;nten Binnenlandsch Nieuws PERHOUDING RIJK EN DE Nederl. ffliddenstandsbank NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT - WOENSDAG 6 MAART 1929 BLADZIJDE 1 Een bedreiging voor het Platteland Tweede Kamer i Fraude bij Publieke Werken te Amsterdam Staten Generaal Eerste Kamer Wijziging der bankwet 1919 Na den stadhuisbrand te Leiden „NederlancT-express Internationaal Stedebouw- De uitvoer van verdoovings- middelen De Rijksbegrooting voor 1929 in de Eerste Kamer I Aantal luisteraars Programma van Engelsche composities RADIO-NIEUWS Nova Zembla en Byrd Nieuwe plannen in Rome Draadloos telefoneeren (Ingezonden) Hetgeen ik onder bovenstaande» titel inde ..Nieuwe Haarlemsche Courant" van 11 Febr. scnreefheeft critiek uitgelokt, zoowel van en heer van Stekelenburg, gemeente-secre- aris van Voorhout, als van den heer Wieg- tv' t^rgemeester van Heemskerk. het daarom gewenscht met een enkel woord van repliek te dienen. van Stekelenburg neemt geen ontwel gCn mijne bewering, dat het wets- een Van d® Mtolster de Geer en Kan van hl TE ?rn?t V?r een gvoot gedeelte van het platteland. integendeel hii zest noordelijk, dat hij het roerend met mij feS' tót dat deze regeling niet door den beugel ml® hff Witgrnan zeSt, dat hij het lang niet met myn betoog, ter zake van de quali. ficaüe van het wetsontwerp eens is, maar Wpih^I li0! met venscht in te gaan. Wk eevaiien den heer Wiegman moei- ho+o-fin iir Zljn' om onjuistheid, van HiMs riiTc fa!ce beweerde. aan te toonen. zwijgt S verstandig, dat hij er verder over hptUler Teglnan voert voorts aan, dat hij <.f reurt, dat ik de tegenstelling tusschen za'l hi n p'a tteland, die uiteraard bestaat en -ni(. b)yen bestaan, op onnoodige wijze toe- en verscherp. Hierop zoude ik willen woorden, dat aan de verscherping dezer egenstelling niet door mij, maar door de Munsters Kan en de Geer voedsel wordt «egeven, door een verdeelingsformule te ont. «ei-pen, die in 't algemeen genomen speciaal oordeel brengt aan de stedelijke, ten koste her plattelands-gemeenten. Ik acht het den P 'cht van het platteland, daartegen met klem op te komen. Ten slotte wordt mij euvel geduid en 'er ontmoeten mijne bestrijders, de heeren jjh Stekelenburg en Wiegman elkaar dat de Vereeniging van Nederlandsche Ge- eenten in mijn betoog heb betrokken en aar heb verweten, dat het belang van het P'atteland bij haar niet in veilige handen is. Ge heer van Stekelenburg vraagt mij met harne: „Waarom hebt gij, die toch op de yprgadering der afdeeling Zuid-Holland der vereeniging van Nederlandsche Gemeenten V<i art, uwe bezwaren tegen het wetsontwerp aldaar niet gelanceerd, in plaats van thans deze Vereeniging in uw critiek te betrekken?" Och, mijnheer van S„ ook gij zijt op be- doelde afdeelingsvergadering geweest, ook gij rijt het met mijn critiek op het wetsontwerp *- zooals gij schrijft roerend eens, en daarom vraag ik u ook in gemoede: Waar- °tn hebt g ij u op bedoelde afdeelingsverga dering niet laten hooren? Ik denk, dat gij en ik daarvoor dezelfde reden hadden, n.l., dat gij evenmin als ik te Voren kennis droeg van het karakter der Vergadering en dat gij daardoor evenmin als ik op het voeren van critiek waart Voorbereid. De agenda van de vergadering vermeldde slechts, dat mr. Jonker de Directeur der Vereeniging een voordracht zoude houden °vcr het wetsontwerp tot regeling der fi- Pjurcieele verhouding. Men had het blijkbaar l«t noodig gevonden de aanwezigen te vo- ren uitdrukkelijk omtrent het doel der ver gadering raadpleging der leden in té lichten. En dat ik en ongetwijfeld velen met mij aanvankelijk in de onderstelling was, dat de vergadering geen ander doel hat., dan den aanwezigen opzet en strekking van het wetsontwerp uit een te zetten, is m.i. alleszins begrijpelijk. Als men dan in aanmerking neemt-, dat het wetsontwerp on. middellijk na zijn verschijnen een buitenge woon gunstige pers had. dat- mr. Jonker op ongetwijfeld zeer duide» te wijze zijn inge nomenheid met het we twerp behou dens enkele verbeteringen ten aanzien van het platteland demonstreerde, is het dan zoo'n wondei, dat vele plattelandsvertegen woordigers aanvankelijk onder den indruk waren, dat het noodlot dezer wet over hen zoude komen en dat zij eigenlijk der Vereeni ging van Nederlandsche Gemeenten dank baar moesten zijn, dat getracht zou worden te bevorderen, dat in afwijking van het wetsontwerp de gemeenten 90 pet. zouden krijgen van de giondbelasting (gebouwd of ongebouwd) en tevens een restitutie van 50 pet, der jaarwedden van den Burgemeester en den Secretaris, ten einde de ai te scherpe kanten voor het platteland weg te nemen. En als de Burgemeester van een platte landsgemeente zich op die vergadering be zorgd maakte over de gevolgen, die het ont werp voor zijn 2011 hebben, dan werd hem wellicht met geheel ten on rechte aldra te verstaan gegeven dat met de belangen der afzonderlijke gemeen ten geen rekening kan worden gehouden. Dat onder die omstandigheden van critiek weinig terecht kwam, wien zal het verwon deren? Dat die critiek dan later komt en mogelijk in scherperen vorm dan dat zij zich eerder had geuit, is geen ongewoon verschijnsel. Ook de voorstellen der Staatscommissie vonden in de afdeelingen der Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten een vrij goed onthaal en de oppositie daartegen gaf den indruk slechts gering te zijn. Desniettemin ontstond weldra in den breeden kring der noodlijdende Friesche en Drentsche gemeen ten een niet geheel onbegrijpelijk spektakel, hetwelk bij de zwaarbelaste zustergemeen- ten in Groningen, in het overige Noord- Oosten en in de mijnstreek krachtigen weer klank vond (zie J, J. Talsma. De financieele verhouding tusschen het Rijk en Gemeenten. Uitgave D. G. Zuiderduin, Woerden; prijs 1.25; een boekje,.dat wij gaarne ter lezing aanbevelen). Ik wil niet beweren, dat het verdwijnen van de voorstellen der Staatscommissie het onmiddellijk gevolg is geweest van de Drentsche en Friesche actie, maar in elk geval staat vast, dat het doel, dat deze actie zich stelde, is bereikt. De plattelandsgemeenten van Noord- en Zuid-Holland, Utrecht en het Zuiden, die tot heden zoo gelukkig zijn geweest, dat zij, mede door een zuinig beheer der Gemeente huishouding, den belastingdruk in hunne gemeenten matig hebben kunnen houden, mogen zich aan het voorbeeld hunner Frie sche en Drentsche zusteren spiegelen. Wü kunnen respect hebben voor den arbeid der Vereeniging van Nederlandsche Gemeen ten, die door haar gedocumenteerd rapport, verlucht door nauwkeurige berekeningen van de gevolgen van het wetsontwerp op het budget van alle gemeenten, glashelder heeft aangetoond, dat het ongewijzigd handhaven van het wetsontwerp een dwaasheid zoude zijn. Maar met haar conclusies kunnen wij ons niet vereenigen en wü achten het onzen plicht In het belang van een groot gedeelte van het platteland hiertegen op te komen. Van enthousiasme voor het wetsontwerp ls bij de Vereeniging van Nederlandsche Ge meenten geen sprake. Zij schrijft zelfs in haar rapport, dat zij het ingediende wetsont werp niet wenscht beschouwd te zien als een afdoende regeling, die alleen kan worden geaccepteerd, indien en voor zoover zij ter stond verbetering brengt in den bestaanden onhoudbaren toestand. En wij mogen aannemen, dat die toestand in sommige gemeenten zóó onhoudbaar is, dat daarom de Vereeniging van Nederland sche Gemeenten heeft verzocht het- wetsont werp niet in 1931 zooals de bedoeling was maar In 1930 in werking te doen treden. Wordt door dat verzoek intusschen niet veel ertiek overstemd? Het wil ons voorkomen, dat in dezen on houdbaren toestand moet worden voorzien eerstens door de betreffende gemeenten door beperking der uitgaven er zijn heusch gemeenten, die daarvoor in aanmerking ko men en op de tweede plaats, zoo noodig, tijdelijken rijkssteun, in afwachting van een meer algemeen bevredigende regeling der financieele verhouding. Laat men de mil- lloenen, die het Rijk zegt te kunnen mis sen, daarvoor gebruiken. De gemeenten, die hun eigen boontjes kunnen doppen, zullen er heusch niet jaloersch om zijn. Maar wel zal men zich er tegen dienen te verzetten, dat door een willekeurige rege ling een proef wordt genomen, die op den rug van het platteland, speciaal van het welvarende platteland, zal. worden uitge speeld. met het vooruitzicht, dat gezien het précaire van het onderwerp de proef lang, heel lang zal duren. Laten daarom de gemeentebesturen, die meènen, dat hunne gemeente door dit wets ontwerp wordt gedupeerd, en voorts niet het minst degenen, die tegen het wetsontwerp principieele bedenking hebben, omdat zij m.i. terecht van oordeel zijn, dat de ge meentelijke zelfstandigheid in de knel zal komen, zich vereenigen tot een gezamenlijke actie tegen het wetsontwerp. Dan althans kan straks de Minister in de Kamer niet aankomen met de bewering, dat de Nederlandsche gemeenten met het wets ontwerp asccoord kunnen gaan. Ik besluit met de waarschuwing, vermeld aan het slot van mijn vorig artikel: Be stuurders van Plattelandsgemeenten, let op uw saeck! Bij den aanvang der vergadering van de Tweede Kamer kwam gisteren aan de orde de stemming over de motie Zandt en Kersten inzake opheffing van den stemplicht. De motie werd met 40 tegen 30 stemmen ver worpen. De regeeringsverklaring Daarna legde de minister-president, jhr. de Geer de regeeringsverklaring af naar aanleiding van de publicaties in het Utrechtsch dagblad. Deze verklaring is el ders in dit blad bij de desbetreffende be richten opgenomen. Verschillende wetsontwerpen Vervolgens werd een aantal wetsontwerpen en conclusies zonder beraadslaging of stem ming aangenomen. De ziektegevallen op de „Insulinde". Hierna was aan de orde de interpellatie de VriesBruins over de hygiënische en me- j dische verzorging aan boord van schepen, naar aanleiding van de ziektegevallen op de Insulinde. Mevr. DE VRIES—BRUINS (S.D.) zegt. dat het van de regeering zal afhangen of j afdoende maatregelen zullen worden geno- i men ter bevordering der hygiëne aan boord van Nederlandsche schepen. Dat de Rotter- damsche Lloyd onmiddellijk een commissie i instelde na het voorgevallene op de Insulinde, was wijs beleid. Zij wijst er op, dat de In- dische artsen steeds meer tot het standpunt kwamen, dat men hier met roodvonk te doen had. Bij het vertrek van de „Insulinde" heerschte er in het gezin van een lid der be manning roodvonk. Er is geen maatregel, die het aan boord gaan van dergelijke personen belet. Het keuringsvoorschrift beperkt zich tot de keuring van oogen en ooren. Het gaat hier dus niet zoofceer om een verzuim dan wel om een leemte in de voorschriften. Spreekster stelt daarom de volgende vra gen; le. Op welke wijze kan worden bevorderd, dat goed bijgehouden ziekte-geschiedenissen (voornamelijk van ziektegevallen van ver dacht hesmettelijken aard), betrekking heb bende op bemanning en passagiers van Ne- talen. Rentevergoeding voor rekeninghou ders bij den Postcheque- en Girodienst acht spr. onnoodig. Spr. wijst op het belang, dat ook dit Staatsbedrijf de Nederlandsche indus trie steunt. Zoo is bij den bouw van den korte-golfzender te Huizen gebruik gemaakt van buitenlandsche toestellen. De heer BAKKER (C. II.) dringt aan op meer tegenmeetkoming aan het platteland met betrekking o den telefoondienst. De heer OUD (V. D.) bespreekt de rege ling der positie van het personeel- De heer VERAART (R. K.) zegt, dat bij radio-installaties de Nederlandsche indus trie niet mag worden voorbijgegaan. Wat de voorgenomen wijziging der telefoontarieven betreft, wil spreker de belangen van het platteland zeer hoog aanslaan. Doch deze belangen mogen niet worden betaald met een zeer impopulair gesprekkentarief. De heer KORTENHORST (R. K.) hoopt, dat de Minister niet de impopulaire tele foontarieven zal invoeren. Ook bij het stelsel van het abonnemententarief kan men reke ning houden met de eischen van het platte land. Het gesprekkentarief beteekent voor handel en nijverheid een zeer groot incon venient. De heer KNOTTENBELT (V. B.) vraagt aan wie de bouw van radio-zendstations voor Indië zal worden toevertrouwd, aan de Nederlandsche industrie of aan het buiten land. Hierop zal de Minister niet direct kunnen antwoorden, maar deze zaak zal afzonderlijk behandeld moeten worden. De vergadering wordt daarna tof ^eden verdaagd. geregeld ter kennis worden gebracht van daarvoor aan te wijzen medische ambtenaren of zoo noodig van een commissie, bestaande uit één of meer doktoren, als vertegenwoor digers der scheepvaartmaatschappijen, en een ambtenaar-medicus? 2e. Welke maatregelen kunnen worden genomen om te voorkomen, dat personen, die gevaar opleveren voor infectieziekten, aan boord van schepen worden toegelaten, hetzij als lid van de bemanning, hetzij als pas sagier? 3e. Ziin de voorschriften aangaande: a. geneeskundige behandeling; b. in voorraad hebben van en toezicht op geneesmiddelen c. het inrichten van en het toezicht op hospitalen of ziekenhutten, op schepen van de groote vaart voldoende te achten? 4e. We'ke verbeteringen kunnen worden aangebracht in ventilatie, watervoorziening en voeding (samenstelling en bereiding van het voedsel"), zoowel als het bewaren der voe dingsmiddelen? 5e. Is de Regeering bereid, een commissie te benoemen die tot taak zal hebben, te onderzoeken, of. en zoo ja. welke maatrege len kunnen worden genomen, in het belang van de gezondheid van osssagiers en man- schanpen van Nederlandsche schepen op de groote vaart? Vüf ambtenaren in arrest gesteld. Naar uit Amsterdam gemeld wordt, zijn van de afdeeling bestratingen van den dienst der Publieke Werken te Amsterdam een ad'junct'-hoofdinspecteur en twee amb tenaren door de justitie in arrest gesteld, op vermoeden, dat zij fraude zouden hebben gepleegd. Zij zouden meer asphalt hebben opgegeven dan was gelegd en daaruit fi nancieel voordeel hebben getrokken. Naar aanleiding van die ontdekking is door de justitie een huiszoeking gedaan bij een As- phalteerings-maatsehappij,. gevestigd op het Damrak. Deze huiszoeking heeft de justitie aanleiding gegeven, den directeur en cien boekhouder in arrest te stellen. Deze gerechtelijke vervolging is ingesteld óp het verzoek van het college van B. en W. van Amsterdam. Noordwijkerhout. A, VAN IERSEL. In de' vergadering der Eerste' Kamer deelde gisteren de voorzitter, de heer J J- C. baron van Voorst tot Voorst mede, dat de Centrale Afdeeling heeft besloten, de op de agenda genoemde wetsontwerpen thans en ook Woensdag in de afdeelingen te onderzoeken. f J- J. G. baron van Voorst tot Voorst Ge heer MENDELS (S. D. A, P.) vraagt het woord over de orde. Hij merkt op, dat de Kamer Woensdag de algemeene beschouwingen over de. Rjjksbe- grooting aanvangt. Blijkens een van den pre sident ontvangen mededeeling, is het zijn bedoeling om bij deze algemeene beschou wingen slechts over het beleid ten aanzien van Nederlandsch-Indië in zooverre te laten spreken, als onontbeerlijk is om het alge meen regeeringsbeleid, wat de hoofdzaken betreft, in principe doch zeer summier, on der de controle van de Kamer te brengen. Bij de Indische begrooting zouden de zaken dan ruimer kunnen worden besproken en de al gemeene beschouwingen daarover zouden worden samengekoppeld met die over het wetsontwerp tot wijziging van enkele arti kelen van de Indische Staatsregeling, het welk verkeerdelijk wel genoemd wordt het ontwerp op de Inlandsche meerderheid, maar dat heelemaal geen Inlandsche meer derheid brengt. Daardoor zouden dezelfde zaken toch drie maal ter sprake kunnen komen en ter be korting én oin onuitblijfbare herhalingen te voorkomen, stelt spreker voor morgen bij de algemeene beschouwingen, geen beschou wingen te houden over het Indische beleid, doch daarover te spreken bü het ontwerp tot wijziging der- Indische staatsregeling en om, teneinde het bezwaar te ondervangen, dat de opmerkingen dan niet tot de regee ring, doch alleen tot den Minister van Kolo niën werden gericht, den voorzitter te verzoe ken de Regeering van dit besluit in kennis te stellen en haar uit te noodigen aanwezig te zijn bij de behandeling van genoemd wetsontwerp. De VOORZITTER steunt het voorstel. De heer DE GIJSELAAR (C. H.) vindt dit een beetje draconisch. Zelf begon de heer Mendels al zachtkens zijn beschouwingen te geven over de Volksraadsmeerderheid. Het lijkt spreker beter, dit aan den tact en net beleid van den voorzitter over te laten; dit moet niet door de leden besloten worden. De VOORZITTER deelt mede, dat de wensch door den heer Mendels geuit, van verschillende zijden geuit is. De heer MENDELS repliceert. De heer BLOMJOUS (R.K.) vond in de eerste instantie het voorstel redelijk, maar hoe meer hij er over denkt, hoe meer hij tot de conclusie komt, dat het niet aangaa-t een hoofdstuk van de algemeene beschouwingen uit te sluiten. Het voorstel zal nu toch wel reeds zijn goede uitwerking hebben gehad. Het voorstel wordt aangenomen met 1812 stemmen, f Daarna gaat de Kamer in de afdeelingen en wordt dc openbare vergadering verdaagd. Minister Slotemaker de Bruine De MINISTER VAN ARBEID, HANDEL EN NIJVERHEID, de heer SLOTEMAKER DE BRUïNE, zegt, dat over de verpleging aan boord van schepen geen klachten wor den gehoord. Dat neemt niet weg, dat ei volle aandacht moet worden besteed aan hetgeen de interpellante te berde heeft gebracht. Er is reeds eer overwogen, wat zou moeten worden gedaan om gevallen, als zich hebben voorgedaan, te voorkomen. Verschillende maatregelen zijn genomen o. m. te Rotterdam en Amsterdam Er is nog meer in voorbereiding, nl. een instantie, die de gegevens zal verzamelen en verwer ken. Ook is een wijziging der Schepenwet in voorbereiding en een wijziging van de Wet op de Artsenijbereidkunde, Klachten over de voedsel- en watervoorziening zijn slechts spo radisch ters kennis van. den minister ge bracht. In afwachting van de totstandko ming van de voorgenomen maatregelen ziet de minister geen aanleiding een commissie in te stellen. Mevr. DE VRIESBRUINS repliceert. Zij dient een motie in. waarin de regee ring wordt uitgenoodigd. een commissie in te stellen, als door spr. bedoeld. Na bespreking trekt mevr. de Vries-Bruins haar motie in en wordt de interpellatie ge sloten. Begrooting P. T. T. Vervolgens is aan de orde de begrooting der Posterijen, Telefonie en Telegrafie. De heer v.d. HEUVEL, A.R., bespreekt de voorgenomen wijziging der telefoontarieven. Hij vraagt of het juist is, dat als het sche ma van het hoofdbestuur wordt uitgevoerd, dit neerkomt op een vermindering van in komsten van 1 millioen. Spr. vreest integen deel, dat door de wijziging het bedrijf meer geld uit de telefoon wil halen. De winst op de telefoon is reeds 3.5 milioen. Deze be hoeft geenszins verhoogd te worden. De wij ziging dient dan ook te strekken tot ver lichting van het bedrijfsleven. Spr. ontwik kelt voorts enkele bezwaren tegen het locale gesprekkentarief. Het is niet juist, dat ieder gesprek kosten medebrengt en het gesprek kentarief houdt geen rekening met den duur der gesprekken. Voorts komt spr. op tegen het openstellen op Zondag van ruim 500 hulppostkantoren sinds 15 Februari jl. Dit is volmaakt overbodig. Spr. hoopt dat de mi nister op dezen maatregel zal terugkomen, anders zal spr. een motie indienen. De heer VAN VOORST TOT VOORST, R.K., juicht de voorgestelde tariefsverlaging toe. Deze is in het voordeel van het platte land, evenwel niet in dat van de grootge bruikers, omdat de invoering plaats heeft van het gesprekkentarief. Spr. acht het ge wenscht, dat de normaalgebruikers het ge wone abonnementstarief zullen blijven be- Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi ging van de Bankwet 1919. In de Memorie van Toelichting wordt meegedeeld, d'at krachtens art. 37c (nieuw) van het wetboek van Koophandel, junctis art. 36c (nieuw) van dat wetboek en art. XI der Wel van 2 Juli 1928 tot wijzi ging en aanvulling van de .bepalingen om trent de naamlooze vennootschap en rege ling van de aansprakelijkheid voor het prospectus, als van het in werking treden dier wet in omloop te brengen biljetten van d'e Nederlandsche Bank ondermeer voorzien zouden mceten zijn van de aanduiding „naamlooze vennootschap". Dit stuit in de practijk op onoverkome lijke bezwaren, waarom wordt voorgesteld dit voorschrif ten aanzien van de biljetten van de Nederlandsche Bank niet van toepas sing te verklaren. KANTOOR HAARLEM NASSAUPLEIN 1 - TELEFOON I30>8 AAN- EN VERKOOP EFFECTEN COUPONS uitslag van het onderzoek der Bezuinigings commissie dat in Juni 1927 werd aange vangen kunnen wachten en is in het be gin van 1928 tot uitbreiding overgegaan. De minister heeft bezwaar de niet gebrui kelijke bekendmaking te doen hoeveel dagen een wetsontwerp, in dit geval het wetsont werp, dat is geworden de Opiumwet 1928, bij elk der betrokken Departementen, bij elk hunner afdeelingen en bij elk der andere medewerkende colleges in behandeling is geweest Wel kan werden medegedeeld dat zes Departementen bij de voorbereiding wa ren betrokken, zoodat het interdepartemen taal overleg uiteraard veel tijd vorderde. Dezer dagen had in het Universiteitsgebouw de tweede vergadering van het dagelijksch bestuur van het Leidsche Stadhuiscomité plaats. Dit comité was intusschen met eenige personen uitgebreid. Er werd besloten tot de oprichting van de sub-commissie „Stadhuisbouw," waarvoor de leden worden benoemd. Aan deze sub-com missie is de opdracht gegeven zoo spoedig mogelijk een rapport aan het dagelijksch be stuur uit te brengen over de verschillende op lossingen. welke voor den bouw van het Stad huis mogelijk zijn. Dagelijks ontvangen de voorzitter en secre taris van het Leidsche Stadhuis-cojnité brie ven met plannen en voorstellen uit Leiden en andere plaatsen, waaruit ondubbelzinnig de groote belangstelling voor den bouw van het Leidsche stadhuis blijkt. Eenstemmig was de vergadering van mee ning dat, eerst nadat is komen vast te staan op welke wijze de bouw van het Leidsche stadhuis kan worden opgelost, plannen voor het in ontvangst nemen van giften en schen kingen tot uitvoering zullen worden gebracht. Verschillende plannen hiervoor liggen ge reed en zuil zoo spoedig mogelijk uitgewerkt worden. Het Agentschap der Stoomvaart-Maat schappij „Nederland", de Firma Kuyper, van Dam Smeer te Roterdam. meldt, dat de boottrein aansluiting gevend op het s.s. J. P. Coen, hetwelk a.s. Vrijdag van Genua zal afvaren, Donderdagmorgen, 7 dezer, zal vertrekken van Rotterdam (Maas) te 7.09 uur en van 's-Gravenhage (S.S.) te 8.00 uur. AMSTERDAM, 5 Maart. Van 19 tot 23 Maart zal in de Spaansche st'ad Sevilla een internationaal Stedebouwkundig Congres worden gehouden, dat gepresideerd zal wor den door Dr. F. M. Wibaut. Bij dezen bond zijn aangesloten 52000 steden met ongeveer 190 millioen bewoners. Om de drie jaar on geveer houdt deze bond een internationaal Congres. Een drietal punten zullen te Sevilla worden besproken, en wel: 1. de organisatie van de gemeentelijke in komsten, 2. de gemeentebedrijven, 3. onteigening ten algemeene nutte. Belangrijke rapporten zijn over de ze ^on derwerpen in verschillende landen versche nen. Deze rapporten zijn verwerkt tot een algemeen rapport. Dit algemeene rapport is, wat het" eerste vraagpun betreft, opgemaakt door de heeren Henri Sellier, burgemees ter van Suresnes en dr. F. M. Wibaut, lid der Eerste Kamer. Het rapport van het tweede onderwerp is bewerkt door Dr. Mu- lert,, president van den Duitschen Steden- bond. Het derde rapport is bewerkt door de heeren Gascon Marin te Madrid, Toep- lit'z te Warschau en Rothwell te Brighton. Aan dit congers is voor de deelnemers een reis door het grootste deel van Spanje verbonden. Ministerieel antwoord op de vragen van den heer van Embden Op de vragen van den heer Van Embden betreffende den uitvoer van verdoovingsmid- delen uit de Chemische Fabriek Naarden antwoordde de minister van Arbeid, H. en N dat hij door de toezending van een voor- loopig en nog niet gearresteerd proces-ver baal van de zitting der Opiumcommissie van den Volkenbond op 25 Jan. j.l. kennis heeft kunnen nemen van de besprekingen in die commissie. Vervolgens releveert de minister de ver klaringen van den Nederlandschen gedele geerde, die reeds vaststaan. De oorzaak, dat niet eerder de maatrege len genomen zijn, waarop de verklaring van den gedelegeerde doelt, ligt in het feit, dat, hangende het onderzoek, door de Bezuini gingscommissie ingesteld nopens de vraag of op de organisatie van den betrokken dienst der Volksgezondheid bezuinigd kon worden, uitbreiding van personeel bij den dienst uiteraard is aangehouden. Daar deze uitbrei ding echter vóór de handhaving der ge noemde maatregelen onvermijdelijk werd ge acht, heeft de minister ten slotte niet op den Memorie van antwoord over het hoofdstuk: Justitie Thans is verschenen de memorie van ant woord inzake het hoofdstuk: Justitie der Rijksbegrooting 1929, waaraan wij het vol gende ontleenen: Het wetsontwerp tot wijziging van het huwelijksgoederenrecht zal ooktfbetrekking hebben op de handelingsbevoegdheid der ge trouwde vrouw. Wat de bestrijding van den woeker betreft, wordt opgemerkt, dat de uitleening tegen rente een in het Burgerl. Wetb. geregelde overeenkomst is, hetgeen niet uitsluit, dat bij gemeenteverordening niet voorschriften kun nen worden gegeven, betreffende het beroep of bedrijf van geldschieter. Het denkbeeld om bij de wet maatregelen te treffen naar het voorbeeld van de als cri- sisinstellingen weer opgeheven huurcommis- sies lokt den minister weinig aan. De minister heeft niet den indruk, dat de toegevoegde advocaten in strafzaken hun taak over het algemeen niet naar behooren zouden vervullen. Van een niet ingrijpen door de justitie naar aanleiding van ernstige onregelmatig heden, die zouden gepleegd zijn ten nadeele van de Hollandsche Bank voor Zuid-Amerika, is den minister niets bekend. Hij zal zich ter zake op de hoogte stellen. Van een roekeloos overleveren van men- schenievens aan het optreden van politie beambten is bij de bestaande voorschriften waarlijk geen sprake. Wel wil de minister de opmerking maken, dat bij het beoordeelen van het optreden van de politie wel eens uit het oog wordt verloren aan welke gevaren het menschenleven van den politieman bloot staat, op welke gevaren nog kortelings op zoo droevige wijze een waarschuwend licht is gevallen. Reeds in de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer en dus vóór de openbare behandeling van de strafzaak tegen den gevangenbewaarder bij de bijzondere strafgevangenis te Schevenin- gen, heeft de minister doen blijken, dat de toestand in die gevangenis naar zijn oordeel niet bevredigend kan worden geacht. Intusschen aanvaarde men wat daarom trent door gevangenen of ontslagen gevan genen ter terechtzitting is verklaard, niet zonder groote reserve. Zoo wordt met name de bewering, dat de directeur zou getracht hebben met beloften of geld invloed op som mige getuigen uit te oefenen, door dezen ten eenenmale ontkend. Ook wanneer men echter de zaken tot de juiste proporties terugbrengt, blijven de toe standen in de genoemde gevangenis verbete ring eischen. Sinds de opzienbarende ont vluchtingen in Augustus j.l. is de minister daarmede reeds doende geweest. Het leidend personeel is tijdelijk versterkt en bereids zijn verschillende maatregelen genomen ter weg neming van de geconstateerde tekortkomin gen. Tot afsluiting is de aangelegenheid nog niet gekomen, doch de minister zal daartoe niet overgaan, dan nadat hij de overtuiging heeft, dat de toestand als gezond is te be schouwen. techniek veilig te zijn geborgen. Geen oogen- blik is het contact met de buitenwereld ver broken; in een oogwenk kunnen tijdingen over en weer worden overgebracht. Hoeveel intenser moet soms het gevoel van verlatenheid geweest zijn bij die kloeke mannen, die eeuwen geleden in een klein, vaak gedeeltelijk open huikje, manmoedig het zeegat uitvoeren om de wilde elementen te trotseeren. En dan denken wij aan mannen als Heems kerk en Barentsz, wier namen door hun be faamde overwintering op Nova Zembla aan de vergetelheid zijn ontr-ukt. Hun vijanden waren de witte koude, de grauwe ontbering, de sprietmagere, rammelende honger. Te feller werden zij door deze besprongen, naarmate hun verdedigingsmiddelen gebrek kiger waren. Eindelocs waren de donkere nachten, slechts kort onderbroken door een vale, grauwe ochtendschemering. Wellicht zullen er oogenblikken geweest zijn. waarop bij deze mannen het gevoel van verlatenheid tot wanhoop aanzwol en was de eenzaamheid de meest gevreesde vijand van alles. Stellen we hier eens tegenover de Zuidpool expeditie van Byrd. Hij vaart heen in een speciaal voor den tocht uitgerust schip. We zouden kunnen zeggen: „van alle gemakken voorzien." Hij bouwt op de eeuwige ijsvelden een klein dorp van gebouwen, waarvoor het materiaal werd meegenomen. Electrisch licht zorgt voor een sfeer van gezelligheid en misschien zal men er zelfs in slagen de koude te temmen. Ook flinke voorraden levensmid delen zijn opgeslagen, zoodat de honger niet gevreesd behoeft te worden. Er zijn zelfs vliegtuigen en een auto met „rups-wielen." Maar bovenal is er het contact met de wereld, met de menschen. De radio draagt hiervoor zorg. Byrd kan zijn berichten den aether inzenden en hij ont vangt tijding terug. Zelfs is het in 't geheel niet uitgesloten, dat Byrd daar aan den Zuidpool zal kunnen genieten van radio-mu- ziek. Het is dit wonderbaarlijk contact, dat on getwijfeld Commander Byrd en zijn mannen zal sterken, hun energie zal stalen, zoodat zij er in zullen slagen de taak, die zij hebben aanvaard te volvoeren en hun reis tot een succesvol einde te brengen. Het aantal luisteraars in Engeland be droeg per 1 Febr. 2.684.941 hetwelk ongeveer 70.000 meer is dan op 1 Jan. Gedurende de maand December is het aantal luisteraars met 50.000 vermeerderd, zoodat over de laat ste twee maanden een vooruitgang van bijna 1/8 millioen heeft plaatsgehad. Op Vrijdag 8 Maart zal het Berlijnsche symphonie-orkest een programma van mu ziek van Engelsche componisten voor de mi crofoon ten gehoore brengen. De volgende nummers zullen worden uitgevoerd: suite voor strijkinstrumenten van Purcell „Enig ma" variaties voor orkest op 36, van Elgar en de „London Symphonie" van Vaughan Williams. Het orkest staat onder leiding van Albert Coates, een bekend dirigent, wiens vader 'n Engelscbman was Een gedeelte van zijn leven heeft Albert Coates in Engeland en een gedeelte in Duitschland doorgebracht, zoo dat de omroepleiding van de „Funk-Stunde" niet beter meende te kunnen doen. dan hem voor dit Engelsche concert als dirigent te engageeren. Zooals men weet geeft de „Funk-Stunde" eens per maand een programma, dat gewijd is aan de componisten van een ander land, en in dit verband moet ook deze uitzending beschouwd worden. Het geheim der radio-verbinding' Den reiziger, die zich aan boord van een schip op den Oceaan bevindt, kan in den avond, wanneer de schemering gevallen is en de laatste stralen der verzinkende zon over den waterspiegel scheeren, 'n gevoel van groote eenzaamheid overvallen. Boven hem verheft zich de hooge koepel der lucht, door de glinsterende sterren als vastgenageld aan den hemel, beneden hem ruischt de onmete lijke zee, in rustelooze beweging, waardoor de voorsteven van het schip zich een weg snijdt. Er is niets dan het schip, het water en de lucht. Geen rookpluim in de verte, geen wiekslag van meeuwen, want het land is verre En de reizigr voelt zich klein en nietig en als verloren in de wijde ruimte. Maar reeds gloeien de electrische lampen aan en scheppen een sfeer van intimiteit. En hij weet den marconist in zijn cabine, die de verbinding onderhoudt met het vaste land en met schepen, voor hem onzichtbaar. En de neerslachtige stemming wijkt. Blijde be seft men door de goede zorgen der moderne Men meldt uit Rome, dat er in Italië be langrijke plannen bestaan op radio-gebied. In de eerste plaats zal de EI.AR. de Italiaansche omroepmaatschappij een groot omroepgebouw te Rome laten zetten. Hierin zullen de studio's, de kantoren van de administratie en de technische contröle-af- deeling gevestigd zijn. Het terrein, waarop het gebouw geplaatst zal worden, ligt aan het Piazza Mazzini. De groote studio in het gebouw zal on geveer 25 meter lang, 15 meter breed en 12 meter hoog zijn Voorts zijn er nog vier kleinere studio's, waarvan er twee speciaal gebruikt zullen worden voor voordrachten en lezingen, en twee voor concerten van ka mermuziek. Ook zal binnenkort in de nabijheid van Rome een station met groot vermogen wor den gebouwd De antenne-energie van dezen zender zal 50 K.W. bedragen. Nog dit jaar zal deze zender in gebruik worden genomen. Tevens zal dit jaar een aanvang worden gemaakt met den bouw van een 12 K.W. kortegolfzender. Deze zal geschikt ziin voor uitzendingen op golflengten tusschen 25 en 80 meter. Wanneer het Station eenmaal in ge bruik genomen is. zal men op twee golfleng ten uitzenden: de grootere golflengte (om en bij den 80 M.) zal bestemd zijn voor uit zendingen, die niet op zeer groot-m afstand gehoord behoeven te worden; de kleinere golflengte is speciaal voor het lange afstand- verkeer, b.v met de Italiaansche koloniën in Oost-Afrika Met het oog op deze golf lengten, zullen er bij den zender dan ook twee antennes worden geplaatst. „Aneta" schrijft ons: Dezer dagen, bit het voeren van een draadloos-telefonisch onder houd met Indië, werden wij getroffen door het feit, dat de administratie van de F.T.T. in de wachtkamers en de studio een waar schuwing voor het publiek heeft opgehangen, waarin o.a. gewaarschuwd wordt tegen het feit, dat de gesprekken niet geheim zijn. In verband daarmede hebben wij ons tot de bevoegde, autoriteiten gewend met de vraag, of de kans groot is, dat deze gesprekken wor den afgeluisterd. Men verklaarde ons, dat deze kans feitelijk betrekkelijk gering is, althans niet zóó groot, dat men zich daardoor een gesprek met Indië behoeft te laten weerhouden. Al is de geheimhouding niet gewaarborgd, toch is practisch de kans, dat een bepaald gesprek door onbevoegden gevolgd kan wor den, uiterst klein, indien men bedenkt, dat niet bekend is, of een gesprek door een be paald persoon is aangevraagd en nog minder, op welk tijdstip dit eventueel zal worden af gewikkeld. Overigens leenen de gewone ont vangtoestellen zich niet voor het mede-luis teren en zal van het gesprek dat in de rich ting naar Indië op 'n andere golflengte wordt afgewikkeld dan in omgekeerde richting, dan nog ten hoogste één richting beluisterd kun nen worden. De kans, dat op deze wijze een gesprek bekend wordt, is daarom zeer ge ring.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 5