Brieven uit Belgie Sport en Wedstrijden Infame beweringen van een Ned. Herv. Predikant over Katholieke practijken te Haarlem Een goed geslaagde proefvlucht van de Graf Zeppelin TWEEDE BLAD NIEUWE HAARLEMSGHE COURANT - DONDERDAG 21 FEBRUARI 1929 BLADZIJDE 1 Hij weigert eerherstel te geven Van Leemput maakt een serie van 390 caramboles VERKEER EN POSTERIJEN Brieftelegrammen voor T sjecho-Slowakije Springende j Handen PUROL Ruwe Huid Den 31sten October van het vorig jaar hield de Ned. Herv. Predikant K. A. Bever sluis uit Zutphen in net Gelaersche stadje Lochem, ter gelegenheid van de Luther-her- denking, een rede getiteld „Anti-Roomsch of Protestant." In een verslag van die toespraak dat de Lochemsche Courant gaf, kwam de volgende passage voor: „Eenige jaren geleden werd te Haarlem een groot feest gevierd ter eere van de inwijding van een nieuwe kapel in, de St. Bavokerk. Uit zedelijkheidsoogpunt mochten op dit feest niet de moderne danren uitge voerd worden: stortte men echter één gul den, dan mocht dat wel. Hieruit blijkt duide lijk hoe het zedelijk leven ondermijnd wordt." Het is wel niet te verwonderen, dat deze voor de Katholieken grievende aantijging tegenspraak uitlokte. Een Katholiek priester uit Lochem schreef den dominéé een briefje, waarin hij de bewering van den predikant „bezijden de waarheid" noemde. Dominéé Beversluis reageerde daarop met een in zoetelijke termen gesteld antwoord, waarin hij het gesprokene als volgt nader omschreef: „Voor eenige jaren, ik denk 4 a 5 jaar geleden is in Haarlem gevierd een groot middenstanösfeest van de Hanze. Bij die gelegenheid werd er ingewijd een 'nieuwe kapel aan de St. Bavo Aan dit feest was oo1' verbonden :n feestavond, waar gedanst werd. Hierbij was verboden de moderne dans, ik meen, dat dat toentertijd de Tango was, ten- zv een gulden geofferd werd voor de kapel. Aldus is 't feit mij verteld door een dame, die daar zelve was geweest. Ik v?eet niet op welken grond u dit ..geheel en al buiten de waarheid, ja absoluut onwaar" noemt. De persoon, die het mij mededeelde, is ab-i soluut betrouwbaar. Indien u mij bewijzen kunt, dat het niet gebeurd is, zal ik dat gaarne van u vernemen. Een simpele looche ning is, zooa's u begrijpt, daarvoor niet vol doende." Men kan zich slechts verwonderen over de verregaande brutaliteit van dezen ..bedienaar der Waarheid die voor een groot gehoor een vrouwenpraatje colporteert zonder zich van de waarheid er vai overtuigd te hebben en dan van den tegenstander, die het beweerde op goede gronden ontkent, eischt, dat hij de bewijzen levert voor zijn ontkenning. De pre dikant zou beter gedaan hebben zelf de be wijzen te leveren voor d? waarheid' van zijn kanselpreek. in plaats van den bewijslast om te keeren. Enfin, de Katholieke priester, die de zaak had aangesneden en ste'hg vertrouwde, dat de predikant zijn „vergissing" openlijk zou herroepen, als hem de onhoudbaarheid van dat gedeelte zijner preek werd aangetoond, wendde zich tot een Haarlemsch geestelijke die zich op zün beurt tot de redactie van onze courant wendde en tot het bestuur van de R. K. Middenstandsvereeniging hier ter plaatse. Rpeds den 11 November van het vorig jaar konden wij den Lochemschen Katholieken priester een brief zenden, waarin o.m. het volgende voorkwam: „Den''2ten Juni 1922 is in de Kathedrale kerk „St. Bavo" te Haarlem een altaar van het H. Hart geplaatst en geconsacreerd. Geen nieuwe kapel dus De gelden voor dit altaar gilde-altaar, der R K. Hanze in het bisdom Haarlem, zijn bijeengebracht door genoemde organisatie, die daarvoor een inzamelings comité bad gevormd Hieruit blilkt dat de geestelijkheid tot op zekere hoogte buiten den financieelen kant der zaak stond en dat dus, bijaldien een minder gepaste methode bij de inzameling der gelden zou zijn toegepast door het comité, deze aan particuliere personen moet worden verweten en voor geen verstan dig mensch een aantijging kan zijn tegen onze Moeder de H. Kerk. Maar het door do minéé Beversluis gelanceerde praatje mist bovendien eiken grond. Mrü hehhen deze conclusie getrokken uit het volgende: le. In het zeer uitvoerig verslag, dat de Nieuwe Haariemsche Courant van de plech tigheid gaf. wordt met geen enkel woord melding gemaakt van het geïncrimineerde feit. Had het plaats gevonden, dan zou het ongetwijfeld ook ziin vermeld. De courantenligger, waarin bedoeld verslag voorkomt, ligt voor ieder ter inzage op het bureau van de Nieuwe Haariemsche Crt. 2e. De verslaggever, die het geheele feest meegemaakt heeft, herinnert zich niets, dat wijzen zou on een g*-<md van waarheid van wat door dominé Beversluis wordt verteld. 3e. Mgr. Gallier zg.. bisschop van Haarlem duldde, zeker in zijn residentie, geen uit voeringen waar gedanst werd of uitvoeringen met ..bal na." Het be'tuur van de R. K Hanze bestaat en bestond ook toentertijd uit hoogst achtenswaardige Katholieken, die voorbeeldig trouw zijn en waren aan de ver maningen en wenschen van hun bisschop, zoodat ook op dezen grond alleen reeds het onhoudbare van het verhaal in alle oprecht heid in twijfel moet worden getrokken. 4e. Wij sluiten hierbij in een verklaring, die ons ter hand is gesteld door den tegen- woordigen voorzitter van de R. K. Hanze, den heer P. J. M. v. Tetering, die zeer veront waardigd was over het in Lochem verspreide praatje. De verklaring is afgelegd door de heeren C. G. J. Struycken en W. J. Boon. resp. voor zitter en secretarie van het hoofdbestuur der R. K. Hanze in het bisdom Haarlem, die in hun genoemde kwaliteit de geheele feest viering hebben meegemaakt en er de verant woordelijkheid voor droegen. C'ora de Langevan Rijn (alt), de soliste Van het Gemeentelijk Orgelconcert op Vrijdag 22 Februari Daarbij is een verklaring van den heer Hensen, toentertijd voorzitter van de afd. Haarlem, die mede verantwoordelijk was voor de goede orde. 5e. Wü vragen u vergunning het geval in de Nieuwe Haariemsche Crt. te publiceeren. Mocht er iets waar zijn van hetgeen dominé B. verteld heeft, dan zal deze publicatie on getwijfeld protest uitlokken. Mocht dominé B. door het bovenstaande nog niet overtuigd zijn, dan mogen wij van hem eischen, dat hij met den naam van zijn zegsvrouw voor den dag komt en dat deze de plaats noemt waar de danspartij heeft plaats gehad en wie de personen waren, die. ondanks, wij mogen wel zeggen, het verbod van Mgr. Callier, toestonden te dansen en nog wel onzedelijke dansen tegen 1 per stuk." Tot zoover onze brief. De verklaringen van de heeren Struycken, Boon en Hengen, luidden als volgt: Namens het Hoofdbestuur van den R. K. Middenstandsbond De Hanze in het Bisdom Haarlem verklaren wij met de meeste be slistheid, dat noch op den feestdag, waarop het door ons aan de Kathedrale Kerk ge schonken altaar van het H. Hart plechtig is ingewijd, tijdens daarop gevolgde feestelijk heden gedanst is, noch tijdens of na de reünie aan den vooravond van den feestdag. Hiermede vervalt natuurlijk vanzelf het afschuwelijk lasterpraatje als zouden verbo den dansen getolereerd zijn tegen betaling van 1.ten bate van het altaar. C. J. G. STRUYCKEN, Voorzitter Haariemsche Hanze W. BOON, Bondssecretaris. Als toenmalig voorzitter der Recipieerende afdeeling Haarlem van de Hanze verklaar ik nadrukkelijk, dat tijdens of na de bedoelde I feestelijkheden absoluut niet gedanst is. Het overige is dus vanzelf laster. J. HENSEN. Voor ieder waarheidlievend mensch zou den de onder 1, 2 en 3 genoemde waarschijn lijkheidsargumenten voldoende zijn om zijn be'eedigöen evennaaste in eer en goeden naam te herstellen, maar als daarbij ge voegd worden zulke stellige verklaringen als door de heeren Struycken, Boon en Hensen zijn afgelegd. personen, die de verantwoor delijkheid der feestviering droegen, dan is voor hem geen twijfel meer mogelijk. Niet echter schijnt dat het geval te zijn vooreen paladijn der (on) Evangelische Maatschappij, zooals dominé Beversluis blijkbaar is. Een omvangrijke briefwisseling tusschen den Lochemschen Katholieken geestelijke en den Zutphenschen predikant is gevolgd. Wij gaan voorbij de kleinzielige, hoog hartige aanstellerij van dominé Bever sluis, die o. m schreef: „U kunt moei lijk van mij verwachten, dat ik mij ten uwent vervoeg om inzage te nemen van uw bewijzen," maar laken het zeer in een Nederlander, als ds. Beversluis, dat hij tot nu toe verzuimd heeft de praatjes in te "rekken, zelfs nog steeds weigert ongelijk te erkennen. De zeer langdurige briefwisseling is de reden geweest, waarom wij tot nu toe van de zaak niet repten. Wij wilden de eer ge heel aan deA kant van dominee Beversluis laten, maar aan elke beleefdheid, aan elke welwillendheid is een grens, vooral als men onze heiligste gevoelens aanrandt. Daarom zijn wij nu tot publicatie van het geval over gegaan. Om de mentaliteit van ds. Beversluis te doen kennen, citeeren wij nog een passage uit een zijner laatste brieven en men merke daar bij op, hoe hij, in den hoek gedrongen, zijn schuld terugbrengt tot het verder vertellen van het hem door een dame meegedeelde praatje. Neen, waarachtig niet, de schuld van ds. Be versluis gaat veel verder, evengoed als elke lasteraar verantwoordelijk 'is voor het door hem gestichte kwaad. Hij schrijft: „Ik maak er u op attent, dat ook door de verklaring van de heeren Struycken, Boon en Hensen niet bewezen wordt, dat ik „ge lasterd" zou hebben. Ik heb niet anders be weerd, dan dat het geval mij is medegedeeld door iemand, die zelf aanwezig was. Dat blijf ik staande houden en als dit verhaal niet waar zou zijn, ligt de verantwoordelijkheid daarvan bij mijn zegsvrouwe. Vandaar, dat ik in die verklaring aanleiding vond om con tact te zoeken met haar. Dat ik zonder haar toestemming u haar naam en adres zou noe men, kunt u van mij niet verwachten. (Zulk een teerhartigheid zou men niet zoe ken bij iemand, die niet aarzelt zonder nader onderzoek Haarlemschen Katholieken onbe hoorlijke dingen aan te wrijven. Rd. N. H. Crt.) Tot zoolang ik niet heb uitsluitsel van haar, blijft verklaring tegenover verklaring staan." De heeren Struycken, Boon en Hensen. de Haariemsche geestelijken, de redactie van de N. Haarl. Crt. moeten het bij dezen do miné dus afleggen tegenover iemand, die wie weet in welk gezellig onderonsje, een bakerpraatje verkoopt om interessant te zijn. Wij merken nog op, dat tot op heden de dominé nog niet met nadere verklaringen voor den draad is gekomen, ook den naam van zijn zegsvrouwe nog niet heeft genoemd en evenmin publiek erkend heeft, dat de door hem over de Haariemsche Katholieken verspreide kletskoek onjuist is. Ieder weldenkend mensch zal 't gedrag van dominee Beversluis op juiste waarde weten te schatten. Wij, Haariemsche Katholieken, protesteeren tegen de praatjes van ds. Beversluis. Voor ons is het een bewijs, dat nog immer Voltaire's „lieg er maar op los, er blijft al tijd wat van hangen" in sommige kringen tegenover de Katholieken als een geoorloofd strijdmiddel wordt aangemerkt. Het zij ons een troost, dat mannen als ds. Beversluis hun eigen zaak vermoorden en afkeer verwekken bij eigen geloofsgenooten. Intusschen blijkt uit dit geval ook weer hoe weinig waarde wij aan beschuldigingen tegen onze Moeder de H. Kerk moeten hechten. De door ds. B„ op gezag van een onverantwoordelijke onbekende, geuite aan klacht zal haar weg wel weer vinden in het orgaan der (on)Evangelische Maatschappij en in blaadjes zooals „Sola ïïde" en vandaar wellicht tn buitenlandsche anti-Katholieke geschriften en in dikke boeken van ge'eerae profs. En aan te bedenken, dat dergelijke ais „waarheden" afgekondigde leugens oorspron kelijk gelanceerd zijn door een of andere dame, die een dominé prettig moest bezig houden. De groote fóut van alle Protestanten, die anti-papist meenen te moeten zijn is: gebrek aan waardeering omdat er gebrek is aan kennis. Ze leven daar nog op den grondslag van leugens. Ook ds. Beversluis. I Als nieuwste sensatie hadden eenige Amerikaansche aviateurs zich voorgesteld over j een rookenden vulcaan te vliegen. Hierboven ziet men hen bij de uitvoering van hun waagstuk. De machines gaan rakelings over den krater van den „Monotombo", een vuur- spuwenden berg in Nicaragua 17 Febr. 1929 EEN DER KWELLENDE GEVOLGEN VAN DE WINTERSTRENGHEID DE BRANDSTOFFENNOOD De vinnige en onverwachte nawinter heeft, benevens andere en noodlottiger gevolgen, in België en voornamelijk in de groote centra, toestanden geschapen, welke men kort geleden nog onbestaanbaar zou geiiee- ten hebben en die nochtans heden de bevol king op dagelijks nijpender wijze teisteren. Is de meer en meer zich uitbreidende werkloosheid reeds iets buitengewoon treu rigs en zorgwekkends, algemeener nog doet het gebrek aan brandstof zich gevoelen. Al lerlei factoren vervullen daarbij respectie velijk een rol: het grootere gebruik van brandstof, bij deze buitengewone koude, de talrijke ziektegevallen onder het volk, dus ook onder 't transportpersoneel; dee groeiende moeilijkheden van het vervoer per spoor (wanneer men bedenkt, dat dezer dagen een internationale, dus exprestrein. vier uren noodig had om van Brussel naar Antwerpen te rijden, kan men zïch eenigszins voor stellen wat het zijn moet, de ladingen steenkolen uit het Waalsche mijngebied per gewonen koopwarentrein over honderden kilometers te vervoeren); het volledig stillig gen van de binnenvaart, zoodat er geen brandstof met lichters en stoomsloepeu kan toekomen; en bijzonder de algemeene econo mie zelf van de grootstad, welke niet op dergelijke onderbrekingen van den norma len gang der zaken is voorbereid en dan ook verrast, overrompeld en ontredderd werd door de hevige en aanhoudende vorst. Bezit, bij voorbeeld, een stad zooals Ant werpen, centrum van Internationals' han dels- en scheepvaartbedrijvigheid, machtige kolenfirma's die in haar uitgestrekte opslag plaatsen doorgaans duizenden ton steenkolen voorradig hebben, van de grove bunkerkolen tot de fijne vulhaarden-anthraciet, en die dus geruimen tijd in de brandstoffenbe- hoefte van de dichtbevolkte agglomeratie kunnen voorzien, heel anders is het gelegen met de gewone provinciesteden, waar slechts enkele, en nog niet altijd groote, kolenhandelaars te vinden zijn, die daaren boven enkel over beperkte magazijnen be schikken en welke dan nog, wegens het gevorderde van 't winterseizoen, meestal geen noemenswaardigen voorraad meer over hielden. En waar, in gewone tijden, het aan voeren per boot of per wagon nog ettelijke dagen, soms wel weken vergt, is het begrij pelijk, dat in de huidige omstandigheden, bij uitschakeling der scheepvaart en bij gedeel telijke stremming van het treinverkeer, die kolenhandelaars der provinciesteden zelfs aan de dringendste verzoeken hunner klan ten niet kunnen voldoen, daar hun maan- denoude bestellingen aan de kolenmijnen hopeloos onuitgevoerd blijven. In een grootstad gelijk Brussel komt daar bij nog, dat tien duizenden menschen geen den minsten brandstof-voorraad bezitten. Enkel de nieuwstgebouwde veelwoonsten zijn derwijze ingericht, dat elke huurder van een appartement ook een kelder heeft, waarin hij dus een party kolen kan opslaan. Doch dergelijke gelukkigen maken, op een bevolking van ruim een half millioen, de uitzonderingen uit. De meeste appartement bewoners, en vooral de kamerbewoners (er zijn in de hoofdstad duizenden gezinnen en personen ,die slechts over één enkele kamer beschikken!) hebben aan brandstofvoorraad niet, anders dan hetgeen ze in een houten bak kunnen bergen, ofwel, hetgeen ze dage lijks halen by den kolen-kleinhandelaar, in de buurt. Zulke kleinhandelaars vindt men er dan ook in menigte. Ze beantwoorden aan een volstrekte noodzakelijkheid, zyn er gansch op mgericht, om bij geringe hoeveelheden vijftig, honderd kilo's te leveren, ze naar de tweede, vaak vierde of vijfde verdieping te dragen en in den vaarraadbak, die dienst doet als kolenkelder, uit te schudden. Ofwel, om by emmers van tien kilo's te verkoopen aan de huisvrouwen, die geen plaats hebben om méér ineens te nemen, en in vele ge vallen ook geen kist. daar het haar een ingewortelde gewoonte is geworden, dagelijks naar het kolenmagazijn te gaan, net zooals ze zich naar slager of kruidenier begeven. Dat die geringe lieden liet eerst en het meest van den huidigen brandstotfennood te lijden hebben, ligt voor de hand. Waar de burgerij zich nog behelpen kan met den, zy het dan ook erg geslonken, keldervoorraad.doen gedenken daar zitten de voormelde appartement- en kamerbewoners letterlijk zander vuur. Ook ziet men ze, vooral in de volkswijken, van vroeg in den morgen met emmers door ae straten spoeden., van den eenen kolenhan delaar naar den anderen loopen, om door gaans voor een gesloten poort te komen waarop men, om alle verder schellen en vragen te verhinderen, met krijt geschre ven heeft: „Pas de charbons. En waar het lukken wil, dat de handelaar een lading in gekregen heeft, soms met eigen vrachtau to's aan de mijn gehaald', daar wordt in sneeuw en vorst urenlang achter elkaar aar. geschoven, om, eindelijk aan de beurt, toch ook een emmertje te bemachtigen, en er triomfantelijk mee naar huis te trekken. Dat het er dan niet altijd kalmpjes toe gaat, laat zich begrijpen. Menigmaal is de eigenaar dan ook verplicht, het afleveren te staken en zijn magazijn te doen ontruimen door de krakeelenöe en soms handgemeen wordende menigte. Is 't in overwegende mate de mindere man, die door het toenemend brandstot- gebrek getroffen wordt, een deel der bur gerij kent toch ook die plots opgedoken be zorgdheid. Velen, immers, hebben d'e niet a: te verstandige gewoonte, de hoeveelheid van hun op te doemen kolenvoorraad tamelyV. nipjes te berekenen, en daarbij voort te gaan op hetgeen ze in vorige winters verbruikten. Deze uitzonderlijke vorst, die uitzoncferiyk kolenverbruik vergde, heeft hen leelijk afge vangen. ruim een maand vroeger dan ge- woonlyk den vloer van hun brandstofkelde: doen te voorschijn komen. En 't ergste en ergeriykste van al is wel: hier helpt het luttel, zeer gefortuneerd te zijn. Zelfs mei bamknooten van d'uizend kan men uit een ledige loods nog geen vracht kolen halen. En we beleven derhalve het lang niet alledaag- sche feit, dat deftige dames geduldig tus schen de arbeiders-vrouwen haar beurt af wachten, om toch maar eenige schopvollen van 't nu opeens zoo kostelijk bevonden goedje te bekomen. De zeer voorname lui belasten natuurlijk hun diénstboden met ditzwart kar weitje. Doch bij de steeds verscherpende meidenerisi:zijn de heerenhuizen waar alle dienstbodenhulp ontbreekt, en waar mevrouw zoo goed als kwaad aantobt met een werk vrouw, die nog niet altijd te krijgen is verre van zeldzaam. En daar het nu toch kwalyk gaan zou, voor een barones of een bankier by een kolenmagazijn de wacht op te trekken voor 't verkrijgen van enkele kilo's brandstof ziet men 's avonds den heer des huizes soms met ziin limousine van een paar honderd duizend frank voor zulk een magazijn stilhouden, en een of twee zakjes steenkool opladen, mits een flinke fooi voor hem ter zijde gezet. Met een greintje leed vermaak, zien de nog aanschuivende stum pers dit ongewoon spelletje dan na, en voe len tevreden, dat de uiterlyk zoo geweldige afstand tusschen dien rijkdom en hun scha melheid in feite toch maar betrekkelijk klein is. want dat ze, als menschen toch allen onderworpen zijn aan dezelfde wetten der natuur. Een winterbedryf, dat anders aan tal van lieden bezigheid en brood verschafte, is than: totaal uitgeschakeld. Namelijk, dit van het kolenleuren. In gewone jaren, worden van 's morgens vroeg de straten reeds doorkruist met stootwagens, stuivende mannen en vrou wen, die onder luidkeels roepen van „Kolen! Kolen!" hun zwarte waar uitventen, en die bijzonder de reeds voormelde appartement en kamerbewoners tot hun trouwste cliënteele tellen Het spreekt van zelf. dat er heden geen enkele zichtbaar is. Trouwens, moest hij zien vertoonen. hij zou niet hoeven te roepen, geraakte geen straat ver met zyn „commerschap," zooals de Brusselaars alles heeten wat verhandeld wordt In minder dan geen tijd zou zijn lading uitverkocht zijn. En het is opmerkelijk, met welke be langstelling en begeerigheid de schaarsche vrachtauto's, die met enkele zakken kolen naar een bevoorrechten klant rijden, nage keken worden. De smoezelige, ruige lossers, de angst van de huisvrouwen wegens hun vuilmaken van al waar ze omtrent komen hebben nu een bijzonder belang, een onge wone aantrekkelijkheid gekregen, en worden overal onthaald met een mildheid, die hen in lengte van jaren dezen winter als het gouden tijdperk van hun ambacht zullen De biljart-seances van lezen Belgischen prof. biljarter, welke Woensdagmiddag en gisterenavond in de Soc. Ver. plaats vonden, mogen schitterend geslaagd heeten. Het bestuur van de Soc. Ver. had bijzon dere maatregelen genomen om vele belang stellenden te bergen en des avonds waren de vele plaatsen, alsmede de tribune, geheel bezet. Over het verloop der seances nog het volgende Zoowel 's middags als 's avonds werd een match gespeeld van 600 car. encre cadre. Na een matig begin, waarvan alleen een goedgespeelde 21 vermelding verdient, kreeg v. Leemput in de 5e beurt de ballen in goede positie en passeerde onder luid applaus van de aanwezigen spoedig de 100. Een fraaie 134 werd het resultaat. Zijn partner maakte wel enkele aardige caram boles, doch van spanning was begrijpelyker- wijze geen sprake. Nadat de Belg in de 9de beurt zyn totaal op 213 had gebracht, v.'ist hij met fraaie rappelstooten spoedig de bal len bijeen te brengen en bracht spoedig de toeschouwers weder in extase door zijn mees terlijk spel. De score rees snel en spoedig was de 100 op. Op solide wijze verder spelend, voerde v. Leemput zijn totaal steeds hooger op en ook de 200 werd gepasseerd. Nog steeds hield hij het spel fraai klein en onder groot enthousiasme maakte, v. Leemput de 300 vol. Zelfs wist hy in deze beurt de match te beëindigen, ging op verzoek nog door en produceerde zoodoende een schitterende serie van 390 car. De uitslag van deze brillant-gespeelde match is: v. Leemput N. N. ont. brt. h.s. gemidd. 600 10 387 60 39 -0 10 390 Tot besluit van de eerste seance speelde de heer v. Leemput nog een 3-band-partij tegen den heer Pool. Laatstgenoemde hand haafde zyn reputatie van sterk bandspeler en wist de motch met 25 tegen 22 car. te winnen. De belangstelling was des avonds nog grooter en wederom hebben de biljart-lief hebbers genoten van Van Leemput's per fecte spel. Ook nu leverden de 3 eerste beurten weinig op en toen de prof. bij de volgende beurt de ballen fraai in positie gebracht had, ketste zyn pommerans. Zijn tegenstander kon ook nu het tempo niet volgen en v. Leemput ver grootte aregeimatig zijn voorsprong. Jammer, dat v. Leemput in de 7e beurt wederom zijn serie van 119 wegens ketsen af moest bre ken. Zuiver berekend spel deed een hooge serie verwachten, vooral teen onder luid ap plaus de eerste maal in deze seance de 100 gepasseerd werd. In de 8e beurt miste de Belg op 34 een eenvoudigen eénbandstoot, wat echter de eenige fout is. die wij hem zagen maken. Na een goede 68 gescoord te hebben, was de prof. er in de 10e beurt ge weldig in. Om zijn algemeen gemiddelde van 60 te handhaven, moest hij in deze beurt de match beëindigen. Schitterend gespeelde mas- sé's en piqués wisselde hij af met zuivere rappels op dan korten band en zijn score rees spoedig boven ds 100. Op uitstekende wijze wist rij ds ballen steeds dicht by den korten band van 't groote biljart te houden en indien de ballen langzamerhand in het mid denvak kwamen, maakte hij één van de hem alleen eigen „exterieurtrekstooten" en kon de ballen steeds by elkaar houden. Geen. wonder, dat zijn totaal snel omhoog ging en de marqueur telde 110, 120, 130, 140, 150. Steeds zuiver rappelleerend hield v. Leemput de ballen volkomen in zijn macht en de ar biter vervolgde 160, 170, 180190, 200! De spanning van het naderende einde der match weerhield de toeschouwers te applaudisseeren, doch toen v. Leemput de resteerende 14 car. erby maakte, groeiden de bijvalsbetuigingen aan tot een ovatie! Ook nu maakte de spe ler de partij in slechts beurten uit! Het resultaat werd: pnt. brt. h.s. gemidd. v. T .eemput 600 10 214 60 N. N. 41 10 10 4.10 Ten slotte gaf de heer v. Leemput nog eenige wyze lessen betreffende het amorti- seeren van de massé en het spelen van las tige éénband-stooten. Precies 10 'A u. behoorden dezen zeer ge slaagde seances weer tot het verleden. We zien prof. v. Leemput gaarne nog eens terug in Haarlem! De Belgische professional biljartspeler Leemput, die gisteren de biljartliefhebbers in d< Sociëteit Vereeniging in extase bracht door zijn subliem spel. DE INTERNATIONALE TENTOONSTELLING TE BARCELONA Een kijkje in de luxueus ingerichte passagierscabine van de „Graf Zeppelin" Maquette van het „Palais National Espagnol" een der fraaiste gebouwen, die men op dc tentoonstelling, welke dit jaar te Barcelona gehouden wordt, zal kunnen bewonderen. Zooals vjj reeds mededeelden, zal de Nederiandsche tuinbouw op deze tentoonstelling met belangrijke inzendingen uitkomen. Een W. B.-telegram meldt d.d. gisteren uit Friedrichshafen: Het luchtschip Graf Zeppelin is om 2 uur 15 hedenmiddag weer vlot geland. De tocht ging hoofdzakelijk om het meer van Constanz. De grootste hoogte, die be reikt werd, bedroeg 800 meter. Er werden verschillende metingen ver richt. De verwarmingsim-ichting heeft geduren de dezen tocht schitterend voldaan. Men is van plan, in de ventilatietoevoeren naar de passagierscabines verwarmingswerk tuigen in te bouwen, die 't mogelijk maken, naar wensch koude of warme lucht in de cabines te laten. Na 3 a 4 weken begint de tocht over de Middellandsche Zee. Naar een Berlijnsch nieuwsagentschap ver neemt, hebben op het oogenblik te Bsilyr. tusschen dr. Eckener, die daar Woensdag is aangekomen en de in aanmerking ko mende personen, besprekingen plaats over de vraag, hoe de reis naar de Middelland sche Zee georganiseerd zal worden. Na al les wat daarover tot nu toe bekend is ge wenden is het vrij zeker, dat de Graf Zep pelin er van zal moeten afzien, om over Egypte te vliegen en ook over Ralistina en Syrië Het luchtschip zal dus het naburige Oosten waarschynlyk niet bezoeken, tenzy op het laatste oogenblik nog besloten wordt naar Klein-Azië of den Bosporus tè gaan. Te Berlijn is men van opvatting, dat de Londensche regeering de toestemming wei gert, uit vrees voor de groote propagandis tische gevolgen, welke het vliegen boven de Oostersche landen, die van Engeland afhan- kelyk zyn zou kunnen hebben. Ingaande 1 Maart a.s. kunnen in het ver keer met Tsjecho-Slowakye brieftelegrammen verzonden worden tegen de helft van den prijs van een gewoon telegram, met een minimum prijs voor twintig woorden, zynde 1.30; voor elk woord meer 6W cent. De brieftelegrammen moeten boven het adres de betaalde dienstaanwijzing L. T. dra gen en gesteld zijn in verstaanbare Neder iandsche. Tsjecho-Slowaaksche, Fransche Duitsche of Engelsche taal. Aanvragen om terugbetaling van seinkosten wegens verminking, vertraging of het verloren geraken van een brieftelegram worden niet in behandeling genomen. De aflevering van deze soort telegrammen geschiedt hier te lande in de ev. briefpostbe stelling.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 5