Binnenlandsch Nieuws
Gemengd Nieuws
DE GESTIGMATISEERDE VAN
KONNERSREUTH
Schoonmaak
MOETEN WIJ NAAR EEN
ALGEMEEN PROGRAMMA
TWEEDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
DONDERDAG 25 APRIL 1929
BLADZIJDE 2
Staten-Generaal
Eerste Kamer
Tweede Kamer
De reis van H.M. de Koningin
naar Zwitserland
Hoog bezoek
De gezant der Ver. Staten
De Tweede Kamer-verkie
zingen
Na de Utrechtschepublicatie
Een noodlanding op Texel
De mail
MEDEDEELINGEN IN EEN BELANGWEKKEND PROCES
„Konnersreuth kan men
medisch niet verklaren"
Een déraillement tusschen
Lochem en Deventer
De Schuttevaer te
Rotterdam
Een karige buit
Overreden en gedood
Paard en wagen te water
Een cartonnagefabriek te
Oosterbeek-Laag, afgebrand
Nog goed afgeloopen
Doodelij'k ongeval nabij
Hilvarenbeek
LANDBOUW EN VISSCHERIJ
Het invoerrecht op vleesch
De begrooting der Staatsmijnen
In de vergadering der Eerste Kamer werd
gisteren de behandeling van de begrooting
der Staatsmijnen voor 1929 voortgezet.
MINISTER VAN DER VEGTE, zyn gis
teren afgebroken rede vervolgend, meent,
dat het gebeurde ten aanzien van de ramp
in de mijn „Hendrik" geen aanleiding geeft
om op grond daarvan vertegenwoordigers
van de mijnarbeiders-organisaties in den
Mynraad op te nemen. Men zou dan ook de
directies daarin vertegenwoordigd moeten
zien, doch dan zou de Mijnraad een dou
blure van de Contactcommissie worden. Iets
anders is de vraag of het niet wenschelijk
is, dat iemand van de richting van den
heer Lindeyer, die spr. de betreffende vragen
stelde, In den Mijnraad wordt opgenomen.
Spr. is bereid, die vraag in overweging te
nemen.
Wat het onderzoek inzake ongevallen be
treft, dit geschiedt steeds naar alle rich
tingen en het schijnt niet noodlg, daarin
ook de vakbonden te betrekken.
Na re- en dupliek wordt de begrooting
der Staatsmijnen goedgekeurd.
Het wetsontwerp inzake onteigening van
perceelen in diverse gemeenten in Zuid-
Limburg ten behoeve van het Juliana-
kanaal wordt z. h. s. aangenomen.
Het Keilogg-pact
Vervolgens Is aan de orde het wetsont
werp houdende goedkeuring van het voor
behoud tot toetreding tot het verdrag van
Parijs van 27 Aug. 1928 tot uitbanning van
den oorlog (Kellogg-pact).
Op de gereserveerde tribune bevindt zich
o.m. de Amerikaansche gezant, de heer
Tobin.
De heer ANEMA (A.R.) uit de aanvanke
lijk bij hem bestaande vrees, dat de Minis
ter van Buitenlandsche Zaken in diens
rustige sfeer op het Plein den wereldvrede
was vergeten, omdat de minister J.l. Vrij
dagmiddag niet aanwezig was, toen dit
ontwerp hier aan de ijifde was gekomen.
Intusschen verheugde spr; <»ch in het voor
uitzicht. dat hij, spreken^tlan toch Dins
dagmiddag dadelijk aan het woord kon
komen, doch nu bleek het ontwerp geheel
achteraan op de agenda geplaatst te zijn
nog achter een onteigeningsontwerp. Spr.
kan. niet gelooven, dat de voorzitter, gene
raal van Voorst tot Voorst zulks uit vrees
voor den wereldvrede heeft gedaan. Intus
schen nu het dan toch aan de orde is ge
komen, wil spr. wel zeggen, dat hij het
tractaat beschouwt als een professoren-
tractaat. Hij wil volstrekt niet zeggen, dat
het daarom niet goed zou zijn, doch hij
aarzelt niet, het een juridisch monstertje
te noemen, met uitbanning van den oorlog,
bestempeling van den oorlog tot misdaad of
stelling daarvan buiten het recht heeft het
tractaat, dat na aanvankelijken tegenstand
van Amerika thans toch door de V. S. is
aanvaard, niets te maken.
Het is een non-agressie-overeenkomst, die
alleen zegt, dat men over geschillen geen
oo zal voeren.
Het recht van zelfverweer eener natie
wordt door het Kellogg-pact niet uitgescha
keld. Spr. schetst verder de gerechtelijke
waarde van het tractaat.
Het tractaat legt een enorme verantwoor
delijkheid op de schouders der staten.
Teekenlng ervan is het hangen van een
Aeolus-harp In den boom der volkerenge
meenschap. Op grond daarvan zal spr zijn
stem aan dit ontwerp niet onthouden.
De heer VERKOUTEREN (C. H.) oppert
oezwaren tegen het Kellogg-pact.
Een lichtpunt ziet spr. in de houding van
Amerika, ten opzichte waarvan spr. groot
vertrouwen voor den wereldvrede koestert.
Het Angel-Saksische ras heeft den wereld
vrede in handen. Hoewel de oorlog evenmin
uitgebannen kan worden als ziekte, onweer
en schuldeischers, wil spr. zijn §tem om bo
vengenoemde redenen aan het ontwerp niet
onthouden.
De heer VAN DEN BERGH (V.B.) brengt
namens den leider der fractie, die door on
gesteldheid verhinderd is, dank aan hen, die
het Kellog-pact, dat aanvankelijk alleen als
verdrag tusschen Amerika en Frankrijk was
bedoeld, hebben uitgebreid; in het bijzonder
zijn we dank verschuldigd aan Kellog en
Briand.
Spr. beschouwt het verdrag als een be
langrijken stap op weg naar den wereldvrede.
De Minister van Buitenlandsche Zaken,
de heer BEELAERTS VAN BLOKLAND,
constateert, dat er weinig verdragen zijn,
waarover in de parlementen der verschillen
de landen zóóveel gesproken is als het z.g.
Kellog-pact. Moeilijk is het, omtrent dit ver
drag nog iets nieuws te vertellen; voor spr.
te moeilijker, nu hij in de schriftelijke stuk
ken van de beide Kamers zoowel als in de
vergadering der Tweede Kamer, daarover
zijn meening reeds heeft verkondigd. Spr.
heeft met genoegen de beschouwingen van
de sprekers in deze Kamer aangehoord en
hij kan er zich grootendeels bij aansluiten.
Dat hij gelijk de heer Verkouteren wel
wenscht bepaalde oorlogen zou willen
behouden, kan spr. voor zich niet zeggen.
Spr. erkent, dat het Kellogg-pact den oorlog
niet absoluut uitschakelt. Het moet echer
een voorrecht worden geacht, tot dit verdrag
te kunnen toetreden, om de voordeelen die
het belooft te geven. Eenige opoffering vraagt
het van ons land niet.
De heer WIBAUT (S.D.A.P.) juicht toe,
dat het 'n algemeen non-agressie-verdrag is,
waaraan derhalve de nadeelen ontbreken,
welke een non-agressie-verdrag tusschen be
paalde staten heeft voor andere mogendheden.
Daarna wordt het wetsontwerp zonder
hoofdelijke stemming goedgekeurd en de ver
gadering tot 7 Mei a.s. verdaagd.
De flnancleele verhouding tusschen
Rijk en gemeenten
In de vergadering der Tweede Kamer
werd gisteren voortgezet de behandeling
van het ontwens, regelende de financleele
verhouding tusschen Rijk en gemeenten.
De heer KAMPSCHöER (R. K.) zegt zich
vrijwel geheel te kunnen aansluiten bij het
betoog van den heer Van Vuuren. Natuur
lijk is een regeling, die alle gemeenten des
lands bevredigt, ondenkbaar. Het verheugt
spreker, dat de regeering met het thans
voorgestelde systeem is gekomen. Het be
zwaar tegen dit ontwerp, dat overigens veel
goeds zal brengen, is, dat het geen rekening
heeft gehouden met de weinige draagkracht
van sommige kleine gemeenten. Door de
formule van artikel 21, worden de meest
suinige gemeenten feitelijk gestraft. Zij
ontvangen minder ultkeering uit het ge
meentefonds, dan die gemeenten, welke wat
royaler zijn geweest. Met de Massificatie
kan spreker zich niet vereenigen. Het gaat
niet aan de inkomens op het platteland
hooger te belasten, dan de andere. Liever
dan deze Massificatie, zag spreker een eigen
inkomstenbelasting voor de gemeenten. De
bezwaren daartegen van den Minister zijn
niet duidelijk. Spreker heeft een amende
ment ingediend, om den kleinsten gemeen
ten Iets meer te geven. Veel vraagt hij niet,
maar dit Meine bedrag kan voor de ge
meenten van belang zijn. Het heele bedrag
zal ongeveer op een half millioen komen.
Zooals het ontwerp nu luidt, zal blijken, dat
de kleinste gemeenten het minst geholpen
zullen worden.
De heer VLIEGEN (S. D. A. P.) staat
meer sympathiek tegenover dit wetsontwerp
dan zyn partijgenoot Van den Tempel. Het
verwezenlijkt een wensch, dien spreker
reeds 25 Jaar geleden geuit heeft, n.l. de
omzetting van de gemeentelijke inkomsten
belasting in een Rijksbelasting, met ultkee
ring aan de gemeenten voor de kosten van
onderwijs, politie en armenzorg.
De heer LOVINK (O. H.) sluit zich aan by
de hulde, den minister gebracht. Als bezwaar
tegen het ontwerp noemt spr. dat de gemeen
ten in hun bevoegdheden w orden beperkt,
terwijl de uitgaven ter uitvoering van Rijks
wetten blijven doorgaan. Er zal iets moeten
gebeuren om 'n eind te maken aan de hooge
asten, den gemeenten opgelegd.
Gebeurt dit niet, dan is er kans, dat het
stelsel van het ontwerp vastloopt.
De heer J. TER LAAN (S. D. A. P.) sluit
zich voornamelijk aan bij den heer v. d.
Tempel. Wanneer dit ontwerp wet wordt, zal
de dokter er nogal eens bij te pas moeten
komen. Verschillende gemeenten zullen blij
ken niet over voldoende inkomsten te beschik
ken. De vluchtheuvels zullen ook onder de
nieuwe regeling hun reden van bestaan hou
den en het offer van de schatkist zal niet
in de eerste plaats ten goede komen aan de
groote massa der bevolking.
De structuur van dit ontwerp brengt mede,
dat verschillende directe heffingen, die met
elkaar 140 millioen bedragen, zullen worden
vervangen door de opbrengst der opcenten
op de fondsbelasting, die 90 millioen zal zijn.
De 50 millioen verschil zal moeten worden
gevonden uit de Indirecte belastingen.
Een dergelijke regeling is niet in overeen
stemming met de billijkheid. Voorts zou de
nivelleering billijker zijn als de personeele
belasting en de opbrengst der grondbelasting
ponds-pondsgewijze over de gemeenten zou
worden verdeeld. Gebeurt dit niet, dan zullen
gemeenten als Wassenaar, Bloemendaal,
Zeist enz., met een hooge opbrengst van de
personeele belasting, in het voordeel blijven.
Aan het wetsontwerp liggen groote nadee
len ten grondslag. De voordeelen hadden betei
dan nu dienen te worden geregeld. Laat de
regeering zooveel mogelijk tegemoet komen
aan de geopperde bezwaren. In ieder geval
zal het spr. zwaar vallen, vóór de wet te
stemmen.
De MINISTER VAN FINANCIëN, de heer
DE GEER, dankt voor de opbouwende, zeer
gewaardeerde critiek, die ten beste is gege
ven.
Veel nieuws zal spr. niet kunnen zeggen. Heel
wat gras is hem voor de voeten weggemaaid.
Spr. heeft daaruit gezien, dat het ontwerp is
begrepen. Eerst werd het ontwerp ais iets on
stuimigs geschetst. Gebleken is nu, dat men ei
zeer snel is ingegroeid. Zooveel mogelijk zal
de regeering aan de bezwaren tegemoet ko
men.
Echter moet de regeering on haar hoede
zijn, dat niet een ontwerp wordt aangenomen
waarvan de nadeelen grooter zijn dan de
voordeelen.
Spreker zal het niemand kwalijk nemen
als hij de wet niet zal kunnen aanvaarden,
maar omgekeerd moot men ook het stam*
punt der regeering billijken.
Dat eenig gevaar voor belastingvlucht zaï
blijven bestaan, geeft spr. toe. Daarom juist
stelt hij er prijs op, dat ieder voordeel van
het ontwerp zal blijven behouden. De z.g.
tooverformule is natuurlijk niet volmaakt,
maar dat zou ook niet mogelijk zijn. Men zal
iedere uitkeeringsformule met mildheid moe
ten bezien.
De bezwaren van den heer v. d. Tempel
dat uitgaven van gemeenten in de Kamer
besproken kunnen worden kan spr. niet dee-
len. Uitgaven die volkomen verantwoord ziln.
mogen toch besproken worden. De heer v. a
Tempel heeft nog gewezen op bezwaren van
gemeenten. Dat hier en daar oezwaren be
staan kan de minister toegeven, maar de
cijfers ten aanzien van de opcenten op de
fondsbelasting zijn veelal onjuht gebleken.
Zou men den bezwaarden gemeenten vra
gen of het ontwerp daarom verworpen moet
worden, dan zouden alle zeggen: neen, dat
niet!
Een gedeelte van de grondbelasting is bij
het Rijk gehouden om de interesse van tjet
Rijk bij die belasting niet verloren te doen
gaan. Voor de personeele belasting was dit
niet mogelijk. De usance om de provincie te
betrekken bij de nooduitkeeringen dient thans
niet gewijzigd te worden. Daarvoor is geen
reden.
Een amendement om de woonforenzen in
het ontwerp te brengen zal spr. overwegen.
Handhaving der gemeentelijke inkomsten
belasting zou lijnrecht in strijd zijn met de
strekking van het ontwerp. Het zou onver
antwoordelijk zijn aan de natie 90 millioen
nieuwe lasten op te leggen zonder de waarbor^
te scheppen, dat de oude belastingen niet in
tact zullen blijven. Die afschaffing en de
limiteering van de fondsbelasting vormen
dan ook essentieele bestanddeelen van het
ontwerp.
Het stelsel van het ontwerp zou leiden tot
opvoering van den belastingdruk als de ge-
neentelijke inkomstenbelasting gehandhaafd
bleef. De heuvelen zouden blijven, de dalen
zouden worden aangevuld. Wat nu betref t een
ge'imiteerde inkomstenfc",«sf'r>o- deze r*-
kiem leggen voor dezelfde ellende,, waarin wij
thans verkeeren. De gemeentelede inkomsten
belasting is de bron van alle ongelijkheid.
Deze bron moet totaal uitgeroeid worden, wil
men het gevaar keeren. Principieel gaat het
hek van den dam bij een eigen inkomsten***
*asting. Dit is niet het geval bij de opcenten-
regeling, die een zeer hooge stijging, uit be-
'astingtechnisch oogpunt reeds onmogelijk
maakt.
Spr. komt thans op de klasse-indeellng. De
"eer hooge aftrek in vele gemeenten waren
e symptomen van de overbelasting. Daarom
is als minimum-aftrek 600 gulden gesteld. In
ongeveer ïooo gemeenten bedroeg de aftrek
minder dan 800 gulden. Zoodoende is de
Massificatie ingesteld. Dat er geen sprake
is van aantasting der autonomie b'eek uit de
-edevoeringen van de heeren De Wilde en
Oud. Gemeenten ztln niet anders dan orga
nen van het R'ik. Van een belastingstrijd kan
hier geen sprake zijn.
De minister spreekt de hoop uit, dat de
'oorgestelde wet tot stand zal komen.
Daarna wordt de vergadering verdaagd.
De correspondent te Zürich van het Hbld.
seint, dat H. M. de Koningin in het begin
van Mei, in gezelschap van prins Hendrik,
voor vacantieverblijf naar Montana in Wallis
zal gaan en op de doorreis in Bern een be
zoek zal brengen aan den Bondsraad.
De op 3 Mei bepaalde ontvangst zal, in-
gevogle den wensch van de koningin, zeer
eenvoudig en zonder eenige ceremonie plaats
hebben. Het programma, dat nog niet in
bijzonderheden is vastgesteld, zal zich bepa
len tot een kort bezoek in het pariemènts-
gebouw en het tegenbezoek van een delega
tie uit den Bondsraad aan het Nederland-
sche gezantschap, y
Overigens zal de koningin incognito rei
zen, zoodat er geen feestelijke ontvangst aan
het station zal zijn.
Prins Frederik Christlaan van Saksen, heeft
met zijn gemalin Elisabeth Helena geb. prin
ses von Thum und Taxis een bezoek gebracht
aan de H. Landstichting te Nijmegen.
De gezant der Vereenigde Staten van
Amerika, the Hon. Richard M. Tobin, zal
30 April en 1 Mei a.s. weder een officieel
bezoek aan Amsterdam brengen, vergezeld
van den Naval Attaché Commander R. R.
M. Emmet.
Door de Staatkundig Gereformeerde Par
ty zullen, naar de „Rott." meldt, voor de
Tweede Kamer de volgende candldaten wor.
den gesteld.
1. Ds. G. H. Kersten, Rotterdam; 2. ds.
P. Zandt, Delft; 3. ir. C. N. van Dis, Rotter
dam; 4. E. Kuyk, Amsterdam; 5. A. J. Ker
sten', Rotterdam; 6. J. W. van Houdt, Her-
kingen; 7. D. Kodde, Zoutelande; 8. ds. A.
van der Kooy, Kampen; 9. D. van Leeuwen,
Alphen aan den Rijn; 10. C. B. van Woer
den Akkrum; 11. A. Hoogendyk, Zeist; 12.
B. J. van Putten, Kampen; 13. W. van der
Vate, Rhenen.
Dr. Ritter contra prof. v. Embden
Dr. P. H. Ritter Jr., hoofdredacteur van
het Utr. Dbl., schrijft in zijn blad, dat dr.
Van Embden in zyn jongste antwoord niet
heeft voldaan aan het verzoek om zyn be
schuldigingen in de Eerste Kamer buiten
de parlementaire onschendbaarheid om te
herhalen in een vorm die gerechtelyke
vervolging mogelijk maakt.
De heer Ritter sommeert daarom prof.
van Embden zijn beschuldiging „in den
door hem aangegeven vorm" publiek te her
halen.
Omstreeks 6 uur Dinsdagmiddag was een
vliegtuig type C 6, uit Soesterberg, dat voor
schietoefeningen te Den Helder was, genood
zaakt een landing op het strand te Texel te
maken.
Het toestel kreeg bU deze landing eenige
i schade.
De vlieger, de heer Viruly, en de waarne
mer, de heer Postma, die beiden uit Soes
terberg voor een week in Den Helder gede
tacheerd waren, bekwamen geen letsel,
doch moesten den nacht op Texel doorbren
gen, daar geen verbinding met den vasten
wal meer kon verkregen worden.
Gistermorgen zyn manschappen van het
detachement met reserve-onderdeelen naar
Texel vertrokken, om hulp te verleenen.
De mail van Australië per Engelsch s.s.
„Mongolia" en die van Indië en China per
Engeslch s.s. „Malwa", wordt Vrijdag 26
April resp. 8 en 4 uur v.m. te Marseille ver-
wacht.
terwijl een auto van de benzine -maatschappy
„Texaco" hem achterop reed. Op het laatste
moment week de man verkeerd uit, waardoor
de auto hem raakte en de man tegen den
grond werd geslingerd. Met een hersen
schudding werd de ongelukkige in bewuste-
loozen toestand in een nabyzy'nd woonhuis
naar binnen gedragen. Daar is hy aan de
gevolgen overleden.
Te München heeft dezer dagen de behan
deling plaats gehad van een contra-proces
tegen zekeren dr. Aigner aanhangig gemaakt
door den bekenden Katholieken publicist en
schrijver over Theresia Neumann, Friedrich
Ritter von Lama.
Dr. Aigner had zich beleedigd gevoéld
door uitlatingen van Ritter von Lama in de
„Bayer-Kurier," waarin von L. gezegd
had, dat hij dr. Aigner niet tot de ernstige
en eerlijke tegenstanders kon rekenen, inzake
de kwestie-Konnersreuth.
Lama had een tegenklacht ingediend, wijl
dr. Aigner, volgens de communistische
„Neue Zeitung" te Jena, het boekje van
Lama over Konnersreuth als een bewijs
van geestelijke en moreele onvolkomenheid
betiteld had, dat op verdraaiing der waar
heid en misleiding van het Katholieke volk
uitliep, aldus de Maasbode en het blad ver
volgt:
Dr. Aigner was bij de behandeling van het
proces zoo vriendelijk wel te willen verklaren
dat hij „noch bij Theresia Neumann, noch bij
de Katholieke Kerk een opzettelijk bedrog
aanneemt." Met een aantal andere artsen
(die zich even gemakkelijk van de zaak af
maken) was hij van meening, dat van ee»
pathologische stigmatisatie door autisuggestie
bij Theresia Neumann moest gesproken
worden (gelijk men weet, is nog door geen
enkelen deskundigen het wetenschappelijk
bewijs hiervoor geleverd
Ritter von Lama verklaarde, dat hij dr.
Aigner sinds tientallen van jeren, wat zijn
opvatting inzake het begrip „wonder" betreft,
niet als een eerlijken tegenstander kon
beschouwen.
Zeer belangrijk was, naar de Msb. meldt,
hetgeen dr. Seidl van Waldsassen, die, zoo
als men weet, Theresia Neumann sinds,
jaren behandelt, volgens de „Bayrische
Kurier," onder eede verklaarde.
Hij zeide o.a.:
„Theresia Neumann bloedt uit de handen,
de voeten, hoofd en hartstreek en sinds
Goeden Vrijdag van dit jaar
ook aan den schouder. De won
den zijn echt. Daar over hoeft geen woord
verspild te worden. Wonden in chirurgischen
zin zijn de stigmata niet, maar plaatsen, die
bloeden en met een korst bedekt zijn. Ik
heb zooiets nog nooit gezien. Het bloeden
van den schouder heb ik zelf waargenomen.
De geeselwonden (die er ook
met Goeden Vrijdag van dit jaar bijgekomen
zijn, Red. Msb.) heb ik niet zelf gezien.
Het op Vrijdagen optredende bloeden komt
absoluut en volkomen spontaan."
Dr. Seidl gaf dan een beschrijving van de
onzen lezers reeds bekende 14-daagsche ob
servatie van Theresia Neumann, onder zijn
leiding door vier zusters, op last van het
bisschoppelijk ordinariaat te Regensburg
verricht.
„Een voedselópname in deze veertien dagen
is volkomen uitgesloten," verklaarde dr.
Seidl. „Theresia Neumann, de groote vrien
din van haar vogels en visschen, mocht niet
eens zelf haar aquarium leegmaken. Het
mondspoelwater werd vóór en na het gebruik
gemeten. Als ik thans het onderzoek nog
eens moest verrichten, kon ik het niet anders
doen. Ik stond met vooraanstaande specialis
ten op het gebied der stofwisselingsleer te
München in verbinding."
Justizrat dr. Warmuth (advocaat van Ritter
von Lama): „Is het juist, dat een poging is
gedaan, om de wonden te genezen?"
Dr. Seidl„Ik heb de wonden met een
van prikkelende stoffen volkomen vrije
leemaardezalf behandeld. Het gevolg was,
dat zich zulke pijnen en zwellingen voor
deden, dat, ondanks mijn bevel om het ver
band niet te verwijderen, pastoor Naber
aan Theresia Neumann op haar verzoek toe
stond, het verband weg te nemen.
De niet-prikkelende zalf irriteerde opval
lend. Ik acht noch pastoor Naber, noch
Theresia Neumann tot een leugen in staat.
Pastoor Naber is een studievriend van mij.
Men kan beiden slechts het beste getuigenis
geven. Ik ben van nature een scepticus.
Justizrat Warmuth „Wordt er van den
kant van Theresia Neumann iets gedaan
om uit de gebeurtenissen profijt te trekken?"
Seidl: „Integendeel. Men gaat bijna te ver
in terughoudendheid. Wanneer men be
denkt, hoe allen van omstandigheden
profiteeren, heeft dezt fami'ie voor zich
vo'strekt niets. De zusters hebben indertijd
niet kunnen waarnemen, dat zij iets aan
neemt. Wanneer de Neumann's geld wilden
hebben, konden zij het in eiken vorm krijgen!
De Neumann's hebben hun huis vergroot.
Hét huis was absoluut onvoldoende. Werk
plaats en slaapruimte waren ineen. Som-
migen sliepen onder het dak. Voor de onver-1
mijdelijke kleine verbouwing nam vader Neu
mann geld op van de Raffeisenverein en van
zijn zuster in Waldsassen."
Warmuth: „Heeft het ordinariaat te Re
gensburg de zaak-Konnersreuth in de hand
gewerkt
Seidl „Integendeel." Het ordinariaat te
Regensburg was aanvankelijk volstrekt er
tegen. Men liet zich echter te weinig met de
zaak in en was zoodoende ook te onoplettend.
Thans is het bezoek zeer beperkt en slechts
met bisschoppelijk verlof toegestaan. Het
ligt waarlijk niet in de bedoeling van het
ordinariaat, van Konnersreuth een bede
vaartsplaats te maken."
Advocaat Diess (vertegenwoordiger van dr.
Aigner)
„Leed Theresia Neumann in November
1920 aan een blindedarmontsteking
Seidl: „Er wordt beweerd, dat er misschien
toentertijd toch geen blindedarmonsteking ge
weest is. Maar zonder twijfel was het blinde
darmontsteking. Dat heb ik zeer nauwkeurig
objectief vastgesteld. Zij stond vlak voor het
•doorbreken.
Theresia Neumann wilde zich op mijn ver-
Zoek ook werkelijk laten opereeren. „Ik wil
den wil Gods volbrengen," zeide zij. Ik heb
daarop in Konnersreuth nog twee andere
bezoeken verricht en ben toen snel per auto
naar Waldsassen teruggereden om de voor
bereidselen voor de operatie te treffen.
Daar komt de dienstbode mij tegemoet met
de woorden: „Er is geen operatie meer
noodig. Theresia is weer gezond en is naar
de kerk gegaan."
Den dag daarop kwam Therese zelf bij mij
in Waldsassen (7 kilometer) per postauto.
Zij vertelde: U bent heengegaan dokter.
Moeder heeft toen vreeselijk gehuild. Ik
heb den pastoor gevraagd, of het een zonde
was, wanneer ik aan de heilige Theresia
van het Kindje Jesus vroeg mij te helpen
(door haar voorspraak bij God). Neen, zeide
deze. Ik heb gebeden en plotseling besloot
ik naar de kerk te gaan."
Dr. Seidl verklaarde nog ten bewijze van
de juistheid zijner blindedarmdiagnose: 's
Nachts had er bij de patiënte een doorbraak
met afgang van bloed en etter langs den endel
darm plaats. Had Theresia Neumann uit de
zaak zelf een wonder willen maken, dan
had zij dat alles verzwegen.
Wanneer ik mij in deze diagnose zou ver
gist hebben, dan zou ik er in mijn leven geen
enkele meer durven maken."
Op verdere vragen verklaarde dr. Seidl nog,
dat het ordinariaat te Regensburg hem niet de
geringste voorschriften had gegeven. Het had
hem verzocht, het onderzoek van Therese
Neumann te verrichten. „Ik stemde toe,
op voorwaarde, dat de zusters mij alleen
gedurende al de veertien dagen te gehoor
zamen hadden en tegen iedereen tot het
strengste stilzwijgen verplicht waren. Ik
heb mijzelf competent geacht, op den laatsten
der veertien dagen prof. dr. Ewald bij het
onderzoek te betrekken, om een vakman
voor den toestand der zenuwen te hebben.
Het ordinariaat te Regensburg gedroeg zich
heel objectief; anders had ik mij niet met de
zaak ingelaten."
Op een desbetreffende vraag van dr. Aigner
verklaarde Seidl nog: „Het verschijnsel Kon
nersreuth kan men medisch niet verMaren.
Wil men Konnersreuth verklaren, dan moet
men het beschouwen in zijn totaliteit. Wat
medisch opgehelderd kan worden, moet
medisch opgehelderd worden. Nog nooit in
de geschiedenis is waargenomen, dat een
gestigmatiseerde zoo 'nauwkeurig onderzocht
is als Theresia Neumann. Als arts, als Katho
liek en als mensch heb ik de overtuiging, dat
de Kerk door de waarheid het beste gediend
wordt. Natuurwetenschappelijk moet alles
gedaan worden, wat men doen kan. Maar
dan ook dat slechts, wat de wetenschap doen
kan. De medische wetenschap kan echter
de verschijnselen van Konnersreuth niet
verklaren."
Justizrat Warmuth: „Maken de ouders, of
het ordinariaat moeilijkheden om de stof
wisselingskwestie op te lossen?"
Seidl: „Het ordinariaat op geenerlei wijze.
Het wenscht veeleer het onderzoek. Maar er
zijn (zoo verklaarde dr. Seidl ter motiveering
van het ouderlijk verzet tegen het onderzoek
van Theresia Neumann in een Miniek) door
artsen buitengewoon onhandige uitlatingen
gedaan, als: „met die spelen we het wel
klaar," of „dan geven we inspuitingen."
Tot zoo ver dr. Seidl. In zijn slotrede wees
Justizrat Warmuth er op, dat dr. Aigner, de
atheïst en zijn methoden juist uit zijn harts
tochtelijken strijd tegen Lourdes bekend zijn,
zooals hij slechts van „volksbedrog in Lour
des" spreekt. 1
Gisteren Is een personentrein, die te 10
uur uit Lochem naar Deventer vertrok,
even voor Laren (Gld.) ontspoord. De ma
chine viel om op het land naast de tram
baan.
De machinist kon zich tydlg redden.
Een personenwagen, waarin 30 passagiers
zaten, werd gedeelteiyk vernield. Persoon-
lyke ongevallen kwamen ook daar niet voor.
De machinist bluschte met zand het vuur
in de machine.
De passagiers werden met materieel uit
Laren en Lochem verder vervoerd.
De trambaan is thans voor het verkeer
weer vrygemaakt.
Ook de reddingboot „Schuttevaer" is weer
naar Nederland teruggebracht en te Rot
terdam te water gelegd In de Blaak, waar
het vaartuigje vry veel belangstelling trekt.
Te Amsterdam is gisternacht ingebroken
in de sigarettenfabriek van den heer J.
van Kerckhof, in de Spuistraat.
De dieven hebben gepoogd de brandkast
open te brèken, doch zyn daarin niet ge
slaagd. Ze moesten zich tevreden stellen
met een klein bedrag aan geld, dat ze el
ders vonden. Verder hebben ze alle daartoe
in aanmerking komende lokalen van de fa
briek doorzocht, maar niets anders van hun
gading gevonden, dan dertig doosjes siga
retten.
Het achtjarig zoontje van den heer Z. te
Wervershoof werd bij het oversteken van
den ewg door den auto van den heer v. d.
O. overreden. Het ventje is kort daarna aan
de gevolgen overleden.
De koetsier ernstig gewond
Op de Oude Schans te Amsterdam is giste
ren een met paard bespannen wagen te wa
ter geraakt. Het ongeval moet worden toe
geschreven aan het feit, dat het paard schrok
doordat twee spelende jongens met een
auto-ped, komende van de Snoekjesgracht,
plotseling langs het paard schoten. Paard en
wagen, en ook de koetsier, de 25-jarige Frans
Heinslus kwamen in het water terecht. De
koetsier geraakte bovendien bekneld tusschen
den bok en ten woonschuit, die naby den
wal lag. Door voorbijgangers werd de man
uit zijn benarde positie bevrijd. Hy had ver
schillende hoofdwonden bekomen en was be
wusteloos toen hy op den wal getrokken werd.
In vry ernstigen toestand werd hij naar het
Binnengasthuis vervoerd. Het paard had den
zwaar beladen wagen op het lichaam gekre
gen en was daardoor bijna onmiddellijk ge
stikt. De reddingwagen van de brandweer
trok onder groote belangstelling van het pu
bliek den vrachtwagen en het paardencada-
ver op het droge. De wagen, die met auto-
onderdeelen beladen was, was eigendom van
de firma Helsioot. aan de Zanddwarsstraat te
Amsterdam.
Gistermiddag is te Oosterbeek-Laag de car
tonnagefabriek aan den Klingelbeekscheweg
totaal afgebrand. Onmiddellyk na het uit
breken van den brand waarschuwde men het
personeel van de Wennex-chloorfabriek, die
op eenigen afstand van de cartonnagefabriek
is gelegen. Aan blusschen viel echter niet
te denken. Ook de Oosterbeeksche brandweer
stond machteloos tegenover de vuurzee. Men
bepaalde zich tot het nathouden der Chemi
sche fabriek de „Byenraat", die naast de
brandende fabriek staat.
Naar wy nader vernemen is hier sprake
van de cartonnagefabriek „Oosterbeek" te
Oosterbeek" te Oosterbeek-Laag.
De fabriek, die 40 man personeel omvat,
is nagenoeg geheel uitgebrand. De oorzaak is
onbekend. Verzekering dekt de schade.
De wasproductenfabriek „De Bijenraat"
vatte eveneens vuur, doch kon worden be
houden.
Gisteren geraakte een 3-jarig jongetje spe-
enderwyze in de rivier de Berkel. Toevallig
passeerde dr. Schey. HU sprong het knaapje
na en wist hem boven te brengen. Hy paste
geruimen tyd kunstmatige ademhaling toe
en mocht er in slagen de levensgeesten weder
op te wekken.
Glsterenm.aiiag reed de 69-jar.ge A. V., op
;yn rijwiel van Hilvarenbeek naar Dlessen,
geeft menige huisvrouw en dienstbode ruwe
en roode werkhanden. Deze worden weder
om spoedig gaai, zacht en blank door Purol
De Minister van Financiën brengt ter
kennis van belanghebbenden, dat de Com
missie van deskundigen voor de samen
stelling van de prijscourant ter berekening
van het invoerrecht op versch of gekoeld
vleesch in hare vergadering van 23 dezer
bedoelde pryscourant heeft, vastgesteld als
volgt: Rund- en kalfsvleesch, versch of ge
koeld, 100 K.G. 85, Paardenvleesch, versch
of gekoeld, 100 K.G. 50.
Gedurende de maand Mei 1929 zal mits
dien het Invoerrecht voor de hierboven be.
doelde vleeschsoorten bedragen 10 procent
van de hiervóór vermelde waarden.
VI
Men schryft ons:
Er worden in de Radiobode van den
A.V.R.o. tegenwoordig rekensommetjes ge
maakt.
De schrijver, die zich teekent W. V., weet
precies, wat de K.R.O. uitzendt en wat er
van die uitzendingen katholiek is of wat al
gemeen genoemd moet worden.
De bedoeling is duideiyk. „Waarom een
Kath. Radio-Omroep? Het meeste, wat hij
uitzend, valt onder de rubriek „algemeene"
onderwerpen, die wy even goed zoo niet
beter kunnen uitzenden dan hij.
Het zou dus het beste zijn ais er een al
gemeen programma ware, door ons natuur-
lyk verzorgd, en dat het speciaal Katho
lieke, b.v. 9 pCt. door den K.R.O. werd uit
gezonden."
Mooi geredeneerd. Als het maar Juist was.
Ie. wy achten den heer W. V. allerminst
compenent om uit te maken, wat onder da
rubriek Katholiek valt of niet. En met den
heer W. V geheel het liberale A.V.R.O.-be-
stuur. Menschen, die de katholieke mentali
teit niet bezitten kunnen daarover niet oor-
deelen. En om u eens duidelijk te maken,
wat ervan terecht zou komen, als zy moe
ten bepalen, wat tot de algemeene rubriek
behoorde, het volgende:
't Is eenigen tyd geleden, dat van de zyde
van den A.V.R.O. ons werd voorgesteld, ge
noegen te nemen met een algemeen pro
gramma. Er was toch zooveel, wat daartoe
kon gerekend worden eneen van de
eerste rubrieken, die onder het algemeen
programma zou kunnen vallen, was, n-b.
„Het Kinderuurtje!!!"
Waar dit ln ernst werd voorgesteld, be
hoeft het wel geen verder betoog, dat deze
menschen. hoe goed zy het ook mogen be
doelen, niet oordeelen kunnen over wat ia
het uit te zenden programma katholiek is of
niet. Maar tevens biykt hier duidelyk uit,
aan welk gevaar wy ons blootstellen als wij
op een algemeen programma zouden in
gaan.
2e. De schryver in de Radiobode is in zijn
redeneering eenigszins verwarrend. Immers
wy ontkennen volstrekt niet, dat In een al
gemeen programma een tameiyk groot ge
deelte zou kunnen uitgezonden worden,, dat
wy tot ons katholiek programma rekenen.
Dit is vooral op het gebied van de kunst.
Veel wat Katholieke kunst is, wordt byzon-
der geapprecieerd ook door niet-katholieken.
Er is n.l. wel geen enkele omroep in ons
land, die niet dikwyis zelfs programma's
heeft, op het gebied van de kunst zoo goed
als geheel katholiek zyn. Maar de roeping
van de Katholieke Radio is niet om die ka
tholieke kunst aan een ander ter uitzending
over te laten, maar ze zelf als het heeriyke
erfdeel der vaderen en als de nieuwe loten,
die ontspruiten op den eeuwen-bloeienden
boom der katholieke kunst, zelf ter ontwik
keling en volksveredeling onder de menigte
te brengen. Kon zij dit niet, dan zou zy deze
rubriek kunnen overlaten aan anderen, als
hulpmiddel tot het bereiken van dat doel.
Maar zy kan het wèl en dat onder alle
opzichten. En daarom behoeft die katholieke
kunst niet ondergebracht te worden ln een
algemeen programma.
De geachte heer W. V. keert de zaak om
wij zyn in possessie, en het is aan ons,
niet aan hem of zyn vereeniging te bepa
len, wat bij een algemeen programma be
hoort en wat wy als speciaal katholiek be
schouwen.
3e. De heer W. V. schynt nog maar steeds
niet te begrijpen, dat er een speciale katho
lieke cultuur bestaat, die zich niet alleen uit
strekt c-^or het godsdienstig leven van onze
menschen, maar over het geheele leven der
Katholieken.
Wy weten heel goed, dat er geen katho
lieke rekensommetjes bestaan, maar toch
willen wij, dat onze kinderen de rekensom
metjes maken op katholieke scholen en ge
leerd door katholieke onderwyzers.
wy weten ook, dat in de blaaen de be-
schryving van een spoorwegongeluk niets te
maken heeft met den katholieken gods
dienst, maar wy willen niet, dat onze men
schen haar lezen b.v. In het lyfblad van
den A.V.R.O- „De Telegraaf".
Om diezelfde reden voelen wy er letteriyk
niets voor om een algemeen nev-
traal programma te hebben in du
radio, omdat wy de onzen willen
hebben in onze eigen katholieke sfeer, eft
die sfeer het geheele leven omvat van den
Katholiek. Voor ons bestaat er geen schei
ding tusschen wetenschap of kunst of wat
dan ook en onze levensbeschouwing.
Zij maken met ons één katholieke cultuur
uit, waarmede wy 19 eeuwen lang de ontwik
keling en beschaving gediend hebben op
alle terrein.
Wij begrijpen heel goed, dat dit alles aen
schryver in de Radiobode niet zoo helder A
als ons, en dulden hem, dat niet ten kwade,
maar wat ons wel onaangenaam aandoet, is
dat men van die zijde nog altyd tracht ons
katholiek volk wys te maken, dat onze le
vensbeschouwing, zoo diep ingrypend ln het
godsdienstig en maatschappeiyk leven, in
tweeën gescheiden kan wordsn. Eén gedeelte
zooals men zich op de A.V.R.O. uitdrukt „in
dienst van het Vaticaan,', en een ander ge
deelte in dierst van de Neutraliteit.
En omdat enze levensbeschouwing één is,
daarom ook is er voor ons maar één radiopro
gram „HET KATHOLIEKE" - - dat uit zich
zelf al „algemeen" genoeg Is om er nog een
ander algemeen op na te houden.