Gemeenteraad van Bloemendaal GEMEENTERAAD VAN ZAND VOORT IERDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT VRIJDAG 15 MAART 1929 BLADZIJDE 2 De tandheelkundige hulp aan schoolkinderen Verbeteringen op Plan- Noord De kwestie van een Lunapark is van de baan Een incident tusschen den heer Fraenkel en weth. Padt 1000 garantie voor het nationaal zangconcours Geanimeerde discussie over de bewaarschool Harde woorden over een motie. De raad spreekt zijn vertrouwen uit in wethouder Padt. Donderdagavond vergaderde de raad der temeente Zandvoort onder voorzitterschap /an den burgemeester, den heer H. VAN ALPHEN. Aanwezig alle leden. De notulen, worden goedgekeurd. Ingekomen stukken Eenlge raadsbesluiten zijn door Ged. Sta ll goedgekeurd. De regenten van het Oude Mannen- en Vrouwengasthuis De heeren A. H. Tlemeyer en L. J. Rinkel lebben hun benoeming tot regent van het Oude Mannen- en Vrouwengasthuis aan- ;enomen. De hondenbelasting De afdeellng Zandvoort van de Neder- andsche Vereenlging tot Bescherming van Dieren, heeft aan den Raad verzocht een vndere regeling van de hondenbelasting in e voeren, in dier voege, dat van on- en min- 'evmog enden een belasting naar draag- iracht zal worden geheven. Het adres gaat naar B. en W, om prae- Ivles. De commissaris van poUtie B. en W. stellen den raad voor het schrij- ■en van C. Stubert, over handelingen van ien comissaris van politie tegen hem, voor lennisgeving aan te nemen. Aldus wordt besloten. De tandheelkundige hulp aan schoolkinderen B. en W. vragen den raad machtiging een choollokaal voor den schooltandarts in te icmen en goed te vinden, dat hy daarin jarticuliere practyk uitoefent. Wordt dit ;oedgevonden, dan zullen sollicitanten wor ka opgeroepen op een vergoeding van 15 >er ochtend plus reiskosten. De heer DRUIJF vindt de bepaling om rent particuliere practyk een oneeriyke oncurrentie met de gevestigde tandartsen er plaatse. De lieer TERMES vindt het voor de goede >rde in een school niet wenscheiyk, dat de iractyk in een schoollokaal wordt uitge- >efcnd. De heer GEERS vraagt, waarom een op- rep alleen geplaatst moet worden in Han- ielsblad en Telegraaf. Er zijn nog meer rroote dagbladen, zooals Maasbode, Tyd, :nz. De heer KONING merkt op, dat misschien iet lokaal van den gemeente-ontvanger wel :en goede plaats voor deuitoefening van .andarts-practyk zou zijn. (Hilariteit). De heer SLEGERS vraagt inlichtingen jmtrent de inrichting van het desbetreffend oka&l. Bovendien vindt spreker het eenigszins /eiwonderiyk, dat als de gemeente instru- nenten voor den tandarts aanschaft, deze net dezelfde instrumenten ook particuliere jractyk uitoefenen zal. Verder acht spreker een schoollokaal niet 3e meest wenscheiyke plaats voor uitoefe- ïing van de practyk van een tandarts. Ook de heer MOLENAAR oppert eenige jezwaren, Spreker vindt de toelichting by iet voorstel zeer pover. De heer FRAENKEL wyst er op, dat een schoollokaal heel goed voor uitoefening der jractyk in aanmerking kan komen. Verder ui de aanschaffing van een instrumenta- :ium niet meer dan 200 kosten. Weth. PADT zet het standpunt van B. en W. uiteen. Het college van B. en W. meende, na tanneming van het desbetreffend raads besluit, thans ook voortgang met de zaak te noden maken. Evenwel is van deskundige :yde er B. en W. op gewezen, dat het aantal sollicitanten niet groot zou zyn, indien de nogeiykheid van pariculiere practyk, uit te oefenen in een van gemeentewege beschik baar te stellen lokaal, er niet bygevoegd sou worden. Het is een nieuwe factor in de zaak en B. en W. vragen daarover nu de meening /an den Raad. Spreker bestrydt verder de meening, dat jr bezwaren zouden zyn tegen beschikbaar stelling van een schoollookaal voor tandhee- rundige hulp. Spreker doet ten slotte namens B. en W. ie toezegging, dat de advertentie van oproep ook zal worden geplaast in de Maasbode en ie Tyd. De heer DRUIJF dient een amendement n, beoogende, dat geen particuliere practyk n een van gemeentewege beschikbaar ge- iteld lokaal zal mogen worden uitgeoefend. Dit amendement wordt met 9 tegen 4 temmen aangenomen. Het Middelbaar onderwijs B. en W. stellen voor de overeenkomst, iie de gemeente Zandvoort met Haarlem ïeeft aangegaan, betreffende het toelaten /an leerlingen op inrichtingen van middel jaar en voorbereidend hooger onderwys van Haarlem, te vernieuwen en daarby met .enige bezwaren rekening te houden. Aldus wordt besloten. Het onderwijs aan achteriyke kinderen De heer J. H. L. Hendriks heeft den raad verzocht een lokaal in te richten, tot het ieven van onderwys aan achterlijke kin ieren. Daar echter het aantal kinderen, dat laarvoor in aanmerking komt, gering is en ie inrichting te hooge kosten met zich nedebrengt, stellen B. en W. den Raad voor, afwyzend op het verzoek te beschikken. De heer MOLENAAR stelt voor, dit voor- -tel alsnog aan te houden tot het plegen van nader overleg met de gemeente Haarlem, ,en einde met die gemeente tot overeenstem- ning te komen. De heer GEERS ondersteunt het voor- itel-Molenaar. Voor de instelling van een iesbetreffende school te Zandvoort, zal vooralsnog geen mogelijkheid zyn, doch B. ;n W. kunnen overleg plegen met de ge- neente Haarlem en zien of met die gemeen- e een contract is te sluiten. Na bespreking wordt het voorstel-Molenaar iangenomen. Het bouwen in eigen beheer In verband met het niet meer stellen van >orgen by aanbestedingen, heeft de Lande- yke Federatie van Bouwvakarbeiders in Vederland en de Nederlandsche Federatieve Bond van Personeel in Openbaren Dienst verzocht, bouwwerken der gemeente voort- iurend in eigen beheer uit te voeren. Daar B. en W. meenen, dat het uitvoeren van werken in eigen beheer over het alge meen meer kosten met zich medebrengt, dan aanbestedingen in het openbaar, stellen zy den raad voor op dat verzoek afwyzend te beschikken. De heer SLEGERS betuigt zyn instem ming met het voorstel van B. en W. Het voorstel van B. en W. wordt aange nomen. De verbinding met „Plan-Noord' De Woningbouwvereniging „Eendracht maakt macht", heeft verzocht om een betere verbinding met Plan-Noord met de kom der gemeente, uitbreiding van de verlichting van de Tollensstraat en de Van Lennepstraat. B. en W. stellen voor aan den Beltweg de noodige herstellingen te laten verrichten, geen wijziging te brengen in de verlichting eenig hout op de voor plantsoenen bestemde plaatsen te doen aanbrengen en de straten op Plan-Noord eenige malen per maand grondig te deen schoonmaken en zoo noodig daarvoor extra-personeel aan te nemen. Aldus wordt besloten. De kwestie van een Lunapark. De directeur van het Centraal Advies bureau in zake amusementsaangelegenheden heeft gëvraagd om een stuk grond in gebruik af te staan voor de stichting van een Luna park van 15 Juni tot en met 14 Juli 1929. In verband met het feit, dat de raad be sloten heeft in het vorig jaar om geen ter rein beschikbaar te stellen voor een Luna park, adviseeren B en W. op dit verzoek af wijzend te beschikken. De heer DRUYF bepleit de wenscheiyk- heid van een Lunapark in het belang van de gemeentefinanciën. De heer MOLENAAR verklaart om tacti sche redenen hedenavond zyn stem aan het Lunapark niet te zullen onthouden. Den heer GEERS bevreemdt de verklaring van den heer Molenaar zeer. De heer Mole naar zegt van zyn standpunt veranderd te zyn om tactische redenen, d. i. om de ge meentefinanciën. Maar vroeger verklaarde de heer Mole naar, dat hy liever 10.000 uit de gemeente kas zou missen, dan ze te krygen door mid del van een Lunapark, wat het peil van de badplaats, volgens hem, zou neerhalen. Wat spreker zelf betreft, verklaart de heer Geers zich tegen het Lunapark en straks ook tegen een Davos-baan te zullen stemmen. De heer FORRÊtt betoogt de wenscheiyk- heid van een Lunapark voor de badplaats om practisohe overwegingen. De heer SLEGERS ontkent, dat een Luna park een voordeel voor de gemeente zou zyn. In plaatsen, waar een dergeiyk Luna park was, beteekende het slechts een voor deel voor de exploitanten, maar niet voor de gemeente. Ook spreker zal tegtu het Lunapark stem men. De heer TERMES vreest, dat als een Lunapark werkelyk zooveel vermaak geeft, de badgasten daar hun geld zullen brengen en niet in de gemeente zelf. De heer ELFFERS maakt eenige opmer kingen aan het adres van den heer Mole naar inzake diens verklaring. Spreker zegt tegen het Lunapark te zullen stemmen. Weth. PADT beantwoordt de sprekers. B. en W. hebben gezien, dat de raad niet van herhalingen houdt. Daarom willen B. en W. ook nu weer de kwestie van het Lunapark niet aanbevelen Principieel heeft spreker tegen een Luna park geen bedenkingen, maar om practische redenen moet spreker thans tegen een Lunapark stemmen. De practyk der Lunaparken, speciaal dat in Nieuwer Amstel, heeft spr. tot dit stand punt gebracht. De heer FRAENKEL noemt de houding van weth. Padt een contractbreuk met de genen, die hem op den wethouderszetel hielpen, omdat overeengekomen was, dat weth Padt vóór een Lunapark zou stemmen. Weth, PADT antwoordt, dat hy zyn zetel gaarne ter dispositie van den raad wil stel- len. Het voorstel van B. en W., om afwyzend te beschikken wordt daarna met acht tegen vyf stemmen aangenomen. De kwestie van een Lunapark ls dus van de baan. Eenige raadsleden verlaten na de stem ming de zaal. Uit de hall van het raadhuis dringt het gerucht van heftige betoogen tot de raadszaal door. Na eenige minuten is de raad weer voltal lig. De verkeersverordening Een 5-tal vereenigingen heeft zich tot den raad gewend om een wijziging te brengen in de verkeersverordening. B. en W. schryven hierover aan den raad, dat by raadsbesluit van 28 Juni 1928 aan hen machtiging werd verleend verkeersvoor- schriften vast te stellen. Wil de raad dus de voorschriften weer vaststellen, dan moet eerst dat besluit ingetrokken worden. Het is echter moeiiyk vooraf te bekijken hoe de regeling gemaakt moet worden. Wordt het dit jaar weer zoo als het vorig jaar, dan is ni het geheel geen verkeersverandering noo dig. Ook is er gevraagd om het parkeeren in acht straten toe te staan. Zij verwijzen daaromtrent naar de politieverordening, waarin een verbodsbepaling is opgenomen. Mocht de raad dit willen toestaan, dan moet dat artikel gewyzigd worden. De heer GUNTERS maakt er bezwaar te gen, dat op sommige dagen de politie stil staande auto's op enkele plaatsen in de ge meente doet verwyderen, welke houding niet baseert op een artikel uit de verordening. De VOORZITTER antwoordt, dat de poli tie moet waken tegen verkeersbelemmering. Intusschen zal de bepaling omtrent het par keeren van auto's zoo soepel mogelijk wor den toegepast. Nog enkele leden voeren het woord. De voorzitter wyst op de vele moeilykheden by de uitvoering der verkeersverordening. Ten slotte vraagt de voorzitter wat de raad wenscht: dat de auto's parkeeren mo gen of niet. Een beslissing kan nog niet genomen wor den, waarom de kwestie tot de volgende vergadering wordt aangehouden. Dan zullen B. en W. met nadere gegevens komen. Het natianaal zangconcours Het Centraal Comité Zandvoort heeft aan den gemeenteraad verzocht garant te blyven voor 1090 in een eventueel te jyden verlies by het te houden zangconcours en een of meer pryzen daarvoor beschikbaar te stellen. B. en W. stellen den raad voor, niet meer garant te blijven. Mocht de raad dit toch willen, dan adviseeren zy niet hooger te gaan dan tot 500 en slechts dan wanneer minstens 40 vereenigingen aan het concours deelnemen. Verder wordt voorgesteld bij genoegzame deelname een lauwerkrans van 25 beschikbaar te stellen. De heer ELFFERS stelt voor de garantie wei te geven, maar dan er de voorwaarde aan te verbinden, dat by een eventueel voor- deelig saldo, een gedeelte daarvan in de ge meentekas zal gestort worden. De heer SLEGERS oppert bezwaren tegen het voortsel van den heer Elffers. De heer FRAENKEL adviseert de volledige garantie van 1000 te geven. De heer DRUIJF vindt het eischen van een deel der winsten woekerpractyken. Weth. PADT ontkent, dat B. en W. een klein standpunt zouden innemen. B. en W. houden zich hier alleen aan de uitspraak van den raad, die destyds besloot de garan tie te geven met de bepaling: „dezen keer voor het laatst". De houding van B. en W. is dus eenvoudig een uitvloeisel van die be paling. De heer GEERS pleit voor het geven van 1000 garantie, maar met de bepaling, dat het Centraal Comité elke afzonderlyke aan vrage aan B. en W. zal voorleggen. De raad besluit het geven van 1000 ga rantie. Vergoeding voor de byz. scholen Vastgesteld worden de vergoedingen be doeld in art. 101 der L. O. wet 1920 voor de bijzondere lagere scholen voor 1929. Boventallige leerkrachten B. en W. stellen den raad voor over 1928 voor boventallige leerkrachten uit te keeren aan het bestuur van de christeiyke school aan de Brederodestraat 1593.59 voor 1 leerkracht, van de R.K. school 2661.12 voor 2 leerkrachten en voor de Wilhelminaschool 1329.11 voor 1 leerkracht en voor de school aan de Brederodestraat voor de U. L. O.-afdeeling 1812.57 voor 1 leerkracht. Aldus besloten. De algemeene politieverordening B. en W. stellen den raad voor, de artt. 51 en 52 der algemeene politieverordening van de gemeente in te trekken en daar nieuwe artikelen voor in de plaats te stellen. Deze artikelen hebben beide betrekking op honden en regelen het vastleggen en vast houden van honden en het voorkomen dat ingezetenen hinder hebben van honden. Dit voorstel wordt aangehouden. Aankoop van een perceel B. en W. stellen voor, aan te koopen per ceel Potgieterstraat 22. De heer MOLENAAR vraagt dit punt in besloten vergadering te behandelen Aldus wordt besloten. Suppletoire begrooting, dienst 1928 B. en W. bieden den raad ter vaststel ling aan een concept opgemaakte suppletoire begrooting .dienst 1928. Wordt vastgesteld. Leermiddelen en banken voor de bewaarschool B. en W. stellen voor, hun een crediet te verleenen voor aankoop van leermiddelen en vernieuwing of aankoop van banken voor de bewaarschool. De heer DRUIJF vraagt, of het niet beter is een geheele nieuwe bewaarschool te stich ten, daar het huidige gebouw spot met alle bepalingen omtrent hygiëne. De heer MOLENAAR stelt voor, het tweede deel van het voorstel van B. en W. aan te houden en B. en W. vit te noodigen ten spoedigste te komen met vorostelen tot den bouw van een nieuwe bewaarschool. De heer SLEGERS stelt voor, de zaak aan te houden en een commissie te benoemen van onderwys en sociale zaken ter nader onderzoek. De heer FORRER vindt het commissoriaal maken niet noodig. Laat men spykers met koppen slaan en B. en W. opdragen ten spoedigste met voorstellen te komen tot den bouw van een nieuwe bewaarschool. De heer GEERS onderschrijft het voor stel van den heer Siegers. De raad ziet met belangstelling uit naar de algeheele reorga nisatie van het Lager Onderwijs en spr. vindt het beter op deze plannen te wachten, opdat men thans met geen lapmiddelen zou gaan werken. Weth. PADT antwoordt, dat hy niet be grijpt, wat de raadsleden bedoelen met: „algeheele reorganisatie van het Lager On derwijs". Spr. weet niet welke voorstellen hy dan dienaangaande zou moeten indienen. Verder begrijpt spr. niet, waarom men de aanvragen van leermiddelen en van banken wil splitsen. Dat de bestaande school met alle bepalin gen omtrent hygiëne spot, was al lang be kend. Dit is thans niets nieuws. De kwestie van nieuwbouw is door B. en W. besproken en het besluit was, dat het misschien wel beter was daarmede tot de nieuwe begroo ting te wachten, omdat dezen winter voor de gemeente reeds alles is tegengevallen en de gemeente reeds groote bedragen heeft moeten uitgeven. Laat men nu eerst de gevraagde leermid delen en banken toestaan. Dan kan men later spreken over eventueelen nieuwbouw. De heer DRUIJF dient een motie in, waarin de raad B. en W. verzoekt, te komen met voorstellen tot den bouw van een nieu we bewaarschool. Weth. PADT maakt bezwaar tegen de terminologie van de motie. De plannen be staan reeds by B. en W. En als nu deze motie wordt aangenomen is het alsof de raad zegt: B. en W., komen jelui nu eens eindelijk met plannen. Zooiets vindt spr. geen houding en hij protesteert daartegen. Verschillende leden voeren het woord over de motie. De heer ELFFERS vindt de motie „on behoorlijk". Weth. PADT legt er den nadruk op, dat de motie bedoelt B. en W. in de schoenen te schuiven, dat zy de zaak van het voorbe reidend lager onderwys saboteeren. De heele kwestie komt neer op eenige maanden uitstel. De motie houdt in een wantrouwen tegen B. en W„ meent spr. De heer DRUIJF trekt zyn motie in, nu de kwestie van animositeit is gesteld. Het voorstel van B. en W. wordt daarna aangenomen. School C. B. en W. vragen een crediet voor veran dering der privaten van school C. Dit crediet wordt verleend. Een motie van vertrouwen jegens wethouder Padt De heer KONING stelt de volgende motie voor: „De raad, gehoord de verklaring van wet houder Padt, dat hy zyn zetel ter beschik king stelt, spreekt zyn vertrouwen uit in wet houder Padt en gaat over tot de orde van den dag." Weth. PADT verklaart, dat het allerminst zyn bedoeling is geweest deze njotie uit te lokken. Maar spr. erkent het feit, dat hy zit krachtens besluit van een raadsmeerder- heid. Een der punten van overeenkomst was het Lunapark. Nu is spr. van standpunt ten opzichte daarvan veranderd en als hem contractbreuk wordt verweten, dan wil spr. den raad doen verstaan, dat hij geen minuut langer wil blyven zitten als wethouder, wanneer hij hier niet zit als vertegenwoordiger van een raads- meerderheid. De heer DRUYF zegt, dat de uiting van den heer Fraenkel niets anders bedoelde dan schending van een overeenkomst, zonder verdere consequenties. Het heengaan van den heer Padt als wethouder, noemt spr. slechts een geste zonder verdere waarde. De heer SLEGERS zegt, wel een vyand te zijn van deze motie, maar zich van een uitspraak in deze thans te moeten onthou den. De heer GEERS meent ook zich te moeten onthouden van een uitspraak en hy hoopt, dat weth. Padt dit beschouwen zal, niet als een onvriendeiykheld, maar als een nood- zakelykheid. Daarna komt de motie in stemming. Deze wordt aangenomen met zeven stem men. Vyf leden hadden de vergadering ver laten, n.l. de heeren Geers, Siegers, Fraenkel, Molenaar en Druyf. Wethouder Padt bleef buiten stemming. Weth. PADT verklaart deze motie te wil len aanvaarden en daarom terug te willen komen op zyn straks gesproken woorden, zoodat hy zyn wethouderszetel zal blyven bekleeden. De overige agenda punten worden aange houden tot de volgende vergadering. De rondvraag levert geen byzondere be sprekingen op. Daarna wordt de openbare vergadering gesloten en gaat de raad over In besloten zitting. De besprekingen, die B. en W. van Bloe mendaal met den vorigen eigenaar van het (terrein aan den Bloemendaalschen Weg, den heer Smidt van Gelder, hebben ge voerd, hebben er toe geleid, dat deze zich bereid verklaarde de gemeente van de be- bepalingen te ontheffen. Het zal dus niet meer noodzakelijk zijn, dat op bedoeld terrein een raadhuis wordt gebouwd. Echter was de voorwaarde ge steld, dat op het terrein niet zal komen een school of een koffiehuis. Overigens zal het gemeentebestuur vry zijn in de beschik king over dezen grond. Een bouwverbod zou gelegd worden op het terras, gelegen ach ter het landgoed Belvédère. Ook heeft de heer Smidt van Gelder het verzoek gedaan de Brouwerskolk te mogen huren. B. en W. adviseeren tot verhuur over te gaan, onder voorwaarde, dat in den win ter, als de kolk bevroren zal zijn, de ys- baan voor het publiek opengesteld zal wor den. Het terrein zal openblijven voor vrye wandeling voor het publiek. Het raadslid Bomwater stelde voor, by de Kroon in beroep te gaan van het be sluit van Ged. Staten, waarby niet goed gekeurd is het raadsbesluit tot aankoop van grond aan den Zeeweg voor den bouw van een raadhuis aldaar. Ter behandeling van deze voorstellen kwam gis termiddag de voltallige gemeenteraad van Bloemendaal bijeen. De VOORZITTER deelt mede, dat de erf dienstbaarheid niet ten eeuwigen dage zal gelden, zooals voorgesteld is, maar voor 100 jaren. B. en W. stellen die wijziging nu voor. De beide WETHOUDERS deelen mede, dat zij van die wyziging niets afweten. De VOORZITTER: „Nu ja, maar ik weet er toch van Het is zoo!" De heer DORHOUT MEES zal tpgen het voorstel tot opheffing van het' servituut stemmen, omdat die opheffing niet in de lUn ÜSt van hen, die tegenstanders van den raadhuisbouw aan den Zeeweg zyn. Men gaat tegenover die opheffing twee nieuwe servituten aan. Men gaat die aan voor ïoo jaar en men gaat terrein uit han den géven, dat voor andere doeleinden met zooveel enthousiasme is aangekocht. Daaren boven krygt men A H.A. grond terug en geeft 2 H.A. daarvoor weg. Als men nu eerst het servituut opheft, de nieuwe aanvaardt en daarna behandelt het voorstel, in beroep te gaai* bij de Kroon is het mogelijk, dat de raad met dit laatste niet accoord gaat of als de Kroon het be roep vernietigt, dan zitten we met de nieu we servituten, welke niet zoo bezwaarlijk zijn. Daarom stelt spr. voor, eerst het voor stel te behandelen, in beroep te gaan by de Kroon: later kan men dan de servituten- kwestie bespreken. De heer SCHULZ zou dezen gang van zaken niet den juisten achten. Men moet de twee aanhangige zaken niet van elkan der afhankelijk maken. Afgezien van de vraag, of men in beroep moet gaan by de Kroon, meent spr., dat men van het ser vituut af moet komen en daarom moet deze kwestie eerst behandeld worden, wyi hei' in beroep gaan by de Kroon juist afhangt van c'e opheffing van het servituut. De heer HOGENBIRK zou ook nieïï beide zaken niet elkander willen verbinden. Het voorstel Dorhout Mees zou zyn hct paard achter den wagen spannen Doordat de ge meente Haarlem onteigening aangevraagd heeft, is de raadhuisbouw in een eenigszins ander stadium gekomen. Het voorste]-Dorhout Mees wordt verwor pen mei' 8—7 stemmen. Besproken wordt dus het voorstel tot op heffing van het servituut. De heer BORNWATER acht aanneming van het voorstel wel noodzakelijk. Daardoor krygt de gemeente de beschikking over het terrein aan den Bloemendaalscheweg. En men geeft terug een servituut voor leis, dat men allen voorstaat, n.l. een ongerept bewaren van een ongerept stukje natuur schoon. Men voorkomt dan, dat schennen- de handen aan dit natuurschoon komen. Spr. kan niet begrypen, dat er iemand zou zijn, die dezen ruil niet zou willen aan vaarden. Aanvaarding van het voorstel zou in het belang der gemeente zyn. Men mag den heer Smidt van Gelder Wel dankbaar zijn voor diens coulante tegemoetkoming aan de gemeente. De heer DE WAAL MALEFIJT acht door het nieuwe servituut het behoud van het natuurschoon niet gedekt, want als er bijv. later een weg aangelegd moet worden, be hoeft men maar naar den heer Smidt van Gelder tce te gaan. Ook wordt wel beweerd, dat men deze kwestie van den raadhuisbouw gescheiden wil houden, maar dat is niet zoo, want vol gens het voorstel wil men boomen planten op het terrein aan den Bloemendaalsche weg en dan kan er zeker geen raadhuis ge bouwd worden. De heer SCHULZ brengt ook hulde aan den heer Smidt van Gelder, voor diens coulante houding. Als men beweert, dat men waardevolle objecten uit handen geeft, moet men ook nagaan, wat men er voor terugkrijgt Het servituut brengt juist, wat de gemeente al- tyd voorgestaan heeft, n.l. behoud van het terrein in zyn tegenwoordigen vorm. Als de bouw van het raadhuis aan den Bloemendaalscheweg niet' mogelijk is door het planten van een ry boomen, is dia plaats voor raadhuisbouw meteen veroor deeld. Als de meerderheid en minderheid van den raad willen komen tot raadhuisbouw op een andere plaats, moet het servituut op den grond aan den Bloemendaalscheweg op geheven worden. Ged. Staten toch zullen elk raadsbesluit tot raadhuisbouw op een ander terrein dan aan den Bloemendaal scheweg afwijzen, zoolang niet het servituut op het terrein aan laatstgenoemden weg opgeheven is. De heer DE WAAL MALEFIJT gaat na, dat door uit handen geven van de kolk «en bedrag van 12.000 uit handen gegeven wordt. Men gaat terrein voor 1 per jaar verhuren en aan de rest mag men niets meer doen. Men zou er zelfs geen boompje weghalen. De heer Smidt van Gelder daar- ente.gsrs alles doen. Hy mag den vijver laten dichtgroeien of laten vervui len; hy mag het terrein met een groote haag omheinen. Daarom kan de gemeente zelf niet den styver benutten, door er een vlsohvijver van te maken byv. of door er zwanen te gaan hou den, waardoor er een attractie ln de ge meente komt. DE VOORZITTER merkt op, dat heli planten van een haag enz., geregeld wordt in het contract. Bij nadere besprekingen blijkt echter, dat de voorzitter zich vergist. De heer DORHOUT MESS is van oor deel, dat de gemeente absoluut aan het kortste eind trekt. De heer BORNWATER merkt op, dat het terrein aan de kolk niet 150.000, maar 105.000 kost. De heer Van der Vliet heeft voorts niets van zich laten hooren, zoodat men daar niet op kan wachten. Wethouder Daan acht het door den heer De Waal Malefyt gesprokene zeer belang rijk. Als de heer Van der Vliet mee wil wer ken tot verbreeding van den Korten Zyl- weg, zou spr. dit zeer toejuichen. De kosten zouden 70.000 bedragen, doch zouden door een andere regeling 20.000 30.000 be dragen. Dan zou men de servituten op de achtergronden veel te duur koopen. Laat men niet te haastig zyn, met de servituut kwestie. Spr. heeft geen bezwaar, het ge vraagde servituut aan den heer Smidt van Gelder te geven, maar nu moet eerst onder zocht r/orden, of het den heer Van der Vliet ernst is mot wat de heer De Waai Male- fljt gezegd heett. De gronden aan den Kor ten Zylweg heeft men zeker noodig. Door demping van de sloot en vergraving kan men de kosten drukken, maar dan moet men de medewerking van den heer Van der Vliet hebben. Spr. geeft daarom liever het servituut aan den heer Van der Vliet, omdat dit een voordeel voor de gemeente is. De raadhuisbouw wacht nu al 25 jaar en kan nu nog wel een paar jaar wachten. Wethouder VAN NEDERHASSELT acht het billijk, dat eenzelfde aanbod, als nu ge daan is aan den heer Smidt van Gelder ge schied is, gedaan wordt aan den heer Van der Vliet. Uit particuliere gesprekken met den heer Drayer en den Jongen heer Van der Vliet is gebleken, dat de heer Van der Vliet nu wel anders tegenover de zaak staat De heer NOORMAN begrijpt niet, waarom nu juist de verbreeding van den Korten Z'ijlweg ter sprake moet komen als argument tegen het aanhangige voorstel. Spr. acht die verbreeding van den Korten Zijlweg niet ter zake dienende. De heer LUDEN spreekt ook waardeering uit over de houding van den heer Smidt van Gelder. De heer Van der Vliet is niet ln het land en zou men met hem gaan onderhandelen dan laat men den termijn van in beroep gaan by de Kroon vervallen. Als men dit listiglijk voorstaat, laat men dat dan eeriyk zeggen. Vindt men onderhandelingen met den heer Van der Vliet nu wel fatsoenlijk tegen over den heer Smidt .van Gelder? Dat acht spr. niet zoo: Iemand, die zoo iets doet, laat spr. zijn deur voortaan voorbijgaan. Wethouder LAAN merkt op, dat wanneer de overeenkomst aangegaan wordt met den heer Smidt van Gelder, het vast loopt met den Korten Zijlweg. En als de Kroon het beriep vernietigt, dan hebben wy niets. Dóe grond heeft een waarde van 70.000, zegt men, maar de waarde is 20.000. En dat kan de Kroon wel eens overwegen. Dan is men heelemaal in het nadeel. De heer HOGENBIRK acht overleg om trent den raadhuisbouw op een andere plaats uitgesloten, zoolang loet servituut op het ter rein aan den Bloemendaalscheweg niet op geheven is. Die opheffing is dus allereerst noodig. Kan het servituut nu niet opgeheven wor den onder voorwaarde, dat de Kroon het raadsbesluit alsnog goedkeurt? De heer PRINSENBERG wijst er op, dat ook onderhandeld is met den heer Van der Vliet. En deze kan het nu wel kwaiyk ne men, dat wij onderhandelingen geopend hebben met den heer Smidt van Gelder. Of ficieel is nog wel niets geregeld, maar de onderhandelingen met den heer Van der Vliet zyn nog gaande Er is een bepaald voorstel aan hem gedaan. Nu èr nog geen antwoord is. is het ook duidelijk, dat dit voorstel nog niet afgewezen is door den heer Van der Vliet. Spr. kan zich beprijpen, dat men tracht het servituut opgeheven te krygen wil men ten minste eenige kans hebben op successen by de Kroon. Waarom ls men vroeger niet eerst gekomen met opheffing van het servi tuut? Overigens voelt spr. er niets voor, de ge meente zich nieuwe lasten op den hals te laten halen, door het opleggen van nieuwe servituten en daarom wil hy daaraan niet medewerken, zonder te weten, waaraan de gemeente zich kan houden. De heer SCHULZ kan zich niet begry pen, waarom men eerst nu plotseling komt met het argument van verbreeding van den Korten Zylweg. Beter had men gedaan, een uittreksel van de notulen van het be sprokene met den heer Van der Vliet over te leggen. Nu heeft het veel weg van een overrompeling. De heer HOGENBIRK gaat na, dat in een officieuze vergadering uitgemaakt is, dat het raadhuis niet „in den kuil" gebouwd moest worden Wethouder LAAN merkt op, dat men de tegenstanders van raadhuisbouw verwyt, dat zij de zaak willen saboteeren, maar dan kan hy den anderen wel verwyten, dat zy tort et travers de zaak willen doordry- ven. Het laat spr. koud, waar het raadhuis komt, al was het in Zandvoort. Hier gaat het echter over het opleggeft van servituten Als de Kroon het besluit van Ged, Staten goedkeurt en het is waar wat de heeren Prinsenberg en De Waal Malefyt gezegd hebben, waaraan spr. niet twyfelt, (den bur gemeester kunnen de besprekingen door het hoofd gegaan zijn, hetgeen spra hem niet kwalyk neemt) dan hebben we niets. De VOORZITER leest de notulen voor van de vergadering van de Commissie van Publieke Werken met den gemachtigde van den heer Gérard van der Vliet on 12 Novem ber 1.1-, waarin voorgesteld wirdt, een goed- kooper plan tot verbetering vm den Korten Zylweg te doen uitvoeren, vaarbjj noodig is de medewerking van den beer Gérard v. d. Vliet. De heer LUDEN verwyt B. en W. en de Commissie voor Publieke Weiken, dat zy de Commissie die met den heer Smidt van Gelder moest onderhandelen, nfet voldoende ingelicht hebben en hen nu vjor „malle Pieten" laten staan. De heer PRINSENBERG wijst dit verwyt terug. Niet geweten kon worden dat men een erfdienstbaarheid wilde leggen op de Kolk. Een voorstel-Laan, de besprekingen over het punt aan te houden, wordt verworpen met 87 stemmen. De heer HOGENBIRK zou in het besluit willen opgenomen zien. dat het iervitüut slechts opgeheven wordt, als de Krjon het besluit van Ged. Staten vernietigt. De heer SCHULZ zou het servituut ln alle geval opgeheven willen zien, hoe ook de beslissing van de Kroon luidt. Anders wordt uitgemaakt, dat het raadhuis alleen dé&r gebouwd kan worden. Het voorstel tot opheffing van het servi tuut wordt aangenomen met 87 stemmen. Voor de heeren Hogenbirk, Laden, Bornwater, Kremer, De Clercq, Cassée, Schylz en Noorman. Tegen de heeren NuUens, Verdegaal, Prin senberg, De Waal Malefyt, Dorhout Mees, Laan en Van Nederhasseit. Overgegaan wordt nu tot behandeling van het voorstel-Bornwater cón ifi beroep te gaan by de Kroon van het besluit van Ged. Staten, waarby vernietigd is het raadsbe sluit tot aankoop van grond aan den Zeeweg voor den bouw van een raadhuis. De VOORZITTER: „De heer Luden mag nu niet meestemmen." De vergadering wordt geschorst „voor da thee." Na heropening der vergadering deelt do heer BORNWATER mede, dat het prestige van den raad medebrengt, in beroep te gaan by de Kroon, Mr. Theijse, de raadsman der gemeente, heeft opgemeikt, dat de argumen tatie van Ged. Staten zwak is. Spr. gelooft dat men wel succes kan hebben bij de Kroon. Spr. hoopt, dat een tegenstander van het genomen besluit ln beroep zal willen gaan. Dat zal bydragen tot het terugbrengen van den vrede. Anders blijft er toch maar een stemming van verdeeldheid in den raad. Ook de heer HOGENBIRK spreekt in den zelfden geest. De heer PRINSENBERG wil gaarne mede werken aan een compromis. Maar nu wil men een der tegenstanders van het raadsbe sluit „om" hebben. Het zou van spr. echter toch onlogisch zyn, als hy voor het in be roep gaan stemde. De VOORZITTER: „Als u de eenigste is, die tegen stemt, is het niet erg." De heer SCHULZ vraagt of niet een van de .tegenstanders van den bouw aan den Zee weg niet medestemt, om aldus niet gebruik te maken van een toevallige omstandigheid, dat de heer Luden niet mede mag stemmen. Spreker zou toch de beslissing van de Kroon willen hooren daar hy meent, dat het besluit van Ged. Staten de autonomie der gemeente heeft aangetast. Wethouder VAN NEDERHASSELT merkt op, dat gebruik gemaakt is van een toeval lige omstandigheid, om het raadsbesluit tot bouw aan den Zeeweg er door te krygen. De heer DE WAAL MALEFIJT onder schrijft dit ten volle. De VOORZITTER acht ook de autono mie der genlvnte aangetast door het besluit van Ged. Staten. Verder wijst hij er op, dat men op het doode punt is by de stemming, doofdat do wet verbiedt aan den heer Luden mede te stemmen, omdat deze belanghebbende is. Zoo komt men niet tot elkaar. De minder heid geeft niet toe, de meerderheid zal het ook niet doen. De heer LUDEN heeft by de terreinen geen enkel persoonlyk belang. Zijn medewerking is slechts geweest, zich te onthouden van het stellen van een nega tieve daad, door te voorkomen, dat grond niet aangeboden werd. Spr. acht het twijfelachtig, of hy niet mee mag stemmen, maar om allen schijn te ver- myden en uit deferentie tegenover den raad aal hy zich van stemming onthouden. De heer KREMER wyst er op, dat de on derhandelingen met de Erven van der Vliet vroeger niet gemakkelijk waren, tegenwoor dig wel, doordat er een lid dier familie in den raad is. Spr. vindt het niet Juist, dat men nu tegenover het mooie cadeau van de Erven v. d. Vliet staat. De heer Smidt van Gelder is heel coulant geweest en wat is er weer haast gebeurd? Gelukkig is de ruil met 1 stem meerderheid aangegaan. Maar den weg, welken men dreigt te gaan, acht spr. zeer gevaariyk en daar tegen waarschuwt hy. De heer NUIJENS acht het, na al het geen gebeurd is, moeilijk gevergd van een der tegenstanders van den bouw aan den Zeeweg, nu voor het beroep te stemmen, om dat daarachter zit het bouwen van het raad huis aan den Zeeweg. Wethouder VAN NEDERHASSELT wijst er op, dat alle raadsleden, ook de tegenstandera, zeer waardeeren de houding der familie Van der Vliet, maar dit neemt niet weg, dat men toch tegen den bouw aan den Zeeweg kan zyn. De VOORZITTER zal nu het voorstel in stemming brengen, daar niemand meer het woord vraagt. Hy aarzelt echter merkbaar, tot ten slotte weer de heer LUDEN het woord vraagt. Deze is het er mee eens, dat als de koop van den grond aan den Zeeweg door gaat, daaraan ook verbonden is de bouw van het raadhuis aldaar. Kan men nu niet hedenmiddag besluiten, ook daar het raad huis niet te bouwen? Dan kan het beroep doorgaan. De heer HOGENBIRK meent, dat indien da Kroon het besluit van Ged. Staten ver nietigt, daarmede nog niet beslist is, dat het raadhuis aan den Zeeweg moet komen. Spr. en de zijnen staan er niet op, dat het raad huis daar moet komen. De heer DORHOUT MEES wUst er op, dat de grond gekocht is onder conditie, dat daar het raadhuis gebouwd wordt. De VOORZITTER meent, dat later B. en W. met de uitvoering van het raadsbesluit nog bii den raad kunnen komen. De raad gaat dan in geheime vergadering. Na heropening der vergadering komt in stemming het voorstel-Bornwater. Dit voorstel wordt aangenomen met 7—8 stemmen. De heer Luden stemt niet mede, terwyi de heer Laan als tegenstander van den bouw aan den Zeeweg zich verwyderd heeft. De heer KREMER brengt hulde aan de minderheid van den raad, die nu medege werkt heeft tot het nemen van dit besluit De VOORZITTER huldigt de commissie, die de verschillende oonderhandelingen ge voerd heeft, waarna de vergadering gesloten wordt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 14