Gemeenteraad van Bloemendaal
GEMEENTERAAD VAN ZAND VOORT
IERDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
VRIJDAG 15 MAART 1929
BLADZIJDE 2
De tandheelkundige hulp aan schoolkinderen Verbeteringen op Plan-
Noord De kwestie van een Lunapark is van de baan Een incident
tusschen den heer Fraenkel en weth. Padt 1000 garantie voor het
nationaal zangconcours Geanimeerde discussie over de bewaarschool
Harde woorden over een motie.
De raad spreekt zijn vertrouwen uit in wethouder Padt.
Donderdagavond vergaderde de raad der
temeente Zandvoort onder voorzitterschap
/an den burgemeester, den heer H. VAN
ALPHEN.
Aanwezig alle leden.
De notulen, worden goedgekeurd.
Ingekomen stukken
Eenlge raadsbesluiten zijn door Ged. Sta
ll goedgekeurd.
De regenten van het Oude
Mannen- en Vrouwengasthuis
De heeren A. H. Tlemeyer en L. J. Rinkel
lebben hun benoeming tot regent van het
Oude Mannen- en Vrouwengasthuis aan-
;enomen.
De hondenbelasting
De afdeellng Zandvoort van de Neder-
andsche Vereenlging tot Bescherming van
Dieren, heeft aan den Raad verzocht een
vndere regeling van de hondenbelasting in
e voeren, in dier voege, dat van on- en min-
'evmog enden een belasting naar draag-
iracht zal worden geheven.
Het adres gaat naar B. en W, om prae-
Ivles.
De commissaris van poUtie
B. en W. stellen den raad voor het schrij-
■en van C. Stubert, over handelingen van
ien comissaris van politie tegen hem, voor
lennisgeving aan te nemen.
Aldus wordt besloten.
De tandheelkundige hulp aan
schoolkinderen
B. en W. vragen den raad machtiging een
choollokaal voor den schooltandarts in te
icmen en goed te vinden, dat hy daarin
jarticuliere practyk uitoefent. Wordt dit
;oedgevonden, dan zullen sollicitanten wor
ka opgeroepen op een vergoeding van 15
>er ochtend plus reiskosten.
De heer DRUIJF vindt de bepaling om
rent particuliere practyk een oneeriyke
oncurrentie met de gevestigde tandartsen
er plaatse.
De lieer TERMES vindt het voor de goede
>rde in een school niet wenscheiyk, dat de
iractyk in een schoollokaal wordt uitge-
>efcnd.
De heer GEERS vraagt, waarom een op-
rep alleen geplaatst moet worden in Han-
ielsblad en Telegraaf. Er zijn nog meer
rroote dagbladen, zooals Maasbode, Tyd,
:nz.
De heer KONING merkt op, dat misschien
iet lokaal van den gemeente-ontvanger wel
:en goede plaats voor deuitoefening van
.andarts-practyk zou zijn. (Hilariteit).
De heer SLEGERS vraagt inlichtingen
jmtrent de inrichting van het desbetreffend
oka&l.
Bovendien vindt spreker het eenigszins
/eiwonderiyk, dat als de gemeente instru-
nenten voor den tandarts aanschaft, deze
net dezelfde instrumenten ook particuliere
jractyk uitoefenen zal.
Verder acht spreker een schoollokaal niet
3e meest wenscheiyke plaats voor uitoefe-
ïing van de practyk van een tandarts.
Ook de heer MOLENAAR oppert eenige
jezwaren, Spreker vindt de toelichting by
iet voorstel zeer pover.
De heer FRAENKEL wyst er op, dat een
schoollokaal heel goed voor uitoefening der
jractyk in aanmerking kan komen. Verder
ui de aanschaffing van een instrumenta-
:ium niet meer dan 200 kosten.
Weth. PADT zet het standpunt van B. en
W. uiteen.
Het college van B. en W. meende, na
tanneming van het desbetreffend raads
besluit, thans ook voortgang met de zaak te
noden maken. Evenwel is van deskundige
:yde er B. en W. op gewezen, dat het aantal
sollicitanten niet groot zou zyn, indien de
nogeiykheid van pariculiere practyk, uit te
oefenen in een van gemeentewege beschik
baar te stellen lokaal, er niet bygevoegd
sou worden.
Het is een nieuwe factor in de zaak en
B. en W. vragen daarover nu de meening
/an den Raad.
Spreker bestrydt verder de meening, dat
jr bezwaren zouden zyn tegen beschikbaar
stelling van een schoollookaal voor tandhee-
rundige hulp.
Spreker doet ten slotte namens B. en W.
ie toezegging, dat de advertentie van oproep
ook zal worden geplaast in de Maasbode en
ie Tyd.
De heer DRUIJF dient een amendement
n, beoogende, dat geen particuliere practyk
n een van gemeentewege beschikbaar ge-
iteld lokaal zal mogen worden uitgeoefend.
Dit amendement wordt met 9 tegen 4
temmen aangenomen.
Het Middelbaar onderwijs
B. en W. stellen voor de overeenkomst,
iie de gemeente Zandvoort met Haarlem
ïeeft aangegaan, betreffende het toelaten
/an leerlingen op inrichtingen van middel
jaar en voorbereidend hooger onderwys van
Haarlem, te vernieuwen en daarby met
.enige bezwaren rekening te houden.
Aldus wordt besloten.
Het onderwijs aan achteriyke
kinderen
De heer J. H. L. Hendriks heeft den raad
verzocht een lokaal in te richten, tot het
ieven van onderwys aan achterlijke kin
ieren.
Daar echter het aantal kinderen, dat
laarvoor in aanmerking komt, gering is en
ie inrichting te hooge kosten met zich
nedebrengt, stellen B. en W. den Raad voor,
afwyzend op het verzoek te beschikken.
De heer MOLENAAR stelt voor, dit voor-
-tel alsnog aan te houden tot het plegen van
nader overleg met de gemeente Haarlem,
,en einde met die gemeente tot overeenstem-
ning te komen.
De heer GEERS ondersteunt het voor-
itel-Molenaar. Voor de instelling van een
iesbetreffende school te Zandvoort, zal
vooralsnog geen mogelijkheid zyn, doch B.
;n W. kunnen overleg plegen met de ge-
neente Haarlem en zien of met die gemeen-
e een contract is te sluiten.
Na bespreking wordt het voorstel-Molenaar
iangenomen.
Het bouwen in eigen beheer
In verband met het niet meer stellen van
>orgen by aanbestedingen, heeft de Lande-
yke Federatie van Bouwvakarbeiders in
Vederland en de Nederlandsche Federatieve
Bond van Personeel in Openbaren Dienst
verzocht, bouwwerken der gemeente voort-
iurend in eigen beheer uit te voeren.
Daar B. en W. meenen, dat het uitvoeren
van werken in eigen beheer over het alge
meen meer kosten met zich medebrengt,
dan aanbestedingen in het openbaar, stellen
zy den raad voor op dat verzoek afwyzend
te beschikken.
De heer SLEGERS betuigt zyn instem
ming met het voorstel van B. en W.
Het voorstel van B. en W. wordt aange
nomen.
De verbinding met „Plan-Noord'
De Woningbouwvereniging „Eendracht
maakt macht", heeft verzocht om een betere
verbinding met Plan-Noord met de kom der
gemeente, uitbreiding van de verlichting van
de Tollensstraat en de Van Lennepstraat.
B. en W. stellen voor aan den Beltweg de
noodige herstellingen te laten verrichten,
geen wijziging te brengen in de verlichting
eenig hout op de voor plantsoenen bestemde
plaatsen te doen aanbrengen en de straten
op Plan-Noord eenige malen per maand
grondig te deen schoonmaken en zoo noodig
daarvoor extra-personeel aan te nemen.
Aldus wordt besloten.
De kwestie van een Lunapark.
De directeur van het Centraal Advies
bureau in zake amusementsaangelegenheden
heeft gëvraagd om een stuk grond in gebruik
af te staan voor de stichting van een Luna
park van 15 Juni tot en met 14 Juli 1929.
In verband met het feit, dat de raad be
sloten heeft in het vorig jaar om geen ter
rein beschikbaar te stellen voor een Luna
park, adviseeren B en W. op dit verzoek af
wijzend te beschikken.
De heer DRUYF bepleit de wenscheiyk-
heid van een Lunapark in het belang van
de gemeentefinanciën.
De heer MOLENAAR verklaart om tacti
sche redenen hedenavond zyn stem aan het
Lunapark niet te zullen onthouden.
Den heer GEERS bevreemdt de verklaring
van den heer Molenaar zeer. De heer Mole
naar zegt van zyn standpunt veranderd te
zyn om tactische redenen, d. i. om de ge
meentefinanciën.
Maar vroeger verklaarde de heer Mole
naar, dat hy liever 10.000 uit de gemeente
kas zou missen, dan ze te krygen door mid
del van een Lunapark, wat het peil van de
badplaats, volgens hem, zou neerhalen.
Wat spreker zelf betreft, verklaart de heer
Geers zich tegen het Lunapark en straks ook
tegen een Davos-baan te zullen stemmen.
De heer FORRÊtt betoogt de wenscheiyk-
heid van een Lunapark voor de badplaats
om practisohe overwegingen.
De heer SLEGERS ontkent, dat een Luna
park een voordeel voor de gemeente zou
zyn. In plaatsen, waar een dergeiyk Luna
park was, beteekende het slechts een voor
deel voor de exploitanten, maar niet voor de
gemeente.
Ook spreker zal tegtu het Lunapark stem
men.
De heer TERMES vreest, dat als een
Lunapark werkelyk zooveel vermaak geeft,
de badgasten daar hun geld zullen brengen
en niet in de gemeente zelf.
De heer ELFFERS maakt eenige opmer
kingen aan het adres van den heer Mole
naar inzake diens verklaring.
Spreker zegt tegen het Lunapark te zullen
stemmen.
Weth. PADT beantwoordt de sprekers.
B. en W. hebben gezien, dat de raad niet
van herhalingen houdt. Daarom willen B.
en W. ook nu weer de kwestie van het
Lunapark niet aanbevelen
Principieel heeft spreker tegen een Luna
park geen bedenkingen, maar om practische
redenen moet spreker thans tegen een
Lunapark stemmen.
De practyk der Lunaparken, speciaal dat
in Nieuwer Amstel, heeft spr. tot dit stand
punt gebracht.
De heer FRAENKEL noemt de houding
van weth. Padt een contractbreuk met de
genen, die hem op den wethouderszetel
hielpen, omdat overeengekomen was, dat
weth Padt vóór een Lunapark zou stemmen.
Weth, PADT antwoordt, dat hy zyn zetel
gaarne ter dispositie van den raad wil stel-
len.
Het voorstel van B. en W., om afwyzend
te beschikken wordt daarna met acht tegen
vyf stemmen aangenomen.
De kwestie van een Lunapark ls dus van
de baan.
Eenige raadsleden verlaten na de stem
ming de zaal. Uit de hall van het raadhuis
dringt het gerucht van heftige betoogen tot
de raadszaal door.
Na eenige minuten is de raad weer voltal
lig.
De verkeersverordening
Een 5-tal vereenigingen heeft zich tot den
raad gewend om een wijziging te brengen in
de verkeersverordening.
B. en W. schryven hierover aan den raad,
dat by raadsbesluit van 28 Juni 1928 aan
hen machtiging werd verleend verkeersvoor-
schriften vast te stellen. Wil de raad dus de
voorschriften weer vaststellen, dan moet
eerst dat besluit ingetrokken worden. Het is
echter moeiiyk vooraf te bekijken hoe de
regeling gemaakt moet worden. Wordt het
dit jaar weer zoo als het vorig jaar, dan is
ni het geheel geen verkeersverandering noo
dig. Ook is er gevraagd om het parkeeren
in acht straten toe te staan. Zij verwijzen
daaromtrent naar de politieverordening,
waarin een verbodsbepaling is opgenomen.
Mocht de raad dit willen toestaan, dan moet
dat artikel gewyzigd worden.
De heer GUNTERS maakt er bezwaar te
gen, dat op sommige dagen de politie stil
staande auto's op enkele plaatsen in de ge
meente doet verwyderen, welke houding niet
baseert op een artikel uit de verordening.
De VOORZITTER antwoordt, dat de poli
tie moet waken tegen verkeersbelemmering.
Intusschen zal de bepaling omtrent het par
keeren van auto's zoo soepel mogelijk wor
den toegepast.
Nog enkele leden voeren het woord.
De voorzitter wyst op de vele moeilykheden
by de uitvoering der verkeersverordening.
Ten slotte vraagt de voorzitter wat de
raad wenscht: dat de auto's parkeeren mo
gen of niet.
Een beslissing kan nog niet genomen wor
den, waarom de kwestie tot de volgende
vergadering wordt aangehouden.
Dan zullen B. en W. met nadere gegevens
komen.
Het natianaal zangconcours
Het Centraal Comité Zandvoort heeft aan
den gemeenteraad verzocht garant te blyven
voor 1090 in een eventueel te jyden verlies
by het te houden zangconcours en een of
meer pryzen daarvoor beschikbaar te stellen.
B. en W. stellen den raad voor, niet meer
garant te blijven. Mocht de raad dit toch
willen, dan adviseeren zy niet hooger te
gaan dan tot 500 en slechts dan wanneer
minstens 40 vereenigingen aan het concours
deelnemen. Verder wordt voorgesteld bij
genoegzame deelname een lauwerkrans van
25 beschikbaar te stellen.
De heer ELFFERS stelt voor de garantie
wei te geven, maar dan er de voorwaarde
aan te verbinden, dat by een eventueel voor-
deelig saldo, een gedeelte daarvan in de ge
meentekas zal gestort worden.
De heer SLEGERS oppert bezwaren tegen
het voortsel van den heer Elffers.
De heer FRAENKEL adviseert de volledige
garantie van 1000 te geven.
De heer DRUIJF vindt het eischen van
een deel der winsten woekerpractyken.
Weth. PADT ontkent, dat B. en W. een
klein standpunt zouden innemen. B. en W.
houden zich hier alleen aan de uitspraak
van den raad, die destyds besloot de garan
tie te geven met de bepaling: „dezen keer
voor het laatst". De houding van B. en W.
is dus eenvoudig een uitvloeisel van die be
paling.
De heer GEERS pleit voor het geven van
1000 garantie, maar met de bepaling, dat
het Centraal Comité elke afzonderlyke aan
vrage aan B. en W. zal voorleggen.
De raad besluit het geven van 1000 ga
rantie.
Vergoeding voor de byz. scholen
Vastgesteld worden de vergoedingen be
doeld in art. 101 der L. O. wet 1920 voor
de bijzondere lagere scholen voor 1929.
Boventallige leerkrachten
B. en W. stellen den raad voor over 1928
voor boventallige leerkrachten uit te keeren
aan het bestuur van de christeiyke school
aan de Brederodestraat 1593.59 voor 1
leerkracht, van de R.K. school 2661.12 voor
2 leerkrachten en voor de Wilhelminaschool
1329.11 voor 1 leerkracht en voor de
school aan de Brederodestraat voor de U.
L. O.-afdeeling 1812.57 voor 1 leerkracht.
Aldus besloten.
De algemeene politieverordening
B. en W. stellen den raad voor, de artt.
51 en 52 der algemeene politieverordening
van de gemeente in te trekken en daar
nieuwe artikelen voor in de plaats te stellen.
Deze artikelen hebben beide betrekking op
honden en regelen het vastleggen en vast
houden van honden en het voorkomen dat
ingezetenen hinder hebben van honden.
Dit voorstel wordt aangehouden.
Aankoop van een perceel
B. en W. stellen voor, aan te koopen per
ceel Potgieterstraat 22.
De heer MOLENAAR vraagt dit punt in
besloten vergadering te behandelen
Aldus wordt besloten.
Suppletoire begrooting, dienst 1928
B. en W. bieden den raad ter vaststel
ling aan een concept opgemaakte suppletoire
begrooting .dienst 1928.
Wordt vastgesteld.
Leermiddelen en banken voor
de bewaarschool
B. en W. stellen voor, hun een crediet te
verleenen voor aankoop van leermiddelen en
vernieuwing of aankoop van banken voor de
bewaarschool.
De heer DRUIJF vraagt, of het niet beter
is een geheele nieuwe bewaarschool te stich
ten, daar het huidige gebouw spot met alle
bepalingen omtrent hygiëne.
De heer MOLENAAR stelt voor, het tweede
deel van het voorstel van B. en W. aan te
houden en B. en W. vit te noodigen ten
spoedigste te komen met vorostelen tot den
bouw van een nieuwe bewaarschool.
De heer SLEGERS stelt voor, de zaak aan
te houden en een commissie te benoemen
van onderwys en sociale zaken ter nader
onderzoek.
De heer FORRER vindt het commissoriaal
maken niet noodig. Laat men spykers met
koppen slaan en B. en W. opdragen ten
spoedigste met voorstellen te komen tot den
bouw van een nieuwe bewaarschool.
De heer GEERS onderschrijft het voor
stel van den heer Siegers. De raad ziet met
belangstelling uit naar de algeheele reorga
nisatie van het Lager Onderwijs en spr.
vindt het beter op deze plannen te wachten,
opdat men thans met geen lapmiddelen zou
gaan werken.
Weth. PADT antwoordt, dat hy niet be
grijpt, wat de raadsleden bedoelen met:
„algeheele reorganisatie van het Lager On
derwijs". Spr. weet niet welke voorstellen hy
dan dienaangaande zou moeten indienen.
Verder begrijpt spr. niet, waarom men de
aanvragen van leermiddelen en van banken
wil splitsen.
Dat de bestaande school met alle bepalin
gen omtrent hygiëne spot, was al lang be
kend. Dit is thans niets nieuws. De kwestie
van nieuwbouw is door B. en W. besproken
en het besluit was, dat het misschien wel
beter was daarmede tot de nieuwe begroo
ting te wachten, omdat dezen winter voor
de gemeente reeds alles is tegengevallen en
de gemeente reeds groote bedragen heeft
moeten uitgeven.
Laat men nu eerst de gevraagde leermid
delen en banken toestaan. Dan kan men
later spreken over eventueelen nieuwbouw.
De heer DRUIJF dient een motie in,
waarin de raad B. en W. verzoekt, te komen
met voorstellen tot den bouw van een nieu
we bewaarschool.
Weth. PADT maakt bezwaar tegen de
terminologie van de motie. De plannen be
staan reeds by B. en W. En als nu deze
motie wordt aangenomen is het alsof de
raad zegt: B. en W., komen jelui nu eens
eindelijk met plannen. Zooiets vindt spr.
geen houding en hij protesteert daartegen.
Verschillende leden voeren het woord over
de motie.
De heer ELFFERS vindt de motie „on
behoorlijk".
Weth. PADT legt er den nadruk op, dat
de motie bedoelt B. en W. in de schoenen
te schuiven, dat zy de zaak van het voorbe
reidend lager onderwys saboteeren.
De heele kwestie komt neer op eenige
maanden uitstel.
De motie houdt in een wantrouwen tegen
B. en W„ meent spr.
De heer DRUIJF trekt zyn motie in, nu
de kwestie van animositeit is gesteld.
Het voorstel van B. en W. wordt daarna
aangenomen.
School C.
B. en W. vragen een crediet voor veran
dering der privaten van school C.
Dit crediet wordt verleend.
Een motie van vertrouwen jegens
wethouder Padt
De heer KONING stelt de volgende motie
voor:
„De raad, gehoord de verklaring van wet
houder Padt, dat hy zyn zetel ter beschik
king stelt, spreekt zyn vertrouwen uit in wet
houder Padt en gaat over tot de orde van
den dag."
Weth. PADT verklaart, dat het allerminst
zyn bedoeling is geweest deze njotie uit te
lokken. Maar spr. erkent het feit, dat hy
zit krachtens besluit van een raadsmeerder-
heid. Een der punten van overeenkomst
was het Lunapark.
Nu is spr. van standpunt ten opzichte
daarvan veranderd en als hem contractbreuk
wordt verweten, dan wil spr. den raad doen
verstaan, dat hij geen minuut langer wil
blyven zitten als wethouder, wanneer hij hier
niet zit als vertegenwoordiger van een raads-
meerderheid.
De heer DRUYF zegt, dat de uiting van
den heer Fraenkel niets anders bedoelde
dan schending van een overeenkomst, zonder
verdere consequenties. Het heengaan van den
heer Padt als wethouder, noemt spr. slechts
een geste zonder verdere waarde.
De heer SLEGERS zegt, wel een vyand
te zijn van deze motie, maar zich van een
uitspraak in deze thans te moeten onthou
den.
De heer GEERS meent ook zich te moeten
onthouden van een uitspraak en hy hoopt,
dat weth. Padt dit beschouwen zal, niet
als een onvriendeiykheld, maar als een nood-
zakelykheid.
Daarna komt de motie in stemming.
Deze wordt aangenomen met zeven stem
men. Vyf leden hadden de vergadering ver
laten, n.l. de heeren Geers, Siegers, Fraenkel,
Molenaar en Druyf. Wethouder Padt bleef
buiten stemming.
Weth. PADT verklaart deze motie te wil
len aanvaarden en daarom terug te willen
komen op zyn straks gesproken woorden,
zoodat hy zyn wethouderszetel zal blyven
bekleeden.
De overige agenda punten worden aange
houden tot de volgende vergadering.
De rondvraag levert geen byzondere be
sprekingen op.
Daarna wordt de openbare vergadering
gesloten en gaat de raad over In besloten
zitting.
De besprekingen, die B. en W. van Bloe
mendaal met den vorigen eigenaar van het
(terrein aan den Bloemendaalschen Weg,
den heer Smidt van Gelder, hebben ge
voerd, hebben er toe geleid, dat deze zich
bereid verklaarde de gemeente van de be-
bepalingen te ontheffen.
Het zal dus niet meer noodzakelijk zijn,
dat op bedoeld terrein een raadhuis wordt
gebouwd. Echter was de voorwaarde ge
steld, dat op het terrein niet zal komen
een school of een koffiehuis. Overigens zal
het gemeentebestuur vry zijn in de beschik
king over dezen grond. Een bouwverbod zou
gelegd worden op het terras, gelegen ach
ter het landgoed Belvédère.
Ook heeft de heer Smidt van Gelder het
verzoek gedaan de Brouwerskolk te mogen
huren. B. en W. adviseeren tot verhuur over
te gaan, onder voorwaarde, dat in den win
ter, als de kolk bevroren zal zijn, de ys-
baan voor het publiek opengesteld zal wor
den.
Het terrein zal openblijven voor vrye
wandeling voor het publiek.
Het raadslid Bomwater stelde voor, by
de Kroon in beroep te gaan van het be
sluit van Ged. Staten, waarby niet goed
gekeurd is het raadsbesluit tot aankoop van
grond aan den Zeeweg voor den bouw van
een raadhuis aldaar.
Ter behandeling van deze voorstellen kwam
gis termiddag de voltallige gemeenteraad van
Bloemendaal bijeen.
De VOORZITTER deelt mede, dat de erf
dienstbaarheid niet ten eeuwigen dage zal
gelden, zooals voorgesteld is, maar voor 100
jaren. B. en W. stellen die wijziging nu
voor.
De beide WETHOUDERS deelen mede, dat
zij van die wyziging niets afweten.
De VOORZITTER: „Nu ja, maar ik weet
er toch van Het is zoo!"
De heer DORHOUT MEES zal tpgen het
voorstel tot opheffing van het' servituut
stemmen, omdat die opheffing niet in de lUn
ÜSt van hen, die tegenstanders van den
raadhuisbouw aan den Zeeweg zyn.
Men gaat tegenover die opheffing twee
nieuwe servituten aan. Men gaat die aan
voor ïoo jaar en men gaat terrein uit han
den géven, dat voor andere doeleinden met
zooveel enthousiasme is aangekocht. Daaren
boven krygt men A H.A. grond terug en
geeft 2 H.A. daarvoor weg.
Als men nu eerst het servituut opheft,
de nieuwe aanvaardt en daarna behandelt
het voorstel, in beroep te gaai* bij de Kroon
is het mogelijk, dat de raad met dit laatste
niet accoord gaat of als de Kroon het be
roep vernietigt, dan zitten we met de nieu
we servituten, welke niet zoo bezwaarlijk
zijn. Daarom stelt spr. voor, eerst het voor
stel te behandelen, in beroep te gaan by de
Kroon: later kan men dan de servituten-
kwestie bespreken.
De heer SCHULZ zou dezen gang van
zaken niet den juisten achten. Men moet
de twee aanhangige zaken niet van elkan
der afhankelijk maken. Afgezien van de
vraag, of men in beroep moet gaan by de
Kroon, meent spr., dat men van het ser
vituut af moet komen en daarom moet deze
kwestie eerst behandeld worden, wyi hei'
in beroep gaan by de Kroon juist afhangt
van c'e opheffing van het servituut.
De heer HOGENBIRK zou ook nieïï beide
zaken niet elkander willen verbinden. Het
voorstel Dorhout Mees zou zyn hct paard
achter den wagen spannen Doordat de ge
meente Haarlem onteigening aangevraagd
heeft, is de raadhuisbouw in een eenigszins
ander stadium gekomen.
Het voorste]-Dorhout Mees wordt verwor
pen mei' 8—7 stemmen.
Besproken wordt dus het voorstel tot op
heffing van het servituut.
De heer BORNWATER acht aanneming
van het voorstel wel noodzakelijk. Daardoor
krygt de gemeente de beschikking over het
terrein aan den Bloemendaalscheweg. En
men geeft terug een servituut voor leis,
dat men allen voorstaat, n.l. een ongerept
bewaren van een ongerept stukje natuur
schoon. Men voorkomt dan, dat schennen-
de handen aan dit natuurschoon komen.
Spr. kan niet begrypen, dat er iemand zou
zijn, die dezen ruil niet zou willen aan
vaarden. Aanvaarding van het voorstel zou
in het belang der gemeente zyn. Men mag
den heer Smidt van Gelder Wel dankbaar
zijn voor diens coulante tegemoetkoming
aan de gemeente.
De heer DE WAAL MALEFIJT acht door
het nieuwe servituut het behoud van het
natuurschoon niet gedekt, want als er bijv.
later een weg aangelegd moet worden, be
hoeft men maar naar den heer Smidt van
Gelder tce te gaan.
Ook wordt wel beweerd, dat men deze
kwestie van den raadhuisbouw gescheiden
wil houden, maar dat is niet zoo, want vol
gens het voorstel wil men boomen planten
op het terrein aan den Bloemendaalsche
weg en dan kan er zeker geen raadhuis ge
bouwd worden.
De heer SCHULZ brengt ook hulde aan
den heer Smidt van Gelder, voor diens
coulante houding.
Als men beweert, dat men waardevolle
objecten uit handen geeft, moet men ook
nagaan, wat men er voor terugkrijgt Het
servituut brengt juist, wat de gemeente al-
tyd voorgestaan heeft, n.l. behoud van het
terrein in zyn tegenwoordigen vorm.
Als de bouw van het raadhuis aan den
Bloemendaalscheweg niet' mogelijk is door
het planten van een ry boomen, is dia
plaats voor raadhuisbouw meteen veroor
deeld.
Als de meerderheid en minderheid van
den raad willen komen tot raadhuisbouw op
een andere plaats, moet het servituut op
den grond aan den Bloemendaalscheweg op
geheven worden. Ged. Staten toch zullen
elk raadsbesluit tot raadhuisbouw op een
ander terrein dan aan den Bloemendaal
scheweg afwijzen, zoolang niet het servituut
op het terrein aan laatstgenoemden weg
opgeheven is.
De heer DE WAAL MALEFIJT gaat na,
dat door uit handen geven van de kolk «en
bedrag van 12.000 uit handen gegeven
wordt. Men gaat terrein voor 1 per jaar
verhuren en aan de rest mag men niets
meer doen. Men zou er zelfs geen boompje
weghalen. De heer Smidt van Gelder daar-
ente.gsrs alles doen. Hy mag den
vijver laten dichtgroeien of laten vervui
len; hy mag het terrein met een groote
haag omheinen.
Daarom kan de gemeente zelf niet den styver
benutten, door er een vlsohvijver van te
maken byv. of door er zwanen te gaan hou
den, waardoor er een attractie ln de ge
meente komt.
DE VOORZITTER merkt op, dat heli
planten van een haag enz., geregeld wordt
in het contract.
Bij nadere besprekingen blijkt echter, dat
de voorzitter zich vergist.
De heer DORHOUT MESS is van oor
deel, dat de gemeente absoluut aan het
kortste eind trekt.
De heer BORNWATER merkt op, dat het
terrein aan de kolk niet 150.000, maar
105.000 kost. De heer Van der Vliet heeft
voorts niets van zich laten hooren, zoodat
men daar niet op kan wachten.
Wethouder Daan acht het door den heer
De Waal Malefyt gesprokene zeer belang
rijk. Als de heer Van der Vliet mee wil wer
ken tot verbreeding van den Korten Zyl-
weg, zou spr. dit zeer toejuichen. De kosten
zouden 70.000 bedragen, doch zouden door
een andere regeling 20.000 30.000 be
dragen. Dan zou men de servituten op de
achtergronden veel te duur koopen. Laat
men niet te haastig zyn, met de servituut
kwestie. Spr. heeft geen bezwaar, het ge
vraagde servituut aan den heer Smidt van
Gelder te geven, maar nu moet eerst onder
zocht r/orden, of het den heer Van der Vliet
ernst is mot wat de heer De Waai Male-
fljt gezegd heett. De gronden aan den Kor
ten Zylweg heeft men zeker noodig.
Door demping van de sloot en vergraving
kan men de kosten drukken, maar dan moet
men de medewerking van den heer Van der
Vliet hebben. Spr. geeft daarom liever het
servituut aan den heer Van der Vliet, omdat
dit een voordeel voor de gemeente is. De
raadhuisbouw wacht nu al 25 jaar en kan
nu nog wel een paar jaar wachten.
Wethouder VAN NEDERHASSELT acht
het billijk, dat eenzelfde aanbod, als nu ge
daan is aan den heer Smidt van Gelder ge
schied is, gedaan wordt aan den heer Van
der Vliet. Uit particuliere gesprekken met
den heer Drayer en den Jongen heer Van
der Vliet is gebleken, dat de heer Van der
Vliet nu wel anders tegenover de zaak staat
De heer NOORMAN begrijpt niet, waarom
nu juist de verbreeding van den Korten
Z'ijlweg ter sprake moet komen als argument
tegen het aanhangige voorstel. Spr. acht die
verbreeding van den Korten Zijlweg niet ter
zake dienende.
De heer LUDEN spreekt ook waardeering
uit over de houding van den heer Smidt van
Gelder.
De heer Van der Vliet is niet ln het land
en zou men met hem gaan onderhandelen
dan laat men den termijn van in beroep
gaan by de Kroon vervallen. Als men dit
listiglijk voorstaat, laat men dat dan eeriyk
zeggen.
Vindt men onderhandelingen met den
heer Van der Vliet nu wel fatsoenlijk tegen
over den heer Smidt .van Gelder? Dat acht
spr. niet zoo: Iemand, die zoo iets doet, laat
spr. zijn deur voortaan voorbijgaan.
Wethouder LAAN merkt op, dat wanneer
de overeenkomst aangegaan wordt met den
heer Smidt van Gelder, het vast loopt met
den Korten Zijlweg. En als de Kroon het
beriep vernietigt, dan hebben wy niets. Dóe
grond heeft een waarde van 70.000, zegt
men, maar de waarde is 20.000. En dat kan
de Kroon wel eens overwegen. Dan is men
heelemaal in het nadeel.
De heer HOGENBIRK acht overleg om
trent den raadhuisbouw op een andere plaats
uitgesloten, zoolang loet servituut op het ter
rein aan den Bloemendaalscheweg niet op
geheven is. Die opheffing is dus allereerst
noodig.
Kan het servituut nu niet opgeheven wor
den onder voorwaarde, dat de Kroon het
raadsbesluit alsnog goedkeurt?
De heer PRINSENBERG wijst er op, dat
ook onderhandeld is met den heer Van der
Vliet. En deze kan het nu wel kwaiyk ne
men, dat wij onderhandelingen geopend
hebben met den heer Smidt van Gelder. Of
ficieel is nog wel niets geregeld, maar de
onderhandelingen met den heer Van der
Vliet zyn nog gaande Er is een bepaald
voorstel aan hem gedaan. Nu èr nog geen
antwoord is. is het ook duidelijk, dat dit
voorstel nog niet afgewezen is door den
heer Van der Vliet.
Spr. kan zich beprijpen, dat men tracht
het servituut opgeheven te krygen wil men
ten minste eenige kans hebben op successen
by de Kroon. Waarom ls men vroeger niet
eerst gekomen met opheffing van het servi
tuut?
Overigens voelt spr. er niets voor, de ge
meente zich nieuwe lasten op den hals te
laten halen, door het opleggen van nieuwe
servituten en daarom wil hy daaraan niet
medewerken, zonder te weten, waaraan de
gemeente zich kan houden.
De heer SCHULZ kan zich niet begry
pen, waarom men eerst nu plotseling komt
met het argument van verbreeding van den
Korten Zylweg. Beter had men gedaan,
een uittreksel van de notulen van het be
sprokene met den heer Van der Vliet over
te leggen. Nu heeft het veel weg van een
overrompeling.
De heer HOGENBIRK gaat na, dat in een
officieuze vergadering uitgemaakt is, dat
het raadhuis niet „in den kuil" gebouwd
moest worden
Wethouder LAAN merkt op, dat men de
tegenstanders van raadhuisbouw verwyt,
dat zij de zaak willen saboteeren, maar dan
kan hy den anderen wel verwyten, dat zy
tort et travers de zaak willen doordry-
ven.
Het laat spr. koud, waar het raadhuis
komt, al was het in Zandvoort. Hier gaat
het echter over het opleggeft van servituten
Als de Kroon het besluit van Ged, Staten
goedkeurt en het is waar wat de heeren
Prinsenberg en De Waal Malefyt gezegd
hebben, waaraan spr. niet twyfelt, (den bur
gemeester kunnen de besprekingen door het
hoofd gegaan zijn, hetgeen spra hem niet
kwalyk neemt) dan hebben we niets.
De VOORZITER leest de notulen voor
van de vergadering van de Commissie van
Publieke Werken met den gemachtigde van
den heer Gérard van der Vliet on 12 Novem
ber 1.1-, waarin voorgesteld wirdt, een goed-
kooper plan tot verbetering vm den Korten
Zylweg te doen uitvoeren, vaarbjj noodig
is de medewerking van den beer Gérard v.
d. Vliet.
De heer LUDEN verwyt B. en W. en de
Commissie voor Publieke Weiken, dat zy
de Commissie die met den heer Smidt van
Gelder moest onderhandelen, nfet voldoende
ingelicht hebben en hen nu vjor „malle
Pieten" laten staan.
De heer PRINSENBERG wijst dit verwyt
terug. Niet geweten kon worden dat men
een erfdienstbaarheid wilde leggen op de
Kolk.
Een voorstel-Laan, de besprekingen over
het punt aan te houden, wordt verworpen
met 87 stemmen.
De heer HOGENBIRK zou in het besluit
willen opgenomen zien. dat het iervitüut
slechts opgeheven wordt, als de Krjon het
besluit van Ged. Staten vernietigt.
De heer SCHULZ zou het servituut ln
alle geval opgeheven willen zien, hoe ook
de beslissing van de Kroon luidt. Anders
wordt uitgemaakt, dat het raadhuis alleen
dé&r gebouwd kan worden.
Het voorstel tot opheffing van het servi
tuut wordt aangenomen met 87 stemmen.
Voor de heeren Hogenbirk, Laden,
Bornwater, Kremer, De Clercq, Cassée,
Schylz en Noorman.
Tegen de heeren NuUens, Verdegaal, Prin
senberg, De Waal Malefyt, Dorhout Mees,
Laan en Van Nederhasseit.
Overgegaan wordt nu tot behandeling van
het voorstel-Bornwater cón ifi beroep te
gaan by de Kroon van het besluit van Ged.
Staten, waarby vernietigd is het raadsbe
sluit tot aankoop van grond aan den Zeeweg
voor den bouw van een raadhuis.
De VOORZITTER: „De heer Luden mag
nu niet meestemmen."
De vergadering wordt geschorst „voor da
thee."
Na heropening der vergadering deelt do
heer BORNWATER mede, dat het prestige
van den raad medebrengt, in beroep te gaan
by de Kroon, Mr. Theijse, de raadsman der
gemeente, heeft opgemeikt, dat de argumen
tatie van Ged. Staten zwak is. Spr. gelooft
dat men wel succes kan hebben bij de
Kroon.
Spr. hoopt, dat een tegenstander van het
genomen besluit ln beroep zal willen gaan.
Dat zal bydragen tot het terugbrengen van
den vrede. Anders blijft er toch maar een
stemming van verdeeldheid in den raad.
Ook de heer HOGENBIRK spreekt in den
zelfden geest.
De heer PRINSENBERG wil gaarne mede
werken aan een compromis. Maar nu wil
men een der tegenstanders van het raadsbe
sluit „om" hebben. Het zou van spr. echter
toch onlogisch zyn, als hy voor het in be
roep gaan stemde.
De VOORZITTER: „Als u de eenigste is,
die tegen stemt, is het niet erg."
De heer SCHULZ vraagt of niet een van
de .tegenstanders van den bouw aan den Zee
weg niet medestemt, om aldus niet gebruik
te maken van een toevallige omstandigheid,
dat de heer Luden niet mede mag stemmen.
Spreker zou toch de beslissing van de Kroon
willen hooren daar hy meent, dat het besluit
van Ged. Staten de autonomie der gemeente
heeft aangetast.
Wethouder VAN NEDERHASSELT merkt
op, dat gebruik gemaakt is van een toeval
lige omstandigheid, om het raadsbesluit tot
bouw aan den Zeeweg er door te krygen.
De heer DE WAAL MALEFIJT onder
schrijft dit ten volle.
De VOORZITTER acht ook de autono
mie der genlvnte aangetast door het besluit
van Ged. Staten.
Verder wijst hij er op, dat men op het
doode punt is by de stemming, doofdat do
wet verbiedt aan den heer Luden mede te
stemmen, omdat deze belanghebbende is.
Zoo komt men niet tot elkaar. De minder
heid geeft niet toe, de meerderheid zal het
ook niet doen.
De heer LUDEN heeft by de terreinen
geen enkel persoonlyk belang.
Zijn medewerking is slechts geweest, zich
te onthouden van het stellen van een nega
tieve daad, door te voorkomen, dat grond
niet aangeboden werd.
Spr. acht het twijfelachtig, of hy niet mee
mag stemmen, maar om allen schijn te ver-
myden en uit deferentie tegenover den raad
aal hy zich van stemming onthouden.
De heer KREMER wyst er op, dat de on
derhandelingen met de Erven van der Vliet
vroeger niet gemakkelijk waren, tegenwoor
dig wel, doordat er een lid dier familie in
den raad is.
Spr. vindt het niet Juist, dat men nu
tegenover het mooie cadeau van de Erven
v. d. Vliet staat.
De heer Smidt van Gelder is heel coulant
geweest en wat is er weer haast gebeurd?
Gelukkig is de ruil met 1 stem meerderheid
aangegaan. Maar den weg, welken men dreigt
te gaan, acht spr. zeer gevaariyk en daar
tegen waarschuwt hy.
De heer NUIJENS acht het, na al het
geen gebeurd is, moeilijk gevergd van een
der tegenstanders van den bouw aan den
Zeeweg, nu voor het beroep te stemmen, om
dat daarachter zit het bouwen van het raad
huis aan den Zeeweg.
Wethouder VAN NEDERHASSELT wijst er
op, dat alle raadsleden, ook de tegenstandera,
zeer waardeeren de houding der familie
Van der Vliet, maar dit neemt niet weg, dat
men toch tegen den bouw aan den Zeeweg
kan zyn.
De VOORZITTER zal nu het voorstel in
stemming brengen, daar niemand meer het
woord vraagt. Hy aarzelt echter merkbaar,
tot ten slotte weer de heer LUDEN het woord
vraagt. Deze is het er mee eens, dat als de
koop van den grond aan den Zeeweg door
gaat, daaraan ook verbonden is de bouw
van het raadhuis aldaar. Kan men nu niet
hedenmiddag besluiten, ook daar het raad
huis niet te bouwen? Dan kan het beroep
doorgaan.
De heer HOGENBIRK meent, dat indien
da Kroon het besluit van Ged. Staten ver
nietigt, daarmede nog niet beslist is, dat het
raadhuis aan den Zeeweg moet komen. Spr.
en de zijnen staan er niet op, dat het raad
huis daar moet komen.
De heer DORHOUT MEES wUst er op, dat
de grond gekocht is onder conditie, dat daar
het raadhuis gebouwd wordt.
De VOORZITTER meent, dat later B. en
W. met de uitvoering van het raadsbesluit
nog bii den raad kunnen komen.
De raad gaat dan in geheime vergadering.
Na heropening der vergadering komt in
stemming het voorstel-Bornwater.
Dit voorstel wordt aangenomen met 7—8
stemmen.
De heer Luden stemt niet mede, terwyi de
heer Laan als tegenstander van den bouw
aan den Zeeweg zich verwyderd heeft.
De heer KREMER brengt hulde aan de
minderheid van den raad, die nu medege
werkt heeft tot het nemen van dit besluit
De VOORZITTER huldigt de commissie,
die de verschillende oonderhandelingen ge
voerd heeft, waarna de vergadering gesloten
wordt.