Binnenlandsch Nieuws
Gemengd Nieuws
VOOR DE HUISKAMER
Nieuwe Haariemsche Courant
Spaart Uw tanden?
AAN ONZE LEZERS
DERDE BLAD NIEUWE HAARLEMS CHE COURANT WOENSDAG 8 MEI 1929 BLADZIJDE 2
Staten-Generaal
Eerste Kamer
Tweede Kamer
Tallooze personen beder
ven ze langzaam maar ze
ker door tandpasta's, die
absoluut ongeschikt zijn
voor de tandverzorging.
Kent U de Odol-tandpasta?
Wie ze eenmaal heeft ge
probeerd wil niets anders
meer gebruiken, want
Odol-tandpasta spaart
Uw tanden, werkt antisep
tisch en heeft een aange-
namen frisschen smaak.
De belasting te Amsterdam
De radio-golflengten voor
Nederland
De gemeentelijke inkomsten
belasting te 's-Gravenhage
Een welverdiende belooning
R.K. Volkspartij
Eindelijk gaan de oogen
open
RECHTSZAKEN
De kruiersknecht Van Ingen
tot twee en half jaar
veroordeeld
Wegens schuldmisdrijf
veroordeeld
Meineed
Spoort al Uw kennissen aan
hun vraag-en aanbod-adver
tenties te plaatsen in onze eigen
De zware brand te
Rossum
Een gewonde vrouw
overleden
Aan de gevolgen overleden
Een gevaarlijk experiment
Alles ging verloren
In een teil met kokend
water gevallen
Door gas bedwelmd
Levende lijken
JHR. VERHE1JEN HERDACHT
In de gisteravond gehouden vergadering
der Eerste Kamer heelt de voorzitter net
overlijden van Jhr. mr. F. X. A. Verheyen
herdacht.
Spr. zeide ongeveer het volgende:
Geachte medeleden. Niet onverwacht, maar
toch nog veel te vroeg voor zijn omgeving
en hen. die hem hoogschatten, bereikte ons
de tijding van het overlijden van jhr. mr.
F. X. A. Verheijen. In 'Januari 1852 te
's-Hertogenbosch geboren, vestigde hij zich,
na volbrachte studiën, aldaar als advocaat en
was hij later bij de rechterlijke macht werk
zaam als plaatsvervangend kantonrechter,
lid van de rechtbank en raadsheer van het
gerechtshof. Hij Was lid van de Prov. Staten,
schoolopziener en bestuurslid van vele in
stellingen. waar zijn arbeidzame geest een J
nuttig arbeidsveld vond. Sinds 1908 lid dezer
Kamer werden zijn adviezen, wanneer hij aan
de beraadslagingen deelnam, door zijn hel
deren. zakelijker., halmen betoogtrant zeer op
prijs gesteld. Niemand meer dan hij zelf be
treurde. dat zijn gezondheidstoestand hem
verhinderde hier steeds aanwezig te zijn.
Waren er echter gewichtige beslissingen te
nemen, dan ontbrakhij niet op het appèl.
Door zijn open en eerlijk karakter had hij
zich vele vrienden weten te verwerven. Door
zijn overlijden ontviel ons vaderland een
man van beteekenis. een onzer beste burgers.'
die op velerlei gebied zijn sporen heeft ver
diend en wiens naam zoowel hier als elders
met eere zal worden genoemd.
Deze redevoering werd staande aange
hoord.
Verder deelde de voorzitter mede. dat de
centrale afdeeling heeft besloten, na afloop
der openbare vergadering in de afdeelingen
het Suikerwetje te doen onderzoeken en
morgen elf uur in de afdeelingen te doen
onderzoeken 12 wetsontwerpen, te beginnen
met de wijziging der Ziektewet. Het is zijn
voornemen de Kamer op 14 dezer, des avonds
half negen, weer bijeen te roepen om ver
schillende wetsontwerpen in de afdeelingen
te onderzoeken en den 15en Mei tal van an
dere wetsontwerpen te onderzoeken; verder
om Donderdag 16 Mei in openbare behande
ling te nemen de beide wetsontwerpen be
treffende België; voorts de tandtechnici en
verder afdeelingsonderzoek van de financi-
eele verhouding.
De heer WIBAUT (S.D.A.P.) vraagt den
voorzitter den datum van behandeling in de
afdeelingen voor de financieele verhouding
later te stellen, omdat we hebben gekregen
een derde editie van dat wetsontwerp, die
principieel sterk verschilt van de vorige
edities. Spr. zou er bezwaar in zien in dezen
korten tijd de nieuwe editie zoo degelijl-
te bestudeeren als hij meent, dat dit ont
werp noodig heeft, al is het ook in de
Tweede Kamer zonder stemming aangeno
men.
De heer SLINGENBERG (V.D.) is inte
gendeel zeer erkentelijk, dat de voorzitter
dit belangrijke ontwerp met groote voort
varendheid aan de orde wil steller. De Ka
mer heeft voldoende gelegenheid gehad het
ontwerp te bestudeeren.
Spr. zou het ontwerp niet in gevaar willen
Bréngen door de behandeling ervan uit te
stellen. Het Is in de Tweede Kamer zonder
stemming aangenomen en we moeten het
een goede kans geven, dat het nog in deze
particuliere periode wordt behandeld.
De VOORZITTER deelt mede, dat hy
voorgesteld heeft het ontwerp den 15den
te behandelen, omdat we ook Pinksteren in
het vooruitzicht hebben. Iedere acht dagen
uitstel Is ten nadeele van het afdoen van
het ontwerp. Het zou een groote teleurstel
ling zijn, ook voor de velen in den lande, die
het ontwerp toejuichen en voor den minis
ter, als het in den loop van dit jaar niet
werd behandeld. Spr. is er niet tegen het
den 21en te behandelen, mits de Kamer hem
dan maar niet verwijt het ontwerp te heb
ben doen stranden.
Een voorstel van den voorzitter, om den
I5den het afdeelingsonderzoek te doen plaats
hebben, wordt aangenomen met 209 stem
men. Tegen van de soc.-democraten de hee-
ren Hermans, Danz, Rugge, Ossendorp en
Wibaut; verder de heeren Briët, Verkouteren,
de Veer en de Zeeuw.
Daarna wordt de vergadering tot Dinsdag
14 Mei, des avonds te half negen, verdaagd.
In de vergadering der Tweede Kamer
werd gisteren besloten op Dinsdagavond van
de volgende week te vergaderen en dan te
behandelen de begrooting van het Zuider-
zeefonds, indien het eindverslag is versche
nen.
Daarna was aan de orde de voortzetting
der behandeling van de wetsontwerpen be
treffende de 'voorwaardelijke invrijheidstel
ling.
De MINISTER VAN JUSTITIE, de heer
DONNER, betoogt, dat bij de rechterlijke
macht de wisselwerking een belangrijke rol
speelt en moet spelen. Daarom ook acht hij
de specialisatie niet zoo gewenscht. De Ka
mer heeft trouwens bij een vorige gelegen
heid afgewezen het denkbeeld om de functie
van rechter-commissaris tot een permanente
te maken. Het feit, dat spr. voor de jeugd
gevangenis een anderen vorm van bestuur
heeft gekozen, mag niet leiden tot conse
quenties ten aanzien der gewone gevange
nissen. Met den wensch van den heer Klee-
rekoper om meer sociaal-democraten te be
noemen, zal spr. zooveel mogelijk rekening
houden. De keuze van candidaten is echter
vaak zeer moeilijk. De opmerking van den
heer v. Sasse v. IJselt. dat na al die herzie
ningen het Wetboek van Strafrecht onlees
baar is geworden, kan spr. zich indenken.
Het ligt dan ook in de bedoeling onder
de oogen te zien na deze herziening of het
wetboek technisch wat op te knappen is. De
mogelijkheid om boeten in termijnen te be
talen, bestaat reeds, maar wordt thans uit
gebreid.
Deze combinatie breidt tevens de rechter
lijke vrijheid uit. Spreker gelooft niet, dat
het wenschelijk is, een eenmaal toegeschre
ven straf gedeeltelijk ten uitvoer te leggen.
.Ten aanzien van het verschil tusschen de
wenschen van het centraal college voor de
reclasseering en het tweede ontwerp merkt
de minister op. dat ook het ontwerp na 6
maanden het gemeenschappelijk ondergaan
van de straf mogelijk maakt. Het ontwerp
opent dus de deur tot hetgeen genoemd
college wil. Ten aanzien van de openlucht
gevangenis moeten wij niet treden buiten
de grenzen van proefneming, waarbinnen
we ons bevinden. De wet van 1918 geeft den
minister bevoegdheid te experimenteeren in
bijzondere omstandigheden. Spreker is be
reid deze moglijkheid in dit ontwerp alsnog
uit te breiden.
De minister merkt ten aanzien der bewa
ring op. dat dit instituut zich richt tegen de
maatschappelijke wrakken, die de gevange-
i nis nog niet uit zijn of zij moeten er weer
in.
Het gewone strafrecht kan de maat
schappij niet tegen hen beschermen. De
openbare orde is de rechtgrond voor dezen
maatregel en wel in den specifieken vorm
voorkoming van misdrijven. Dit voorkomen
is een speciale overdeidstaak. Spreker is
echter bereid dezen rechtsgrond nog nader
te preciseeren en in plaats van „indien dit
noodig is voor de openbare orde" te lezen;
„indien dit noodig is ter voorkoming van
misdrijven."
Den heer De Visser antwoordt spreker, dat
dit ontwerp geen enkele consequentie in
houdt ten opzichte van politieke vrijheid.
Bij de artikelsgewijze behandeling brengt
de minister de door hem in uitzicht gestelde
wijzigingen aan.
Dc beide- eerste wetsontwerpen worden
z.h.s. aangenomen.
De heer L. DE VISSER verzocht aantee-
kening, dat hij tegen het tweede was.
Het derde ontwerp (betreffende de bewa
ring) wordt aangenomen met 46 tegen 13
stemmen.
Verder wordt aangenomen het wetsont
werp tot wijziging der bepalingen omtrent
de ouderlijke macht en de voogdij en om
trent ontzetting' uit en herstel in de ouder
lijke macht en de voogdij.
Avondvergadering
In de avondvergadering werd de begroo
ting van het wegenfonds behandeld.
De heer KAMPSCHÖER (R.K.) betoogt
de noodzakelijkheid van een verkeersweg van
Den Haag over Loosduinen naar Rotter
dam.
De heer KORTENHORST (R.K.) vraagt
of al de gelden voor de wegenverbeterfng
wel op de meest economische wijze worden
besteed. Het zou. wanneer een definitief
plan ontbreekt, wel eens kunnen blijken,
dat wegen eenmaal met veel kosten aange
legd, niet in het stelsel passen. Voor een
behoorlijken opzet is het noodig, dat Wij
weten hoeveel de uitvoering van het ge-
heele wegenplan kost. In hoeveel jaren
wordt het uitgevoerd en ten slotte hoeveel
ic er jaarlijks voor beschikbaar.
De Kamer dient over meer definitieve
gegevens te beschikken.
Spr. stelt in dit verband tevens de vraag
of het niet gewenscht is te breken met het
systeem, dat het wegenplan door de Kroon
wordt vastgesteld, in plaats van bij de wet.
Ten slotte vraagt spr. of het niet beter is,
de aanbestedingen van zelfstandige deelen
van 't wegenplan aan eenzelfden aannemer
op te dragen in plaats van gelijk is geschied
met den weg Den HaagRotterdam, dit
werk te verdeelen over twee aannemers,
zoodat zij elkanders terrein telkens moeten
betreden.
Neg bepleit spr. een billijker regeling-
voor de Rijksveren.
De heer J. J. C. VAN DIJK CA.-R.)
twijfelt of er wel van een centrale leiding
ten aanzien van de wegenverbetering kan
worden gesproken en hij vraagt voorts een
algemeen plan. Het gaat hier om de vraag
of met de besteding der gelden wel het
grootste nuttig rendemen) wordt verkregen.
Dat na twee jaar geen allen bevredigende
toestand is verkregen, acht spr. volkomen
begrijpelijk.
Nog verschillende sprekers voeren het
woord.
De heer SCHAPER (S.D.A.P.) vreest, dat
als het door enkelen bepleite systeem van
de groote wegén „niet door maar langs de
steden" wordt doorgevoerd, men een aantal
doode steden zal krijgen. Wanneer bijv. de
weg AmsterdamRotterdam niet via Gouda
zou loopen, dan zal de Regeering zich toch
niet aan een zijlijntje naar Gouda onttrek
ken? Gouda zit toch reeds te veel in de
zorg.
De minister van Waterstaat, de heer VAN
DER VEGTE, acht de critiek op den dienst
van den Waterstaat niet billijk. Met name
de uitlatingen van den heer Krijger waren
voor dien dienst niet vleiend. Van spreker
heeft de heer Krijger reeds afscheid geno
men, hoewel hij toch zeker even vroeg zal
vertrekken.
Het voorloopig wegenplan is eerst sedert
half 1927 in spreker's bezit en met het
Wegenfonds heeft hij eerst anderhalf jaar
kunnen werken.
Het definitieve wegenplan moet in alle
opzichten af zijn en dat vordert natuurlijk
eenigen tijd. Intusschen is, omdat de wegen
verbetering dringend ingrijpen vereischte
voor het geheele land, het voorloopige plan
als Ieidrr ad voor de eerste werkzaamheden
aangenomen.
Overigens erkent spr. dat de heer Krijger
diens critiek in opbouwenden zin heeft be
doeld.
De wénsch om het vlugger te doen, zit
ook bij spreker voor. Doch spr. moet voor
zichtig zijn met toezeggingen en hij zou
haast het woord van een oud-minister ter
harte willen nemen, die zeide: „Zeg ze niet
te veel toe, want je krijgt er later allemaal
maar last mee."
Wat de verbindingen met het Zuiden aan
gaat, moet er samenwerking zijn met alle
belanghebbenden.
Naar een oplossing van de verbinding
van Zeeland en West-Noord-Brabant met
Rotterdam wordt op dit oogenblik ernstig
gestreefd.
Het bruggenvraagstuk heeft de volle aan
dacht van den wegendienst. Zoo mogelijk
wordt dit jaar met de eerste brug over een
der groote rivieren in Gelderland een aan
vang gemaakt -n dan zal vervolgens elk jaar
een nieuwe brug kunnen volgen. De brug
over het Hollandsch Diep bij den Moerdijk
elscht een aparte voorbereidende behande
ling; daaraan wordt gewerkt. Ten aanzien
van de verbinding AmsterdamDen Haag is
overeenstemming' voor het gedeelte Am
sterdamZuiden Haarlemmermeer. Wan
neer de weg dan aansluit bii Sassenheim op
den weg naar Den Haag, dan is zonder al
te vele kosten vooreerst een behoorlijke ver
betering van de verbinding Amsterdam-
Den Haag verkregen.
In het algemeen kan spr. zeggen. daf er
meer gedaan wordt dan men oppervlakkig
wel zou denken. Er zal niet alleen met de
snelheidsmaniakken, maar ook met de be
langen van anderen rekening worden gehou
den; zoo ook met die van het plaatselijke
verkeer.
Ten slotte is- na bespreking de begroeting
tan het wegenfonds aangenomen, waarna de
vergaderig werd verdaagd.
golflengten, terwijl andere en kleinere lan
den meer zendgelegenheid hebben gekregen?
Wil de minister mededeelen, waarom die
zelfde delegatie afstand heeft gedaan van
de eigen beproefde golflengten van 1070 M
en genoegen heeft genomen met golflengten
waarvan beweerd wordt van bevoegde zijde,
dat zij minder waarborgen bieden voor een
doeltreffende werking' van den radio-om
roep?
Is de minister niet van meening, dat door
dezen gang van zaken de ontwikkeling van
het radiowezen in ons land ernstig wordt
geschaad?
Vermenigvuldigingscijfer 0,6 gehandhaafd
De gemeenteraad, van Amsterdam heeft
zich gistermiddag vereenigd met het voor
stel van B. en W. om den vermenigvuldi
gingsfactor onveranderd te laten (0.6).
Vragen van dr. I. H. J. Vos aan den
minister van Waterstaat
Het Tweede Kamerlid, dr. I. H. J. Vos,
heeft den minister van Waterstaat de vol
gende vragen gesteld;
Wil de minister mededeelen. waarom die
is. dat Nederland zich op de radio-confe
rentie te Praag twee golflengten heeft zien
toebedeeld, en wel die van 1'875 en 298 M?
Wanneer dat het geval is, wil de minister
dan mededeelen, waarom de Nederlandsche
delegatie op die conferentie genoegen heeft
genomen met de toewijzing van die twee
B. en W. van 's Gravenhage stellen den
Raad hunner gemeente voor het verhou-
dingscijfer voor de gemeentelijke inkomsten
belasting voor het belastingjaar 19291930
weder te bepalen op 1.3, zooals het van 1
Mei 1923 af geweest is, met uitzondering van
het belastingjaar 1926/27, toen het 1.2 be
droeg.
Te Nes op Ameland heeft een huldiging
plaats gehad van de bemanning der redding
booten op Ameland, die in de November
stormen van 1928 hun leven herhaalde malen
hebben gewaagd om de schipbreukelingen te
redden. De door de Noord- en Zuid-Holland-
sche Redding-mijen aangeboden medailles
werden hun uitgereikt door den burgemees
ter in tegenwoordigheid van de plaatselijke
commissie en genoodigden.
Op deze medailles zijn de namen der red
ders gegrift benevens de namen van de
stoomschepen Malmö en Tartar. Ook werd
den redders een loffelijk getuigschrift over
handigd.
De betrokken bemanningen bestonden uit
G. Bielsma, H. Hofkar. L. de Boer, G.
Kienstra, H. Kiemstra, E. v. d. Noord, J,
Wagenaar en D. Tieman allen te Nes op
Ameland, H. Visser, J. de Vries, L. Kangei',
B. Njjs, T. de Vries, P. Ynzen, D. Roep. S.
Hofker en S. de Jong, G. Romer, B. de Vries
te Holum.
Op 5 Mei j.l. vergaderde te Utrecht in
hotel Noord-Brabant het partijbestuur der
R.K. Volkspartij, benevens het hoofdbestuur
en vertegenwoordigers der 18 rijkskieskring-
organisaties der partij, te samen vormende
het hoofdstembureau met tot. taak de in de
afdeelingen gehouden tellingen over de
samenstelling der groslijst te controleeren
en het eind-resultaat daarvan vast te stel
len. De volgorde der candidaten op de offi-
cieele groslijsten der partij is als volgt: in
de rijkskieskringen Amsterdam, Rotterdam,
Dordrecht, Den Haag, Leiden, Haarlem en
Helder mr. P. M. Arts, Tilburg; Felix A. C.
Donders, Tilburg; P. M. Beijerbergen van
Henegouwen, Amsterdam; W. C. Setteur,
Utrecht; mevr. E. M. H. Rsi-»t geb. de
Wolff, Amsterdam; J. Houtsma, Zwolle; J.
Eijking, Beverwijk; G. J. Boumans, Nijme
gen; P. J. Goes, lien Haag en J. P- Schaar,
Zaandam.
De „Standaard" schrijft:
De Fransche Protestanten hebben langen
tijd gemeend, dat zjj de radicale politiek
konden steunen, omdat deze zich richtte
tegen Rome. De tyrannie van Rome, zoo zei
den zij, was de vijand, dien zij hadden ie
bekampen. En de partijen der revolutie
streden immers ook tegen de Roomsch-
Ilatholieke Kerk?
Er zijn er ook in ons land, die in Rome
den grooten vijand zien, dien wij vóór alles
hebben te bestrijden. En ook zij bereiken
niet veel anders, dan dat de linksche partijen
worden gesterkt.
Wij hebben een en andermaal kunnen
wijzen op verschijnselen, die er op duiden,
dat de geloovige Protestanten in Frankrijk,
door de erva-ing geleerd, thans hun fout
inzien. Niet Rome is voof hen thans de
groote vijand van de Reformatie, maar het
Atheïsme, de anti-christelijke actie, die in
Frankrijk de macht in den Staat veroverde.
In La Vie Nouvelle van 12 April j.l. vonden
wjj een artikel van den redacteur Louis
Laf on, die tot opschrift koos, de woorden:
„Wat de Protestanten behoorden te begrij
pen." Zij behoorden te verstaan, zegt hij, dat
de groote strijd, die in onze dagen gestreden
wordt, die is tegen de anti-christelijke actie,
en voor den terugkeer tot het Evangelie.
Het is niet meer Rome. waartegen de
kamp gaat, het is het despotisme van het
Atheïsme, dat de krachtige doorwerking
van het Evangelie wil weerstaan, 't welk
moet worden weerstaan met alle kracht.
Achter alle politieke en sociale strijdvra
gen schuilt de religie.
Het is de anti-christelijke actie, die uit
kwam in het verzet tegen het herstel der
rechten voor de congregaties. Asl het Radi
calisme den strijd voert voor de openbare
school, dan gaat het tegen het Christendom.
Al wat daaraan herinnert, wekt de woede
van het Radicalisme en het Socialisme.
Hieruit moet verklaard de stille tegenwer
king, die niet baatte, toen bij de nationale
begrafenis van Maarschalk Foch de gods
dienstige wijding niet ontbrak. Hieruit moet
verklaard ook het verzet tegen de herden
king van Jeanne d'Arc. Haar werk kan
immers niet verklaard uit louter natuurlijke
factoren en met materialistische explicaties.
De secte, die tegen het Christendom ingaat
en zijn beteekenis voor het leven, die is de
vijand, welke moet worden bekampt. Het is
haar juk, dat op het Fransche volk is gelegd,
't welk moet worden verbroken.
Het Protestantisme moet zich daartegen
richten., als het de teekenen der tijden ver
staat. Het moet van geenerlei bond met de
Atheïsten willen weten, ook niet, als zij
komen met de voorspiegelingen eener demo
cratie of van sociale hervormingen.
De tijd is gekomen, dat het Protestantisme
zijn roeping moet verstaan en tegenover de
vaan der revolutie plaatsen moet de banier
van het Evangelie.
In den weg van bittere ervaring hebben
geloovige Protestanten in Frankrijk dit ein
delijk geleerd.
Mogen zij. die in ons land de kern van den
grooten strijd in onze dagen nog niet ver
staan, toch luisteren naar deze stemmen uit
een land, dat de verdrukking van het onge
loof heeft leeren kennen.
De Vijfde Kamer der Rechtbank te Am
sterdam, heeft uitspraak gedaan in de
zaak van den kruiersknecht Frans van
Ingen, die enkele maanden geleden het
hoofdstedelijke kruiersgilde in opspraak
heeft gebracht, door zich uit de voeten te
maken met twee bedragen van te zamen
Bijna 36.000. Hij had deze twee bedragen
resp. ten kantore van de firma Bosch aan
het Rokin en ten kantore van de Amster-
damsche Bank aan de Heerengracht te
Amsterdam, ontvangen als opbrengst van
twee pakken effecten, hem, namens den
eigenaar, den commissionnair in effecten,
M. p. Out van de finna M. P. Out en
Zonen, ter hand gesteld door een kantoor
bediende van deze firma.
Volgens de dagvaarding leverde het door
Van I. gepleegde misdrijf verduistering in
dienstbetrekking op. Van het geld is niets
terechtgekomen. Na twee dagen bleek ver
dachte nog 20 over te hebben. Echter is
de aan de firma Out berokkende schade
ten volle terugbetaald.
De Rechtbank heeft Van I., overeen
komstig den eisch van het O. M., veroor
deeld tot twee jaar en zes maanden gevan
genisstraf.
Van deze straf werden veertien dagen
preventieve hechtenis in mindering ge
bracht
In den regenachtigen nacht van 21 op 22
Januari, reed de 34-jarige N. B„ als be
stuurder van een taxi, aan de oneven zijde
van de Prinsengracht te Amsterdam. TOëh
hij het kruispunt Rozengracht—Wester-
markt bereikte, kwam juist op dat oogen
blik, uit de richting Raadhuisstraat, een
luxe-auto aanrijden, welke bestuurd werd
door den heer Isaac V, Tusschen de beide
wagens had een hevige botsing plaats, met
het noodlottig gevolg, dat een der inzitten
den van den luxe-auto de heer J. C. O.,
een schedelbreuk en een verbloeding van
de hersenen bekwam. Hierbij trad een ont
steking op en op 4 Februari d. a, v. over
leed de heer O.
Tegen den chauffeur van de taxi werd
een strafvervolging ingesteld en zijn zaak
diende voor de Vijfde Kamer der Recht
bank te Amsterdam.
Volgens de dagvaarding heeft verdachte
zeer roekeloos en onvoorzichtig den door
gang' van den luxe-auto niet vrij gelaten;
ook heeft hij nagelaten behoorlijk naar
rechts te kijken.
Door den verdediger, mr. Heemskerk,
waren drie getuigen a décharge gedagvaard,
t. w. de heeren ir. Zoetelief Norman, uit
Oosterbeek, ir. Scheurholts en kapitein
Rövekamp, commandant der schoolcompag-
nie van den motordienst te Haarlem. Deze
deskundigen waren van oordeel, dat ver
dachte geen schuld heeft aan het ongeval;
volgens de resultaten van hun onderzoek,
zou nl. de luxe-auto te hard hebben ge
reden en bovendien den linkerkant van den
rijweg hebben gehouden.
Deze conclusie was in lijnrechte tegen
spraak met die van den door de justitie
benoemden deskundige, den heer L. Schot-
ting, inspecteur eerste klasse bij de hoofd-
stedelijke verkeerspolitie.
Volgens den heer Schotting heeft ver
dachte wel degelijk schuld, wijl hij geen
voorrang heef gegeven aan het verkeer van
rechts. Zelfs indien de luxe-auto links van
den weg heeft gereden, verandert dat recht
op voorrang niet, tenzij deze auto zulk een
snelle vaart zou hebben gehad, dat er van
voorrang geen sprake kon zijn, maar daar
van is niets gebleken.
Gisteren heeft de Rechtbank uitspraak
in deze zaak gedaan. Verdachte werd ver
oordeeld tot 25 boete of 5 dagen hechte
nis.
Het O. M. had vrijspraak gevorderd.
Bij de behandeling In hooger beroep van
een overtreding der handeisnaamwet voor
de Utrechtsche arrondissementsrechtbank,
zijn de 2 hoofdgetuigen, de heeren Haver-
hoek Sr. en Jr.. de bekende kruidendokters,
in arrest gesteld op vermoeden van meineed.
De behandeling van de zaak is hierop ge
schorst.
Mej. M. de Leeuw, die. zooals gemeld, bij
den grooten brand welke te Rossum heeft
gewoed, ernstig werd gewond, is in het
Prot. Ziekenhuis te 's - Hertogenbosch aan
de gevolgen -daarvan overleden.
De nasleep van den geweldigen brand ls
voor de getroffen bewoners verschrikkelijk.
Niet minder dan 23 gezinnen zijn dakloos
geworden en zijn nu bij particulieren on
dergebracht. Van de inboedels waren er
twee niet verzekerd en de andere laag, zoo
dat ook voor hen de schade nog groot zal
blijken te zijn. De experts van eenige
brandverzekeringsmaatschappijen zijn op 't
oogenblik bezig de schade op te nemen.
Zooals reeds gemeld, heeft 't vuur aan
gewakkerd door den hevigen wind, zijn weg
genomen van den dijk in de richting van de
R.K. kerk langs alle daar staande wonin
gen. Toen het vuur bij de kerk gekomen
was, wist de brandweer het daar te stuiten,
maar de vonken vlogen over het dak heen
en zetten aan den anderen kant nog een
schuur in brand, die ook geheel vernield
werd. Maar daarmede was ten slotte het
vuur bedwongen.
Omtrent den brand te Rossum verneemt
het Hbld. nog. dat des avonds de brand
volkomen is gebluscht. De daklooze gezin
nen zijn grootendeels bij de buren onderge
bracht, waar zij gedurende een paar nach
ten kunnen verblijven. Voor zeven a acht
gezinnen kon echter geen onderdak wor
den gevonden. Vermoedelijk zal door het
Huisvestingscomité te Den Bosch hulp wor
den verleend door het verstrekken van bed
den en andere noodzakelijke dingen. Ook
de hulp van het Roode Kruis wordt in
geroepen.
De schade, welke door lage verzekerin
gen zeer aanzienlijk is, valt nog niet te
begrooten. Er zijn verschillende brandwaar
borgmaatschappijen bij betrokken het
meest wel de Tielsche; verder De Jong en
Co., de Haarlemsche Verzekering Mij. en
de Brandwaarborg Mij. te Koog aan de
Zaan.
De waarnemend burgemeester is voorne
mens voorstellen te doen om te komen tot
het bouwen van noodwoningen voor de
gezinnen, die thans niet onder dak kun
nen worden gebracht. Door het openstaan
van verschillende woningen in het dorp
kunnen echter een groot aantal menschen
wel worden gehuisvest.
Hulpverlccninj
De Kon. Nation. Bond „Hot Oranje Kruis"
en het Roomsch-Katholiefc Huisvestings
comité hebben, na ontvangst van 't bericht
van den brand, ni gemeenschappelijk over
leg maatregelen genomen, om aan de ar
mere bevolking, welke door den brand ge
troffen werd, dadelijk dringend noodige
goederen voor ligging en kleeding te ver
schaffen. In gemeenschappelijk overleg zal.
zoo noodig, ook voor verdere hulp gezorgd
worden.
Van de arbeidersbevolking zijn het vooral
14 protestantsche en 5 katholieke gezinnen,
die vrijwel alles, wat zij bezaten, verloren
hebben.
In het St. Jaseph-ziekenhus te Kerkrade
is overleden de mijnwerker M. uit die ge
meente, die in de Dom. mijn een stuk hout
op het hoofd had gekregen en een schedel
breuk had bekomen. M. laat een weduwe
en 7 kleine kinderen na.
Sinds eenigen tijd wordt bij den «frak
ken overweg aan den Rijnsburgerweg te
Leiden bij het neerlaten der afsluitboomen
voor naderende treinen niet meer vooraf
de bel geluid. Dat heeft tengevolge gehad,
dat reeds verschillende personen op on
zachte wijze met de bcomen in aanraking
zijn gekomen en dat van verschillende auto's
de kap vrij ernstig beschadigd werd. Maan
dag heeft zieh, naar de Msb. meldt, weel
een dergelijk geval voorgedaan. Mej. T. R.
kreeg namelijk een der boomen op het
hoofd en werd vrij ernstig gewond. Zij is.
na door den gemeentelijken hulpdienst te
zijn verbonden ,ter verdere behandeling
opgenomen in het academisch ziekenhuis.
Onder de gemeente Diepenveen is giste
ren de kapitale boerderij van den landbou
wer W. K. een prooi der vlammen gewor
den. Bij den brand ging een stamboekstier
verloren, terwijl een varken, elf biggen en
een kalf mede in de vlammen omkwamen.
Huisraad, geld en sieraden zijn eveneens
verbrand.
Bij de familie L. te Maassluis, is bij een
stoeipartij van kinderen, het vijfjarig zoontje
in een groote teil met kokend water geval
len. De kleine ls aan de bekomen brandwon
den overleden.
Toen Maandag de bakker aanbelde bij
mej. Kuiper, Zeglis te Alkmaar, kreeg hij
geen gehoor. Buren verschaften zich toe
gang tot de woning en constateerden, dat
de gaskraan openstond tengevolge waarvan
de vrouw bewusteloos was geraakt. Ter
stond werd zij naar het St. Elisabethszie-
kenhuis gebracht, 's Avonds was haar toe
stand vooruitgaande, doch was zij nog be
wusteloos.
In 't voorjaar van 1925 had op een traject
van 'n spoorbaan in Zuid-Frankrijk een gru
welijke misdaad plaats. Men vond den la-
dingmeester, een toegewijd en onverschrok
ken beambte, met bloed bedekt, zieltogend
in een waggon; de geldkasten toonden spo
ren van geweld, dat zij echter hadden weer
staan. De heele geschiedenis was en bleef in
de grootste geheimzinnigheid gehuld, wijl alle
sleutels ontbraken, die ondanks het ijverigste
zoeken niet te vinden schenen. De lading-
meester stierf nog denzelfden nacht, zonder
tot bewustzijn te zijn teruggekeerd.
Er verliepen enkele maanden, zonder dat in
de aangelegenheid eenig licht werd gebracht.
Toen gebeurde het, dat een boer op zekeren
dag bij 't maaien dicht bij de spoorlijn een
verroeste bos sleutels vond. Daaraan bevon
den zich de ontbrekende sleutels der geld
kast, die de plichtgetrouwe beambte, om den
waardevollen inhoud der kasten te redden,
in uitersten nood moest hebben weggewor
pen.
De collega's van den vermoorden lading-
meester waren zich het gevaar bewust, waar
aan zij ti,jdens hun dienst blootstonden. Want
dat de dieven zouden terugkomen, om den
buit, die hun ontgaan was, alsnog te bemach
tigen. dat stond bij hen allen vast. Ieder
was derhalve op zijn hoede.
Op zekeren dag moest wederom een aan
zienlijk bedrag in baar geld vervoerd worden.
Men had de voorbereidingen voor dit
transport zoo geheim mogelijk gehouden en
slechts enkelen waren in het geheim inge
wijd. Men kan zich derhalve de onaange
name verrassing voorstellen van den dienst-
doenden landingmeester, toen hij voor het
venster van de kamer, waarin hij zijn laat
ste instructies ontving, een man bemerkte,
die hem scheen te bespieden. Toen de man
zag. dat hij ontdekt was, wenkte hij den be
ambte bij hem te komen, en inderdaad bleek,
dat zijn aanwezigheid op die plaats alles
zins begrijpelijke redenen had. Zijn oogen
waren rood-omrand van 't weenen en hij
vroeg den beambte, of hij niet twee doodkis
ten mocht verzenden naar een station, on
geveer 50 kilometer vandaar verwijderd. Hij
haalde een krant te voorschijn en liet den
spoorman een bericht lezen over een ernstig
ongeval in een naburige fabriek vertelde,
dat de beide daarin genoemde slachtoffers,
die inmiddels waren overleden, zijn broer en
zijn zwager waren, die hij, als zijne midde
len hem dit veroorloofde, gaarne per spoor
naar hun woonplaats zou willen laten ver
voeren.
De prijs, die hem werd genoemd, viel hem
blijkbaar erg mee. Hij verwijderde zich haas
tig en ging naar het telegraafkantoor. Hier
gaf hij 'n telegram af, dat, zooals de lading-
meester later zag, alleen het uur van aan
komst vermeldde.
Tegen den avond, kort vóór het vertrek
van den trein, toen de kostbare lading reeds
geheel in den waggon aanwezig was, kwam
een boerenkar aangerold, waarop twee een
voudige doodkisten stonden, die door twee
mannen in den waggon werden gedragen.
Toen de trein in beweging was begon de la
dingmeester, zooals dat gebruikelijk is, ver
schillende pakken, die bij het inladen vrij
wanordelijk in den wagen waren terechtge
komen, te rangschikken. Bij dit werk ge
beurde het verscheidene malen, dat hij dicht
bij de doodkisten kwam, welke geheel toe
vallig, niet naast elkaar waren geplaatst
zonder daaraan bijzondere aandcht te wijden.
Alleen wilde hij uit piëteitvolle overwegingen
de kisten niet met pakken of kisten belasten.
Toen hij echter onder het werk onwillekeu
rig naar de eene kist keek, zag hij, dat, het
deksel een weinig werd opgelicht en dadelijk
weer zonder geruisch werd neergelaten. Een
oogenblik stond de ladingmeester als ver
stijfd, meende aan 'n spook te moeten den
ken of aan zinsbedrog. Maar het volgend
oogenblik was hem alles duidelijk, had hij het
gevaar begrepen, waarin hij verkeerde. In
minder dan geen tijd plaatste hij twee zware
koffers op het deksel der kist. Daarna ging
liij bliksemsnel naar de andere kist en zag.
dat ook daarvan het deksel bewoog. Met een
sprong als van 'n roofdier stond de lading-
meester bij de tweede kist, drukte het deksel
omlaag en ging er op zitten. Zware pakken
of kisten had hij niet onder zijn bereik en
hij, een reuzengestalte, moest dus wel goed
schiks of kwaadschiks blijven zitten. Hij be
gon de situatie, waarin hij verkeerde, te over
denken. In zijn jas, die hij zoo juist had uit
getrokken, omdat het hem te warm werd,
stak zijn revolver. Hij had dus geen wapen
bij de hand. De beide kerels in de doodkis-
sten hadden natuurlijk het tijdstip van han
delen verschoven, tot op het oogenblik, dat
hij met zijn schrijfwerk zou beginnen. En dan
was 't, aan geen twijfel onderhevig, dat er
medeplichtigen In de buurt waren. Het koude
zweet brak den beambte uit, toen hij er plot
seling aan dacht, dat hü tegen de voorschrif
ten in, verzuimd had de deur van den wag
gon af te sluiten. Als dus de medeplichtigen
der beide kerels in de doodkisten langs dc
loopplanken, den waggon wisten te bereiken,
konden zij ongehinderd binnendringen. Als
dat gebeurde, was hij verloren. Daarbij kwam
nog, dat de dag meer en meer ging sterven.
Het zou spoedig donker zijn en hij was
niet in staat licht te maken, zonder van zijn
plaats op te staan. Zoo was hij dus genood
zaakt in 't duister zijn lot af te wachten,
want onder hem worstelde een mensch wan
hopig om zijne bevrijding uit de enge gevan
genis. Minuten schenen uren
Het was geheel donker geworden. De be
ambte luisterde met ingehouden adem naaf
de geluiden, die van buiten kwamen. Het
station, waarvoor de doodkisten bestemd wa
ren, zou in 25 minuten bereikt zijn. De la
dingmeester was er dus op voorbereid, dat
elk oogenblik de aanval kon plaats vinden.
Plotseling hoorde hij buiten een gedruisch.
Wat zouden de volgende oogenblikken hem
brengen? Leven of dood? Er waarde iemand
bij de deur rond. Zij werd weggeschoven
zij werd geopend. Een man verscheen in 't
lichte vierkant der deuropening. Een oogen
blik stilzwijgen.
„Bernard, waar zit je? Waarom maak ie
geen licht?"
De ladingmeester had een gevoel, of hem
een drukkende last van de borst werd wegge
nomen. Hij ademde diep.
„God zij gedankt!"
Het was de conducteur. Bij een scherpe
bocht had hij gezien, dat de waggon van deP
ladingmeester niet verlicht was. Dat had hem
op de gedachte gebracht daarvan de oorzaak
op te sporen. Met 'n paar woorden maakte
de ladingmeester den toestand duidelijk e!l
terwijl beiden de deksels der kisten afoende
belastten, gaf Bernard een beschrijving vaP
de mannen, die de kisten hadden gebracht-
Het gelukte de handlangers in hechtenis tc
nemen en ze met de beide doodkisten-bewo
ners bij het eerstvolgende station aan de p°'
litie over te leveren. Het onderzoek, dat hie1"
op volgde, wees uit, dat ook de moord °P
den vroegeren ladingmeester op rekening der
bende kwam.