Binnenlandse^ Nieuws Gemengd Nieuws M.eawe Haariemscbe Courant GRIEP ABDÜSIROGP AAN ONZE LEZERS "WEEDE BLAD NIEUWE HAARLEMS CHE COURANT - DONDERDAG 23 FEBRUARI 1929 BLADZIJDE 2 Staten-Generaal Tweede Kamer Minister Beelaerts van Blokland De begrooting der P. T. T. voor 1929 Het Staatsboschbeheer Besmettelijke ziekten Det is AKKER'S Voorde Borst De exploitatie der Louise-groevë UIT ONZE OOST „Wilde" kolonisten Na den Stadhuisbrand te Leiden President voor het Hoog gerechtshof voor~Ned. Indië Uitbreiding van Emmahaven Brand in een suikerfabriek Het nieuwe Krakatau- eiland Het aanmaken van postzegels De Centrale Filmkeuring De economische toestand in Ned. Indië over 1928 Vier Hongaren aangehouden HANDEL EN NIJVERHEID Eenige gegevens omtrent de Nederlandsche kolen- productie Een parel in de Zuiderzee Spoort al Uw kennissen aan hun vraag-en aanbod-adver tenties te plaatsen in onze eigen Het geëlectriseerde huis De machinist wist nog het leven te redden Aan een wissen dood ontsnapt In de vergadering der Tweede Kamer etel- de fisteren de heer v. Vuuren (R.K.) voor, de behandeling van het ontwerp houdende toetreding tot het verdrag van Parijs (Kel- logg-pact) uit te stellen. Weliswaar is dit ontwerp op de agenda geplaatst, maar na dien hebben zich omstandigheden voorge daan, die spreker niet verder behoeft toe te lichten, maar die het niet wenschelijk maken, thans dit ontwerp in het openbaar te be handelen. De VOORZITTER neemt dit voorstel over. De heer ALBARDA (S.D.A.P.) acht juist thans het oogenblik gekomen een vredes- daad te doen en wil het verdrag dus be handelen. De heer OUD (V.D.) sluit zich daarbij aan. De heer HEEMSKERK (A.R.) is van mee. ning, dat het Kelloggpact thans rustig kan worden behandeld. De heer SCHOKKING (C.H.) wenseht een meer rustige sfeer af te wachten. De heer NOLENS (R.K.) is van meening, dat de atmosfeer van vertrouwen, die noodig is voor de behandeling van dit verdrag, thans terecht of ten onrechte niet in voldoende mate aanwezig is. Daarom wenseht hij uit stel, in de hoop, dat het vertrouwen zoo spoedig mogelijk ten volle zal worden her steld. De heer KERSTEN (G.S.) sluit zich aan bij den heer Nolens. De heer L. DE VISSER (CR.) acht thans juist het oogenblik gunstig aan te toonen, welk een vertooning dergelijke verdragen zijn. De heer KNOTTENBELT (V.B.) sluit zich aan bij den heer Heemskerk. Het voorstel van den voorzitter wordt ver worpen met 41 tegen 26 stemmen. Voor de Xatholieken, de Chr. Hist, behalve mej. Katz .■n de heeren Langman en Snoeck Henke- rians, de Staatk. Ger. Partij en de heer Lingbeek (H.S.). Vervolgens werd de motieL. de Visser be- rreffende de regeling inzake toelating en uitwijzing van vreemdelingen verworpen met 14 tegen 23 stemmen. Daarna was aan de orde de interpellatie Duymaer van Twist over de regeling der Zuiderzeesteunwet. De regeling der Zuiderzecsteunwet De heer DUYMAER VAN TWIST (A.-R.) egt. dat de schade die wordt toegebracht an de Zuiderzeevisschers van tweeërlei aard a Zij bestaat uit waardevermindering van igendommen en verder uit bedrijfsschade, e schepen zullen voor deze menschen spoe- g waardeloos worden. De menschen worden .mor en armer. Wordt er verder door de 'geering niets gedaan, dan komen we voor er groote moeilijkheden te statin. De Zuic^crn-e ur.rc moe: cjo spoedig ■ogelijk een liquidatiewet worden. Het Zui- wzeevisscherijbedrijf moet worden geliqui- srd. Dat de wet geen regeling stelt met betrek- ng tot, de schade door waardevermindering n eigendommen, wordt als onrecht gevoeld, dertijd is in uitzicht gesteld verbouwing a rvn schepen tot Noordzeeschepen op kskosten. Wanneer de menschen nu daar- i vragen, worden zij met leege handen ggestuurd. V/at thans geschiedt, is niets :er dan armenzorg. De Zuiderzeevisschers >rden met paupers gelijk gesteld. Ie minister verklaarde 9 maanden gele- a zich niet afkeerig van een wijziging der t. Spr. betreurt dan ook zeer, dat deze :ziging thans nog niet is ingediend. Met uoten spoed moet deze zaak worden aan- rakt. 3pr. stelt de volgende vragen: Is de Minister niet van ooi-deel, dat, kens de opgedane ervaring van ruim één r, de Zuiderzeesteunwet geen bevredigende roering geeft aan het bepaalde van art. van de Wet tot afsluiting en droogma- g van de Zuiderzee? I. Acht de Minister niet, dat bij wijziging de Zuiderzeesteunwet in het bijzonder ;kel 7 van die wet voor wat de rentever- iding en artikel 13 voor wat het verleenen i geldelijke tegemoetkoming betreft be rt te worden herzien, benevens dat regelen -ten worden getroffen betreffende de ade door de waardevermindering van ndommen der belanghebbenden? II. Is de Minister bereid de indiening van i wetsontwerp tot wijziging van de Zui- zeesteunwet zoo tijdig te bevorderen, dat afdoening van dit ontwerp nog in dit zit- rsjaar redelijkerwijze verwacht kan wor- Je MINISTER VAN WATERSTAAT, de :r v. d. VEGTE, antwoordt, dat als hij de /iezep van de generale commissie en den iderzeeraad heeft ontvangen, hij de her- ning zal overwegen. Hij hoopt, dat deze ik vóór het einde van het zittingsjaar kan rden afgedaan. Spr. verwacht de volgende 'k de adviezen te ontvangen. Je heer DUYMAER VAN TWIST repli- •rt en dient de volgende motie in: )e Kamer, van oordeel, dat de totstandko- ng van een wijziging der Zuiderzeesteun. c, omvattende o.a. een herziening van de 7 en 13 alsmede aanvulling met bepalin- betreffende tegemoetkoming wegens iade door waardevermindering van eigen namen en bedrijfsschade, nog in dit zit- igsjaar dringend noodig is, gaat over tot orde van den dag. De heer v. d. BILT (R.K.) gaat geheel ■I den heer Duymaer van Twist mede. De stand voor de Zuiderzeevisschers wordt 'eds ernstiger. Men moet nu eindelijk eens den toonen. Waar blijven de nijverheids- ambachtsscholen in Eaam en Harderwijk? n goede maatregel zou ook zijn aflossing n het crediet in 30 jaar in plaats van in jaar. Wanneer deze zaak niet afdoende regeld wordt, zullen vele R.K. moeten urwegen tegen de Zuiderzeefondsbegrooting stemmen. De heer DITYS (S.D.A.P.) dient drie mo- in. De eerste vraagt toeslag op loon of drijf voor allen, die schade lijden door de ooglegging, de tweede vraagt afbetaling n het crediet over langer tijdvak, en een ■ate van hoogstens 4 pet., de derde dringt n op ruimere vertegenwoordiging in de nerale commissie van de visschers. Na bespreking deelt de VOORZITTER ude, dat in de tweede motie-Duys de oorden „4 pet." zijn gewijzigd in „een ;er percentage". Na r;pliek van den minister volgt stem- dng. De m tie-Duymaer v. Twist wordt z. h. s. 'Hgen nen. De eerste motie-Duys (schadeloosstelling ,n allen, die schade lijden) wordt ver- -pe~, net 40 tegen 28 stemmen. De 1-vrede motie-Duys (belastingtermijn en .■rlaj ns rente crediet) wordt verworpen •et 4) tegen 27 stemmen. De dc de motie-Duys wordt verworpen bij .ten en opstaan. Naó .t vervolgens nog van gedachten ge- sselil ii over de motie-Sappes betreffende ekei ning van kostelooze renten aan 65- rigen en anderen, wordt de vergadering t hedenmiddag verdaagd. De Minister van Bultenlandsche Zaken is gisteren van zijn bezoek aan de tentoon stelling van Nederlandsche kunst te Londen teruggekeerd en heeft des middags zijn ambtbezigheden hervat. Blijkens het verslag over de begrooting van het Staatsbedrijf der Posterijen, Tele grafie en Telefonievoor 1929, was de com missie van rapporteurs ter oore gekomen, dat in verband met den bouw van radio- zendinstallaties moeilijkheden zijn ontstaan in dien zin, dat de nationale industrie zich door een beslissing, welke de regeering voornemens zou zijn te nemen, gepasseerd zou achten. De commissie heeft nu den minister er op gewezen, dat de Kamer yitteraard, ook al mochten de toegezegde inlichtingen niet tijdig komen, zich het recht blijft voorbehouden, deze zaak bij openbare behandeling ter sprake te brengen. Een nieHwe organisatie Bij Kon. Besluit is bepaald, dat het be heer van de aan den Staat toebehoorende, onder het Departement van Binnenlandsche Zaken en Landbouw ressorteerende bos- schen, bebosschingen, ontginningen en woeste gronden, die bestemd zijn om te worden beboscht of ontgonnen, met al wat daartoe behoort, is afgescheiden van het beheer der overige domeinen en vormt een afzonderlijk Staatsboschbeheer. De goederen tot dit Staatsboschbeheer behoorende, worden, voor zoover zij daar voor in aanmerking kunnen komen, verdeeld in beheersobjecten, houtvesterijen en boscü- wachterijen genaamd. Aan het hoofd van iedere houtvesterij staat een houtvester; aan het hoofd van iedere boschwachterij een boschwachter. De dienst van het Staatsboschbeheer wordt uitgeoefend onder het oppertoezicht van den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw en omvat: het volledig beheer der tot het Staats boschbeheer behoorende goederen; voor zoover niet aan andere Rijksorganen opgedragen: a. de uitvoering der wettelijke bepalingen den boschbouw betreffende; b. de bescherming van het natuurschoon, waar onder begrepen het toezicht op de bosschen en andere houtopstanden, voor welker be waring een bijdrage ingevolge artikel 12 der Boschwet 1922 is verleend; den boschbouwvoorlichtingsdienst in den meest uitgebreiden zin. In de „Staatscourant" No. 41 wordt mede gedeeld een opgave van het aantal aange geven gevallen van besmettelijke ziekten over de week van 17 tot en met 23 Febr. 1929. In deze week werd afgeleverd: door de entstofinrichting te Amsterdam koepokstof voor 742 personen; te Rotterdam voor 188 personen; te Groningen voor 71 personen, totaal voor 1001 personen. .In de week van 17 tot en met 23 Febr. 1229 zijn geen gevallen van encephalitis na inenting ter kennis van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid gekomen. dat de onderlinge verstandhouding, ook die tot den voorzitter, in de commissie van zeer aangenamen aard was Het eerste filmkeuringsjaar (dat een perio de van 10 maanden was) is zéér druk ge weest. Gekeurd werden 5611 filmen met een totale lengte van bijna 5 millioen meter. Een woord van lof bracht spr., behalve aan de leden, die trouw ter zitting verschenen, ook het personeel der Centrale Commissie, dat met ijver en toewijding zijn taak ver richtte. Over' de medewerking der filmkantoren en de verhouding tot den Ned. Bioscoopbond was spr zeer tevreden. De alfesbeheerschende vraag: „heeft onze keuring in het afgeloopen jaar aan de ver wachtingen voldaan," meent spr. bevestigend te mogen beantwoorden. Vervolgens kwam aan de orde een door verschillende leden ingediende motie, lui dende: „De leden van de Centrale Commissie voor de filmkeuring in algemeene vergadering bijeen, betreuren het in hooge mate, dat thans reeds in enkele gemeenten nakeurings- commissiën in het leven zijn geroepen, het geen zij voelen als een blijk van wantrou wen, daar het werk der Centrale Commissie in dit korte tijdsverloop nog niet voldoende beoordeeld kan worden." Na bespreking werd deze motie ingetrokken waarna de vergadering gesloten werd. Griep is vooral gevaarlijk om de complicaties, die ge makkelijk ten gevolge van haar verzwakkenden in vloed op het algemeene gestel kunnen optreden, dan ook niet langer en neem vandaag nog de versterkende Wacht Vragen van het Kamerlid van Gijn Het Tweede-Kamerlid, de heer Van Gijn, heeft aan de ministers van Waterstaat en van Onderwijs, K. en W. de volgende vragen gesteld Hebben de ministers kennis genomen van het bericht in de pers, dat de drie ingenieurs, die zich in November j.l. bij adres tot de Kamer richtten, om haar hun oordeel te doen kennen omtrent de wijze, waarop indertijd de. Louisegroeve werd geëxploiteerd en die kort daarop aan de Kamer verzochten dit adres als niet ingekomen te beschouwen wegens den steun aan de Louisegroeve ver leend, met ontslag zijn bedreigd in dien vorm, dat hun schriftelijk van regeeringswege zou zijn meegedeeld, dat een eventueele be moeiing hunnerzijds met de zaak der Louise- groeve zou beschouwd worden als een ver- j zoek om eervol ontslag uit 's rijks dienst? Zoo ja, kunnen de ministers mededeelen of dit bericht in hoofdzaak juist is, en, indien dit bevestigend beantwoord mocht worden, of met deze mededeeling aan de bevoegde ingenieurs verband kan houden hun nader adres hierboven vermeld? Indien het bericht juist mocjit zijn, zijn dan de ministers niet van meening, dat het af te keuren is, ambtenaren met ontslag te drei gen op grond, dat zij mededeeling deden aan de Kamer van hun niet in of in verband met een hunner vroegere of tegenwoordige Rijksbetrekkingen gevormd oordeel over een zaak, waarbij de Staat partij is? Aneta seint uit Soerabaja: Een aantal zoogenaamde „wilde" kolonis ten, die op eigen verantwoordelijkheid en ondanks de waarschuwingen van den resi dent en den gouverneur der Molukken, toch hun plan doorzetten, om naar Nieuw-Guinea te vertrekken, zijn te Makassar aangeko men. Daar werd hun een afscheidsavond aangeboden. De toeloop van belangstellenden was groot. Door een plaatselijk comité werden gelden ingezameld tot een bedrag van zevenhonderd gulden, benevens levensmiddelen, gereed schappen en andere goederen voor een waarde van duizend gulden en voldoende voor ruim zes maanden onderhoud van de kolo- nizen. te noemen. Ten vijfde is de import over vrijwel de geheele linie hooger dan in 1927. Ondanks de iets lagere prijzen der tex- tielgoederen steeg de waarde van de ge- importesrde garens, manufacturen, touw, touwwerk, kleederen en modewaren van 180.649.000 in 1927 tot 198.393.000 in 1928. In deze groep goederen zijn de katoentjes voor de bevolking de voornaamste post. Ten zesde is de opbrengst van den accijns op petroleum gestegen van 7.968.000 over de eerste elf maanden van 1927 tot 9.0C4.000 over dezelfde periode als bovengedoeld. Ten zevende is de comsumptie van zout toege nomen van 1.848.000 tot 1.893.000 picols. Ten achtste zijn de kosten van het levensonder houd der Inlandsche bevolking gedaald van een gemiddelde van 160 over 1927 tot 148 over 1928. Ten negende is het aantal uit Java verscheepte contractkoelies vermin derd van 71.615 tot 63.595, hetgeen niet is veroorzaakt door een vermindering van vraag, maar door verminderd aanbod van werkkrachten. De oorzaak van den gunstigen economi- schen toestand, is waarschijnlijk ook te zoeken in de sterke toename van het volume of wel het gewicht van den export. De export is voor een groot deel of geheel voor hetgeen betreft de Inlandsche landbouw producten, sterk gestegen, bijvoorbeeld voor eassaveproducten, copra en mais. Daarnaast brachten de grootere producties, zooals die van rubber, thee, koffie en suiker waar schijnlijk meer geld in den vorm van ar beidsloon onder de bevolking. Dc vaststelling der kiezerslijst Een wetsontwerp ingediend Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp ingediend houdende wettelijke voorziening in verband met het door den brand van het raadhuis der gemeente Leiden op 12 Februari 1929 verloren gaan van de op dien datum aanwezige gegevens noodig voor het opmaken van de kiezerslijst dier gemeente. De Memorie van Toelichting brengt in her innering, dat het door den brand onmogelijk geworden was om de kiezerslijst op 22 Febr. zooals art. 10 der Kieswet voorschrijft, vast te stellen. Deze vaststelling zal, volgens ver kregen inlichtingen, eerst op 2 April 1929 kunnen plaats hebben. Het gevolg daarvan is, dat de verschillende data in art. 10 en volgende van genoemde wet zullen moeten worden verschoven. Het onderhavige wets ontwerp strekt om dezen noodtoestand wet telijk te 'regelen. De nieuwe kiezerslijst zal dan van 15 Mei a.s. van kracht zijn tot I April 1930. De geldende kiezerslijst der gemeente Leiden, van kracht geworden 15 Mei 1928 blijft echter, ingevolge de wijziging, welke art. 15, eerste lid, der Kieswet bij de wet van 21 Juli 1928 heeft ondergaan, slechts tot 1 April 1929 van kracht. Volgens dezen gang van zaken zou er derhalve gedurende het tijdvak van 1 April tot 15 Mei 1929 in de ge meente Leiden geen kiezerslijst bestaan. Hoe wel hieruit gedurende het kort tijdsverloop van 44 dagen in de praktijk wel geen moei lijkheden zullen voortvloeien, komt het toch wenschelijk voor, deze onregelmatigheid te voorkomen, hetgeen kan geschieden door de kiezerslijst 19281929 van kracht te verklaren tot 15 Mei 1929. Voorts* komt het wenschelijk voor de gele genheid tot het indienen van verzoekschrif ten om bij volmacht te kunnen stemmen, waar ook deze verzoekschriften zijn verloren gegaan, opnieuw open te stellen. De Volkstelling De Volkstelling te Leiden is jin twee dagen tijd gereedgekomen. Aneta seint uit Batavia: Benoemd is tot president Van het Hoog gerechtshof voer Nederlandsch-Indië mr. J. Th. Goosens, thans raadsheer in dit Hof. Aneta seint uit Batavia: Bij de regeering is thans het plan inge diend tot uitbreiding van de Emmahaven met een steiger ter lengte van 190 M. en ter breedte van 54 M. De kosten zijn geraamd op ongeveer een millioen. De duur van het bouwen zal ongeveer 2>j jaar bedragen. De steiger wordt voorzien van ruime lood sen, die vermoedelijk van ijzer zullen wor den opgetrokken en aangesloten bij de be staande spoorbaan. Verschillende scheepvaartmaatschappijen vroegen reeds kader ruimte in huur aan. Aneta seint uit Tegal: Er heeft een ernstige brand plaats gehad in de ampas-voorraden van de suikerfabriek Djatibarang. Van den totalen voorraad, be dragende 7000 tons, is de helft verbrand. De oorzaak Is onbekend. Vermoedelijk is zij t.oe te schrijven aan broeiing. Verzekering dekt de schade. Aneta seint uit Lang-eiland: De topograaf van den Vulkanologischen dienst Petroeschevsky, die een onderzoek heeft ingesteld naar de gesteldheid van het nieuwe eiland Anak-Krakatau, dat by de jongste uitbarsting is ontstaan, heeft bevon den dat het eiland aan de Westzijcle in on diep water ligt. Het materiaal bestaat uit bommen anthracietblokken en lapelli. De dampen, afkomstig van de zandfonteinen, welke op 50 tot 80 M. ten Westen van het eiland zyn waar te nemen, zijn onderzocht. Voorts is een aschmonster genomen om in de laboratoria te worden onderzocht. Op het eiland werd veel oranjegeel ge kleurde modder gevonden tot een diepte van ongeveer 80 M. en over een afstand van 40 M. loopende van Noordeiyke in Oostelijke richting. Aneta seint uit Bandoeng: Spoedig is de instelling te verwachen van een commissie tot bestudeering van het vraagstuk van het aanmaken van postzegels hier te lande in zijn vollen omvang. De com- m>sie zal ter zake rapport uitbrengen aan het gouvernement. De Minister van Koloniën verklaarde hier mede accoord te gaan. Te Den Haag heeft de Centrale Commis sie voor de filmkeuring een algemeene ver gadering gehouden onder voorzitterschap van den heer D van Staveren. In zon openingswoord wees de voorzitter er op, dat de behoefte was gebleken, in al gemeene openbare vergadering eens het een en ander te behandelen. Spr. heette in het byzonder welkom den heer Moinod de Froi- deville, vertegenwoordiger van de filmkeuring in Indië. Spr, hield vervolgens een voordracht over: ervaringen uit het eerste filmkeuringsjaar Tot zyn genoegen mocht spr. constateeren, Aneta seint uit Batavia: De maandstatistiek over December be treffende den economischen toestand van Nederlandsch-Indië merkt op, dat de ge gevens over het geheele jaar 1928 voldoen de grond geven voor de conclusie, dat de economische toestand van de Inlandsche be volking op Java en Madoera in 1928 gunstig is, namelijk ten eerste is de gemiddelde balanswaarde van de door het gouvernement op veilingen van den Pandhuisdienst inge kochte panden teruggeloopen van gemid deld 1.156.000 in 1927 tot slechts 350.000 in 1928. Ten tweede is de achterstand van de afdeelingsbankefi teruggeloopen van 1.669.000 over November 1927 tot 1.389.000 over November 1928. Ten derde is de achter stand van de dessabanken teruggeloopen van 63.000 over November 1927 tot 36.000 over November 1928. Ten vierde had de Inlandsche landbouw over 1928 een nor maal verloop. De producties waren weliswaar lager, dan in het buitengewoon gunstige oogstjaar 1927, maar ze zijn toch normaal Anea seint uit Batavia: Vier Hongaren, zich noemende A. Schall, H. Schall, Ch. Krause en L. Katz, die ver moedelijk op een valsch paspoort Java waren binnengedrongen, zijn door de politie in een hotel te Weltevreden aangehouden, nadat Uit Weenen telegrafisch voor deze personen was gewaarschuwd, waar zij worden be schouwd als flesschentrekkers (hochstapler). Deze Hongaren zijn Indië worden uitgezet, terwijl hun babage nader zal worden onder zocht. Nu de brandstofvoorziening zoo dikwijls ter sprake is gekomen en ook wel de vraag gesteld is of we door de felle, langdurige koude zoo zoetjes aan geraakt zyn in een kolencrisis in het bijzonder veroorzaakt ddor het feit, dat per schip niets kon worden aangevoerd en per as de aanvoer moeilijk heden ondervind, is het van pas de jongste cijfers mede te deelen omtrent 't Nederland sche kolenverbruik. Daarbü kan dan in het bijzonder aandacht geschonken worden aan de beteekenis van de Nederlandsche Kolenproductie. Het zooeven verschenen Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek geeft de volgende cijfers. Jaren Saldo inv Productie Voor verbr. X 1000 ton beschikbaar 1921 3182 3921 7.103 1922 3968 4570 8.538 1923 3218 5281 8.499 1924 3S78 5832 9.559 1925 3185 6848 10.034 1926 1501 8651 10.150 1927 1834 9323 11.157 1928 927 10.694 11.621 Deze cijfers geven, aldus merkt het „Vad." op, een zekere genoegdoening, omdat er uit blijkt, dat jaar op jaar het aandeel, dat onze Nederlandsche. kolenproductie vomit van 't Nederlandsche verbruik, grooter wordt, In 1928 vormde de Nederlandsche kolen productie 92 pCt. van het Nederlandsche ver bruik. Het is geruststellend te weten, dat toen door de abnormale weersomstandigheden aanvoer van kolen uit het buitenland prac- tisch onmogelijk was, de Nederlandsche mij nen in staat waren in de behoefte te voor zien. Waar de gebruiken uit den ouden ty'd nog in eere zijn Als het waar is, dat, wanneer er over iemand gesproken wordt, zyn ooren beginnen te tuiten, dan zullen zelfs de machtigste orgels niet in staat zijn het geluid te over stemmen, dat er op het oogenblik over het eenzame eilandje in de Zuiderzee gaat. Want in de laatste dagen wordt er meer dan ooit over dit oord en zijn bewoners gesproken. Dat hebben wij aan Koning Vorst te danken, waardoor velen, die er in normale omstandig heden niet aan dachten, dit eilandje met 'n bezoek te vereeren, de schaats hebben aange bonden, de ar hebben ingespannen of per fiets of auto er heen zijn getogen, om met eigen oogen te zien, wat er te koop is. Dage lijks bezochten meer dan duizend toeristen het opeens befaamde eilandje. Urk telt 3160 inwoners. Anderhalf duizend i laten zich als Nederlanders gelden, door hun stem uit te brengen op de leden van de ver tegenwoordigende lichamen. Het vormt slechts 1 één gemeente, maakt deel uit van het Kan ton Hoorn en het Arrondissement Alkmaar, zoodat er voor een inwoner van dit eilandje heel wat komt kijken, als de Ambtenaar van het O. M. of de Officier van Justitie te ken- j nen geeft, prijs op zijn kennismaking te stellen; Te midden der golven Vele eeuwen droomt het daar reeds te mid- den der golven; reeds in de 10de eeuw moet het eilandje bekend zijn geweest. Omstreeks het jaar 1331, zoo releveert „Het Centrum", behoorde het eilandje aan het graafschap Kuinre, waar Hendrik „de Kraanvogel" op I zijn burcht aan de Zuiderzee zetelde. In 1476 ging het over aan den Proost van Maastricht, Evert Zoutenbaleh, daarna kwam het aan het geslacht Van de Werve. I Ongeveer twee eeuwen later was het eiland eigendom van de stad Amsterdam; de bur- gemeesteren dier stad werden de Ambachts- heeren van Urk genoemd, tot het gedurende den laatsten tijd aan de provincie Noord- Holland is toegevoegd. Oudtijds was het .echter veel grooter in oppervlakte. Nog heden ten dage vertelt men u, dat daar in dat reeds lang verzonken land rondom het eiland eenmaal een groote kerk zou hebben gestaan, waarvan de visschers in het laatst dcrl8de eeuw bij laag water nog duidelijk de fundamenten hebben waargeno men. En vond niet een visscherman in het jaar 1772 in een zijner netten een zilveren kandelaar, afkomstig uit bedoeld bedehuis, zoo wreed verzwolgen door de golven? Thans nog wordt dit gedeelte der Zuiderzee heel eigenaardig „Het Kerkhof" genoemd. De historische stormvloed van het jaar 1770, welke voornameiyk het ontstaan gaf aan de Zuiderzee, bleek voor het oudtijds groote eiland noodlottig, toen de uitgestrekte moerassige gronden ten zuiden van het te genwoordige Urk gelegen, in de diepte ver dwenen. In de jaren 1775, 1776 en 1825 deed andermaal de grimmige waterwolf hernieuw de aanvallen op de toen nog onbedijkte ge bieden en werden groote strooken grond mee gesleurd in de diepten der zee. Zoo is lang zamerhand van het eenmaal uitgestrekte eiland slechts een langwerpig gedeelte over gebleven ter grootte van ongeveer 80 H.A., voornameiyk bestaande uit diluviale aard lagen, waarvan het hoogste gedeelte ongeveer negen el uitsteekt boven het zee-oppervlak. De meer lage gedeelten zijn bovendien be schermd door dijkenden palen, zoodat thans bij stormvloeden geen gevaar meer is te duch ten. Feitelijk bestaat het tegenwoordige eiland uit drie gedeelten: de kom der gemeente, de wei- of hooilanden en de buitengewoon lange, smalle zandplaat, welke zeer ver in zee uit steekt: „de Staart" geheeten. Aardige dorpje, dat Urk, waar de huizen zoo echt leuk door elkaar zijn gebouwd, als bouwstukken neergestrooid uit een Neuren- berger speelgoeddoos. Hierdoor bezit het plaatsje allerlei typische steegjes en gange tjes. Toch bestaat er in den aanleg wel iets planmatigs. De drie hoofdstraten loopen ge heel van het Westen naar het Oosten, zacht- glooiend naar beneden. Werkelijk, men ver wondert zich erover, hoe op dit kleine plekje te midden der golven nog 3160 menschen wo nen. Het meerendeel der bevolking vindt in de visscherij zijn bestaan. Toch zyn er op het eiland enkele veehouders; de geheele veestapel bestaat uit 6 paarden, 70 koeien en 50 stuks jongvee. De zeevisscherij is natuur lijk bevorderlijk geweest aan het ontstaan van verschillende nevenbedrijven. Zoo vindt men er thans 12 ansjoviszouterijen, 1 haring- rookerij, 4 zeilmakerijen en nettenstaande- rijen, 3 scheepswerven, 3 smederijen, 1 scheepssmederij-machinefabriek, 1 ijsfabriek en 1 groote yskelder, die des winters met ijs uit zee gevuld wordt. In den loop der vorige eeuw heerschten op het eiland nog vrijwel middeleeuwsche toe standen. De weiden waren niet door prikkel draad afgezet, zoodat al het vee vrijen toe gang had tot het dorp en koeien en schapen maar rustigjes langs de huizen wandelden. De modderwegen waren bijna onbegaanbaar en vervuild, zoodat het een zegen mag wor den genoemd, dat onder leiding van den kranigen burgervader, den heer A. Grave- stein, belangrijke verbeteringen zyn aange bracht. Het dorp is thans netjes „bestraat"; de vieze grachten zijn vervangen door mo derne rioleeringen, zoodat zich overal voor uitgang vertoont. Sedert jaren komt thans de zoo gevreesde typhus op het eiland niet meer voor. Het spreekt vanzelf, dat' de aanstaande demping van de Zuiderzee van machtige be teekenis van 't eiland met zijn overwegende visschersbevolldng zal zijn. Reeds nu weet men gelukkig „de bakens te verzetten, als het getij verloopt". Eenige schippers aldus de burgemeester, de heer Gravestein hebben hun visscherij reeds omgezet in een Noord- zeebedrijf. Visschersjongens worden in een ander vak opgeleid; knechts worden te werk gesteld bij de Zuiderzeewerken en de oudere visschers kunnen spoedig rekenen op een gel delijke tegemoetkoming. Zoo gaat Urk onder zijn kranige leiding steeds meer met den nieuweren tijd mee. Reeds heeft het geprofiteerd van den voor uitgang op technisch gebied. Electrisch licht, opgewekt door een eigen centrale, waterlei ding, al deze moderne zaken vindt men op het eiland. Toch, trots deze modemiseering, blijven daar tot op den huidigen dag op dit eigen aardige plekje te midden der zilte baren, de gebruiken uit den ouden tijd in eere. j Reeds hebben wy onlangs het typisch feit medegedeeld van een z.g.n. geëlectriseerd huis te 's-Gravehhage. Ingenieur L. Neher der Haagsche gemeente telefoon schrijft daaromtrent in „de In stallateur" nog het volgende! Het typische praktykgeval, dat in het vol- gende beschreven wordt, acht ik van vol doende belang om in dit blad te worden vermeld. Zondag 3 Februari j.l. op een drogen vorst- dag ondervonden de bewoners van een hee renhuis te 's-Gravenhage een beangstigen den hinder van electrische schokken, wan neer de bewoners in de nabijheid kwamen van metalen voorwerpen. Beelden, boeken met vergulde snede, stoelen en kussens met gouddraad bewerkt, radiatoren e. t. q. kon den niet dan na het ondervinden van hin derlijke schokken aangeraakt worden. Reeds eerder waren dergelijke verschijnse len waargenomen, doch in beduidend gerin gere mate. De heer des huizes wenschte zekerheid te verkrijgen omtrent het al of niet gevaarlijke van den toestand en verzocht den brand weerautoriteiten een onderzoek te doen in stellen. Het onderzoek leidde tot geen resultaat. Het vermoeden werd nu geuit, dat wellicht een aanlichtingspunt van de tramrijdraad, dat zich aan het huis bevond, niet geïsoleerd zou zijn. De directie der Haagsche Tram- weg-Maatschappy stalde onmiddellijk een onderzoek in. De aanhechting werd even los genomen en zelfs werd een sectie tydelijk stroomloos gemaakt. Vastgesteld werd hier door, dat het betrokken vermoeden onge grond was. Daarna stelden eenige ingenieurs van het Electrisch Bedrijf een minutieus onderzoek in naar eventueele hoogspanningsieiding, welke niet bleek te bestaan. Met behulp van een Neonbuisje werd vastgesteld, dat spanningen van 20003000 V. optraden. De energie was echter te gering om gevaar te veroorzaken. Later op den avond stelden de betrokken heeren met schrijver dezes een onderzoek in naar evenueele hoog-frequente spanningen, welke door wellicht in den omtrek wonende experimenteerende radio-amateurs of door medische toestellen zouden kunnen worden veroorzaakt. De aanwezigheid kon niet wor den aangetoond en ook in het perceel aan wezige radio-installaties bleken onschuldig te zijn. Er werd geconstateerd, dat het verschyn- sel op een lading door gelijkspanning wees, doch wegens het late uur werden de onder zoekingen gestaakt, nadat uitdrukkelijk was vastgesteld, dat geen gevaar voor de bewo ners bestond. Verzocht werd de verwarming op een ge heele verdieping gedurende den nacht uit te schakelen. Zulks op grond van het feit, dat het versehynsel het heftigst optrad in zeer droge, sterk verwarmde vertrekken. Den volgenden morgen bleek hierdoor geen verandering in den toestand te zyn getreden. Te zamen met ir. H. Mak begaf schryver zich, voorzien van een golfmeter en eenige neonbuisjes, naar het perceel in kwestie, waar eerst nog eens het verschijnsel werd geconstateerd en bij de veronderstellingen rekening gehouden werd met al wat ten vorigen dage verricht was. Al beproevende merkten wij op, dat tus- schen ons beiden ook ontladingen optraden. Dit bracht oogenblikkelijk de vraag naar voren, hoe wij aan ladingsverschillen konden komen. De golfmeterproef had het vermoe den bevestigd, dat van hoogfrequente span ningen geen sprake was. Door loopproeven werd nu nagegaan, wanneer ladingsverschil len tusschen de waarnemers optraden. Een wandeling een vertrek op en neer door een der waarnemers, terwijl de ander onbeweeg lijk bleef staan, leverde een heftig vereffe ningsverschijnsel op. Dit was onafhankelijk van het loopen in lusvorm of van heen- en terugloopen langs dezelfde baan. Het ver schijnsel werd steeds minder heftig, naar mate de geloopen afstand kleiner werd. Ston. den de waarnemers op een onderlingen af stand van een meter gedurende eenigen tijd geheel stil, dan traden bij het naderen van elkanders handen geen ontiadingsverschijn- selen op. Beiden concludeerden nu. dat het verschijnsel door een reeks va,n verdere proeven onomstootelijk bewezen was. Wanneer o.a. een der waarnemers, nadat beiden een poosje absoluut stilgestaan had den en geen wederzijdsche ontlading had den geconstateerd, even met den voet over het tapyt wreef, trad min of meer heftige ontlading op. Wanneer een neonbuis met een pool werd geaard en een waarnemer een andere pool vasthield, kon door continu wrijven met een voet ononderbroken ontla ding worden aangetoond. Voorts konden bloemen, hangende belknoppen en d. keurig worden aangetrokken, nadat men zich door loopen of wrijven met den voet in geladen toestand had gebracht.. Afstanden van 24 m.M. werden door vonken overbrugd, wan neer de waarnemer slechts een met een zwaren looper bedekte trap op- en neerge gaan was. De spanningsverschillen tegen ge aarde voorwerpen bedroegen daarbij dan meerdere duizenden volt. Door tijdwaarne mingen werd nu nog geconstateerd hoelang een waarnemer geladen bleef. Dit bleek on afhankelijk te zyn van het vertrek, waarin de waarneming werd verricht en varieerde van 525 seconden. De oorzaak van het optredende versehynsel moet lil het volgende worden gezocht: Door cabtrale verwarming was het perceel in buitengewoon drogen toestand gebracht. Trappen, gangen en vertrekken waren rnet zware tapyten van prima wol belegd. Aan één zijde van het huis konden wegens klemming de ramen niet geopend worden, waartoe in verband met het. seizoen ook geen maatrege. len getroffen waren. Deze factoren werkten samen tot het verkrijgen van prachtig ge- isoleerde ruimten, waarin het versehynsel van wrijvingselectriciteit sterk kon optreden. Den bewoners werd aangeraden de vochtig heidsgraad op te voeren door het doen ver dampen van water en voorts door het ver oorzaken van luchtstroomingen. Wanneer dan met behulp van een paar hygrometers de vochtigheidsgraad gecontroleerd wordt ea gemiddeld op 60 a '70 graden wordt gehouden, zal ongetwijfeld het verschijnsel geleideiyk verdwijnen. Nabij Bellingwolde heeft een aanrijding plaats gehad tusschen de stoomtram van Winschoten en een luxe-auto van de R. V. S. uit Groningen, waarin twee heeren zaten. De auto werd tegen een telefoonpaal geslin gerd en geheel vernield. Beide inzittenden bleven wonder boven wonder ongedeerd. De locomotief van de tram werd uit de rails ge worpen en kwam in de sloot terecht. Door tydig van de machine te springen wist de machinist zijn leven te redden. Aan de woning van den brugmeestes' i» Vreeswijk werd, toen men daar deaer degen aanbelde, niet opengedaan. Men verschafte zich toegang tot de wa.ing en vond de geheele familie, man, vrouv en dochter door kolendamp bedwelmd, te bed liggen. Spoedig gehaalde hulp had het geluk vader en dochter spoedig en de moeder eerst veel later tot bewustzyn te brengen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 6