Van Alles en van Overal Weawe Haarlemscie Cosranl PUROL De regeling van de financieele verhouding tusschen Rijk en Gemeente AAN ONZE LEZERS DERDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT - DINSDAG 19 FEBRUARI 1929 BLADZIJDE 1 JAARBEURS BINNENLANDSCH NIEUWS Woningen voor bejaarde echtparen Schrale huid De droogmaking der Zuiderzee Uit de R.K. Staatspartij Na den Stadhuisbrand te Leiden Het congres der S.D.A.P. Winterhanden Wintervoeten De invoer in Engeland van Nederlandsche producten De „Tantalus" weer vertrokken De actie der aannemers Een thee voor Prinses Juliana SPORT EN WEDSTRIJDEN DAMMEN District H. en O. van den Ned. R.K. Dambond Het gevaar van acetyleen- toestellen De filmoorlog in het Zuiden Het invoerrecht op warmbloed-paarden „De Waterratten" Spoort al Uw kennissen aan hun vraag- en aanbod-adver tenties te plaatsen in onze eigen 187 En weer Is ei ln Utrecht een jaarbeurs geopend de twintigste. Jaren achtereen ga ik nu reeds, telkens daags voor de opening eener nieuwe jaarbeurs, naar Utrecht de vorige moest ik door mijn verblijf in Sidney overslaan en telkens weer is er wat anders, wat nieuws van te vertellen. En toch, het is telkens weer, twee malen per jaar, de Jaarbeurs waar ik heen ga, telkens weer die zelfde tentoonstelling, die geen tentoonstelling is, waarover ik moet schrijven. Daar gebruik ik nu zelf dat verkeerde woord tentoonstelling; verkeerd, omdat een Jaarbeurs geen tentoonstelling is, ten minste niet in den zin, dien wij gewoon zijn onder dit woord te verstaan. Een tentoonstelling, dat is zoo langzamer hand geworden een plaats waar men plezier maakt, waar 8-banen en shimmy-huizen en reusachtige bierlokalen zijn en waar men nebenbei ook nog het een en ander te zien krijgt op het gebied van kunst en handel en nijverheid. Dit verstaat men tegenwoordig onder „tentoonstelling" en al hebben we nu ook al negentien jaarbeurzen gehad, er zijn er nog duizenden, die, a's ze het woord jaarbeurs hooren, denken aan wat ze onder een ten toonstelling verstaan. En dat is verkeerd. Op een jaarbeurs wordt geen plezier ge maakt, daar wordt alleen gewerkt en voor den uitgaanden mensch, den mensch die afleiding zoekt en zich wil onttrekken aan de dagelijksche werksleur is een jaarbeurs dan ook niets. De jaarbeurs is als het ware het oog en het oor van den handel; de jaarbeurs is de schakel tusschen den producent en den wederverkooper en als zoodanig heeft het pub'iek er feitelijk niets mee te maken. En omdat de jaarbeurs geen kijkspul is, omdat op de jaarbeurs alleen zaken gedaan worden en „het publiek" er niet komt, zijn er ook geen 8-banen en geen shimmy-huizen noodig, want in zulke inrichtingen kun je nu eenmaal geen zaken doen daarvoor zit Je er niet rustig genoeg. Het heeft vrij lang geduurd, eer handel en industrie algemeen inzagen, van hoe groot nut de Jaarbeurs voor hen was velen bleven er lang twijfelend tegenover staan, maar toch, meer en meer werden er voor de inste'ling gewonnen en nu eindelijk kan het jaarbeursbestuur wel zeggen, dat het 't pleit gewonnen heeft. Dat leert wel de wijze, waarop velen als het ware een wedloop hebben aangegaan naar deze twintigste jaarbeurs, waarvan het ge volg is geweest, dat het bestuur heeft moeten erkennen, dat de voorbereiding voor deze beurs voorspoedig is geweest te voorspoe dig zelfs, want veel te vroeg reeds moest het bordje „Uitverkocht" worden opgehangen. Hoewel door den aangevangen bouw van het tweede jaarbeursgebouw, dat men in 1930 hoopt te kunnen openen, de gebouwenruimte voor het oogenblik, door afbraak, eenigszins verminderd is, is daaraan ruimschoots tege moet gekomen door den bouw van een aantal tijde'.ijke paviljoens op het Vreeburg, dat daarvoor geheel in beslag genomen is. Maar niettegenstaande dat daardoor aan 1151 deel nemers plaatsruimte beschikbaar gesteld kon worden aan de vorige voorjaarsbeurs na men slechts 1089 firma's deel moesten er toch nog 172 worden afgewezen, omdat er geen plaats meer was en konden 16 andere maar een deel krijgen van de ruimte, waar over zj) hadden wi'len beschikken. Telken jare is er meer grondoppervlakte aan de deelnemers verhuurd dan het jaar te voren en als die gemiddelde stijging van alle voorgaande jaren ook dit jaar was voortgezet, dan zou er voor deze 20ste Jaar beurs 9600 M2 verhuurd moeten zijn. Maar er is in werkelijkheid 9925 M2 verhuurd en als ze er maar waren geweest, had men kunnen verhuren 11210 M2., een oppervlakte, die met meer dan 1000 M2 overtreft hetgeen men, ware de stijging constant gebleven, eerst op de 22ste beurs had kunnen ver wachten. Er valt dus niet te klagen en het bestuur klaagt dan ook niet integendeel, het ziet de toekomst met groot vertrouwen tegemoet. Want er zijn teekenen, die er op wijzen, dat ook in buitenlandsche inkoopkringen de be langstelling voor onze Utrechtsche Jaar beurs steeds grooter wordt en dat voortdu rend meer buitenlandsche koopers naar Utrecht getrokken worden. Voor de eerste maal is op deze beurs bij voorbeeld Hongarije officieel vertegenwoor digd (door het Stede'ijk Verkeersbureau te Boedapest) en komt Ford met een eigen paviljoen uit, dat dubbel zoo groot zou ge weest zijn als het is, wanneer het Vreeburg maar grooter geweest was. Verschillende groepen bouwmaterialen en meubelen bijvoorbeeld zijn weer aan merkelijk uitgebreid en bieden dus hun die komen om hun inkoopen te doen weer meer keuze. Maar tevens is dit een bewijs, dat steeds meer fabrikanten het nut van de Jaarbeurs inzien, als een onontbeerlijke trait d'union tusschen hen en hun klanten, de wederverkoopers. Een Jaarbeurs is geen tentoonstelling, heb ik in den aanvang gezegd. En toch, gedeeltelijk is de Utrechtsche Jaarbeurs dat weer wel, zij het dan ook zon der 8-banen en shimmy huizen. Ik bedoel de inzending, de steeds groote en grootsche inzending van het Koloniaal Instituut, die altijd iets belangrijks te zien geeft, ook voor den leek, ook voor den niet-zakenman. Ditmaal vooral komt dat duide'ijk uit, nu deze afdeeling een overzicht geeft van de thee-bereiding 'n Nederlandsch-Indië, die met gebruikmaking van de origineele machinerieën van het begin het pas ge plukte blad tot het einde de thee zooals wij die kennen te zien gegeven wordt. Belangwekkend en leerrijk, vooral voor menschen als wij, die leven in het land, waar, na Engeland, de meeste thee verbruikt wordt. Maar Engeland wint het toch nog met vele lengten: in 1927 bijvoorbeeld werd daar per hoofd der bevolking 8.24 pond thee ver bruikt; bij ons in Nederland 2.68 pond. ARTHUR TERVOOREN. (Ingezonden) De Burgemeester der gemeente Heemskerk de heer J. J. M. Wiegman, schrijft ons: Het zij mij vergund, naar aanleiding van het ingezonden stuk van mijn ambtgenoot van Noordwykerhout in uw blad van Dins dag 12 Febr. J.I., over de regeling der Finan cieele verhouding tusschen Rijk en Gemeente, een enkele opmerking te maken. Inzender betoogt, dat verschillende bepa lingen in het wetsontwerp der Ministers de Geer en Kan in de praktijk zullen beteekenen een bevoordeeling van de stad ten koste van het platteland. Al ben ik het lang niet met het geheele betoog van mijn collega eens, toch ligt het niet in mijn voornemen, daarop in te gaan, daar het doel van dit schrijven slechts is eerstens uitdrukking te geven aan een gevoel van spijt, dat inzender zich geroepen heeft gevoeld onder de aandacht te bren gen van het groote krantenlezend publeik dat van een bij uitstek technisch ontwerp als het onderhavige, toch zoo weinig begrijpt en kan begrijpen een ingezonden stuk, dat de, voor de bevordering van algemeene be langen toch reeds zoo onvruchtbare, tegen stelling tusschen stad en platteland, die uiteraard bestaat en zal blijven bestaan, nog op onnoodige wijze toespitst en verscherpt, terwijl naar mijne meaning van een dergelijk ingezonden stuk in werkelijkheid toch geen succes mag worden verwacht ter voorkoming van voor het platteland dreigend gevaar, gesteld, dat het bestond in de mate als in zender het ziet. Maar tweedensis het, en wel het voor naamste doel van dit schrijven, op te komen tegen de passage in genoemd stuk betreffende de Vereeniging van Nederlandsche Gemeen ten. Het is mij niet bekend, of het artikeltje onder het oog van het bestuur der Vereeni ging is gekomen en zoo ja, of dan van die zijde een verweer te wachten is. Ik voor mij wensch deze passage niet onweersproken te laten en wel, omdat zich door den inhoud daarvan een naar mijne meening absoluut onjuiste indruk over de Vereeniging van Ne derlandsche Gemeenten op het platteland heeft gevormd ik heb dat reeds ondervon den of zich zou kunnen vormen. Wat toch is het geval? De Vereeniging heeft zich reeds maanden vóórdat de heer van Iersel plaatsing van zijn ingezonden stuk vroeg en verkreeg, zeer actief en intens bezig gehouden met bedoedl wetsontwerp; zij heeft enquêtes onder de Gemeentebestu ren ingesteld, een Commissie en sub-Com missies ter bestudeering van het zeer moei lijke en ingewikkelde vraagstuk benoemd, vergaderingen belegd met al haar onderaf- deelingen in de provincies en daarna als resultaat van al deze werkzaamheden wier bloote vermelding naar mijne vaste overtuiging geen flauw begrip kan geven van haar omvang onder dagteekening van 14 Januari 1929 een rapport met haar beschou wingen over het wetsontwerp aan de Minis- ters^de Geer en Kan ingediend. En in dit rapport nu worden de meeste door mijn ambt genoot speciaal voor het platteland naar voren gebrachte bezwaren reeds overwogen en zeer uitvoerig behandeld, terwijl ten slotte middelen aan de hand worden gedaan om die bezwaren te ondervangen. Daar is dan eerstens het Gemeentefonds en de verdeeling daarvan onder de gemeen ten. Onder punt 2 der Algemeene Beschou wingen van het rapport spreekt het Bestuur der Vereeniging uitdrukkelijk als zijne mee ning uit. dat het fondsstelsel van het regee- ringsontwerp voorloopig zou kunnen worden aanvaard op grond van de urgentie der verbetering van den bestaanden toestand. Het bestuur zegt er volkomen van overtuigd te zijn, dat een poging tot vervanging van het in het wetsontwerp voorkomend verdee- lingsstelsel door het door het bestuur be doelde stelsel nog een voorbereiding van ge- ruimen tijd, wellicht van jaren, zou vorderen en het meent de verantwoordelijkheid niet te kunnen aanvaarden, als gevolg daar van de tot standkomlng van het wetsontwerp aanmerkelijk te vertragen. Het bestuur wenscht het fondsstelsel dus voorloopig te aanvaarden. Hiermede bedoelt het, dat met dit stelsel voor de eerste periode van 5 jaar genoegen ware te nemen, doch dat ter stond de voorbereiding van het andere, door het bestuur voorgestane stelsel, ter hand zal moeten worden genomen, hetwelk bij het verstrijken van deze eerste vijfjarige periode het fondsstelsel met de daarnaast in spe ciale wetten geregelde vergoedingen zou moe ten vervangen. En bij de bespreking van art. 4 van het wetsontwerp, behelzend de bekende formule, zegt het rapport: „Bij onze beschouwingen over deze formule stellen wij, in anasluiting op hetgeen daaromtrent hierboven is opge merkt, op den voorgrond, dat wij in het al gemeen tegen het doen van uitkeeringen op grond van een formule, die voor alle gemeen ten en in alle omstandigheden werken moet, bezwaar hebben. De toestanden in de ver schillende gemeenten loopen zoozeer uiteen, dat een formule, die voor een aantal ge meenten tot bevredigende uitkomsten leidt, noodzakelijk in andere gevallen onbillijkhe den moet veroorzaken." Bij de behandeling van den „Draagkracht factor" en „De druk van uitgaven", worden de door inzender aangevoerde bezwaren op den keper beschouwd en verbeteringen voor gesteld, waarvan wel de voornaamste is die speciaal voor de kleinere gemeenten een groote hulp en tegemoetkoming zal betee kenen dat 50 pet. der jaarwedden van den burgemeester en secretarie door het Rijk aan de gemeenten zal worden vergoed. Het door inzender naar voren gebrachte bezwaar betreffende de grondbelasting wordt door het rapport der Vereeniging ten volle erkend en een voor het platteland ab soluut bevredigende wijziging wordt voorge steld, n.l. dat aan de gemeenten 90 pet. van de g e z a m e n lij k e opbrengst der grondbe lasting, zoowel op de gebouwde, als onge bouwde eigendommen, wordt gegarandeerd. En zoo zijn nagenoeg alle ingebrachte be zwaren in het m.i. zeer doorwrochte rapport waarvan ik de lezing aan ieder, die in deze materie belang stelt, ten volle kan aan bevelen behandeld en waar mogelijk en noodig wijziigngen voorgesteld, die naar mijn meening voor het platteland evenzoo vele verbeteringen behelzen. Het is dan ook mijn vaste overtuiging, en ik wensch daar met grooten nadruk op te wijzen, dat de Vereeniging van Nederland sche Gemeenten juist door de wijze van be handeling van het onderhavige wetsontwerp heeft getoond te zijn een Vereeniging voor alle gemeenten en dat de belangen van het platteland haar zeker even na aan 't harte liggen als die van de stad. Dat het platteland dit gelukkigerwijze heeft ingezien, moge m.i. blijken uit het feit, dat juist in de laatste maanden, dus voorname lijk sinds de Vereeniging haar meergenoemde actie heeft ontplooid, vele volgens het Weekblad voor Gemeentebelangen bedroeg het aantal leden op 2 November 1928, 779 en op heden 852, een toename dus van 73 - plattelandsgemeenten als lid der Vereeniging zijn toegetreden. J. J. M. WIEGMAN Heemskerk, 15 Februari 1929. In Tuindorp—Watergraafsmeer B. en W. van Amsterdam stellen den Raad hunner gemeente voor: hen te machtigen tot het doen bouwen van veertig woningen voor bejaarde echtparen op het terrein aan den Brink in het Tuin dorpWatergraafsmeer. ten behoeve van den bouw beschikbaar te stellen: a. een bouwcrediet tot een bedrag van ten hoogste 98850; b. een bijdrage a fonds perdu ten bedrage van ten hoogste 40.000. en gesprongen handen genezen direct en blyven heerlijk zacht en lenig met AKKER'* KLOOSTERBALSEM bijt niet! Ministerieel antwoord op de vragen van den heer Hiemstra Op de vragen van den heer Hiemstra be treffende verplaatsing van visschers naar Duitsehland in verband met de droogma king van de Zuiderzee en inzake het instel len van een onderzoek naar de geschiktheid van het dorp Oostmahorn als plaats voor vestiging van visschers, heeft de minister van Waterstaat het volgende geantwoord: De generale commissie, bedoeld in art. 3 der Zuiderzee-steunwet, heeft, ten einde in daartoe leidende gevallen desgevraagd de noodige voorlichting te kunnen geven, een onderzoek ingesteld naar de mogelijkheid van de verplaatsing van Zuiderzeevisscherij bedrijven naar Oost-Friesland (Duitsch 'and). Zij is daarbij tot de slotsom gekomen, dat het geen aanbeveling verdient in het alge meen de verplaatsing van belanghebbenden in den zin der Zuiderzee-steunwet te bevor deren, doch dat bij haar geen bezwaar be hoeft te bestaan om in bijzondere gevallen aan belangstellenden, die uitdrukkelijk daar toe den wensch te kennen geven en zich aldaar als visschers kunnen vestigen, tege moetkomingen te verleenen, om hen in staat te stellen een Visscherijbedrijf in Oost- Friesland te beginnen. Bij het gemeentebestuur van Ulrum zijn plannen in overweging tot verbetering van de visschershaven te Zoutkamp, waarvoor rijkssubsidie is gevraagd. Omtrent deze aan gelegenheid is een onderzoek gaande Het te mogelijk, dat dit onderzoek zal uitwijzen, dat het niet aanbevelenswaardig is ter plaatse een goed uitgeruste visschershaven in te richten. Ingeval men echter te Zoutkamp tol de voorgestelde verbetering zou behooren over te gaan, zal de concurrentie van Oost mahorn wel niet in het leven mogen worden geroepen. Alsdan zou Oostmahorn dus niet een geschikte plaats wezen tot vestiging van visschers Het komt den minister uit hoofde van een en ander geraden voor, het onder zoek met betrekking tot de haven te Zout kamp af te wachten, alvorens verdere stap pen te doen. Prof. Veraart weigert een vrjjen zetel Naar de „Resb." verneemt, heeft Prof Veraart thans volgend schrijven aan het Partijsecretariaat verzonden: Mijne Heeren! In antwoord op Uw schrijven van 12 Fe bruari J.l. heb ik de eer u te berichten, dat ik, ten volle handhavende mijn rechten op den kwaliteitszetel voor Arbeidszaken en het Arbeidsvraagstuk, niet wensch te worden be schouwd als te zijn aangewezen voor een vrije plaats in de kieskringgroepen, waar ik ben gesteld. Onnoodig U te. zeggen, dat ik Uw beslis sing, „de aanwijzing van prof. dr J. A. Ver aart voor den kwaliteitszetel voor Arbeids zaken en het Arbeidsvraagstuk niet goed te keuren", welke beslissing immers geheel in strijd is met 't geschreven recht onzer Partij, volstrekt nietig acht. Naar ik verneem, zal binnen korten tijd 'n vergadering van den Partijraad worden ge houden, waarop men zal trachten, het on recht, door het Centraal College bedoeld in het Kiesreglement, en in verband daarmee door het Partijbestuur gepleegd, te herstel len Met volle gerustheid wacht ik de be slissing van deze vergadering af. De candidatuur Ir. Bongaerts Naar de „N.K-." verneemt, heeft de heer ir M. Bongaerts, oud-minister van Water staat, aan het bestuur der Kath. Staatspartij medegedeeld, dat hij in aanmerking wenscht te komen voor een vrijen zetel in den Kies kring Limburg De candidatuur Mr. Kropman Naar de Msb. verneemt, zal de heer mr. G. C. J. D. Kropman te Amsterdam, in de kies kringen waarin hij candidaat is gesteld, niet opteeren voor den kwaliteitszetel, doch alleen voor de vrije plaats. Een proclamatie van den burgemeester De burgemeester van Leiden, mr. A. van de Sande Bakhuyzen, heeft een proclamatie tot de burgerij van Leiden gericht, waarin hij o.m zegt; „Na wat ik, terwijl de puinhoopen van het grootste sieraad van onze stad nog branden de waren, als voorzitter van den gemeente raad, overweldigd en geslagen door de ont stellende gebeurtenis kon zeggen, gevoel ik behoefte mij als burgemeester rechtstreeks te wenden tot de burgerij van onze zwaar beproefde stad om haar mijn innige deelne ming te betuigen. Ik gevoel alle moeilijk heden, die het voortzetten van het stadsbe stuur nu met zich brengen gaat; ik gevoel den last, dien u allen gedurende jaren zult ervaren Ik gevoel de teleurstelling, die een tiidelijké stilstand in den vooruitgang der stadsontwikkeling voor ons allen meebrengt. Ik gevoel de beteekenis van het verlies van zooveel waardevolle ervaringen, die in de verzamelde gegevens op het stadhuis be waard werden Ik weet, dat de ramp voor Leiden een financieel nadeel is, dat goed ge maakt moet worden misschien ten koste van andere gewenschte verbeteringen. Ik ken u genoeg om te weten, dat gij dit alles met ge latenheid zult dragen. Maar ver daarboven klinkt uit alles, wat ik van u hoor, blijkt uit alles wat ik van u bemerk, de klacht van den jammer, klinkt de stem van het harteleed, wanneer gij, op schrikt door de gedachte: ons stadhuis staat er niet meer, wanneer gij denkt: onze toren ,Geen goud zoo goed? doet zijn vertrouwde klokjes niet meer door ons huis en door onze straten beieren, wan neer gij, van buiten komend, den aanblik van uw eigen stad niet meer herkent. Dan knijpt u en mij het harte toe van pijn. Van uw bedroefde gezichten en uit uw brieven lees ik, dat dit de smart is, die u bevangen houdt en ik begrijp, dat hoop in u opwelt, en ik wilde wel dat het mij gegeven ware, woorden van troost te spreken en liever nog daden tot spoedige vertroosting te doen, zoodat ik u bij het loopen langs de ruïnes de tranen in de oogen mocht besparen door nu reeds een toekomstbeeld te bieden. In de stad, in uw dagbladen, in het gan- sche land loopen geruchten over aan het gemeentebestuur toegeschreven plannen en van alle kanten komt een overweldigende stroom van stemmen, die roepen om behoud van den gevel, van den toren, om herbouw. Laat mij u zeggen, dat de meest noodige gegevens om een meening te vormen, om plannen te maken, laat staan om beslissin gen te nemen, nog ontbreken en noodzake lijkerwijs zoolang zullen ontbreken tot de dooi een deskundig onderzoek van wat bleef staan, door monument-kundigen mogelijk yal maken. Eerst daarna kan het gemeente bestuur zichzelf een meening vormen over hetgeen mogelijk is De vraag, wat wensche- lijk is, zal na voorlichting over het mogeliike door u moeten worden uitgemaakt. Uw wenschen zullen bij beslissing groot gewicht ;n de schaal leggen en ik wil u opwekken om van uw inzichten en wenschen zoo dui delijk mogelijk te doen blijken Indien de burgerij van éénen zin is. laat dat dan ook uw bestuur weten. Zijn bestuur zal daardoor gemakkelijker tot uitvoering komen en be spoedigd worden Wat er verrijzen moge, worde geschraagd door een eensgezinde bur gerij. Als hoofd van de brandweer en de politie is bet mij een behoefte, openlijk mijn tevre denheid en dank uit te spreken aan de lei ders en aan het personeel van die diensten, die onder moeilijke omstandigheden met vuur °en groote toewijding hun plicht en hun best ged£-n hebben. Aan alle burgers eindelijk mijn harteliiken dank voor de mij toe6troomende bewijzen van deelneming en hulpvaardigheid en voor de voorbeeldige en treffende wijze, waarop zij de zaak van het gemeentebestuur trach ten te verlichten." Naar aanleiding van de proclamatie van den burgemeester heeft de dijkgraaf van Rijn- tand, mr. P. A. Pijnacker Hordijk, een com missie gevormd, waarin afgevaardigden uit alle lagen der burgerij zitting hebben, ten einde haar gelegenheid te geven zich te uiten De Leidsche rector magnificus, Jhr mr. W. J. M. van Eysinga, de voorzitter van den Universiteitsraad, mr. W. A. Mees, en de nraeses collegi namens alle Leidsche studen ten, H. P. Linthorst Homan, schrijven: In den brief, die de Senaat der Leidsche Universiteit eenige weinige uren nadat het stadhuis in vlammen opging, tot den Ge meenteraad richtte, schreeft hij o.a. 't volgen de: „Van al de gebouwen, waaraan het va derland den roem dankt van eigen nationale oude bouwkunst, was er geen ander, dat zoo wezenlijk en op zoovele wijzen symbool en uitdrukking mocht heeten van ons volks- en staatsbestaan in de dagen van vorming en jonge kracht. Leidens stadhuis was een na tionaal gedenkteeken, niet voor de stad al leen. De eerbied voor het geslacht, dat den kamp bestond en den bouw stichtte, legt ons ebiedend op te zorgen, dat de daad, die thans een blind onheil vordert van de twin tigste eeuw, die der zestiende waardig zij." Wij hebben het volle vertrouwen, dat het Gemeentebestuur van Leiden, bij hetwelk de beslissing berust over den herbouw, die be slissing slechts zal nemen na zich op de al lerbeste wijze te hebben doen voorlichten over de moeilijkheden van dien herbouw, en dat het daarbij ook zal rekening houden met de zoo algemeen gevoelde wenschelijkheid om althans den gevel aan de Breestraat en den toren te herstellen in den vorm, die ieder Nederlander zoo lief is geworden. De voor bereiding dier beslissing zal tijd kosten en eerst als de bouwplannen vasten vorm zullen hebben aangenomen, zal kunnen worden uitgemaakt op welke wijze ook het particu liere initiatief, dat reeds thans wil deelne men aan den wederopbouw, zijn wenschen zal kunnen omzetten in daden. Deze daden zullen dan wel den vorm hebben aan te ne men van schenkingen van bepaalde stukken der afwerking van het gebouw- Tot hen, die dan zeer zeker niet achter zullen willen blijven, behooren in de eerste plaats ook de vele duizenden in den lande, die, doordat zij vroeger in Leiden hebben ge studeerd of dit thans doen, dan wel, door dat zij hun levenstaak vinden in de hand having en zoo mogelijk verhooging van het wetenschappelijk peil der universiteit, te za- men uitmaken wat wel genoemd is de Uni- versitas Leidensis Maxima. Het is tot deze allen, dat wij ons richten met de verzeke ring, dat wij diligent blijven in hun geest en dat wij, met volle vrijlating van diegenen, die tneenen reeds thans gelden te kunnen in zamelen, nadere voorstellen zullen doen, zoo dra deze vaste vormen zullen kunnen aan nemen; zóó zal de Leidsche academie in ha ren wijdsten zin in den wederopbouw van het stadhuis het aandeel hebben, dat, wij zijn er van overtuigd, elk harer leden wenscht. Het is ons bekend, dat aan het Gemeente- Verkiezingsprogram aangenomen Zooals wij gisteren reeds in een gedeelte onzer oplage mededeelden, heeft het Congres te Nijmegen der S. D. A. P. gisteren het ver kiezingsprogram met enkele kleine wijzigingen als volgt vastgesteld. 1. Ontwapening, nationaal en Internatio naal. Ondersteuning en democratiseering van den Volkenbond. Voorafgaande parlementaire Een Reuter-telegram uit Londen meldt, dat de minister van handel gisteren op een vraag in het Lagerhuis heeft meegedeeld. ucii v uiauivuiiu. v wi aigaaiiuu beslissing over elke mobilisatie. Verbod van d_at m 1928 voor ongeveer 24 millioen pond alie gewapende corpsen, die niet zijn voorge schreven bij de Wet. 2. Voltooiing der sociale verzekering (Ziek teverzekering. Moederschapszorg enz.) Staats- pensionneering en verbetering der bestaande invaliditeits- en onderdomszorg. 3. Uitbreiding en volledige uitvoering der Arbeidswet. Bijzondere bescherming der ar beid (st)ers in de huisindustrie. Wettelijke re gelingen van vacantie voor alle werknemers, met een bijzondere regeling voor jeugdige personen. 4. Werkverruiming, Werkloozenzorg. Wette lijke regeling der Werkloozenverzekering. 5. Ratificatie van de achturen-conventie van Washington en andere conventies der In tern. Arbeids-conferenties. 6. Medezeggenschap en bedrijfsorganisatie. Staatstoezicht op kartels en trusts. Staatstoe zicht op het bankbedrijf. 7. Volledige uitvoering van de Woningwet. Krachtige bevordering van den bouw van ar- beiderswiningen en van stelselmatige oprui ming van krotten. Afschrijving van crisis subsidies. 8. Pachtwetten ter bescherming van den huurboer. Uitbreiding van cultuurgronden. Arbeidswetgeving voor den landarbeid. Mini- mum-loonen voor landarbeiders. Behoud van de Zuiderzeegronden in Staatseigendom, mede ter voorbereiding van socialisatie. 9. Verdere opheffing der onderwijsverslech- teringen. Zorg voor de niet-leerpllchtige jeugd. Uitbreiding van nijverheids- en han delsonderwijs. Wettelijke regeling van het voorbereidend onderwijs. Wederopbouw van vervolgonderwijs. Verstrekking van middel baar en hooger onderwijs alleen aan daarvoor geschikte kinderen, voor onbemiddelden met steun van de overheid. Bevordering van kunst en volksontwikkeling. Bevordering van het schoolartsenwezen. 10. Belasting naar draagkracht. Verlichting van belastingdruk voor kleine inkomens, ook door vermindering van indirecte belastingen. Afschaffing der rijwielbslasting. Verbetering van de financieele- verhouding tusschen Rijk en gemeente, zonder aantasting der gemeen telijke autonomie. 11. Verbetering van de salarieering van het overheidspersoneel, ook van dat in lossen dienst. Verbetering van de rechtspositie van het overheidspersoneel en regeling van de rechtspositie van het personeel in lossen dienst. Sterke beperking van aanstelling op arbeidscontract. Betere regeling van het geor ganiseerd overleg. Regeling van de rechtspo sitie der hoofdarbeiders. 12. Verbetering van de huwelijkswetgeving in het belang der vrouw. 13. Bestrijding van het alcoholisme, o.a. door plaatselijke keuze. 14. Verbetering van de Armenwet. Bestrij ding van den woeker. 15. Ontwikkeling der overzeesche gewesten tot zelfbestuur onder inheemsche leiding tot voorbereiding der onafhankelijkheid. Afschaf fing van de doodstraf en van de lijfstraffen, de poenale sanctie, de heerendiensten en de exorbitante rechten. Herstel van het stakings recht. Vrijheid van vereeniging, vergadering en drukpers. Democratiseering van den Volks raad en handhaving van het college als alge meene volksvertegenwoordiging. Ruimere le- venspolitiek. Uitbreiding van de staatsexploi tatie. Grootere baten" voor Indonesië uit de koloniale winsten. Na de heropening des middags deelde de voorzitter mede, dat de afdeeling Zandvoort een motie had ingediend, waarin er op wordt aangedrongen, de Kamerfractie op te dragen pogingen in het werk te stellen voor het ver krijgen van een wettelijke regeling, die den Staat verplicht tot het onderhoud der nagela ten betrekkingen van hen, die in dienst der reddingsmijen ana onze kust het leven laten. Deze motie vond algemeene instemming. sterling aan boter, kaas, gecondenseerde melk, eieren en margarine uit Denemarken is ingevoerd en voor ongeveer elf millioen pond sterling uit Nederland. Het Engelsche motorschip „Tantalus," aai boord waarvan, zooals men weet, twee geval len van pokken waren geconstateerd, is giste ren weer uit de Amsterdamsche haven ver trokken. De bemanning werd gisterenmorgen van de quarantaine-inrichting naar boord gebracht. Vijf leden der bemanning, waarvan drie ter observatie, blijven voorloopig in de barakken van het Wilheimina-gasthuis te Amsterdam achter. Een mislukte aanbesteding Bij een gisteren door B. en W. van Deven ter gehouden aanbesteding van het bouwen eener nieuwe bewaarschool welke besteding wegens de hangende kwestie met den Ned. Aannemersbond al eens was uitgesteld, was zeer veel belangstelling uit de aannemerswe reld. Bij opening der bus bleek echtefedat geer enkel inschrijvingsbiljet was ingeleverd. H. M. de Koningin en Z. K. H. Prins Hen drik hebben Zaterdag ten paleize Noordeinde te 's-Gravenhage een thee gegeven voor H. K. H. Prinses Juliana en eenige harer studie- genooten. Vervolgens stelde de voorzitter aan de orde een resolutie van het partijbestuur tegen de oppositiegroep, waarin is vastgelegd, dat meeningsverschillen over beginselen en tac tiek der party besproken behooren te worden in de vergaderingen der partyorganisatie zelve en de uitdrukkelijke wil wordt uitge sproken, dat daartoe gestichte andere groe peeringen zullen worden ontbonden in 't be lang van de eenheid en van de strydpositie der party. Deze resolutie werd na bespreking met 22 stemmen tegen aangenomen. Daarna werd het Congres gesloten. Op de vragen van den heer Danz betref fende herziening van het Veiligheidsbesluit- 1916, waarbij het gebruik van gevaarlijke acetyleentoestellen wordt verboden, heeft de minister van Arbeid, H. en N. geantwoord, dat hy een spoedige herziening van 't Veilig heidsbesluit 1916 bevordert, waarby het ge bruik van gevaariyke acetyleentoestellen ver boden wordt. Deze aangelegenheid had trou wens, zooals uit de centrale verslagen bekend is, de büzondere aandacht van den dienst der Arbeidsinspectie. Een verbodsbepaling zal, naar de meening van den minister, zich moe ten uitstrekken over alle toestellen, waarin __v de gasontwikkeling in den gashouder onder bestuur van Leiden elk denkbeeld voor den 1 een beweeglijke klok geschiedt, en voorts over wederopbouw welkom zyn zal; gaarne zal de rector-manificus zoodanige denkbeelden in ontvangst nemen en dan dadeiyk doorgeven aan den burgemeester. Nog een aantal registers onder het tis zichtbaar. Thans, nu men is opgehouden met water te geven, is gebleken, dat er nog een be langrijk aantal registers van den Burgerlüken Stand onder het ijs zichtbaar zyn. Oogen- schyniyk zyn alle gaaf gebleven. Men zal trachten deze tydig in veiligheid te brengen, voordat de dooi haar vernietigende werking doet gelden. Zooals reeds gemeld zyn reeds 150 registers, zijnde 1/3 van het totaal, in veiligheid kunnen worden gebracht. Ged. Staten van Limburg hebben niet in- ewilligd het verzoek van den heer Th. M., bioscoopexploitant te Sittard, om het besluit van B. en W., waarby zyn vergunning om bioscoopvoorstellingen te geven voor een maand werd geschorst, niet te doen uitvoeren. Niettemin heeft M. Zaterdag, Zondag en gis teren voorstellingen gegeven. Telkens werd proces-verbaal opgemaakt. de gesloten toestellen, waarin het acetyleen een overdruk krygt, welke een nader te bepa len grens overschrydt en die daarby een grootere lading hebben dan een half K.G. carbid. Het Tweede Kamerlid, de heer Van Rap- pard, heeft den minister van Financiën, voorzitter van den raad van ministers, de volgende vragen gesteld: Heeft de regeering, nu het handelstractaat met Duitsehland aan het einde van dit jaar al dan niet verlengd moet worden, reeds stappen gedaan by de Duitsche regeering, om het invoerrecht op warmbloedpaarden verlaagd te krijgen? Zoo neen, is de regeering dan niet van oordeel, dat zoo spoedig moge- ïyk, met het oog op de belangen van een groot gedeelte van onze landbouwende be volking, daartoe moet worden overgegaan? Zoo Ja is de regeering bereid, de resultaten der onderhandelingen mede te deelen? De wedstrijden om het persoonlijk kampioenschap Maandagavond hadden in het R.K. Ver- eenigingsgebouw aan de Brouwerskade de eerste ontmoetingen plaats. Voorloopig zal er elke week een ronde gehouden worden. Over het algemeen werd er goed en met veel enthousiasme gespeeld. Evenals in vele wed. stryden, kwamen ook in deze eerste ronde verrassingen en teleurstellingen. Hieronder laten wy dan eenigszins omschreven het verloop van de diverse partijen volgen. G. BumpN. v. d. Berg Hoewel laatst genoemde vrij spoedig een schijf verloor, bood hy echter danig tegenstand. Eerst in het gevorderde eindspel slaagt G. Rump er in zijn party in winst om te zetten. J. v. DijSJ. Fictoor Ook hier won eerstgenoemde spoedig een schijf. Bovendien wist deze in gevorderd middenspel doorbraak naar dam te forceeren. J. Fictoor, die hier door in een hopeloozen stand kwam te staan, gaf weldra op. C. StijnmanP. Mul Een spannende party, waarin aanvankelijk beide spelers geen kans op eenige winst boden. In het middenspel gelukte het P. Mul, ten koste van een schyf een doorbraak naar dam te ver kregen en kwam hy in voordeeligen stand te staan. Door de minder juiste voortzet tingen van C. Stijnman werd diens positie aanmerkelijk nadeeliger. Na een langdurig eindspel gelukte het P. Mul dan ook twee kostbare punten in de wacht te slepen. D. RumpC. Gastelaars Tot ver in het middenspel bleef hier de strijd geiyk. Laatst genoemde wist echter geleidelijk een gun- stigen stand op te bouwen, hetgeen Rump spoedig twee schüven kostte. Hoewel nog eenigen tyd werd doorgespeeld, moest D. Rump de vlag strüken. J. SmitC. Warmerdam Een der mooi ste en spannendste partyen van de eerste ronde. Hier bleek de St. Bavospeler Warmerdam in zeer goede conditie te zyn. Aan dit bord kon met reebt gezegd worden, dat beide spelers elkaar iederen duim gronds betwistte. Hoewel o.i. Warmerdam in gevorderd eind spel voordeeliger stond, zag hij echter geen kans tot winnen, waardoor de punten broe- deriyk werden verdeeld. P. H. MeureH. Rump Zeker een niet minder spannende party dan de vorige, waar menige moeiiyk te berekenen stand in voor kwam. Dit scheen vooral H. Rump veel tyd te kosten, die dan ook in het middenspel ln tydnood geraakte. Laatstgenoemde kwam als vanzelf sprekend in een minder gunstige positie te staan, en moest eenige schyven offeren om een doorbraak naar dam te forceeren. Na nog langen tijd gespeeld te hebben, gelukte het hem echter niet remise te halen en kon P. Meure zyn eerste winst punten noteeren. De tweede ronde zal plaats hebben op Woensdag 27 Februari, in het gebouw van de R.K. Militairenvereeniging aan de Zoe- testraat. In verband met de heerschende kou en ziekte zal de oefenavond op a.s. Dinsdag avond in Stoop's Bad NIET doorgaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 9