Binnenlandsch Nieuws Gemengd Nieuws VOOR DE HUISKAMER \l I f 2 0 00.— LOTTGERING Pleines'Jubileum-Puzzie De Rijn- en Binnenvaart TWEEDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT WOENSDAG 1 MEI 1929 BLADZIJDE 2 Staten Generaal Tweede Kamer De Koninklijke Familie De Amerikaansche gezant op bezoek te Amsterdam 1889 1929 te winnen met De hoofdredactie van het „Centrum" Moeilijkheden bij de werk verschaffing Dr. ir. H. Wortman Na den brand in het Paleis voor Volksvlijt te A'dam Een onderscheiding voor dr. ir. H. Wortman De geregelde luchtdienst tusschen Nederland en Indië De Hongaarsche kindertrein Jhr. J. Rutgers van Rozenburg t De gemeentelijke inkom stenbelasting te Amsterdam Tragisch ongeval De ramp van de „Prins der Nederlanden" Een timmerfabriek te Beekbergen afgebrand Acht verkeers-ongevallen binnen 24 uur Ontploffing in een dextrine- fabriek ONDERWIJS Dubbel gestorte pensioen bijdrage I VERVEN EN ST00MEN I ONZICHTBAAR STOPPEN Gr. Houtstraat 5a, Tel. 10771 De Brief DE FINANCIEELE VERHOUDING TUSSCHEN RIJK EN GEMEENTEN In de vergadering der Tweede Kamer rerd gisteren voortgezet de behandeling van aet Wetsontwerp tot herzienning van de ïinancieele verhouding tusschen het Rijk en ie gemeente en herziening van eenige bepa lingen der gemeentewet. Aan de orde is de stemming over het amen- iementOud tot invoering van art. 19 (be- asting op woonforensen). Het amendement wordt aangenomen met 3736 stemmen. Artikel 15 wordt aangenomen z.h.s. Op art. 16 verdedigt de heer v. d. TEMPEL (SJ5.A.P.) een amendement, om het maxi mum aantal opcenten op de fondsbelasting van 80 op 120 te brengen. De heer SMEENK (A.R.) merkt op, dat juist hierbij blijkt hoezeer het te betreuren is, dat de minister een eigen gemeentelijke inkomstenbelasting heeft afgewezen. Van de grens van de opcenten zullen niet zoozeer de groote als de middelgroote en plattelandsge meenten moeilijkheden ondervinden, die ee-n minder ruime sfeer van belastingheffing Heb ben. Bij de algemeene beschouwingen heeft spr. het denkbeeld geopperd om bij bijzon dere vergunning van de Kroon aan gemeen ten de bevoegdheid te geven meer dan 80 opcenten te heffen. Dit denkbeeld beveelt spr. ter overweging aan. De heer v. VOORST TOT VOORST (R.K.) steunt het amendementv. d. Tempel. Bij een maximum van 80 opcenten zullen de plattelandsgemeenten in veel te sterke mate de personeele belasting moeten opvoeren. De MINISTER VAN FINANCIËN, de heer DE GEER acht een percentage van 10.80 voor de hoogste toenemingen een natuurlijke grens van de gemeentebelasting; 120 opcen ten zou voeren tot een percentage van 13.20. Het amendement veroorzaakt ongelijkheid en druk in verschillende gemeenten en maakt het verband los tusschen de gemeente-fonds belasting en de grondbelasting, welk verband niet gemist kan worden. Spr. kan het amendement niet aanvaarden, maar is bereid een veiligheidsklep aan te brengen in den zin van hetgeen de heer Smeenk wil. Wanneer de heer Smeenk een amendement voorstelt, volgens hetwelk het aantal opcenten tot 100 kan worden ver hoogd. indien geen gebruik gemaakt is van de bevoegdheid tot progressieve opeentenhef- fing en ook de overige heffingen tot rede lijke grenzen zijn opgevoerd, doch niettemin de gemeente er niet in slaagt, haar begroo ting sluitend te maken, dan is spr. bereid dat amendement over te nemen. De heer v. TEMPEL repliceert en hand haaft zijn amendement. De heer SMEENK repliceert en dient het amendement in, waarop de Minister doelde. De MINISTER dupliceert en geeft in over weging 't amendement-Smeenk nog te wij zigen, zoodat daaruit vervallen de woorden betreffende de toepassing der progressie, zoo dat het amendement luiden zou: indien een gemeente, hoewel de overige heffingen tot redelijke hoogte zijn opgevoerd, er niet in slaagt haar begrooting sluitend te maken, kan het aantal opcenten tot 100 worden op gevoerd. De heer SMEENK brengt deze wyziging aan. De VOORZITTER stelt voor de beraadsla ging over dit artikel aan te houden. Aldus wordt besloten. Op art. 19 verdedigt de heer SMEENK een amendement om de waarschuwingen en de executoirverklaring van dwangbevelen door den kantonrechter te doen vervallen, het loonbeslag onder derden in vele gevallen te vervangen door het vereenvoudigd loon beslag en de gemeenten na den hypotheek houder en na het Rijk den voorrang te geven voor hare belastingen. De MINISTER geeft eenige wijzigingen in overweging, waaronder het terugnemen van den voorrang. De heer SMEENK brengt deze wijzigingen over. Het amendement wordt aangenomen zon der stemming. Op art. 22 verdedigt de heer STAALMAN (wild-lib.) twee amendementen, het eerste strekkende om alle ruimten en voorwerpen in die ruimten, dienende tot uitoefening van een beroep of bedrijf, van personeele belas ting vrij te stellen en het tweede, dat bij aanneming van het eerste zal worden inge trokken, om koffiehuizen, restaurants en dergelijke inrichtingen met winkels, slijte rijen en dergelijke gelijk te stellen. De heer v. GIJN (lib.) verdedigt eenige amendementen strekkende om aan de ge meenten de bevoegdheid te geven het aan tal grondslagen voor de personeele belas ting uit te breiden en de heffing naar de huurwaarde progressief te maken. De heer v. VUUREN (R.K.) verdedigt een amendement, strekkende om aan de ge meenten de vrijheid te geven winkels, café's, restaurants en hotels niet naar den grond slag huurwaarde aan te slaan. De MINISTER heeft bezwaren tegen het amendement-Staalman, dat tot gevolg zal kunnen hebben, dat de belastingverlaging op het publiek wordt verhaald, hetgeen juist tegen de bedoeling der wet zou zijn. eerste amendement-v. Gijn ontraadt spr., omdat daaraan technische bezwaren kleven Tegen het tweede am. (progressie huur waarde) heeft spr. geen bezwaar. Het denk beeld van den heer v. Vuuren is in zijn amendement slechts uitgewerkt. Spr. zou er geen bezwaar tgeen hebben, indien het ge wijzigd werd in dien zin, dat het percen tage voor de in het amendement bedoelde perceelen lager kan worden gesteld dan voor de andere perceelen. De heer STAALMAN trekt zijn amende ment in. De heer v. VUUREN wijzigt zijn amen dement in den zin als door den Minister aangegeven. De heer v. GIJN trekt zijn amendement betreffende de grondslagen in. De heer TER LAAN vraagt gesplitste stemming over het artikel. Het amendement-v. Gijn wordt aangeno men met 58—12 stemmen; het am.-v. Vuuren Wordt verworpen met 4128 stemmen. Het artikel wordt gesplitst in stemming gebracht en aangenomen, gedeeltelijk z. h. 8., gedeeltelijk bij zitten en opstaan. Op art. 29 verdedigt de heer v. VOORST TOT VOORST een amendement om uit het ontwerp te lichten de verplichting aan de provinciën tot financieele steunverleening aan gemeenten in nood daar de provincie geen zeggenschap heeft over den loop der zaken in een gemeente. De heer SCHAPER (S.D.A.P.) steunt het amendement, doch verdedigt, voor het geval dit niet wordt aanvaard een subsidiair amendement op art. 30, strekkende om de steunverleening door de provincie te beper ken tot 20 pet. van het voorschot. De MINISTER zet uiteen, dat wat in het ontwerp is voorgesteld steunt op een practijk van tientallen jaren, doch is bereid, dit stukje uit het ontwerp terug te nemen, opdat over de kwestie van den steun door de pro vincie thans niet wordt beslist. De artikelen 29 en 30 worden z. h. s. aan genomen. De heer v. d. TEMPEL (S.D.A.P.) stelt een amendement voor om de taak van de com missie van advies voor de uitvoering der wet uit te breiden. De heer v. VUUREN stelt voor het artikel aan te houden tot morgen. Dit voorstel wordt aangenomen met 3629 stemmen. Daarna wordt de vergadering tot heden verdaagd. H. M. de Koningin, Z. K. H. Prins Hendrik en H. K. H. Prinses Juliana hebben gisteren het noenmaal bij H. M. de Koningin-Moe der te 's Gravenhage gebruikt. H. M. de Koningin-Moeder dineerde gister avond bij de Koninklijke Familie ten paleize Noordeinde te Den Haag Het bezoek aan Amsterdam De Koninklijke Familie heeft het voorne men Zaterdag 8 Juni aanstaande het Paleis te Amsterdam te betrekken voor het jaar- lijksch verblijf in de hoofdstad. In velband met de feesten ter huldiging van Th. m. de Koningin-Moeder zal de Ko ningin ditmaal niet in de gelegenheid zijn de gebruikelijke audiënties te verleenen en zal er geen avondfeest ten Paleize plaats hebben. j kringen ten stadhuize het vertrouwen, dat het ten slotte mogelijk zal zijn, met een factor van 0.6 de noodige middelen te ver krijgen, wanneer ten opzichte van de uitgaven een zoo groot mogelijke zuinigheid wordt be tracht. De heer Richard M. Tobin, gezant van de Vereenigde Staten van Amerika is voor zijn aangekondigd bezoek aan Amsterdam verge zeld van Commander R. R. M. Emmet te Amsterdamaangekomen. Gisterenavond bood mr. J. C. A. Everwijn, waarnemend voorzitter der Nederlandsch- Amerikaansche Kamer van Koophandel Z. E. een maaltijd ten zijnen huize aan, waarna de Consul General der Vereenigde Staten Chas L. Hoover een avond-receptie ten zij nen huize geeft. Hedenmorgen werd te 10.15 uur een bezoek gebracht aan de Nederlandsche Dok Maat schappij, vanwaar per boot, welwillend door de Directie der Koninklijke Paketvaart Maat schappij ter beschikking gesteld, gevaren werd naar de N.V. Nederlandsche Vliegtui- genfabriek „Fokker" om dit bedrijf te bezich tigen. Van 11.15 tot 11.45 uur werd een bezoek gebracht aan de Vereenigde Amster- damsche Melkinrichtingen, waarna de och tend besloten werd met de bezichtiging van het gebouw van de Amsterdamsche Maat schappij voor Jongemannen. Het bestuur der Nederlandsch-Amerikaan- sche Kamer van Koophandel bood den ge zant vervolgens een lunch aan. In den na middag werd een bezoek gebracht aan de tentoonstelling van Oost-Aziatische Kunst in de Rijks Academie van Beeldende Kunsten, gevolgd door een bezoek te 3.30 uur aan de nog niet voor het publiek geopende nieuw ingerichte zalen van het Rijksmuseum en aan de tentoonstelling Hellas en Rome. Het be zoek wordt besloten met een heerendiner door den Burgemeester in zijn ambtswoning aan te bieden. Vraagt Gratis-Puzzle aan bij de Kon. Zeepfabr. De Duif, Den Dolder. zen. Voor het verder noodige zal de uitgifte van obligaties dienen. Zoodoende zal wellicht eerst obligatie-rente behoeven te worden be taald, wannec. de dienst in gang is tn in komsten worden verkrege.i. Aangenomen wordt, dat op de exploitatie geen aanmerkelijke verliezen behoeven te worden geleden, omdat verwacht mag wor den,» dat het publiek voor deze verbinding met haar groote tijdwinst in vergelijking met andere middelen van vervoer voldoende hooge prijzen zal willen betalen. De Staat zal in den Raad van Bestuur het grootste aantal vertegenwoordigers hebben; hun getal wordt daartoe van twee op vijf gebracht door een wijziging van art. 10 der overeenkomst, die het totaal getal leden brengt van vijf op negen. Evenals tot dus verre moet de aanwijzing van de niet namens den Staat gekozen leden geschieden naar ge noegen van den Minister. Het ligt in de be doeling voor twee der drie nieuwe namens den Staat te vervullen plaatsen aan te wijzen een vertegenwoordiger van den Minister Van Financiën en een in overleg met den Minis ter van Koloniën te benoemen lid. Om de vertegenwoordiging van den Staat niet uit sluitend ambtelijk te doen zijn, wordt be paald, dat althans een lid uit het bedrijfs leven zal worden gekozen. In den uit ten minste zeven leden samen te stellen Raad van Commissarissen zal de Staat twee leden aanwijzen, terwijl de aan wijzing van de overigen naar genoegen van den Minister moet zijn. Omtrent de tevens voorgenomen uitbrei ding van het aandeelenkapitaal van ƒ5.100.000 tot 10 millioen wordt opgemerkt, dat met de thans voorgestelde uitgifte van 2K> millioen ten name van den Staat het bedrag aandee- len in portefeuille zou zijn uitgeput. Uitslui tend om ter wille van een verdere toekomst meer ruimte te scheppen, wordt van de thans zich voordoende gelegenheid tot ver ruiming eenvoudigheidshalve alvast gebruik gemaakt. Naar de „Stichtsche Post" meldt, zal de heer P. H. J. Steenhoff zijn functie als hoofdredacteur van „Het Centrum" neer leggen en wel met ingang van 1 Mei a.s. De heer Steenhoff zal dien dag 45 jaren onafgebroken aan „Het Centrum" zijn ver bonden. Hij trekt zich terug tengevolge van reorganisatie-maatregelen in het beheer van dit blad, die onder andere ook geleid heb ben tot het uittreden van mr. P. J. M. Aal- berse uit de hoofdredactie. Vragen van het Tweede-Kamerlid L. L. H. de Visser Het Tweede-Kamerlid de heer L. L. H. de Visser heeft den minister van Binnenl. Zaken en Landbouw de volgende vragen gesteld: Is het den minister bekend, dat bij de werk verschaffing herhaaldelijk moeilijkheden ont staan ten gevolge van de getroffen loonrege lingen, de ziekenzorg, de huisvesting en het toezicht? En dat bij de werkverschaffing in de omgeving van Beilen door de daar te werk gestelde arbeiders uit Amsterdam eenige ma len het werk is gestaakt, omdat een behoor lijk garantieloon ontbreekt, ten gevolge waarvan ruim zestig arbeiders zijn ontslagen? Is de minister niet van oordeel, dat ook in werkverschaffing werkzame arbeiders het recht hebben om een behoorlijk loon voor hun arbeid te vorderen, zonder dat zij daarom met ontslag behooren te worden gestraft? Is het den minister bekend, dat de arbeids voorwaarden voor de werkverschaffing als regel worden vastgesteld zonder dat de be trokkenen dat zijn de werkloozen daar op eenigen invloed hebben gehad? Is de minister bereid, oogenblikkelijk maat regelen te treffen, waardoor aan redelijke klachten van werkloozen wordt tegemoetge- treden, de ontslagenen gelegenheid krijgen, op een garantieloon den arbeid te hervatten en zoolang dat noodig is, voor werkloozen- steun in aanmerking te doen komen? Gisterenmiddag heeft te 's-Gravenhage het afscheid plaatsgehad van den aftredenden directeur-generaal dei- Zuiderzeewerken, dr. ir. H. Wortman. Vele sprekers voerden het woord, onder wie ir. M. H. Damme, minister van de Vegte en mr. Vissering. Na afloop had een gemeenschappelijke maaltijd in hotel „Witte Brug" plaats. Het bouwkundig weekblad „Architectura" bespreekt ditmaal uitvoerig het verwoeste Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam. Jan de Meijer, architect, schrijft over de mogelijkheden van bebouwing van het open gekomen terrein o.m. het volgende: „Afgescheiden echter of er een schouw burg, opera-gebouw, stadhuis, of een ander monumentaal bouwwerk, zal verrijzen, is het de eerste vraag, uit te maken, of deze plek al of niet bebouwd zal moeten worden. Er zullen natuurlijk voorstanders zijn van het tot één boulevard maken van Weteringschans en Sarphatistraat. Wellicht zweeft hun het beeld van een Champs Elysées voor de oogen. Een dergelijk ruim beeld is hier niet te be reiken; begin en eind leenen zich daar niet toe. Evenmin is de Galerij (was deze maar verdwenen) met binnentuin een Palaic Royal. Amsterdam is nu eenmaal geen Parijs, niet omdat wij de zaken bekrompener zien, doch onze levenshouding is, krachtens onzen volksaard, nu eenmaal anders. Amsterdam heeft bovendien een andere, sterk-uitgespro- ken geestelijke sfeer, welke onze stedebou wers wel eens hebben willen negeeren, doch waaraan zij ten slotte hebben te gehoorza- I men, omdat deze sfeer niet aan mode onder- j hëvig is. Dgn zullen er ook velen zijn, die blij zul len wezen met de open plek en zullen hopen, dat deze nu eens onbebouwd zal blijven en tot bloementuin zal worden bestemd, in het genre „Bauer". I De heele omgeving eischt echter een be- I bouwen van het terrein, zij het ook met w(j- zigen van de voorgevelrooilijn. We slaakten zooeven de verzuchting, was de galerij maar verdwenen! Hoe eerder dit onding verdwijnt, hoe beter het is. Voor een geschikte oplossing zou het ook het beste zijn, indien mede in verband met den binnentuin de huizen aan Oost- en West Einde in het nieuwe plan werden betrokken. Al doet de Schoonheidscommissie pogingen het deftige karakter dezer straten te behou den, langzaam maar zeker vulgariseeren ook deze. Onbebouwd laten behoort al in zoover tot de onmogelijkheden door de groote waarde van een terrein als dit. De Paleis-aandeelen waren niet voor niets den dag na den brand van 35 tot 75 opgeloopen. Wat er ook moge gebeuren, laten wij ho pen, dat we geen herhaling van het midden- Damterrein krijgen, dat we jaren met een schutting als monumentale afsluiting zullen zitten, zij deze dan ook op decoratieve wijze behandeld en beplakt." Bij Koninklijk besluit is benoemd tot Commandeur in de Orde van den Neder- landschen Leeuw, dr. ir_ H. Wortman, te Den Haag, inspecteur-generaal van den Rijkswaterstaat met verlof en directeur- generaal van de Zuiderzeewerken De regeering doet verstellen aan de Tweede Kamc. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp tot bevordering van het onder houden een lucn^.. rveuer- land en Nederlandsch-Indië door de K. L. M. In de Memorie van Toelichting wordt op gemerkt, dat art. 2 der overeenkomst van 1927 de K. L. M. verplicht zooveel mogelijk de tot stand koming van de luchtverbinding met Indië na te streven. De maatschappij rekent den dienst in 1931 geregeld, waarschijnlijk éénmaal per week heen en terug, te kunnen aanvangen. Met het oog op de voorbereiding, de aanschaffing en beproeving van daarvoor bestemd mate rieel en de opleiding van personeel, zullen r ds spoedig uitgaven moeten worden ge in en bestellingen worden geplaatst, .vier toe intusschen eerst ook kan worden overge gaan, wanneer de Maatsch ook omtrent het verkrijgen van de later noodige bedragen zekerheid bezit. Het is begrijpe ijk, dat ond de tegenwoordige omstandigheden voor dit doel zonder waarborg nog geen particulier kapitaal is te verkrijgen. De staat zal daarbij dienen te helpen. Het nationaal belang, dat bi) de luchtverbnding is betrokken, spreekt naar de meening der Regeering voor zich zelf. De kapitaalverschaffin; is gedacht deels in door het Rijk te nemen aandeelen, deels in een geleidelijk en naar behoefte te plaat se obllgatieleening, waarvar het Rijk rente en aflossing waarborgt. Voor het bedrag, noodig voor de voorbereiding en de eerste aanschaffing van materieel, t. w. omstreeks 2% millioen gulden, is de eerste vorm geko- Om misverstand te voorkomen en ook eventueele teleurstelling, acht het Roomsch Katholiek Hongaarsch Kindercomité in Liq. zich verplicht, mede te deelen, dat ouders welke met den trein per 1 Juli een Hon gaarsch pleegkind naar Nederland wenschen te laten overkomen, niet met hunne aanvra gen moeten wachten tot half Juni, doch reeds nu hun adres moeten opgeven aan het secretariaat Molenweg 22 te Amstelveen. De belangstelling uit alle deelen des lands blijkt zeer groot te zijn, zoodat kans op teleurstelling niet is uitgesloten. Waar van verschillende zijde ook infor maties verzocht worden omtrent het zenden van pakketten, moet het Comité mededeelen, dat hieromtrent nog maatrege.en overwogen worden, welke later worden bekend gemaakt. In den ouderdom van 74 jaar is te Arnhem overleden jhr. D. Rutgers van Rosenburg, oud-secretaris van den Hoogen Raad van adel, ridder in de orde van den Ned. Leeuw, officier in de orde van Oranje-Nassau. Naar „Het Volk" verneemt, is men thans ten stadhuize te Amsterdam druk bezig met de voorbereidingen, die noodig zijn om aan den gemeenteraad van Amsterdam te zyner tijd een voorstel te kunnen doen, tot vast stelling van den belastingfactor, die voor het komende jaar zal gelden. Vrijdag a.s, zal de commissie van Bijstand voor de Gemeentefinanciën bijeenkomen en zich met deze aangelegenheid bezig houden. Is het blad goed ingelicht, dan zal worden voorgesteld, ook dezen keer in den factor geen wijziging te brengen. Er moet eentger- mate rekening worden gehouden met de onzekerheid, die nog bestaat ten opzichte van de regeling van de financieele verhou ding tusschen rijk en gemeenten, thans in de Tweede Kamer aan de orde. Het is moeilijk, nu zulke ingrijpende wijzigingen op het gebied der gemeentelijke belastingen aan de orde' zijn, verandering te brengen in het sedert eenige jaren geldende hefLngspercen- tage. Het zal echter, gezien de geringe spe ling, die in de krappe ramingen van de dien sten en bedrijven zit en rekening houdende met het kleine bedrag, dat op de ioopende begrooting voor onvoorzien is uitgetrokken, moeilijk zijn x>t een sluitende rekening voot 1S29 te komen. Vast staat wel, da: hetgeen vcor 1929/30 eventueel uit het reservuronds nog valt te putten, betrekkelijk gering zal zijn. Men heeft echter in de financieele In de stoombleekerij „Het Haasje" te IJs- selmuiden wilde een der knechts, de jonge Tromp den drijfriem verplaatsen tijdens het loopen der machine. Hij werd, naar het Hbld. meldt, bij de mouw gegrepen, meege sleept en rondgeslingerd, tot de machine ge stopt werd. Toen was de arme jongen zoo deerlijk gekwetst dat hij naar het ziekenhuis gebracht spoedig daarna overleed. Te Ouddorp is op de z.g. Paardenplaat een lijk aangespoeld. Na onderzoek bleek het te zijn van een der omgekomenen bij de ramp der reddingboot, te Hoek van Holland, n.l. van matroos P. A. Verwey; papieren op hem bevonden, wezen zulks uit. Het lijk, dat nog vrij gaaf is, is in den nacht naar Hoek van Holland vervoerd. Gisterennacht te half drie werd brand ont dekt in de houtzagerij en timmerfabriek van de Gebr. Westrik nabij het station Beekber gen. Een beambte van het station belde de politie te Apeldoorn op, waarna de Apel- doornsche brandweer met groot materiaal uitrukte. Te drie uur was zij ter plaatse. De fabriek, met haar grooten voorraad hout, welke de vlammen rijkelijk voedsel bood, stond toen reeds in lichte laaie en het was duidelijk te zien, dat hier niet veel meer te redden viel, mede doordat men gebrek aan water had. Over het stationsemplacement was ongeveer duizend meter slang uitgelegd om de Lierder- beek te bereiken. De brandweer van Apeldoorn en van Beekbergen gaf met drie stralen wa ter. Te zes uur gisterenmorgen kon de brand weer inrukken. Zij had niet kunnen voorko men, dat de fabriek geheel uitbrandde. Met de machines ging een groote hoeveelheid deu ren en ander hout verloren. Omtrent de oor zaak is niets bekend. Uit Eindhoven schrijft men aan de Msb.: Ook op het gebied van auto- en motor ongelukken is Eindhoven een groote stad. Binnen 24 uur hadden er hier acht plaats. Op den Boschdijk werd v. d. S. van zijn motor geslingerd. Hij bekwam ernstige hoofd wonden en is ter plaatse van het H. Oliesel voorzien; zijn vrouw werd van den duo ge gooid en bekwam verwondingen aan de hand. In de Hemelrijken reed een vracht auto der Z.H.B. tegen een hek; alle flesschen bier en limonade braken, terwijl de chauffeur met twee naast hem zittende personen door de voorruit vlogen, wonder boven wonder zonder doodelijk gevolg. Op den Aalsterweg vloog de heer S. van zijn motor en bekwam een beenbreuk en ernstige kneuzingen. Op de Boschdijk stapte de werkman v. d. H. uit een autobus, hij struikelde en brak een been. In strijp vloog de motorrijder H. en zijn meisje mej. H. v. O., van den motor en be kwamen vrij ernstige verwondingen aan hand en been. Op Stratumseind reed 'n vrachtauto een loopjongen aan, die van zijn fiets was gevallen. Het ventje kreeg inwen dig letsel. Op den Geldropsche weg ten slotte reed een auto een kar met paard in een sloot. De chauffeur werd geblesseerd, de auto ern stig beschadigd, zoodat hij getakeld moest worden, de kar kon uit de sloot gehaald wor den, maar 't paard was kreupel. Ten slotte heeft een auto van den Elfstedentocht op den Eindhovenschen weg bij Geldrop een aanrijding gehad met 'n luxe-auto der fa. v. Dijk, aldaar, zoodat de vooras onder den wa gen uitsloeg; en dit alles binnen de 24 uur. Dezer dagen ontplofte, naar de „Prov. Gr. Crt." meldt, in het oostelijk deel van de dextrinefabriek van de firma O. J. Meijer aar de Molenstreek te Veendam een der droogapparaten voor het fabriceeren van dextrine. Zij was zoo hevig, dat verschillende houten beschotten, op een afstand staande, weggeslingerd werden. Twee fabrieksarbei ders, die het toezicht over de droogappara ten moesten uitoefenea, werden door de ontploffing eenige meters weggeslingerd en hoewel een venijnige steekvlam hun om de ooren vloog, waardoor gezicht en handen eenigszins werden geschroeid, hadden andere medearbeiders, die op het ongeluk afkwamen, de groote tegenwoordigheid van geest om de aanwezige zelfblusschers in werking te bren gen, waardoor al dadelijk de brand tot de bewuste droogkamer beperkt bleef. Er had zich in die kamer een sterke gas- lucht ontwikkeld, veel overeenkomende met een zwaren zwaveldamp. Niemand kon de kamer van nabij naderen. Inmiddels was de brandweer verschenen met de beide autospuiten, welke spoedig den nog smeulenden haard trachtte te blusschen. Dit bleek al spoedig niet zoo gemakkelijk te zijn, omdat de verstikkende gaslucht iedere verkenning onmogelijk maakte. De brandschade heeft zich alleen tot het oostelijk gedeelte bepaald. Het zeer drukke verkeer op dezen dag naar Pekela stond een paar uren stil. Een centraal orgaan De organisaties van belanghebbenden bij de Rijn- en binnenvaart hier te lande be reiden, naar het Hbld. verneemt, de oprich ting voor, van een centraal lichaam, dat bij voorkomende gelegenheden voor het gan- sche bedrijf kan optreden als commissie van advies bij de regeering of op andere wilze het orgaan zal zijn, waardoor Rijn- en bin nenvaart zich tot de regeering zullen kunnen wenden om wenschen of verlangens kenbaar te maken. Thans gebeurt het dikwijls, dat de regee ring, aan verschillende organisaties advies vragende omtrent bepaalde aangelegenheden, zeer verschillende raadgevingen krijgt van de groepen belanghebbenden. Het gebrek aan overeenstemming tusschen de adviezen heeft in den regel tot gevolg, dat geen der advie- zèn wat uitwerkt. De bedoeling is nu een orgaan te scheppen waardoor het heele bedrijf tegenover de re giering als eenheid zal kunnen optreden. Den Haag zal de zetel worden van dit li chaam, dat zijn bemoeiingen ook zal uit strekken tot aangelegenheden, die ressortee- ren onder de Centrale Commissie voor de Rijnvaart. OP de vragen van mejuffrouw Westerman betreffende restitutie van te veel gestorte pensioenbijdragen door besturen van bijzon dere scholen over de tweede helft ven 1922 heeft de heer Waszink, Minister van Onder- nrös K. er W hof v«ï<?:or»rfp s:epntmroo'»*rl Over het tweede halfjaar van 1922 zijn hderdaad door of voor onderwijzers aan en kele bijzondere lagere scholen tweemaal pen sioenbijdragen betaald. Dit is echter uitslui tend geschied voor de onderwijzers aan z.g niet gesubsidieerde bijzondere lagere scholen alsmede voor de vakonderwijzers aan de bij zondere lagere scholen, die wel voor Rijks vergoeding ln aanmerking kwamen. De wed den van deze beide categorieën van personen werden n.l. niet beheerscht door het Bezoldi gingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920. Zij ontvingen niet de in artikel 38 van het besluit bedoelde toelage ten beloope van hun Pensioenbijdragen („premievrij pensioen"). Restitutie van het volgens de Lager-onder- wijswet 1920 te veel gestorte over de tweede helft van 1922 behoort eventueel op grond van artikel 167 der Pensioenwet 1922, uit het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds te ge. schieden. De ondergeteekende Is wettelijk niet bevoegd over de geldmiddelen van dit fonds te beschikken. Onder deze omstandig heden meent hij zich van het geven van een antwoord op de tweede vraag te moeten onthouden. van Aleeding, Linnen Tapijter m En nu was 't zoover. Nou was ie weg nou zat ie d'r al bij de andere jongens, bij z'n leeraren. Gisteren hadden ze 'm naar den trein ge bracht in den regen, 't Goot van den lucht en hij had loopen fluiten en toen ze vroeg „vind je 't nou niet akelig?" toen had ie gezegd „wel nee, Moe" en toen opeens had ie gezegd „voor u wel, hé? maar ik kom met de vacantie toch weer thuis." Ja zóó had ie 't gezegd. Wat was dat toch mooi. Nou had ie roe ping nou ging ie priester worden en over wat jaren 't waren d'r nog wel 'n boel hij was nou pas twaalf maar och de tyd ging toch zoo gauw dan zou ie priester zijn haér Henk, en dan zou ze hem aan 't altaar zien en op den preekstoel zien nou eerst nog dat overhempie van 'm ingepakt en z'n schoone boorden an ders zat ie meteen daar. Bedrijvig stond ze over 't rieten koffertje gebogen dat moest nog nagezonden wor den. Dat kreeg ie nou morgenochtend. Ze zou d'r een paar appelen bij douwen dat was lekker kon ie opeten onder spelen. Ze was een klein vrouwtje r— en zooals ze nou stond met d'r groote blauwe schort want de vaat moest nog gedaan worden en alles leek ze nog kleiner dan ze in werkelijkheid was. Ze ging een paar appelen zoeken van beneen uit de keuken en terwijl ze 't achterkamertje doorliep achter den win kel zag ze, dat Bertus drie klanten had. „Wil ik efkens komen?" dee ze achter de vitrage. „Nee," schudde Bertus. Toen ging ze maar drie appelen zou ze d'r maar in doen dat was wel genoeg voorloopig. Hij had toch nog zuurtjes mee óók. Wat zou ie daarvan opkijken. Om half tien kwam de bode 't halen. „Voor 't seminarie," zei ze. Ja ja dat wist ie al „voor den jon genheer Menders hé, jawel." Zoo dat was afgedaan. Nou had ie alles nou had ze toch echt niks vergeten. Nou ging ze eerst den boel redderen. Ze waschte de koppies en ze deed de kamer en ze maakte d'r bed op en ze maakte koffie, maar 't ging vandaag niet zooals anders, 't Was vandaag zoo'n rare ochtend. Om half elf kwam Bertus binnen om kof fie te drinken. „Nou is ie d'r al lang," zei ze, toen ze 't koppie gaf. „O, ja, natuurlijk gisterenavond al." ,,'t Zal mij benieuwen of ie kan wennen." Bertus zei niks roerde in z'n koppie. „Zou jij denken van wel?" „Dat weet ik niet moeten we maar af wachten. Nou, waarom zou ie niet wennen hij wil immers zelf." „O ja hij wou wel! vond je niet?" Bertus knikte stom. Hy zal eerdaags wel schryven. Ze zette d'r koppie neer dat ze in d'r hand had. „Zou ie al zoo gauw schryven?" „Natuuriyk," zei Bertus, „waarom niet." Moeder Menders we|d er stil van. „Zou die dan al zoo gauw schryven mag- gen. O, hemel, dan zou er misschien van middag of vanavond al wat kunnen zyn. Ja, waarom ook eigeniyk niet? Stil redderde ze den boel by mekaar ging eten koken. Als ie nou nog gisteren avond geschreven had dan kreeg ze m nou vanmiddag Toen gingen d'r nog twee heele dagen overheen en toen was d'r nog geen brief. Moeder Menders werd zenuw achtig. Ze probeerde niks te laten merken want eén keer, toen ze d'r weer over begon met Bertus was ie kwaad gewor. den en had ie gezegd: „dat vrouwenvolk ook je kunt d'r niks tegen zeggen hou je mond mensch, wacht af" en 'toen had ie zoo kwaad gedaan dan wist ze al lang hoe laat of 't was. Nee Je moest Bertus niet kwaad maken. En nou zei ze maar niks meer. Ze gluurde stiekem door de vitragietjes van *t achter kamertje zoo door de winkeldeur naar bulten naar de post om half vier en leieren dag reed ie voorbij of zag ze "m hee- lemaal niét. Zou Henkie ziek zyn? Toen eenmaal die gedachte by d'r was liet ze d'r niet meer los. Ze dacht er aan bij 't eten koken bü 't werk en 's middags en 's avonds als ze in d'r bed lag. Als ie maar geen ma zelen had mazelen had ie nog niet gehad zou je dat nog kunnen krygen als je twaalf jaar bent. Ze geloofde van wel die Willem van Jane was die toen óók niet zoo oud toen de mazelen kreeg 's effen kyken ja, nou die was toch ook al tien en hy was twaalf, „Als ze ziek zyn dan kryg je toch zeker een boodschap?" vroeg ze voorzichtig den volgenden dag aan Bertus. Bertus zat z'n boterham te eten. „Wie?" „Nou van 't seminarie natuuriyk" zei ze een beetje ongeduldig en een beetje stug om d'r verlegenheid weg te du wen. Hy was ook zoo koel Bertus. „Och mensch zit daar nou niet over te piekeren die jongen die zal wel schrijven." Maar ze piekerde wel. Ze schilde de aardappelen wel eens zoo dik als anders. En ze had al tweemaal ver geten de kippen eten te geven. Toen Vrydagmiddag half vier belde de winkeldeur en ze was net toevallig in den winkel, want Bertus was z'n eigen laten scheren. Toen kwam de post. Alsjeblieft! zei ie en ie smeet een brief op de toonbank. Ze greep 'm meteen gauw kyken. Ja ja hy was 't. t Was van Henkie kijk maar! O, kyk tocsh 'ns gauw naar binnen gauw lezen! Toen zat ze in d'r rooien pluchen armstoel by de tafel scheurde met korte onge duldige rukjes den brief open nou was ie toch gelukkig niet ziek. „Lieve Pa en Moe, „Ik kom u schryven, dat ik het goed maak. Er zijn hier lollige jongens en de leeraren ook. Ik maak 't goed; de zuur tjes zün op. Ik heb ze opgedeeld. Gis teren hebben we gewandeld. Ik heb een fün bed. De appelen zün ook al op. Dag Pa en Moe. Den volgenden keer schryf ik weer. Dag. Henk. „P.s. Ik ben een gat in myn kous ge vallen en nou heb lk 't zelf dichtge naaid. Ik stuur hem wel met de vuile wasch mee naar huis." Zoon' jongen toch die Henk. Ze zat nog over 't briefie gebogen toen Bertus binnenkwam. „Een biref van Henk," zei ze. Bertus ging zitten nam den brief. Ze ging by 'm staan las mee en keek dan weer naar 'm op. „Dat Is ook 'n kort briefie" zei Bertus. „Nou ja.'i zei ze „hy moet toch studee- ren." Toen ging de winkelbel en Bertus ging een klant helpen. Moeder Mendels deed 'm weer stil in de enveloppe keek naar 't stempel giste renavond yerzonden gisterenavond. Toen legde ze 'm op en schoorsteen. In den winkel was er een klant en die moest 'n pond suiker hebben en een half pond vermicelli en twee ons gedroogde ap peltjes en toen Bertus de gedroogde ap peltjes afwoog en 't zakje dichtvouwde toen had ze weer den brief te pakken. Toen ging ze stil een goed plaatsje zoeken wacht in 't sigarenkistje aan den wand dan raakte ie niet weg. Maar dien avond toen ze zoo'n beetje zat te dutten na 't eten in d'r stoeltje zat Bertus met een krant onder z'n neus en de beenen op 'n stoel onderzoekend 't kamertje rond te kyken niet op 't buffet niet in den krantenhanger, dat had ie daarstraks al gezien niet onder de klok waar had ze nou dien brief gelaten? A. M.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 6