Binnenlandsch Nieuws Gemengd Nieuws DE GESTIGMATISEERDE VAN KONNERSREUTH Schoonmaak MOETEN WIJ NAAR EEN ALGEMEEN PROGRAMMA TWEEDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT DONDERDAG 25 APRIL 1929 BLADZIJDE 2 Staten-Generaal Eerste Kamer Tweede Kamer De reis van H.M. de Koningin naar Zwitserland Hoog bezoek De gezant der Ver. Staten De Tweede Kamer-verkie zingen Na de Utrechtschepublicatie Een noodlanding op Texel De mail MEDEDEELINGEN IN EEN BELANGWEKKEND PROCES „Konnersreuth kan men medisch niet verklaren" Een déraillement tusschen Lochem en Deventer De Schuttevaer te Rotterdam Een karige buit Overreden en gedood Paard en wagen te water Een cartonnagefabriek te Oosterbeek-Laag, afgebrand Nog goed afgeloopen Doodelij'k ongeval nabij Hilvarenbeek LANDBOUW EN VISSCHERIJ Het invoerrecht op vleesch De begrooting der Staatsmijnen In de vergadering der Eerste Kamer werd gisteren de behandeling van de begrooting der Staatsmijnen voor 1929 voortgezet. MINISTER VAN DER VEGTE, zyn gis teren afgebroken rede vervolgend, meent, dat het gebeurde ten aanzien van de ramp in de mijn „Hendrik" geen aanleiding geeft om op grond daarvan vertegenwoordigers van de mijnarbeiders-organisaties in den Mynraad op te nemen. Men zou dan ook de directies daarin vertegenwoordigd moeten zien, doch dan zou de Mijnraad een dou blure van de Contactcommissie worden. Iets anders is de vraag of het niet wenschelijk is, dat iemand van de richting van den heer Lindeyer, die spr. de betreffende vragen stelde, In den Mijnraad wordt opgenomen. Spr. is bereid, die vraag in overweging te nemen. Wat het onderzoek inzake ongevallen be treft, dit geschiedt steeds naar alle rich tingen en het schijnt niet noodlg, daarin ook de vakbonden te betrekken. Na re- en dupliek wordt de begrooting der Staatsmijnen goedgekeurd. Het wetsontwerp inzake onteigening van perceelen in diverse gemeenten in Zuid- Limburg ten behoeve van het Juliana- kanaal wordt z. h. s. aangenomen. Het Keilogg-pact Vervolgens Is aan de orde het wetsont werp houdende goedkeuring van het voor behoud tot toetreding tot het verdrag van Parijs van 27 Aug. 1928 tot uitbanning van den oorlog (Kellogg-pact). Op de gereserveerde tribune bevindt zich o.m. de Amerikaansche gezant, de heer Tobin. De heer ANEMA (A.R.) uit de aanvanke lijk bij hem bestaande vrees, dat de Minis ter van Buitenlandsche Zaken in diens rustige sfeer op het Plein den wereldvrede was vergeten, omdat de minister J.l. Vrij dagmiddag niet aanwezig was, toen dit ontwerp hier aan de ijifde was gekomen. Intusschen verheugde spr; <»ch in het voor uitzicht. dat hij, spreken^tlan toch Dins dagmiddag dadelijk aan het woord kon komen, doch nu bleek het ontwerp geheel achteraan op de agenda geplaatst te zijn nog achter een onteigeningsontwerp. Spr. kan. niet gelooven, dat de voorzitter, gene raal van Voorst tot Voorst zulks uit vrees voor den wereldvrede heeft gedaan. Intus schen nu het dan toch aan de orde is ge komen, wil spr. wel zeggen, dat hij het tractaat beschouwt als een professoren- tractaat. Hij wil volstrekt niet zeggen, dat het daarom niet goed zou zijn, doch hij aarzelt niet, het een juridisch monstertje te noemen, met uitbanning van den oorlog, bestempeling van den oorlog tot misdaad of stelling daarvan buiten het recht heeft het tractaat, dat na aanvankelijken tegenstand van Amerika thans toch door de V. S. is aanvaard, niets te maken. Het is een non-agressie-overeenkomst, die alleen zegt, dat men over geschillen geen oo zal voeren. Het recht van zelfverweer eener natie wordt door het Kellogg-pact niet uitgescha keld. Spr. schetst verder de gerechtelijke waarde van het tractaat. Het tractaat legt een enorme verantwoor delijkheid op de schouders der staten. Teekenlng ervan is het hangen van een Aeolus-harp In den boom der volkerenge meenschap. Op grond daarvan zal spr zijn stem aan dit ontwerp niet onthouden. De heer VERKOUTEREN (C. H.) oppert oezwaren tegen het Kellogg-pact. Een lichtpunt ziet spr. in de houding van Amerika, ten opzichte waarvan spr. groot vertrouwen voor den wereldvrede koestert. Het Angel-Saksische ras heeft den wereld vrede in handen. Hoewel de oorlog evenmin uitgebannen kan worden als ziekte, onweer en schuldeischers, wil spr. zijn §tem om bo vengenoemde redenen aan het ontwerp niet onthouden. De heer VAN DEN BERGH (V.B.) brengt namens den leider der fractie, die door on gesteldheid verhinderd is, dank aan hen, die het Kellog-pact, dat aanvankelijk alleen als verdrag tusschen Amerika en Frankrijk was bedoeld, hebben uitgebreid; in het bijzonder zijn we dank verschuldigd aan Kellog en Briand. Spr. beschouwt het verdrag als een be langrijken stap op weg naar den wereldvrede. De Minister van Buitenlandsche Zaken, de heer BEELAERTS VAN BLOKLAND, constateert, dat er weinig verdragen zijn, waarover in de parlementen der verschillen de landen zóóveel gesproken is als het z.g. Kellog-pact. Moeilijk is het, omtrent dit ver drag nog iets nieuws te vertellen; voor spr. te moeilijker, nu hij in de schriftelijke stuk ken van de beide Kamers zoowel als in de vergadering der Tweede Kamer, daarover zijn meening reeds heeft verkondigd. Spr. heeft met genoegen de beschouwingen van de sprekers in deze Kamer aangehoord en hij kan er zich grootendeels bij aansluiten. Dat hij gelijk de heer Verkouteren wel wenscht bepaalde oorlogen zou willen behouden, kan spr. voor zich niet zeggen. Spr. erkent, dat het Kellogg-pact den oorlog niet absoluut uitschakelt. Het moet echer een voorrecht worden geacht, tot dit verdrag te kunnen toetreden, om de voordeelen die het belooft te geven. Eenige opoffering vraagt het van ons land niet. De heer WIBAUT (S.D.A.P.) juicht toe, dat het 'n algemeen non-agressie-verdrag is, waaraan derhalve de nadeelen ontbreken, welke een non-agressie-verdrag tusschen be paalde staten heeft voor andere mogendheden. Daarna wordt het wetsontwerp zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd en de ver gadering tot 7 Mei a.s. verdaagd. De flnancleele verhouding tusschen Rijk en gemeenten In de vergadering der Tweede Kamer werd gisteren voortgezet de behandeling van het ontwens, regelende de financleele verhouding tusschen Rijk en gemeenten. De heer KAMPSCHöER (R. K.) zegt zich vrijwel geheel te kunnen aansluiten bij het betoog van den heer Van Vuuren. Natuur lijk is een regeling, die alle gemeenten des lands bevredigt, ondenkbaar. Het verheugt spreker, dat de regeering met het thans voorgestelde systeem is gekomen. Het be zwaar tegen dit ontwerp, dat overigens veel goeds zal brengen, is, dat het geen rekening heeft gehouden met de weinige draagkracht van sommige kleine gemeenten. Door de formule van artikel 21, worden de meest suinige gemeenten feitelijk gestraft. Zij ontvangen minder ultkeering uit het ge meentefonds, dan die gemeenten, welke wat royaler zijn geweest. Met de Massificatie kan spreker zich niet vereenigen. Het gaat niet aan de inkomens op het platteland hooger te belasten, dan de andere. Liever dan deze Massificatie, zag spreker een eigen inkomstenbelasting voor de gemeenten. De bezwaren daartegen van den Minister zijn niet duidelijk. Spreker heeft een amende ment ingediend, om den kleinsten gemeen ten Iets meer te geven. Veel vraagt hij niet, maar dit Meine bedrag kan voor de ge meenten van belang zijn. Het heele bedrag zal ongeveer op een half millioen komen. Zooals het ontwerp nu luidt, zal blijken, dat de kleinste gemeenten het minst geholpen zullen worden. De heer VLIEGEN (S. D. A. P.) staat meer sympathiek tegenover dit wetsontwerp dan zyn partijgenoot Van den Tempel. Het verwezenlijkt een wensch, dien spreker reeds 25 Jaar geleden geuit heeft, n.l. de omzetting van de gemeentelijke inkomsten belasting in een Rijksbelasting, met ultkee ring aan de gemeenten voor de kosten van onderwijs, politie en armenzorg. De heer LOVINK (O. H.) sluit zich aan by de hulde, den minister gebracht. Als bezwaar tegen het ontwerp noemt spr. dat de gemeen ten in hun bevoegdheden w orden beperkt, terwijl de uitgaven ter uitvoering van Rijks wetten blijven doorgaan. Er zal iets moeten gebeuren om 'n eind te maken aan de hooge asten, den gemeenten opgelegd. Gebeurt dit niet, dan is er kans, dat het stelsel van het ontwerp vastloopt. De heer J. TER LAAN (S. D. A. P.) sluit zich voornamelijk aan bij den heer v. d. Tempel. Wanneer dit ontwerp wet wordt, zal de dokter er nogal eens bij te pas moeten komen. Verschillende gemeenten zullen blij ken niet over voldoende inkomsten te beschik ken. De vluchtheuvels zullen ook onder de nieuwe regeling hun reden van bestaan hou den en het offer van de schatkist zal niet in de eerste plaats ten goede komen aan de groote massa der bevolking. De structuur van dit ontwerp brengt mede, dat verschillende directe heffingen, die met elkaar 140 millioen bedragen, zullen worden vervangen door de opbrengst der opcenten op de fondsbelasting, die 90 millioen zal zijn. De 50 millioen verschil zal moeten worden gevonden uit de Indirecte belastingen. Een dergelijke regeling is niet in overeen stemming met de billijkheid. Voorts zou de nivelleering billijker zijn als de personeele belasting en de opbrengst der grondbelasting ponds-pondsgewijze over de gemeenten zou worden verdeeld. Gebeurt dit niet, dan zullen gemeenten als Wassenaar, Bloemendaal, Zeist enz., met een hooge opbrengst van de personeele belasting, in het voordeel blijven. Aan het wetsontwerp liggen groote nadee len ten grondslag. De voordeelen hadden betei dan nu dienen te worden geregeld. Laat de regeering zooveel mogelijk tegemoet komen aan de geopperde bezwaren. In ieder geval zal het spr. zwaar vallen, vóór de wet te stemmen. De MINISTER VAN FINANCIëN, de heer DE GEER, dankt voor de opbouwende, zeer gewaardeerde critiek, die ten beste is gege ven. Veel nieuws zal spr. niet kunnen zeggen. Heel wat gras is hem voor de voeten weggemaaid. Spr. heeft daaruit gezien, dat het ontwerp is begrepen. Eerst werd het ontwerp ais iets on stuimigs geschetst. Gebleken is nu, dat men ei zeer snel is ingegroeid. Zooveel mogelijk zal de regeering aan de bezwaren tegemoet ko men. Echter moet de regeering on haar hoede zijn, dat niet een ontwerp wordt aangenomen waarvan de nadeelen grooter zijn dan de voordeelen. Spreker zal het niemand kwalijk nemen als hij de wet niet zal kunnen aanvaarden, maar omgekeerd moot men ook het stam* punt der regeering billijken. Dat eenig gevaar voor belastingvlucht zaï blijven bestaan, geeft spr. toe. Daarom juist stelt hij er prijs op, dat ieder voordeel van het ontwerp zal blijven behouden. De z.g. tooverformule is natuurlijk niet volmaakt, maar dat zou ook niet mogelijk zijn. Men zal iedere uitkeeringsformule met mildheid moe ten bezien. De bezwaren van den heer v. d. Tempel dat uitgaven van gemeenten in de Kamer besproken kunnen worden kan spr. niet dee- len. Uitgaven die volkomen verantwoord ziln. mogen toch besproken worden. De heer v. a Tempel heeft nog gewezen op bezwaren van gemeenten. Dat hier en daar oezwaren be staan kan de minister toegeven, maar de cijfers ten aanzien van de opcenten op de fondsbelasting zijn veelal onjuht gebleken. Zou men den bezwaarden gemeenten vra gen of het ontwerp daarom verworpen moet worden, dan zouden alle zeggen: neen, dat niet! Een gedeelte van de grondbelasting is bij het Rijk gehouden om de interesse van tjet Rijk bij die belasting niet verloren te doen gaan. Voor de personeele belasting was dit niet mogelijk. De usance om de provincie te betrekken bij de nooduitkeeringen dient thans niet gewijzigd te worden. Daarvoor is geen reden. Een amendement om de woonforenzen in het ontwerp te brengen zal spr. overwegen. Handhaving der gemeentelijke inkomsten belasting zou lijnrecht in strijd zijn met de strekking van het ontwerp. Het zou onver antwoordelijk zijn aan de natie 90 millioen nieuwe lasten op te leggen zonder de waarbor^ te scheppen, dat de oude belastingen niet in tact zullen blijven. Die afschaffing en de limiteering van de fondsbelasting vormen dan ook essentieele bestanddeelen van het ontwerp. Het stelsel van het ontwerp zou leiden tot opvoering van den belastingdruk als de ge- neentelijke inkomstenbelasting gehandhaafd bleef. De heuvelen zouden blijven, de dalen zouden worden aangevuld. Wat nu betref t een ge'imiteerde inkomstenfc",«sf'r>o- deze r*- kiem leggen voor dezelfde ellende,, waarin wij thans verkeeren. De gemeentelede inkomsten belasting is de bron van alle ongelijkheid. Deze bron moet totaal uitgeroeid worden, wil men het gevaar keeren. Principieel gaat het hek van den dam bij een eigen inkomsten*** *asting. Dit is niet het geval bij de opcenten- regeling, die een zeer hooge stijging, uit be- 'astingtechnisch oogpunt reeds onmogelijk maakt. Spr. komt thans op de klasse-indeellng. De "eer hooge aftrek in vele gemeenten waren e symptomen van de overbelasting. Daarom is als minimum-aftrek 600 gulden gesteld. In ongeveer ïooo gemeenten bedroeg de aftrek minder dan 800 gulden. Zoodoende is de Massificatie ingesteld. Dat er geen sprake is van aantasting der autonomie b'eek uit de -edevoeringen van de heeren De Wilde en Oud. Gemeenten ztln niet anders dan orga nen van het R'ik. Van een belastingstrijd kan hier geen sprake zijn. De minister spreekt de hoop uit, dat de 'oorgestelde wet tot stand zal komen. Daarna wordt de vergadering verdaagd. De correspondent te Zürich van het Hbld. seint, dat H. M. de Koningin in het begin van Mei, in gezelschap van prins Hendrik, voor vacantieverblijf naar Montana in Wallis zal gaan en op de doorreis in Bern een be zoek zal brengen aan den Bondsraad. De op 3 Mei bepaalde ontvangst zal, in- gevogle den wensch van de koningin, zeer eenvoudig en zonder eenige ceremonie plaats hebben. Het programma, dat nog niet in bijzonderheden is vastgesteld, zal zich bepa len tot een kort bezoek in het pariemènts- gebouw en het tegenbezoek van een delega tie uit den Bondsraad aan het Nederland- sche gezantschap, y Overigens zal de koningin incognito rei zen, zoodat er geen feestelijke ontvangst aan het station zal zijn. Prins Frederik Christlaan van Saksen, heeft met zijn gemalin Elisabeth Helena geb. prin ses von Thum und Taxis een bezoek gebracht aan de H. Landstichting te Nijmegen. De gezant der Vereenigde Staten van Amerika, the Hon. Richard M. Tobin, zal 30 April en 1 Mei a.s. weder een officieel bezoek aan Amsterdam brengen, vergezeld van den Naval Attaché Commander R. R. M. Emmet. Door de Staatkundig Gereformeerde Par ty zullen, naar de „Rott." meldt, voor de Tweede Kamer de volgende candldaten wor. den gesteld. 1. Ds. G. H. Kersten, Rotterdam; 2. ds. P. Zandt, Delft; 3. ir. C. N. van Dis, Rotter dam; 4. E. Kuyk, Amsterdam; 5. A. J. Ker sten', Rotterdam; 6. J. W. van Houdt, Her- kingen; 7. D. Kodde, Zoutelande; 8. ds. A. van der Kooy, Kampen; 9. D. van Leeuwen, Alphen aan den Rijn; 10. C. B. van Woer den Akkrum; 11. A. Hoogendyk, Zeist; 12. B. J. van Putten, Kampen; 13. W. van der Vate, Rhenen. Dr. Ritter contra prof. v. Embden Dr. P. H. Ritter Jr., hoofdredacteur van het Utr. Dbl., schrijft in zijn blad, dat dr. Van Embden in zyn jongste antwoord niet heeft voldaan aan het verzoek om zyn be schuldigingen in de Eerste Kamer buiten de parlementaire onschendbaarheid om te herhalen in een vorm die gerechtelyke vervolging mogelijk maakt. De heer Ritter sommeert daarom prof. van Embden zijn beschuldiging „in den door hem aangegeven vorm" publiek te her halen. Omstreeks 6 uur Dinsdagmiddag was een vliegtuig type C 6, uit Soesterberg, dat voor schietoefeningen te Den Helder was, genood zaakt een landing op het strand te Texel te maken. Het toestel kreeg bU deze landing eenige i schade. De vlieger, de heer Viruly, en de waarne mer, de heer Postma, die beiden uit Soes terberg voor een week in Den Helder gede tacheerd waren, bekwamen geen letsel, doch moesten den nacht op Texel doorbren gen, daar geen verbinding met den vasten wal meer kon verkregen worden. Gistermorgen zyn manschappen van het detachement met reserve-onderdeelen naar Texel vertrokken, om hulp te verleenen. De mail van Australië per Engelsch s.s. „Mongolia" en die van Indië en China per Engeslch s.s. „Malwa", wordt Vrijdag 26 April resp. 8 en 4 uur v.m. te Marseille ver- wacht. terwijl een auto van de benzine -maatschappy „Texaco" hem achterop reed. Op het laatste moment week de man verkeerd uit, waardoor de auto hem raakte en de man tegen den grond werd geslingerd. Met een hersen schudding werd de ongelukkige in bewuste- loozen toestand in een nabyzy'nd woonhuis naar binnen gedragen. Daar is hy aan de gevolgen overleden. Te München heeft dezer dagen de behan deling plaats gehad van een contra-proces tegen zekeren dr. Aigner aanhangig gemaakt door den bekenden Katholieken publicist en schrijver over Theresia Neumann, Friedrich Ritter von Lama. Dr. Aigner had zich beleedigd gevoéld door uitlatingen van Ritter von Lama in de „Bayer-Kurier," waarin von L. gezegd had, dat hij dr. Aigner niet tot de ernstige en eerlijke tegenstanders kon rekenen, inzake de kwestie-Konnersreuth. Lama had een tegenklacht ingediend, wijl dr. Aigner, volgens de communistische „Neue Zeitung" te Jena, het boekje van Lama over Konnersreuth als een bewijs van geestelijke en moreele onvolkomenheid betiteld had, dat op verdraaiing der waar heid en misleiding van het Katholieke volk uitliep, aldus de Maasbode en het blad ver volgt: Dr. Aigner was bij de behandeling van het proces zoo vriendelijk wel te willen verklaren dat hij „noch bij Theresia Neumann, noch bij de Katholieke Kerk een opzettelijk bedrog aanneemt." Met een aantal andere artsen (die zich even gemakkelijk van de zaak af maken) was hij van meening, dat van ee» pathologische stigmatisatie door autisuggestie bij Theresia Neumann moest gesproken worden (gelijk men weet, is nog door geen enkelen deskundigen het wetenschappelijk bewijs hiervoor geleverd Ritter von Lama verklaarde, dat hij dr. Aigner sinds tientallen van jeren, wat zijn opvatting inzake het begrip „wonder" betreft, niet als een eerlijken tegenstander kon beschouwen. Zeer belangrijk was, naar de Msb. meldt, hetgeen dr. Seidl van Waldsassen, die, zoo als men weet, Theresia Neumann sinds, jaren behandelt, volgens de „Bayrische Kurier," onder eede verklaarde. Hij zeide o.a.: „Theresia Neumann bloedt uit de handen, de voeten, hoofd en hartstreek en sinds Goeden Vrijdag van dit jaar ook aan den schouder. De won den zijn echt. Daar over hoeft geen woord verspild te worden. Wonden in chirurgischen zin zijn de stigmata niet, maar plaatsen, die bloeden en met een korst bedekt zijn. Ik heb zooiets nog nooit gezien. Het bloeden van den schouder heb ik zelf waargenomen. De geeselwonden (die er ook met Goeden Vrijdag van dit jaar bijgekomen zijn, Red. Msb.) heb ik niet zelf gezien. Het op Vrijdagen optredende bloeden komt absoluut en volkomen spontaan." Dr. Seidl gaf dan een beschrijving van de onzen lezers reeds bekende 14-daagsche ob servatie van Theresia Neumann, onder zijn leiding door vier zusters, op last van het bisschoppelijk ordinariaat te Regensburg verricht. „Een voedselópname in deze veertien dagen is volkomen uitgesloten," verklaarde dr. Seidl. „Theresia Neumann, de groote vrien din van haar vogels en visschen, mocht niet eens zelf haar aquarium leegmaken. Het mondspoelwater werd vóór en na het gebruik gemeten. Als ik thans het onderzoek nog eens moest verrichten, kon ik het niet anders doen. Ik stond met vooraanstaande specialis ten op het gebied der stofwisselingsleer te München in verbinding." Justizrat dr. Warmuth (advocaat van Ritter von Lama): „Is het juist, dat een poging is gedaan, om de wonden te genezen?" Dr. Seidl„Ik heb de wonden met een van prikkelende stoffen volkomen vrije leemaardezalf behandeld. Het gevolg was, dat zich zulke pijnen en zwellingen voor deden, dat, ondanks mijn bevel om het ver band niet te verwijderen, pastoor Naber aan Theresia Neumann op haar verzoek toe stond, het verband weg te nemen. De niet-prikkelende zalf irriteerde opval lend. Ik acht noch pastoor Naber, noch Theresia Neumann tot een leugen in staat. Pastoor Naber is een studievriend van mij. Men kan beiden slechts het beste getuigenis geven. Ik ben van nature een scepticus. Justizrat Warmuth „Wordt er van den kant van Theresia Neumann iets gedaan om uit de gebeurtenissen profijt te trekken?" Seidl: „Integendeel. Men gaat bijna te ver in terughoudendheid. Wanneer men be denkt, hoe allen van omstandigheden profiteeren, heeft dezt fami'ie voor zich vo'strekt niets. De zusters hebben indertijd niet kunnen waarnemen, dat zij iets aan neemt. Wanneer de Neumann's geld wilden hebben, konden zij het in eiken vorm krijgen! De Neumann's hebben hun huis vergroot. Hét huis was absoluut onvoldoende. Werk plaats en slaapruimte waren ineen. Som- migen sliepen onder het dak. Voor de onver-1 mijdelijke kleine verbouwing nam vader Neu mann geld op van de Raffeisenverein en van zijn zuster in Waldsassen." Warmuth: „Heeft het ordinariaat te Re gensburg de zaak-Konnersreuth in de hand gewerkt Seidl „Integendeel." Het ordinariaat te Regensburg was aanvankelijk volstrekt er tegen. Men liet zich echter te weinig met de zaak in en was zoodoende ook te onoplettend. Thans is het bezoek zeer beperkt en slechts met bisschoppelijk verlof toegestaan. Het ligt waarlijk niet in de bedoeling van het ordinariaat, van Konnersreuth een bede vaartsplaats te maken." Advocaat Diess (vertegenwoordiger van dr. Aigner) „Leed Theresia Neumann in November 1920 aan een blindedarmontsteking Seidl: „Er wordt beweerd, dat er misschien toentertijd toch geen blindedarmonsteking ge weest is. Maar zonder twijfel was het blinde darmontsteking. Dat heb ik zeer nauwkeurig objectief vastgesteld. Zij stond vlak voor het •doorbreken. Theresia Neumann wilde zich op mijn ver- Zoek ook werkelijk laten opereeren. „Ik wil den wil Gods volbrengen," zeide zij. Ik heb daarop in Konnersreuth nog twee andere bezoeken verricht en ben toen snel per auto naar Waldsassen teruggereden om de voor bereidselen voor de operatie te treffen. Daar komt de dienstbode mij tegemoet met de woorden: „Er is geen operatie meer noodig. Theresia is weer gezond en is naar de kerk gegaan." Den dag daarop kwam Therese zelf bij mij in Waldsassen (7 kilometer) per postauto. Zij vertelde: U bent heengegaan dokter. Moeder heeft toen vreeselijk gehuild. Ik heb den pastoor gevraagd, of het een zonde was, wanneer ik aan de heilige Theresia van het Kindje Jesus vroeg mij te helpen (door haar voorspraak bij God). Neen, zeide deze. Ik heb gebeden en plotseling besloot ik naar de kerk te gaan." Dr. Seidl verklaarde nog ten bewijze van de juistheid zijner blindedarmdiagnose: 's Nachts had er bij de patiënte een doorbraak met afgang van bloed en etter langs den endel darm plaats. Had Theresia Neumann uit de zaak zelf een wonder willen maken, dan had zij dat alles verzwegen. Wanneer ik mij in deze diagnose zou ver gist hebben, dan zou ik er in mijn leven geen enkele meer durven maken." Op verdere vragen verklaarde dr. Seidl nog, dat het ordinariaat te Regensburg hem niet de geringste voorschriften had gegeven. Het had hem verzocht, het onderzoek van Therese Neumann te verrichten. „Ik stemde toe, op voorwaarde, dat de zusters mij alleen gedurende al de veertien dagen te gehoor zamen hadden en tegen iedereen tot het strengste stilzwijgen verplicht waren. Ik heb mijzelf competent geacht, op den laatsten der veertien dagen prof. dr. Ewald bij het onderzoek te betrekken, om een vakman voor den toestand der zenuwen te hebben. Het ordinariaat te Regensburg gedroeg zich heel objectief; anders had ik mij niet met de zaak ingelaten." Op een desbetreffende vraag van dr. Aigner verklaarde Seidl nog: „Het verschijnsel Kon nersreuth kan men medisch niet verMaren. Wil men Konnersreuth verklaren, dan moet men het beschouwen in zijn totaliteit. Wat medisch opgehelderd kan worden, moet medisch opgehelderd worden. Nog nooit in de geschiedenis is waargenomen, dat een gestigmatiseerde zoo 'nauwkeurig onderzocht is als Theresia Neumann. Als arts, als Katho liek en als mensch heb ik de overtuiging, dat de Kerk door de waarheid het beste gediend wordt. Natuurwetenschappelijk moet alles gedaan worden, wat men doen kan. Maar dan ook dat slechts, wat de wetenschap doen kan. De medische wetenschap kan echter de verschijnselen van Konnersreuth niet verklaren." Justizrat Warmuth: „Maken de ouders, of het ordinariaat moeilijkheden om de stof wisselingskwestie op te lossen?" Seidl: „Het ordinariaat op geenerlei wijze. Het wenscht veeleer het onderzoek. Maar er zijn (zoo verklaarde dr. Seidl ter motiveering van het ouderlijk verzet tegen het onderzoek van Theresia Neumann in een Miniek) door artsen buitengewoon onhandige uitlatingen gedaan, als: „met die spelen we het wel klaar," of „dan geven we inspuitingen." Tot zoo ver dr. Seidl. In zijn slotrede wees Justizrat Warmuth er op, dat dr. Aigner, de atheïst en zijn methoden juist uit zijn harts tochtelijken strijd tegen Lourdes bekend zijn, zooals hij slechts van „volksbedrog in Lour des" spreekt. 1 Gisteren Is een personentrein, die te 10 uur uit Lochem naar Deventer vertrok, even voor Laren (Gld.) ontspoord. De ma chine viel om op het land naast de tram baan. De machinist kon zich tydlg redden. Een personenwagen, waarin 30 passagiers zaten, werd gedeelteiyk vernield. Persoon- lyke ongevallen kwamen ook daar niet voor. De machinist bluschte met zand het vuur in de machine. De passagiers werden met materieel uit Laren en Lochem verder vervoerd. De trambaan is thans voor het verkeer weer vrygemaakt. Ook de reddingboot „Schuttevaer" is weer naar Nederland teruggebracht en te Rot terdam te water gelegd In de Blaak, waar het vaartuigje vry veel belangstelling trekt. Te Amsterdam is gisternacht ingebroken in de sigarettenfabriek van den heer J. van Kerckhof, in de Spuistraat. De dieven hebben gepoogd de brandkast open te brèken, doch zyn daarin niet ge slaagd. Ze moesten zich tevreden stellen met een klein bedrag aan geld, dat ze el ders vonden. Verder hebben ze alle daartoe in aanmerking komende lokalen van de fa briek doorzocht, maar niets anders van hun gading gevonden, dan dertig doosjes siga retten. Het achtjarig zoontje van den heer Z. te Wervershoof werd bij het oversteken van den ewg door den auto van den heer v. d. O. overreden. Het ventje is kort daarna aan de gevolgen overleden. De koetsier ernstig gewond Op de Oude Schans te Amsterdam is giste ren een met paard bespannen wagen te wa ter geraakt. Het ongeval moet worden toe geschreven aan het feit, dat het paard schrok doordat twee spelende jongens met een auto-ped, komende van de Snoekjesgracht, plotseling langs het paard schoten. Paard en wagen, en ook de koetsier, de 25-jarige Frans Heinslus kwamen in het water terecht. De koetsier geraakte bovendien bekneld tusschen den bok en ten woonschuit, die naby den wal lag. Door voorbijgangers werd de man uit zijn benarde positie bevrijd. Hy had ver schillende hoofdwonden bekomen en was be wusteloos toen hy op den wal getrokken werd. In vry ernstigen toestand werd hij naar het Binnengasthuis vervoerd. Het paard had den zwaar beladen wagen op het lichaam gekre gen en was daardoor bijna onmiddellijk ge stikt. De reddingwagen van de brandweer trok onder groote belangstelling van het pu bliek den vrachtwagen en het paardencada- ver op het droge. De wagen, die met auto- onderdeelen beladen was, was eigendom van de firma Helsioot. aan de Zanddwarsstraat te Amsterdam. Gistermiddag is te Oosterbeek-Laag de car tonnagefabriek aan den Klingelbeekscheweg totaal afgebrand. Onmiddellyk na het uit breken van den brand waarschuwde men het personeel van de Wennex-chloorfabriek, die op eenigen afstand van de cartonnagefabriek is gelegen. Aan blusschen viel echter niet te denken. Ook de Oosterbeeksche brandweer stond machteloos tegenover de vuurzee. Men bepaalde zich tot het nathouden der Chemi sche fabriek de „Byenraat", die naast de brandende fabriek staat. Naar wy nader vernemen is hier sprake van de cartonnagefabriek „Oosterbeek" te Oosterbeek" te Oosterbeek-Laag. De fabriek, die 40 man personeel omvat, is nagenoeg geheel uitgebrand. De oorzaak is onbekend. Verzekering dekt de schade. De wasproductenfabriek „De Bijenraat" vatte eveneens vuur, doch kon worden be houden. Gisteren geraakte een 3-jarig jongetje spe- enderwyze in de rivier de Berkel. Toevallig passeerde dr. Schey. HU sprong het knaapje na en wist hem boven te brengen. Hy paste geruimen tyd kunstmatige ademhaling toe en mocht er in slagen de levensgeesten weder op te wekken. Glsterenm.aiiag reed de 69-jar.ge A. V., op ;yn rijwiel van Hilvarenbeek naar Dlessen, geeft menige huisvrouw en dienstbode ruwe en roode werkhanden. Deze worden weder om spoedig gaai, zacht en blank door Purol De Minister van Financiën brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de Com missie van deskundigen voor de samen stelling van de prijscourant ter berekening van het invoerrecht op versch of gekoeld vleesch in hare vergadering van 23 dezer bedoelde pryscourant heeft, vastgesteld als volgt: Rund- en kalfsvleesch, versch of ge koeld, 100 K.G. 85, Paardenvleesch, versch of gekoeld, 100 K.G. 50. Gedurende de maand Mei 1929 zal mits dien het Invoerrecht voor de hierboven be. doelde vleeschsoorten bedragen 10 procent van de hiervóór vermelde waarden. VI Men schryft ons: Er worden in de Radiobode van den A.V.R.o. tegenwoordig rekensommetjes ge maakt. De schrijver, die zich teekent W. V., weet precies, wat de K.R.O. uitzendt en wat er van die uitzendingen katholiek is of wat al gemeen genoemd moet worden. De bedoeling is duideiyk. „Waarom een Kath. Radio-Omroep? Het meeste, wat hij uitzend, valt onder de rubriek „algemeene" onderwerpen, die wy even goed zoo niet beter kunnen uitzenden dan hij. Het zou dus het beste zijn ais er een al gemeen programma ware, door ons natuur- lyk verzorgd, en dat het speciaal Katho lieke, b.v. 9 pCt. door den K.R.O. werd uit gezonden." Mooi geredeneerd. Als het maar Juist was. Ie. wy achten den heer W. V. allerminst compenent om uit te maken, wat onder da rubriek Katholiek valt of niet. En met den heer W. V geheel het liberale A.V.R.O.-be- stuur. Menschen, die de katholieke mentali teit niet bezitten kunnen daarover niet oor- deelen. En om u eens duidelijk te maken, wat ervan terecht zou komen, als zy moe ten bepalen, wat tot de algemeene rubriek behoorde, het volgende: 't Is eenigen tyd geleden, dat van de zyde van den A.V.R.O. ons werd voorgesteld, ge noegen te nemen met een algemeen pro gramma. Er was toch zooveel, wat daartoe kon gerekend worden eneen van de eerste rubrieken, die onder het algemeen programma zou kunnen vallen, was, n-b. „Het Kinderuurtje!!!" Waar dit ln ernst werd voorgesteld, be hoeft het wel geen verder betoog, dat deze menschen. hoe goed zy het ook mogen be doelen, niet oordeelen kunnen over wat ia het uit te zenden programma katholiek is of niet. Maar tevens biykt hier duidelyk uit, aan welk gevaar wy ons blootstellen als wij op een algemeen programma zouden in gaan. 2e. De schryver in de Radiobode is in zijn redeneering eenigszins verwarrend. Immers wy ontkennen volstrekt niet, dat In een al gemeen programma een tameiyk groot ge deelte zou kunnen uitgezonden worden,, dat wy tot ons katholiek programma rekenen. Dit is vooral op het gebied van de kunst. Veel wat Katholieke kunst is, wordt byzon- der geapprecieerd ook door niet-katholieken. Er is n.l. wel geen enkele omroep in ons land, die niet dikwyis zelfs programma's heeft, op het gebied van de kunst zoo goed als geheel katholiek zyn. Maar de roeping van de Katholieke Radio is niet om die ka tholieke kunst aan een ander ter uitzending over te laten, maar ze zelf als het heeriyke erfdeel der vaderen en als de nieuwe loten, die ontspruiten op den eeuwen-bloeienden boom der katholieke kunst, zelf ter ontwik keling en volksveredeling onder de menigte te brengen. Kon zij dit niet, dan zou zy deze rubriek kunnen overlaten aan anderen, als hulpmiddel tot het bereiken van dat doel. Maar zy kan het wèl en dat onder alle opzichten. En daarom behoeft die katholieke kunst niet ondergebracht te worden ln een algemeen programma. De geachte heer W. V. keert de zaak om wij zyn in possessie, en het is aan ons, niet aan hem of zyn vereeniging te bepa len, wat bij een algemeen programma be hoort en wat wy als speciaal katholiek be schouwen. 3e. De heer W. V. schynt nog maar steeds niet te begrijpen, dat er een speciale katho lieke cultuur bestaat, die zich niet alleen uit strekt c-^or het godsdienstig leven van onze menschen, maar over het geheele leven der Katholieken. Wy weten heel goed, dat er geen katho lieke rekensommetjes bestaan, maar toch willen wij, dat onze kinderen de rekensom metjes maken op katholieke scholen en ge leerd door katholieke onderwyzers. wy weten ook, dat in de blaaen de be- schryving van een spoorwegongeluk niets te maken heeft met den katholieken gods dienst, maar wy willen niet, dat onze men schen haar lezen b.v. In het lyfblad van den A.V.R.O- „De Telegraaf". Om diezelfde reden voelen wy er letteriyk niets voor om een algemeen nev- traal programma te hebben in du radio, omdat wy de onzen willen hebben in onze eigen katholieke sfeer, eft die sfeer het geheele leven omvat van den Katholiek. Voor ons bestaat er geen schei ding tusschen wetenschap of kunst of wat dan ook en onze levensbeschouwing. Zij maken met ons één katholieke cultuur uit, waarmede wy 19 eeuwen lang de ontwik keling en beschaving gediend hebben op alle terrein. Wij begrijpen heel goed, dat dit alles aen schryver in de Radiobode niet zoo helder A als ons, en dulden hem, dat niet ten kwade, maar wat ons wel onaangenaam aandoet, is dat men van die zijde nog altyd tracht ons katholiek volk wys te maken, dat onze le vensbeschouwing, zoo diep ingrypend ln het godsdienstig en maatschappeiyk leven, in tweeën gescheiden kan wordsn. Eén gedeelte zooals men zich op de A.V.R.O. uitdrukt „in dienst van het Vaticaan,', en een ander ge deelte in dierst van de Neutraliteit. En omdat enze levensbeschouwing één is, daarom ook is er voor ons maar één radiopro gram „HET KATHOLIEKE" - - dat uit zich zelf al „algemeen" genoeg Is om er nog een ander algemeen op na te houden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 6