Landbouw en Visscherij
41
FEUILLETON
DE SCHANDPAAL
III \m a tandpasta
VIERDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
ZATERDAG 23 FEBRUARI 1929
BLADZIJDE 2
De uitvoer van groenten,
landbouwgewassen en
veeteeltpro ducten
Kon. Ned. Maatschappij
voor Tuinbouw en
Plantkunde
Een proef, die slagen moet
Het verbouwen van gerst
Een melkveiling
HANDEL EN NIJVERHEID
Nederlandsch fabrikaat
Dr. H. NANNING's
W M25&75cp.tube
Duitschland en
de Nederl. Handelsbalans
LUCHTVERKEER
Plannen voor een nieuwe
Zeppelinhal bij Berlijn
De tocht naar Egypte van
de Zeppelin
Op hun vlucht naar
Indo-China
VRAGENBUS
Een overlicht over 1928
De totale groentenuitvoer in 1928 heeft be
dragen 68'j millloen tegen 45 millioen in
1927, Duitschland alléén nam voor 19 mil
lioen méér af.
De uitvoer van versche vruchten bedroeg
11 millioen tegen 10 y, millioen in 1927;
die van vruchtenpulp bedroeg 6 2/3 mil
lioen f6 millioen in het jaar daarvóór).
Aan bloembollen, bloemen, planten, hees
ters. enz. werd voor 53 2/3 millioen uitge
voerd tegen 49 mill, in 1927.
Het tuinbouw-totaal (zonder vroege aard
appelen) bedraagt dus 140 milioen tegen
101 mill, in 1927!
De aardappel-export heeft met inbegrip van
poters plm. 23 millioen bedragen.
Als men dan bedenkt, dat aan boter en kaas
samen voor 168 millioen werd uitgevoerd,
dan springt het groote belang van onzen va-
derlandschen tuinbouw wel zéér duidelijk in
het oog.
Bij optelling der landbouwgewassen en vee
teeltproducten komt men ook tot aardige
cijfers. De aardappeluitvoer bedraagt 21 'A
millioen. die van pote~rs 1 2/3 millioen, van
suikerbleten 6'5 millioen, van pulp een f 14
millioen. van peulvruchten 18 millioen, van
zaden 16 millioen, van cichoreiwortels
eveneens 'A millioen, van hooi 2/3 m„
van stroo en hulzen 1 15 millioen, van
kaas 80 millioen, van boter 88 millioen,
van melkproducten 56 millloen, van vleesch
en bacon 100 millioen, van paarden 3 mil
lioen, van fok- en slachtvee 2 K millioen,
van varkens 7 W millioen. van levend en
geslacht pluimvee 8 millioen, van wolvee
180.000, van eieren versch en geconserveerd
62 millioen en van vlas 9 millioen.
Dit alles te zamen maakt een bedrag van
rond 485 millioen.
Daarbij komt nog een aardappelen-uitvoer
van 15! j millioen, dextrine e.d. van 4J(
millioen en een stroocartonexport van 21
millioen. Ongerekend suiker en huiden (en
wat kleinere „postjes") komt men dus reeds
tot een bedrag van 526 millioen, hetgeen te
zamen met den tuinbouw-uitvoer een totaal
geeft van 666 millioen.
Ter beoordeeling van de suiker diene, dat,
naar 't „Hbld." mededeelt, onze beetwortel
suikerfabrieken <70 pet. der productie komt
voor rekening der coöp. fabrieken) op het
oogenblik uit de hier te lande geteelde sui
kerbieten plm. 270 millioen K.G. per jaar pro
duceeren. terwijl het binnenlandsch verbruik
pl.m. 210 millioen K.G. bedraagt, zoodat het
surplus der eigen productie 60 millioen K.G.
bedraagt, hetgeen dus zoo ongeveer een waar
de vertegenwoordigt van 8 a 9 millioen.
kingen wees spr. er op, dat men naar uit
de proeven is gebleken, wanneer inderdaad
de veronderstelling van de directie van het
Kon. Meteorologisch Instituut en van dr.
Hijmans juist is in een regenrijke periode
den stand van het grondwater niet bepaalt
naar den stand van het water dat in een
gegraven put staat. Voorts kan men, de ver
onderstelling als juist aannemend, dan ook
verklaren waarom na regen de drains zoo
dikwijls loopen.
Deze causerie werd met lichtbeelden ge
ïllustreerd. Na deze inleiding volgde sluiting
der vergadering.
Te R'dam hield Donderdag de Kon. Ned.
Maatschappij voor Tuinbouw- en Plantkunde
haar winterbijeenkomst onder voorzitter
schap van den heer G- F- van Tets van
Godschalxoord. De voorzitter heette de aan
wezigen welkom in het bijzonder den inspec
teur van den Landbouw, den heer Kake-
beeke. Spreker zeide dank aan de firma's
Hartlieb en Imming, alsmede den directeur
van de Diergaarde, voor de mooie bloemen,
die zij hadden willen zenden ter opluistering.
Mededeeling werd gedaan, dat de burge
meester van Rotterdam wegens raadsverga
dering verhinderd was te komen. De voor
zitter eindigde zijn inleidend woord met den
wensch, dat de kweekers niet te veel schade
zullen ondervinden van de vorst.
De heer H. Veendorp uit Rotterdam hield
hierna een inleiding over de juistheid en
uniformiteit ten opzichte van de kleurbe-
schrjj vingen.
De heer J. H. T. de Roos Hzn. uit Am
sterdam hield een inleiding over de bloem-
sierkunst in de laatste 25 jaren.
Daarna werd de vergadering geschorst.
Na heropening der vergadering sprak ir.
H. Volkersz uit Lisse over merkwaardige
grondwaterstandswaarnemingen in den
proefschooltuin te Lisse. Over de proefne
mingen in de school genomen, heeft spr.
veel verteld. Uit'de proeven is o.m. geble
ken, dat in regenlooze perioden de stand
van het grondwater in de gresbuizen het
hoogst is tegen dat de zon opkomt. Over
dag valt het water in die buizen en 's nachts
stijgt het. In regenrijke perioden valt in de
gresbuizen een sterke stijging waar te
nemen. Veel sterker dan uit de hoeveelheid
gevallen water valt af te leiden. Over de
oorzaak van deze stijging heeft de directie
van het Kon. Meteorologisch Instituut de
veronderstelling geuit, dat deze stijging in
verband zou staan met de spanning van de
bodemlucht. Ook dr. Hijmans is tot deze
veronderstelling gekomen, na een labora
toriumproef.
Is deze veronderstelling inderdaad juist,
dan 2ijn de opmetingen van den water
spiegel in de gresbuizen en in de later ge
bruikte geperforeerde roodkoperen cylin
ders niet te beschouwen als opmetingen
betreffende den stand van het grondwater.
Als practisch resultaat van zijn onderzoe-
schrijven in plaats van topmaten, wordt
verwacht, dat er thans geen enkele aan
leiding meer zal bestaan, waarom het
inandsche hout duurder zal moeten zijn dan
het buitenlandsche.
Het is de bedoeling, om indien de proef
slaagt, deze het volgende jaar ook uit te
breiden tot de kortere palen.
Deze proef moet slagen! Het is een natio
naal belang, waarvoor wij de volle medewer
king, zoowel van den houthandelaar als van
den boschbezitter, inroepen. Onze eigen
bosschen moeten ons in de eerste plaats de
meer waardevolle sortimenten laveren, moe
ten ons op den duur al het voor 'dezen dienst
benoodigde paalhóut kunnen verschaffen.
De Ned. Boschbouwvereeniging schrijft:
De Rijkstelegraafdienst heeft in zijn dezer
dagen verzonden voorwaarden voor de
levering 1929 van palen, schoren en anker
houten de volgende bepaling opgenomen.
De inschrijvers worden uitgenoodigd twee
aanbiedingen in te zenden, en wel:
a. eene voor levering uitsluitend van
vurenhout.
b. eene voor leverihg nuitsluitend van
grenenhout.
De laatste offerte behoort voor zoover be
treft de schoren en ankerhouten, prijzen te
vermelden zoowel voor inlandsch als voor
buitenlandsch grenenhout.
In verband hiermede wordt opgemerkt,
dat inplaats van de töpmaat, zooals tot
dusver gebruikelijk was, voor de schoren en
ankerhouten thans de minimumomtrekmaat
is aangegeven, gemeten op het midden van
de lengten, waarin geleverd moet worden.
Dit is geschied, om het verschil in dikte
toeneming tusschen inlandsch en buiten
landsch grenenhout uit te schakelen en
gelijke leveringsmogelijkheden voor beide
houtsoorten te scheppen.
Naar aanleiding van de door de standaar-
deeringseommissie der N. B. V. in haar rapt
port geuite desiderata betreffende een ver
hoogd gebruik van inlandsch hout, mochten
wij hierover een nader onderhoud hebben
met den Technischen dienst der Telegrafie.
Bij die bbspreking kwam o.m. tot uiting,
dat het geringe verval, (verschil tusschen
omtrek aan het dunne en het dikke einde)
der tot dusver voorgeschreven maten, een
van de voornaamste redenen is, waarom
hiervoor het inlandsche grenenhout, dat
over het algemeen sterk afvalt, automatisch
bij de levering wordt uitgeschakeld.
Om aan dit bezwaar tegemoet te komen
en daardoor het gebruik van inlandsch hout
te bevorderen, heeft de Telegraafdienst er
dus nu in toegestemd, om voor de schoren
en ankerhouten een sortiment dat in
ieder geval uit onze Ned. bosschen kan wor
den geleverd middenmaten voor te
schrijven en de topmaten, voor zooverre
deze worden aangegeven, te baseeren op
het verval (ongeveer 3 c.M. omtrek per
strekkenden meter) van het inlandsch hout.
Bovendien wordt voor deze sortimenten
nu een afzonderlijke inschrijving gevraagd
bij levering van inlandsch en bij levering
van buitenlandsch hout.
Nu de Rijkstelegraaf dus voldaan heeft
aan het verzoek, middenmaten voor te
Verleden jaar had een aantal landbouwers
uit Anna Paulowna en omgeving een overeen
komst gesloten met Heineken's bierbrouwe
rijen, om proeven te nemen met den verbouw
van gerst, geschikt voor het brouwen van bier,
met het doel te komen tot voldoende gerst
teelt in eigen land, daar de bierbrouwerijen
de meeste gerst uit het buitenland betrekken.
Gebleken is daarbij, dat Princessegerst voor
het brouwen van bier de meest aangewezene
is, terwijl goudgerst het meest rendabel is
voor den landbouwer. Deze gerst bevat echter
een te hoog vochtgehalte, waardoor ze te lang
zaam kiemt.
Er is thans besloten nogmaals proeven te
nemen en te trachten ook hier gerst te ver
bouwen die tegen lager prijs kan geleverd
worden dan die uit het buitenland, welke prijs
vanzelf verhoogd moet worden met transport
en andere kosten.
Te Delft is op een vergadering, uitgeschre
ven door den R. K Bond van Melkveehou
ders in den Kring Den Haag, definitief be
sloten tot oprichting van een melkveiling.
De melkveehouders verplichten zich van 1
April af tot 31 Maart 1930 de melk van al
hun vee op de veiling te brengen om deze
te doen veilen of bewerken, onder voorbe
houd, dat een reservefonds, groot 1000,
wordt volgestort.
Een groot aantal melkveehouders is toege
treden. Reglement en statuten zijn goedge
keurd.
De Februari-aflevering van het maand
blad „Nederlandsch Fabrikaat" bevat als
naar gewoonte allereerst een opgave „Wat
de Vereeniging in de laatste maand deed".
Vervolgens trekt onze aandacht een zeer
belangwekkend artikel „Houtgebruik in Ne
derland" van de hand van den heer Ir. W.
Malsch. Uitvoerig en zeer deskundig wordt
in dit artikel uiteengezet het groote be
lang, dat de ontwikkeling van den boschbouw
in Nederland heeft ten aanzien van het eco
nomisch leven. De schrijver eindigt' Zijn bij
drage met den volgenden behartenswaardigen
wenk:
„Elk beschaafd land is er thans op uit om
.1 v-*
JT
zijn boschoppervlakte door bebossching van
woeste gronden te vermeerderen en het' be
heer van de bestaande bosschen in betere
banen te leiden. Ik noemde reeds hetgeen
Engeland thans doet en zou dat nog met
meerdere andere voorbeelden zooaJs
Frankrijk en Spanje kunnen aanvullen.
Nederland, dat een der boscharmste landen
van de wereld is en nog over een groote op
pervlakte woeste gronden beschikt, die fei
telijk uitsluitend geschikt zijn voor bebos
sching, mag hier niet achterblijven. Het ïs
onze plicht, ons eigen belang, om hieraan
krachtig mede te werken.
Van de gelden daarvoor thans uitgegeven,
zullen onze kinderen en kindskinderen de
rente oogsten. Een rente die misschien in
baar geld niet hoog zal zijn, maar die de
welvaart van ons volk, zoowel in materiee-
len als in geestelijken zin, aanzienlijk zal
verhoogen."
Vervolgens wordt de aandacht ge
vestigd op de 10de Nederlandsch-Indische
Jaarbeurs, welke in JuniJuli as. zal wor
den gehouden en die wederom zeer belang
rijk belooft te zullen worden.
De heer H. F. R. Snoek, algemeen secre
taris der Vereeniging, geeft een bijdrage,
getiteld: Van achter de schermen, waarin
hij. een en ander mededeelt omtrent de wij
ze van propaganda-maken voor het doel van
de Vereeniging door middel van lezingen en
industrieele film vertooningen. Dat de film-
afdeeling van de Vereeniging zich in zeer
sterke belangstelling mag verheugen blijkt
wel uit de cijfers, die de schrijver gééft, nl.
dat met behulp van het industrieel film
materiaal van de Vereeniging in 1926 wera
vertoond: 68.000 M., in 1927: 147.000 M. en
in 1928: 229.000 M., waarbij nog kan wor
den opgemerkt, dat deze 229.000 M. werden
vertoond in totaal 169 bijeenkomsten.
De heer S. Kalff vervolgt Zijn belangwek
kende uiteenzetting omtrent Oudholland
sche Smeedkunst.
In de maandelijksche plaat stelt ditmaal
Job Denijs op treffende wijze voor wat de
Nederlandsche industrie tot stand heeft ge
bracht terzake van de radio-telefonische
verbiniding Nederland—Oost-Indië.
Tenslotte zij nog vermeld de vaste rubrie
ken, zooals: correspondentierubriek, opgave
van industrieele films, behoorende tot het
archief van de Vereeniging, Exportadressen,
Bemiddeling voor Werkgevers en Werkzoe
kenden, Opgave van fabrikanten, welke ge
rechtigd zijn tot het voeren van het natio-
naliteitskenmerk V. N. F. der Vereeniging
enz. enz.
reinigt mond en tanden.
Naar de „Germania" thans verneemt, zijn
et door de stad Berlijn onderhandelingen
gevoerd over den aankoop van het vliegter
rein te Staaken, welke onderhandelingen op
het punt staan afgesloten te worden. Zoowel
dr. Eckener als het rijksverkeersministerie
hebben zich met de keuze van het terrein
accoord verklaard. Omtrent den koopprijs
van het terrein Is nog geen overeenstemming
bereikt, doch het gevraagde en het geboden
bedrag loopen niet veel uit elkaar. De koop
prijs zal ongeveer 6'A millioen mark bedra-
gen. Staaken zal dan niet alleen een Zep-
'pelinhaven worden, doch ook een voorhaven
voor het verkeer in Westelijke richting van
de centrale luchthaven.
In verband met de aanstaande voorjaars-
benrs te Leipzig wordt aan het Persbureau
Vaz Dias van bevoegde zijde geschreven:
De Nederlandsche handelsbalans is van
zeer eigenaardige samenstelling; zij vermeldt
een grooten uitvoer van voedingsmiddelen
en een zeer belangrijken invoer van grond
stoffen en afgewerkte fabrikaten. Nederland
betaalt deze laatste dus met voedingsmid
delen en niet, zooals bij andere landen het
geval is, door export van ruwe producten.
Ongeveer 40 tot 45 pet. van den totalen uit
voer behoort tot de categorie voedingsmid
delen, terwijl de invoer van grondstoffen en
afgewerkte producten, ongeveer gelijdelijk
verdeeld, zegge 75 pet. bedraagt. De actieve
en passieve neiging van de Nederlandsche
handelsbalans wordt dus in sterke mate be-
heerscht door den export van voedsel. Vol
gens de gegevens over het jaar 1928 is
Duitschland de beste afnemer. Reeds kort
na den oorlog en ook tijdens de mijnwer-
kevsstaking in Engeland volgde Duitschland
als tweede in rangorde onmiddellijk na het
Britsche Rijk, maar nu staat het weer op de
eerste plaats, met 24.5 pet. van den geheelen
Nederlandschen uitvoer. Tweede is Engeland
met 23.8 pet. en de overige consumenten
volgen met een belangrijk geringer percen
tage.
Als leverancier is Duitschland reeds sedert
jaren nummer een. Het exporteerde naar
Nederland in 1927 25.7 pet. van den totalen
invoer aldaar, tot een bedrag van 654.2 mil-
lien gulden. De Vereenigde Staten volgen
met 10.5 pet. Duitschland le 'ert in de eerste
plaats kolen, ijzer en staal, machines en
werktuigen, textielgoederen en chemische
producten, welke te zamen bijna 2/3 van
den geheelen Duitschen export naar ons land
bedragen.
De Nederlandsch-Duitsche handel heeft
zich, met uitzondering van het jaar 192G,
voortdurend ontwikkeld. Ook in 1928 was dit
het geval, want de cijfers van de eerste drie
kwartalen toonen aan, dat in- en uitvoer,
vergeleken met het overeenkomstige tijds
verloop in 1927, aanmerkelijk zijn toegeno
men. De Leipziger Messe vormt een belang
rijke schakel in dit handelsverkeer.
In het voorjaar van 1928 hebben verschil
lende Nederlandsche fabrikanten met goed
gevolg in Leipzig geëxposeerd en ook op de
binnenkort te houden voorjaarsbeurs (begin
3 Maart) zullen bekende industrieelen uit
komen.
Het bezoek uit Nederland, van oudsher
talrijk, is in den laatsten tijd nog toegeno
men, mede in verband met de voortdurende
uitbreiding van de technische groep.
De helpende hand.
Een H. N.-telegram uit Berlijn meldt:
De centrumsfractie van den Berlijnschen
gemeenteraad had bij het bezoek van den
Zeppelin aan Berlijn eeh motie ingediend,
dat pogingen in het werk zouden worden
gesteld, om de nieuwe Zeppelinhal te Ber
lijn te doen vestigen.
Naar de Lokalanzeiger van goed inge
lichte zijde verneemt, heeft de Engelsche
regeering in het geheel niet doen weten,
dat zij bezwaren had tegen een vlucht van
de „Graf Zeppelin" naar Egypte. Wel had
zij gevreesd, dat bij een landing niet vol
doende manschappen en hulpmiddelen hier
toe aanwezig zouden zijn.
Dr. Eckener heeft echter geenszins het
plan in Egypte te landen. Verder bericht de
Lokalanzeiger, dat ook de toestemming tot
het vliegen over het Turksche en Grieksche
gebied nog niet aangevraagd is, Ofschoon
de aanvrage sedert den 8sten Januari ge
reed ligt.
De noodlanding van Paillard en Le Brix
schijnt nogal voorspoedig te zijn verloopen.
Immers, naar gemeld wordt zijn Paillard en
Le Brix reeds weer een flink eind op weg
en thans in Karachi aangekomen.
Vr. Wie was de winnaar van de Marathon
race bij de Olympische Spelen te Amsterdam
in 1928
Antw. De tot Fransch onderdaan genatura
liseerde Algerijn El Ouafi.
Vr.: 7 Juli 1920 werd ik opgenomen in de
Invaliditeitswet. Er is toen voor mij geplakt
tot het einde van dat jaar. Van toen af heb
ik zelf geplakt voor 0.25 per week, hetwelk
mij was toegestaan en ik thans nog doe. Het
volgend jaar, 23 Januari 1930, word ik 65
jaar. Kan ik dan aanspraak maken op de
ouderdomsrente of Zal ik dan nog eenigen
tijd daar op moeten wachten, of zal ik nog
zooveel bij moeten plakken? Ik heb aange
zuiverd van 3 December 1919 tot 7 Juli 1920?
Antw. Als u van 7 Juli 1920 af elke week
een zegel hebt geplakt, komt u op 23 Januari
1930 in aanmerking vóór ouderdomsrente.
Vr. Mijn zoon is 1 September 14 jaar
en hij gaat met 1 September van school
af. Nu ls het einde Juli tot September
vacantie maar nu kan lk hem verhuren
met Juni in het tuinland. Zou dat kunnen
volgens de Schoolwet?
Antw.: U kunt dit doen, als de cursus
dan geëindigd is.
Vr. van C. V. te T. Bij ziekte gaat
het loon gedurende korten tijd door. Wij
weten niet, of bij de in dienst' treding bij
zondere voorwaarden zijn, gesteld, doch zoo
als u de vraag stelt, bestaat er in het be
trokken geval recht op salaris over de
maand Februari
Vr. Wij hebben 2 plaatsen gekocht bij
opbod in onze R.K. kerk en betalen vast
huurgeld per jaar. Nu hebben wij hooren
mompelen, dat die plaatsen bij afbouw der
kerk (zij wordt vergroot) zullen vervallen,
en wij, als wij plaatsen willen hebben, die
'per jaar moeten pachten. Kan dat zoo
maar? Volgens mijn idee ls toch „gekocht
voor je leven" hecht genoeg en niet af
neembaar?
Antw: U zult die plaatsen wel gekocht
hebben volgens de bepalingen van een be
staand reglement. Informeer eens, hoe die
voorwaarden luiden.
Vr.: Kunt u mij het adres opgeven van
de opleidingsschool voor marconisten aan
koopvaardijschepen te Amsterdam?
Antw.: Nederlandsche Telegraaf Maat.
schappij „Radio-Holland", Keizersgracht 562,
Amsterdam.
Vr.: Kunt u mij ook zeggen, of het lot
No. 50 Serie 4867 van Paleis voor Volksvlijt
te Amsterdam, al uitgeloot is? Wanneer
heeft de trekking plaats?
Antw.: Nog niet. 2. De trekking voorloopig
uitgesteld.
Vr.: Tusschen mijn papieren heb ik ge
vonden een lot van de N. V. Obligatie-Maat
schappij „Het Witte Kruis", gevestigd te
's-Gravenhage, 'n 3% Premie-Obligatie, groot
7.— Serie 084 No. 402. Heeft dit nog
waarde, of is dat nummer al uitgeloot?
Antw.: Wij vermoeden dat 't papier waar
deloos is, doch kunnen het niet beóordeelen,
zonder het te hebben gezien.
Vr.: Kunt u mij ook zeggen, of No. 14 Serie
5656 van 's Lands Weerbaarheid al uitgeloot ls?
Antw.: Nog niet uitgeloot.
Vr.: Is H. B. v. d. Sande (die o.a. „Het
Groene Eiland" schreef in de Katholieke Illu
stratie) een man of een vrouw?
Antw.: Het is de heer H. B. v. d. Sande.
Vr.: Hoe is het adres van den Zeereerw.
Pater J. v. d. Sangen, van de Congregatie
van het H. Hart van Jesus van Bergen op
Zoom?
Antw.: Wij vinden een pater J. v. d. Sah.
gen vermeld, werkzaam te Bengkoelen in de
missie van Ned. Oost-Indië. Wij weten niet,
of u dien bedoelt. Wend u om inlichtingen
tot het klooster te Bergen op Zoom.
Vr.: Was de H. Franciscus van Assisië pries
ter?
Antw.: Neen, uit eerbied voor het H. Pries
terschap wenschte de H. Franciscus van As
sisië niet dë wijding van het H. Priesterschap
te ontvangen.
Vr.: Vertrekt er dit jaar een bedevaart naar
Lourdes over Lisieux? Kunt u mij ook zeg
gen wanneer?
Antw.: Wij meenen van wel. Wend u om
inlichtingen tot het Carmelietenklooster te
Aalsmeer.
Vr.: Mijn huisgezin bestaat uit vader, moe
der en zes minderjarige kinderen. Ik ben
aangeslagen naar een zuiver inkomen van
2800; Kinderen aftrek 1425. Wat moet ik
nu betalen voor Rijks- en Verdedigingsbelas
ting. ik woon in de gemeente Haarlemmer
meer. Aangeslagen naar een belastbaar in
komen van 1600. Wat moet ik nu betalen
voor gemeentebelasting?
Antw.: De gemeentelijke aanslag bedraagt
103.10. Op uw biljet vindt u echter waar
schijnlijk ook nog uw aanslag in de Rijksin
komstenbelasting tot een bedrag van 13.94.
Vr.: Welke is de kortste weg vanNoordwij-
kerhout over Aalsmeer, Utrecht en Arnhem
naar Nijmegen? Hoeveel K. M.?
Antw.: Noordwijkerhout, Lisse, Nieuw-Ven
nep, Aalsmeer, Kudelstaart, de Kwakel, Uit
hoorn, Mijdrecht, Wilnis, Ruwiel, Breukelen,
Utrecht, De Bilt, Zeist, Rijsenburg, Drieber
gen, Doorn, Leersum, Amerongen, Eist, Rhe-
nen, de Grebbe, Wageningen, Renkum, Heel-
sum, Oosterbëek, Arnhem, Elden, Eist, Lent,
Nijmegen. Afstand 133.5 K.M.
Vr.: 1. Ik ben voor den dag in betrekking,
ontvang per week mijn loon. Ik ben een
week ziek geweest; heb lk nu recht op mijn
loon, vergoeding of iets dergelijks?
II. Is de uitslag van den rebuswedstrijd van
de N. V. Stoomtabaksfabriek van Th. Nie-
meijer, Groningen, al bekend? Zulks zou half
Januari geschieden.
III. Zoo ja, hooveel zetten was de goede
uitslag?
Antw. 1Bij ziekte gaat het loon gedurende
korten tijd, 1 a 2 weken, door. 2 en 3. Ja,
wend u om inlichtingen tot de directie der
vennootschap.
Vr.: Ik heb sinds 2 jaar een kamerpalm,
in de huiskamer staan. Hij heeft dezen win
ter doode punten gekregen. Zoudt u mij s.v.p.
de oorzaak hiervan kunnen opgeven?
Antw.: Een Kentia is een bijzonder lasti
ge kamerplant. Zij verlangt een gemiddelde
temperatuur van 55 a 65 gr. Fahrenheit. Des
zomers veel water en een geregelde toediening
van koegier. Een wekelijksche af sponsing der
bladeren, zoowel aan boven- als onderzijde.
Dit soort palmen verlangt veel licht, maar
geen directe zonnestralen.
In den winter vooral er op letten, dat des
nachts de temperatuur niet lager komt dan
ongeveer 50 gr. Fahrenheit. Ook moet men
er naar omstandigheden rekening mede hou
den, dat de potkluit niet overtollig nat is
in de wintermaanden. Uit de voorwaarde,
welke deze plant stelt, om in goede conditie
te blijven, zal het u niet moeilijk vallen op
te maken, in welke hoedanigheid uw plant is
te kort gekomen.
Verpotten van kamerpalmen (Kentia) blijft
altijd zeer gevaarlijk. Aan de wortels der
plant mag bij het verpotten nooit gesneden
of losgetrokken worden. 90% van de Ken-
tta's, die zoo'n behandeling ondergaan,
zullen sterven. Daarom is het altijd beter
door toediening van koegier de plant in het
leven te houden en verpotte men niet ander.»
dan bij hooge noodzakelijkheid.
Vr.: Kunt u mij zeggen, of er in Zaandam
of Enkhuizen een zaadhandelaar bestaat met
den naam Zwaaner?
Antw.: Dergelijke vragen kunnen wij in
deze rubriek niet beantwoorden. Raadpleeg
een adresboek van de betrokken plaatsen.
Vr.: Mijn zoontje heeft 1 Mei 7 klassen
doorloopen en wordt den derden Mei 13 jaar,
Mag hij nu met Mei van school af?
Antw. Hij mag de school verlaten, als hij
de 7e klasse doorloopen heeft.
Vr.: Ik heb witte leghorn-kippen van 10
maanden oud. Hun voeding bestaat uit och-
tendvoer en hardvoer. Tot nu toe leggen ze
geen eieren. Wat kan hiervan de reden zijn?
Antw.: Dat kunnen wij zoo niet beoordee-
len. Raadpleeg eens een deskundige.
Vr.: Welke is de kortste weg van Haar
lem naar voorhout? Hoeveel K. M.?
Antw.: Haarlem, Vogelenzang, Keukenhof,
Voorhout. Afstand 27 K. M.
Vr.: Hoe kan men uitgebloeide Cyclamen
overhouden? Hoe is de behandeling ervan?
Na den bloei geeft men minder water en
na ongeveer 3 a 4 weken in 't geheel geen
water meer. De Cyclamenknol, waar thans
alle bladeren van zijn verdord of geel ge
worden, bewaart men op een frissche vorst-
vrije plaats. Ongeveer Juni neemt men hem
uit den pot, ontdoet hem van allen grond en
pot den knol in versche aarde op. Onder in
den pot veel potscherven of kalkpuin voor
draineering.
Voor grondmengsel gebruikt men bladgroen,
oude graszodengrond of verweerde klei, ouden
koemest, een beetje scherp zand en veel fijn-
geklopt kalkpuin. Daarna zet naen den pot
in een frissche serre of buiten in den tuin.
Scherpe zon is voor de plant slecht. Bij
koud of veel nat weer de plant op een gunsti
ger plek zetten of met een raampje of ruit
overdekken. Althans begin September op eefi
frissche plaats binnen zetten. Liefst zooveel
mogelijk licht. Bij goeden groei toegift van
koegier aan te bevelen. Bij het oppotten
moet de knol half in den grond staan.
21
„Ja, Jenka," zeide hij, „men moet de
kunst maar verstaan, 't V/as goed, dat ik
jou hier ontmoette. Had jij met je zwarte
sijkers mij niet behekst, dan was 't nooit
soover gekomen. Ik had nooit kunnen den-
sen, dat ik zooveel goed's bij den afgodspaal
zou vinden. Meisje, de oude spookplaats
heeft ons geluk en goud gebracht en zal 't
nog meer doen."
„Van dat geluk heb ik nog niet veel ge
merkt, al heb ik 't ook wat beter dan
vroeger. Maar zoo kan 't toch niet lang
meer duren; ik kan niet altijcf naar hier
of naar den watermolen komen, 't Zou wat
moois zijn, als de Wallmuths er achter kwa
men. Je hebt in 't begin gezegd, dat het
maar voor een poosje was en dan zou je
alles goed maken. Het moet nu Uit zijn,"
riep zij toornig.
Willy's gelaat betrok, maar dadelijk lach
te hii weer, toen hij haar angstigen blik op
zich gericht zag.
„Nu wees maar bedaard," zeide hij, „als
we eerst wat op zij kunnen leggen, dan gaan
we 'er vandoor. Geloof me ik blijf geen
minuut langer hier dan noodig is. Nog een
paar zulke mooie zaakjes, als wij in 't kort
gehad hebben, dan zijn wij geborgen. Dan
zul je ens zien wat leven is. Jij met je
fijn gezichtje en je rappe tong 2ult je best
als een deftige dame kunnen voordoen. Ginds
vraagt men niet waar je vandaan komt."
„Maar wanneer word ik je vrouw," vroeg
het meisje op beslisten toon.
„Als je hem hebben wilt, je muzikant,"
lachte hij. „Wie weet of je niet beter deed,
als je hem liet loopenDus je wil niet?"
ging hij voort, toen Jenka zich angstig aan
zijn arm vastklemde. „Dat wist ik ook wel
beter, ik zou Je ook niet vrijlaten.
Kijk dat is de eerste ring van den ketting,
waaraan ik je vastleggen wil." Hij nam een
doosje uit zijn zak en liet een ring voor
hare oogen glinsteren. „Denk je, dat ik
niet weet hoe 't hoort en dat ik mijn bruid
geen ring zou geven? Geef me je hand eens,
laat ik eens zien hoe hij staat."
Het meisje bloosde van genoegen.
„Een verlovingsring, een wezenlijke verlo
vingsring," riep zij uit. „Je bent goed, je
bent toch goed. Nu ben ik werkelijk Je meisje
en ik kan alle andere meisjes uitlachen, die
mij met den nek aankijken."
„Je zult toch wel inzien, dat je er nu
nog niets van zeggen kunt," zei Willy, ,,'t
zou anders met ons zaakje wel eens ver
keerd uit kunnen loopen. De eene vraag lokt
de andere uit en als vrouwen aan 't bab
belen raken, dan is er geen eind aan."
„Ik zie niet in. waarom ik niet zeggen
kan, dat ik verloofd ben met Friedrich Lau,
den opzichter van den ouden Ellring," ant
woordde zij geraakt, „Dat zou toch niets
hinderen. Ik behoefde dan niet stil naar je
toe te komen, maar ik kon het mevr. Wall-
muth zeggen, dan was 't goed."
„Is 't dan onmogelijk, dat een vrouw den
mond kan houden," bromde hij. „Je kunt
kiezen of deelen: als je eeen woord zegt,
dan is alles tusschen ons uit.''
Onthutst keek het meisje hem aan.
„Je kunt nog heftiger zijn dan de an
der, Ik dacht, dat je mij den ring gegeven
had, omdat wij openlijk voor onze verhou
ding zouden uitkomen. Wat heb ik er aan,
ais ik hem niet dragen mag?" riep zij uit
en trok den ring van haar vinger, terwijl
zij haaf gelaat in haar handen verborg.
„Draag hem Zoolang aan een koordje om
den hals. tot het zoover is, dat wij het
iedereen kunnen zeggen. Zij zouden Je nu
maar uitlachen, als je zoo'n armen duivel
aanklampt en de opzichter zou je ongemak
kelijk de waarheid zeggen. Dus voorloopig
mondje dicht. Kijk eens hier, zottinnetje,
ik heb er voor gezorgd, dat je ook wat hebt,
dat je dragen kunt," vervolgde hij, terwijl
hij andermaal in Zijn zak tastte en een
doosje te voorschijn haalde, dat hij open
deed en in de hoogte hield. „Wil je niet
kijken?" vroeg hij, toen zij niet dadelijk op
keek. „Zal lk het maar weer wegdoen?" Nu
keek zij er naar.
Een gouden broche en een paar oorbel
len glinsterden haar tegen; goedkoop, licht
goedje, klatergoud, maar in de oogen van
het meisje was het een kostbare schat.
„En mag ik dat dragen?" vroeg zij ge
dwee. „Van wien zal ik zeggen dat ik het
gekregen heb?"
„Zeg maar dat je het van de molenaar
ster hebt," zei hij onverschillig. „Gelooven
zullen zij je wel niet doch dat doet er niet
toe. Je kunt voor mijn part ook doen, of je
het van mijnheer den opzichter hebt. 't Is
buitendien niets nieuws d'at een mooi meisje
geschenken krijgt, zonder te vertellen, van
wien zij ze heeftMaar 't wordt tijd,
dat je naar huis gaat, 't Is hier vanavond
weer beurs. Ik sprak zoo even mijn vader;
hij vertelde mij dat hij voorraad ging ha
len; van over de grenzen komen ze ook. De
boeren verkoopen nu wat zij van den winter
hebben overgehouden; de mindere man wil
koopen, maar heeft geen geld; zoodoende
leenen zij graag bij ons. Mijn vader kan er
niet over uit, dat dit zaakje zooveel op
brengt. Op 't eerste oogenblik, toen ik hem
zei, dat ik alles wist en graag mee wilde
doen, schrok hij, nu heeft hij er niets op
tegenZei je niet, dat mijnheer Dietrich
vanmiddag naar Ellring was gegaan? Dan
zal hij nu wel weer thuis zijn. Ze komen
trouwens toch niet voor twaalf uur hier, Xk
blaas dan een deuntje op mijn waldhoorn,
Om ze bijeen te roepen. Juffrouw Ellring zal
dat wel aandoenlijk vinden en dan krijg ik
morgen een extra sterken kop koffieBen
je niet jaloersch, meid?"
Jenka lachte.
„Maak, dat je mijn vader niet tegen
komt," hernam hij. „Die behoeft niet te
weten, dat jij in de geheimen ingewijd bent
en 't is ook niet noodig, dat hij je ziet
„Nu,; adieu, meisje. Je bent toch niet
bang om alleen door het bosch te gaan in
donker?Je weet er nu alles van; vinger
op den mond!"
Een kort afscheid volgde.
Willy Wilhelm bleef nog een oogenblik
stilstaan, tot zij uit het gezicht was.
Onder 't neuriën van een vrolijk wijsje
ging hij eindelijk door.
Dietrich echter, die 't geheele gesprek ge
hoord had, was als vernietigd. Herhaalde
malen had hij op het punt gestaan om
voor den dag te komen, maai' telkens weer
hield hem de gedachte eerst alles alles
te hooren! Veel was er voör hem onver
staanbaar gebleven, want het paar had soms
fluisterend gesproken. Doch hij wist er wel
zooveel van dat er oneerlijkneH, misdaad,
in 't spel was. En hij, die op dit alles zoo
groot ging was zijn broeder! Nog erger
ook zijn vader wist er van.
Er ging hem een licht op. hij begreep
nu hoe 't kwam, dat zijn vader hem in
de laatste twee jaar niet meer lastig ge
vallen was om geld. Hoeseer had hij zich
verheugd, vooral om zijn moeder, dat de
omstandigheden eindelijk wat gunstiger wa
ren! Zijne moeder! 't Was om wanhopig te
worden als hij aan haar dae it.
„Neen, o God. slechts dat niet. Zij is
rein en onschuldig; zij heeft er geen deel
aan, maar toch de schande komt ook op
haar neer."
Die gedachte was verpletterend, bijna be
wusteloos viel hij op den grond en verborg
zijn gloeiend gelaat m net vochtige mos.
Hoelang hij zoo gelegen had, wist hij niet.
Uit zijn sombere overpeinzing werd hij niet
eer gewekt, dan toen de schelle tonen van
een waldhoorn door het bosch klonken, het
sein, waarover zijn broer gesproken naa.
Die tonen! Wilden zij hem waanzinnig
rrzkeni Hij sprong op, hij wilde vluchten,
vcré weg van de piaits waar hem zooveel
vro ks onthuld was geworden; doch hoe
zou hli ontkomen Zonder gezien te woiden.
In i.'df-T geval was het ook beter, als hij
ze'.-crh.'d had, als hij zich overtuigen Vrn.
Hi.i morst alles we Lm, om te V. inner. han.
delen want met zijn medeweten zou ten
minste het misdadig bedrijf niet voortgezet
worden.
Hij besloot daarom te blijven in afwach
ting van wat er gebeuren zou.
Dietrich zag verschillende gestalte" Lader-
bij komen. Het waren zeven of a%)jt per
sonen, die door de dichte vermomming tij na
onherkenbaar waren.
(Wordt vervolgd)