Een Gevaar voor het Platteland In IJzige Boeien VOOR DE HUISKAMER TWEEDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT - DINSDAG 19 FEBRUARI 1929 BLADZIJDE 1 Als de groote rivieren in heirbanen van ijs herschapen zijn <- De operatie LANDBOUW EN VIS5CHERIJ Wat elke maand te doen ^eeft Ook in onze courant heeft de heer van lersel burgemeester van Noordwijkerhout, een lans voor het platteland gebroken. Hij acht het wetsontwerp tot herziening der financi- eele verhouding tusschen rijk en gemeenten, een bedreiging voor de kleinere gemeenten. Thans schrijft de heer Van Stekelenburg. gemeente-secretaris van Voorhout, het vol gende in de Msb.: Met veel, wat de heer van I. schrijft, kan men het eens zijn. Inderdaad dient het actueele, veel bespro ken wetsontwerp, wil het de minder goed ge situeerde plattelandsgemeenten niet van kwaad tot erger brengen, op menig punt aan vulling of verandering te ondergaan. Want de voorgestelde financieele verhou ding wordt een monstrum, indien ze tot uit komsten leidt, die aangenomen, dat de cij fers der enquête, gehouden door de Ver. v. Nederl. gemeenten en medegedeeld in de bij lagen van haar adres van 14 Januari 1929 aan de Ministers van Financiën en van Bin- nenlandsehe Zaken en Landbouw, werkelijk juist of nagenoeg juist zijn een groot aan tal gemeenten dwingt 80, 160, 250, 434 ja zelfs604 opcenten op de Fondsbelasting te heffen om haar begrootingen zonder meer sluitend te krijgen. Terwijl daarentegen rijkere gemeenten als Den Haag, Bloemendaal, Voorburg, Wasse naar e.d., profiteerend van allerlei gunstige factoren, uit de door alle gemeenten geza menlijk opgebrachte Fondsbelasting enorme sommen krijgen uitgekeerd. Sommen, die haar in staat stellen geen, hoegenaamd géén, opcenten op de Fondsbelasting te heffen. Ja, burgemeester van lersel, een regeling welke zulke verhoudingen brengt, kan niet door den beugel. Dat ben ik roerend met u eens. De bedoeling van Minister de Geer is goed: wegneming van verschil van druk in de be lastingen. Maar de uitslag van het hierbo ven genoemde onderzoek leert, dat in de praktijk de bedoeling voor menige gemeente noodlottige gevolgen zal hebben. Tenzij, zoo als gezegd, er hier en daar veranderd wordt. Niet eens echter kan ik het zijn met uwe slotconclusie in het stuk: dat de Vereeniging van Nederlandsche gemeenten door haar op treden bewezen heeft, dat het belang van het platteland bij haar niet in veilige han den is. Het is een scherpe uitspraak, een zware be schuldiging aan het adres der Vereeniging. Gewichtige motieven moet de heer van i. wel hebben, zulk een krasse beschuldi ging, die het vertrouwen in de Vereeniging opzegt, openlijk neer te schrijven. Men zou alle gronden en feiten moeten weten om te kunnen nagaan in hoeverre zij juist is. De aanklager zal in ieder geval zijn kwali ficatie van te voren wel goed gewikt en ge wogen hebben, alvorens haar zoo voor de voeten onzer verdienstelijke Vereeniging van Nederlandsche gemeenten te gooien. Daar voor ken ik den heer van I. te goed. Over de aanklacht op zich wensch ik hier niets te zeggen. Het Bestuur der Vereeniging is trouwens mans genoeg, haar, als zij ongegrond is, terug te wijzen. Alleen bij den formeelen kant der zaak meen ik even te moeten stilstaan. Naar mijn bescheiden oordeel gaat het formeel niet aan, een Vereeniging, waarvan men lid is, als ik me niet vergis is de heer van I. ook hoofd bestuurslid van de afdeeling Zuid-Hol land in het openbaar buiten elk organi- satieverband aldus aan te vallen. Men kan grieven hebben tegen het be stuursbeleid. Men kan de richting, die de Vereeniging gaat, verkeerd vinden. Men kan het grootste gelijk van de wereld hebben. Dan nog lijkt 't me, uit organisatorisch prin ciep, passend zijn grieven in de vergadering der vereeniging, waarvan men een organisch deel uitmaakt, naar voren te brengen. Hoe dan ook. De grondslagen van het adres het is blijkbaar dit document, dat de ontevreden heid van den heer van I. gaande gemaakt heeft zijn in een ledenvergadering der Vereeniging, in elk der elf provinciale afdee- lingen gehouden, behandeld en toegelicht door Mr. Jonker, directeur der Vereeniging. Gelijk uit de inleiding van het adres ook blijkt, droeg die vergadering slechts een raad plegend karakter. Eigenlyke besluiten of con clusies werden er niet genomen. Evenwel zou het Bestuur met naar voren gebrachte wen- schen en adviezen rekening houden. De afdeeling Z. H. vergaderde te 's-Gra- venhage. Een groot aantal vertegenwoordi gers, ook van pla'ttelangsgemeenten, was daar tegenwoordig. Ook de heer van I. Daar in die vergadering, was het dunkt mij de plaats, met wenschen en grieven, zoo men die had t.o. van het wetsontwerp of ten aanzien van het bestuursbeleid in verband met deze aangelegenheid, riuterlijk naar voren te komen. Daar had men vrijuit kunnen zeggen: be stuur, gij gaat, naar we hooren, adresseeren aan de betrokken Ministers, maar bedenk wel, dat de plattelandsgemeenten die en die bezwaren hebben tegen het ontwerp. Houd daar ter dege rekening mede. Maar men sprak toen zoo niet. Noch de heer van I. noch andere vertegenwoordigers van kleine gemeenten. Veeleer scheen men algemeen in teste mmen met de nieuwe rege ling. Althans dezen indruk kreeg met het Bestuur vrijwel iedereen. Wanneer men meent, dat de belangen der plattelandsgemeenten bü de Vereeniging der Nederl. gemeenten niet veilig zijn dan ik kan dat heuschni et anders zien is dat de schuld van de kleine gemeenten zelf. Als de plattelandsgemeenten werkelijk willen, hebben ze evenveel, zoo niet. meer te zeggen dan haar grootere zusters., Onver schillig op welk terrein en in welke zaak. Daarvoor zorgt art. 22 der Statuten. Er wordt geen gelegenheid geboden zich in verband der vergadering uit te spreken of invloed uit te oefenen, dan geeft art. 17 nog het recht aan 1/20 der leden de verlangde vergadering te eischen, om niet te spreken van de bestuursvergaderingen, waarin de heer van I. toch zeker zijn invloed als lid kan laten gelden. Zeker, ik geef toe, dat de groote gemeen ten in het Bestuur of in de Vereeniging eenigszins domineeren. Ik heb dien indruk ook. Maar, nog eens daar mag men 't bestuur of de Vereeniging als zoodanig geen verwijt van maken. De Vereeniging is uitstekend, haar doel en werken verdient m.i. hulde. Alleen moeten wij, plattelandsgemeenten, voorzichtig zijn met kniebuigingen voor de groote stad. Want praktisch zou dat wel eens een herleving kunnen beteekenen der oude stadsvoogdij over het platteland. Juist in de Vereeniging kan de kleine ge meente haar wil laten gelden. Mits ze slechts wil en durft, durft ook, wanneer we de belangen van het algemeen anders zien dan de grootstad. En is men lid dan is de vergadering der leden (gemeenten) dè rechte plaats voor zijn belangen op te komen ofrequisitoir te nemen. Niet, buiten het verband, in de cou rant. Hoe groot gelijk men overigens ook heeft. De temperatuur De filiaalinrichting van het Kon. Ned. Meteorol. Instituut meldt: De aan het einde der vorige week aan gekondigde verbetering' hield to zooverre aan, dat Maandagmorgen over geheel Europa de negatieve afwijking 7 gr. C. be droeg tegen 8 gr. C. op Zaterdag 16 en 12 gr. C. op 13 Februari. Maar intusschen ligt Scandinavië, Zuid- oost-Engeland en het geheele vasteland onder matige tot strenge of zeer strenge vorst. Te Clemont was de temperatuur 22 gr. C. onder normaal. In Noordoost- Duitschland en de Baltische Staten nam de vorst weer toe. De laagste temperatuur 35 gr. C. 31 gr. F. kwam voor te Stensele. Sinds Zaterdag 9 Februari 20 uur is de temperatuur te Amsterdam onder het vries punt: in het voorjaar van 1895 bleef de temperatuurvan 27 Januari tot en met 16 Februari onder het nulpunt. Het verkeer over de rivieren Grave: overtocht voor voetgangers en wielrijders per ijsvlet of over voetpad. Hedel: overtocht met veerpont bij dag, 's nachts per roeiboot. Keizersveer: overtocht over het ijs voor rij- en voertuigen, niet zwaarder dan 1300 kg. Moerdijk: veerdienst gestaakt. Nijmegen: overtocht ook voor licht, rijver- keer over het ijs. Zaltbommel: overtocht ook voor voertui gen over het ijs. Gorichem-Sleeuwijkovertocht over het ijs, ook voor auto's tot een gewicht 2000 kg. Gorinchem-Woudrichem: veerdienst ge staakt. Dordrecht-Zwijndrecht: overtocht ook voor auto's. Arnhem: overtocht voor alle verkeer. Kuilenburg: overtocht voor alle verkeer over het ijs. Vreeswijk: overtocht ook voor auto's tot een gewicht van 2500 K.G. Doesburg: schipbrug gelegd, geen strem ming van verkeer. Post- en passagiersvlucht naar het eiland Urk. Woensdag 20 Februari zal de K. L. M. van Schiphol uit opnieuw een post- en passagiersvlucht naar het eiland Urk onder nemen. Het vertrek van Schiphol is .bepaald op ongeveer half elf des voormiddags. Van Urk naar Enkhuizen. Twee Urker jongens van ongeveer 13 jaar zijn Zondag over het ijs van Urk naar Enkhuizen geloopen, waar de waaghalzen 's avonds 8 uur den havenmond binnen stapten en aan boord van een Urker vaartuig werden opgenomen. De drinkwatervoorziening. In het Oosten van ons land komt de drinkwatervoorziening voor mensch en dier zeer in gevaar, daar de waterputten be vroren zijn en in de slooten het ijs tot den bodem zit. Het verkeer over de Schelde gestaakt. De provinciale booten van Vlissingen naar Breskèns en Temeuzen zijn wegens het vele ijs naar de standplaats moeten terugkeeren. Het goeedrenvervoer op de spoorwegen Naar De Crt. verneemt heeft de directie der Nederlandsche spoorwegen aan de sta tionschefs doen weten, dat de bepalingen in zake het vrachtgoederenvervoer afge kondigd voor jl. Vrijdag en Zaterdag ook van kracht zullen zijn voor Woensdag 20 Februari e.k. Ook dan zullen dus uitsluitend levensmiddelen, levende dieren en brand stoffen waaronder ook petroleum gere kend wordt als vrachtgoed verzonden kunnen worden. Op de overige dagen der week zullen ook andere zendingen als vracht goed worden aangenomen. m (De Pier te Scheveningen, zooals zij er op 't oogenblik uitziet. Men kan het haast niet geloovcn, dat men over 3 maanden wellicht koelte en schaduw onder haar gaat zoeken! Gistermorgen is van Urk een ijsvlet naar Schokland gegaan om de post te halen. Te van half drie was de post, die uit Kampen moest komen, nog niet aangekomen. De beman ning van de ijsvlet zou daardoor waarschijn lijk op Schokland moeten overnachten. De „Volharding" naar Vlieland De sleepboot „Volharding" is gistermorgen naar Vlieland geweest. Na een moeilijken tocht werd aan de Noordzijde van het eiland ge ankerd. Per ijsvlet werden levensmiddelen en post naar Vlieland gebracht, welk eiland reeds vijf dagen geïsoleerd is. Terschelling' is nog geïsoleerd. Van Westpolder naar Schiermon nikoog per voet Gistermorgen om 10 uur zijn van Westpol der vertrokken per voet de heeren M. J. Zijlma van Westpolder, K. Sterkenburg van Zoutkamp, B. Vedsma van Zoutkamp, de Kok Woldering van Homhuizen, K. Beuke- ma van Zoutkamp, L. de Boer van Houwer zijn, J. Groenendaal van Ulrum om Schier monnikoog te bereiken. De tocht, die 14 K.M. bedroeg, verliep gunstig. Het ijs had zich tot huizenhooge ijsbergen opgestapeld. Alleen de Oord is nog open. Om twee uur kwamen de sportieve deelnemers te Schiermonnikoog aan, waar ze enthousiast door de Koogers be groet werden. Sedert 52 jaar is een dergelijke voettocht niet mogelijk geweest. Een verre reis Men meldt ons uit Ciudad Real (Spanje), dat daar een vogel is gevangen, voorzien van een ring, gemerkt: Museum Leiden no. 60436. Vrachtauto door het ijs gezakt Gisterenmiddag is de vrachtrijder Brinkhof toen hij met zijn zwaar beladen vrachtauto bij Boxmeer de Maas wilde oversteken door het ijs gezakt. De chauffeur kon gered wor den. doch de auto met inhoud verdween in de diepte. Door dit ongeval is het verkeer voor voer tuigen daar ter plaatse op het oogenblik ge stremd. Extra bon voor steenkolen Door de besturen van den R. K. Mijnwer- kersbond en den Prot. Chr. Mijnwerkersbond is aan de directies der Staatsmijnen en parti culiere mijnen verzocht om een extra-bon voor steenkolen voor de mijnwerkers en inva lide mijnwerkers, zoo mogelijk gratis. sprokkelmateriaal opleveren. Er is zeker over leg noodig om die behoorlijk te onderhouden. Door opeenhooping en verkeerde snoeiing worden ze dikwijls vóór hun tijd oud. Van onder worden zij kaal, vol dor hout; van boven zoeken hun schrale toppen hoe langer hoe hooger het licht, in Mei of Juni den be zitter verrassend met een paar benauwde bloempjes. Soms is aan dit geval iets te doen door doelmatige bemesting, en betere snoeiing: de kaalheid aan den stam laat zich soms aanvullen door lage vóórbeplanting. Doch als het al te erg wordt, kan men niet beter doen dan het heele zootje maar eens te vernieuwen. Het snoeimes een hoogst noodzakelijk instrument in den tuin moet dus op tijd en op doelmatige wijze worden gebruikt; de veel voorkomende jasmijn b.v. mag men nooit vóór den bloei kortwieken. U hebt voor uw hof de zaden al besteld? Zoo neen, haast u dan, opdat ge op tijd kunt zaaien en ook geen gevaar loopt, dat de han- de'aar u de gevraagde soorten niet meer kan leveren. Behalve de éénjarige zomerbloemen, zijn er ook verschillende mooie sierbladplan- ten voor den tuin, welke in 't voorjaar ge zaaid, ons gedurende den komenden zomer reeds de schoonheid van haar bladeren doen zien. Ook de zaden van die soorten moeten we nu bestellen en zoo spoedig mogelijk onder glas zaaien, 't zij warm of koud. Later, als de jonge plantjes opkomen en in potjes ge zet zijn, worden ze langzamerhand afgebrand en zoodra het weer zulks toelaat, omstreeks half Mei, buiten in voedzamen grond uitge- plant. Op deze wijze behandeld, kan men er lang plezier van hebben. Een paar mooie sierbloemplanten, ge deeltelijk ook sierplanten, zijn: de verschil lende Tabaksoorten, zooals Nicotiana- affinis, N. sylvestris en N. Colossea, en de mooie Pluim-Hanekammen: Closia Thomso- nal magnifica. 't Zijn planten, die we noode zouden missen. Nog zij even vermeld de rubriek stroobloemen of immortellen en sier- grassen. Wie daarvoor ruimte heeft, zondere een plekje voor deze planten af. Zij leveren een rijk materiaal voor het vervaardigen van winterbouquetten ook wel genoemd Makart- bouquetten. Het eigenaardige der immortel len toch is, dat zij gedurende geruimen tijd met behoud van haar frissche kleuren, in afgesneden toestand bewaard kunnen wor den. Dezelfde eigenschappen bezitten de sier- grassen, wanneer hun bloemaren eenige dagen voor haar rijpheid worden afgesneden en op een donkere plaats gedroogd. Het aan tal soorten in beide groepen is zeer groot; a's aanbevelenswaardig onder de stroobloemen noemen we de geslachten Acrolinium, Ammo- bium, Helichrysum, Rhodanthe en Xeran- themum. En van de siergewassen vermelden we: Briza Avena Hordum-Panicum, Pennise- tum en Sorghum. In den moestuin; hier en daar ziet men reeds in beschutte tuinen erwten gelegd. Daar de. grond op sommige plaatsen nog zeer koud en nat is, is dat daar ook nog vroeg genoeg; in warme tuinen c-chter kan men wel al een paar rijtjes leggen. Zekerder gaat men, wanneer men nog een gedeelte van het zaad dicht opeen in een bak uitzaait om de jonge planten later uit te poten, waardoor men vroeg kan plukken. Ook van onze groote boonen (tuinboonen) zaaien we thans nogmaals een deel in een bak uit waardoor we een goede opeenvolging in de cultuur verkrijgen. Op den piitenbak heb ben we onze jonge meloen- en komkommer plantjes al een paar maal verspeend. Alle slechte planten, die b.v. één zaadlob hebben, of er minder goed uitzien, werpen we weg want er is meestal weinig goeds van te ver wachten. Krachtige, gezonde planten kunnen de beste resultaten geven, terwijl zwakke onvolledige planten blijven krukken en ook in de toekomst achterblijven. Zij die niet te vroeg met deze cultuur beginnen, kunnen nu ook een gedeelte der pitten uitzaaien. De winter is de beste tijd, om de besdragende planten ten volle naar waarde te leeren schatten, vooral die, waarvan de bessen een groot deel van den winter onze heesters blijven sieren. We noemen: Meidoom en Sneeuwbes. De hoofdverdienste van den Mei doom is echter in de bloemen en niet in de fc: ssen gelegen, al weten we de laatste toch nog wel naar waarde te schatten. Met de sneeuwbes is het andersom. De bescheiden rose bloempjes zijn wel een vriendelijke zomerverschijning, vooral omdat ze door haar lioningrijkdom tal van vroolijk zoemende bijen en hommels en kleurige kapellen lokken, maar de sneeuwwitte bessen winnen het ver in sierwaarde van de bloemen. Wandelingen op de Maas en de Waal 't Klinkt als uit den vér-verleden tijd: Wandelingen op het ijs van onze groote ri vieren, zelfs toegesiaan voor wagens en auto's. De breede snelle stroomen tot stilstand gekomen en niet een hechte ijslaag bedekt, dat gladder is dan de meest perfect denk bare asphaltstraat. Duizenden hebben van hun vrijen Zondag geprofiteei'd, om °P de dichtgevroren rivie ren een wandeling te maken en zoo bood de Maas te Rotterdam een ongewoon schouw spel. Reeds Zaterdagmiddag, zoo vertelt het Vad., moest de Rotierdamsche politie toe zicht houden op het busverkeer met Kra- lingscheveer, omdat het publiek zóó talrijk was, dat een fue gevormd moest worden. En zoo was er dan een uitgebreide politie macht op de been, en het landelijke Kra- lingscheveer kreeg wellicht vooi het eerst verkeersagenten. Immers, daar was een betrouwbaar pad over de bevroren rivier. Verleden week had men ook bij de Oude Plantage een overtocht beproefd, maar Za terdag was het ijs door brekers grondig vernield, tot voor de werf van Smit. Maar direct na Burgerhout lag de Maas over de heele breedte dicht, en de fanatiekelingen gingen daar al op het ijs. Er waren ver scheidene toegangen gemaakt in de gedaan te van een plank met een geïmproviseerd leuntokje. Een ondernemende schipper had den mast van zijn schuit, waaraan een enorme vlag, bij zijn loopbrug gezet, en her haalde voortdurend: De entréekosten wor den aan uw beleefdheid overgelaten, maai bij voorkeur 10 cent. Een blijkbaar spaar zame meneer protesteerde: waarom moet dat geld kosten? Nou, vond de schipper, ik staat hier ook niet voor me lol, en ik heb asch ge strooid ook, maar as u liever u poote bl'eekDat was argument, en ieder be taalde verder zonder mopperen. Bij de aanlegplaats van Fop Smit ging het officieeler. Een meneer verkocht toe gangskaarten, die anders dienen voor het veer, en die werden dan drie meter verder door een controleur geknipt. „Kost een dubbeltje, kost tien cent, allemaal tweede klas kaarretjes. Je mot maar zien dat je er over scharrelt. De eerste klas kost vijf cente meer, en dan zalle we u er over laten met de ar van den directeur." Zoo trotseerden de menschen met een grapje de kou. Het viel echter mee, na de lage temperaturen van de laatste dagen was het gisteren bijna voorjaar. Midden op de Maas stond een tentje, waar men chocolade en ranja kon krijgen. Zij, die dit laatste na men (uiteraard weinigen) kregen de vraag te hooren of er ook een stukje ijs in moest. De verkooper debiteerde een enormen voor raad gijntjes. Toen er een meneer voorbij kwam met twee honden, zei hij: „Da's me beste klant, die is gewoon bezete op dat ijs. Onze nationale held Sjef van Dongen, die komt hier proeve nemen om een dien- sie te opene met hondensleeje. Wat seg u juffrouw, benne die stroopwafeltjes niet versch? Mensch ze benne van fenochtend, want van nacht hebbe de ijsbeere me heele tent leeggevreten. Niet zoo staan te stampe, menschen, de zalleme hebben geklaagd dat de bovenburen zoo'n lawaai maakten. As het nog eens gebeurt mot ik verkassen heb de burgemeester gezegd." Het aantal filmmenschen was bijzonder groot. Een had zijn studio ingericht tus schen hooge stapels schotsen, en zijn assi stent trad op als regisseur. De menchen moesten achter de ïjsbarrière gaan staan, en op een sein van hem trachten over de ijsblokken te klimmen; hadden ze die hin dernis achter zich, dan kregen ze de be kende mededeeling: Wij hebben u zoo juist gefilmd. Honderden hebben zich op die ma nier laten vereeuwigen, de meeste „vrien delijk kijkend", maar ook velen, die uit glijdend1 heel gekke gezichten trokken. Het gezelschap was zeer gemengd. Men zag er een zeer deftig koopman, die met zijn zoontje op een paar ijsschollen zat, terwijl mevrouw met de Kodak werkte, j Vrijwel iedereen kiekte. Bij een bevroren 1 miniatuur watervalletje, lagen zooveel film- 1 pakstrooken, als men op wereldberoemde plaatsen als voor het Vredespaleis of op j Marken kan zien. Een viertal Haagsche studenten lieten zich filmen, om later een spannend verhaal aan hun kindskinderen te kunnen doen. naar zij ons verzekerden, waarbij dan een vergeeld filmpje dienst moest doen om te laten zien hoe opa er toen uitzag. Een onafgebroken rij auto's en taxi's voer de Rotterdammers aan die den historischen tocht naar den watertoren van IJsselmonde hebben gemaakt. Op de Waal Zooveel menschen als Zondag hebben te Nijmegen stellig nooit op de Waal gewan deld, want na 1891 en 1917 is de bevolking van Nijmegen, ster'.: toegenomen, 't Was 's middags op het veerpad een stoet van duizenden. Alleen van 2 uur tot het don ker werd, gingen 12.000 personen er over uaar den Lentschen kant, en ook duizen den begaven zich buiten den officieelen weg op den Waalvloer. van wie de meesten over het ongebaande ijsveld den tocht tot onder de spoorwegbrug door uitstrekten. Maandag voor het eerst zijn auto's tot het voetpad toegelaten; een 50 reden naar den overkant. In de jaren 1891 en 1917 passeerden ook vrachtwagens wel dezen bijzonderen weg, maar voor het Nederlandsche zwaar-auto-1 vervoer acht men dezen niet volkomen vei- lig. Daarom blijft het pad er voor gesloten. Ministerieel antwoord op de vragen van den heer L. de Visser Op de vragen van den heer L. L. H. de Visser, betreffende vergoeding van Rijkswege van de door de gemeentebesturen te dragen kosten van extra steun in verband met den in de verscheidene provincies heerschenden nood ten gevolge van de aanhoudende lelie koude, hebben de Ministers van Binnenland- sc'ne Zaken en Landbouw en van Arbeid, Handel en Nijverheid, het volgende geant woord: De ongemeen felle en aanhoudende koude heeft gelijk helaas steeds in vele ge zinnen gebrek doen ontstaan. Leniging daarvan, voor zooveel van de Overheid afhangt, is taak der gemeenten. Met het oog op de buitengewone omstandig heden heeft echter aanstonds, toen de vorst abnormale verhoudingen begon aan te nemen, de eerstondergeteekende zich bereid verklaard die taak, waar zij de gemeentefinanciën te zwaar zou drukken, te verlichten. Toen daarna bleek, dat in gemeenten, waar de nood het zwaarst schijnt, de uitkeeringen niet hoog genoeg waren om in de behoeften te voorzien, welke door de buitengewone koude zijn ontstaan, heeft de eerstonderge teekende, die gemeenten aangespoord, waar noodig, die uitkeeringen tot het vereischte peil op te voeren. Hij verklaarde zich tevens bereid, als de gemeentefinanciën dientenge volge te zwaar gedrukt worden, een voldoende bijdrage te verleenen. Uit den aard dor zaak j volgende aan vast: „Zoo erg alsin 1890 Personeel op arbeidscontract De vertegenwoordigers van de R. K. Cen trale van burgerlijk overheidspersoneel en het moderne Comité ter behartiging van de alge- meene belangen van overheidspersoneel (A. C O. P.) hebben een spoedvergadering der Cen trale Commissie voor georganiseerd overleg aangevraagd ter bespreking van de voorzie ningen, welke voor de arbeidfcontracters in verband met de weersomstandigheden getrof fen dienen te worden, mede omdat deze per soneelsgroep buiten de tot stand gekomen sa larisherziening voor het Rijkspersoneel valt De winter van 18901891 Een lezer schrijft ons het volgende: „De strenge en lange winter gaf nog wat anders te zien dan de tegenwoordige. Nu va ren de schepen nog door het Noordzeekanaal toen was de vaart gestremd en lagen talrijke schepen ingevroren. De werklooze Assen- delfters trokken er toen op uit met bijlen en lange zagen en weiden te werk gesteld om de vaargeul te maken. Eerst hakken en za gen en dan dynamiet, welke springstof het laatste werk deed. Zoo werden telkens stukken vaargeul van pl.m. 20 M. gemaakt en konden de zeekasteelen weer iets vorderen op hun reis naar Amsterdam. Zoo werd door hon derden arbeiders na dagenlang hakken en zagen een vaargeul naar Amsterdam ge maakt ten aanschouwe van vele nieuwsgie rigen." Ten s'otte knoopt de schrijver er nog het zullen soortgelijke maatregelen ook genomen worden ten behoeve van andere gemeenten, wanneer de behoefte er aan blijkt. Bovendien heeft de tweede ondergeteekende gelegenheid geopend om den uitkoeringsduur van verschillende werkloozenkassen met twaalf dagen te verlengen. In verband met een en ander bestaat geen behoefte aan zoo drastische maatregelen «Is vergoeding \an Rijkswege van alle hoogere kosten van extra steun en tijdelijke verhoo- giugen van de uitkeeringen met minstens 50 pet. Deze maatregelen zouden bovendien 's-Rijks kas openstellen voor tal van gemeen ten, volkomen in staat door den nood ge boden extra uitgaven zelf te betalen. Drie slachtoffers van het ijs- Gisteren zijn op de Waal bij Druten drie jongens door het ijs gezakt. Hulp kon niet meer baten. Zij zijn verdronken. Hoe voor de schepen een weg gevormd wordt. Men is bij Gorcum bezig het ys door mid del van dynamiet te laten springen, om zoo doende voor de ingevroren schepen een vaarweg naar de vluchthaven te maken. De weg GorcumSleeuwijk over het ijs is in verband daarmee een half uur om gelegd. Het verkeer te Doesburg hersteld Sinds gisterenavond zes uur mogen de trei 1891 is het dus nog niet. Het begint er echter op te gelijken." Wij zijn het echter met den schrijver niet eens, want deze winter is minstens even streng als de „beroemde" van 18901891. Het eenige verschil dat hij over het hoofd ziet is dit, dat er vroeger geen ijsbrekers wa ren die een vaargeul openhielden, terwijl deze ar thans wel zijn. Zonder ijsbrekers was het N'ïot!1 iii dicht sjcwcost. (2e helft Februari) Nadruk verboden' Februari: Sprokkelmaand. Er wordt nog „Nou, dag moe." „Dag Miepie dag Lies dag kinderen. Ik kom weer heel gauw terug, hoor! Zal je zien!Kom Miep, flinke meid zijn." Miep draaide d'r hoofd om, deed d'r uiter. ste best om de tranen, die in weerwil van al d'r goede voornemens, van d'r eigen taai te houden, toch over d'r wangen rolden, terug te houden. „Zullen jullie goed voor vader zorgen goeie huishoudstertjes zijn, hoor." Lachend zei moeder alles. Buiten stond de auto te wachten in de sneeuw. De chauffeur zat met z'n kraag op achter z'n stuur las 't Amusante Week blaadje. Af en toe grinnikte ie even in z'n eigen, keek dan even op of de menschen 't zagen, las dan weer door. Lies was ijverig in de weer om 't koffer tje dicht te persen. „Toe, help 'ns," zei ze tegen Miep. „Roep vader maar," zei moeder. Toen ging Lies. „Pa, komt u!" De zware stap van vader dreunde door tot in de kamer. Nu ging 't gebeuren. Miep haalde de krukken. Twee krukken droeg moeder, onder iedere arm één. Nou ging ze zóó naar 't zieken huis, op twee krukken. „Gaat 't, moe?" „Ja hoor," zei ze moeilijk, 't Was een toer, om van dien divan af te komen en dan met de twee krukken zóó op den grond te staan, Zorgzaam hielp Lies, wist, hoe 't het beste ging. Ze deed heel kalm, lette niet op Miep, die met d'r arm op de tafel snikte of d'r hart breken zou. „Kom. moedertje, nu uw mantel nog en uw hoed. En uw handschoenen hebt u uw handschoenen al?en uw tasch. Hebt u nu alles?" „Niks vergeten?" vroeg vader. „Wil u 't koffertje dragen?" Zwijgend knikte-ie. „Moe?" vroeg ie. „Wel nee," knikte ze. Toen gingen ze nog een zoen aan Miepen aan Lies bij de voordeur. Ze liet hen uit. De chauffeur zette den motor aan. Met groote moeite stapte ze in. „Dag, dag." Met een opgezet rood gezicht bonjourde Miep voor 't raam: „Dag!", wou toen nog naar de deur, maar de auto ging al haast. Toen bleef ze maar aldoor bonjou rend en starend naar dat witte gezicht' in dien donkeren auto naast vader. „Dag! dag!" Toen reed de wagen langzaam weg. Even stond Lies nog aan de kouden ge opende deur d'r hand slap op den kope ren knop. 't Was net of alles duizelde en of' d'r een heel strakke band zat van binnen om d'r hart. Toen vermande ze zich deed de deur dicht. Binnen stond Miep te snikken. Ze deed maar of ze 't niet zag ruimde stil den boel op theekopjes naar achter moeders kussens recht kranten bij me kaar tabak weg van vader lucifers op den schoorsteen, 'n Goed huishoudstertje zijn," had moe der gezegd. En in den donkeren auto, die stil voortgleed altijd gesprokkeld, overal waar bosschen langs de asphaltstraten waar de lantaarns zijn, maar lang niet in die mate en niet net opgingen, zaten ze met z'n tweeën zoo ruw als vroeger, toen men er dikw Is bepraatten ze alles nog eens stil hoe 't met bijl en zaag gewapend op uittrok, en moest. 's avonds huiswaarts keerde fnet zooveel Vader hield met z'n groote mannenhand takken en stronken als men kon sleepen. Waar nu nog gesprokkeld wordt, bepaalt het zich uitsluitend tot dood hout. In tuinen is het gewoonlijk minder-om het brandhout te doen dan om het wegruimen van dorre tak ken. De winterstormen hebben er vooral tvcxi. W1UI/CIÖI/VAU1CAI Ub-UUCll Cl vuuia' nen der Geldersche Stoomtram de R, 1 dezen winter wel voor gezorgd, dat een gr 00" brug te Doesburg weer passeeren, waardoor naar de Msb. meldt, het normaal verkeer is hersteld. Van Urk naar Enkhuizen perfiets. Wat nog nooit tevoren heeft plaatsgehad, is gisteren gebeurd. Gisteren zijn Teunis Keuter en Albert van Urk per fiets naar Enkhuizen gereden. Om elf uur vertrokken zij en te 1.50 uur waren zij te Enkhuizen aangekomen. Zij zouden nog gistermiddag te rugpeddelen. deel van wat geen levensvatbaarheid meer had werd afgewaaid, maar juist onder de bescherming der huizen bleef nog wel een en ander zitten, waarmee de menschenhand zich moet bemoeien. Een kundige tuinier of snoeier dient daarom in dit seizoen de ronde te doen om weg te nemen wat niet meer waard is behouden te blijven. Soms maakt hij daarbij af en toe een nagelkrasje op de schors om te onderzoeken of er nog groen teelweefsel aanwezig is. 't Zijn de bloemheesters, die to den regel heel wat, de tengere magere hand vast van de zieke vrouw. „Ik blijf tot de dokter me den uitslag vertelt." „Laat de kinderen niet zoo lang alleen." „Ik zal wel even bellen dat ik blijf ze zijn ge enkleine kinderen meer, kom, kom, dan zal ik meteen zeggen, dat je goed bent aangekomen. Dan zijn ze gerust." „Arm Miepekind „Kom, vrouw, niet tobben. Alles gaat goed en ik vind, als 't toch moet gebeuren, hoe eerder je geopereerd wordt, hoe beter, want des te gauwer ben je weer bij ons." Hij drukte zachtjes d'r kleine hand. Ze zeien nu niets meer. Hand in hand zaten ze te kijken hoe ver ze al waren, 't Schoot al op. Met een auto ben je er zoo vlug nu alleen nog maar den SingeL in den hoek, vóór hen, stonden de twee krukken. „Wat dunkt u, dokter?" „Tja, wat zal 'k u zeggen, 't Linkerbeen mankeert niets, maar 't rechter-daar zal toch in gesneden moeten worden, anders komt 't niet terecht." „En wordt 't dan goed. dokter?" „Dan wordt 't goed. Er zijn al verschil lende gevallen geweest zoo en het is altijd nog goed gegaan." „En wanneer dunkt u?' „Nu, als uw vrouw 't goed vindt, dan morgen maar." „Morgen Hij stond voor den dokter in de helver lichte spreekkamer. Z'n gezicht zag wil onder het lamplicht. De dokter aarzelde. „Ja, u kunt ook „Nu," weerde-ie af, „als m'n vrouw 'tgoed vindt, dan morgen maar." En ze vond het goed. 's Avonds om half tien kwam er nog 'n belletje. „Morgen om half twaalf zal 't gebeuren en de groeten aan allen van mevrouw." Dien nacht zag Lies iederen keer in ge dachten de ziekenkamer de donkere zie kenkamer. Moeder in bed denkend aan hen wachtend óp morgen. Moeder met pijn en verdriet en naast 't bed de krukken. En nu lag zij hier, denkend aan moeder, met naast haar zwaar slapende Miep eindelijk in slaap gevallen. Ze durfde zich bijna niet te verroeren, bang om arme Miep wakker te maken. Toen dacht ze wat ze alle. maal doen moest eerst Mina inlaten om half acht en 't ontbijt klaar zetten en dan naar de kerk. Stil nu dacht ze niet meer denken nu slapen gaan. „Alles opdat moeder beter mag wordea, lieve Heer, bad ze stil in d'r kussen, „alles, óók m'n slapen." Toen de gangklok beneden twee uur en twee kwarturen sloeg, sliep ook zij rustig. Toen Miep den volgenden dag in d'r bank zat in de tweede bank van de derde rij ze zat in de tweede, Kweek toen deed ze niets dan op de klok kijken en zenuwachtig heen en weer draaien. Soms peuterde ze opeens heel erg aan een stukkie potlood of zooietsals 't 'r te machtig werd, als ze opeens die lieve goeie moeder zag in ge dachten weggebracht naar de operatie kamer. Maar ze vermande zich hield d'r eigen kranig. Ze dacht nog aan 't woord van Lies, toen die d'r uitliet: „Hou je nou bedaard, Miep, breng dat nou voor moeder." Vader had 't beter gevonden, dat ze maar naar school ging, dan had ze afleiding. Ja, dat wou ze d'r best doen bedaard te blijven, óók, óók, als 't half twaalf was. Toen was 't Ned. Taal toen 't half twaalf "was. Miep zat met allebei d'r handen tegen d'r voorhoofd boek pal voor d'r zinnen te ontleden aldoor maar zinnen te ontleden. Ze wou nergens aan denken, alleen maar heel hard ontleden. Toos, d'r beste vriendin, die achter d'r zat, die alles wist, allemaal voor schooltijd ge hoord, die had ziels-, zielsmeely met d'r. Toen opeens kwart over twaalf kwam d'r een zuster binnen met een bood schap voor Miep Verbruin. Miep vloog. „O, ik moest alleen maar zeggen, dat alles heel goed gegaan is met uw moeder, 't Was allemaal best in orde." „Is moe ziek?" vroeg de zuster toen be langstellend. Stom knikte ze van ja. Toen ze weer terug was in de bank toen kwam d'r een huilbui. „Huil je nou?" vroeg Toos verwonderd, die 't goede nieuws al van d'r gehoord had. „Wat '11 rare," dacht ze. Twee dagen later liepen d'r twee meiskens over den Singel met een pakje met drie perziken heele sappige, op een kartonnen bakje en daar over heen een vloeitje van een héélen fijnen fruitwinkel. Twee waren er van Lies en één van Miep. Ze had er wel duizend willen geven, maar ze had maar geld voor één. 't Was even goed, had Lies gezegd. A. M.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 5