Binnenlandsch Nieuws Gemengd Nieuws VOOR LE HUISKAMER I Sr Pi ^.rtabletten bij Griep en influenza landbouw en visscherij m TWEEDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT MAANDAG 18 FEBRUARI 1929 BLADZIJDE 3 Congres der S.D.A.P. te Nijmegen De Rijksbegrooting voor 1929 in de Eerste Kamer Jp%MIJ^HARDT'S De Rotary-clubs Na den Stadhuisbrand te Leiden De derde klasse rijtuigen der Ned. Spoorwegen UIT ONZE OOST Averij De arbeidstoestanden op de tabaksondernemingen in de Vorstenlanden LEGER EN VLOOT De „Kortenaer" en de „Hertog Hendrik" De opkomst der zeemiliciens RADIO-NIEUWS Een kruisgesprek Kootwijk—Sydney De leiding van den oorlog RECHTSZAKEN Een humoristisch vonnis Kaasveilingen Hoe Fransje ontvoerd werd Een verkoold lijk gevonden Euryanthe De S.D.A.P. houdt thans te Nijmegen haar 34ste congres. Zaterdagmiddag werd het in de groote zaal van „De Vereeniging" aldaar geopend door den voorzitter, den heer J. Oudegeest, die in zijn openingsrede de overleden leden der partij herdacht, in het bijzonder den heer Werkhoven, den partij-secretaris. De vergadering hoorde deze herdenkings woorden staande aan. Vervolgens ging spr. den toestand der partij na, dien hij gezond noemde. In het laatste jaar groeide zij met 81150 leden; zij telde er op 1 Januari 1929 54.319. Het totaal aantal afdeelingen bedraagt 620. Spr. beval de stichting van een arbeiders- hoogeschool in aller aandacht aan; van de Centrale arbeiders-deposito- en verzekerings bank te den Haag werd reeds een gift van f 100.000 ontvangen. De vraag beantwoordend hoe men zich het verloop denkt der komende periode, durf de spr. te verwachten, dat de verkiezings uitslag een winst geven zal van 10.000 stem men en met deze eenige mandaten meer. Geen der andere partijen voelt zich zoo lekker als onze partij, aldus spr., naar de kranten te oordeelen, zit er bij die partijen iets zuurs en vreesachtigs. Vooral de kerkelijke partijen, die voor een deei haar leiders verloren hebben en het niet eens kunnen worden over den grondslag voor de verkiezingen, gaan den verkiezingstrijd in op een wijze, waarin élan reeds georoken is. In de Katholieke Staatspartij, aldus spr., vertoont zich een afbrokkeling; wij zullen met die omstandigheid rekening houden. Sinds het niet meer mogelijk is om de politieke en economische belangen te vatten onder den bisschopsmijter en sinds men zich niet meer volkomen achter de kerke lijke leuzen kan verbergen, is het hommeles in de Katholieke Staatspartij. Daarom zul len wij profiteeren van de verdeeldheid. De grootste zorg echter is, dat wij een aantal goede propagandisten en goede schrijvers te kort zullen komen. Want bij gebrek aan zulke krachten zal er niet te verdienen zyn, wat er te verdienen is. Nadat de heer de la Bella het woord had gevoerd namens het N.V.V., werd de 70- jarige heer P. van der Goes verwelkomd. Vervolgens sprak de heer W. H. Vliegen, die het woord voerde in plaats van den heer Albarda, die door ziekte verhinderd was de vergadering bij te wonen. Spr. behandelde het verkiezingsprogram en wierp een blik op de heerschende toe standen met welke een politieke partij heeft rekening te houden. De S.D.A.P. moet trachten te verkrijgen, dat hervorming op het sociale en onderwijs gebied wordt verkregen; dat ontwapening wordt verkregen en dat de weg naar sociali satie wordt geëffend. Den huidigen toestand onder het oog zien de, wees spr. er op, dat Nederland het eenige land in Europa is, dat een extra parlementair kabinet heeft. De landen, zelfs die een dictatuur hebben, beschikken over een parlementair kabinet, doch in ons land kan men dit niet klaarspelen. Spr. noemde den valschen grondslag van de partijvorming in ons land de oorzaak van een «tra-parlementair kabinet. Spr. deed daarop een feilen aanval op de R.K. Staats partij. De hoofdtaak die de S. D. A. P. in ons land heeft te vervullen is allen, die onder het kapitalisme vandaan willen, bij elkander te brengen. Hoe moet de toekomst zijn? Ofschoon niet weneschelijk, zal het wellicht weer op een exaa-pariementair kabinet uitloopen; doen de S. D. A. P. heeft te waken, dat het zoover niet komt. Zij mag zulk een verantwoorde lijkheid niet op zich nemen. Spr. noemde het dwaasheid de praatjes te gelooven, dat de o. jj. A. P. de Katholieke partij zou ontzien. Integendeel, al het mogelijke zal worden gedaan eens flink onder haar duiven te schieten. Tenslotte behandelde spr. nog de Buiten- landsche en Indische politiek, waarna de vergadering verdaagd werd. De vergadering op dezen eersten dag was slechts matig be zocht. Zondag. In de vergadering van Zondag werden des morgens behandeld de jaarverslagen, waar bij verschillende opmerkingen over de redac tie van het Volk, over het beleid van het P. B. en over de candidaatstelling van Par tijsecretaris-penningmeester werden gemaakt en beantwoord. In de middagzitting is de coalitie-kwestie weer aan de orde. De heer Prank van der Goes (Laren) zet zijn bezwaren uiteen tegen de den vorigen dag door den heer Vliegen gehouden rede. Spreker is het niet eens met, de opvatting van dezen als zou dit kabinet niet op een meerderheid berusten. De oude, clericale meer derheid bestaat niet meer; de oude burger lijke meerderheid is echter in anderen vorm gebleven. De heer Vliegen heeft» gewezen op den achteruitgang van het stemmencijfer der kerkelijke partijen. Wil de S. D. A. P. de katholieke arbeiders trekken, dan zal dit haar niet lukken door met de reactionnaire leiders der R.K. Staatspartij in een ministe rie te gaan zitten, maar ze zal dit doel veel eer bereiken door de katholieke arbeiders er van te overtuigen, dat ze zich van deze lei ders los moeten maken, desnoods een katho lieke arbeidersparty moeten gaan stichten Versper, zoo roept spreker uit, den wag naar het verderfelijke ministerialisme. (Luid ap plaus). De voorzitter deelt mee, dat tot secretaris der S. D. A. P. is gekozen de heer C. Wou denberg en tot leden van het dageiyksch bestuur de heeren Boekman, Kleerekoper en Matthysen. Verschillende sprekers voerden hierna nog het woord over de eventueele samenwerking met de burgerlijke partijen en met name met de R.K. Staatsparty. Zondagavond beantwoordde de heer Vlie gen het debat betreffende de inleiding op het verkiezingsprogramma, speciaal de be steding van de verklaring van de bereid heid tot samenwerking met burgeriyke par tyen. Spreker bestrydt voornamelyk de door de heeren Van der Goes, Franke en Van der Kieft aangevoerde argumenten. De soc.- dem. moeten hun bereidheid tot samenwer king met democratische elementen niet in trekken. Zy zouden daardoor de Katholieke Partij uit een positie halen, die van jaar tot jaar lastiger wordt. De S. D. A. P. moet den katholieken arbeiders een politiek pers-' peet ie f openen, zoodat dezen een bewuste arbeiderspolitiek gaan volgen. Of zij dat gaan doen in of buiten de Katholieke Staatspar tij is hun zaak. De desbetreffende alinea's worden tenslotte met de stemmen van 28 afgevaardigden te gen aangenomen waarna de geheel nleidim tot het verkiezingsprogram wordi aanvaard. Bü de verkiezingen voor de leden van het Party bestuur worden gekozen de heeren Ir. Albarda, Drees en jnr. Duys, mr. Van Eek mevr. Groeneweg, de heer Vliegen en dr. Wi- baut. Tusschen de heeren Bergmeyer en Stokvis moet herstemming plaats vinden. Daarna werd de vergadering tot heden verdaagd. Memorie van Antwoord der regeering op de aïgemeene beschouwingen Verschenen is de Memorie van Antwoord op de algempene beschouwingen der Eerste Kamer over de Rijksbegrooting voor 1929. Hieraan wordt het volgende ontleend: Aïgemeene politieke toestand Zooals reeds meermalen uit uitlatingen van de Regeering is gebleken, acht ook zij den huidigen politieken toestand onbevredi gend wegens het ontbreken van een parle mentair Kabinet. Omtrent de vraag, of de aanstaande verkiezingen tot het optreden van een zoodanig Kabinet zullen kunnen lei den, meent zij zich van het uitspreken van een oordeel te moeten onthouden. Nederland en België De algemeen geuite wensch, dat de ver houding tusschen Nederland en België de volle aandacht ook van de toekomstige Re- geering zal mogen hebben, wordt door het Kabinet gaarne gedeeld, evenals het oordeel van de Kamer, dat hechte vriendschap tus schen deze in vele opzichten, zoo verwante nabuurstaten één der meest begeerenswaar- dige goederen voor beide landen is. De Re geering betreurt dan ook alles, wat die hech te vriendschap in gevaar kan brengen, on verschillig of „intra" dan wel „extra muros" gezondigd wordt. Van partigheid bij benoemingen is het Kabinet zich niet bewust. Het zou trouwens niet weten, naar welke zijde die partijdig heid zou moeten uitvallen, daar het Kabinet als zoodanig met geen der partijen verbon den is. De Regeering deelt het standpunt van de leden, die optimistisch oordeelen over het voortschrijden van de vredesgedachte. Ook volgens haar opvatting komt er, zy het langzaam, in dit opzicht een betere geest in de wereld, zy acht het op haren weg te lig gen de vredesgedachte, waar mogeiyk, te bevorderen en met warmte steun te verleenen aan alle pogingen, waarvan mag worden ver wacht, dat zij kunnen lelden tot internatio nale regelingen op het gebied van beperking der bewapening. Doch zy acht het niet mogelyk, over te gaan tot de door verschil lenden begeerde eenzijdige nationale ontwa pening, al ware het slechts, omdat een der gelijke maatregel, in stede van voor ons land het oorlogsgevaar te verminderen, dit belangrijk zou vermeerderen. Het handhaven van een bescheiden weermacht is geenszins een teeken, dat de Regeering geen politiek van vertrouwen ten aanzien van den volken bond huldigt. Hare 'daden zijn met die poli tiek in geen enkel opzicht In strijd en zij moet dan ook het verwijt, dat deze daden zouden worden beheerscht door de leer van de achterdocht, de vrees en de bedreiging, zich uitend in de voorbereiding ten oorlog, met nadruk tegenspreken. Het koloniaal beleid De Regeering meent voorts, dat er geen reden bestaat voor het verwijt, dat in het koloniaal beleid weinig lijn valt te bespeuren. Het standpunt der Regeering Is, dat de rich ting, waarin de ontwikkeling der overzee- sche gewesten en met name Ned.-Indië moet worden geleid, bepaald wordt door de strek king der jongste Grondwetsherziening. De Regeering is van meening, dat de huidige Indische constitutie voor de reeds vroeger uitgestippelde ontwikkeling, in zeer voldoen de mate den weg baant. De Regeering verwerpt het denkbeeld van een Staatscommissie ter voorlichting omtrent de verhouding tusschen Indië en het Ko ninkrijk en omtrent de inwendige structuur van dat gebiedsdeel. De financiën Het is onjuist, dat eenzijdig op bepaalde onderdeelen van de Staatszorg bezuinigd is, over de geheele linie is dit geschied. Met verwondering heeft de Regeering ge zien, dat opnieuw geklaagd wordt over het geven van te donker gekleurde voorstellin gen van den financieelen toestand. In dit verband wordt gewezen op de rede van den minister van Financiën in de Tweede Kamer op 14 November j.l. De verlaging der Rijksinkomstenbelasting was wel één der meest doeltreffende midde len om de het geheele volk bedreigende be- lastingvlucht tot stand te brengen en zoo mogelyk ten deele weer ongedaan te maken. De Regeering heeft reden te vermoeden, dat die verlaging in dit opzicht reeds nuttig werk heeft verricht. Het is door den minister reeds meermalen opgemerkt, dat op den langen duur niet straffeloos het belasting, il van andere landen kan worden genegeerd. Overi gens dient natuurlijk, om uit de inderdaad zeer sterk gestegen opbrengst der belastingen een verzwaring van belastingdruk af te lei den, deze opbrengst te worden uitgedrukt in verhouding tot het volksinkomen. Dat volks inkomen nu is in de betrokken periode, ook afgezien van bevolkingstoename en gewyzigd indexcijfer, door verschillende oorzaken ge stegen. Ook de Regeering is van meening, dat met de belangen der industrie terdege reke ning dient te worden gehouden. Op de vraag, hoe het staat met de voorbereiding van een onderhandelingstarief, kan worden meege deeld, dat korten tijd geleden het rapport over de bekende interdepartementale com missi e aan de Rgeering is aangeboden en dat daarover thans bevoegde kringen worden ge hoord. Het communisme De Regeering houdt zich zoo nauwkeurig mogelyk op de hoogte van het communisme. Zy erkent de verderfelijke strekking van de praktijk van het communisme voor de maat schappij, doch meent voorshands met de thans bestaande wettelyke bepalingen vol doende de rechten en vrijheden van het volk te kunnen beschermen en de vernietiging van welvaart te kunnen voorkomen. De candidatenlijsten De Regeering deelt verder med, dat zij zich tot het Centraal Stembureau heeft ge wend met de vraag, of in het bestaande stelsel van evenredige vertegenwoordiging meer invloed op de samenstelling van de candidatenlijsten voor de verkiezingen zou kunnen worden gegeven aan de individueele kiezers. Dezer dagen heeft het Centraal Sanapmn- Let vooral op den naam Sanaplrin daar deze tabletten wettig beschermd lijo tegen namaak co vcrvalschfng. Prils 25. S0 ca 75 ct Stembureau hierop geantwoord, dat naar de meening van zijn groote meerderheid een wijziging als de bedoelde niet gewenscht is, evenmin als het denkbeeld om voor de ver kiezing van de raadsleden in de kleinste gemeenten (die, welke beneden 3000 zielen tellen) een stelsel in te voeren, waarbij den kiezers de gelegenheid zou worden gegeven de candidaten in volgorde van voorkeur te nummeren, al dan niet met behoud van het lijstenstelsel. Het lidmaatschap voor geestelijken verboden. In antwoord op de vraag van een aantal bisschoppen, of zij al dan niet aan hun gees- teiykheid verlof mogen geven, het lidmaat schap te aanvaarden van Rotary-clubs, heeft, naar men uit Rome aan de Msb. meldt, de H. Congregatie van het Consistorie verklaard, dat zulks verboden ie. zoo is het niettemin gewenscht, dat een deel der regeering de leiding van den oorlog in engeren zin op zich neemt. 4. De leiding van den oorlog is vóór alles een psychologisch rsrobleem dat door regee ring en opperbevel in voortdurend overleg en in nauwe samenwerking moet worden opgelost. 5. Het parlementaire stelsel past in be ginsel slecht in den oorlogstoestand. Het bezit echter het groote voordeel, dat de regeering door middel van de volksver tegenwoordiging het contact met het volk kan bewaren. Dit voordeel zal ziin betee- kenis grootendeels verliezen, indien de volksvertegenwoordiging in oorlogstyd niet Het collegium van het Leidsche Studen tencorps verzendt een circulaire van den volgenden inhoud: Zeer diep zyn de oud-leden en leden van het Leidsche Studenten-Corps onder den indruk van den grooten slag die Leiden en daardoor hen allen getroffen heeft door den brand van het Stadhuis op 12 Februari. Aangezien omtrent de plannen tot bouw of herbouw nog niets kan vaststaan, zal menig- °n de gedachte uitspreken, dat het beter e geweest met dezen oproep te wachten aartegenover staat echter, dat, welke de plannen ook mogen blijken te zijn en wat ook gedaan moge worden door anderen, in eik geval ons Corps met al zijne reünisten en leden te zijner tijd moet klaarstaan met De burgeriyke stand De bureaux van den Burgerlijken Stand en Bevolking te Leiden zijn van heden af gevestigd in de bovenzalen der Sociëteit „Amieitia" aan de Breestraat. In verband met het toenemend gebrek aan derde klasse rytuigen heeft de directie der Ned. Spoorwegen besloten een. aantal sa mengestelde rytuigen, d.w.z. rijtuigen waarin tweede en derde klasse afdeelingen zijn, in de spoorwegwerkplaatsen te doen verbouwen tot geheele derde klasse rijtuigen. En om te voorkomen dat daardoor een tekort aan twee de klasse rijtuigen zou ontstaan zullen een aantal samengestelde eerste en tweede klas se rytuigen omgebouwd worden tot geheele tweede klasse rytuigen. Het resultaat van dezen maatregel komt dus ten goede aan de derde klasse en gaat ten koste van de eerste klasse-zitplaatsen, waarvan blijkbaar in de laatste jaren een teveel was. BATAVIA, 16 Febr, Wij vernemen, dat het Stoomschip Stentor van de Blue Funnell-liin ter hoogte van Probolinggo een breakdown in de machinekamer heft gekregen. Het schip is niet in staat verder te varen en wordt door het stoomschip Machaon van dezelfde maat schappij naar het Oostgat gesleept. Vandaar zal het door sleepbooten naar Soerabaja wórden gebracht. Aneta seint uit Soerabaja: De „Ind. Crt." weet mede te deelen, dat binnenkort de publicatie is te verwachten van het rapport van den inspecteur van Arbeid, den heer De Kat Angelino omtrent diens in 1928 gehouden enquête naar de ar beidstoestanden op de tabaksondernemingen in de Vorstenlanden. Het rapport spreekt liet oordeel uit dat deze arbeidstoestanden zeer gunstig zy'n en toont groote waardeering voor de medewer king van de beheerders der bedoelde onder nemingen aan het onderzoek. De geneeskun dige verzorging wordt voortreffelyk genoemd. Door de bevolking werden geen klachten geuit, jterwyl de stemming in de dessa ten opzichte [van de ondernemers zeer goed is. j Het rapport oordeelt het houden van een onderzoek naar de hygiënische omstandig heden in de sorteerschuren uiterst noodza- kelyk en wenscht zoo spoedig mogelijk een medische enquête. Blykens by het Departement van Defen sie ingekomen telegrammen is Hr. Ms. tor- pedobootjager „Kortenaer" den 14en Febru ari te Port of Spain (Triniaad) aangeko men ei*«. is Hr. Ms. „Hertog Hendrik" 15 Februari van Port Mahon vertrokken met bestemming Napels. Om alle misverstand te voorkomen, wordt er de aandacht van belanghebbenden op gevestigd, dat de dezer dagen getroffen maatregel to uitsel van opkomst alleen be- maatregel tot uitstel van opkomst op 18 en 25 Februari bestemde dienstplichtigen van de landmacht. Er is geen aanleiding gevonden, dezen maatregel ook te doen gelden voor de dienst plichtigen van de zeemacht, die op 26 of 27 Februari a.s. te Den Helder voor eerste oefe ning moeten opkomen. bruik maakt. op voorachtige wijze van haar rechten ge- een blijvend bewijs van steun en medeleven en dat juist nu, terwijl de ramp nog zoo kort achter ons ligt en het Collegium zoo veelvuldige verzoeken om een beroep als deze van de zijde van oud-corpsleden ontving, van dezen zoo vroegtijdigen oproep dubbel succes mag worden verwacht. Ook vanwege de burgerij en vanwege de Universiteit in haar geheel zullen zeker wel acties tot steun op touw worden gezet; toch zou dit voor het Leidsche Studenten-Corps geen beletsel zijn, reeds nu zijn oud-leden en leden aan te sporen tot het geven van een bijdrage. Het Collegium koestert het vaste vertrou wen, dat de grootte en het aantal der bij dragen van dien aard zullen- zijn, dat zij het mogelijk maken, de gevoelens van medeleven en steun van oud-leden en leden van het L. S. C. op waardige wijze te vertolken. De Quaestor Collegii ziet gaarne zoo spoe dig mogelyk bijdragen tegemoet (Gironum mer No. 127628, Leiden). Over een afstand van bijna 17.000 K.M. Vrijdagmorgen 15 dezer, omstreeks 8 uur Amsterdamschen tijd vond wederom een proefuitzending plaats met den nieuwen grooten kortegolfzender voor de telefoon verbinding met Indië. Tegelijkertijd werkte de Australische zender 2 M.C., welke op het Rijksontvangstation te Meyendell zeer goed werd ontvangen. Telefonisch werd toen aan Bandoeng gevraagd, Sydney hiermede in kennis te stellen en tot een kruisgesprek uit te noodigen Door de "ortvarende bemid deling van de collega's 'an den Indischen gouvernementsdienst kwam vrijwel onmid dellijk de rechtstreeksehe kruisverbinding KootwijkSydney (afstand bijna 17.000 K.M.) tot stand. Het gesprek duurde gerui- men tijd en was aan beide zijden zeer goed. De golflengte van Sydney was 28.8 meter, die van Kóotwijk 16.3 meter. De hierboven genoemde groote zender is het eerste gevolg van het vruchtbaar mon deling overleg tusschen de Hollandsche en Indische diensten, dat in Indië heeft plaats gevonden. Ook Indië heeft een zender van even groot vermogen in keurig afgewerkten vorm ge reed. Beide zenders zijn van het allergroot ste type, dat in het wereldverkeer wordt ge bruikt. I In een by eenkomst van de Vereeniging ter beoefening van de Krijgswetenschap, te houden Vrijdagavond 22 Februari te 's-Gra- venhage, zal generaal-majoor P. J. v. Mun- nekrede, lid van het Hoog Mil. Gerechtshof, een voordracht houden over: de leiding van den oorlog. Hij zal daarbij de volgende stel lingen verdedigen 1. Bij de leiding van den oorlog moet Zwarte Piet vrijgesproken Voor het Kantongerecht te Schoonhoven is Vrijdag op ongewone wyze vonnis gewezen in de zaak van K. W, Rook, te Krimpen a.d IJssel,»bijgenaamd Zwarte Piet, die bij een St Nicolaasoptocht in December j.l. in die plaats proces-verbaal had gekregen, omdat hij ondanks het verbod van den burgemees ter te Krimpen, om een St. Nicolaas-optocht te houden, toch daaraan meegedaan had Deze burgemeester is van meening, dat het vieren van St. Nicolaasfeest in strijd is met den bybel als Gods Woord, dat het vereeren van heiligen een heidensch overblijfsel is en derhalve door een Christelyke overheid verboden moet worden, Lie waarnemende kantonrechter, burge meester van Schoonhoven, heeft zich aange sloten bij den eisch tot vrijspraak van het O. m en velde het volgende vonnis: De verdachte alhier, bijgenaamd Zwarte Piet, Die men potsierlijk gekleed aan 't rijden ziet, Oog nog met zwart gezicht en zwarte handen, Zooals men niet vindt in de Nederlanden, Beschuldigd zoo toegetakeld te hebben ge reden. En zou art 12 daarmee hebben overtreden. Ik overweeg nu dit vreemde geval, 't Is iets wat men niet vaak hooren zal. Terwijl men meergenoemden Piet Hier in ons land toch dikwyls ziet. Hij toch, de knecht van goeden Sint, Is haast met iedereen bevrind Overweeg ik nu 't genoemd bezwaar, Dunkt: zwart te zyn mij geen gevaar. Zindelijkheid dient zeker geprezen, Maar het is nog nimmer bewezen, Dat zwart zyn vermomd wordt geheeten, Aan schoorsteenvegers wordt dit nooit ver weten. Ook Piet moest zwart zijn voor zijn werk, Dit maakt zyn standpunt zeker sterk. Overweeg ik nu het tweede feit, Potsierlyk gekleed zyn is het verwijt. Hiervoor is moeilijk een maatstaf te geven Bij al die modes van 't moderne leven. Onkenbaar was hij zeker niet, Want ieder kent toch Zwarte Piet! Zwarte Piet op weg naar een kinderfeest, De bedoeling daarvan is toch geweest Den kinderen een prettigen dag te bezorgen, Niet om kwaad te doen in het openbaar of verborgen. Overdenkende nu wat hier is gezegd, Acht ik wat hem is ten laste gelegd Niet wettig en overtuigend bewezen; En daarom moet de slotsom wezen: Zwart waren z'n handen en z'n gezicht erbij. Maar niet z'n geweten; dus spreek ik hem vrij. Schrijvende over de plannen om te 's-Gra- venhage een melkveiling te stichten, zegt de overzichtschrijver van de „Melkveehouder": „Nu wy toch onze "dacht bepaald heb ben bij veilingsvra- iken, willen wij er even op wyzen, dai o.i. ook het veilen van de kaas wel eens onder de aandacht van belanghebbenden gebracht mag worden. De schade De groote moeilijkheid voor een becijfe ring van de financieele schade is de waar deering van het stadhuis zelf. Volgt men de bedragen, waarvoor het gebouw en de inven taris verzekerd zijn, dan komt men aan een bedrag van rond één millioen gulden. In de vergadering van den gemeenteraad van 9 Juli 1928 werd besloten voor de ver bouwing van de raadzaal en voor andere voorzieningen in het gebouw 91.500 ter be schikking te stellen. Van dit bedrag is een gedeelte besteed. Van doorgaans goed ingelichte verzeke- raarszyde schat men de schade aan gebou wen en inventaris buiten het stadhuis op ongeveer 350.000, waarmede de schade „vorstelyk betaald" zou zyn. Als gevolg van een en ander gelooft het „Vad." niet ver van de waarheid te zyn, als het de totale financieele schade, door de ramp veroorzaakt, stelt op 1.400.000. Nog een brandkast Onder de puinhoopen lag nog de brand kast van den dienst van gemeentewerken. Hierin ligt, behalve verschillende beschei den nog een geldwaarde en 1500. Zaterdag is besloten ook den dienst der bouwpolitie over te brengen naar het gebouw Amieitia in de Breestraat. Het wordt op de plaats van de ruïne zeer gevaarlijk. De tamelijk sterke zon doet het ijs van den nog staanden gevel ontdooien, waardoor telkens zware stukkèn naar beneden ploffen. Vooral de voorgevel die hoofdzakelyk uit zandsteen bestaat, zal by dooi gevaar opleveren. Op het verzoek van de afdeeling gemeen tewerken om toezending van bestekken, tee- keningen enz. is reeds een groot aantal stuk ken ingekomen. Te s-Gravenhage heeft zich onlangs een geval van ontvoering van een minderjarig kind voorgedaan. Op verzoek van de politie is, ten einde het onderzoek niet te beiem meren, van het gebeurde geen melding ge maakt. Nu het kind echter weer is terugge vonden, is er geen bezwaar meer om de toedracht der zaak bekend te maken. De Telegraaf verhaalt er het volgende van: Den achtjarigen Frans B. W. was wegens het slechte gedrag van zijn ouders door den rechter als voogdes mevrouw S. toegewezen. Dit stond den heer en mevrouw B. W. niet aan en daarom zonnen zy op middelen om het kind weer onder zich te krijgen. Op ze keren dag zagen de ouders hun kind in een rij schoolkinderen wandelen. Toen vatten zij het plan op om van de gelegenheid gebruik te maken en het kind te ontvoeren. Even nadat de kinderen de school weer waren bin nengegaan, stopte voor de deur een auto, waarin de heer en mevrouw B. W. zaten. Blijkbaar was de juffrouw niet op de hoog te gesteld van de omstandigheden waaronder Frans leefde. Ten minste toen mijnheer B. W. zich in de gang bekend maakte ais een oom van Frans en aan de juffrouw mede deelde, dat de jongen even mee naar huis moest komen, heeft de juffrouw geen be zwaren gemaakt. Misschien heeft de heer B. W. ook van 't lawaai dat onder de kinderen als gebruikelyk bij 't binnenkomen heerscht, gebruik gemaakt, om de juffrouw met zyn verzoek te verrassen. In ieder geval ging Frans mee en werd hy naar eey onbekend, oord geleid. Groote ontsteltenis maakte zich van mevrouw S. meester toen het kind na. schooltijd op zich liet wachten. Er volgde aangifte bij de politie en natuuriyk viel de verdenking terstond op de ouders. Het huis van de familie B. W. werd door de recherche echter onbewoond gevonden. Eenige dagen later ontmoetten de rechercheurs, die de zaak in handen hadden den heer en mevr. B. W. op straat. Zij werden direct naar het politiebureau gebracht waar zy aan een streng verhoor werden onderworpen. De ou ders weigerden echter de schuilplaats van Frans bekend te maken. Daarom werden zy afzonderlijk in een cel gesloten. Toen de gy- zelmg enkele dagen had geduurd, kreeg me vrouw er blijkbaar genoeg van en viel zy door de mand. Frans werd inderdaad op het aangegeven adres nl. by kennissen te Kijkduin gevonden. De jongen werd natuur lijk aan zijn pleegmoeder teruggegeven, ter wijl tegen de ouders proces-verbaal werd opgemaakt. Zaterdag werd, naar het „U. D." meldt, te Duiven in een kelder van het perceel, be woond door een gezin en den 84-jarigen D. B. het geheel verkoolde lyk gevonden van den ouden man. De huisgenooten, die deze lugubere vondst deden, herkenden den 84-jarigen D. B. die, alhoewel hy in de wo ning een eigen slaapkamertje had, door de koude wellicht zijn toevlucht gezocht had in den kelder en daar een vuurtje heeft ge. stookt. Door een nog onopgehelderde oor zaak moet de man in het vuur gevallen zyn en zoo den dood hebben gevonden. aan de politiek het primaat ten opzichte Thans komen hiervan wekelijks groote hoe- van de oorlogvoering worden toegekend. veelheden aan de markt, welke gemakkelijk 2. Waar „politiek en oorlogvoering" niet geveild in één hand zijn vereenigd, zyn conflicten tusschen regeerig en opperbevel niet te vermyden als gevolg van de onmogelijkneici om de verhouding van de regeering tot het opperbevel scherp te regelen. 3. In een modernen uorlog hebben alle zouden kunnen worden. Bovendien is de kwaliteit van een partij kaas voor een deskundige gemakkelijker vast te stellen dan van de groente en zou een veiling van dit artikel een groenteveiling het meest nabij komen. Evenals dit bij de groente het geval is, kunnen de koopers zich vooraf voldoende van de kwaliteit overtuigen, zoodat wij het departementen van algemeen bestuur een be- nje(. onmogelijk achten, dat ook eenmaal de langryke taak te vervullen. Ofschoon dit ^aas over <Je veiling zal worden verkocht ervoor pleit om de leiding van den oorlog in uet is alleen maar de vraag, wie deze zaak handen te leggen van de geheele regeering, eens ter hand zal nemen." Schets uit Oud-Weenen door M. Lucca Haastig, met korte vlugge dribbelpasjes, spoedde de kleine dikke, zeer opgewonden dame over het plein. De volants van haar pauw-blauw-zijden japon waren reeds afgetraptde groote fuweelen hoed met viooltjes begon beden- kelyk over het linkeroor te zakken... maar wat kon het haar eigenlyk schelen... wat zou zy er zich voor geneeren, zijde groote geestde dichteres Heimine von Chezi!Dat stond heelemaal niet bespot- telyk voor haar! Zij spande haar krachten insnoof en hijgde naar ademom het oude Karntnertor Theater" te bereiken Vandaag, 21 Februari 1821, gnig immers de première der opera „Euryanthe" door Carl Maria von Weber, die toen reeds be roemd was, ondanks zyn jeugd, gecompo neerd volgens den tekst van mevrouw Chezi. Eindeiyk had zij het theater bereikt Maar nu kwam mevrouw von Chezi tot de ontdekking, dat zy door haar slordigheid het entreebiljet verloren had „Och, laat me toch asjeblief binnen!" smeekte zy met afgebroken piepende stem tot den portier, die er imposant uitzag in zyn met goud gegalonneerd pak. „Laat me toch binnen, ik ben immers de schryfster van den operatekst!" ,Ja, ja, ja, dat kan iedereen wel zeggen, die er gratis ln wil!" bromde de portier. Onverwachts kwam nu echter hulp op dagen. Juist kwam Ludwig von Beethoven den hoek omgerend; hij was even slordig gekleed als de dichteres. „Ach, wat een verrassing! Mevrouw von Chezi!Watmoogt u niet binnen? Kom u maar met my in myn loge. Ik heb er een gereserveerd, wat anders myn ge woonte niet is. Maar ik moet toch eens gaan hooren of die kleine Weber mij ook overtreffen kan!" Vlug, met trotsche passen gingen zy beiden den verbluften portier voorbij. Zoo ver zyn hinderlijke doofheid het toeliet, luisterde Ludwig von Beethoven in zijn loge, met aandacht naar de ouverture. „Zeer knap werk! Hij kan het, dat kleine Webertje! Maar ik hoef toch geen con currentie te vreezen," sprak Beethoven meer tot zichzei/en, dan tot mevrouw Chezi. Het kleine, dikke mevrouwtje vatte echter moed, toen zy deze woorden hoorde, want zij had altijd te kampen met den dringen den nood. Dat had zy zeker overgeërfd van haar beroemde grootmoeder, mevrouw Kasschin die ook altijd in nood verkeerde. Mevrouw von Chezi vatte dus moed en schoof wat dichter naar Beethoven toe. „Ach, mijn liefste, beste meester; als u dan myn tekst van „Euryanthe" zoo goed bevalt, dan mag ik misschien ook wel eens Pnrol bij Ruwe en Springende Handen. Dons 30 ct. i voor u een tekst schryven!" Beethoven trok zich direct terug en werd ploseling koel en ongenaakbaar. „O, neen, neen, dank je! Ik heb al een tekst liggen Melusine heet het. De jonge hofbeambte en dichter Grillparzer heeft hem voor me geschreven, maar ik weet waarlijk niet wat ik er mee beginnen moet. Want de „Melusi ne" begint met een hoornkwartet, begrypt u. En nu komt Weber hier met een hoorn- kwartet in zijn Freischütz! Dan kan ik, Ludwis von Beethoven, toch onmogelyk ook met een hoornkwartet voor den dag komen! Ik zou minstens acht hoornen moeten nemen en dat gaat toch niet!" Hier werd Beethoven in zyn driftige uiteenzet tingen onderbrokenzachtjes werd de deur der loge geopend en Aartshertog Jo- han, die ook de premiere bywoonde, trad binnen. „Goeien dag beste Beethoven; ik zag u juist de keizerlijke loge en ik kom u even uitnoodigen voor Zondagmiddag! Ik was gisteren op jacht en had een zestien ender geschoten. We hebben dus fyn herte bout. Ik reken er op, dat u komt!" Beethoven neeg ten teeken van dank. „Ah! Daar hebben we ook mevrouw je von Chezi. Goeien avond Madame!" lachte de aartshertog. „Zoo bevalt u me duizendmaal beter, dan in het voorjaar met die gekke maskerade in Gmünden." De Aartshertog zinspeelde hier op een koddig avontuurtje, dat hy in het voorjaar met mevrouw von Chezi in Gmünden gehad had. De dichteres logeerde in Salzkammergut by de rijke bankiersvrouw, mevrouw van Geymüller. Op zekeren dag hoorde mevrouw von Chezi, dat Aartshertog Johan in Gmün den aangekomen was en van plan was den Traunstein te bestijgen. Spoedig had zy haar besluit gemaakt. Zij verkleedde zich als Godin der Vryheid en begon, ofschoon de asthma haar reeds erg hinderde, een flmk stuk van den Traun stein te beklimmen. Toen nu de aartshertog bergaf kwam, trad zij hem plotseling in den weg en declameerde een fulminant gedicht over de emancipatie der vrouwen. De aartshertog begon luidkeels te lachen, duwde mevrouw von Chezi uit den weg en riep schaterend: „Loop heen met je vrou wenemancipatie! Laat ze maar goed leeren koken en kousen stoppen, dan krygen ze een man en dat is het beste voor alle vrouwen!" De opera had grooten byval gevonden, de componist had een dtiverend applaus in ontvangst te nemen en zelfs mevrouw von Chezi werd warm toegejuicht en telkens op het tooneel teruggeroepen, waar zij dan kend boog met haar wapperende sjaal en scheef getrokken hoed Na het einde begeleidde de componist Weber de schryfster naar haar woning waar een coupieus souper wachtte.... Dit souper was door Caroline Fichter naar de Weensche schrijfster gezonden, want Caronile, die een uitstekende kok was, kende de geringe kookkunst van mevrouw von Chezi. Zoo eindigde deze avond naar aller ge noegen. s s, I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 7