. A. P. heeft te waken, dat het zoover
niet komt. Zij mag zulk een verantwoorde
lijkheid niet op zich nemen. Spr. noemde
het dwaasheid de praatjes te gelooven, dat
de o. jj. A. P. de Katholieke partij zou
ontzien. Integendeel, al het mogelijke zal
worden gedaan eens flink onder haar duiven
te schieten.
Tenslotte behandelde spr. nog de Buiten-
landsche en Indische politiek, waarna de
vergadering verdaagd werd. De vergadering
op dezen eersten dag was slechts matig be
zocht.
Zondag.
In de vergadering van Zondag werden des
morgens behandeld de jaarverslagen, waar
bij verschillende opmerkingen over de redac
tie van het Volk, over het beleid van het
P. B. en over de candidaatstelling van Par
tijsecretaris-penningmeester werden gemaakt
en beantwoord.
In de middagzitting is de coalitie-kwestie
weer aan de orde.
De heer Prank van der Goes (Laren) zet
zijn bezwaren uiteen tegen de den vorigen
dag door den heer Vliegen gehouden rede.
Spreker is het niet eens met, de opvatting
van dezen als zou dit kabinet niet op een
meerderheid berusten. De oude, clericale meer
derheid bestaat niet meer; de oude burger
lijke meerderheid is echter in anderen vorm
gebleven. De heer Vliegen heeft» gewezen
op den achteruitgang van het stemmencijfer
der kerkelijke partijen. Wil de S. D. A. P.
de katholieke arbeiders trekken, dan zal dit
haar niet lukken door met de reactionnaire
leiders der R.K. Staatspartij in een ministe
rie te gaan zitten, maar ze zal dit doel veel
eer bereiken door de katholieke arbeiders er
van te overtuigen, dat ze zich van deze lei
ders los moeten maken, desnoods een katho
lieke arbeidersparty moeten gaan stichten
Versper, zoo roept spreker uit, den wag naar
het verderfelijke ministerialisme. (Luid ap
plaus).
De voorzitter deelt mee, dat tot secretaris
der S. D. A. P. is gekozen de heer C. Wou
denberg en tot leden van het dageiyksch
bestuur de heeren Boekman, Kleerekoper en
Matthysen.
Verschillende sprekers voerden hierna nog
het woord over de eventueele samenwerking
met de burgerlijke partijen en met name
met de R.K. Staatsparty.
Zondagavond beantwoordde de heer Vlie
gen het debat betreffende de inleiding op
het verkiezingsprogramma, speciaal de be
steding van de verklaring van de bereid
heid tot samenwerking met burgeriyke par
tyen. Spreker bestrydt voornamelyk de door
de heeren Van der Goes, Franke en Van
der Kieft aangevoerde argumenten. De soc.-
dem. moeten hun bereidheid tot samenwer
king met democratische elementen niet in
trekken. Zy zouden daardoor de Katholieke
Partij uit een positie halen, die van jaar
tot jaar lastiger wordt. De S. D. A. P. moet
den katholieken arbeiders een politiek pers-'
peet ie f openen, zoodat dezen een bewuste
arbeiderspolitiek gaan volgen. Of zij dat gaan
doen in of buiten de Katholieke Staatspar
tij is hun zaak.
De desbetreffende alinea's worden tenslotte
met de stemmen van 28 afgevaardigden te
gen aangenomen waarna de geheel nleidim
tot het verkiezingsprogram wordi aanvaard.
Bü de verkiezingen voor de leden van het
Party bestuur worden gekozen de heeren Ir.
Albarda, Drees en jnr. Duys, mr. Van Eek
mevr. Groeneweg, de heer Vliegen en dr. Wi-
baut.
Tusschen de heeren Bergmeyer en Stokvis
moet herstemming plaats vinden.
Daarna werd de vergadering tot heden
verdaagd.
Memorie van Antwoord der regeering op de
aïgemeene beschouwingen
Verschenen is de Memorie van Antwoord
op de algempene beschouwingen der Eerste
Kamer over de Rijksbegrooting voor 1929.
Hieraan wordt het volgende ontleend:
Aïgemeene politieke toestand
Zooals reeds meermalen uit uitlatingen
van de Regeering is gebleken, acht ook zij
den huidigen politieken toestand onbevredi
gend wegens het ontbreken van een parle
mentair Kabinet. Omtrent de vraag, of de
aanstaande verkiezingen tot het optreden
van een zoodanig Kabinet zullen kunnen lei
den, meent zij zich van het uitspreken van
een oordeel te moeten onthouden.
Nederland en België
De algemeen geuite wensch, dat de ver
houding tusschen Nederland en België de
volle aandacht ook van de toekomstige Re-
geering zal mogen hebben, wordt door het
Kabinet gaarne gedeeld, evenals het oordeel
van de Kamer, dat hechte vriendschap tus
schen deze in vele opzichten, zoo verwante
nabuurstaten één der meest begeerenswaar-
dige goederen voor beide landen is. De Re
geering betreurt dan ook alles, wat die hech
te vriendschap in gevaar kan brengen, on
verschillig of „intra" dan wel „extra muros"
gezondigd wordt.
Van partigheid bij benoemingen is het
Kabinet zich niet bewust. Het zou trouwens
niet weten, naar welke zijde die partijdig
heid zou moeten uitvallen, daar het Kabinet
als zoodanig met geen der partijen verbon
den is.
De Regeering deelt het standpunt van de
leden, die optimistisch oordeelen over het
voortschrijden van de vredesgedachte. Ook
volgens haar opvatting komt er, zy het
langzaam, in dit opzicht een betere geest in
de wereld, zy acht het op haren weg te lig
gen de vredesgedachte, waar mogeiyk, te
bevorderen en met warmte steun te verleenen
aan alle pogingen, waarvan mag worden ver
wacht, dat zij kunnen lelden tot internatio
nale regelingen op het gebied van beperking
der bewapening. Doch zy acht het niet
mogelyk, over te gaan tot de door verschil
lenden begeerde eenzijdige nationale ontwa
pening, al ware het slechts, omdat een der
gelijke maatregel, in stede van voor ons
land het oorlogsgevaar te verminderen, dit
belangrijk zou vermeerderen. Het handhaven
van een bescheiden weermacht is geenszins
een teeken, dat de Regeering geen politiek
van vertrouwen ten aanzien van den volken
bond huldigt. Hare 'daden zijn met die poli
tiek in geen enkel opzicht In strijd en zij
moet dan ook het verwijt, dat deze daden
zouden worden beheerscht door de leer van
de achterdocht, de vrees en de bedreiging,
zich uitend in de voorbereiding ten oorlog,
met nadruk tegenspreken.
Het koloniaal beleid
De Regeering meent voorts, dat er geen
reden bestaat voor het verwijt, dat in het
koloniaal beleid weinig lijn valt te bespeuren.
Het standpunt der Regeering Is, dat de rich
ting, waarin de ontwikkeling der overzee-
sche gewesten en met name Ned.-Indië moet
worden geleid, bepaald wordt door de strek
king der jongste Grondwetsherziening. De
Regeering is van meening, dat de huidige
Indische constitutie voor de reeds vroeger
uitgestippelde ontwikkeling, in zeer voldoen
de mate den weg baant.
De Regeering verwerpt het denkbeeld van
een Staatscommissie ter voorlichting omtrent
de verhouding tusschen Indië en het Ko
ninkrijk en omtrent de inwendige structuur
van dat gebiedsdeel.
De financiën
Het is onjuist, dat eenzijdig op bepaalde
onderdeelen van de Staatszorg bezuinigd is,
over de geheele linie is dit geschied.
Met verwondering heeft de Regeering ge
zien, dat opnieuw geklaagd wordt over het
geven van te donker gekleurde voorstellin
gen van den financieelen toestand. In dit
verband wordt gewezen op de rede van den
minister van Financiën in de Tweede Kamer
op 14 November j.l.
De verlaging der Rijksinkomstenbelasting
was wel één der meest doeltreffende midde
len om de het geheele volk bedreigende be-
lastingvlucht tot stand te brengen en zoo
mogelyk ten deele weer ongedaan te maken.
De Regeering heeft reden te vermoeden, dat
die verlaging in dit opzicht reeds nuttig werk
heeft verricht. Het is door den minister reeds
meermalen opgemerkt, dat op den langen
duur niet straffeloos het belasting, il van
andere landen kan worden genegeerd. Overi
gens dient natuurlijk, om uit de inderdaad
zeer sterk gestegen opbrengst der belastingen
een verzwaring van belastingdruk af te lei
den, deze opbrengst te worden uitgedrukt in
verhouding tot het volksinkomen. Dat volks
inkomen nu is in de betrokken periode, ook
afgezien van bevolkingstoename en gewyzigd
indexcijfer, door verschillende oorzaken ge
stegen.
Ook de Regeering is van meening, dat
met de belangen der industrie terdege reke
ning dient te worden gehouden. Op de vraag,
hoe het staat met de voorbereiding van een
onderhandelingstarief, kan worden meege
deeld, dat korten tijd geleden het rapport
over de bekende interdepartementale com
missi e aan de Rgeering is aangeboden en dat
daarover thans bevoegde kringen worden ge
hoord.
Het communisme
De Regeering houdt zich zoo nauwkeurig
mogelyk op de hoogte van het communisme.
Zy erkent de verderfelijke strekking van de
praktijk van het communisme voor de maat
schappij, doch meent voorshands met de
thans bestaande wettelyke bepalingen vol
doende de rechten en vrijheden van het
volk te kunnen beschermen en de vernietiging
van welvaart te kunnen voorkomen.
De candidatenlijsten
De Regeering deelt verder med, dat zij
zich tot het Centraal Stembureau heeft ge
wend met de vraag, of in het bestaande
stelsel van evenredige vertegenwoordiging
meer invloed op de samenstelling van de
candidatenlijsten voor de verkiezingen zou
kunnen worden gegeven aan de individueele
kiezers. Dezer dagen heeft het Centraal
Sanapmn-
Let vooral op den naam Sanaplrin daar deze tabletten wettig
beschermd lijo tegen namaak co vcrvalschfng. Prils 25. S0 ca 75 ct
Stembureau hierop geantwoord, dat naar de
meening van zijn groote meerderheid een
wijziging als de bedoelde niet gewenscht is,
evenmin als het denkbeeld om voor de ver
kiezing van de raadsleden in de kleinste
gemeenten (die, welke beneden 3000 zielen
tellen) een stelsel in te voeren, waarbij den
kiezers de gelegenheid zou worden gegeven
de candidaten in volgorde van voorkeur te
nummeren, al dan niet met behoud van het
lijstenstelsel.
Het lidmaatschap voor geestelijken verboden.
In antwoord op de vraag van een aantal
bisschoppen, of zij al dan niet aan hun gees-
teiykheid verlof mogen geven, het lidmaat
schap te aanvaarden van Rotary-clubs, heeft,
naar men uit Rome aan de Msb. meldt, de
H. Congregatie van het Consistorie verklaard,
dat zulks verboden ie.
zoo is het niettemin gewenscht, dat een
deel der regeering de leiding van den oorlog
in engeren zin op zich neemt.
4. De leiding van den oorlog is vóór alles
een psychologisch rsrobleem dat door regee
ring en opperbevel in voortdurend overleg
en in nauwe samenwerking moet worden
opgelost.
5. Het parlementaire stelsel past in be
ginsel slecht in den oorlogstoestand. Het
bezit echter het groote voordeel, dat de
regeering door middel van de volksver
tegenwoordiging het contact met het volk
kan bewaren. Dit voordeel zal ziin betee-
kenis grootendeels verliezen, indien de
volksvertegenwoordiging in oorlogstyd niet
Het collegium van het Leidsche Studen
tencorps verzendt een circulaire van den
volgenden inhoud:
Zeer diep zyn de oud-leden en leden van
het Leidsche Studenten-Corps onder den
indruk van den grooten slag die Leiden en
daardoor hen allen getroffen heeft door den
brand van het Stadhuis op 12 Februari.
Aangezien omtrent de plannen tot bouw of
herbouw nog niets kan vaststaan, zal menig-
°n de gedachte uitspreken, dat het beter
e geweest met dezen oproep te wachten
aartegenover staat echter, dat, welke de
plannen ook mogen blijken te zijn en wat
ook gedaan moge worden door anderen, in
eik geval ons Corps met al zijne reünisten en
leden te zijner tijd moet klaarstaan met
De burgeriyke stand
De bureaux van den Burgerlijken Stand
en Bevolking te Leiden zijn van heden af
gevestigd in de bovenzalen der Sociëteit
„Amieitia" aan de Breestraat.
In verband met het toenemend gebrek aan
derde klasse rytuigen heeft de directie der
Ned. Spoorwegen besloten een. aantal sa
mengestelde rytuigen, d.w.z. rijtuigen waarin
tweede en derde klasse afdeelingen zijn, in
de spoorwegwerkplaatsen te doen verbouwen
tot geheele derde klasse rijtuigen. En om te
voorkomen dat daardoor een tekort aan twee
de klasse rijtuigen zou ontstaan zullen een
aantal samengestelde eerste en tweede klas
se rytuigen omgebouwd worden tot geheele
tweede klasse rytuigen.
Het resultaat van dezen maatregel komt
dus ten goede aan de derde klasse en gaat
ten koste van de eerste klasse-zitplaatsen,
waarvan blijkbaar in de laatste jaren een
teveel was.
BATAVIA, 16 Febr, Wij vernemen, dat het
Stoomschip Stentor van de Blue Funnell-liin
ter hoogte van Probolinggo een breakdown in
de machinekamer heft gekregen. Het schip
is niet in staat verder te varen en wordt door
het stoomschip Machaon van dezelfde maat
schappij naar het Oostgat gesleept. Vandaar
zal het door sleepbooten naar Soerabaja
wórden gebracht.
Aneta seint uit Soerabaja:
De „Ind. Crt." weet mede te deelen, dat
binnenkort de publicatie is te verwachten
van het rapport van den inspecteur van
Arbeid, den heer De Kat Angelino omtrent
diens in 1928 gehouden enquête naar de ar
beidstoestanden op de tabaksondernemingen
in de Vorstenlanden.
Het rapport spreekt liet oordeel uit dat
deze arbeidstoestanden zeer gunstig zy'n en
toont groote waardeering voor de medewer
king van de beheerders der bedoelde onder
nemingen aan het onderzoek. De geneeskun
dige verzorging wordt voortreffelyk genoemd.
Door de bevolking werden geen klachten geuit,
jterwyl de stemming in de dessa ten opzichte
[van de ondernemers zeer goed is.
j Het rapport oordeelt het houden van een
onderzoek naar de hygiënische omstandig
heden in de sorteerschuren uiterst noodza-
kelyk en wenscht zoo spoedig mogelijk een
medische enquête.
Blykens by het Departement van Defen
sie ingekomen telegrammen is Hr. Ms. tor-
pedobootjager „Kortenaer" den 14en Febru
ari te Port of Spain (Triniaad) aangeko
men ei*«. is Hr. Ms. „Hertog Hendrik" 15
Februari van Port Mahon vertrokken met
bestemming Napels.
Om alle misverstand te voorkomen, wordt
er de aandacht van belanghebbenden op
gevestigd, dat de dezer dagen getroffen
maatregel to uitsel van opkomst alleen be-
maatregel tot uitstel van opkomst op 18
en 25 Februari bestemde dienstplichtigen
van de landmacht.
Er is geen aanleiding gevonden, dezen
maatregel ook te doen gelden voor de dienst
plichtigen van de zeemacht, die op 26 of 27
Februari a.s. te Den Helder voor eerste oefe
ning moeten opkomen.
bruik maakt.
op voorachtige wijze van haar rechten ge- een blijvend bewijs van steun en medeleven
en dat juist nu, terwijl de ramp nog zoo
kort achter ons ligt en het Collegium zoo
veelvuldige verzoeken om een beroep als deze
van de zijde van oud-corpsleden ontving,
van dezen zoo vroegtijdigen oproep dubbel
succes mag worden verwacht.
Ook vanwege de burgerij en vanwege de
Universiteit in haar geheel zullen zeker wel
acties tot steun op touw worden gezet; toch
zou dit voor het Leidsche Studenten-Corps
geen beletsel zijn, reeds nu zijn oud-leden en
leden aan te sporen tot het geven van een
bijdrage.
Het Collegium koestert het vaste vertrou
wen, dat de grootte en het aantal der bij
dragen van dien aard zullen- zijn, dat zij het
mogelijk maken, de gevoelens van medeleven
en steun van oud-leden en leden van het
L. S. C. op waardige wijze te vertolken.
De Quaestor Collegii ziet gaarne zoo spoe
dig mogelyk bijdragen tegemoet (Gironum
mer No. 127628, Leiden).
Over een afstand van bijna 17.000 K.M.
Vrijdagmorgen 15 dezer, omstreeks 8 uur
Amsterdamschen tijd vond wederom een
proefuitzending plaats met den nieuwen
grooten kortegolfzender voor de telefoon
verbinding met Indië. Tegelijkertijd werkte
de Australische zender 2 M.C., welke op het
Rijksontvangstation te Meyendell zeer goed
werd ontvangen. Telefonisch werd toen aan
Bandoeng gevraagd, Sydney hiermede in
kennis te stellen en tot een kruisgesprek uit
te noodigen Door de "ortvarende bemid
deling van de collega's 'an den Indischen
gouvernementsdienst kwam vrijwel onmid
dellijk de rechtstreeksehe kruisverbinding
KootwijkSydney (afstand bijna 17.000
K.M.) tot stand. Het gesprek duurde gerui-
men tijd en was aan beide zijden zeer goed.
De golflengte van Sydney was 28.8 meter,
die van Kóotwijk 16.3 meter.
De hierboven genoemde groote zender is
het eerste gevolg van het vruchtbaar mon
deling overleg tusschen de Hollandsche en
Indische diensten, dat in Indië heeft plaats
gevonden.
Ook Indië heeft een zender van even groot
vermogen in keurig afgewerkten vorm ge
reed. Beide zenders zijn van het allergroot
ste type, dat in het wereldverkeer wordt ge
bruikt.
I
In een by eenkomst van de Vereeniging
ter beoefening van de Krijgswetenschap, te
houden Vrijdagavond 22 Februari te 's-Gra-
venhage, zal generaal-majoor P. J. v. Mun-
nekrede, lid van het Hoog Mil. Gerechtshof,
een voordracht houden over: de leiding van
den oorlog. Hij zal daarbij de volgende stel
lingen verdedigen
1. Bij de leiding van den oorlog moet
Zwarte Piet vrijgesproken
Voor het Kantongerecht te Schoonhoven
is Vrijdag op ongewone wyze vonnis gewezen
in de zaak van K. W, Rook, te Krimpen a.d
IJssel,»bijgenaamd Zwarte Piet, die bij een
St Nicolaasoptocht in December j.l. in die
plaats proces-verbaal had gekregen, omdat
hij ondanks het verbod van den burgemees
ter te Krimpen, om een St. Nicolaas-optocht
te houden, toch daaraan meegedaan had
Deze burgemeester is van meening, dat het
vieren van St. Nicolaasfeest in strijd is met
den bybel als Gods Woord, dat het vereeren
van heiligen een heidensch overblijfsel is
en derhalve door een Christelyke overheid
verboden moet worden,
Lie waarnemende kantonrechter, burge
meester van Schoonhoven, heeft zich aange
sloten bij den eisch tot vrijspraak van het
O. m en velde het volgende vonnis:
De verdachte alhier, bijgenaamd Zwarte Piet,
Die men potsierlijk gekleed aan 't rijden ziet,
Oog nog met zwart gezicht en zwarte handen,
Zooals men niet vindt in de Nederlanden,
Beschuldigd zoo toegetakeld te hebben ge
reden.
En zou art 12 daarmee hebben overtreden.
Ik overweeg nu dit vreemde geval,
't Is iets wat men niet vaak hooren zal.
Terwijl men meergenoemden Piet
Hier in ons land toch dikwyls ziet.
Hij toch, de knecht van goeden Sint,
Is haast met iedereen bevrind
Overweeg ik nu 't genoemd bezwaar,
Dunkt: zwart te zyn mij geen gevaar.
Zindelijkheid dient zeker geprezen,
Maar het is nog nimmer bewezen,
Dat zwart zyn vermomd wordt geheeten,
Aan schoorsteenvegers wordt dit nooit ver
weten.
Ook Piet moest zwart zijn voor zijn werk,
Dit maakt zyn standpunt zeker sterk.
Overweeg ik nu het tweede feit,
Potsierlyk gekleed zyn is het verwijt.
Hiervoor is moeilijk een maatstaf te geven
Bij al die modes van 't moderne leven.
Onkenbaar was hij zeker niet,
Want ieder kent toch Zwarte Piet!
Zwarte Piet op weg naar een kinderfeest,
De bedoeling daarvan is toch geweest
Den kinderen een prettigen dag te bezorgen,
Niet om kwaad te doen in het openbaar of
verborgen.
Overdenkende nu wat hier is gezegd,
Acht ik wat hem is ten laste gelegd
Niet wettig en overtuigend bewezen;
En daarom moet de slotsom wezen:
Zwart waren z'n handen en z'n gezicht erbij.
Maar niet z'n geweten; dus spreek ik hem
vrij.
Schrijvende over de plannen om te 's-Gra-
venhage een melkveiling te stichten, zegt de
overzichtschrijver van de „Melkveehouder":
„Nu wy toch onze "dacht bepaald heb
ben bij veilingsvra- iken, willen wij er
even op wyzen, dai o.i. ook het veilen van
de kaas wel eens onder de aandacht van
belanghebbenden gebracht mag worden.
De schade
De groote moeilijkheid voor een becijfe
ring van de financieele schade is de waar
deering van het stadhuis zelf. Volgt men de
bedragen, waarvoor het gebouw en de inven
taris verzekerd zijn, dan komt men aan een
bedrag van rond één millioen gulden.
In de vergadering van den gemeenteraad
van 9 Juli 1928 werd besloten voor de ver
bouwing van de raadzaal en voor andere
voorzieningen in het gebouw 91.500 ter be
schikking te stellen. Van dit bedrag is een
gedeelte besteed.
Van doorgaans goed ingelichte verzeke-
raarszyde schat men de schade aan gebou
wen en inventaris buiten het stadhuis op
ongeveer 350.000, waarmede de schade
„vorstelyk betaald" zou zyn.
Als gevolg van een en ander gelooft het
„Vad." niet ver van de waarheid te zyn,
als het de totale financieele schade, door de
ramp veroorzaakt, stelt op 1.400.000.
Nog een brandkast
Onder de puinhoopen lag nog de brand
kast van den dienst van gemeentewerken.
Hierin ligt, behalve verschillende beschei
den nog een geldwaarde en 1500. Zaterdag
is besloten ook den dienst der bouwpolitie
over te brengen naar het gebouw Amieitia
in de Breestraat. Het wordt op de plaats
van de ruïne zeer gevaarlijk. De tamelijk
sterke zon doet het ijs van den nog staanden
gevel ontdooien, waardoor telkens zware
stukkèn naar beneden ploffen. Vooral de
voorgevel die hoofdzakelyk uit zandsteen
bestaat, zal by dooi gevaar opleveren.
Op het verzoek van de afdeeling gemeen
tewerken om toezending van bestekken, tee-
keningen enz. is reeds een groot aantal stuk
ken ingekomen.
Te s-Gravenhage heeft zich onlangs een
geval van ontvoering van een minderjarig
kind voorgedaan. Op verzoek van de politie
is, ten einde het onderzoek niet te beiem
meren, van het gebeurde geen melding ge
maakt. Nu het kind echter weer is terugge
vonden, is er geen bezwaar meer om de
toedracht der zaak bekend te maken. De
Telegraaf verhaalt er het volgende van: Den
achtjarigen Frans B. W. was wegens het
slechte gedrag van zijn ouders door den
rechter als voogdes mevrouw S. toegewezen.
Dit stond den heer en mevrouw B. W. niet
aan en daarom zonnen zy op middelen om
het kind weer onder zich te krijgen. Op ze
keren dag zagen de ouders hun kind in een
rij schoolkinderen wandelen. Toen vatten zij
het plan op om van de gelegenheid gebruik
te maken en het kind te ontvoeren. Even
nadat de kinderen de school weer waren bin
nengegaan, stopte voor de deur een auto,
waarin de heer en mevrouw B. W. zaten.
Blijkbaar was de juffrouw niet op de hoog
te gesteld van de omstandigheden waaronder
Frans leefde. Ten minste toen mijnheer B.
W. zich in de gang bekend maakte ais een
oom van Frans en aan de juffrouw mede
deelde, dat de jongen even mee naar huis
moest komen, heeft de juffrouw geen be
zwaren gemaakt. Misschien heeft de heer B.
W. ook van 't lawaai dat onder de kinderen
als gebruikelyk bij 't binnenkomen heerscht,
gebruik gemaakt, om de juffrouw met zyn
verzoek te verrassen. In ieder geval ging
Frans mee en werd hy naar eey onbekend,
oord geleid. Groote ontsteltenis maakte zich
van mevrouw S. meester toen het kind na.
schooltijd op zich liet wachten. Er volgde
aangifte bij de politie en natuuriyk viel de
verdenking terstond op de ouders. Het huis
van de familie B. W. werd door de recherche
echter onbewoond gevonden. Eenige dagen
later ontmoetten de rechercheurs, die de
zaak in handen hadden den heer en mevr.
B. W. op straat. Zij werden direct naar het
politiebureau gebracht waar zy aan een
streng verhoor werden onderworpen. De ou
ders weigerden echter de schuilplaats van
Frans bekend te maken. Daarom werden zy
afzonderlijk in een cel gesloten. Toen de gy-
zelmg enkele dagen had geduurd, kreeg me
vrouw er blijkbaar genoeg van en viel zy
door de mand. Frans werd inderdaad op
het aangegeven adres nl. by kennissen te
Kijkduin gevonden. De jongen werd natuur
lijk aan zijn pleegmoeder teruggegeven, ter
wijl tegen de ouders proces-verbaal werd
opgemaakt.
Zaterdag werd, naar het „U. D." meldt, te
Duiven in een kelder van het perceel, be
woond door een gezin en den 84-jarigen
D. B. het geheel verkoolde lyk gevonden
van den ouden man. De huisgenooten, die
deze lugubere vondst deden, herkenden den
84-jarigen D. B. die, alhoewel hy in de wo
ning een eigen slaapkamertje had, door de
koude wellicht zijn toevlucht gezocht had in
den kelder en daar een vuurtje heeft ge.
stookt. Door een nog onopgehelderde oor
zaak moet de man in het vuur gevallen zyn
en zoo den dood hebben gevonden.
aan de politiek het primaat ten opzichte Thans komen hiervan wekelijks groote hoe-
van de oorlogvoering worden toegekend. veelheden aan de markt, welke gemakkelijk
2. Waar „politiek en oorlogvoering" niet geveild
in één hand zijn vereenigd, zyn conflicten
tusschen regeerig en opperbevel niet te
vermyden als gevolg van de onmogelijkneici
om de verhouding van de regeering tot het
opperbevel scherp te regelen.
3. In een modernen uorlog hebben alle
zouden kunnen worden. Bovendien
is de kwaliteit van een partij kaas voor een
deskundige gemakkelijker vast te stellen dan
van de groente en zou een veiling van dit
artikel een groenteveiling het meest nabij
komen. Evenals dit bij de groente het geval
is, kunnen de koopers zich vooraf voldoende
van de kwaliteit overtuigen, zoodat wij het
departementen van algemeen bestuur een be- nje(. onmogelijk achten, dat ook eenmaal de
langryke taak te vervullen. Ofschoon dit ^aas over <Je veiling zal worden verkocht
ervoor pleit om de leiding van den oorlog in uet is alleen maar de vraag, wie deze zaak
handen te leggen van de geheele regeering, eens ter hand zal nemen."
Schets uit Oud-Weenen door M. Lucca
Haastig, met korte vlugge dribbelpasjes,
spoedde de kleine dikke, zeer opgewonden
dame over het plein.
De volants van haar pauw-blauw-zijden
japon waren reeds afgetraptde groote
fuweelen hoed met viooltjes begon beden-
kelyk over het linkeroor te zakken... maar
wat kon het haar eigenlyk schelen... wat
zou zy er zich voor geneeren, zijde
groote geestde dichteres Heimine von
Chezi!Dat stond heelemaal niet bespot-
telyk voor haar!
Zij spande haar krachten insnoof
en hijgde naar ademom het oude
Karntnertor Theater" te bereiken
Vandaag, 21 Februari 1821, gnig immers
de première der opera „Euryanthe" door
Carl Maria von Weber, die toen reeds be
roemd was, ondanks zyn jeugd, gecompo
neerd volgens den tekst van mevrouw
Chezi.
Eindeiyk had zij het theater bereikt
Maar nu kwam mevrouw von Chezi tot de
ontdekking, dat zy door haar slordigheid
het entreebiljet verloren had
„Och, laat me toch asjeblief binnen!"
smeekte zy met afgebroken piepende stem
tot den portier, die er imposant uitzag in
zyn met goud gegalonneerd pak. „Laat me
toch binnen, ik ben immers de schryfster
van den operatekst!"
,Ja, ja, ja, dat kan iedereen wel zeggen,
die er gratis ln wil!" bromde de portier.
Onverwachts kwam nu echter hulp op
dagen. Juist kwam Ludwig von Beethoven
den hoek omgerend; hij was even slordig
gekleed als de dichteres.
„Ach, wat een verrassing! Mevrouw von
Chezi!Watmoogt u niet binnen?
Kom u maar met my in myn loge. Ik heb
er een gereserveerd, wat anders myn ge
woonte niet is. Maar ik moet toch eens
gaan hooren of die kleine Weber mij ook
overtreffen kan!"
Vlug, met trotsche passen gingen zy
beiden den verbluften portier voorbij. Zoo
ver zyn hinderlijke doofheid het toeliet,
luisterde Ludwig von Beethoven in zijn
loge, met aandacht naar de ouverture.
„Zeer knap werk! Hij kan het, dat kleine
Webertje! Maar ik hoef toch geen con
currentie te vreezen," sprak Beethoven
meer tot zichzei/en, dan tot mevrouw Chezi.
Het kleine, dikke mevrouwtje vatte echter
moed, toen zy deze woorden hoorde, want
zij had altijd te kampen met den dringen
den nood. Dat had zy zeker overgeërfd
van haar beroemde grootmoeder, mevrouw
Kasschin die ook altijd in nood verkeerde.
Mevrouw von Chezi vatte dus moed en
schoof wat dichter naar Beethoven toe.
„Ach, mijn liefste, beste meester; als u
dan myn tekst van „Euryanthe" zoo goed
bevalt, dan mag ik misschien ook wel eens
Pnrol bij Ruwe en Springende Handen. Dons 30 ct.
i voor u een tekst schryven!"
Beethoven trok zich direct terug en werd
ploseling koel en ongenaakbaar. „O, neen,
neen, dank je! Ik heb al een tekst liggen
Melusine heet het. De jonge hofbeambte
en dichter Grillparzer heeft hem voor me
geschreven, maar ik weet waarlijk niet wat
ik er mee beginnen moet. Want de „Melusi
ne" begint met een hoornkwartet, begrypt
u. En nu komt Weber hier met een hoorn-
kwartet in zijn Freischütz! Dan kan ik,
Ludwis von Beethoven, toch onmogelyk
ook met een hoornkwartet voor den dag
komen! Ik zou minstens acht hoornen
moeten nemen en dat gaat toch niet!" Hier
werd Beethoven in zyn driftige uiteenzet
tingen onderbrokenzachtjes werd de
deur der loge geopend en Aartshertog Jo-
han, die ook de premiere bywoonde, trad
binnen.
„Goeien dag beste Beethoven; ik zag u
juist de keizerlijke loge en ik kom u
even uitnoodigen voor Zondagmiddag! Ik
was gisteren op jacht en had een zestien
ender geschoten. We hebben dus fyn herte
bout. Ik reken er op, dat u komt!"
Beethoven neeg ten teeken van dank.
„Ah! Daar hebben we ook mevrouw je
von Chezi. Goeien avond Madame!"
lachte de aartshertog. „Zoo bevalt u me
duizendmaal beter, dan in het voorjaar met
die gekke maskerade in Gmünden."
De Aartshertog zinspeelde hier op een
koddig avontuurtje, dat hy in het voorjaar
met mevrouw von Chezi in Gmünden gehad
had.
De dichteres logeerde in Salzkammergut
by de rijke bankiersvrouw, mevrouw van
Geymüller. Op zekeren dag hoorde mevrouw
von Chezi, dat Aartshertog Johan in Gmün
den aangekomen was en van plan was den
Traunstein te bestijgen. Spoedig had zy
haar besluit gemaakt.
Zij verkleedde zich als Godin der Vryheid
en begon, ofschoon de asthma haar reeds
erg hinderde, een flmk stuk van den Traun
stein te beklimmen. Toen nu de aartshertog
bergaf kwam, trad zij hem plotseling in den
weg en declameerde een fulminant gedicht
over de emancipatie der vrouwen.
De aartshertog begon luidkeels te lachen,
duwde mevrouw von Chezi uit den weg en
riep schaterend: „Loop heen met je vrou
wenemancipatie! Laat ze maar goed leeren
koken en kousen stoppen, dan krygen ze
een man en dat is het beste voor alle
vrouwen!"
De opera had grooten byval gevonden,
de componist had een dtiverend applaus
in ontvangst te nemen en zelfs mevrouw
von Chezi werd warm toegejuicht en telkens
op het tooneel teruggeroepen, waar zij dan
kend boog met haar wapperende sjaal en
scheef getrokken hoed
Na het einde begeleidde de componist
Weber de schryfster naar haar woning waar
een coupieus souper wachtte....
Dit souper was door Caroline Fichter naar
de Weensche schrijfster gezonden, want
Caronile, die een uitstekende kok was,
kende de geringe kookkunst van mevrouw
von Chezi.
Zoo eindigde deze avond naar aller ge
noegen.
s
s,
I