GEWELDIGE BRAND IN DE KIPSTRAAT TE ROTTERDAM 1 mst TWEEDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT MAANDAG 29 APRIL 1929 BLADZIJDE 1 meubelmagazijnen van Piet van Reeuwijk en vele belendende perceelen worden een prooi der vlammen Een geweldige vuurzee Moeilijk reddingswerk De brandweer stond vrijwel machteloos Enorme schade KERKNIEUWS Honderd jaar Pause lijke Internuntiatuur -- - T"J ■ptr 5R- Het Ned. College te Rome Woensdag X Mei a.s. zal het eeuwfeest der Pauselijke Internuntiatuur te 's-Graven- hage herdacht worden. Immers op X Mei 1829 werd Mgr. Capaccini door Koning Willem I in plechtige audiëntie ontvangen ter over handiging van zijn geloofsberieven als Pau selijk Internuntius. In verband met dit eeuwfeest publiceert de Maasbode een historische schets, waarin de „histoire intime" van de internuntiatuur beschreven wordt en waarin enkele onbe kende détails omtrent de oprichting der internuntiatuur naar voren worden gebracht. Bijzonder is daarbij het schrijven van den minister van buitenlandsche zaken Verstolk van Zoelen aan koning Willem I van 29 April 1829. dat tot dusver nog niet werd gepu bliceerd. Dit schrijven luidt volgens het blad aldus: AAN DEN KONING. Brussel, den 28en April 1829. Exh. 29 April 1829 la. Z9 Geheim. Ik heb de eer hiernevens aan Uwe Maje steit, met de vertaling, aan te bieden den Italiaanschen geloofsbrief van den heer Capaccini als Internuntius, mij door denzcl- ven gisteren werhandigd, en welke door den Secretaris van Staat Kardinaal Albani aan mij gerigt is. Daar het diplomatiek karakter geene dadelijke werkzaamheid medebrengt in den Staat bij welken een diplomatiek persoon geaccrediteerd is, ware het wenschelijk ge weest, dat de woorden „changer en mission diplomatique" en „mission diplomatique" uit dien brief waren weggelaten als kun nende Uwe Majesteit Mgr. Capac-cini niet als diplomaat toelaten tot de uitvoe ring van het Concordaat. Intusschen laat zich zulks verdedigen, door de omstandig heid, dat het karakter van Internuntius zoo wel eene diplomtieke als een geestelijke be trekking in zich bevat, op welke dubbele be- DE BRAND IN DE KIPSTRAAT TE ROTTERDAM Omstreeks 12 uur Zaterdagavond was het blusschmgswerk m vollen gang. De helle gloed van de vlammen verlichtte de omgeving. Een kiekje op een der bedreigde punten, terwijl de brandweer met 15 stralen het vuur aanpakt. DE BRAND TE ROTTERDAM Toen het vuur bedwongen was, konden dc bewo ners van de omliggende huizen, die uit angst voor de naderende vlammen hun woningen in allerijl verlaten hadden, weer naar huis terugkeeren. Omstreeks kwart voor elf Zaterdagavond is een geweldige brand uitgebroken in de meubelmagazijnen van de firma Piet van Reeuwijk aan de Kipstraat te Rotterdam. In een oogwenk stond het gebouw van onder tot boven in lichter laaie en het liet zich reeds terstond aanzien, dat het redde loos verloren was. Na enkele oogenblikken kwam de brand weer met groot materiaal. De vlammen laaiden hoog op en tastten de naburige per ceelen aan, welker bewoners in allerijl moes ten vluchten. Het vuur breidde zich naar alle kanten uit en het was alsof er geen brandweer bestond. De brand werd door een voorbijganger, den heer Piiipse ontdekt. Even later kwam een heer met een kind in de armen naar buiten snellen en riep den heer F. toe, dat er nog een kind boven was. De heer F. moest van wege den dichten rook terugkeeren. Een ander was hem echter voor geweest, zoodat het tweede kind nog gered werd. Van een der naburige panden moest een vrouw worden natgespoten, om te voorkomen, dat haar klceren vlam zouden vatten. Zij werd via een ladder in veiligheid gebracht. Om ongeveer 25 minuten na twaalf uur stonden 10 perceelen in brand. De geweldige vlammenzee kleurde de lucht rood en ver in den omtrek kon men den ros- ligen gloed zien. Met donderend geweld stortten de panden m en stukken hout vlogen over de straat. De brandweer bleef inmiddels met volle tracht het vuur bestrijden, en omstreeks 2 aur had het vuur dan ook al veel van zijn tracht verloren. Verschillende autoriteiten waren aanwezig, terwijl honderden Rotterdammers dit niet tlledaagsche geval van brand aanschouwden. Er werd groote verwoesting aangericht, die grootendeels door verzekering wordt gedekt. Omstreeks half drie was de brandweer het vuur meester, hoewel het perceel van de fa. Nieland nog in lichter laaie stond. Tegen flrie uur minderde het vuur ook hier. De taak van de brandweer was echter nog niet ten einde, want voortdurend kwamen er weer vlammen uit de puinhoopen te voor schijn. Om 4 uur ontdekte men in de Kipstraat op het wegdek groote bulten. Men vreesde, dat de daaronder geelgen electrische kabel zou kunnen breken, waarom de politie met schijn werpers op het terrein van den brand ver- scheen Om 5 uur kon een groot gedeelte van het materiaal inrukken en werd de nablussching opgedragen aan 2 motorspuiten en een 3-tal handspuiten, terwijl om 8 uur slechts een motorspuit achter bleef. Het 70 X 70 meter groote terrein is thans _een groote puinhoop. Van den winkel aan de Kipstraat staan alleen nog énkele brokstuk ken en eenige tusschenmuurtjes overeind. De oude school aan de Breedestraat, die volge pakt was met meubelen is totaal uitgebrand. Ook de overige pakhuizen aan de Breede straat zijn vrijwel geheel uitgebrand. Het huis op den hoek van de Korte Vranken- straat en de Kipstraat, waar een vogelhan- del gevestigd is, bleef gespaard, evenals de daarachter liggende distilleerderij van de fa. Pollen. Men mag van geluk spreken, dat deze distilleerderij, die van twee kanten door het vuur werd aangetast, door de brandweer kon worden behouden, daar hier een groote hoeveelheid spiritualiën lag opgeslagen. Waren ook deze een prooi der vlammen ge worden, dan had de ramp nog grootere afme tingen aangenomen. In totaal is er gewerkt met 45 stralen. 5000 meter slangen moesten worden uitgelegd. De oorzaak van den brand is nog niet bekend. De opgeslagen meubelen waren voor 4 ton verzekerd, terwijl de gebouwen verzekerd waren voor 200.000. Dc belangstelling was Zondag buitenge woon groot. Reeds Zondag werd een gedeelte der muren omver gehaadl. Het tramverkeer was nog gestagneerd. Het personeel der firma v. Reeuwijk, dat nogal talrijk is, is door den brand werkloos geworden. De schade, door den brand aangebracht, is waarschijnlijk grooter dan de verzekerings- som en wordt geschat op ongeveer 800.000. Angstige looneelen Omtrent het ontdekken van den brand en de angstige oogenblikken die zich bij de red ding der bewoners hebben voorgedaan, deelt de „Msb." nog het volgende mede: De heer Filipse, zaken doende aan de Kip straat, kwam om circa half elf uur langs de winkel-magazijnen van de N.V. van Reeu- wijk's Meubelfabrieken, toen hij plotseling achter in de kolossale winkelruimte de kassa in brand zag staan. En juist toen hij alarm wilde maken, door aan de bel te trekken van de verdieping boven de winkelruimte, stormde een heer met een kind op zijn arm reeds naar beneden, luide roepend mijn heele huis staat in brand" en „er zijn nog men- schen boven". De heer Filipse liep terstond de trappen op, daar hier vlug ingrijpen de eenige redding beteekende. In 'ttrappengat stond reeds danig veel rook en juist toen hij de tweede verdieping wilde opgaan, kwam een vrouw naar beneden gestormd eveneens met een kind op haar arm. Zij hadden geen minuut later moeten komen, of de rook zou hun zeker belet hebben een verderen uitgang te vinden. De heer Filipse, het werd hem onmogelijk gemaakt verder het huis in te gaan, haastte zich weer naar beneden, waar hem door ge schreeuw en geroep van buitenstaanders werd kenbaar gemaakt, dat zich nog njper personen in de woning bevonden. Boven in het woonhuis stond nog 'n vrouw voor de ramen, wanhopige pogingen te doen DE GEWELDIGE BRAND IN DE KIP STRAAT TE ROTTERDAM Op den vroegen Zondagmorgen bleek er van de perceelen aan de Kipstraat te Rotterdam, waai Zaterdagavond en in den nacht een geweldige brand had gewoed, slechts bitter weinig te zijn overgebleven. De bovenstaande foto laat de ruïne van hef complex zien. Slechts kale berookte muren toonen de plaats waar dc huizen hebben gestaan. Den geheelen dag heeft de plek van den brand duizenden belangstellenden getrokken. om zich het leven te redden. Inmiddels waren verschillende spuiten reeds aangerukt en het eerste werk gold het nathouden van het pand, waarin de vrouw zich bevond. Later is gebleken, dat het 'n dienstmeisje was van de familie van Reeuwijk. Brandweerlad ders werden uitgezet en nog juist bijtijds kon de vrouw uit haar benarde positie worden ge- Deze geweldige brand, die door de panden, waarin hij woedde en 't daarin opgestapelde materiaal naar buiten een des te heftiger karakter had, was op vele punten in de stad te zien. Zelfs uit de op Rotterdam aanstoomende treinen bemerkten de reizigzrs den vuur gloed, die telkens hoog oplaaide en af en toe den indruk maakte, dat er een .heele wijk in brand stond. Hierdoor werden uit alle deelen van de stad de belangstellenden getrokken, ook nog toen men er reeds op begon te rekenen, dat de brand zijn hoogtepunt had bereikt. Van alle zijden stroomden de menschen toe. Fietsers, motorrijders en automobilisten togen allen in dezelfde richting, naar de Kip straat toef door him snelheid de talrijke voetgangers hier en daar tot een draf prik kelend. De Zaterdagavond, die in de omgeving van de Hoogstraat toch al rumoerig is, werd het door dezen toeloop bijzonder. In den vierhoek Groote Markt, Oostplein, Nieuwe Markt en Nieuwe Haven heerschte af en toe een ware cacophonie. Belgerinkel van fietsers, 't getoeter van auto's klonk naar geestig door de straten, die door de gesloten winkels een doodsch aanzien hadden, maar gevuld waren met een woelige menigte, welke op sommige plaatsen muurvast stond en in gespannen aandacht het indrukwekkende schouwspel volgde. Nu en dan klonk de sirene van een aan stormende motorspuit of het geratel van een handspuit of ladderwagen. En dan was er verder het monotone gezoem der af en aan komende kijkers. De brand bood een prachtigen aanblik. In de nauwe spleet van de Kipstraat leverden de dikke rook- en stoomwolken, de telkens uiteenbarstende vlammengloed, de vonken regen en de strakke stralen der koortsachtig werkende spuiten een aanblik, die slechts op de film geëvenaard wordt. Op de Nieuwe Markt had het schouwspel daarentegen weder een geheel ander aspect. Het torentje van de gemeentebibliotheek werd omdwf*- reld door een dichten vonkenregen, waar doorheen het schijnsel van het vuur speelde. En over den Goudschesingel hing een won derlijke gloed, waartegen de silhouetten van de panden van Bervoets en Roos v. d. Kolk telkens eigenaardig afstaken. Ook hier stonden talrijke kijkers, die bijwijlen den eindeloozen vonkenregen voor hun voeten zagen neerdalen. Tot laat bleef het buitengewoon druk, natuurlijk vooral in de directe omgeving van de brandende gebouwen. Op het terrein van den brand was de be langstelling van de zijde der autoriteiten eveneens groot. In den loop van den avond verschenen daar de wethouders, vele ge meenteraadsleden, de burgemeester, de hoofdcommissaris van politie, functionarissen der verschillende gemeentelijke diensten etc. Onder de toeschouwende menigte deden uiteraard verschillende verhalen de ronde over menschen, die in het vuur om het leven gekomen zouden zijn. Deze verhalen bleken echter gelukkig niet waar te zijn. Menschenlevens zijn bij den brand niet te betreurt trekking in den brief van den kardinaal Albani welligt bedoeld wordt met de woor den mission extraordinaire et diplomatique, en ik geloove dat deze benaming in allen ge val van te weinig belang-is, om er zich aan te laten gelegen liggen. Op de bijvoeging, lorsqu'il sera dans le temps l'exécuteur du Concordat, zoude zijn aan te merken, dat men hier van de uitvoering van het: Concor daat spreekt als van iets, dat onzeker is, en eerst in het vervolg zal plaats hebben, maar ook deze zinsnede houde ik niet van genoeg zaam belang, om er zich bij op te houden. Bij de overhandiging van dien geloofs brief, heeft' Mgr. Capaccini mij zijne be vreemding betuigd, dat dezelve niet aan Uwe Majesteit gerigt was. Zulks is ongetwijfeld eene vergissing bij de Romeinsche Kanselarij en bij den kardinaal Albani, die niet zeer met de behandeling vandagelijksche zaken be kend schijnt. Intusschen, dunkt mij, dat deze dwaling meer ten nadeele strekt van den Pauselijken Stoel, dan van de Nederlandsche regeering. Want er ligt in opgesloten, dat het 1 standpunt Uwer Majesteit hooger is dan van den Paus, die zich ditmaal door iemand met den rang van Internuntius, die als zoodanig aanspraak heeft om inmiddellijk aan Uwe Majesteit gerigt te worden, bij mij te accre- diteeren, als het ware met het Departement van Buitenlandsche Zaken gelijk stelt, welke aanmerking naar mijne gedachte niet ge heel wordt weggecijferd door de tegenwer ping, dat de geloofsbrief niet door den Paus, maar door den Secretaris van Staat getee- kend is, en geacht kan worden in haar ge heel te blijven door de hooger waardigheid van Internuntius, gelijk-staande, met die der diplomaten van den tweeden rang, die geens zins bij den Minister van Buitenlandsche Za ken, maar bij den Souverein zeiven geaccre diteerd worden. Het is ook mogelijk, dat daar de Heer Capaccini bij zijne aankomst hier te lande reeds bij Uw Majesteit zelve is ge accrediteerd geworden, men het te Rome voor minder noodzakelijk heeft gehouden, om hem' andermaal met eenen brief voor Hoogstdenzelven te voorzien, en gemeend heeft, dat het voldoende was mij van de tegenwoordige wijziging zijner zending ken nis te geven. Naar deze beschouwing vereenig ik mij gereedelijk met het gevoelen van Mgr. Capaccini, dat de zaak kan gelaten worden i, «sft iSL- 5JB" y v. zooals zij is, te meer uithoofde men toch met weten kan, of bijaldien er een nieuwe ge loofsbrief aan Uwe Majesteit verlangd werd, zulks door bijkomende omstandigheden, of toeval de geheele zending van Mgr. Capaccini niet zou doen vervallen, wanneer men het doel zelve zou missen om een gebrek in den vorm. Zoo Uwe Majesteit met deze denkbeelden mogt instemmen, zoude ik wijders Hoogst denzelven in overwegng geven, om van dit gebrek nergens te doen blijken, en den Heer Capaccini ter audiëntie als Internuntius te ontvangen, even als had hij eenen geloofs brief aan Uwe Majesteit te overhandigen, hoedanige audiëntie, mij in den loop van het gesprek is toegeschenen, dat hem aangenaam zijn zoude, even als het niet laten blijken voor het publiek, dat hij geenen geloofsbrief heeft voor Uwe Majesteit, iets hetwelk zijn aanzien bij de Nederlandsche geestelijkheid, en bü het corps diplomatiek zou kunnen be- nadee'en, en hem aan rangstrijd met de Chargé's d'Affaires bloot stellen. Volgens dit zelfde grondbeginsel zie ik geene zwarigheid, dat hij op de gewone wijze door den Ceremo niemeester worde afgehaald, kunnende hij vervolgens van de audiëntie komende gebrui kelijke bezoeken als Internuntius bij het corps diplomatique afleggen. Welligt zal Uwe Majesteit overigens goed vinden om ten deze nog de Departementen vkn Binnenlandsche Zaken en Justitie met eenigen spoed te hooren. Als een bijzonder bewijs van erkentelijk heid ten opzichte van Nederland, dat aan de kerk zooveel pristers en missionarissen schonk, heeft, naar men uit Rome aan de „Msb." meldt, Z. H. de Paus goedgevonden, dat het nieuwe Nederlandsche College te Rome den officieelen naam zal dragen van Pauselijk Nederlandsch College Pius XI. Ter gelegenheid van de audiëntie, 'waarin de Nederlandsche pelgrims hedenavond door Z. H. zullen worden ontvangen, zal de H. Vader den eersten steen voor het college wijden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 5