Van Alles en van Overal
Weawe Haarlemscie Cosranl
PUROL
De regeling van de financieele verhouding
tusschen Rijk en Gemeente
AAN ONZE LEZERS
DERDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT -
DINSDAG 19 FEBRUARI 1929
BLADZIJDE 1
JAARBEURS
BINNENLANDSCH NIEUWS
Woningen voor bejaarde
echtparen
Schrale huid
De droogmaking der
Zuiderzee
Uit de R.K. Staatspartij
Na den Stadhuisbrand te
Leiden
Het congres der S.D.A.P.
Winterhanden
Wintervoeten
De invoer in Engeland van
Nederlandsche producten
De „Tantalus" weer
vertrokken
De actie der aannemers
Een thee voor Prinses
Juliana
SPORT EN WEDSTRIJDEN
DAMMEN
District H. en O. van den
Ned. R.K. Dambond
Het gevaar van acetyleen-
toestellen
De filmoorlog in het Zuiden
Het invoerrecht
op warmbloed-paarden
„De Waterratten"
Spoort al Uw kennissen aan
hun vraag- en aanbod-adver
tenties te plaatsen in onze eigen
187
En weer Is ei ln Utrecht een jaarbeurs
geopend de twintigste. Jaren achtereen ga
ik nu reeds, telkens daags voor de opening
eener nieuwe jaarbeurs, naar Utrecht de
vorige moest ik door mijn verblijf in Sidney
overslaan en telkens weer is er wat anders,
wat nieuws van te vertellen.
En toch, het is telkens weer, twee malen
per jaar, de Jaarbeurs waar ik heen ga,
telkens weer die zelfde tentoonstelling, die
geen tentoonstelling is, waarover ik moet
schrijven.
Daar gebruik ik nu zelf dat verkeerde
woord tentoonstelling; verkeerd, omdat een
Jaarbeurs geen tentoonstelling is, ten minste
niet in den zin, dien wij gewoon zijn onder
dit woord te verstaan.
Een tentoonstelling, dat is zoo langzamer
hand geworden een plaats waar men plezier
maakt, waar 8-banen en shimmy-huizen en
reusachtige bierlokalen zijn en waar men
nebenbei ook nog het een en ander te zien
krijgt op het gebied van kunst en handel en
nijverheid.
Dit verstaat men tegenwoordig onder
„tentoonstelling" en al hebben we nu ook al
negentien jaarbeurzen gehad, er zijn er nog
duizenden, die, a's ze het woord jaarbeurs
hooren, denken aan wat ze onder een ten
toonstelling verstaan.
En dat is verkeerd.
Op een jaarbeurs wordt geen plezier ge
maakt, daar wordt alleen gewerkt en voor
den uitgaanden mensch, den mensch die
afleiding zoekt en zich wil onttrekken aan
de dagelijksche werksleur is een jaarbeurs
dan ook niets.
De jaarbeurs is als het ware het oog en
het oor van den handel; de jaarbeurs is de
schakel tusschen den producent en den
wederverkooper en als zoodanig heeft het
pub'iek er feitelijk niets mee te maken.
En omdat de jaarbeurs geen kijkspul is,
omdat op de jaarbeurs alleen zaken gedaan
worden en „het publiek" er niet komt, zijn
er ook geen 8-banen en geen shimmy-huizen
noodig, want in zulke inrichtingen kun je nu
eenmaal geen zaken doen daarvoor zit Je
er niet rustig genoeg.
Het heeft vrij lang geduurd, eer handel en
industrie algemeen inzagen, van hoe groot
nut de Jaarbeurs voor hen was velen
bleven er lang twijfelend tegenover staan,
maar toch, meer en meer werden er voor de
inste'ling gewonnen en nu eindelijk kan het
jaarbeursbestuur wel zeggen, dat het 't pleit
gewonnen heeft.
Dat leert wel de wijze, waarop velen als het
ware een wedloop hebben aangegaan naar
deze twintigste jaarbeurs, waarvan het ge
volg is geweest, dat het bestuur heeft moeten
erkennen, dat de voorbereiding voor deze
beurs voorspoedig is geweest te voorspoe
dig zelfs, want veel te vroeg reeds moest het
bordje „Uitverkocht" worden opgehangen.
Hoewel door den aangevangen bouw van
het tweede jaarbeursgebouw, dat men in 1930
hoopt te kunnen openen, de gebouwenruimte
voor het oogenblik, door afbraak, eenigszins
verminderd is, is daaraan ruimschoots tege
moet gekomen door den bouw van een aantal
tijde'.ijke paviljoens op het Vreeburg, dat
daarvoor geheel in beslag genomen is. Maar
niettegenstaande dat daardoor aan 1151 deel
nemers plaatsruimte beschikbaar gesteld kon
worden aan de vorige voorjaarsbeurs na
men slechts 1089 firma's deel moesten er
toch nog 172 worden afgewezen, omdat er
geen plaats meer was en konden 16 andere
maar een deel krijgen van de ruimte, waar
over zj) hadden wi'len beschikken.
Telken jare is er meer grondoppervlakte
aan de deelnemers verhuurd dan het jaar
te voren en als die gemiddelde stijging van
alle voorgaande jaren ook dit jaar was
voortgezet, dan zou er voor deze 20ste Jaar
beurs 9600 M2 verhuurd moeten zijn. Maar
er is in werkelijkheid 9925 M2 verhuurd en
als ze er maar waren geweest, had men
kunnen verhuren 11210 M2., een oppervlakte,
die met meer dan 1000 M2 overtreft hetgeen
men, ware de stijging constant gebleven,
eerst op de 22ste beurs had kunnen ver
wachten.
Er valt dus niet te klagen en het bestuur
klaagt dan ook niet integendeel, het ziet
de toekomst met groot vertrouwen tegemoet.
Want er zijn teekenen, die er op wijzen, dat
ook in buitenlandsche inkoopkringen de be
langstelling voor onze Utrechtsche Jaar
beurs steeds grooter wordt en dat voortdu
rend meer buitenlandsche koopers naar
Utrecht getrokken worden.
Voor de eerste maal is op deze beurs bij
voorbeeld Hongarije officieel vertegenwoor
digd (door het Stede'ijk Verkeersbureau te
Boedapest) en komt Ford met een eigen
paviljoen uit, dat dubbel zoo groot zou ge
weest zijn als het is, wanneer het Vreeburg
maar grooter geweest was.
Verschillende groepen bouwmaterialen
en meubelen bijvoorbeeld zijn weer aan
merkelijk uitgebreid en bieden dus hun die
komen om hun inkoopen te doen weer meer
keuze. Maar tevens is dit een bewijs, dat
steeds meer fabrikanten het nut van de
Jaarbeurs inzien, als een onontbeerlijke trait
d'union tusschen hen en hun klanten, de
wederverkoopers.
Een Jaarbeurs is geen tentoonstelling, heb
ik in den aanvang gezegd.
En toch, gedeeltelijk is de Utrechtsche
Jaarbeurs dat weer wel, zij het dan ook zon
der 8-banen en shimmy huizen. Ik bedoel de
inzending, de steeds groote en grootsche
inzending van het Koloniaal Instituut, die
altijd iets belangrijks te zien geeft, ook voor
den leek, ook voor den niet-zakenman.
Ditmaal vooral komt dat duide'ijk uit, nu
deze afdeeling een overzicht geeft van de
thee-bereiding 'n Nederlandsch-Indië, die
met gebruikmaking van de origineele
machinerieën van het begin het pas ge
plukte blad tot het einde de thee zooals
wij die kennen te zien gegeven wordt.
Belangwekkend en leerrijk, vooral voor
menschen als wij, die leven in het land,
waar, na Engeland, de meeste thee verbruikt
wordt.
Maar Engeland wint het toch nog met vele
lengten: in 1927 bijvoorbeeld werd daar per
hoofd der bevolking 8.24 pond thee ver
bruikt; bij ons in Nederland 2.68 pond.
ARTHUR TERVOOREN.
(Ingezonden)
De Burgemeester der gemeente Heemskerk
de heer J. J. M. Wiegman, schrijft ons:
Het zij mij vergund, naar aanleiding van
het ingezonden stuk van mijn ambtgenoot
van Noordwykerhout in uw blad van Dins
dag 12 Febr. J.I., over de regeling der Finan
cieele verhouding tusschen Rijk en Gemeente,
een enkele opmerking te maken.
Inzender betoogt, dat verschillende bepa
lingen in het wetsontwerp der Ministers de
Geer en Kan in de praktijk zullen beteekenen
een bevoordeeling van de stad ten koste van
het platteland.
Al ben ik het lang niet met het geheele
betoog van mijn collega eens, toch ligt het
niet in mijn voornemen, daarop in te gaan,
daar het doel van dit schrijven slechts
is eerstens uitdrukking te geven aan een
gevoel van spijt, dat inzender zich geroepen
heeft gevoeld onder de aandacht te bren
gen van het groote krantenlezend publeik
dat van een bij uitstek technisch ontwerp als
het onderhavige, toch zoo weinig begrijpt en
kan begrijpen een ingezonden stuk, dat
de, voor de bevordering van algemeene be
langen toch reeds zoo onvruchtbare, tegen
stelling tusschen stad en platteland, die
uiteraard bestaat en zal blijven bestaan, nog
op onnoodige wijze toespitst en verscherpt,
terwijl naar mijne meaning van een dergelijk
ingezonden stuk in werkelijkheid toch geen
succes mag worden verwacht ter voorkoming
van voor het platteland dreigend gevaar,
gesteld, dat het bestond in de mate als in
zender het ziet.
Maar tweedensis het, en wel het voor
naamste doel van dit schrijven, op te komen
tegen de passage in genoemd stuk betreffende
de Vereeniging van Nederlandsche Gemeen
ten. Het is mij niet bekend, of het artikeltje
onder het oog van het bestuur der Vereeni
ging is gekomen en zoo ja, of dan van die
zijde een verweer te wachten is. Ik voor mij
wensch deze passage niet onweersproken te
laten en wel, omdat zich door den inhoud
daarvan een naar mijne meening absoluut
onjuiste indruk over de Vereeniging van Ne
derlandsche Gemeenten op het platteland
heeft gevormd ik heb dat reeds ondervon
den of zich zou kunnen vormen.
Wat toch is het geval? De Vereeniging
heeft zich reeds maanden vóórdat de heer
van Iersel plaatsing van zijn ingezonden
stuk vroeg en verkreeg, zeer actief en intens
bezig gehouden met bedoedl wetsontwerp;
zij heeft enquêtes onder de Gemeentebestu
ren ingesteld, een Commissie en sub-Com
missies ter bestudeering van het zeer moei
lijke en ingewikkelde vraagstuk benoemd,
vergaderingen belegd met al haar onderaf-
deelingen in de provincies en daarna als
resultaat van al deze werkzaamheden
wier bloote vermelding naar mijne vaste
overtuiging geen flauw begrip kan geven van
haar omvang onder dagteekening van 14
Januari 1929 een rapport met haar beschou
wingen over het wetsontwerp aan de Minis-
ters^de Geer en Kan ingediend. En in dit
rapport nu worden de meeste door mijn ambt
genoot speciaal voor het platteland naar
voren gebrachte bezwaren reeds overwogen
en zeer uitvoerig behandeld, terwijl ten slotte
middelen aan de hand worden gedaan om die
bezwaren te ondervangen.
Daar is dan eerstens het Gemeentefonds
en de verdeeling daarvan onder de gemeen
ten. Onder punt 2 der Algemeene Beschou
wingen van het rapport spreekt het Bestuur
der Vereeniging uitdrukkelijk als zijne mee
ning uit. dat het fondsstelsel van het regee-
ringsontwerp voorloopig zou kunnen
worden aanvaard op grond van de urgentie
der verbetering van den bestaanden toestand.
Het bestuur zegt er volkomen van overtuigd
te zijn, dat een poging tot vervanging van
het in het wetsontwerp voorkomend verdee-
lingsstelsel door het door het bestuur be
doelde stelsel nog een voorbereiding van ge-
ruimen tijd, wellicht van jaren, zou vorderen
en het meent de verantwoordelijkheid niet
te kunnen aanvaarden, als gevolg daar
van de tot standkomlng van het wetsontwerp
aanmerkelijk te vertragen. Het bestuur
wenscht het fondsstelsel dus voorloopig
te aanvaarden. Hiermede bedoelt het, dat
met dit stelsel voor de eerste periode van 5
jaar genoegen ware te nemen, doch dat ter
stond de voorbereiding van het andere, door
het bestuur voorgestane stelsel, ter hand
zal moeten worden genomen, hetwelk bij het
verstrijken van deze eerste vijfjarige periode
het fondsstelsel met de daarnaast in spe
ciale wetten geregelde vergoedingen zou moe
ten vervangen.
En bij de bespreking van art. 4 van het
wetsontwerp, behelzend de bekende formule,
zegt het rapport: „Bij onze beschouwingen
over deze formule stellen wij, in anasluiting
op hetgeen daaromtrent hierboven is opge
merkt, op den voorgrond, dat wij in het al
gemeen tegen het doen van uitkeeringen op
grond van een formule, die voor alle gemeen
ten en in alle omstandigheden werken moet,
bezwaar hebben. De toestanden in de ver
schillende gemeenten loopen zoozeer uiteen,
dat een formule, die voor een aantal ge
meenten tot bevredigende uitkomsten leidt,
noodzakelijk in andere gevallen onbillijkhe
den moet veroorzaken."
Bij de behandeling van den „Draagkracht
factor" en „De druk van uitgaven", worden
de door inzender aangevoerde bezwaren op
den keper beschouwd en verbeteringen voor
gesteld, waarvan wel de voornaamste is
die speciaal voor de kleinere gemeenten een
groote hulp en tegemoetkoming zal betee
kenen dat 50 pet. der jaarwedden van
den burgemeester en secretarie door het Rijk
aan de gemeenten zal worden vergoed.
Het door inzender naar voren gebrachte
bezwaar betreffende de grondbelasting
wordt door het rapport der Vereeniging ten
volle erkend en een voor het platteland ab
soluut bevredigende wijziging wordt voorge
steld, n.l. dat aan de gemeenten 90 pet. van
de g e z a m e n lij k e opbrengst der grondbe
lasting, zoowel op de gebouwde, als onge
bouwde eigendommen, wordt gegarandeerd.
En zoo zijn nagenoeg alle ingebrachte be
zwaren in het m.i. zeer doorwrochte rapport
waarvan ik de lezing aan ieder, die in
deze materie belang stelt, ten volle kan aan
bevelen behandeld en waar mogelijk en
noodig wijziigngen voorgesteld, die naar
mijn meening voor het platteland evenzoo
vele verbeteringen behelzen.
Het is dan ook mijn vaste overtuiging, en
ik wensch daar met grooten nadruk op te
wijzen, dat de Vereeniging van Nederland
sche Gemeenten juist door de wijze van be
handeling van het onderhavige wetsontwerp
heeft getoond te zijn een Vereeniging voor
alle gemeenten en dat de belangen van het
platteland haar zeker even na aan 't harte
liggen als die van de stad.
Dat het platteland dit gelukkigerwijze heeft
ingezien, moge m.i. blijken uit het feit, dat
juist in de laatste maanden, dus voorname
lijk sinds de Vereeniging haar meergenoemde
actie heeft ontplooid, vele volgens het
Weekblad voor Gemeentebelangen bedroeg
het aantal leden op 2 November 1928, 779
en op heden 852, een toename dus van 73 -
plattelandsgemeenten als lid der Vereeniging
zijn toegetreden.
J. J. M. WIEGMAN
Heemskerk, 15 Februari 1929.
In Tuindorp—Watergraafsmeer
B. en W. van Amsterdam stellen den Raad
hunner gemeente voor:
hen te machtigen tot het doen bouwen van
veertig woningen voor bejaarde echtparen
op het terrein aan den Brink in het Tuin
dorpWatergraafsmeer.
ten behoeve van den bouw beschikbaar te
stellen: a. een bouwcrediet tot een bedrag
van ten hoogste 98850; b. een bijdrage a
fonds perdu ten bedrage van ten hoogste
40.000.
en gesprongen handen
genezen direct en blyven
heerlijk zacht en lenig met
AKKER'*
KLOOSTERBALSEM
bijt niet!
Ministerieel antwoord op de vragen van
den heer Hiemstra
Op de vragen van den heer Hiemstra be
treffende verplaatsing van visschers naar
Duitsehland in verband met de droogma
king van de Zuiderzee en inzake het instel
len van een onderzoek naar de geschiktheid
van het dorp Oostmahorn als plaats voor
vestiging van visschers, heeft de minister
van Waterstaat het volgende geantwoord:
De generale commissie, bedoeld in art. 3
der Zuiderzee-steunwet, heeft, ten einde in
daartoe leidende gevallen desgevraagd de
noodige voorlichting te kunnen geven, een
onderzoek ingesteld naar de mogelijkheid
van de verplaatsing van Zuiderzeevisscherij
bedrijven naar Oost-Friesland (Duitsch
'and).
Zij is daarbij tot de slotsom gekomen, dat
het geen aanbeveling verdient in het alge
meen de verplaatsing van belanghebbenden
in den zin der Zuiderzee-steunwet te bevor
deren, doch dat bij haar geen bezwaar be
hoeft te bestaan om in bijzondere gevallen
aan belangstellenden, die uitdrukkelijk daar
toe den wensch te kennen geven en zich
aldaar als visschers kunnen vestigen, tege
moetkomingen te verleenen, om hen in
staat te stellen een Visscherijbedrijf in Oost-
Friesland te beginnen.
Bij het gemeentebestuur van Ulrum zijn
plannen in overweging tot verbetering van
de visschershaven te Zoutkamp, waarvoor
rijkssubsidie is gevraagd. Omtrent deze aan
gelegenheid is een onderzoek gaande Het te
mogelijk, dat dit onderzoek zal uitwijzen, dat
het niet aanbevelenswaardig is ter plaatse
een goed uitgeruste visschershaven in te
richten. Ingeval men echter te Zoutkamp tol
de voorgestelde verbetering zou behooren
over te gaan, zal de concurrentie van Oost
mahorn wel niet in het leven mogen worden
geroepen. Alsdan zou Oostmahorn dus niet
een geschikte plaats wezen tot vestiging van
visschers Het komt den minister uit hoofde
van een en ander geraden voor, het onder
zoek met betrekking tot de haven te Zout
kamp af te wachten, alvorens verdere stap
pen te doen.
Prof. Veraart weigert een vrjjen zetel
Naar de „Resb." verneemt, heeft Prof
Veraart thans volgend schrijven aan het
Partijsecretariaat verzonden:
Mijne Heeren!
In antwoord op Uw schrijven van 12 Fe
bruari J.l. heb ik de eer u te berichten, dat
ik, ten volle handhavende mijn rechten op
den kwaliteitszetel voor Arbeidszaken en het
Arbeidsvraagstuk, niet wensch te worden be
schouwd als te zijn aangewezen voor een
vrije plaats in de kieskringgroepen, waar ik
ben gesteld.
Onnoodig U te. zeggen, dat ik Uw beslis
sing, „de aanwijzing van prof. dr J. A. Ver
aart voor den kwaliteitszetel voor Arbeids
zaken en het Arbeidsvraagstuk niet goed
te keuren", welke beslissing immers geheel
in strijd is met 't geschreven recht onzer
Partij, volstrekt nietig acht.
Naar ik verneem, zal binnen korten tijd 'n
vergadering van den Partijraad worden ge
houden, waarop men zal trachten, het on
recht, door het Centraal College bedoeld in
het Kiesreglement, en in verband daarmee
door het Partijbestuur gepleegd, te herstel
len Met volle gerustheid wacht ik de be
slissing van deze vergadering af.
De candidatuur Ir. Bongaerts
Naar de „N.K-." verneemt, heeft de heer
ir M. Bongaerts, oud-minister van Water
staat, aan het bestuur der Kath. Staatspartij
medegedeeld, dat hij in aanmerking wenscht
te komen voor een vrijen zetel in den Kies
kring Limburg
De candidatuur Mr. Kropman
Naar de Msb. verneemt, zal de heer mr. G.
C. J. D. Kropman te Amsterdam, in de kies
kringen waarin hij candidaat is gesteld, niet
opteeren voor den kwaliteitszetel, doch alleen
voor de vrije plaats.
Een proclamatie van den burgemeester
De burgemeester van Leiden, mr. A. van
de Sande Bakhuyzen, heeft een proclamatie
tot de burgerij van Leiden gericht, waarin
hij o.m zegt;
„Na wat ik, terwijl de puinhoopen van het
grootste sieraad van onze stad nog branden
de waren, als voorzitter van den gemeente
raad, overweldigd en geslagen door de ont
stellende gebeurtenis kon zeggen, gevoel ik
behoefte mij als burgemeester rechtstreeks
te wenden tot de burgerij van onze zwaar
beproefde stad om haar mijn innige deelne
ming te betuigen. Ik gevoel alle moeilijk
heden, die het voortzetten van het stadsbe
stuur nu met zich brengen gaat; ik gevoel
den last, dien u allen gedurende jaren zult
ervaren Ik gevoel de teleurstelling, die een
tiidelijké stilstand in den vooruitgang der
stadsontwikkeling voor ons allen meebrengt.
Ik gevoel de beteekenis van het verlies van
zooveel waardevolle ervaringen, die in de
verzamelde gegevens op het stadhuis be
waard werden Ik weet, dat de ramp voor
Leiden een financieel nadeel is, dat goed ge
maakt moet worden misschien ten koste van
andere gewenschte verbeteringen. Ik ken u
genoeg om te weten, dat gij dit alles met ge
latenheid zult dragen.
Maar ver daarboven klinkt uit alles, wat
ik van u hoor, blijkt uit alles wat ik van u
bemerk, de klacht van den jammer, klinkt
de stem van het harteleed, wanneer gij, op
schrikt door de gedachte: ons stadhuis staat
er niet meer, wanneer gij denkt: onze toren
,Geen goud
zoo goed?
doet zijn vertrouwde klokjes niet meer door
ons huis en door onze straten beieren, wan
neer gij, van buiten komend, den aanblik
van uw eigen stad niet meer herkent. Dan
knijpt u en mij het harte toe van pijn. Van
uw bedroefde gezichten en uit uw brieven
lees ik, dat dit de smart is, die u bevangen
houdt en ik begrijp, dat hoop in u opwelt,
en ik wilde wel dat het mij gegeven ware,
woorden van troost te spreken en liever nog
daden tot spoedige vertroosting te doen,
zoodat ik u bij het loopen langs de ruïnes
de tranen in de oogen mocht besparen door
nu reeds een toekomstbeeld te bieden.
In de stad, in uw dagbladen, in het gan-
sche land loopen geruchten over aan het
gemeentebestuur toegeschreven plannen en
van alle kanten komt een overweldigende
stroom van stemmen, die roepen om behoud
van den gevel, van den toren, om herbouw.
Laat mij u zeggen, dat de meest noodige
gegevens om een meening te vormen, om
plannen te maken, laat staan om beslissin
gen te nemen, nog ontbreken en noodzake
lijkerwijs zoolang zullen ontbreken tot de
dooi een deskundig onderzoek van wat bleef
staan, door monument-kundigen mogelijk
yal maken. Eerst daarna kan het gemeente
bestuur zichzelf een meening vormen over
hetgeen mogelijk is De vraag, wat wensche-
lijk is, zal na voorlichting over het mogeliike
door u moeten worden uitgemaakt. Uw
wenschen zullen bij beslissing groot gewicht
;n de schaal leggen en ik wil u opwekken
om van uw inzichten en wenschen zoo dui
delijk mogelijk te doen blijken Indien de
burgerij van éénen zin is. laat dat dan ook
uw bestuur weten. Zijn bestuur zal daardoor
gemakkelijker tot uitvoering komen en be
spoedigd worden Wat er verrijzen moge,
worde geschraagd door een eensgezinde bur
gerij.
Als hoofd van de brandweer en de politie
is bet mij een behoefte, openlijk mijn tevre
denheid en dank uit te spreken aan de lei
ders en aan het personeel van die diensten,
die onder moeilijke omstandigheden met vuur
°en groote toewijding hun plicht en hun best
ged£-n hebben.
Aan alle burgers eindelijk mijn harteliiken
dank voor de mij toe6troomende bewijzen
van deelneming en hulpvaardigheid en voor
de voorbeeldige en treffende wijze, waarop
zij de zaak van het gemeentebestuur trach
ten te verlichten."
Naar aanleiding van de proclamatie van den
burgemeester heeft de dijkgraaf van Rijn-
tand, mr. P. A. Pijnacker Hordijk, een com
missie gevormd, waarin afgevaardigden uit alle
lagen der burgerij zitting hebben, ten einde
haar gelegenheid te geven zich te uiten
De Leidsche rector magnificus, Jhr mr.
W. J. M. van Eysinga, de voorzitter van den
Universiteitsraad, mr. W. A. Mees, en de
nraeses collegi namens alle Leidsche studen
ten, H. P. Linthorst Homan, schrijven:
In den brief, die de Senaat der Leidsche
Universiteit eenige weinige uren nadat het
stadhuis in vlammen opging, tot den Ge
meenteraad richtte, schreeft hij o.a. 't volgen
de: „Van al de gebouwen, waaraan het va
derland den roem dankt van eigen nationale
oude bouwkunst, was er geen ander, dat zoo
wezenlijk en op zoovele wijzen symbool en
uitdrukking mocht heeten van ons volks- en
staatsbestaan in de dagen van vorming en
jonge kracht. Leidens stadhuis was een na
tionaal gedenkteeken, niet voor de stad al
leen. De eerbied voor het geslacht, dat den
kamp bestond en den bouw stichtte, legt ons
ebiedend op te zorgen, dat de daad, die
thans een blind onheil vordert van de twin
tigste eeuw, die der zestiende waardig zij."
Wij hebben het volle vertrouwen, dat het
Gemeentebestuur van Leiden, bij hetwelk de
beslissing berust over den herbouw, die be
slissing slechts zal nemen na zich op de al
lerbeste wijze te hebben doen voorlichten
over de moeilijkheden van dien herbouw, en
dat het daarbij ook zal rekening houden met
de zoo algemeen gevoelde wenschelijkheid
om althans den gevel aan de Breestraat en
den toren te herstellen in den vorm, die ieder
Nederlander zoo lief is geworden. De voor
bereiding dier beslissing zal tijd kosten en
eerst als de bouwplannen vasten vorm zullen
hebben aangenomen, zal kunnen worden
uitgemaakt op welke wijze ook het particu
liere initiatief, dat reeds thans wil deelne
men aan den wederopbouw, zijn wenschen
zal kunnen omzetten in daden. Deze daden
zullen dan wel den vorm hebben aan te ne
men van schenkingen van bepaalde stukken
der afwerking van het gebouw-
Tot hen, die dan zeer zeker niet achter
zullen willen blijven, behooren in de eerste
plaats ook de vele duizenden in den lande,
die, doordat zij vroeger in Leiden hebben ge
studeerd of dit thans doen, dan wel, door
dat zij hun levenstaak vinden in de hand
having en zoo mogelijk verhooging van het
wetenschappelijk peil der universiteit, te za-
men uitmaken wat wel genoemd is de Uni-
versitas Leidensis Maxima. Het is tot deze
allen, dat wij ons richten met de verzeke
ring, dat wij diligent blijven in hun geest en
dat wij, met volle vrijlating van diegenen, die
tneenen reeds thans gelden te kunnen in
zamelen, nadere voorstellen zullen doen, zoo
dra deze vaste vormen zullen kunnen aan
nemen; zóó zal de Leidsche academie in ha
ren wijdsten zin in den wederopbouw van
het stadhuis het aandeel hebben, dat, wij
zijn er van overtuigd, elk harer leden
wenscht.
Het is ons bekend, dat aan het Gemeente-
Verkiezingsprogram aangenomen
Zooals wij gisteren reeds in een gedeelte
onzer oplage mededeelden, heeft het Congres
te Nijmegen der S. D. A. P. gisteren het ver
kiezingsprogram met enkele kleine wijzigingen
als volgt vastgesteld.
1. Ontwapening, nationaal en Internatio
naal. Ondersteuning en democratiseering van
den Volkenbond. Voorafgaande parlementaire
Een Reuter-telegram uit Londen meldt,
dat de minister van handel gisteren op een
vraag in het Lagerhuis heeft meegedeeld.
ucii v uiauivuiiu. v wi aigaaiiuu
beslissing over elke mobilisatie. Verbod van d_at m 1928 voor ongeveer 24 millioen pond
alie gewapende corpsen, die niet zijn voorge
schreven bij de Wet.
2. Voltooiing der sociale verzekering (Ziek
teverzekering. Moederschapszorg enz.) Staats-
pensionneering en verbetering der bestaande
invaliditeits- en onderdomszorg.
3. Uitbreiding en volledige uitvoering der
Arbeidswet. Bijzondere bescherming der ar
beid (st)ers in de huisindustrie. Wettelijke re
gelingen van vacantie voor alle werknemers,
met een bijzondere regeling voor jeugdige
personen.
4. Werkverruiming, Werkloozenzorg. Wette
lijke regeling der Werkloozenverzekering.
5. Ratificatie van de achturen-conventie
van Washington en andere conventies der In
tern. Arbeids-conferenties.
6. Medezeggenschap en bedrijfsorganisatie.
Staatstoezicht op kartels en trusts. Staatstoe
zicht op het bankbedrijf.
7. Volledige uitvoering van de Woningwet.
Krachtige bevordering van den bouw van ar-
beiderswiningen en van stelselmatige oprui
ming van krotten. Afschrijving van crisis
subsidies.
8. Pachtwetten ter bescherming van den
huurboer. Uitbreiding van cultuurgronden.
Arbeidswetgeving voor den landarbeid. Mini-
mum-loonen voor landarbeiders. Behoud van
de Zuiderzeegronden in Staatseigendom, mede
ter voorbereiding van socialisatie.
9. Verdere opheffing der onderwijsverslech-
teringen. Zorg voor de niet-leerpllchtige
jeugd. Uitbreiding van nijverheids- en han
delsonderwijs. Wettelijke regeling van het
voorbereidend onderwijs. Wederopbouw van
vervolgonderwijs. Verstrekking van middel
baar en hooger onderwijs alleen aan daarvoor
geschikte kinderen, voor onbemiddelden met
steun van de overheid. Bevordering van kunst
en volksontwikkeling. Bevordering van het
schoolartsenwezen.
10. Belasting naar draagkracht. Verlichting
van belastingdruk voor kleine inkomens, ook
door vermindering van indirecte belastingen.
Afschaffing der rijwielbslasting. Verbetering
van de financieele- verhouding tusschen Rijk
en gemeente, zonder aantasting der gemeen
telijke autonomie.
11. Verbetering van de salarieering van het
overheidspersoneel, ook van dat in lossen
dienst. Verbetering van de rechtspositie van
het overheidspersoneel en regeling van de
rechtspositie van het personeel in lossen
dienst. Sterke beperking van aanstelling op
arbeidscontract. Betere regeling van het geor
ganiseerd overleg. Regeling van de rechtspo
sitie der hoofdarbeiders.
12. Verbetering van de huwelijkswetgeving
in het belang der vrouw.
13. Bestrijding van het alcoholisme, o.a. door
plaatselijke keuze.
14. Verbetering van de Armenwet. Bestrij
ding van den woeker.
15. Ontwikkeling der overzeesche gewesten
tot zelfbestuur onder inheemsche leiding tot
voorbereiding der onafhankelijkheid. Afschaf
fing van de doodstraf en van de lijfstraffen,
de poenale sanctie, de heerendiensten en de
exorbitante rechten. Herstel van het stakings
recht. Vrijheid van vereeniging, vergadering
en drukpers. Democratiseering van den Volks
raad en handhaving van het college als alge
meene volksvertegenwoordiging. Ruimere le-
venspolitiek. Uitbreiding van de staatsexploi
tatie. Grootere baten" voor Indonesië uit de
koloniale winsten.
Na de heropening des middags deelde de
voorzitter mede, dat de afdeeling Zandvoort
een motie had ingediend, waarin er op wordt
aangedrongen, de Kamerfractie op te dragen
pogingen in het werk te stellen voor het ver
krijgen van een wettelijke regeling, die den
Staat verplicht tot het onderhoud der nagela
ten betrekkingen van hen, die in dienst der
reddingsmijen ana onze kust het leven laten.
Deze motie vond algemeene instemming.
sterling aan boter, kaas, gecondenseerde
melk, eieren en margarine uit Denemarken
is ingevoerd en voor ongeveer elf millioen
pond sterling uit Nederland.
Het Engelsche motorschip „Tantalus," aai
boord waarvan, zooals men weet, twee geval
len van pokken waren geconstateerd, is giste
ren weer uit de Amsterdamsche haven ver
trokken.
De bemanning werd gisterenmorgen van de
quarantaine-inrichting naar boord gebracht.
Vijf leden der bemanning, waarvan drie ter
observatie, blijven voorloopig in de barakken
van het Wilheimina-gasthuis te Amsterdam
achter.
Een mislukte aanbesteding
Bij een gisteren door B. en W. van Deven
ter gehouden aanbesteding van het bouwen
eener nieuwe bewaarschool welke besteding
wegens de hangende kwestie met den Ned.
Aannemersbond al eens was uitgesteld, was
zeer veel belangstelling uit de aannemerswe
reld. Bij opening der bus bleek echtefedat geer
enkel inschrijvingsbiljet was ingeleverd.
H. M. de Koningin en Z. K. H. Prins Hen
drik hebben Zaterdag ten paleize Noordeinde
te 's-Gravenhage een thee gegeven voor H. K.
H. Prinses Juliana en eenige harer studie-
genooten.
Vervolgens stelde de voorzitter aan de orde
een resolutie van het partijbestuur tegen de
oppositiegroep, waarin is vastgelegd, dat
meeningsverschillen over beginselen en tac
tiek der party besproken behooren te worden
in de vergaderingen der partyorganisatie
zelve en de uitdrukkelijke wil wordt uitge
sproken, dat daartoe gestichte andere groe
peeringen zullen worden ontbonden in 't be
lang van de eenheid en van de strydpositie
der party.
Deze resolutie werd na bespreking met 22
stemmen tegen aangenomen.
Daarna werd het Congres gesloten.
Op de vragen van den heer Danz betref
fende herziening van het Veiligheidsbesluit-
1916, waarbij het gebruik van gevaarlijke
acetyleentoestellen wordt verboden, heeft de
minister van Arbeid, H. en N. geantwoord,
dat hy een spoedige herziening van 't Veilig
heidsbesluit 1916 bevordert, waarby het ge
bruik van gevaariyke acetyleentoestellen ver
boden wordt. Deze aangelegenheid had trou
wens, zooals uit de centrale verslagen bekend
is, de büzondere aandacht van den dienst der
Arbeidsinspectie. Een verbodsbepaling zal,
naar de meening van den minister, zich moe
ten uitstrekken over alle toestellen, waarin
__v de gasontwikkeling in den gashouder onder
bestuur van Leiden elk denkbeeld voor den 1 een beweeglijke klok geschiedt, en voorts over
wederopbouw welkom zyn zal; gaarne zal de
rector-manificus zoodanige denkbeelden in
ontvangst nemen en dan dadeiyk doorgeven
aan den burgemeester.
Nog een aantal registers onder het
tis zichtbaar.
Thans, nu men is opgehouden met water
te geven, is gebleken, dat er nog een be
langrijk aantal registers van den Burgerlüken
Stand onder het ijs zichtbaar zyn. Oogen-
schyniyk zyn alle gaaf gebleven. Men zal
trachten deze tydig in veiligheid te brengen,
voordat de dooi haar vernietigende werking
doet gelden. Zooals reeds gemeld zyn reeds
150 registers, zijnde 1/3 van het totaal, in
veiligheid kunnen worden gebracht.
Ged. Staten van Limburg hebben niet in-
ewilligd het verzoek van den heer Th. M.,
bioscoopexploitant te Sittard, om het besluit
van B. en W., waarby zyn vergunning om
bioscoopvoorstellingen te geven voor een
maand werd geschorst, niet te doen uitvoeren.
Niettemin heeft M. Zaterdag, Zondag en gis
teren voorstellingen gegeven. Telkens werd
proces-verbaal opgemaakt.
de gesloten toestellen, waarin het acetyleen
een overdruk krygt, welke een nader te bepa
len grens overschrydt en die daarby een
grootere lading hebben dan een half K.G.
carbid.
Het Tweede Kamerlid, de heer Van Rap-
pard, heeft den minister van Financiën,
voorzitter van den raad van ministers, de
volgende vragen gesteld:
Heeft de regeering, nu het handelstractaat
met Duitsehland aan het einde van dit jaar
al dan niet verlengd moet worden, reeds
stappen gedaan by de Duitsche regeering,
om het invoerrecht op warmbloedpaarden
verlaagd te krijgen? Zoo neen, is de regeering
dan niet van oordeel, dat zoo spoedig moge-
ïyk, met het oog op de belangen van een
groot gedeelte van onze landbouwende be
volking, daartoe moet worden overgegaan?
Zoo Ja is de regeering bereid, de resultaten
der onderhandelingen mede te deelen?
De wedstrijden om het persoonlijk
kampioenschap
Maandagavond hadden in het R.K. Ver-
eenigingsgebouw aan de Brouwerskade de
eerste ontmoetingen plaats. Voorloopig zal
er elke week een ronde gehouden worden.
Over het algemeen werd er goed en met veel
enthousiasme gespeeld. Evenals in vele wed.
stryden, kwamen ook in deze eerste ronde
verrassingen en teleurstellingen. Hieronder
laten wy dan eenigszins omschreven het
verloop van de diverse partijen volgen.
G. BumpN. v. d. Berg Hoewel laatst
genoemde vrij spoedig een schijf verloor,
bood hy echter danig tegenstand. Eerst in
het gevorderde eindspel slaagt G. Rump er
in zijn party in winst om te zetten.
J. v. DijSJ. Fictoor Ook hier won
eerstgenoemde spoedig een schijf. Bovendien
wist deze in gevorderd middenspel doorbraak
naar dam te forceeren. J. Fictoor, die hier
door in een hopeloozen stand kwam te
staan, gaf weldra op.
C. StijnmanP. Mul Een spannende
party, waarin aanvankelijk beide spelers
geen kans op eenige winst boden. In het
middenspel gelukte het P. Mul, ten koste van
een schyf een doorbraak naar dam te ver
kregen en kwam hy in voordeeligen stand
te staan. Door de minder juiste voortzet
tingen van C. Stijnman werd diens positie
aanmerkelijk nadeeliger.
Na een langdurig eindspel gelukte het
P. Mul dan ook twee kostbare punten in de
wacht te slepen.
D. RumpC. Gastelaars Tot ver in het
middenspel bleef hier de strijd geiyk. Laatst
genoemde wist echter geleidelijk een gun-
stigen stand op te bouwen, hetgeen Rump
spoedig twee schüven kostte. Hoewel nog
eenigen tyd werd doorgespeeld, moest D.
Rump de vlag strüken.
J. SmitC. Warmerdam Een der mooi
ste en spannendste partyen van de eerste
ronde.
Hier bleek de St. Bavospeler Warmerdam
in zeer goede conditie te zyn. Aan dit bord
kon met reebt gezegd worden, dat beide
spelers elkaar iederen duim gronds betwistte.
Hoewel o.i. Warmerdam in gevorderd eind
spel voordeeliger stond, zag hij echter geen
kans tot winnen, waardoor de punten broe-
deriyk werden verdeeld.
P. H. MeureH. Rump Zeker een niet
minder spannende party dan de vorige, waar
menige moeiiyk te berekenen stand in voor
kwam. Dit scheen vooral H. Rump veel
tyd te kosten, die dan ook in het middenspel
ln tydnood geraakte. Laatstgenoemde kwam
als vanzelf sprekend in een minder gunstige
positie te staan, en moest eenige schyven
offeren om een doorbraak naar dam te
forceeren. Na nog langen tijd gespeeld te
hebben, gelukte het hem echter niet remise
te halen en kon P. Meure zyn eerste winst
punten noteeren.
De tweede ronde zal plaats hebben op
Woensdag 27 Februari, in het gebouw van
de R.K. Militairenvereeniging aan de Zoe-
testraat.
In verband met de heerschende kou en
ziekte zal de oefenavond op a.s. Dinsdag
avond in Stoop's Bad NIET doorgaan.