Binnenlandse^ Nieuws
Gemengd Nieuws
M.eawe Haariemscbe Courant
GRIEP
ABDÜSIROGP
AAN ONZE LEZERS
"WEEDE BLAD
NIEUWE HAARLEMS CHE COURANT - DONDERDAG 23 FEBRUARI 1929
BLADZIJDE 2
Staten-Generaal
Tweede Kamer
Minister Beelaerts van
Blokland
De begrooting der P. T. T.
voor 1929
Het Staatsboschbeheer
Besmettelijke ziekten
Det is
AKKER'S
Voorde Borst
De exploitatie der
Louise-groevë
UIT ONZE OOST
„Wilde" kolonisten
Na den Stadhuisbrand
te Leiden
President voor het Hoog
gerechtshof voor~Ned. Indië
Uitbreiding van Emmahaven
Brand in een suikerfabriek
Het nieuwe Krakatau-
eiland
Het aanmaken van
postzegels
De Centrale Filmkeuring
De economische toestand
in Ned. Indië over 1928
Vier Hongaren aangehouden
HANDEL EN NIJVERHEID
Eenige gegevens omtrent de
Nederlandsche kolen-
productie
Een parel in de Zuiderzee
Spoort al Uw kennissen aan
hun vraag-en aanbod-adver
tenties te plaatsen in onze eigen
Het geëlectriseerde huis
De machinist wist nog het
leven te redden
Aan een wissen dood
ontsnapt
In de vergadering der Tweede Kamer etel-
de fisteren de heer v. Vuuren (R.K.) voor,
de behandeling van het ontwerp houdende
toetreding tot het verdrag van Parijs (Kel-
logg-pact) uit te stellen. Weliswaar is dit
ontwerp op de agenda geplaatst, maar na
dien hebben zich omstandigheden voorge
daan, die spreker niet verder behoeft toe te
lichten, maar die het niet wenschelijk maken,
thans dit ontwerp in het openbaar te be
handelen.
De VOORZITTER neemt dit voorstel over.
De heer ALBARDA (S.D.A.P.) acht juist
thans het oogenblik gekomen een vredes-
daad te doen en wil het verdrag dus be
handelen.
De heer OUD (V.D.) sluit zich daarbij aan.
De heer HEEMSKERK (A.R.) is van mee.
ning, dat het Kelloggpact thans rustig kan
worden behandeld.
De heer SCHOKKING (C.H.) wenseht een
meer rustige sfeer af te wachten.
De heer NOLENS (R.K.) is van meening,
dat de atmosfeer van vertrouwen, die noodig
is voor de behandeling van dit verdrag, thans
terecht of ten onrechte niet in voldoende
mate aanwezig is. Daarom wenseht hij uit
stel, in de hoop, dat het vertrouwen zoo
spoedig mogelijk ten volle zal worden her
steld.
De heer KERSTEN (G.S.) sluit zich aan
bij den heer Nolens.
De heer L. DE VISSER (CR.) acht thans
juist het oogenblik gunstig aan te toonen,
welk een vertooning dergelijke verdragen
zijn.
De heer KNOTTENBELT (V.B.) sluit zich
aan bij den heer Heemskerk.
Het voorstel van den voorzitter wordt ver
worpen met 41 tegen 26 stemmen. Voor de
Xatholieken, de Chr. Hist, behalve mej. Katz
.■n de heeren Langman en Snoeck Henke-
rians, de Staatk. Ger. Partij en de heer
Lingbeek (H.S.).
Vervolgens werd de motieL. de Visser be-
rreffende de regeling inzake toelating en
uitwijzing van vreemdelingen verworpen met
14 tegen 23 stemmen.
Daarna was aan de orde de interpellatie
Duymaer van Twist over de regeling der
Zuiderzeesteunwet.
De regeling der Zuiderzecsteunwet
De heer DUYMAER VAN TWIST (A.-R.)
egt. dat de schade die wordt toegebracht
an de Zuiderzeevisschers van tweeërlei aard
a Zij bestaat uit waardevermindering van
igendommen en verder uit bedrijfsschade,
e schepen zullen voor deze menschen spoe-
g waardeloos worden. De menschen worden
.mor en armer. Wordt er verder door de
'geering niets gedaan, dan komen we voor
er groote moeilijkheden te statin.
De Zuic^crn-e ur.rc moe: cjo spoedig
■ogelijk een liquidatiewet worden. Het Zui-
wzeevisscherijbedrijf moet worden geliqui-
srd.
Dat de wet geen regeling stelt met betrek-
ng tot, de schade door waardevermindering
n eigendommen, wordt als onrecht gevoeld,
dertijd is in uitzicht gesteld verbouwing
a rvn schepen tot Noordzeeschepen op
kskosten. Wanneer de menschen nu daar-
i vragen, worden zij met leege handen
ggestuurd. V/at thans geschiedt, is niets
:er dan armenzorg. De Zuiderzeevisschers
>rden met paupers gelijk gesteld.
Ie minister verklaarde 9 maanden gele-
a zich niet afkeerig van een wijziging der
t. Spr. betreurt dan ook zeer, dat deze
:ziging thans nog niet is ingediend. Met
uoten spoed moet deze zaak worden aan-
rakt.
3pr. stelt de volgende vragen:
Is de Minister niet van ooi-deel, dat,
kens de opgedane ervaring van ruim één
r, de Zuiderzeesteunwet geen bevredigende
roering geeft aan het bepaalde van art.
van de Wet tot afsluiting en droogma-
g van de Zuiderzee?
I. Acht de Minister niet, dat bij wijziging
de Zuiderzeesteunwet in het bijzonder
;kel 7 van die wet voor wat de rentever-
iding en artikel 13 voor wat het verleenen
i geldelijke tegemoetkoming betreft be
rt te worden herzien, benevens dat regelen
-ten worden getroffen betreffende de
ade door de waardevermindering van
ndommen der belanghebbenden?
II. Is de Minister bereid de indiening van
i wetsontwerp tot wijziging van de Zui-
zeesteunwet zoo tijdig te bevorderen, dat
afdoening van dit ontwerp nog in dit zit-
rsjaar redelijkerwijze verwacht kan wor-
Je MINISTER VAN WATERSTAAT, de
:r v. d. VEGTE, antwoordt, dat als hij de
/iezep van de generale commissie en den
iderzeeraad heeft ontvangen, hij de her-
ning zal overwegen. Hij hoopt, dat deze
ik vóór het einde van het zittingsjaar kan
rden afgedaan. Spr. verwacht de volgende
'k de adviezen te ontvangen.
Je heer DUYMAER VAN TWIST repli-
•rt en dient de volgende motie in:
)e Kamer, van oordeel, dat de totstandko-
ng van een wijziging der Zuiderzeesteun.
c, omvattende o.a. een herziening van de
7 en 13 alsmede aanvulling met bepalin-
betreffende tegemoetkoming wegens
iade door waardevermindering van eigen
namen en bedrijfsschade, nog in dit zit-
igsjaar dringend noodig is, gaat over tot
orde van den dag.
De heer v. d. BILT (R.K.) gaat geheel
■I den heer Duymaer van Twist mede. De
stand voor de Zuiderzeevisschers wordt
'eds ernstiger. Men moet nu eindelijk eens
den toonen. Waar blijven de nijverheids-
ambachtsscholen in Eaam en Harderwijk?
n goede maatregel zou ook zijn aflossing
n het crediet in 30 jaar in plaats van in
jaar. Wanneer deze zaak niet afdoende
regeld wordt, zullen vele R.K. moeten
urwegen tegen de Zuiderzeefondsbegrooting
stemmen.
De heer DITYS (S.D.A.P.) dient drie mo-
in. De eerste vraagt toeslag op loon of
drijf voor allen, die schade lijden door de
ooglegging, de tweede vraagt afbetaling
n het crediet over langer tijdvak, en een
■ate van hoogstens 4 pet., de derde dringt
n op ruimere vertegenwoordiging in de
nerale commissie van de visschers.
Na bespreking deelt de VOORZITTER
ude, dat in de tweede motie-Duys de
oorden „4 pet." zijn gewijzigd in „een
;er percentage".
Na r;pliek van den minister volgt stem-
dng.
De m tie-Duymaer v. Twist wordt z. h. s.
'Hgen nen.
De eerste motie-Duys (schadeloosstelling
,n allen, die schade lijden) wordt ver-
-pe~, net 40 tegen 28 stemmen.
De 1-vrede motie-Duys (belastingtermijn en
.■rlaj ns rente crediet) wordt verworpen
•et 4) tegen 27 stemmen.
De dc de motie-Duys wordt verworpen bij
.ten en opstaan.
Naó .t vervolgens nog van gedachten ge-
sselil ii over de motie-Sappes betreffende
ekei ning van kostelooze renten aan 65-
rigen en anderen, wordt de vergadering
t hedenmiddag verdaagd.
De Minister van Bultenlandsche Zaken
is gisteren van zijn bezoek aan de tentoon
stelling van Nederlandsche kunst te Londen
teruggekeerd en heeft des middags zijn
ambtbezigheden hervat.
Blijkens het verslag over de begrooting
van het Staatsbedrijf der Posterijen, Tele
grafie en Telefonievoor 1929, was de com
missie van rapporteurs ter oore gekomen,
dat in verband met den bouw van radio-
zendinstallaties moeilijkheden zijn ontstaan
in dien zin, dat de nationale industrie zich
door een beslissing, welke de regeering
voornemens zou zijn te nemen, gepasseerd
zou achten.
De commissie heeft nu den minister er op
gewezen, dat de Kamer yitteraard, ook al
mochten de toegezegde inlichtingen niet tijdig
komen, zich het recht blijft voorbehouden,
deze zaak bij openbare behandeling ter
sprake te brengen.
Een nieHwe organisatie
Bij Kon. Besluit is bepaald, dat het be
heer van de aan den Staat toebehoorende,
onder het Departement van Binnenlandsche
Zaken en Landbouw ressorteerende bos-
schen, bebosschingen, ontginningen en
woeste gronden, die bestemd zijn om te
worden beboscht of ontgonnen, met al wat
daartoe behoort, is afgescheiden van het
beheer der overige domeinen en vormt een
afzonderlijk Staatsboschbeheer.
De goederen tot dit Staatsboschbeheer
behoorende, worden, voor zoover zij daar
voor in aanmerking kunnen komen, verdeeld
in beheersobjecten, houtvesterijen en boscü-
wachterijen genaamd. Aan het hoofd van
iedere houtvesterij staat een houtvester; aan
het hoofd van iedere boschwachterij een
boschwachter.
De dienst van het Staatsboschbeheer
wordt uitgeoefend onder het oppertoezicht
van den Minister van Binnenlandsche
Zaken en Landbouw en omvat:
het volledig beheer der tot het Staats
boschbeheer behoorende goederen;
voor zoover niet aan andere Rijksorganen
opgedragen: a. de uitvoering der wettelijke
bepalingen den boschbouw betreffende; b. de
bescherming van het natuurschoon, waar
onder begrepen het toezicht op de bosschen
en andere houtopstanden, voor welker be
waring een bijdrage ingevolge artikel 12 der
Boschwet 1922 is verleend;
den boschbouwvoorlichtingsdienst in den
meest uitgebreiden zin.
In de „Staatscourant" No. 41 wordt mede
gedeeld een opgave van het aantal aange
geven gevallen van besmettelijke ziekten
over de week van 17 tot en met 23 Febr.
1929.
In deze week werd afgeleverd: door de
entstofinrichting te Amsterdam koepokstof
voor 742 personen; te Rotterdam voor 188
personen; te Groningen voor 71 personen,
totaal voor 1001 personen.
.In de week van 17 tot en met 23 Febr.
1229 zijn geen gevallen van encephalitis na
inenting ter kennis van het Staatstoezicht
op de Volksgezondheid gekomen.
dat de onderlinge verstandhouding, ook die
tot den voorzitter, in de commissie van zeer
aangenamen aard was
Het eerste filmkeuringsjaar (dat een perio
de van 10 maanden was) is zéér druk ge
weest. Gekeurd werden 5611 filmen met een
totale lengte van bijna 5 millioen meter.
Een woord van lof bracht spr., behalve aan
de leden, die trouw ter zitting verschenen,
ook het personeel der Centrale Commissie,
dat met ijver en toewijding zijn taak ver
richtte.
Over' de medewerking der filmkantoren en
de verhouding tot den Ned. Bioscoopbond
was spr zeer tevreden.
De alfesbeheerschende vraag: „heeft onze
keuring in het afgeloopen jaar aan de ver
wachtingen voldaan," meent spr. bevestigend
te mogen beantwoorden.
Vervolgens kwam aan de orde een door
verschillende leden ingediende motie, lui
dende:
„De leden van de Centrale Commissie voor
de filmkeuring in algemeene vergadering
bijeen, betreuren het in hooge mate, dat
thans reeds in enkele gemeenten nakeurings-
commissiën in het leven zijn geroepen, het
geen zij voelen als een blijk van wantrou
wen, daar het werk der Centrale Commissie
in dit korte tijdsverloop nog niet voldoende
beoordeeld kan worden."
Na bespreking werd deze motie ingetrokken
waarna de vergadering gesloten werd.
Griep is vooral gevaarlijk
om de complicaties, die ge
makkelijk ten gevolge van
haar verzwakkenden in
vloed op het algemeene
gestel kunnen optreden,
dan ook niet langer en
neem vandaag nog de versterkende
Wacht
Vragen van het Kamerlid van Gijn
Het Tweede-Kamerlid, de heer Van Gijn,
heeft aan de ministers van Waterstaat en
van Onderwijs, K. en W. de volgende vragen
gesteld
Hebben de ministers kennis genomen van
het bericht in de pers, dat de drie ingenieurs,
die zich in November j.l. bij adres tot de
Kamer richtten, om haar hun oordeel te doen
kennen omtrent de wijze, waarop indertijd
de. Louisegroeve werd geëxploiteerd en die
kort daarop aan de Kamer verzochten dit
adres als niet ingekomen te beschouwen
wegens den steun aan de Louisegroeve ver
leend, met ontslag zijn bedreigd in dien
vorm, dat hun schriftelijk van regeeringswege
zou zijn meegedeeld, dat een eventueele be
moeiing hunnerzijds met de zaak der Louise-
groeve zou beschouwd worden als een ver- j
zoek om eervol ontslag uit 's rijks dienst?
Zoo ja, kunnen de ministers mededeelen
of dit bericht in hoofdzaak juist is, en, indien
dit bevestigend beantwoord mocht worden,
of met deze mededeeling aan de bevoegde
ingenieurs verband kan houden hun nader
adres hierboven vermeld?
Indien het bericht juist mocjit zijn, zijn
dan de ministers niet van meening, dat het af
te keuren is, ambtenaren met ontslag te drei
gen op grond, dat zij mededeeling deden aan
de Kamer van hun niet in of in verband
met een hunner vroegere of tegenwoordige
Rijksbetrekkingen gevormd oordeel over
een zaak, waarbij de Staat partij is?
Aneta seint uit Soerabaja:
Een aantal zoogenaamde „wilde" kolonis
ten, die op eigen verantwoordelijkheid en
ondanks de waarschuwingen van den resi
dent en den gouverneur der Molukken, toch
hun plan doorzetten, om naar Nieuw-Guinea
te vertrekken, zijn te Makassar aangeko
men. Daar werd hun een afscheidsavond
aangeboden.
De toeloop van belangstellenden was
groot.
Door een plaatselijk comité werden gelden
ingezameld tot een bedrag van zevenhonderd
gulden, benevens levensmiddelen, gereed
schappen en andere goederen voor een
waarde van duizend gulden en voldoende voor
ruim zes maanden onderhoud van de kolo-
nizen.
te noemen. Ten vijfde is de import over
vrijwel de geheele linie hooger dan in 1927.
Ondanks de iets lagere prijzen der tex-
tielgoederen steeg de waarde van de ge-
importesrde garens, manufacturen, touw,
touwwerk, kleederen en modewaren van
180.649.000 in 1927 tot 198.393.000 in 1928.
In deze groep goederen zijn de katoentjes
voor de bevolking de voornaamste post. Ten
zesde is de opbrengst van den accijns op
petroleum gestegen van 7.968.000 over de
eerste elf maanden van 1927 tot 9.0C4.000
over dezelfde periode als bovengedoeld. Ten
zevende is de comsumptie van zout toege
nomen van 1.848.000 tot 1.893.000 picols. Ten
achtste zijn de kosten van het levensonder
houd der Inlandsche bevolking gedaald van
een gemiddelde van 160 over 1927 tot 148
over 1928. Ten negende is het aantal uit
Java verscheepte contractkoelies vermin
derd van 71.615 tot 63.595, hetgeen niet is
veroorzaakt door een vermindering van
vraag, maar door verminderd aanbod van
werkkrachten.
De oorzaak van den gunstigen economi-
schen toestand, is waarschijnlijk ook te
zoeken in de sterke toename van het volume
of wel het gewicht van den export. De
export is voor een groot deel of geheel voor
hetgeen betreft de Inlandsche landbouw
producten, sterk gestegen, bijvoorbeeld voor
eassaveproducten, copra en mais. Daarnaast
brachten de grootere producties, zooals die
van rubber, thee, koffie en suiker waar
schijnlijk meer geld in den vorm van ar
beidsloon onder de bevolking.
Dc vaststelling der kiezerslijst
Een wetsontwerp ingediend
Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp
ingediend houdende wettelijke voorziening in
verband met het door den brand van het
raadhuis der gemeente Leiden op 12 Februari
1929 verloren gaan van de op dien datum
aanwezige gegevens noodig voor het opmaken
van de kiezerslijst dier gemeente.
De Memorie van Toelichting brengt in her
innering, dat het door den brand onmogelijk
geworden was om de kiezerslijst op 22 Febr.
zooals art. 10 der Kieswet voorschrijft, vast
te stellen. Deze vaststelling zal, volgens ver
kregen inlichtingen, eerst op 2 April 1929
kunnen plaats hebben. Het gevolg daarvan
is, dat de verschillende data in art. 10 en
volgende van genoemde wet zullen moeten
worden verschoven. Het onderhavige wets
ontwerp strekt om dezen noodtoestand wet
telijk te 'regelen. De nieuwe kiezerslijst zal
dan van 15 Mei a.s. van kracht zijn tot
I April 1930.
De geldende kiezerslijst der gemeente
Leiden, van kracht geworden 15 Mei 1928
blijft echter, ingevolge de wijziging, welke
art. 15, eerste lid, der Kieswet bij de wet
van 21 Juli 1928 heeft ondergaan, slechts tot
1 April 1929 van kracht. Volgens dezen gang
van zaken zou er derhalve gedurende het
tijdvak van 1 April tot 15 Mei 1929 in de ge
meente Leiden geen kiezerslijst bestaan. Hoe
wel hieruit gedurende het kort tijdsverloop
van 44 dagen in de praktijk wel geen moei
lijkheden zullen voortvloeien, komt het toch
wenschelijk voor, deze onregelmatigheid te
voorkomen, hetgeen kan geschieden door de
kiezerslijst 19281929 van kracht te verklaren
tot 15 Mei 1929.
Voorts* komt het wenschelijk voor de gele
genheid tot het indienen van verzoekschrif
ten om bij volmacht te kunnen stemmen,
waar ook deze verzoekschriften zijn verloren
gegaan, opnieuw open te stellen.
De Volkstelling
De Volkstelling te Leiden is jin twee dagen
tijd gereedgekomen.
Aneta seint uit Batavia:
Benoemd is tot president Van het Hoog
gerechtshof voer Nederlandsch-Indië mr. J.
Th. Goosens, thans raadsheer in dit Hof.
Aneta seint uit Batavia:
Bij de regeering is thans het plan inge
diend tot uitbreiding van de Emmahaven
met een steiger ter lengte van 190 M. en
ter breedte van 54 M.
De kosten zijn geraamd op ongeveer een
millioen.
De duur van het bouwen zal ongeveer 2>j
jaar bedragen.
De steiger wordt voorzien van ruime lood
sen, die vermoedelijk van ijzer zullen wor
den opgetrokken en aangesloten bij de be
staande spoorbaan.
Verschillende scheepvaartmaatschappijen
vroegen reeds kader ruimte in huur aan.
Aneta seint uit Tegal:
Er heeft een ernstige brand plaats gehad
in de ampas-voorraden van de suikerfabriek
Djatibarang. Van den totalen voorraad, be
dragende 7000 tons, is de helft verbrand. De
oorzaak Is onbekend. Vermoedelijk is zij t.oe
te schrijven aan broeiing. Verzekering dekt
de schade.
Aneta seint uit Lang-eiland:
De topograaf van den Vulkanologischen
dienst Petroeschevsky, die een onderzoek
heeft ingesteld naar de gesteldheid van het
nieuwe eiland Anak-Krakatau, dat by de
jongste uitbarsting is ontstaan, heeft bevon
den dat het eiland aan de Westzijcle in on
diep water ligt. Het materiaal bestaat uit
bommen anthracietblokken en lapelli. De
dampen, afkomstig van de zandfonteinen,
welke op 50 tot 80 M. ten Westen van het
eiland zyn waar te nemen, zijn onderzocht.
Voorts is een aschmonster genomen om in
de laboratoria te worden onderzocht.
Op het eiland werd veel oranjegeel ge
kleurde modder gevonden tot een diepte van
ongeveer 80 M. en over een afstand van 40
M. loopende van Noordeiyke in Oostelijke
richting.
Aneta seint uit Bandoeng:
Spoedig is de instelling te verwachen van
een commissie tot bestudeering van het
vraagstuk van het aanmaken van postzegels
hier te lande in zijn vollen omvang. De com-
m>sie zal ter zake rapport uitbrengen aan
het gouvernement.
De Minister van Koloniën verklaarde hier
mede accoord te gaan.
Te Den Haag heeft de Centrale Commis
sie voor de filmkeuring een algemeene ver
gadering gehouden onder voorzitterschap
van den heer D van Staveren.
In zon openingswoord wees de voorzitter
er op, dat de behoefte was gebleken, in al
gemeene openbare vergadering eens het een
en ander te behandelen. Spr. heette in het
byzonder welkom den heer Moinod de Froi-
deville, vertegenwoordiger van de filmkeuring
in Indië.
Spr, hield vervolgens een voordracht over:
ervaringen uit het eerste filmkeuringsjaar
Tot zyn genoegen mocht spr. constateeren,
Aneta seint uit Batavia:
De maandstatistiek over December be
treffende den economischen toestand van
Nederlandsch-Indië merkt op, dat de ge
gevens over het geheele jaar 1928 voldoen
de grond geven voor de conclusie, dat de
economische toestand van de Inlandsche be
volking op Java en Madoera in 1928 gunstig
is, namelijk ten eerste is de gemiddelde
balanswaarde van de door het gouvernement
op veilingen van den Pandhuisdienst inge
kochte panden teruggeloopen van gemid
deld 1.156.000 in 1927 tot slechts 350.000
in 1928. Ten tweede is de achterstand van
de afdeelingsbankefi teruggeloopen van
1.669.000 over November 1927 tot 1.389.000
over November 1928. Ten derde is de achter
stand van de dessabanken teruggeloopen
van 63.000 over November 1927 tot
36.000 over November 1928. Ten vierde had
de Inlandsche landbouw over 1928 een nor
maal verloop. De producties waren weliswaar
lager, dan in het buitengewoon gunstige
oogstjaar 1927, maar ze zijn toch normaal
Anea seint uit Batavia:
Vier Hongaren, zich noemende A. Schall,
H. Schall, Ch. Krause en L. Katz, die ver
moedelijk op een valsch paspoort Java waren
binnengedrongen, zijn door de politie in een
hotel te Weltevreden aangehouden, nadat
Uit Weenen telegrafisch voor deze personen
was gewaarschuwd, waar zij worden be
schouwd als flesschentrekkers (hochstapler).
Deze Hongaren zijn Indië worden uitgezet,
terwijl hun babage nader zal worden onder
zocht.
Nu de brandstofvoorziening zoo dikwijls
ter sprake is gekomen en ook wel de vraag
gesteld is of we door de felle, langdurige
koude zoo zoetjes aan geraakt zyn in een
kolencrisis in het bijzonder veroorzaakt ddor
het feit, dat per schip niets kon worden
aangevoerd en per as de aanvoer moeilijk
heden ondervind, is het van pas de jongste
cijfers mede te deelen omtrent 't Nederland
sche kolenverbruik.
Daarbü kan dan in het bijzonder aandacht
geschonken worden aan de beteekenis van
de Nederlandsche Kolenproductie.
Het zooeven verschenen Maandschrift van
het Centraal Bureau voor de Statistiek geeft
de volgende cijfers.
Jaren
Saldo inv
Productie
Voor verbr.
X
1000 ton
beschikbaar
1921
3182
3921
7.103
1922
3968
4570
8.538
1923
3218
5281
8.499
1924
3S78
5832
9.559
1925
3185
6848
10.034
1926
1501
8651
10.150
1927
1834
9323
11.157
1928
927
10.694
11.621
Deze cijfers geven, aldus merkt het „Vad."
op, een zekere genoegdoening, omdat er uit
blijkt, dat jaar op jaar het aandeel, dat onze
Nederlandsche. kolenproductie vomit van 't
Nederlandsche verbruik, grooter wordt,
In 1928 vormde de Nederlandsche kolen
productie 92 pCt. van het Nederlandsche ver
bruik.
Het is geruststellend te weten, dat toen
door de abnormale weersomstandigheden
aanvoer van kolen uit het buitenland prac-
tisch onmogelijk was, de Nederlandsche mij
nen in staat waren in de behoefte te voor
zien.
Waar de gebruiken uit den ouden ty'd nog
in eere zijn
Als het waar is, dat, wanneer er over
iemand gesproken wordt, zyn ooren beginnen
te tuiten, dan zullen zelfs de machtigste
orgels niet in staat zijn het geluid te over
stemmen, dat er op het oogenblik over het
eenzame eilandje in de Zuiderzee gaat. Want
in de laatste dagen wordt er meer dan ooit
over dit oord en zijn bewoners gesproken.
Dat hebben wij aan Koning Vorst te danken,
waardoor velen, die er in normale omstandig
heden niet aan dachten, dit eilandje met 'n
bezoek te vereeren, de schaats hebben aange
bonden, de ar hebben ingespannen of per
fiets of auto er heen zijn getogen, om met
eigen oogen te zien, wat er te koop is. Dage
lijks bezochten meer dan duizend toeristen
het opeens befaamde eilandje.
Urk telt 3160 inwoners. Anderhalf duizend
i laten zich als Nederlanders gelden, door hun
stem uit te brengen op de leden van de ver
tegenwoordigende lichamen. Het vormt slechts
1 één gemeente, maakt deel uit van het Kan
ton Hoorn en het Arrondissement Alkmaar,
zoodat er voor een inwoner van dit eilandje
heel wat komt kijken, als de Ambtenaar van
het O. M. of de Officier van Justitie te ken-
j nen geeft, prijs op zijn kennismaking te
stellen;
Te midden der golven
Vele eeuwen droomt het daar reeds te mid-
den der golven; reeds in de 10de eeuw moet
het eilandje bekend zijn geweest. Omstreeks
het jaar 1331, zoo releveert „Het Centrum",
behoorde het eilandje aan het graafschap
Kuinre, waar Hendrik „de Kraanvogel" op
I zijn burcht aan de Zuiderzee zetelde. In 1476
ging het over aan den Proost van Maastricht,
Evert Zoutenbaleh, daarna kwam het aan het
geslacht Van de Werve.
I Ongeveer twee eeuwen later was het eiland
eigendom van de stad Amsterdam; de bur-
gemeesteren dier stad werden de Ambachts-
heeren van Urk genoemd, tot het gedurende
den laatsten tijd aan de provincie Noord-
Holland is toegevoegd.
Oudtijds was het .echter veel grooter in
oppervlakte. Nog heden ten dage vertelt men
u, dat daar in dat reeds lang verzonken land
rondom het eiland eenmaal een groote kerk
zou hebben gestaan, waarvan de visschers in
het laatst dcrl8de eeuw bij laag water nog
duidelijk de fundamenten hebben waargeno
men. En vond niet een visscherman in het
jaar 1772 in een zijner netten een zilveren
kandelaar, afkomstig uit bedoeld bedehuis,
zoo wreed verzwolgen door de golven? Thans
nog wordt dit gedeelte der Zuiderzee heel
eigenaardig „Het Kerkhof" genoemd.
De historische stormvloed van het jaar
1770, welke voornameiyk het ontstaan gaf
aan de Zuiderzee, bleek voor het oudtijds
groote eiland noodlottig, toen de uitgestrekte
moerassige gronden ten zuiden van het te
genwoordige Urk gelegen, in de diepte ver
dwenen. In de jaren 1775, 1776 en 1825 deed
andermaal de grimmige waterwolf hernieuw
de aanvallen op de toen nog onbedijkte ge
bieden en werden groote strooken grond mee
gesleurd in de diepten der zee. Zoo is lang
zamerhand van het eenmaal uitgestrekte
eiland slechts een langwerpig gedeelte over
gebleven ter grootte van ongeveer 80 H.A.,
voornameiyk bestaande uit diluviale aard
lagen, waarvan het hoogste gedeelte ongeveer
negen el uitsteekt boven het zee-oppervlak.
De meer lage gedeelten zijn bovendien be
schermd door dijkenden palen, zoodat thans
bij stormvloeden geen gevaar meer is te duch
ten. Feitelijk bestaat het tegenwoordige eiland
uit drie gedeelten: de kom der gemeente, de
wei- of hooilanden en de buitengewoon lange,
smalle zandplaat, welke zeer ver in zee uit
steekt: „de Staart" geheeten.
Aardige dorpje, dat Urk, waar de huizen
zoo echt leuk door elkaar zijn gebouwd, als
bouwstukken neergestrooid uit een Neuren-
berger speelgoeddoos. Hierdoor bezit het
plaatsje allerlei typische steegjes en gange
tjes. Toch bestaat er in den aanleg wel iets
planmatigs. De drie hoofdstraten loopen ge
heel van het Westen naar het Oosten, zacht-
glooiend naar beneden. Werkelijk, men ver
wondert zich erover, hoe op dit kleine plekje
te midden der golven nog 3160 menschen wo
nen. Het meerendeel der bevolking vindt in
de visscherij zijn bestaan. Toch zyn er op
het eiland enkele veehouders; de geheele
veestapel bestaat uit 6 paarden, 70 koeien en
50 stuks jongvee. De zeevisscherij is natuur
lijk bevorderlijk geweest aan het ontstaan
van verschillende nevenbedrijven. Zoo vindt
men er thans 12 ansjoviszouterijen, 1 haring-
rookerij, 4 zeilmakerijen en nettenstaande-
rijen, 3 scheepswerven, 3 smederijen, 1
scheepssmederij-machinefabriek, 1 ijsfabriek
en 1 groote yskelder, die des winters met ijs
uit zee gevuld wordt.
In den loop der vorige eeuw heerschten op
het eiland nog vrijwel middeleeuwsche toe
standen. De weiden waren niet door prikkel
draad afgezet, zoodat al het vee vrijen toe
gang had tot het dorp en koeien en schapen
maar rustigjes langs de huizen wandelden.
De modderwegen waren bijna onbegaanbaar
en vervuild, zoodat het een zegen mag wor
den genoemd, dat onder leiding van den
kranigen burgervader, den heer A. Grave-
stein, belangrijke verbeteringen zyn aange
bracht. Het dorp is thans netjes „bestraat";
de vieze grachten zijn vervangen door mo
derne rioleeringen, zoodat zich overal voor
uitgang vertoont. Sedert jaren komt thans
de zoo gevreesde typhus op het eiland niet
meer voor.
Het spreekt vanzelf, dat' de aanstaande
demping van de Zuiderzee van machtige be
teekenis van 't eiland met zijn overwegende
visschersbevolldng zal zijn. Reeds nu weet
men gelukkig „de bakens te verzetten, als het
getij verloopt". Eenige schippers aldus de
burgemeester, de heer Gravestein hebben
hun visscherij reeds omgezet in een Noord-
zeebedrijf. Visschersjongens worden in een
ander vak opgeleid; knechts worden te werk
gesteld bij de Zuiderzeewerken en de oudere
visschers kunnen spoedig rekenen op een gel
delijke tegemoetkoming.
Zoo gaat Urk onder zijn kranige leiding
steeds meer met den nieuweren tijd mee.
Reeds heeft het geprofiteerd van den voor
uitgang op technisch gebied. Electrisch licht,
opgewekt door een eigen centrale, waterlei
ding, al deze moderne zaken vindt men op
het eiland.
Toch, trots deze modemiseering, blijven
daar tot op den huidigen dag op dit eigen
aardige plekje te midden der zilte baren, de
gebruiken uit den ouden tijd in eere.
j Reeds hebben wy onlangs het typisch feit
medegedeeld van een z.g.n. geëlectriseerd
huis te 's-Gravehhage.
Ingenieur L. Neher der Haagsche gemeente
telefoon schrijft daaromtrent in „de In
stallateur" nog het volgende!
Het typische praktykgeval, dat in het vol-
gende beschreven wordt, acht ik van vol
doende belang om in dit blad te worden
vermeld.
Zondag 3 Februari j.l. op een drogen vorst-
dag ondervonden de bewoners van een hee
renhuis te 's-Gravenhage een beangstigen
den hinder van electrische schokken, wan
neer de bewoners in de nabijheid kwamen
van metalen voorwerpen. Beelden, boeken
met vergulde snede, stoelen en kussens met
gouddraad bewerkt, radiatoren e. t. q. kon
den niet dan na het ondervinden van hin
derlijke schokken aangeraakt worden.
Reeds eerder waren dergelijke verschijnse
len waargenomen, doch in beduidend gerin
gere mate.
De heer des huizes wenschte zekerheid te
verkrijgen omtrent het al of niet gevaarlijke
van den toestand en verzocht den brand
weerautoriteiten een onderzoek te doen in
stellen.
Het onderzoek leidde tot geen resultaat.
Het vermoeden werd nu geuit, dat wellicht
een aanlichtingspunt van de tramrijdraad,
dat zich aan het huis bevond, niet geïsoleerd
zou zijn. De directie der Haagsche Tram-
weg-Maatschappy stalde onmiddellijk een
onderzoek in. De aanhechting werd even los
genomen en zelfs werd een sectie tydelijk
stroomloos gemaakt. Vastgesteld werd hier
door, dat het betrokken vermoeden onge
grond was.
Daarna stelden eenige ingenieurs van het
Electrisch Bedrijf een minutieus onderzoek
in naar eventueele hoogspanningsieiding,
welke niet bleek te bestaan.
Met behulp van een Neonbuisje werd
vastgesteld, dat spanningen van 20003000
V. optraden. De energie was echter te gering
om gevaar te veroorzaken.
Later op den avond stelden de betrokken
heeren met schrijver dezes een onderzoek in
naar evenueele hoog-frequente spanningen,
welke door wellicht in den omtrek wonende
experimenteerende radio-amateurs of door
medische toestellen zouden kunnen worden
veroorzaakt. De aanwezigheid kon niet wor
den aangetoond en ook in het perceel aan
wezige radio-installaties bleken onschuldig
te zijn.
Er werd geconstateerd, dat het verschyn-
sel op een lading door gelijkspanning wees,
doch wegens het late uur werden de onder
zoekingen gestaakt, nadat uitdrukkelijk was
vastgesteld, dat geen gevaar voor de bewo
ners bestond.
Verzocht werd de verwarming op een ge
heele verdieping gedurende den nacht uit te
schakelen. Zulks op grond van het feit, dat
het versehynsel het heftigst optrad in zeer
droge, sterk verwarmde vertrekken.
Den volgenden morgen bleek hierdoor geen
verandering in den toestand te zyn getreden.
Te zamen met ir. H. Mak begaf schryver
zich, voorzien van een golfmeter en eenige
neonbuisjes, naar het perceel in kwestie,
waar eerst nog eens het verschijnsel werd
geconstateerd en bij de veronderstellingen
rekening gehouden werd met al wat ten
vorigen dage verricht was.
Al beproevende merkten wij op, dat tus-
schen ons beiden ook ontladingen optraden.
Dit bracht oogenblikkelijk de vraag naar
voren, hoe wij aan ladingsverschillen konden
komen. De golfmeterproef had het vermoe
den bevestigd, dat van hoogfrequente span
ningen geen sprake was. Door loopproeven
werd nu nagegaan, wanneer ladingsverschil
len tusschen de waarnemers optraden. Een
wandeling een vertrek op en neer door een
der waarnemers, terwijl de ander onbeweeg
lijk bleef staan, leverde een heftig vereffe
ningsverschijnsel op. Dit was onafhankelijk
van het loopen in lusvorm of van heen- en
terugloopen langs dezelfde baan. Het ver
schijnsel werd steeds minder heftig, naar
mate de geloopen afstand kleiner werd. Ston.
den de waarnemers op een onderlingen af
stand van een meter gedurende eenigen tijd
geheel stil, dan traden bij het naderen van
elkanders handen geen ontiadingsverschijn-
selen op. Beiden concludeerden nu. dat het
verschijnsel door een reeks va,n verdere
proeven onomstootelijk bewezen was.
Wanneer o.a. een der waarnemers, nadat
beiden een poosje absoluut stilgestaan had
den en geen wederzijdsche ontlading had
den geconstateerd, even met den voet over
het tapyt wreef, trad min of meer heftige
ontlading op. Wanneer een neonbuis met
een pool werd geaard en een waarnemer een
andere pool vasthield, kon door continu
wrijven met een voet ononderbroken ontla
ding worden aangetoond. Voorts konden
bloemen, hangende belknoppen en d. keurig
worden aangetrokken, nadat men zich door
loopen of wrijven met den voet in geladen
toestand had gebracht.. Afstanden van 24
m.M. werden door vonken overbrugd, wan
neer de waarnemer slechts een met een
zwaren looper bedekte trap op- en neerge
gaan was. De spanningsverschillen tegen ge
aarde voorwerpen bedroegen daarbij dan
meerdere duizenden volt. Door tijdwaarne
mingen werd nu nog geconstateerd hoelang
een waarnemer geladen bleef. Dit bleek on
afhankelijk te zyn van het vertrek, waarin
de waarneming werd verricht en varieerde
van 525 seconden.
De oorzaak van het optredende versehynsel
moet lil het volgende worden gezocht:
Door cabtrale verwarming was het perceel
in buitengewoon drogen toestand gebracht.
Trappen, gangen en vertrekken waren rnet
zware tapyten van prima wol belegd. Aan één
zijde van het huis konden wegens klemming
de ramen niet geopend worden, waartoe in
verband met het. seizoen ook geen maatrege.
len getroffen waren. Deze factoren werkten
samen tot het verkrijgen van prachtig ge-
isoleerde ruimten, waarin het versehynsel
van wrijvingselectriciteit sterk kon optreden.
Den bewoners werd aangeraden de vochtig
heidsgraad op te voeren door het doen ver
dampen van water en voorts door het ver
oorzaken van luchtstroomingen. Wanneer
dan met behulp van een paar hygrometers
de vochtigheidsgraad gecontroleerd wordt ea
gemiddeld op 60 a '70 graden wordt gehouden,
zal ongetwijfeld het verschijnsel geleideiyk
verdwijnen.
Nabij Bellingwolde heeft een aanrijding
plaats gehad tusschen de stoomtram van
Winschoten en een luxe-auto van de R. V.
S. uit Groningen, waarin twee heeren zaten.
De auto werd tegen een telefoonpaal geslin
gerd en geheel vernield. Beide inzittenden
bleven wonder boven wonder ongedeerd. De
locomotief van de tram werd uit de rails ge
worpen en kwam in de sloot terecht. Door
tydig van de machine te springen wist de
machinist zijn leven te redden.
Aan de woning van den brugmeestes' i»
Vreeswijk werd, toen men daar deaer degen
aanbelde, niet opengedaan.
Men verschafte zich toegang tot de wa.ing
en vond de geheele familie, man, vrouv en
dochter door kolendamp bedwelmd, te bed
liggen.
Spoedig gehaalde hulp had het geluk vader
en dochter spoedig en de moeder eerst veel
later tot bewustzyn te brengen.