Mirakel van het H. Bloed
te Alkmaar
FEUILLETON
ALS HET HART ROEPT....
TWEEDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
DINSDAG 30 APRIL 1929
BLADZIJDE 1
PLECHTIGE VIERING VAN HET VIJFDE
EEUWFEEST
Roman, vrij naar het Engelsch bewerkt
door J. P. SCHEEPENS
t°
V."
Pontificale H. Mis en plechtige H. Bloed
processie Opvoeringen van Calderon's
..Geheimen der H. Mis" Eerherstel-
rengende Kindercommunie in de open lucht
Nachtelijke stille omgang Optocht en
meeting in ,jen Muziektuin, met als feest
redenaar Pater Borromaeus de Greeve O. P.
M- Uitvoering van het „Te Deum" van
Verhulst.
„Alcmaria Eucharistica"
Alkmaar staat aan den vooravond van
een grootsch en plechtig eeuwfeest.
Morgen toch zal het vijf eeuwen geleden
^n, dat Christus te Alkmaar op ontstel-
lend-duidelijke wijze Zijn wezenlijke en
Waarachtige tegenwoordigheid in het
Sacrament des Altaars bewees en Alk
maar sindsdien den eeretitel van Mirakel
stad deed toekomen.
Vanzelfsprekend maakt geheel katholiek
■Ernaar in samenwerking met de katholie-
ken uit wijde omgeving zich op, om dit
eeuwfeest op grootsche wijze te gedenken
en duizenden en nog eens duizenden zullen
deze dagen een extra-bezoek aan de be
genadlgde stad brengen, om zich aan te
sluiten by de velen, die vooral deze eeuw
feestviering gaarne benutten, om den ver
borgen God onzer altaren eerherstel te
brengen voor de helaas veelvuldige heilig'
schermende communiën, die zijn als even-
vele beieedigingen, den Eucharlstischen
Christus aangedaan.
De plechtigheid is ingezet met een tri
duum, dat hl de voorbije drie dagen in de
drie parochiekerken is gehouden en dat he
denavond met een plechtig Lot besloten zal
Worden.
Morgen vindt de intocht plaats van
Haarlem's Kerkvorst; Z. D. H. Mgr. j. D j.
^engenent, die in de St. Laurentiuskerk
Waarin de kostbare Relikwie bewaard wordt
een pontificale H. Mis zal opdragen.
Om 1 uur heeft Z. D- de huldiging
door de kinderen in ontvangst te nemen
op dat uur zullen alle katholieke schoolkin
deren van Alkmaar voor Mgr. defileeren,
om op hun wijze hun geloof in de H. Eucha'
ristie te demonstreeren.
Des avonds zal Mgr. een plechtig Lof
pontificeeren, waaronder de H. Bloedpro
cessie gehouden en de Relikwie meegedra
gen wordt.
Donderdag, Vrijdag en Zaterdag zal in de
.Harmonie" een opvoering worden gegeven
van Calderon's werk „De Geheimen der
H. Mis", in de vertaling van Prof. Knaapen.
Dit grandioze mysteriespel, éénig In de
wereldliteratuur, Is door een groep uitste
kende tooneelisten onder de knappe regie
van Cor Hermus die blijk gegeven heeft,
een pieuzen blijk op het stuk te bezitten
in studie genomen.
kinderen uit Alkmaar en andere Noord-
Hollandsche plaatsen.
Schooner getuigenis van aanhankelijk
heid jegens het Altaarsacrament zal moei
lijk afgelegd kunnen worden, vooral omdat
hét hier geldt een huldebetooglng der klei
nen. in wier reine hartjes Christus zal ne
derdalen.
Een grandioze bloemenhulde zal de plech
tigheid besluiten.
De sluitingsdag der feestelijkheden
Zondag 5 Mei zal begonnen worden
's morgens te 4 uur met een Stillen Om
gang, waaraan ook mgr. Aengenent zal
deelnemen, die tevens voor de deelnemers
een pontificale H. Mis zal opdragen in de
St. Laurentiuskerk.
Ook in de twee andere kerken zullen
plechtige gezongen H.H. Missen worden op
gedragen.
In zichzelf gekeerd en in stilte biddend
zonder eenig uiterlijk vertoon, zal de stoet
Kosten noch moeiten zijn gespaard om er door Alkmaars straten trekken; men hoort
Oude gravure van de vroegere Paternoster straat te Alkmaar, met gezicht op de St.
Laurens, gezien van de plaats, waar het oude Franciscanenklooster (op de tegen
woordige Paardenmarkt) stond, met zijn kerk en boomgaarden en bijgebouwen. Hier
langs gaat wederom de stille omgang naar gebruik der voorvaderen
een monumentale uitvoering van te maken,
zooals er nog geen van dit werk in ons land
is geweest.
Een zeldzaam glanspunt In de schoone
feestviering zal de Zaterdagmorgen vormen:
In de vroege ochtenduren zal in den
prachtig-aangelegden Muziektuin een plech
tige H. Mis In de openlucht plaats hebben,
gevolgd door algemeene H. Communie der
dan slechts den eentonigen tred van de vele
pelgrims, die uit alle oorden van Noord-
Holland naar het bevoorrechte Alkmaar ko
men zullen, om daar in de nachtelijke stilte
Christus in Zijn Allerheiligst Altaarsacra
ment te komen vereeren en aanbidden en
ten slotte deel te nemen aan het Goddelijk
Liefdemaal.
Het zal zijn een treffende uiting van
De prent voorkomend op den gedachtenis-„brief", uitgegeven bij de Wed. M. C. Hoogervorst op de Laat te Alkmaar in 1850,
geteekend naar een schilderij, weleer in het kerkje aan het Diggelaarssteegje en op heden in de pastorie Verdronkenoord. Een
primitieve voorstelling en „bewerking" van het wonder, maar tevens een teeken van heropbloei der devotie.
De bekendmaking van het n. Bloed van Mirakel aan de schipbreukelingen by Vlisslngen. Teekening voorkomend op den Gedach
tenis- of Beschrijvings-„brief" van 1850, uitgegeven by de Wed. M. C. Hoogervorst op de Laat te Alkmaar: naar concept van het
schilderij van J. Horstok, dat zich bevond boven het altaar der St. Lanrentinsstatie aan het Diggelaarssteegje te Alkmaar
groot Roomsch gelooven en van Roomsch
leven
Roomsch Noord-Holland zal Christus'
Koningschap op waardige wijze eerebetoon
brengen.
Des middags zal er wederom in den
Muziektuin een openluchtmeeting plaats
hebben. In een grooten optocht zullen de
deelnemers met ontplooide banieren en
muziek optrekken naar het Alkmaarder
Hout.
In den Muziektuin zal de bekende rede
naar, Pater Borromaeus de Greeve O.P.M.,
zijn machtig woord over de duizendkoppige
menigte laten weerklinken.
Ook zal tot sluiting van 't feest
door een groot koor van alle zangers uit
Alkmaar en omliggende plaatsen het „Te
Deum" van Verhulst worden uitgevoerd.
Om de ongetwijfeld talrijke belangstel
lenden in den lande een blijvende herinne
ring aan de eeuwfeest-viering aan te kun
nen bieden, wordt een historisch en ar
tistiek prachtwerk uitgegeven: „Alcmaria
Eucharistica", dat een volledig overzicht
biedt van de geschiedenis der devotie tot
het H. Sacrament en de Relikwie van het
H. Bloed, verzorgd door den Weleerw. Zeer-
gel. Pater Dr. Willibrord Lampen O.F.M.
Niet minder dan 100 schitterende platen
op zwaar kunstdrukpapier, waaronder ver
schillende zeldzame prenten en kostbare
foto's verluchten dit werk.
Ten slotte zal er gedurende de feestweek
een tentoonstelling worden opengesteld van
kunstschatten op kerkelijk gebied uit Alk
maar en Omgeving. Vele zeldzame voor
werpen van gewijde kunst.
Wij meenen dit artikel niet te mogen
besluiten dan nadat we nog even zeer
in het kort de geschiedenis van het
H. Bloedwonder gememoreerd hebben. Wij
Beven deze korte uiteenzetting aan de hand
van de lezing, welke de onvermoeide en
enthousiaste ijveraar voor de komende fees
ten, de Weleerw. Pater N. A. van Rijn O. P.,
op tal van plaatsen in Noord-Holland heeft
gehouden en waarbij deze nimmer versa
gende zoon van St. Dominicus vele honder
den harten warm gemaakt heeft voor de
groote Roomsche zaak.
Samengevat komt de lezing van Pater
van Rijn hierop neer:
In 1429 droeg een pasgewijd priester, ze
kere Volkert. zijn eerste H. Mis op, daarbij
geassisteerd door den pastoor der St. Lau
rentiuskerk.
Dit eerste Misoffer van dien neomist was
een heiligschennend offer, want in de twis
ten van Hoekschen en Kabeljauwscnen
hadden zijn handen bloed vergoten. Maar
ondanks dit beletsel had bij zich heilig
schennend priester laten wijden.
God evenwel wreekte de heiligschennis
aan Zijn H. Sacrament bedreven en bü de
nuttiging van het H. Bloed, geconsacreerd
met witten wijn, had Volkert het ongeluk
eenige druppelen te storten op het kasuifel.
Deze druppelen bleken later de kleur en
het voorkomen van echt bloed te hebben
aangenomen.
De Pastoor van de St, Laurentiuskerk
meende, den nieuwgewijden priester voor
opspraak te moeten behoeden en verborg
zorgvuldig het kasuifel-fragment met de
bloeddruppelen.
Doch God openbaarde door een Engel aan
eenige schippers, die bij Vlissingen op de
zee in nood verkeerden, het bestaan van
deze Relikwie met de miraculeuze bloed
druppelen. Na hun redding maakten de
visschers het wonder bekend en van dien
stond af dagteekent de vereering van het
„heiligh Bloet van Mirakel" te Alkmaar,
dat in de komende dagen op bijzondere
grootsche en plechtige wijze vereerd en ge
huldigd gaat worden.
De tegenwoordige bewaarplaats der Reliek in de St. Laurentiuskerk te Alkmaar. Het
devotie-altaar van het H. Bloed met de afbeelding van het H. Hart van Jezus op de
deur der tabemakelkluis. Boven in relief beeldhouwwerk, rechts het wonder, links de
bekendmaking aan de schipbreukelingen. Beneden: Jezus' H. Harte doorstoken, en de
voorafbeelding van de reinigende kracht van Jezus' H. Bloed in de besprenkeling door
Mozes van het volk (rechts) en van de Ark (links) met het bloed der offerdieren. Ver
der ziet men de beeldjes van St. Laurent ius en St. Mathias op de hoeken en van
St. Philippus en St. Jacobus middenin. Schoone teksten geven aan de bestemming van
het altaar een aanmaning tot voortduren den heiligen eerbied. Het altaar is gebouwd
In 1905 door architect J. H. Tonnacr, te Delft
„Zeg eens, Stephan", zei het meisje, „ik
heb Je gevraagd, me een geschiedenis te ver
tellen, en je hebt het niet gedaan. Ik wilde
maar dat je een geboren Ier was, dan zou je
geen gebrek aan spraakwater hebben, zegt
oom Mark altyd!"
„Maar je kent toch al onze verhalen, beste
kind!" bromde de oude verontschuldigend.
,,'t Zou wat!" zei Joan schouderophalend,
„visschers hebben toch eiken dag nieuwe er
varingen en beleven toch steeds nieuwe avon
turen. En wanneer ik je vraag om me eens
wat interessants te vertellen, komt ge me
aandragen met al die oude bijgeloovige ge
schiedenissen, die ik al van kindsbeen af heb
gehoord. Natuurlijk weet ik nu eenmaal, dat
het niet goed is voor de visschersvloot om op
Vrijdag uit te varen, dat weet iedereen. Ik
weet ook dat men het anker niet uit moet
werpen zonder het schip geluk toe te wen-
schen en dat men nooit op Zondag net dek
mag zwabberen, en dat een predikant als
passagier slecht weer beteekent!" ging zij
als in één adem door, maar vertel me nu
ook eens iets wat ik nog niet weet, een vis-
schery-geschiedenis bijvoorbeeld."
„Neen! Neen!" zei haar metgezel plotse
ling knorrig en beslist: „ik zal vandaag niet
aan je verlangen voldoen! Je bent ondeu
gend geweest vandaag, Joan Williamson, en
je weet dat zelf heel goed!"
„Hoor eens, Stephen, ge zoudt toch wat
ik vandaag heb gedaan, niet verkeerd ge
vonden hebben, als ik een jongen was ge
weest, zoudt ge wel?"
„Misschien niet," stemde de oude zeerob
toe.
„Welnu dan, besloot Joan, met een toon
van triomf in haar heldere stem, „waarom
er dan zoo'n drukte over gemaakt, nu een
meisken het heeft gedaan? Dat is niet eer
lijk! Ken ik de zandbanken en het getij niet
even goed en beter misschien dan menig
jongen in de Seacombe? Kan één hunner
beter een bootje hanteeren dan ik?"
„Ja, ik weet het wel," stemde Harding toe,
„ge zijt een waardige visschersdochter, maar
dat neemt niet weg, meisje, dat het getij
je van den vasten wal zou hebben afgesne
den en ge verdronken zoudt zijn, wanneer
ik je vandaag niet had opgepikt!"
„Verdronken? Ik niet!" lachte Joan. „Ik
zou de baai overgezwommen zijn langs Dui-
velshoek, en op het smalle strand zijn ge
land. En dan zou ik mijn net ook niet ver
speeld hebben! En ge waart zoo haastig,
toen ge op mij af kwaamt, dat ik alles
vergeten heb!"
„Je vader zou liever twintig netten ver
spelen dan zijn dochter Joan!" riep Stephen,
die even ophield met roeien om een blaadje
tabak van respectabele afmetingen achter
zijn kiezen te stoppen.
„Ja, nog wel meer!" lachte Joan vermaakt
door die opmerking van den visscher, of
schoon haar oogen even een zachter uit-
i drukking kregen, toen deze haar vader ver
noemde.
„Ge moet dat gevaar niet meer trotsee-
ren," herhaalde Stephen zijn predikatie; en
het is eenvoudig onzin om te zeggen, dat ge
rond den Duivelshoek zou kunnen zwemmen,
want dat kan geen meisje!"
„Geen meisje, behalve ik!" hield Joan vol-
„Wil ik het je eens bewijzen, Stephen?"
„Maar als ge die kuren niet afleert, zal
het je vader vértellen," zei Stephen op won
derbaarlijk vastberaden toon en klaarblij
kelijk bevreesd, dat Joan zou willen laten
zien, dat ze het werkelijk kon. „Een man
zou het niet volbrengen, meisje, laat staan
een jonge dame als gij."
„Ge moet m'n vader niet bezorgd maken
over mij, Stephen," zei ze, even zuchtend,
„hij is al bezorgd genoeg over iets. Maar
wat het is, heb ik nog niet achterhaald.
Gedurende enkele minuten roeiden beiden
in stilte voort, en kliefde de boot door de
kalme, door de zon in gloed gezette zee.
Stephen had beide riemen nu overgenomen
en het ging nu eenigszins sneller. Joan' zag
landwaarts en zag de klippen bedekt als me
een purperen sluier, terwijl de kleine 8r0®P
huizen van Seacombe als een kudde blanK
schapen lager by het strand gelegen was.
Joan meende, dat zij de kust nog nooit z
schoon gezien had als vanavond.
„Als er moeilijkheden komen, zal ik
eerste zijn om je vader bij te staan, mu
kind," zei de oude Stephen opeens, zoodat
Joan opeens haar oogen van de klippen
wendde, en ze op hem richtte, want haar
gedachten waren weg gedwaald in enkele
oogenblikken.
„Wacht even, Stephen, zei ze, „ik zal
even gaan ver-zitten. Want zy gevoelde,
dat die woorden van Stephen een bijzon
dere beteekenis hadden en ze wenschte hem
goed in 't gelaat te kunnen zien. Terwijl
ze dit zei. klauterde ze over een der zit
banken heen en zette zich zoo dicht mo
gelijk bij den visscher op een hoop netten
neer.
„Wat weet gij dan van moeilijkheden af?"
„Van je vader's zaken weet ik niets en
wensch ik ook niets te weten."
„Dat veronderstel ik ook niet." antwoord
de Joan koel, „en ik zal het hem zelf wel
vragen als ik het weten wil, Stephen, en
niet aan u, wees daar maar niet bevreesd
voor. Maar wat ik wel wensch te weten,
is die geheimzinnige zaak, waarop ge toe
speling maakt, Stephen. wamt ik haat
geheimen."
„Voor hen, die uit hun oogen kijken,
meisje, zijn er geen geheimen, meer dan
noodig is," was het antwoord van den vis
scher. „De waarheid is, kind, dat de tijden
niet meer dezelfde zijn als toen IK jong
was."
„Dat weet ik," zei Joan, „ga voort."
„De zaken veranderen," ging Stephen
voort, zoo rustig, dat Joan zich er om er
gerde, „feit is, dat elk jaar, elk seizoen de
vangst slechter wordt! 't Is alsof zelfs de
visschen anders worden
„Hoe dat?" De heldere oogen waren mei
onweerstaanbaren drang op die van den
oude gericht.
„Er zijn van die dingen, Joan, die tegen
de wet zijn, tegen wat de wetten zijn van
de Koningin en hare party. Maar vraag
me niet meer, landje."
Doch inderdaad, had de oude visscher al
meer dan genoeg gezegd om het meisje te
denken te geven. Reeds geruimen tijd had
zij gemerkt, dat er in het dorp iets vreemds
gaande was, dat er iets broeide. Toen zij
jong was, waren allen elkander vriend
schappelijk gezind geweest. Nu schenen er
zich twee partijen te hebben gevormd. Ze
hoorde geruchten van nachtelijke expedities
door de eene party ondernomen, althans
volgens het beweren der anderen, ofschoon
zij die als de leiders bü die tochten werden
aangewezen, dikwijls ontkenden, dat zij dien
nacht van huis geweest waren.
„Waarom toch," zoo vroeg het jonge meis
je zich nu af, „waarom toch zou een deel
van het dorp zich ongerust maken, wan
neer een vreemde boot ankert voor de baal
in de open zee?"
Het visschersvolk was haar bevriend en zij
telde er haar bloedverwanten onder, en het
was haar een pijnlijke gewaarwording, hun
eerlijke bedoelingen te zien gewantrouwc
door wien dan ook, maar vooral door Ste
phen Harding, die nooit kwaad sprak van
zijn buurlui.
Joan verbrak het zwijgen dan ook niet
meer, want, terwijl zij het strand naderden
bemerkte zy reeds de stoere gestalte van
haar vader, die haar opwachtte om haar
aan den wal te helpen.
Joan trad terzijde, terwijl de beide man
nen de boot op het droge sleepten, om dan
na den ouden visscher bedankt en gegroet
te hebben, toen deze huiswaarts ging, haar
Van haar vacïer te laten
glyden. Het deed haar goed, zijn fermen
druk en zyn steun te gevoelen, terwijl ze
zicli naar hun kleine woning begaven. Wat
er ook slecht en verkeerd ging of was in
de wereld, haar vader was eerlijk en
rechtschapen!
David Williamson was ongewoon stil, en
het meisje deed een poging om hem be
lang te doen stellen in haar avonturen van
dien namiddag. Maar tot haar niet geringe
verbazing weigerde haar vader haar alle
belangstelling, en behandelde hij de zaak
even ernstig als oude Steven had gedaan.
„Dat komt, omdat ge te veel aan jezelf
overgelaten bent," zei hij, en er klonk iets
als angst in zijn stem. „Het is wel moeilijk
en hard voor een vader, wanneer hij al
leen moet zorgen voor de opvoeding van z'n
dochter!"
Joan omhelsde hem berouwvol, toen ze
zich op zijn knie zette.
„Het is waar. want je tante zegt: ik zou
je best een tijdje aan haar willen afstaan'"
„Vadertje, vadertje, ik kan u niet ver
laten. nep Joan, zich aan zijn borst vlyend,
als toen zy nog een klein kind was. „Het
is zoo, ik zal m'n best doen braaf te zyn!"
„Je zoekt altijd het gevaar op. Ik weet
s morgens nooit welke waaghalzery je des
middags weer uit zult halen," zei David
ongerust. „Je bent net een jongen, kind!"
„U wilt toch niet, dat ik ergens bang van
ben, vader?" zei Joan eenigszins berispend.
„Natuurlijk zou ik dat niet willen," her
nam de visscher trots.
En hij omhelsde haar weer en liet haar
gaan. Ze danste door het kleine vertrek
om zyn pijp te halen.
„Steek ze aan, vader, en word maar eens
goed gehumeurd!" beval ze hem guitig.
„Morgen bU het vroeggetü ga ik weg,
Joan," zei hy, onder het zoeken naar zijn
tabaksdoos. „Zorg, dat je geen ongeluk op je
hals haalt denk eraan dat gij alles zijt
wat ik bezit! En nu maar gauw naar bed!"
(Wordt vervolgd)