Binnenlandsch Nieuws
Gemengd Nieuws
VOOR DE HUISKAMER
\l
I
f 2 0 00.—
LOTTGERING
Pleines'Jubileum-Puzzie
De Rijn- en Binnenvaart
TWEEDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
WOENSDAG 1 MEI 1929
BLADZIJDE 2
Staten Generaal
Tweede Kamer
De Koninklijke Familie
De Amerikaansche gezant
op bezoek te Amsterdam
1889 1929
te winnen met
De hoofdredactie van het
„Centrum"
Moeilijkheden bij de werk
verschaffing
Dr. ir. H. Wortman
Na den brand in het Paleis
voor Volksvlijt te A'dam
Een onderscheiding voor
dr. ir. H. Wortman
De geregelde luchtdienst
tusschen Nederland
en Indië
De Hongaarsche kindertrein
Jhr. J. Rutgers van
Rozenburg t
De gemeentelijke inkom
stenbelasting te Amsterdam
Tragisch ongeval
De ramp van de „Prins
der Nederlanden"
Een timmerfabriek te
Beekbergen afgebrand
Acht verkeers-ongevallen
binnen 24 uur
Ontploffing in een dextrine-
fabriek
ONDERWIJS
Dubbel gestorte pensioen
bijdrage
I VERVEN EN ST00MEN
I ONZICHTBAAR STOPPEN
Gr. Houtstraat 5a, Tel. 10771
De Brief
DE FINANCIEELE VERHOUDING
TUSSCHEN RIJK EN GEMEENTEN
In de vergadering der Tweede Kamer
rerd gisteren voortgezet de behandeling van
aet Wetsontwerp tot herzienning van de
ïinancieele verhouding tusschen het Rijk en
ie gemeente en herziening van eenige bepa
lingen der gemeentewet.
Aan de orde is de stemming over het amen-
iementOud tot invoering van art. 19 (be-
asting op woonforensen). Het amendement
wordt aangenomen met 3736 stemmen.
Artikel 15 wordt aangenomen z.h.s.
Op art. 16 verdedigt de heer v. d. TEMPEL
(SJ5.A.P.) een amendement, om het maxi
mum aantal opcenten op de fondsbelasting
van 80 op 120 te brengen.
De heer SMEENK (A.R.) merkt op, dat
juist hierbij blijkt hoezeer het te betreuren
is, dat de minister een eigen gemeentelijke
inkomstenbelasting heeft afgewezen. Van de
grens van de opcenten zullen niet zoozeer de
groote als de middelgroote en plattelandsge
meenten moeilijkheden ondervinden, die ee-n
minder ruime sfeer van belastingheffing Heb
ben. Bij de algemeene beschouwingen heeft
spr. het denkbeeld geopperd om bij bijzon
dere vergunning van de Kroon aan gemeen
ten de bevoegdheid te geven meer dan 80
opcenten te heffen. Dit denkbeeld beveelt
spr. ter overweging aan.
De heer v. VOORST TOT VOORST (R.K.)
steunt het amendementv. d. Tempel. Bij
een maximum van 80 opcenten zullen de
plattelandsgemeenten in veel te sterke mate
de personeele belasting moeten opvoeren.
De MINISTER VAN FINANCIËN, de heer
DE GEER acht een percentage van 10.80
voor de hoogste toenemingen een natuurlijke
grens van de gemeentebelasting; 120 opcen
ten zou voeren tot een percentage van 13.20.
Het amendement veroorzaakt ongelijkheid en
druk in verschillende gemeenten en maakt
het verband los tusschen de gemeente-fonds
belasting en de grondbelasting, welk verband
niet gemist kan worden.
Spr. kan het amendement niet aanvaarden,
maar is bereid een veiligheidsklep aan te
brengen in den zin van hetgeen de heer
Smeenk wil. Wanneer de heer Smeenk een
amendement voorstelt, volgens hetwelk het
aantal opcenten tot 100 kan worden ver
hoogd. indien geen gebruik gemaakt is van
de bevoegdheid tot progressieve opeentenhef-
fing en ook de overige heffingen tot rede
lijke grenzen zijn opgevoerd, doch niettemin
de gemeente er niet in slaagt, haar begroo
ting sluitend te maken, dan is spr. bereid
dat amendement over te nemen.
De heer v. TEMPEL repliceert en hand
haaft zijn amendement.
De heer SMEENK repliceert en dient het
amendement in, waarop de Minister doelde.
De MINISTER dupliceert en geeft in over
weging 't amendement-Smeenk nog te wij
zigen, zoodat daaruit vervallen de woorden
betreffende de toepassing der progressie, zoo
dat het amendement luiden zou: indien een
gemeente, hoewel de overige heffingen tot
redelijke hoogte zijn opgevoerd, er niet in
slaagt haar begrooting sluitend te maken,
kan het aantal opcenten tot 100 worden op
gevoerd.
De heer SMEENK brengt deze wyziging
aan.
De VOORZITTER stelt voor de beraadsla
ging over dit artikel aan te houden.
Aldus wordt besloten.
Op art. 19 verdedigt de heer SMEENK
een amendement om de waarschuwingen en
de executoirverklaring van dwangbevelen
door den kantonrechter te doen vervallen,
het loonbeslag onder derden in vele gevallen
te vervangen door het vereenvoudigd loon
beslag en de gemeenten na den hypotheek
houder en na het Rijk den voorrang te geven
voor hare belastingen.
De MINISTER geeft eenige wijzigingen
in overweging, waaronder het terugnemen
van den voorrang.
De heer SMEENK brengt deze wijzigingen
over.
Het amendement wordt aangenomen zon
der stemming.
Op art. 22 verdedigt de heer STAALMAN
(wild-lib.) twee amendementen, het eerste
strekkende om alle ruimten en voorwerpen
in die ruimten, dienende tot uitoefening van
een beroep of bedrijf, van personeele belas
ting vrij te stellen en het tweede, dat bij
aanneming van het eerste zal worden inge
trokken, om koffiehuizen, restaurants en
dergelijke inrichtingen met winkels, slijte
rijen en dergelijke gelijk te stellen.
De heer v. GIJN (lib.) verdedigt eenige
amendementen strekkende om aan de ge
meenten de bevoegdheid te geven het aan
tal grondslagen voor de personeele belas
ting uit te breiden en de heffing naar de
huurwaarde progressief te maken.
De heer v. VUUREN (R.K.) verdedigt een
amendement, strekkende om aan de ge
meenten de vrijheid te geven winkels, café's,
restaurants en hotels niet naar den grond
slag huurwaarde aan te slaan.
De MINISTER heeft bezwaren tegen het
amendement-Staalman, dat tot gevolg zal
kunnen hebben, dat de belastingverlaging op
het publiek wordt verhaald, hetgeen juist
tegen de bedoeling der wet zou zijn.
eerste amendement-v. Gijn ontraadt spr.,
omdat daaraan technische bezwaren kleven
Tegen het tweede am. (progressie huur
waarde) heeft spr. geen bezwaar. Het denk
beeld van den heer v. Vuuren is in zijn
amendement slechts uitgewerkt. Spr. zou er
geen bezwaar tgeen hebben, indien het ge
wijzigd werd in dien zin, dat het percen
tage voor de in het amendement bedoelde
perceelen lager kan worden gesteld dan voor
de andere perceelen.
De heer STAALMAN trekt zijn amende
ment in.
De heer v. VUUREN wijzigt zijn amen
dement in den zin als door den Minister
aangegeven.
De heer v. GIJN trekt zijn amendement
betreffende de grondslagen in.
De heer TER LAAN vraagt gesplitste
stemming over het artikel.
Het amendement-v. Gijn wordt aangeno
men met 58—12 stemmen; het am.-v. Vuuren
Wordt verworpen met 4128 stemmen.
Het artikel wordt gesplitst in stemming
gebracht en aangenomen, gedeeltelijk z. h. 8.,
gedeeltelijk bij zitten en opstaan.
Op art. 29 verdedigt de heer v. VOORST
TOT VOORST een amendement om uit het
ontwerp te lichten de verplichting aan de
provinciën tot financieele steunverleening
aan gemeenten in nood daar de provincie
geen zeggenschap heeft over den loop der
zaken in een gemeente.
De heer SCHAPER (S.D.A.P.) steunt het
amendement, doch verdedigt, voor het geval
dit niet wordt aanvaard een subsidiair
amendement op art. 30, strekkende om de
steunverleening door de provincie te beper
ken tot 20 pet. van het voorschot.
De MINISTER zet uiteen, dat wat in het
ontwerp is voorgesteld steunt op een practijk
van tientallen jaren, doch is bereid, dit
stukje uit het ontwerp terug te nemen, opdat
over de kwestie van den steun door de pro
vincie thans niet wordt beslist.
De artikelen 29 en 30 worden z. h. s. aan
genomen.
De heer v. d. TEMPEL (S.D.A.P.) stelt een
amendement voor om de taak van de com
missie van advies voor de uitvoering der wet
uit te breiden.
De heer v. VUUREN stelt voor het artikel
aan te houden tot morgen.
Dit voorstel wordt aangenomen met 3629
stemmen.
Daarna wordt de vergadering tot heden
verdaagd.
H. M. de Koningin, Z. K. H. Prins Hendrik
en H. K. H. Prinses Juliana hebben gisteren
het noenmaal bij H. M. de Koningin-Moe
der te 's Gravenhage gebruikt.
H. M. de Koningin-Moeder dineerde gister
avond bij de Koninklijke Familie ten paleize
Noordeinde te Den Haag
Het bezoek aan Amsterdam
De Koninklijke Familie heeft het voorne
men Zaterdag 8 Juni aanstaande het Paleis
te Amsterdam te betrekken voor het jaar-
lijksch verblijf in de hoofdstad.
In velband met de feesten ter huldiging
van Th. m. de Koningin-Moeder zal de Ko
ningin ditmaal niet in de gelegenheid zijn
de gebruikelijke audiënties te verleenen en
zal er geen avondfeest ten Paleize plaats
hebben.
j kringen ten stadhuize het vertrouwen, dat
het ten slotte mogelijk zal zijn, met een
factor van 0.6 de noodige middelen te ver
krijgen, wanneer ten opzichte van de uitgaven
een zoo groot mogelijke zuinigheid wordt be
tracht.
De heer Richard M. Tobin, gezant van de
Vereenigde Staten van Amerika is voor zijn
aangekondigd bezoek aan Amsterdam verge
zeld van Commander R. R. M. Emmet te
Amsterdamaangekomen.
Gisterenavond bood mr. J. C. A. Everwijn,
waarnemend voorzitter der Nederlandsch-
Amerikaansche Kamer van Koophandel Z. E.
een maaltijd ten zijnen huize aan, waarna
de Consul General der Vereenigde Staten
Chas L. Hoover een avond-receptie ten zij
nen huize geeft.
Hedenmorgen werd te 10.15 uur een bezoek
gebracht aan de Nederlandsche Dok Maat
schappij, vanwaar per boot, welwillend door
de Directie der Koninklijke Paketvaart Maat
schappij ter beschikking gesteld, gevaren
werd naar de N.V. Nederlandsche Vliegtui-
genfabriek „Fokker" om dit bedrijf te bezich
tigen. Van 11.15 tot 11.45 uur werd een
bezoek gebracht aan de Vereenigde Amster-
damsche Melkinrichtingen, waarna de och
tend besloten werd met de bezichtiging van
het gebouw van de Amsterdamsche Maat
schappij voor Jongemannen.
Het bestuur der Nederlandsch-Amerikaan-
sche Kamer van Koophandel bood den ge
zant vervolgens een lunch aan. In den na
middag werd een bezoek gebracht aan de
tentoonstelling van Oost-Aziatische Kunst in
de Rijks Academie van Beeldende Kunsten,
gevolgd door een bezoek te 3.30 uur aan de
nog niet voor het publiek geopende nieuw
ingerichte zalen van het Rijksmuseum en aan
de tentoonstelling Hellas en Rome. Het be
zoek wordt besloten met een heerendiner door
den Burgemeester in zijn ambtswoning aan
te bieden.
Vraagt Gratis-Puzzle aan bij
de Kon. Zeepfabr. De Duif, Den Dolder.
zen. Voor het verder noodige zal de uitgifte
van obligaties dienen. Zoodoende zal wellicht
eerst obligatie-rente behoeven te worden be
taald, wannec. de dienst in gang is tn in
komsten worden verkrege.i.
Aangenomen wordt, dat op de exploitatie
geen aanmerkelijke verliezen behoeven te
worden geleden, omdat verwacht mag wor
den,» dat het publiek voor deze verbinding
met haar groote tijdwinst in vergelijking met
andere middelen van vervoer voldoende hooge
prijzen zal willen betalen.
De Staat zal in den Raad van Bestuur het
grootste aantal vertegenwoordigers hebben;
hun getal wordt daartoe van twee op vijf
gebracht door een wijziging van art. 10 der
overeenkomst, die het totaal getal leden
brengt van vijf op negen. Evenals tot dus
verre moet de aanwijzing van de niet namens
den Staat gekozen leden geschieden naar ge
noegen van den Minister. Het ligt in de be
doeling voor twee der drie nieuwe namens
den Staat te vervullen plaatsen aan te wijzen
een vertegenwoordiger van den Minister Van
Financiën en een in overleg met den Minis
ter van Koloniën te benoemen lid. Om de
vertegenwoordiging van den Staat niet uit
sluitend ambtelijk te doen zijn, wordt be
paald, dat althans een lid uit het bedrijfs
leven zal worden gekozen.
In den uit ten minste zeven leden samen
te stellen Raad van Commissarissen zal de
Staat twee leden aanwijzen, terwijl de aan
wijzing van de overigen naar genoegen van
den Minister moet zijn.
Omtrent de tevens voorgenomen uitbrei
ding van het aandeelenkapitaal van ƒ5.100.000
tot 10 millioen wordt opgemerkt, dat met de
thans voorgestelde uitgifte van 2K> millioen
ten name van den Staat het bedrag aandee-
len in portefeuille zou zijn uitgeput. Uitslui
tend om ter wille van een verdere toekomst
meer ruimte te scheppen, wordt van de
thans zich voordoende gelegenheid tot ver
ruiming eenvoudigheidshalve alvast gebruik
gemaakt.
Naar de „Stichtsche Post" meldt, zal de
heer P. H. J. Steenhoff zijn functie als
hoofdredacteur van „Het Centrum" neer
leggen en wel met ingang van 1 Mei a.s.
De heer Steenhoff zal dien dag 45 jaren
onafgebroken aan „Het Centrum" zijn ver
bonden. Hij trekt zich terug tengevolge van
reorganisatie-maatregelen in het beheer van
dit blad, die onder andere ook geleid heb
ben tot het uittreden van mr. P. J. M. Aal-
berse uit de hoofdredactie.
Vragen van het Tweede-Kamerlid
L. L. H. de Visser
Het Tweede-Kamerlid de heer L. L. H. de
Visser heeft den minister van Binnenl. Zaken
en Landbouw de volgende vragen gesteld:
Is het den minister bekend, dat bij de werk
verschaffing herhaaldelijk moeilijkheden ont
staan ten gevolge van de getroffen loonrege
lingen, de ziekenzorg, de huisvesting en het
toezicht? En dat bij de werkverschaffing in
de omgeving van Beilen door de daar te werk
gestelde arbeiders uit Amsterdam eenige ma
len het werk is gestaakt, omdat een behoor
lijk garantieloon ontbreekt, ten gevolge
waarvan ruim zestig arbeiders zijn ontslagen?
Is de minister niet van oordeel, dat ook in
werkverschaffing werkzame arbeiders het
recht hebben om een behoorlijk loon voor
hun arbeid te vorderen, zonder dat zij daarom
met ontslag behooren te worden gestraft?
Is het den minister bekend, dat de arbeids
voorwaarden voor de werkverschaffing als
regel worden vastgesteld zonder dat de be
trokkenen dat zijn de werkloozen daar
op eenigen invloed hebben gehad?
Is de minister bereid, oogenblikkelijk maat
regelen te treffen, waardoor aan redelijke
klachten van werkloozen wordt tegemoetge-
treden, de ontslagenen gelegenheid krijgen,
op een garantieloon den arbeid te hervatten
en zoolang dat noodig is, voor werkloozen-
steun in aanmerking te doen komen?
Gisterenmiddag heeft te 's-Gravenhage het
afscheid plaatsgehad van den aftredenden
directeur-generaal dei- Zuiderzeewerken, dr.
ir. H. Wortman. Vele sprekers voerden het
woord, onder wie ir. M. H. Damme, minister
van de Vegte en mr. Vissering.
Na afloop had een gemeenschappelijke
maaltijd in hotel „Witte Brug" plaats.
Het bouwkundig weekblad „Architectura"
bespreekt ditmaal uitvoerig het verwoeste
Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam.
Jan de Meijer, architect, schrijft over de
mogelijkheden van bebouwing van het open
gekomen terrein o.m. het volgende:
„Afgescheiden echter of er een schouw
burg, opera-gebouw, stadhuis, of een ander
monumentaal bouwwerk, zal verrijzen, is het
de eerste vraag, uit te maken, of deze plek
al of niet bebouwd zal moeten worden. Er
zullen natuurlijk voorstanders zijn van het
tot één boulevard maken van Weteringschans
en Sarphatistraat. Wellicht zweeft hun het
beeld van een Champs Elysées voor de oogen.
Een dergelijk ruim beeld is hier niet te be
reiken; begin en eind leenen zich daar niet
toe. Evenmin is de Galerij (was deze maar
verdwenen) met binnentuin een Palaic Royal.
Amsterdam is nu eenmaal geen Parijs, niet
omdat wij de zaken bekrompener zien, doch
onze levenshouding is, krachtens onzen
volksaard, nu eenmaal anders. Amsterdam
heeft bovendien een andere, sterk-uitgespro-
ken geestelijke sfeer, welke onze stedebou
wers wel eens hebben willen negeeren, doch
waaraan zij ten slotte hebben te gehoorza-
I men, omdat deze sfeer niet aan mode onder-
j hëvig is.
Dgn zullen er ook velen zijn, die blij zul
len wezen met de open plek en zullen hopen,
dat deze nu eens onbebouwd zal blijven en
tot bloementuin zal worden bestemd, in het
genre „Bauer".
I De heele omgeving eischt echter een be-
I bouwen van het terrein, zij het ook met w(j-
zigen van de voorgevelrooilijn.
We slaakten zooeven de verzuchting, was
de galerij maar verdwenen! Hoe eerder dit
onding verdwijnt, hoe beter het is. Voor een
geschikte oplossing zou het ook het beste
zijn, indien mede in verband met den
binnentuin de huizen aan Oost- en West
Einde in het nieuwe plan werden betrokken.
Al doet de Schoonheidscommissie pogingen
het deftige karakter dezer straten te behou
den, langzaam maar zeker vulgariseeren ook
deze.
Onbebouwd laten behoort al in zoover tot
de onmogelijkheden door de groote waarde
van een terrein als dit. De Paleis-aandeelen
waren niet voor niets den dag na den brand
van 35 tot 75 opgeloopen.
Wat er ook moge gebeuren, laten wij ho
pen, dat we geen herhaling van het midden-
Damterrein krijgen, dat we jaren met een
schutting als monumentale afsluiting zullen
zitten, zij deze dan ook op decoratieve wijze
behandeld en beplakt."
Bij Koninklijk besluit is benoemd tot
Commandeur in de Orde van den Neder-
landschen Leeuw, dr. ir_ H. Wortman, te
Den Haag, inspecteur-generaal van den
Rijkswaterstaat met verlof en directeur-
generaal van de Zuiderzeewerken
De regeering doet verstellen aan de
Tweede Kamc.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een
wetsontwerp tot bevordering van het onder
houden een lucn^.. rveuer-
land en Nederlandsch-Indië door de K. L. M.
In de Memorie van Toelichting wordt op
gemerkt, dat art. 2 der overeenkomst van
1927 de K. L. M. verplicht zooveel mogelijk
de tot stand koming van de luchtverbinding
met Indië na te streven.
De maatschappij rekent den dienst in 1931
geregeld, waarschijnlijk éénmaal per week
heen en terug, te kunnen aanvangen. Met
het oog op de voorbereiding, de aanschaffing
en beproeving van daarvoor bestemd mate
rieel en de opleiding van personeel, zullen
r ds spoedig uitgaven moeten worden ge
in en bestellingen worden geplaatst, .vier
toe intusschen eerst ook kan worden overge
gaan, wanneer de Maatsch ook omtrent
het verkrijgen van de later noodige bedragen
zekerheid bezit. Het is begrijpe ijk, dat ond
de tegenwoordige omstandigheden voor dit
doel zonder waarborg nog geen particulier
kapitaal is te verkrijgen. De staat zal daarbij
dienen te helpen. Het nationaal belang, dat
bi) de luchtverbnding is betrokken, spreekt
naar de meening der Regeering voor zich
zelf.
De kapitaalverschaffin; is gedacht deels
in door het Rijk te nemen aandeelen, deels
in een geleidelijk en naar behoefte te plaat
se obllgatieleening, waarvar het Rijk rente
en aflossing waarborgt. Voor het bedrag,
noodig voor de voorbereiding en de eerste
aanschaffing van materieel, t. w. omstreeks
2% millioen gulden, is de eerste vorm geko-
Om misverstand te voorkomen en ook
eventueele teleurstelling, acht het Roomsch
Katholiek Hongaarsch Kindercomité in Liq.
zich verplicht, mede te deelen, dat ouders
welke met den trein per 1 Juli een Hon
gaarsch pleegkind naar Nederland wenschen
te laten overkomen, niet met hunne aanvra
gen moeten wachten tot half Juni, doch
reeds nu hun adres moeten opgeven aan het
secretariaat Molenweg 22 te Amstelveen.
De belangstelling uit alle deelen des lands
blijkt zeer groot te zijn, zoodat kans op
teleurstelling niet is uitgesloten.
Waar van verschillende zijde ook infor
maties verzocht worden omtrent het zenden
van pakketten, moet het Comité mededeelen,
dat hieromtrent nog maatrege.en overwogen
worden, welke later worden bekend gemaakt.
In den ouderdom van 74 jaar is te Arnhem
overleden jhr. D. Rutgers van Rosenburg,
oud-secretaris van den Hoogen Raad van
adel, ridder in de orde van den Ned. Leeuw,
officier in de orde van Oranje-Nassau.
Naar „Het Volk" verneemt, is men thans
ten stadhuize te Amsterdam druk bezig met
de voorbereidingen, die noodig zijn om aan
den gemeenteraad van Amsterdam te zyner
tijd een voorstel te kunnen doen, tot vast
stelling van den belastingfactor, die voor het
komende jaar zal gelden.
Vrijdag a.s, zal de commissie van Bijstand
voor de Gemeentefinanciën bijeenkomen en
zich met deze aangelegenheid bezig houden.
Is het blad goed ingelicht, dan zal worden
voorgesteld, ook dezen keer in den factor
geen wijziging te brengen. Er moet eentger-
mate rekening worden gehouden met de
onzekerheid, die nog bestaat ten opzichte
van de regeling van de financieele verhou
ding tusschen rijk en gemeenten, thans in
de Tweede Kamer aan de orde. Het is
moeilijk, nu zulke ingrijpende wijzigingen op
het gebied der gemeentelijke belastingen aan
de orde' zijn, verandering te brengen in het
sedert eenige jaren geldende hefLngspercen-
tage. Het zal echter, gezien de geringe spe
ling, die in de krappe ramingen van de dien
sten en bedrijven zit en rekening houdende
met het kleine bedrag, dat op de ioopende
begrooting voor onvoorzien is uitgetrokken,
moeilijk zijn x>t een sluitende rekening voot
1S29 te komen. Vast staat wel, da: hetgeen
vcor 1929/30 eventueel uit het reservuronds
nog valt te putten, betrekkelijk gering zal
zijn. Men heeft echter in de financieele
In de stoombleekerij „Het Haasje" te IJs-
selmuiden wilde een der knechts, de jonge
Tromp den drijfriem verplaatsen tijdens
het loopen der machine. Hij werd, naar het
Hbld. meldt, bij de mouw gegrepen, meege
sleept en rondgeslingerd, tot de machine ge
stopt werd. Toen was de arme jongen zoo
deerlijk gekwetst dat hij naar het ziekenhuis
gebracht spoedig daarna overleed.
Te Ouddorp is op de z.g. Paardenplaat een
lijk aangespoeld. Na onderzoek bleek het te
zijn van een der omgekomenen bij de ramp
der reddingboot, te Hoek van Holland, n.l.
van matroos P. A. Verwey; papieren op hem
bevonden, wezen zulks uit. Het lijk, dat nog
vrij gaaf is, is in den nacht naar Hoek van
Holland vervoerd.
Gisterennacht te half drie werd brand ont
dekt in de houtzagerij en timmerfabriek van
de Gebr. Westrik nabij het station Beekber
gen. Een beambte van het station belde de
politie te Apeldoorn op, waarna de Apel-
doornsche brandweer met groot materiaal
uitrukte. Te drie uur was zij ter plaatse. De
fabriek, met haar grooten voorraad hout, welke
de vlammen rijkelijk voedsel bood, stond toen
reeds in lichte laaie en het was duidelijk te
zien, dat hier niet veel meer te redden viel,
mede doordat men gebrek aan water had.
Over het stationsemplacement was ongeveer
duizend meter slang uitgelegd om de Lierder-
beek te bereiken. De brandweer van Apeldoorn
en van Beekbergen gaf met drie stralen wa
ter. Te zes uur gisterenmorgen kon de brand
weer inrukken. Zij had niet kunnen voorko
men, dat de fabriek geheel uitbrandde. Met
de machines ging een groote hoeveelheid deu
ren en ander hout verloren. Omtrent de oor
zaak is niets bekend.
Uit Eindhoven schrijft men aan de Msb.:
Ook op het gebied van auto- en motor
ongelukken is Eindhoven een groote stad.
Binnen 24 uur hadden er hier acht plaats.
Op den Boschdijk werd v. d. S. van zijn
motor geslingerd. Hij bekwam ernstige hoofd
wonden en is ter plaatse van het H. Oliesel
voorzien; zijn vrouw werd van den duo ge
gooid en bekwam verwondingen aan de
hand. In de Hemelrijken reed een vracht
auto der Z.H.B. tegen een hek; alle flesschen
bier en limonade braken, terwijl de chauffeur
met twee naast hem zittende personen door
de voorruit vlogen, wonder boven wonder
zonder doodelijk gevolg. Op den Aalsterweg
vloog de heer S. van zijn motor en bekwam
een beenbreuk en ernstige kneuzingen. Op de
Boschdijk stapte de werkman v. d. H. uit
een autobus, hij struikelde en brak een been.
In strijp vloog de motorrijder H. en zijn
meisje mej. H. v. O., van den motor en be
kwamen vrij ernstige verwondingen aan
hand en been. Op Stratumseind reed 'n
vrachtauto een loopjongen aan, die van zijn
fiets was gevallen. Het ventje kreeg inwen
dig letsel. Op den Geldropsche weg ten slotte
reed een auto een kar met paard in een sloot.
De chauffeur werd geblesseerd, de auto ern
stig beschadigd, zoodat hij getakeld moest
worden, de kar kon uit de sloot gehaald wor
den, maar 't paard was kreupel. Ten slotte
heeft een auto van den Elfstedentocht op
den Eindhovenschen weg bij Geldrop een
aanrijding gehad met 'n luxe-auto der fa. v.
Dijk, aldaar, zoodat de vooras onder den wa
gen uitsloeg; en dit alles binnen de 24 uur.
Dezer dagen ontplofte, naar de „Prov. Gr.
Crt." meldt, in het oostelijk deel van de
dextrinefabriek van de firma O. J. Meijer
aar de Molenstreek te Veendam een der
droogapparaten voor het fabriceeren van
dextrine. Zij was zoo hevig, dat verschillende
houten beschotten, op een afstand staande,
weggeslingerd werden. Twee fabrieksarbei
ders, die het toezicht over de droogappara
ten moesten uitoefenea, werden door de
ontploffing eenige meters weggeslingerd en
hoewel een venijnige steekvlam hun om de
ooren vloog, waardoor gezicht en handen
eenigszins werden geschroeid, hadden andere
medearbeiders, die op het ongeluk afkwamen,
de groote tegenwoordigheid van geest om de
aanwezige zelfblusschers in werking te bren
gen, waardoor al dadelijk de brand tot de
bewuste droogkamer beperkt bleef.
Er had zich in die kamer een sterke gas-
lucht ontwikkeld, veel overeenkomende met
een zwaren zwaveldamp. Niemand kon de
kamer van nabij naderen.
Inmiddels was de brandweer verschenen
met de beide autospuiten, welke spoedig den
nog smeulenden haard trachtte te blusschen.
Dit bleek al spoedig niet zoo gemakkelijk te
zijn, omdat de verstikkende gaslucht iedere
verkenning onmogelijk maakte.
De brandschade heeft zich alleen tot het
oostelijk gedeelte bepaald.
Het zeer drukke verkeer op dezen dag
naar Pekela stond een paar uren stil.
Een centraal orgaan
De organisaties van belanghebbenden bij
de Rijn- en binnenvaart hier te lande be
reiden, naar het Hbld. verneemt, de oprich
ting voor, van een centraal lichaam, dat bij
voorkomende gelegenheden voor het gan-
sche bedrijf kan optreden als commissie van
advies bij de regeering of op andere wilze
het orgaan zal zijn, waardoor Rijn- en bin
nenvaart zich tot de regeering zullen kunnen
wenden om wenschen of verlangens kenbaar
te maken.
Thans gebeurt het dikwijls, dat de regee
ring, aan verschillende organisaties advies
vragende omtrent bepaalde aangelegenheden,
zeer verschillende raadgevingen krijgt van de
groepen belanghebbenden. Het gebrek aan
overeenstemming tusschen de adviezen heeft
in den regel tot gevolg, dat geen der advie-
zèn wat uitwerkt.
De bedoeling is nu een orgaan te scheppen
waardoor het heele bedrijf tegenover de re
giering als eenheid zal kunnen optreden.
Den Haag zal de zetel worden van dit li
chaam, dat zijn bemoeiingen ook zal uit
strekken tot aangelegenheden, die ressortee-
ren onder de Centrale Commissie voor de
Rijnvaart.
OP de vragen van mejuffrouw Westerman
betreffende restitutie van te veel gestorte
pensioenbijdragen door besturen van bijzon
dere scholen over de tweede helft ven 1922
heeft de heer Waszink, Minister van Onder-
nrös K. er W hof v«ï<?:or»rfp s:epntmroo'»*rl
Over het tweede halfjaar van 1922 zijn
hderdaad door of voor onderwijzers aan en
kele bijzondere lagere scholen tweemaal pen
sioenbijdragen betaald. Dit is echter uitslui
tend geschied voor de onderwijzers aan z.g
niet gesubsidieerde bijzondere lagere scholen
alsmede voor de vakonderwijzers aan de bij
zondere lagere scholen, die wel voor Rijks
vergoeding ln aanmerking kwamen. De wed
den van deze beide categorieën van personen
werden n.l. niet beheerscht door het Bezoldi
gingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren
1920.
Zij ontvingen niet de in artikel 38 van het
besluit bedoelde toelage ten beloope van hun
Pensioenbijdragen („premievrij pensioen").
Restitutie van het volgens de Lager-onder-
wijswet 1920 te veel gestorte over de tweede
helft van 1922 behoort eventueel op grond
van artikel 167 der Pensioenwet 1922, uit het
Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds te ge.
schieden. De ondergeteekende Is wettelijk
niet bevoegd over de geldmiddelen van dit
fonds te beschikken. Onder deze omstandig
heden meent hij zich van het geven van een
antwoord op de tweede vraag te moeten
onthouden.
van Aleeding, Linnen Tapijter
m
En nu was 't zoover. Nou was ie weg
nou zat ie d'r al bij de andere jongens,
bij z'n leeraren.
Gisteren hadden ze 'm naar den trein ge
bracht in den regen, 't Goot van den
lucht en hij had loopen fluiten en toen ze
vroeg „vind je 't nou niet akelig?" toen
had ie gezegd „wel nee, Moe" en toen
opeens had ie gezegd „voor u wel, hé? maar
ik kom met de vacantie toch weer thuis."
Ja zóó had ie 't gezegd.
Wat was dat toch mooi. Nou had ie roe
ping nou ging ie priester worden en
over wat jaren 't waren d'r nog wel 'n boel
hij was nou pas twaalf maar och de
tyd ging toch zoo gauw dan zou ie
priester zijn haér Henk, en dan zou ze
hem aan 't altaar zien en op den preekstoel
zien nou eerst nog dat overhempie van
'm ingepakt en z'n schoone boorden an
ders zat ie meteen daar.
Bedrijvig stond ze over 't rieten koffertje
gebogen dat moest nog nagezonden wor
den. Dat kreeg ie nou morgenochtend. Ze
zou d'r een paar appelen bij douwen dat
was lekker kon ie opeten onder spelen.
Ze was een klein vrouwtje r— en zooals ze
nou stond met d'r groote blauwe schort
want de vaat moest nog gedaan worden
en alles leek ze nog kleiner dan ze in
werkelijkheid was.
Ze ging een paar appelen zoeken van
beneen uit de keuken en terwijl ze 't
achterkamertje doorliep achter den win
kel zag ze, dat Bertus drie klanten had.
„Wil ik efkens komen?" dee ze achter de
vitrage.
„Nee," schudde Bertus.
Toen ging ze maar drie appelen zou ze
d'r maar in doen dat was wel genoeg
voorloopig. Hij had toch nog zuurtjes mee
óók. Wat zou ie daarvan opkijken. Om half
tien kwam de bode 't halen.
„Voor 't seminarie," zei ze.
Ja ja dat wist ie al „voor den jon
genheer Menders hé, jawel."
Zoo dat was afgedaan. Nou had ie alles
nou had ze toch echt niks vergeten.
Nou ging ze eerst den boel redderen.
Ze waschte de koppies en ze deed de
kamer en ze maakte d'r bed op en ze
maakte koffie, maar 't ging vandaag niet
zooals anders, 't Was vandaag zoo'n rare
ochtend.
Om half elf kwam Bertus binnen om kof
fie te drinken.
„Nou is ie d'r al lang," zei ze, toen ze 't
koppie gaf.
„O, ja, natuurlijk gisterenavond al."
,,'t Zal mij benieuwen of ie kan wennen."
Bertus zei niks roerde in z'n koppie.
„Zou jij denken van wel?"
„Dat weet ik niet moeten we maar af
wachten. Nou, waarom zou ie niet wennen
hij wil immers zelf."
„O ja hij wou wel! vond je niet?"
Bertus knikte stom. Hy zal eerdaags wel
schryven.
Ze zette d'r koppie neer dat ze in d'r
hand had.
„Zou ie al zoo gauw schryven?"
„Natuuriyk," zei Bertus, „waarom niet."
Moeder Menders we|d er stil van.
„Zou die dan al zoo gauw schryven mag-
gen. O, hemel, dan zou er misschien van
middag of vanavond al wat kunnen zyn.
Ja, waarom ook eigeniyk niet?
Stil redderde ze den boel by mekaar
ging eten koken. Als ie nou nog gisteren
avond geschreven had dan kreeg ze m
nou vanmiddag Toen gingen d'r nog twee
heele dagen overheen en toen was d'r nog
geen brief. Moeder Menders werd zenuw
achtig. Ze probeerde niks te laten merken
want eén keer, toen ze d'r weer over
begon met Bertus was ie kwaad gewor.
den en had ie gezegd: „dat vrouwenvolk
ook je kunt d'r niks tegen zeggen hou
je mond mensch, wacht af" en 'toen had ie
zoo kwaad gedaan dan wist ze al lang
hoe laat of 't was. Nee Je moest Bertus
niet kwaad maken.
En nou zei ze maar niks meer. Ze gluurde
stiekem door de vitragietjes van *t achter
kamertje zoo door de winkeldeur naar
bulten naar de post om half vier en
leieren dag reed ie voorbij of zag ze "m hee-
lemaal niét.
Zou Henkie ziek zyn? Toen eenmaal die
gedachte by d'r was liet ze d'r niet meer
los. Ze dacht er aan bij 't eten koken
bü 't werk en 's middags en 's avonds
als ze in d'r bed lag. Als ie maar geen ma
zelen had mazelen had ie nog niet gehad
zou je dat nog kunnen krygen als je
twaalf jaar bent. Ze geloofde van wel die
Willem van Jane was die toen óók niet
zoo oud toen de mazelen kreeg 's effen
kyken ja, nou die was toch ook al tien
en hy was twaalf,
„Als ze ziek zyn dan kryg je toch zeker
een boodschap?" vroeg ze voorzichtig den
volgenden dag aan Bertus.
Bertus zat z'n boterham te eten.
„Wie?"
„Nou van 't seminarie natuuriyk"
zei ze een beetje ongeduldig en een
beetje stug om d'r verlegenheid weg te du
wen. Hy was ook zoo koel Bertus.
„Och mensch zit daar nou niet over
te piekeren die jongen die zal wel
schrijven."
Maar ze piekerde wel.
Ze schilde de aardappelen wel eens zoo
dik als anders. En ze had al tweemaal ver
geten de kippen eten te geven.
Toen Vrydagmiddag half vier belde de
winkeldeur en ze was net toevallig in den
winkel, want Bertus was z'n eigen laten
scheren. Toen kwam de post.
Alsjeblieft! zei ie en ie smeet een brief
op de toonbank. Ze greep 'm meteen
gauw kyken. Ja ja hy was 't. t Was
van Henkie kijk maar!
O, kyk tocsh 'ns gauw naar binnen
gauw lezen!
Toen zat ze in d'r rooien pluchen armstoel
by de tafel scheurde met korte onge
duldige rukjes den brief open nou was ie
toch gelukkig niet ziek.
„Lieve Pa en Moe,
„Ik kom u schryven, dat ik het goed
maak. Er zijn hier lollige jongens en de
leeraren ook. Ik maak 't goed; de zuur
tjes zün op. Ik heb ze opgedeeld. Gis
teren hebben we gewandeld. Ik heb een
fün bed. De appelen zün ook al op.
Dag Pa en Moe. Den volgenden keer
schryf ik weer. Dag.
Henk.
„P.s. Ik ben een gat in myn kous ge
vallen en nou heb lk 't zelf dichtge
naaid. Ik stuur hem wel met de vuile
wasch mee naar huis."
Zoon' jongen toch die Henk.
Ze zat nog over 't briefie gebogen toen
Bertus binnenkwam.
„Een biref van Henk," zei ze.
Bertus ging zitten nam den brief. Ze
ging by 'm staan las mee en keek dan
weer naar 'm op.
„Dat Is ook 'n kort briefie" zei Bertus.
„Nou ja.'i zei ze „hy moet toch studee-
ren."
Toen ging de winkelbel en Bertus ging
een klant helpen.
Moeder Mendels deed 'm weer stil in de
enveloppe keek naar 't stempel giste
renavond yerzonden gisterenavond.
Toen legde ze 'm op en schoorsteen.
In den winkel was er een klant en die
moest 'n pond suiker hebben en een half
pond vermicelli en twee ons gedroogde ap
peltjes en toen Bertus de gedroogde ap
peltjes afwoog en 't zakje dichtvouwde
toen had ze weer den brief te pakken. Toen
ging ze stil een goed plaatsje zoeken
wacht in 't sigarenkistje aan den wand
dan raakte ie niet weg.
Maar dien avond toen ze zoo'n beetje
zat te dutten na 't eten in d'r stoeltje
zat Bertus met een krant onder z'n neus
en de beenen op 'n stoel onderzoekend 't
kamertje rond te kyken niet op 't buffet
niet in den krantenhanger, dat had ie
daarstraks al gezien niet onder de klok
waar had ze nou dien brief gelaten?
A. M.