Brieven uit Belgie
Sport en Wedstrijden
Infame beweringen van een Ned. Herv.
Predikant over Katholieke practijken
te Haarlem
Een goed geslaagde proefvlucht van de
Graf Zeppelin
TWEEDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSGHE COURANT - DONDERDAG 21 FEBRUARI 1929
BLADZIJDE 1
Hij weigert eerherstel te geven
Van Leemput maakt een serie
van 390 caramboles
VERKEER EN POSTERIJEN
Brieftelegrammen voor
T sjecho-Slowakije
Springende j
Handen PUROL
Ruwe Huid
Den 31sten October van het vorig jaar
hield de Ned. Herv. Predikant K. A. Bever
sluis uit Zutphen in net Gelaersche stadje
Lochem, ter gelegenheid van de Luther-her-
denking, een rede getiteld „Anti-Roomsch of
Protestant."
In een verslag van die toespraak dat de
Lochemsche Courant gaf, kwam de volgende
passage voor: „Eenige jaren geleden werd te
Haarlem een groot feest gevierd ter eere van
de inwijding van een nieuwe kapel in, de St.
Bavokerk. Uit zedelijkheidsoogpunt mochten
op dit feest niet de moderne danren uitge
voerd worden: stortte men echter één gul
den, dan mocht dat wel. Hieruit blijkt duide
lijk hoe het zedelijk leven ondermijnd wordt."
Het is wel niet te verwonderen, dat deze
voor de Katholieken grievende aantijging
tegenspraak uitlokte. Een Katholiek priester
uit Lochem schreef den dominéé een briefje,
waarin hij de bewering van den predikant
„bezijden de waarheid" noemde.
Dominéé Beversluis reageerde daarop met
een in zoetelijke termen gesteld antwoord,
waarin hij het gesprokene als volgt nader
omschreef: „Voor eenige jaren, ik denk 4 a
5 jaar geleden is in Haarlem gevierd een
groot middenstanösfeest van de Hanze. Bij
die gelegenheid werd er ingewijd een 'nieuwe
kapel aan de St. Bavo Aan dit feest was oo1'
verbonden :n feestavond, waar gedanst werd.
Hierbij was verboden de moderne dans, ik
meen, dat dat toentertijd de Tango was, ten-
zv een gulden geofferd werd voor de kapel.
Aldus is 't feit mij verteld door een dame,
die daar zelve was geweest. Ik v?eet niet op
welken grond u dit ..geheel en al buiten de
waarheid, ja absoluut onwaar" noemt.
De persoon, die het mij mededeelde, is ab-i
soluut betrouwbaar. Indien u mij bewijzen
kunt, dat het niet gebeurd is, zal ik dat
gaarne van u vernemen. Een simpele looche
ning is, zooa's u begrijpt, daarvoor niet vol
doende."
Men kan zich slechts verwonderen over de
verregaande brutaliteit van dezen ..bedienaar
der Waarheid die voor een groot gehoor een
vrouwenpraatje colporteert zonder zich van
de waarheid er vai overtuigd te hebben en
dan van den tegenstander, die het beweerde
op goede gronden ontkent, eischt, dat hij de
bewijzen levert voor zijn ontkenning. De pre
dikant zou beter gedaan hebben zelf de be
wijzen te leveren voor d? waarheid' van zijn
kanselpreek. in plaats van den bewijslast
om te keeren.
Enfin, de Katholieke priester, die de zaak
had aangesneden en ste'hg vertrouwde, dat
de predikant zijn „vergissing" openlijk zou
herroepen, als hem de onhoudbaarheid van
dat gedeelte zijner preek werd aangetoond,
wendde zich tot een Haarlemsch geestelijke
die zich op zün beurt tot de redactie van onze
courant wendde en tot het bestuur van de
R. K. Middenstandsvereeniging hier ter
plaatse.
Rpeds den 11 November van het vorig jaar
konden wij den Lochemschen Katholieken
priester een brief zenden, waarin o.m. het
volgende voorkwam:
„Den''2ten Juni 1922 is in de Kathedrale
kerk „St. Bavo" te Haarlem een altaar van
het H. Hart geplaatst en geconsacreerd. Geen
nieuwe kapel dus De gelden voor dit altaar
gilde-altaar, der R K. Hanze in het bisdom
Haarlem, zijn bijeengebracht door genoemde
organisatie, die daarvoor een inzamelings
comité bad gevormd Hieruit blilkt dat de
geestelijkheid tot op zekere hoogte buiten den
financieelen kant der zaak stond en dat dus,
bijaldien een minder gepaste methode bij de
inzameling der gelden zou zijn toegepast door
het comité, deze aan particuliere personen
moet worden verweten en voor geen verstan
dig mensch een aantijging kan zijn tegen
onze Moeder de H. Kerk. Maar het door do
minéé Beversluis gelanceerde praatje mist
bovendien eiken grond. Mrü hehhen deze
conclusie getrokken uit het volgende:
le. In het zeer uitvoerig verslag, dat de
Nieuwe Haariemsche Courant van de plech
tigheid gaf. wordt met geen enkel woord
melding gemaakt van het geïncrimineerde
feit. Had het plaats gevonden, dan zou het
ongetwijfeld ook ziin vermeld.
De courantenligger, waarin bedoeld verslag
voorkomt, ligt voor ieder ter inzage op het
bureau van de Nieuwe Haariemsche Crt.
2e. De verslaggever, die het geheele feest
meegemaakt heeft, herinnert zich niets, dat
wijzen zou on een g*-<md van waarheid van
wat door dominé Beversluis wordt verteld.
3e. Mgr. Gallier zg.. bisschop van Haarlem
duldde, zeker in zijn residentie, geen uit
voeringen waar gedanst werd of uitvoeringen
met ..bal na." Het be'tuur van de R. K
Hanze bestaat en bestond ook toentertijd uit
hoogst achtenswaardige Katholieken, die
voorbeeldig trouw zijn en waren aan de ver
maningen en wenschen van hun bisschop,
zoodat ook op dezen grond alleen reeds het
onhoudbare van het verhaal in alle oprecht
heid in twijfel moet worden getrokken.
4e. Wij sluiten hierbij in een verklaring,
die ons ter hand is gesteld door den tegen-
woordigen voorzitter van de R. K. Hanze, den
heer P. J. M. v. Tetering, die zeer veront
waardigd was over het in Lochem verspreide
praatje.
De verklaring is afgelegd door de heeren C.
G. J. Struycken en W. J. Boon. resp. voor
zitter en secretarie van het hoofdbestuur der
R. K. Hanze in het bisdom Haarlem, die
in hun genoemde kwaliteit de geheele feest
viering hebben meegemaakt en er de verant
woordelijkheid voor droegen.
C'ora de Langevan Rijn (alt), de soliste
Van het Gemeentelijk Orgelconcert op
Vrijdag 22 Februari
Daarbij is een verklaring van den heer
Hensen, toentertijd voorzitter van de afd.
Haarlem, die mede verantwoordelijk was voor
de goede orde.
5e. Wü vragen u vergunning het geval in de
Nieuwe Haariemsche Crt. te publiceeren.
Mocht er iets waar zijn van hetgeen dominé
B. verteld heeft, dan zal deze publicatie on
getwijfeld protest uitlokken.
Mocht dominé B. door het bovenstaande
nog niet overtuigd zijn, dan mogen wij van
hem eischen, dat hij met den naam van zijn
zegsvrouw voor den dag komt en dat deze de
plaats noemt waar de danspartij heeft
plaats gehad en wie de personen waren, die.
ondanks, wij mogen wel zeggen, het verbod
van Mgr. Callier, toestonden te dansen en nog
wel onzedelijke dansen tegen 1 per stuk."
Tot zoover onze brief.
De verklaringen van de heeren Struycken,
Boon en Hengen, luidden als volgt:
Namens het Hoofdbestuur van den R. K.
Middenstandsbond De Hanze in het Bisdom
Haarlem verklaren wij met de meeste be
slistheid, dat noch op den feestdag, waarop
het door ons aan de Kathedrale Kerk ge
schonken altaar van het H. Hart plechtig is
ingewijd, tijdens daarop gevolgde feestelijk
heden gedanst is, noch tijdens of na de
reünie aan den vooravond van den feestdag.
Hiermede vervalt natuurlijk vanzelf het
afschuwelijk lasterpraatje als zouden verbo
den dansen getolereerd zijn tegen betaling
van 1.ten bate van het altaar.
C. J. G. STRUYCKEN,
Voorzitter Haariemsche Hanze
W. BOON, Bondssecretaris.
Als toenmalig voorzitter der Recipieerende
afdeeling Haarlem van de Hanze verklaar ik
nadrukkelijk, dat tijdens of na de bedoelde I
feestelijkheden absoluut niet gedanst is. Het
overige is dus vanzelf laster.
J. HENSEN.
Voor ieder waarheidlievend mensch zou
den de onder 1, 2 en 3 genoemde waarschijn
lijkheidsargumenten voldoende zijn om zijn
be'eedigöen evennaaste in eer en goeden
naam te herstellen, maar als daarbij ge
voegd worden zulke stellige verklaringen als
door de heeren Struycken, Boon en Hensen
zijn afgelegd. personen, die de verantwoor
delijkheid der feestviering droegen, dan
is voor hem geen twijfel meer mogelijk. Niet
echter schijnt dat het geval te zijn vooreen
paladijn der (on) Evangelische Maatschappij,
zooals dominé Beversluis blijkbaar is.
Een omvangrijke briefwisseling tusschen
den Lochemschen Katholieken geestelijke en
den Zutphenschen predikant is gevolgd.
Wij gaan voorbij de kleinzielige, hoog
hartige aanstellerij van dominé Bever
sluis, die o. m schreef: „U kunt moei
lijk van mij verwachten, dat ik mij
ten uwent vervoeg om inzage te nemen
van uw bewijzen," maar laken het zeer in een
Nederlander, als ds. Beversluis, dat hij tot
nu toe verzuimd heeft de praatjes in te
"rekken, zelfs nog steeds weigert ongelijk te
erkennen.
De zeer langdurige briefwisseling is de
reden geweest, waarom wij tot nu toe van
de zaak niet repten. Wij wilden de eer ge
heel aan deA kant van dominee Beversluis
laten, maar aan elke beleefdheid, aan elke
welwillendheid is een grens, vooral als men
onze heiligste gevoelens aanrandt. Daarom
zijn wij nu tot publicatie van het geval over
gegaan.
Om de mentaliteit van ds. Beversluis te
doen kennen, citeeren wij nog een passage uit
een zijner laatste brieven en men merke daar
bij op, hoe hij, in den hoek gedrongen, zijn
schuld terugbrengt tot het verder vertellen
van het hem door een dame meegedeelde
praatje.
Neen, waarachtig niet, de schuld van ds. Be
versluis gaat veel verder, evengoed als elke
lasteraar verantwoordelijk 'is voor het door
hem gestichte kwaad. Hij schrijft:
„Ik maak er u op attent, dat ook door de
verklaring van de heeren Struycken, Boon
en Hensen niet bewezen wordt, dat ik „ge
lasterd" zou hebben. Ik heb niet anders be
weerd, dan dat het geval mij is medegedeeld
door iemand, die zelf aanwezig was. Dat blijf
ik staande houden en als dit verhaal niet
waar zou zijn, ligt de verantwoordelijkheid
daarvan bij mijn zegsvrouwe. Vandaar, dat ik
in die verklaring aanleiding vond om con
tact te zoeken met haar. Dat ik zonder haar
toestemming u haar naam en adres zou noe
men, kunt u van mij niet verwachten.
(Zulk een teerhartigheid zou men niet zoe
ken bij iemand, die niet aarzelt zonder nader
onderzoek Haarlemschen Katholieken onbe
hoorlijke dingen aan te wrijven. Rd. N. H.
Crt.) Tot zoolang ik niet heb uitsluitsel van
haar, blijft verklaring tegenover verklaring
staan."
De heeren Struycken, Boon en Hensen.
de Haariemsche geestelijken, de redactie van
de N. Haarl. Crt. moeten het bij dezen do
miné dus afleggen tegenover iemand, die
wie weet in welk gezellig onderonsje, een
bakerpraatje verkoopt om interessant te zijn.
Wij merken nog op, dat tot op heden de
dominé nog niet met nadere verklaringen
voor den draad is gekomen, ook den naam
van zijn zegsvrouwe nog niet heeft genoemd
en evenmin publiek erkend heeft, dat de
door hem over de Haariemsche Katholieken
verspreide kletskoek onjuist is.
Ieder weldenkend mensch zal 't gedrag van
dominee Beversluis op juiste waarde weten
te schatten.
Wij, Haariemsche Katholieken, protesteeren
tegen de praatjes van ds. Beversluis.
Voor ons is het een bewijs, dat nog immer
Voltaire's „lieg er maar op los, er blijft al
tijd wat van hangen" in sommige kringen
tegenover de Katholieken als een geoorloofd
strijdmiddel wordt aangemerkt. Het zij ons
een troost, dat mannen als ds. Beversluis hun
eigen zaak vermoorden en afkeer verwekken
bij eigen geloofsgenooten.
Intusschen blijkt uit dit geval ook weer
hoe weinig waarde wij aan beschuldigingen
tegen onze Moeder de H. Kerk moeten
hechten. De door ds. B„ op gezag van een
onverantwoordelijke onbekende, geuite aan
klacht zal haar weg wel weer vinden in het
orgaan der (on)Evangelische Maatschappij
en in blaadjes zooals „Sola ïïde" en vandaar
wellicht tn buitenlandsche anti-Katholieke
geschriften en in dikke boeken van ge'eerae
profs. En aan te bedenken, dat dergelijke ais
„waarheden" afgekondigde leugens oorspron
kelijk gelanceerd zijn door een of andere
dame, die een dominé prettig moest bezig
houden.
De groote fóut van alle Protestanten, die
anti-papist meenen te moeten zijn is: gebrek
aan waardeering omdat er gebrek is aan
kennis. Ze leven daar nog op den grondslag
van leugens.
Ook ds. Beversluis.
I Als nieuwste sensatie hadden eenige Amerikaansche aviateurs zich voorgesteld over
j een rookenden vulcaan te vliegen. Hierboven ziet men hen bij de uitvoering van hun
waagstuk. De machines gaan rakelings over den krater van den „Monotombo", een vuur-
spuwenden berg in Nicaragua
17 Febr. 1929
EEN DER KWELLENDE GEVOLGEN
VAN DE WINTERSTRENGHEID
DE BRANDSTOFFENNOOD
De vinnige en onverwachte nawinter heeft,
benevens andere en noodlottiger gevolgen,
in België en voornamelijk in de groote
centra, toestanden geschapen, welke men
kort geleden nog onbestaanbaar zou geiiee-
ten hebben en die nochtans heden de bevol
king op dagelijks nijpender wijze teisteren.
Is de meer en meer zich uitbreidende
werkloosheid reeds iets buitengewoon treu
rigs en zorgwekkends, algemeener nog doet
het gebrek aan brandstof zich gevoelen. Al
lerlei factoren vervullen daarbij respectie
velijk een rol: het grootere gebruik van
brandstof, bij deze buitengewone koude, de
talrijke ziektegevallen onder het volk, dus
ook onder 't transportpersoneel; dee groeiende
moeilijkheden van het vervoer per spoor
(wanneer men bedenkt, dat dezer dagen
een internationale, dus exprestrein. vier uren
noodig had om van Brussel naar Antwerpen
te rijden, kan men zïch eenigszins voor
stellen wat het zijn moet, de ladingen
steenkolen uit het Waalsche mijngebied per
gewonen koopwarentrein over honderden
kilometers te vervoeren); het volledig stillig
gen van de binnenvaart, zoodat er geen
brandstof met lichters en stoomsloepeu kan
toekomen; en bijzonder de algemeene econo
mie zelf van de grootstad, welke niet op
dergelijke onderbrekingen van den norma
len gang der zaken is voorbereid en dan
ook verrast, overrompeld en ontredderd werd
door de hevige en aanhoudende vorst.
Bezit, bij voorbeeld, een stad zooals Ant
werpen, centrum van Internationals' han
dels- en scheepvaartbedrijvigheid, machtige
kolenfirma's die in haar uitgestrekte opslag
plaatsen doorgaans duizenden ton steenkolen
voorradig hebben, van de grove bunkerkolen
tot de fijne vulhaarden-anthraciet, en die
dus geruimen tijd in de brandstoffenbe-
hoefte van de dichtbevolkte agglomeratie
kunnen voorzien, heel anders is het
gelegen met de gewone provinciesteden, waar
slechts enkele, en nog niet altijd groote,
kolenhandelaars te vinden zijn, die daaren
boven enkel over beperkte magazijnen be
schikken en welke dan nog, wegens het
gevorderde van 't winterseizoen, meestal
geen noemenswaardigen voorraad meer over
hielden. En waar, in gewone tijden, het aan
voeren per boot of per wagon nog ettelijke
dagen, soms wel weken vergt, is het begrij
pelijk, dat in de huidige omstandigheden, bij
uitschakeling der scheepvaart en bij gedeel
telijke stremming van het treinverkeer, die
kolenhandelaars der provinciesteden zelfs
aan de dringendste verzoeken hunner klan
ten niet kunnen voldoen, daar hun maan-
denoude bestellingen aan de kolenmijnen
hopeloos onuitgevoerd blijven.
In een grootstad gelijk Brussel komt daar
bij nog, dat tien duizenden menschen geen
den minsten brandstof-voorraad bezitten.
Enkel de nieuwstgebouwde veelwoonsten zijn
derwijze ingericht, dat elke huurder van
een appartement ook een kelder heeft,
waarin hij dus een party kolen kan opslaan.
Doch dergelijke gelukkigen maken, op een
bevolking van ruim een half millioen, de
uitzonderingen uit. De meeste appartement
bewoners, en vooral de kamerbewoners (er
zijn in de hoofdstad duizenden gezinnen en
personen ,die slechts over één enkele kamer
beschikken!) hebben aan brandstofvoorraad
niet, anders dan hetgeen ze in een houten
bak kunnen bergen, ofwel, hetgeen ze dage
lijks halen by den kolen-kleinhandelaar, in
de buurt.
Zulke kleinhandelaars vindt men er dan
ook in menigte. Ze beantwoorden aan een
volstrekte noodzakelijkheid, zyn er gansch
op mgericht, om bij geringe hoeveelheden
vijftig, honderd kilo's te leveren, ze naar
de tweede, vaak vierde of vijfde verdieping
te dragen en in den vaarraadbak, die dienst
doet als kolenkelder, uit te schudden. Ofwel,
om by emmers van tien kilo's te verkoopen
aan de huisvrouwen, die geen plaats hebben
om méér ineens te nemen, en in vele ge
vallen ook geen kist. daar het haar een
ingewortelde gewoonte is geworden, dagelijks
naar het kolenmagazijn te gaan, net zooals
ze zich naar slager of kruidenier begeven.
Dat die geringe lieden liet eerst en het
meest van den huidigen brandstotfennood te
lijden hebben, ligt voor de hand. Waar de
burgerij zich nog behelpen kan met den, zy
het dan ook erg geslonken, keldervoorraad.doen gedenken
daar zitten de voormelde appartement- en
kamerbewoners letterlijk zander vuur. Ook
ziet men ze, vooral in de volkswijken, van
vroeg in den morgen met emmers door ae
straten spoeden., van den eenen kolenhan
delaar naar den anderen loopen, om door
gaans voor een gesloten poort te komen
waarop men, om alle verder schellen en
vragen te verhinderen, met krijt geschre
ven heeft: „Pas de charbons. En waar het
lukken wil, dat de handelaar een lading in
gekregen heeft, soms met eigen vrachtau
to's aan de mijn gehaald', daar wordt in
sneeuw en vorst urenlang achter elkaar aar.
geschoven, om, eindelijk aan de beurt, toch
ook een emmertje te bemachtigen, en er
triomfantelijk mee naar huis te trekken.
Dat het er dan niet altijd kalmpjes toe
gaat, laat zich begrijpen. Menigmaal is de
eigenaar dan ook verplicht, het afleveren te
staken en zijn magazijn te doen ontruimen
door de krakeelenöe en soms handgemeen
wordende menigte.
Is 't in overwegende mate de mindere
man, die door het toenemend brandstot-
gebrek getroffen wordt, een deel der bur
gerij kent toch ook die plots opgedoken be
zorgdheid. Velen, immers, hebben d'e niet a:
te verstandige gewoonte, de hoeveelheid van
hun op te doemen kolenvoorraad tamelyV.
nipjes te berekenen, en daarbij voort te gaan
op hetgeen ze in vorige winters verbruikten.
Deze uitzonderlijke vorst, die uitzoncferiyk
kolenverbruik vergde, heeft hen leelijk afge
vangen. ruim een maand vroeger dan ge-
woonlyk den vloer van hun brandstofkelde:
doen te voorschijn komen. En 't ergste en
ergeriykste van al is wel: hier helpt het
luttel, zeer gefortuneerd te zijn. Zelfs mei
bamknooten van d'uizend kan men uit een
ledige loods nog geen vracht kolen halen. En
we beleven derhalve het lang niet alledaag-
sche feit, dat deftige dames geduldig tus
schen de arbeiders-vrouwen haar beurt af
wachten, om toch maar eenige schopvollen
van 't nu opeens zoo kostelijk bevonden
goedje te bekomen.
De zeer voorname lui belasten natuurlijk
hun diénstboden met ditzwart kar
weitje. Doch bij de steeds verscherpende
meidenerisi:zijn de heerenhuizen waar alle
dienstbodenhulp ontbreekt, en waar mevrouw
zoo goed als kwaad aantobt met een werk
vrouw, die nog niet altijd te krijgen is
verre van zeldzaam. En daar het nu toch
kwalyk gaan zou, voor een barones of een
bankier by een kolenmagazijn de wacht op
te trekken voor 't verkrijgen van enkele
kilo's brandstof ziet men 's avonds den heer
des huizes soms met ziin limousine van een
paar honderd duizend frank voor zulk een
magazijn stilhouden, en een of twee zakjes
steenkool opladen, mits een flinke fooi voor
hem ter zijde gezet. Met een greintje leed
vermaak, zien de nog aanschuivende stum
pers dit ongewoon spelletje dan na, en voe
len tevreden, dat de uiterlyk zoo geweldige
afstand tusschen dien rijkdom en hun scha
melheid in feite toch maar betrekkelijk klein
is. want dat ze, als menschen toch allen
onderworpen zijn aan dezelfde wetten der
natuur.
Een winterbedryf, dat anders aan tal van
lieden bezigheid en brood verschafte, is than:
totaal uitgeschakeld. Namelijk, dit van het
kolenleuren. In gewone jaren, worden van
's morgens vroeg de straten reeds doorkruist
met stootwagens, stuivende mannen en vrou
wen, die onder luidkeels roepen van „Kolen!
Kolen!" hun zwarte waar uitventen, en die
bijzonder de reeds voormelde appartement
en kamerbewoners tot hun trouwste cliënteele
tellen Het spreekt van zelf. dat er heden
geen enkele zichtbaar is. Trouwens, moest
hij zien vertoonen. hij zou niet hoeven te
roepen, geraakte geen straat ver met zyn
„commerschap," zooals de Brusselaars alles
heeten wat verhandeld wordt In minder
dan geen tijd zou zijn lading uitverkocht
zijn. En het is opmerkelijk, met welke be
langstelling en begeerigheid de schaarsche
vrachtauto's, die met enkele zakken kolen
naar een bevoorrechten klant rijden, nage
keken worden. De smoezelige, ruige lossers,
de angst van de huisvrouwen wegens hun
vuilmaken van al waar ze omtrent komen
hebben nu een bijzonder belang, een onge
wone aantrekkelijkheid gekregen, en worden
overal onthaald met een mildheid, die hen
in lengte van jaren dezen winter als het
gouden tijdperk van hun ambacht zullen
De biljart-seances van lezen Belgischen
prof. biljarter, welke Woensdagmiddag en
gisterenavond in de Soc. Ver. plaats vonden,
mogen schitterend geslaagd heeten.
Het bestuur van de Soc. Ver. had bijzon
dere maatregelen genomen om vele belang
stellenden te bergen en des avonds waren
de vele plaatsen, alsmede de tribune, geheel
bezet.
Over het verloop der seances nog het
volgende
Zoowel 's middags als 's avonds werd een
match gespeeld van 600 car. encre cadre.
Na een matig begin, waarvan alleen een
goedgespeelde 21 vermelding verdient, kreeg
v. Leemput in de 5e beurt de ballen in goede
positie en passeerde onder luid applaus van
de aanwezigen spoedig de 100.
Een fraaie 134 werd het resultaat. Zijn
partner maakte wel enkele aardige caram
boles, doch van spanning was begrijpelyker-
wijze geen sprake. Nadat de Belg in de 9de
beurt zyn totaal op 213 had gebracht, v.'ist
hij met fraaie rappelstooten spoedig de bal
len bijeen te brengen en bracht spoedig de
toeschouwers weder in extase door zijn mees
terlijk spel. De score rees snel en spoedig was
de 100 op. Op solide wijze verder spelend,
voerde v. Leemput zijn totaal steeds hooger
op en ook de 200 werd gepasseerd. Nog
steeds hield hij het spel fraai klein en onder
groot enthousiasme maakte, v. Leemput de
300 vol. Zelfs wist hy in deze beurt de match
te beëindigen, ging op verzoek nog door en
produceerde zoodoende een schitterende
serie van 390 car. De uitslag van deze
brillant-gespeelde match is:
v. Leemput
N. N.
ont. brt. h.s. gemidd.
600 10 387 60
39 -0 10 390
Tot besluit van de eerste seance speelde
de heer v. Leemput nog een 3-band-partij
tegen den heer Pool. Laatstgenoemde hand
haafde zyn reputatie van sterk bandspeler
en wist de motch met 25 tegen 22 car. te
winnen.
De belangstelling was des avonds nog
grooter en wederom hebben de biljart-lief
hebbers genoten van Van Leemput's per
fecte spel.
Ook nu leverden de 3 eerste beurten
weinig op en toen de prof. bij de volgende
beurt de ballen fraai in positie gebracht had,
ketste zyn pommerans.
Zijn tegenstander kon ook nu het
tempo niet volgen en v. Leemput ver
grootte aregeimatig zijn voorsprong. Jammer,
dat v. Leemput in de 7e beurt wederom zijn
serie van 119 wegens ketsen af moest bre
ken. Zuiver berekend spel deed een hooge
serie verwachten, vooral teen onder luid ap
plaus de eerste maal in deze seance de 100
gepasseerd werd. In de 8e beurt miste de
Belg op 34 een eenvoudigen eénbandstoot,
wat echter de eenige fout is. die wij hem
zagen maken. Na een goede 68 gescoord te
hebben, was de prof. er in de 10e beurt ge
weldig in. Om zijn algemeen gemiddelde van
60 te handhaven, moest hij in deze beurt de
match beëindigen. Schitterend gespeelde mas-
sé's en piqués wisselde hij af met zuivere
rappels op dan korten band en zijn score
rees spoedig boven ds 100. Op uitstekende
wijze wist rij ds ballen steeds dicht by den
korten band van 't groote biljart te houden en
indien de ballen langzamerhand in het mid
denvak kwamen, maakte hij één van de hem
alleen eigen „exterieurtrekstooten" en kon
de ballen steeds by elkaar houden. Geen.
wonder, dat zijn totaal snel omhoog ging en
de marqueur telde 110, 120, 130, 140, 150.
Steeds zuiver rappelleerend hield v. Leemput
de ballen volkomen in zijn macht en de ar
biter vervolgde 160, 170, 180190, 200! De
spanning van het naderende einde der match
weerhield de toeschouwers te applaudisseeren,
doch toen v. Leemput de resteerende 14 car.
erby maakte, groeiden de bijvalsbetuigingen
aan tot een ovatie! Ook nu maakte de spe
ler de partij in slechts beurten uit!
Het resultaat werd:
pnt. brt. h.s. gemidd.
v. T .eemput 600 10 214 60
N. N. 41 10 10 4.10
Ten slotte gaf de heer v. Leemput nog
eenige wyze lessen betreffende het amorti-
seeren van de massé en het spelen van las
tige éénband-stooten.
Precies 10 'A u. behoorden dezen zeer ge
slaagde seances weer tot het verleden. We
zien prof. v. Leemput gaarne nog eens terug
in Haarlem!
De Belgische professional biljartspeler Leemput, die gisteren de biljartliefhebbers in d<
Sociëteit Vereeniging in extase bracht door zijn subliem spel.
DE INTERNATIONALE TENTOONSTELLING TE BARCELONA
Een kijkje in de luxueus ingerichte passagierscabine van de „Graf Zeppelin"
Maquette van het „Palais National Espagnol" een der fraaiste gebouwen, die men op dc
tentoonstelling, welke dit jaar te Barcelona gehouden wordt, zal kunnen bewonderen.
Zooals vjj reeds mededeelden, zal de Nederiandsche tuinbouw op deze tentoonstelling met
belangrijke inzendingen uitkomen.
Een W. B.-telegram meldt d.d. gisteren
uit Friedrichshafen:
Het luchtschip Graf Zeppelin is om 2 uur
15 hedenmiddag weer vlot geland.
De tocht ging hoofdzakelijk om het meer
van Constanz. De grootste hoogte, die be
reikt werd, bedroeg 800 meter.
Er werden verschillende metingen ver
richt.
De verwarmingsim-ichting heeft geduren
de dezen tocht schitterend voldaan.
Men is van plan, in de ventilatietoevoeren
naar de passagierscabines verwarmingswerk
tuigen in te bouwen, die 't mogelijk maken,
naar wensch koude of warme lucht in de
cabines te laten.
Na 3 a 4 weken begint de tocht over de
Middellandsche Zee.
Naar een Berlijnsch nieuwsagentschap ver
neemt, hebben op het oogenblik te Bsilyr.
tusschen dr. Eckener, die daar Woensdag
is aangekomen en de in aanmerking ko
mende personen, besprekingen plaats over
de vraag, hoe de reis naar de Middelland
sche Zee georganiseerd zal worden. Na al
les wat daarover tot nu toe bekend is ge
wenden is het vrij zeker, dat de Graf Zep
pelin er van zal moeten afzien, om over
Egypte te vliegen en ook over Ralistina en
Syrië Het luchtschip zal dus het naburige
Oosten waarschynlyk niet bezoeken, tenzy op
het laatste oogenblik nog besloten wordt naar
Klein-Azië of den Bosporus tè gaan.
Te Berlijn is men van opvatting, dat de
Londensche regeering de toestemming wei
gert, uit vrees voor de groote propagandis
tische gevolgen, welke het vliegen boven de
Oostersche landen, die van Engeland afhan-
kelyk zyn zou kunnen hebben.
Ingaande 1 Maart a.s. kunnen in het ver
keer met Tsjecho-Slowakye brieftelegrammen
verzonden worden tegen de helft van den prijs
van een gewoon telegram, met een minimum
prijs voor twintig woorden, zynde 1.30; voor
elk woord meer 6W cent.
De brieftelegrammen moeten boven het
adres de betaalde dienstaanwijzing L. T. dra
gen en gesteld zijn in verstaanbare Neder
iandsche. Tsjecho-Slowaaksche, Fransche
Duitsche of Engelsche taal.
Aanvragen om terugbetaling van seinkosten
wegens verminking, vertraging of het verloren
geraken van een brieftelegram worden niet in
behandeling genomen.
De aflevering van deze soort telegrammen
geschiedt hier te lande in de ev. briefpostbe
stelling.