Binnenlandsch Nieuws VOOR DE HUISKAMER tweede blad Sproeten komen vroeg in het voorjaar, koop tijdig een pot NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT - WOENSDAG 13 MAART 1929 BLADZIJDE De onthullingen van het Utrechtsch Dagblad Wat het Journal des Dêbats betoogt Staten-Generaal Tweede Kamer Sprutol. Bij alle Drogisten. De begrooting van het wegenfonds voor 1929 R. K. Boekhandelaren- en Uitgevers-vereeniging „St. Jan" Ned. R. K. Huisvestings comité i De corruptie-kwesties te Doetinchem Uit de R.K. Staatspartij T andtechnici De wijziging der ziektewet Centrale filmkeuring Plotselinge dood De Limburgsche mijnen in Januari 1929 leger en vloot Hr. Ms. „Hertog Hendrik' KERKNIEUWS Rector A. L. A. Vorst Het Mirakel van Amsterdam KRE YMBORG coupe heeft distinctie. UIT ONZE OOST Een aanrijding te Soerabaja De viering van het Minahassa-jubileum LUCHTVERKEER Kapitein Wilkins in New-York Groote fraudes te Ambon ontdekt De wonderbare sneeuwman Een Ha vas-telegram uit Parijs meldt dat Gauvain in het „Journal de» Débats" onder uen titel ..Het schandaal van Utrecht of van het gebruikmaiken van een valsch stuk" een JanS artikel publiceert waarin hij o.a. zegt: „Dus was. zooais wij van den aanvang af veronderstelden, de auteur van het valsche stuk een dier talrijke geheime agenten, die Van beide kanten betaald worden en die zoowel, degenen, welke hen betalen als de tegenpartij om den tuin leiden. De houding «er Nederlandsche regeering is onbegrype- jyk. want uit de verklaring van den heer De Geer volgt, dat hij met name door het Handelsblad werd gewaarschuwd voor de nans taande publicatie. Niettemin bleef hij Werkeloos. Na de publicatie van het verdrag waarvan het buitensporige karakter zon neklaar is, onthield hjj er zich van het Publiek te waarschuwen tegen onjuiste uit leggingen, integendeel, hü vroeg verklaringen aan de regeeringen van Brussel en Londen. volhardde in zün stilzwijgen na de be sliste ontkenning van Parijs, Londen en Brus sel en gaf geenerlei verklaring voor dit onge- 'oofeiijke stilzwijgen." De „Débats" haalt de „Daily Telegraph" #an en zegt dan: ..gezien een dergelijke verblinding begrijpt ®*en hoe een groot deel der Nederlandsche °fenbare meening de dupe werd van de Duit- Sche leugens nopens den oorsprong van den °orlog van 1914 en hoe zij de meest fantasti sche legenden slikt." Oud-minister Devèze aan het woord De Belgische oud-minister Devèze betoogt Volgens het Hbld. in de „Soir", na gewezen te hebben op den grooten wensch, dat tusschen ®elgië en Nederland de beste verstandhuoding z°u bestaan en op het feit, dat de Belgische tegeeringen alle krachten 'sedert den oorlog hebben ingespannen om de quaestie op te lossen, waarbij België belang had dat thans is gebleken wat tot nog toe slechts was vermoed, n.l. dat de Nederlandsche bevolking bedrogen en om den tuin geleid wordt. Er beerseht een ongezonde ophitsing en de Nederlandsche regeering zelf ondergaat er «en invloed van, het pogen van sommige in Nederland. Men weet niet welke duistere verlangens zij opwekken ten aanzien van een Vlaanderen, losgerukt uit Belgisch verband, taster en leugen vinden gretig gehoor, valsche documenten worden grif gekocht en gepubli- fverd zonder eenig onderzoek naar de echt heid. Generaals, staatslieden, partijleiders steken elkaar hartstochtelijk de hand toe. Stappen werden ondernomen die beleedigend Zijn. Zal, nu de echte toedracht der zaak ge kend Is. weer vertrouwen gaan heerschen? Zullen de Nederlanders niet met onverbidde lijke strengheid de Belgen, die hen hebben misleid, en de publicisten die hen hebben be drogen, en de regeerders die blind zijn ge weest, beoordeelen? Dit vraagt Devèze zich af. Op het gezond van Nederland rekent hij om zijn ragen van antwoorcï dienen. besluit met den Belgische Inlichtingsdienst den raad te geven voortaan wat meer voorzichtigheid en scrupules aan den dag te leggen en niet te handelen buiten weten der verantwoordelijke chefs De reeee ring heeft trouwens sancties en maatregelen te t vooruitzicht gestedl en zoodoende heeft België eens te meer voor de wereld van zijn rechtschapenheid en onverstoorbare gehecht heid aan al zijn plichten doen blijken .Hij den aanvang van clc vergadering der Tweede Kamer werden gisteren verschillende Wetsontwerpen zonder hoofdelijke stemming aangenomen, waaronder een wettelijke voor ziening in verband met het door den brand van het raadhuis der gemeente Leiden op 12 februari 1929 verloren gaan van de op dien datum aanwezige gegevens noodig voor het opmaken van de kiezerslijst dier gemeente: goedkeuring van de op 24 Juli 1922 te 's-Gra- venhage gesloten voorloopige schikking tus schen Nederland en Duitschland inzake luchtverkeer en van het op 17 Augustus 1929 te s-Gravenhage geteekend aanvullings protocol bij die beschikking en goedkeuring van de toetreding tot de overeenkomst van Parijs van 2d Juli 1928 tot wiiziging van de conventie van 18 December 1923 betreffende de inrichting van het statuut der zóne van Tanger De wijziging der ziektewet Daarna werd voortgezet de behandeling der wijziging van de Ziektewet. De MINISTER VAN ARBEID, H. en N-, de heer SLOTEMAKER DE BRDfNE, be strijdt allereerst den heer Kersten. Als deze zijn zin kreeg zou een kleine minderheid een groote meerderheid onder dwang brengen. De groote meerderheid van het volk wil een ziekteverzekering De vraag is slechts, hoe die moet zijn ingericht. Een aansluitend ge heel is noodzakelijk. Hetgeen tot nu toe door vrijwillige verzekering verkregen Is, is onvoldoende gebleken. Spr. beroept zich te genover den heer Marchant op een rede van dr Posthuma, in 1928 gehouden, waarin deze verschillende cijfers noemde. Den heer van Voorst tot Voorst voegt spr. toe, dat het ontwerpAalberse Juist van verschillende kanten is bestreden omdat het zoo duur was. Welke organen moeten nu de dragers der ziekteverzekering zijn? Er is te dezen aan zien de grootste verdeeldheid. Deze was hoofdzakelijk de oorzaak, dat er nog nooit lets is terecht gekomen van een ziekteverze kering Het meest logische zou zijn één ver- zekeririgsorgaan. Doch ook deze oplosing heeft de Kamer niet gewild. Spr. gaat verder na de bezwaren, die zijn voorontwerp vond in den Hoooen Raad van Arbeid en daarna In het overleg met de Kamercommissie. Ten slotte dacht hij een meerderheid te vinden voor het systeem der bedrijfsvereenigingen in combinatie met de Raden van Arbeid. Het bezwaar dat door dit systeem het particu lier initiatief gedood wordt, is niet steek houdend Bil de vele cijfers, die zijn genoemd door de hoeren Dr De Visser, Bakker, Snoeck Henkemans en Marchant, zagen deze sprekers voorbij, dat bij de' ziekekassen niet alleen arbeiders zijn aangesloten en de kas sen veelal ook uitkeering gaven bil bevalling en overlijden. Had spr. de bijzondere kassen wei opgenomen, dan zou toch het zelfbe schikkingsrecht niet hebben kunnen blijven bestaan of het zou eön chaos geworden zii-i y°or deze kassen blijft echter nog een ter- van werkzaamheid over, n-1. voor hen, die buiten de wet vallen en voor de kleine zelfstandigen. Spr. had de keus tusschen het laten stran den van het ontwerf) door een combinatie van minderheden en het grijpen naar wat voor de arbeiders te grijpen viel. Dit laatste heeft de minister gekozen Gevraagd is nog naar de mogelijkheid om 'individueele werk gevers in te schakelen, die zelf het risico willen dragen. Spr moet daarop antwoorden, j dat hij geen kans ziet, deze figuur te con- strueeren. Voor de arbeiders, die in hetzelfde bedrijf steeds werken, maar telkens bij een anderen patroon kan een algemeene maatregel van bestuur worden getroffen. Spr. gelooft zeker aan de mogelijkheid, dat de wet op 1 Januari 1930 in werking treedt. De bijzondere vragen, die gedaan zijn, zal spr. bij de amendementen behandelen. Wat de ziekenverzorging betreft, wijst spr. erop. dat deze gescheiden moet blijven van de ziektewet en dat een apart wetsontwerp ten aanzien van de ziekenverzorging bij de Ka mer ligt. Spr. hoopt dat dit ontwerp tot stand zal komen Als dat gebeurt, zal dit voor een groot gedeelte te danken zijn aan den goe den gang van zaken in de commissie van voorbereiding. Na re- en dupliek wordt de vergadering tot heden verdaagd. Het Voorloopig Verslag Thans is verschenen het Voorloopig Ver slag over de begrooting van het wegenfonds voor 1929. Sommige leden waren van oordeel, dat wat in 1929 zal geschieden zeer weinig is; zij drongen aan op meer spoed. Hiertegenover constateerden andere leden met waardeering, dat voor 1929 zeer belangrijke bedragen wor den aangevraagd, waaruit blijkt, dat de re geering daarvan overtuigd Is, dat de wegen verbetering met kracht moet worden voort gezet. Eenige leden hadden den indruk, dat te veel tegelijk onder handen wordt genomen. Voorts werd er over geklaagd, dat gewerkt wordt zonder systeem; deze leden drongen aan op een afzonderlijke leiding van den wegenaanleg, op dezelfde wijze, als voor de Zuiderzeewerken bestaat. Andere leden wenschten voor den wegenaanleg niet een dienst buiten de Waterstaatsorganisatie, maar een wegendienst, die den geheelen wegenaanleg beheerscht. Gevraagd werd of de Regeering met het buitenland geregeld overleg pleegt over de aansluiting van nieuwe of verbeterde wegen voor het internationaal verkeer. Sommige leden merkten op, dat van het beginsel, dat de hoofd verkeerswegen niet door, maar langs de bebouwde kommen moeten gaan, somtijds werd afgeweken. Zij betreurden dit en wezen op de plannen voor doorgaand verkeer bij Amsterdam, Utrecht en Haarlem als voorbeelden van onjuiste traceering. Verscheiden leden gaven den wensch te kennen, dat het ontstaan van lintbebouwing krachtig moet worden tegen gegaan. Aangedrongen werd voor wegen met een zeer druk verkeer, op een minimumbreedte van 9 m.; ten deze is bij voorbeeld voor den weg AmsterdamHaarlem een fout begaan. Men dringt dan ook op verruiming van de breedte aan. Men wenscht voorts het aanleggen van afzonderlijke paden voor voetgangers en op wegen met eenigszins druk verkeer, afschei ding der rijwielpaden van den rijweg, bij voorbeeld door een boomenrü. Gevraagd werd, hoe het staat met de onderhandelingen betreffende de overneming door het Rijk van wegen, die op het rijks wegen plan voorkomen, en thans nog bij anderen in beheer en onderhoud zijn. Sommige leden drongen aan op een betere regeling van het verkeer op de wegen; anderen om voor het gebruik van rijksveren geen veergeld meer te heffen. Gevraagd werd, hoe het staat met de plannen der regeering met betrekking tot de verbinding van de groote steden. In plaats van den ontworpen weg Sassen- helm—Amsterdam, gaven verscheiden leden de voorkeur aan een weg beoosten Leiden, teneinde de bebouwde kommen op het traject Sassenheim—Den Haag te vermijden. Sommige leden hadden vernomen van het voornemen, den nieuwen rijksweg, die Am sterdam en Utrecht zal verbinden, te leggen over Laren. De thans in aanleg zijnde weg, zou eerst gevolgd worden en bezuiden Laren worden afgetakt over Lage Vuursche naar Utrecht. Tot behoud van natuurschoon dron gen deze leden er op aan, alsnog wijziging in deze plannen te brengen. Verscheidene leden drongen aan op be spoediging van de wegenverbetering in het Westland. Van verschillende zijden werd de wensche- lilkheid betoogd om de vaste rivierovergan- gen zoo spoedig mogelijk tot stand te bren- Met instemming hadden verscheidene le den kennis genomen van het streven der regeering om het aantal tollen te vermin deren. Zij waren echter van oordeel, dat het daar" voor uitgetrokken bedrag van 200.000 veel te gering is. vooral nu het niet mogelijk ls, dat het ontwerp wegenwet nog in dit zittings jaar tot wet zal worden verheven. Te Utrecht heeft de R.K. Ned. Boekhan delaren. en Uitgegersvereeniging „St. Jan" vergaderd onder voorzitterschap van den heer Paul Brand. Als bestuursleden traden periodiek af de hceren Paul Brand en A. W. Coebergh. De heer Coebergh stelde zich niet herkiesbaar. Als nieuw bestuurslid werd gekozen de heer J. Meijer Dupuis te 's-Hertogenbosch, die de benoeming aannam. Bij acclamatie werd de heer Paul Brand als voorzitter herkozen. Vervolgens kwam In bespreking het ver schijnen van een R. K. bibliographisch pe riodiek. Het bestuur had een aanbod ont vangen van de uitgeversfirma Gebr. van Aalst. Men was overeengekomen, dat bij deze firma een tweemaandelijkse!! tijdschrift zou verschijnen „Het Goudschaaltje". Als censor zal optreden prof. Nolet. Het blaadje zal onder hoofdredactie staan van den heer Herman de Man. Tot deze ver schijning werd na bespreking besloten. Vervolgens werd het voorstel besproken tot instelling van een commissie, die tot taak heeft een onderzoek in te stellen of er schade ls en zoo ja, naar den omvang van de schade, welke door den boekhandel en uitgeverij van kloosterlingen berokkend werd aan den Katholieken boekhandel en uitge verij. Op voorstel vn het bestuur werd een j commissie gevormd, bestaande uit de heeren prof. Nolet, van Aalst, Houbaer, Verbiest, Theulings en mr. Witteman. Door verschillende leden werden nog aan merkingen gemaakt op de wijze waarop de administratie van den R.K. Radioglds met de boekhandelaren omspringt bijv. met den losse- nummerverkoop en de aanwerving van abon- né's door middel van den boekhandel. De voorzitter stelde voor een motie van afkeuring te zenden aan de administratie met een afschrift aan pater Perquin. Prof. Nolet advisserde een persoonlijk bezoek bij de directie dézer administra-tie af te leggen om de zaak eens te bespreken, ken. Aldus werd besloten. De heer Willem Nieuwenhuis hield in de des middags voortgezette vergadering een causerie over: „De taak van den R.K. boek handelaar". Na gedachtenwisseling werd de vergadering gesloten. Als straks het jaarverslag van het Huis- vestings-Comité verschijnt, zal blijken, dat wederom een groot aantal zwakke Neder landsche kinderen zijn verzorgd. In de korte jaren van zijn bestaan ver leende het comité nu reeds zijn bemiddeling tot het verplegen van 91.593 kinderen en wel gedurende 20.382.900 dagen; onder dit getal is niet begrepen de hulp aan de 5000 vluch telingen van den grooten watersnood 1926. In totaal verantwoordde het comité aan liefdasgaven, verpleging van kinderen en voor hulp in noodtoestanden, waaronder 400.000 aan het Algemeen Stormramp comité, een bedrag van 25.543.913.87. Een respectable som. In plaats van de gewoonlijk te houden jaarlijksche collecte, waaruit het comité voor een deel zijn gelden put voor de actie, ls voor dit jaar een landelijke loterij georganiseerd, waarvoor de Kon. bewilliging reeds is ver kregen, en waarvoor in alle 700 afdeelingen en correspondentschappen de loten zullen worden verkocht. De raadscommissie tot onderzoek van even- tueele corruptie bij de gemeentebedrijven te Doetinchem heeft thans een zeer lijvig rap port omtrent haar bevindingen ingediend. De commissie geeft een opsomming van 33 corruptieve handelingen, haars inziens door den gasdirecteur gepleegd. Bovendien zou de gasdirecteur verschillende handelingen gepleegd hebben, die evenmin door den beu gel kunnen, waarvan er twaalf worden opge somd. Al deze feiten zijn van vroeger bekend en door de justitie nagegaan, welke hem vrij- SPrten opzichter Postma worden 10 feiten ten laste gelegd; de rechter heeft hem eveneens vrijgesproken. Op grond van haar conclusies stelt de commissie verder eenstemmig voor: lo. den gasdirecteur Pieterson en den op zichter Postma op staanden voet te ontslaan: 2o. de firma R. S. Stokvis te Rotterdam, wegéns het verstrekken van een credietnota, meer dan l'A jaar na de levering, en de daardoor gebleken onbetrouwbaarheid, voor vijf jaar uit te sluiten voor leveranties aan de gasfabriek; 3o van de Dordtsche gasmeterfabriek een bedrag te eischen van 3000 wegens het niet afdragen van 10 pet. retourcommissies, die buiten de gegeven korting in de prijzen van de geleverde meters begrepen zijn, en haar bij niet-inwilliging van verdere leveranties uit te sluiten; 4o van de corrupt gebleken firma's Wil son en Gautsch respectievelijk 10 pet. van 4000 en 6000 terug te vorderen om dezelf de redenen. Wat de verdere corruptie-gevallen betreft, wordt medegedeeld, dat de burgemeester van Doetinchem, de heer W. P. J. Duval Slot houwer, geweigerd heeft zich te onderwerpen aan een verhoor door de raadscommissie In zake corruptie en haar schriftelijk medege deeld, dat hij, op grond van de opgedane er varing de vragen uitsluitend schriftelijk wenscht te ontvangen om daarna te over wegen of hij ze zou beantwoorden. De commissie zond den burgemeester daar op een schrijven met de volgende drie vra- Ken: 1 Hebt u ook gelden uit de z.g. Houtkas ontvangen of genomen voor gemeentelijk of privégebruik 2 Hebt u nooit gelden uit de z.g. Houtkas ontvangen, direct of indirect? 3 Welke ervaring hebt u met de commis sie opgedaan, dat het u voorkomt deze vra gen in plaats mondeling eventueel schrif telijk te beantwoorden? De burgemeester heeft de commissie zon der antwoord gelaten. U.K. Kiesvereeniging JUJtokieskring 's-Gravenhage. De Centrale Raad van de RK. Kiesver eeniging Rijleskieskring 's-Gravenhage heeft gisteravond vergaderd. Deze vergadering stond onder voorzitterschap van den secre taris den heer W. J. van Dijck. De voorzitter adviseerde namens het be stuur om als candidaten te stellen: als des kundige op het gebied van 't binnenlandsch bestuur jhr. mr. Ruys de Bserenbrouck en als plaatsvervanger mr. Geseling te Am sterdam; als deskundige op het gebied van arbeidszaken en het arbeidsvraagstuk den heer Kuiper te Utrecht en als plaatsvervan ger den heer Steinmetz te Amsterdam (an dere namen komen op de verzamellijst niet voor); en voor de vrije plaatsen prof. Ver aart en mr. van Hellenberg Hubar, met als plaatsvervangers den heer Nijkamp te En schedé en mr. Andreoli. Zonder stemming vereenigde men zich met het advies van het bestuur ten aanzien van de kwaliteitszetels. Over de candidaten voor de vrije plaatsen behaalden de bestuurscandidaten een groote meerderheid, n.l. prof. Veraart en mr. v. Hellenberg Hubar resp. 75 en 65 van de 115 uitgebrachte stemmen. Ook wat betreft de plaatsvervangers behaalden de bestuurscan didaten de meeste stemmen, n.l. de heer Nij kamp 57 en mr. Andreoli 41 stemmen, ter wijl voorts ook de heeren Max van Poll en Lambooy vele stemmen op zich vereenigden, nl. resp. 23 en 27. De Regeering stelt, in overleg met de commissie van rapporteurs, voor, de consi derans van het wetsontwerp tot het in de gelegenheid stellen van hen, die ingevolge de wet van 30 December 1926 geen visum op hun bewijs van vestiging hebben ontvangen, om alsnog van hun practische bekwaamheid te' doen blijken, in overeenstemming te bren gen met de in dat ontwerp aangebrachte wijzigingen. Eenige amendementen. De heer L. de Visser heeft twee amen dementen voorgesteld op het wetsontwerp tot wijziging der Ziektewet waarvan de be doeling is, het ziekengeld niet minder d'an het gemiddeld verdiendf* loon te doen be dragen, en het recht op uitkeering reeds van den eersten dag te doen ingaan. De heer Duys c.s. heeft een amende ment voorgesteld om, in geval hun amen dement, de loongrens te doen vervallen, wordt verworpen, d'ie loongrens niet lager dan 5000 te stellen. De heer Snoeck Henkemans heeft een amendement ingediend om de verplichting betreffende de aangifte te handhaven voor alle in dienst aijnd'e personen, gelijk de be staande wet bepaalt. Van 4 tot en met 9 Maart zijn gekeurd 46.904 meter film. Nieuwe producties. Gekeurd: 39 films, lengte 23.798 meter, 7 coupures in titels en scènes, lengte 31.5 meter. Toegelaten A (voor alle leeftijden). Journaals en derg. 19 films, lengte 3955 meter; kleine films: 9 films, lengte 1678 meter; groote films: 1 film, lengte 2051 meter. Toegelaten B (boven 14 jaar). Kleine films: 3 films, lengte 420 meter; groote films: 3 films, lengte 6834 meter. Toe gelaten C (boven 18 jaar). Groote films: 4 films, lengte 8860 meter. Oude producties. Gekeurd: 21 films, lengte 23.106 meter, 2 coupures in titels en scène, lengte 43 meter. Toegelaten A (voor allé leeftijden). Journaals e. d.: 5 films, leugte 1090 meter; kleine films: 3 films, lengte 724 meter; groote films: 2 films, lengte 4500 meter. Toegelaten B (boven 14 jaar). Groote films: 5 films, lengte 8916 meter. Toegelaten C (boven 18 jaar). Kleine films: 1 film, lengte 564 meter; groote films: 4 films, lengte 5676 meter. Niet toegelaten: 1 film, lengte 1636 meter. Reclame gekeurd: 1792 foto's, niet toegelaten 5 stuks, 599 litho's, niet toegelaten geen. Na de behandeling door het Gerechtshof te Leeuwarden van het hooger beroep, tegen zhn faillietverklaring Ingesteld, is Maandag, naar het „Hbld" verneemt, notaris J. H. Berghuis aldaar plotseling overleden. Nadat hij zich van het Paleis van Justitie huis waarts had begeven om met zijn advocaten het aan het Hof over te leggen dossier te rangschikken, zakte hij plotseling ineen en stierf Een geneesheer constateerde, dat de heer Berghuis aan hartverlamming is over- leden. De heer Berghuis is, een bekende figuur te Leeuwarden geweest. De netto-productie der gezamenlijke Lim- biirgsche mijnen bedroeg gedurende de maand Januari ruim 930.376 ton. Het totaal aantal arbeiders der gezamenlijke Limburg sche mijnen bedroeg op 1 Februari 24.794 on- dergrondsch en 10.224 bovengrondsche. Gister teruggekeerd By het departement van Defensie is be richt ingekomen, dat Hr. Ms. „Hertog Hen drik" gisterenochtend te Willemsoord Is teruggekeerd van de oefeningsreis naar de Müddellandsche Zee. Gisteren heeft de plechtige uitvaart en begrafenis plaats gehad van den weleerw. heer a. L. A. Vorst, in leven rector van het gesticht „De Voorzienigheid" te Sche- veningen. Om half 10 werdén in de kapel van het gesticht .„De Voorzienigheid" de Lauden ge zongen, waarna om 10 uur de boogeerw. de ken van 's-Gravenhage, H. A. Th. van Dam, een plechtige H. Mis van Requiem opdroeg. Zijn Hoogeerw. werd daarbij geassisteerd door de weleerw. heeren J. P. A. J. v. d. Bergh en C. Kempen als diaken en sub diaken. Cantores waren de zeereerw. heer pastoor w. Roozen en de weleerw. pater Weber, Monfortaan, terwijl de weleerw. heer F. Hermans als ceremoniarius fungeerde. Na de H. Mis hield de zeereerw. heer J. A. Annegam. pastoor der parochie van de H. Familie, de lijkrede, naar aanleiding vaneen woord van den H. Joannes: „Beati sunt mortui, qui in Domino moriuntur: Zalig de genen, die in den Heer sterven. Hierna verrichtte de hoogeerw. deken de abeoute. Ge begrafenis had plaats op het R.K. Kerkhof aan de Kerkhoflaan. Ge beaarding in de kapel en de begrafenis werden verricht door den weleerw. heer L. A. J. C. Speet, rector van „De Voorzienig heid" te Amsterdam met assistentie van den Zeereerw. heer O. J. M. Hoogeveen, pastoor te Houtrakpolder en den weleerw. heer C. Kemper, kapelaan der parochie van den H. Antonius Abt. Ook op het kerkhof was veel belangstel ling. Inleiding- van de viering van liet hoogfeest. Een pontificale vesper door Z. D. H. Mgr. J. D. J. Aengenent. Gisteren is de viering van het hoogfeest van het mirakel van Amsterdam in de fraai versierde Ragijnhofkerk te Amsterdam inge zet met een pontificale Vesper, gecelebreerd door Z. D. H. mgr. J. D. J. Aengenent, bis schop van Haarlem, geassisteerd door den Hoogeerw. heer Kanunnik G. C. van Noort, Deken van Amsterdam en rector van het Bamjphof, als presbyter assistens, den Hoog- gèi^. heer mgr. A. Holiërhoek als diaken en (Ingezonden mededeelingen) den Zeereerw. heer L. Stolk, pastoor der St. Catharina-kerk, als sub-diaken. Cantores waren de Weleerw. heeren A. Kok en J. Biermans. Vele seculiere en reguliere geestelijken waren tegenwoordig. Tot in de uiterste hoe ken was het kleine kerkje gevuld met een menigte geloovigen, die in devote stilte de plechtigheden bijwoonde. Twee slachtoffers. Aneta seint uit Soerabaja: Maandag is het 2-jarig zoontje Jules van de familie Tim merman, die onder de hoede van een baboe langs den Oedjongweg wandelde, met zijn begeleidster door een taxi aangereden. De baboe was op slag dood; het jongetje leefde nog een half uur. De taxi is in volle vaart verdwenen. Later werd het voertuig in een ander deel van de stad aangehouden. tig duizend gulden. De fraude moet gepleegd zijn door lager personeel en in den tijd van het beheer van een vroegeren chef der han delsver eeniging, dié momenteel met verlof in Europa vertoeft. Eveneens is een geval van fraude ont dekt bij <?e Crediet- en Handelsvereenigin- Banda te Ambon. Ook deze fraude is ge pleegd tijdens het beheer van den vroege ren chef, die thans met verlof Is. Aneta seint uit Menado: De totale bij drage ten behoeve van de viering van het jubileum van de Minahassa bedroeg 18.423. De uitgaven, inclusief de oprichting van een gedenknaald' en een grafmonument, belie pen 7945. Het saldo, ten bedrage van 10.478, is bestemd voor de oprichting van een sanatorium voor longlijders ia de Mina hassa. NEW YORK, 12 Maart (V.D.) Kapitein Wilkins, die de Noordpool heeft overgevlo gen» is in New-York aangekomen en door den burgemeester Walker feestelijk ontvan- gep. Wilkins is voornemens het volgend jaar weer naar het Poolgebied terug te keeren, Aneta seint uit Soerabaja: Het Soer. Hbl. verneemt uit Ambon, dat een groote fraude is ontdekt bij de Moluksche Handelsvereeni- ging. Het tekort bedraagt dertig tot veer-| Een vertelling van Margaretha Windthorst Een dikke sneeuwlaag bedekte velden en wegenwit en eenzaam .lag de uitge strekte heide in de bleeke winterzon lederen dag trokken Eden en Mieling, de twee oudsten van Gutskinder, hun bont mutsen over de oorenZoo gingen ze naar school, Reeds den eersten dag, dat de Noorden wind met zün ijzigen adem over de vlakte streek, was hun klein zusje, Tulifant, ziek geworden. Zij lag met een hardnekkige koorts te bed. Heel stil, met gloeiende wan getjes, lag zü in haar kussen en slikte dap per de medieünen telkens als zü die kreeg. Uren en uren zat petemoei aan haar bedje en las haar allerlei verhaaltjes voor uit het oude sprookjesboek, of zü vertelde haar heerlüke geschiedenissen en fabeltjes, die In geen enkel boek te vinden waren, maar die zü alleen kende. Dan kwamen Eden en Mieling thuis zü brachten de frissche winterlucht mee naar binnenDie twee wisten alles te vertelleno, heerlijkVandaag was de sneeuwman klaar gekomen, dien zij onder weg gemaakt hadden. Zoo dikwijls de twee grootsten thuis uit school kwamen, hadden zü iets nieuws van den sneeuwman te vertellen. Op een keer had het eens heel zacht gesneeuwdhü was nu heelemaal versierd met sneeuwster- rende heele man glinsterde en schitter de, alsof hij van zilver waseen anderen keer was een kraai verschrikt voor hem weg gevlogen, omdat zij dacht, dat daar een echte man stond Tulifant zei: „Ik zou niet bang zün, als ik hem zag, maar hoe zou ik er naar toe kunnen gaan, nu ik ziek ben?" Petemoei zei: „Als het weer wat zachter is, zul jü ook weer gauw beter zün!" „Maar dan is hü immers weggedooid," riepen de belde grootsten en Tulifant zei: „Neen, neen, het weer mag niet zachter wor den, de sneeuwman mag niet smelten „Wat denk je," zei petemoei en staarde met haar heldere oogen over het witte landschap. „Hü kan immers niet zóó weg smelten, dat er niets meer van hem over- blüft!" De kinderen werden nieuwsgierig en gin gen naar Tulifant's bedje, waar petemoei zat te bordurengroene draden op blau wen ondergrond. „Hü smelt wel weg," zoo ging zü voort, „maar wat werkelijk geleefd heeft, dat schenkt een ademtocht uit zijn ziel aan een ander ding, om daar verder in voort te leven en nog mooier en volmaakter te wor den. BegrüP je dat?" De kinderen zwegen en dachten na. Toen kwamen de vragen los. „Leeft hü dan wer kelijk? Aan wien zal hü zich wegschenken? Wie zal zün adem overnemen? Hoe zal hü nog mooier worden?" „Ieder ding leeft werkelük," zei petemoei, „ook de koude sneeuwvlokjes daarbuiten, waaruit gü uw witten man gemaakt hebt. Alles komt immers van God. En alles wat God schenkt dat leeft, al zien wü ook niet, dat het zich beweegt. Wat de dingen onder elkander doen, is voor ons oog verborgen. Daarom weten wü ook niet, hoe zy te werk gaan, wanneer zij met een adem hun ziel wegschenken en in willekeurige andere din gen voortleven, om mooier te worden. Wü kunnen alleen maar gelooven, dat er 'n dag zal komen, waarop dit alles aan ons ge openbaard zal worden in een nieuw won der, dat wy dan aanschouwen." Toen petemoei dit gezegd had, lachte zy verheugd en neuriede een zachte melodie» die klonk als het verreheel verre zingen van de komende Lente Het was echter nog lang geen Lente. De witte man daarbuiten oefende zün strenge heerschappü uit over de heide Daar hit al die lange winterweken zoo Üzig koud bleef, mocht Tulifant nog altijd niet buiten komen. Op zekeren dag, toen de twee kinderen na school huiswaarts keerden, kwamen zij Tulifant's kamer binnengestormd Zü hadden hun mantels nog aan, brachten den kouden wind mee naar binnenen de sneeuw plakte nog aan hun schoenen o zü hadden een heerlyk planzü waren er ai aan begonnen om het uit te voeren. „J^a?nver de sneeuwman werkelyk leefde, zoodat hy, wanneer de dooi inviel, met den adem van zijn witte ziel in een ander ding overging, om daar opnieuw en schooner in verder te leven, dan zou dit wonder in den tuin geschieden. Tulifant kon er dan ook van genieten, zij kon dan zien hoe hij er nu uitzag, hoe Eden en Mieling hem gemaakt hadden Eden en Mieling hielden woord. Zü sleep ten en sleeptenHun mantels waren met sneeuwkristallen bestrooid, .wanneer zy thuiskwamen, hun handen waren üskoud. Zü warmden zich aan de kachel en waren lederen dag al blüder, want iederen dag brachten zü hun witten kameraad een stuk dichter bü huis. Morgenhoe) ver zouden zij morgen komen? O, zeker, 'tot de spoorlündaar zouden zij hem laten staan, dan konden de menschen hem zien, wanneer zij met den trein voorbü reden. „Heerlük!" riep Tulifant. De volgende dag was een Zondag, nu konden de kinderen den sneeuwman niet dragen. Het was warm In de kamer, de kachel brandde fel. Tulifant zat den heelen dag met het neusje tegen de ruiten gedrukt en tuurde en tuurdenaar buiten. Daar buiten in het witte velddaar zou hü morgen staan. „Ja, wezenlijk morgen!" „Morgen toch echt hè?" vroeg zij aan de anderen. De schemering viel zeer vroeg dezen avond want de hemel was bewolkt. De vensterluiken werden gesloten en in de kamer werd het licht ontstoken. Laat in den avond hoorde men beweging in de boomen van den tuinom het huis streek een ongedurige wind, die nog niet scheen te weten, wat hij wilde. Eén keer rukte hü zelfs aan de vensterluiken.... 's Morgens stroomde het dooiwater van het dakregen en zonneschijn wisselden elkander afin de sloot achter den tuin begon het water weer te stroomen „Dat geeft niets," zeiden Eden en Mieling tegen Tulifant, die met schrik de sneeuw zag smelten, „hij is zoo vast gebouwd, dat wü hem toch hierheen brengen!" Petemoei keek over de hoofden der kin deren heen door het venster naar buiten: „Kük eens hoe de takken van den kerse boom 'glanzen," zei ze, maar Tulifant luis terde niet naar haar. 's Middags, toen de twee oudsten hun vriend meebrachten, was er al een groot stuk van het sneeuwtapijt op de weide weggesmolten en het leek wel een groen eiland in de grauwe, modderige sneeuw. Daar zetten zy hem neer. Maar wat zag hij er uit! Het hoofd was heelemaal misvormdverschillende knoo- pen van zijn mantel waren verdwenen zün neus was weggesmoltenvan den mond was niets meer te zienalleen zün eene oog keek nog scheel naar het venster, waarvoor Tulifant stond. Den volgenden dag mocht zü buiten ko men en naar de weide gaan, waar haast heelemaal geen sneeuw meer lagde ker seboom strekte zijn takken uit, waaraan de knoppen reeds begonnen te zwellen Musschen sjielptenmeezen zongen...... zonnestralen dansten als lichte kindei- voetjes. nat ziet er heerlyk uit!" riep petemoei, ofschoon zü de tranen in Tulifant s oogjes zag Naar beide züden strekte zü de han- uit, rechts nam zü Tulifant's. luiks Eden's handje, Mieling ging tusschen hen in staan en nu maakten zü een kring om den grauwen sneeuwklomp, die het treurige overschot van hun prachtigen sneeuwman was. Zü zongen in den tuin en toen de vo gelen hun stemmen hoorden, werden zü vroolüker, sjielpten luiderde zonnevoet- jes dansten blüder in het gras.de knop pen aan den kerseboom schitterden in vol len glansstrekten zich langs hunne tak ken, als wilden zü Tulifant met hun han den vangen. Met tranen in de oogen om het verlies van den vriend had zij toch meegedanst en meegezongen. Nu echter keek zü pete moei vragend aan. Waar was de vriend nu geblevenhad hij werkelijk zijn ziel aan een ander ding gegeven, een ding dat mooier was dan hy, dan zijn sneeuw kristallen? „Je moet wachten," zei petemoei. „Je moe" ,er heelemaal niet meer aan denken, dan zie je het op zekeren dag plotseling en dan kun je het wonder aanschouwen." Zij nam de kleine bij de hand, de belde grooteren volgden haar zwügend naar binnen. Den volgenden morgen vroeg was er iets aan petemoei. Later het was omstreeks Paschen en in den namiddag van een heer- lyken dag hooiden de kinderen haar weer zingen. Zy stormden op haar toe en petemoei wees op den kerseboom, wiens knoppen zich in het warme lentezonnetje geopend hadden Een sneeuwwitte bloesem bedekte den geheelen boom, ieder bloempje schitterde als een sneeuwster, stralender en mooier dan de sterretjes in de winter sneeuw De kinderen stonden verbaasdDaar, daarhad hü zich aan weggeschonken! Daar was het wonder geschied.... Een nieuw leven was uit zyn ziel geboren! Tulifant breidde de armen uit, als wilde zij de kroon van den bloeienden kerseboom omvatten. Züfkon echter niet eens tot de onderste takken reiken., daar viel van boven een wit bloesemblaadje omlaag en raakte de kleine Tulifanten Tulifant was blü met het kleine schitterding en met den heer- lüken geur van den prachtigen lentebloesem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 7