Brieven uit België Buitenlandsch Nieuws est De Regeeringswisseling in Oostenrijk n nieuwe mantel feuilleton ALS HET HART B0EPT.... l£L. BLAD NTEUWE HAARLEMSCHE COURANT WOENSDAG 8 MEI 1929 BLADZIJDE I Huldiging van Ernest Claes bij de verschijning van het vijf en twintig duizendste exemplaar van „De Witte" RECHTSZAKEN Met een revolver bedreigd Het drama te Zundert 17 Het was een gezellige vergadering. Het was een gemoedelijke viering. Niks geen plechtstatigheid, geen offi- het kind overblijft, en dat we dit kind, dit kinderlijke, zoo frisch in dit werk terugvinden. In ieder van ons leeft nog naert de Vos, van Uilenspiegel, en ins gelijks van ,,De Witte". En het is dan ook een gebeuren van aan te stippen belang, dat heden Vlamingen van de meest uiteenloopende gezindheden broe derlijk vereenigd zijn, ter viering van den sympathieken auteur. De bestuurder der Wereldbibliotheek, heer L. Simons, bracht dan den groet en de hulde van Holland, wees er op, dat die uitgaaf van het 25e duizendtal een feit van Hollandsch-Vlaamsche cultuur- samenhoorigheid is van verdragende beteekenis. Spreker maakte bondig het historiek van 't boek, vanaf zijn eerste verschijnen tot heden, en verraste de vergadering met het nieuws, dat hij, sinds het ontwerpen der huldiging, reeds toejuichingen door den uitgever aange boden. Een leuk fragment uit „De Witte" werd geestig voorgedragen door Renaat Grassin, een der jonge, waardevolle ele menten van „Het Vlaamsche Volkstoo- neel". En als slot van 't intieme feestje, kwam Dr. Jan Grauls, namens de Leu- vensche studiemakkers en de Brussel sche wiendem enkrie prettige aimcdoten opgewektste stemming geheven werd. uit den Hoogeschooltijd ophalen, zelfs cieele gewichtigdoenerij, geen voornaam wat voort van den kwajongen, van Rey- en dan veelal stijf-hinderend decorum. Eenvoudige, gulle hartelijkheid, zoo hee- lemaal passend bij het eenvoudige, gulle karakter van den gevierde. En bij 't eenvoudige en gulle van het Werk, voor hetwelk hij gevierd werd. Want „De Witte" zelf zou er het land aan gehad, en wat fijntjes voor bedankt hebben, te verschijnen in een kring van statig gerokte heeren en pikfijn opge dirkte dames, en door een lakei, bij openwerping van de dubbele salondeur, aangemeld te worden: „Menheer De Witte, van Averbode!" Neen, het ging er prettig, het ging er Vlaamsch toe, in 't aardig ronde boven zaaltje van 't Paleis voor Schoone Kunsten te Brussel. Van uit alle hoeken van Vlaanderen waren ze opgekomen, de bewonderaars en bewonderaarsters van den sappigen verteller, wien het, haar hij in zijn gevat dankwoord ver openbaarde, zélf geweldigst verrast had, dat die losse schetsjes, welke de hoofd stukken van dit leuke boek uitmaken, zóódanig in den smaak vielen, dat hem Voorgesteld werd, ze in bundel te doen hitgeven door de Wereldbibliotheek. En Zelden was dan ook een huldiging zoo oprecht, zoo hartelijk, als hier den in Nederland zoowel als in Vlaanderen i algemeen bekenden en genoten schrij ver te dezer gelegenheid te beurt viel. Op touw gezet door zijn twee uit geversfirma's, de „Standaardboekhan- öel" van Brussel en de „Wereldbiblio theek" van Amsterdam, kwam het hatuurlijk den voorzitter van eerstge noemd organisme, Dr. Jacobs, toe, het openingswoord te spreken. Hij wees er °P, hoe die gebeurtenis éénig is in de annalen der Vlaamsche letteren, en hoe de groote verdiensten van den gevierde °ok aan hoogerhand erkend en gewaar deerd worden, daar hem van Konings loge de onderscheiding van Ridder in de Leopoldsorde was verleend. En onder daverend applaus werd hem, door Dr. Jacobs, het juweel van die ridderorde aangeboden en op de borst gespeld. Namens de vrienden en wie zal ze juist kunnen tellen! nam August van Cauwelaert, de keurige dichter, die ons onlangs verraste met zijn roman „Het licht achter den heuvel", het woord. Pit tig verklaarde hij, dat men aanvanke lijk de viering grootsch had opgezet, en de voornaamste personaadjes uit de Werken van den Averbodenschen schrij ver had willen doen optreden, zooals Chareltje Dop, Hannes Raps, Van Lan- deghem, Paster Munte, en vooral, de fanfare „De Sint Jansvrienden", méér beroemd nog door het boekje van Claes, dan door het nochtans zoo hoogstaand kunstgehalte van hun „pas-redoublés". Doch naderhand bleek de uitvoering van dit plan bezwaarlijk, en beperkte men zich bij 't beleggen van de thans zoo heerlijk geslaagde vriendenbijeenkomst. „De Witte", zoo vervolgde spreker, is een vreugde voor de gemeenschap en voor de Vlaamsche letterkunde. Want Claes lei daarin een goed deel van zijn eigen jeugd, en daarbij de trilling van een diep gevoel. Het is geen „Poil de carotte" (van Renard), geen „Boefje" (van Brusse), maar op en top de ge zonde, levenslustige rakker van uit het Demerland. Een vleiende hulde werd dan door den fedenaar gebracht aan Mevrouw Ernest Claes, geboren Stephanie Vetter, die ook zulk belangrijk aandeel bijbrengt in de Vlaamsche letteren, door hare van geest sprankelende verhalen. En mooie bloe den kwamen die mooie woorden in een Prachtigen, levenden krans zetten. Professor Dr. August Vermeylen, sena tor, voorzitter van de Vereeniging der Vlaamsche letterkundigen, drukte daar na in naam van die groep, zijn vereering Wt voor den schrijver, en zeide tevens, Zich gelukkig te achten, terzelfder tijd biting te kunnen geven aan zijn gene genheid voor den vriend. De populariteit van „De Witte" is zoo de veteraan v.an „Van Nu en Straks" voorname lijk te danken aan het levendige van öen verhaaltrant, aan het ongedwongene Van den stijl, en misschien meest nog ban het feit, dat er in eiken mensch, boe oud hij ook weze, immer iets van ondeugend iets verklappen van de „over weldigende" middelen, waarmede Claes destijds annonces voor 't studentenblad „Ons Leven" wist los te maken van de meest weerbarstige winkeljuffrouwen der universiteitsstad. Hij besloot met een innigen gelukwensch tot den trou wen vriend, en drukte de hoop uit, dat God hem, zijn vrouw en zijn zoon moge zegenen, opdat hij nog veel kunne pres- teeren voor zijn volk en voor de kunst. Toen was het de beurt aan den ge vierde zelf, die betuigde onmachtig te zijn, naar behooren te danken voor al de hem toegestuurde wenken en be wezen hulde. Erkentelijk herinnerde hij er aan, dat August van Cauwelaert een groot aandeel heeft gehad in de vor ming en in de verspreiding van „De Witte", en dat het August Vermeylen was, die het eerst hem waardeerend en radend over 't boek geschreven heeft. Hij verklaarde, evenals al de jongeren veel verschuldigd te zijn aan de ouderen, die maar al te gemakkelijk door de eerst- genoemden Verguisd en verlaten worden. Wat hem-zelf betrof: „Nooit, zoo ver zekerde hij, heb ik me-zelveri overschat; doch wat de kritiek ook zegge: Ik weet zelf best, wat er goed is aan mijn werk, en wat slecht. En.... ik heb nog altijd het bewustzijn, slechts aan het begin van mijn weg te staan" Na het langdurig applaus, waarop die gemoedelijke improvisatie onthaald werd werd den schrijver onder geestdriftige gebonden prachtexemplaar van zijn sue cesboek. En 't was met de hoop, neen, met de verzekering, binnen afzienbaren tijd terug samen te komen, om 't ver schijnen van het vijftigduizendste exem plaar te vieren, dat de vergadering, waarop vele Hollanders en alle Vlaam sche letterkundigen van naam, alsook talrijke dames, aanwezig waren, in de Na een crisis, die een maand lang' heeft aangehouden, na gebeurtenissen, die niet al tijd verkwikkelijk waren en voor het parle mentaire systeem bevorderlijk, ishet er nu toe gekomen, dat het nieuwe Oostenrijksche Kabinet is gevormd en wel onder leiding van een praktisch man uit de economie, Ernst Streeruwitz. Ondanks alle geschillen heeft de gedachte van het burgerlijke eenheidsfront zich ten slotte toch doorgezet en het is gelukt, de meeningsverschillen, die hoofdzakelijk op levensbeschouwing berusten, te overbruggen en weer een basis te vinden voor den gemeen- schappelijken arbeid. In burgerlijke kringen hoopt men, dat, in de maand der crisis, juist de grondige discussies tusschen de partijen der burgerlijke coalitie, chrstelijk-socialen, Streeruwitz, de leider van het nieuwe Oostenrijksche kabinet Groot-Duitschers en Landbond, er toe hebben bijgedragen, dat verschillen van meening wa ren bijgelegd en dat het nieuwe Kabinet de noodige levenskracht kan putten uit de vaste aaneensluiting der drie partijen. Het ziet er wel naar uit, dat de regeering Streeruwitz dit goed zal kunnen gebruiken. Voorloopig is de interne politieke situatie nog niet erg rooskleurig. Onder den eersten indruk van het compromis in de huurkwestie had men verwacht, dat de spanning wat zou verminde ren, maar dit schijnt twijfelachtig te zijn ge worden. Uitgaande van een persoonlijke kwestie in het nieuwe Kabinet, schijnt de sociaal-democratische oppositie een vechten de houding te willen aannemen. Het gaat hier om den persoon van den Minister voor het Leger, Vaugoin, die een doorn in het oog der oppositie is. Er werd verlangd, dat deze zou worden uit geschakeld, een veto, waaraan de meerder heid om prestige-reden niet heeft willen toegeven. Daarentegen hebben de burgerlij ken een anderen wensch van de oppositie, wat een persoonlijkheid betreft, vervuld: de Minister voor Onderwijs, Schmitz, die bij de sociaal-democraten voor een der intiemste vertrouwelingen van Dr. Seipel gold, fun geert niet meer in het Kabinet. Maar de wisseling in het Ministerie voor Onderwijs beantwoordde ook aan een wensch van de twee kleinere regeeringspartijen. Deze per- soons-wisseling zou dus en binnen de regee- rings-coalitie en tegenover de oppositie een verlichting voor het nieuwe Kabinet beteeke- nen. In de komende dagen zal blijken, of de sociaal-democraten genoegen nemen met de gedeeltelijke vervulling hunner wenschen. wat de persoonlijke kwestie betreft, en of ze niet weer opnieuw het parool zullen uitge ven, dat ook het Kabinet Streeruwitz een strijd-kabinet is en dat het overeenkomstig behandeld zal worden. Maar het is de feiten vooruitloopen, als een Weensch blad al spreekt van een obstructie der sociaal-demo craten tegen het Kabinet-Streeruwitz, voor zoover het de huurkwestie betreft. Maar in ieder geval is er in huur-hervor- ming. de grondkwestie van de aanstaande parlementaire sessie, een keer gekomen, die er voorloopig alles behalve gunstig uitziet en die den droom van een Weensche Parlements- idylle weer verstoort. Van sociaal-democrati- schen kant wordt tenminste in de eerste uren na de regeerings-vorming de doodsklok ge luid voor de huür-hervorming. Als reden hiervoor wordt opgegeven, dat de Minister voor het Leger in het Kabinet blijft; er wordt hierin een uitdaging der oppositie gezien. Tegelijkertijd heeft de oppositie in de huur kwestie een reeks eischen gesteld, waarvan enkele zoo ver gaan, dat ze het afbreken der onderhandelingen schijnen te beoogen. Als hier geen nieuwe wending intreedt, dan moet de verwachting worden opgegeven, dat er in deze kwestie zonder wrijving in het Par lement kan worden gewerkt. Dit zou dan weer beteekenen, dat de oude vijandschap tus schen regeering en oppositie weer zou op leven. Het vrijwillige aftreden van Dr. Sei pel zou vergeefsch zijn geweest en 't gouden parlementaire tijdperk in Oostenrijk zou er niet door aanbreken. Reeds gedurende de eerstvolgende dagen zal blijken, welke richting' de binnenlandcvhe vo- litiek in Oostenrijk zal inslaan, of het toch misschien niet nog zal gelukken, den weg vrij te maken voor die economische politiek, welke het land zoo dringend noodig heeft. Hét nieuwe Kabinet staat onder de leiding van een bekwaam man uit de praktische economie. Het moet nu blijken of men hem ook wil laten werken. DE EERSTE REGEERINGSVERKLARING VAN HET NIEUWE KABINET WEENEN, 7 Mei Heden heeft de nieuwe re geering' haar intrede in het politieke leven gedaan met een verklaring van Bondskanse lier Streeruwitz in den Nationalen Raad Spreker herdacht in warme bewoordingen zijn voorgangers en gaf vervolgens een over zicht van de besprekingen tijdens de crisis Dr. Streeruwitz ontwikkelde hierna zijn re- geeringsprogram. dat van een overwegend economisch karakter was en geen nieuwe ge zichtspunten bevatte. Het programma stelt zich een verdere vreedzame ontwikkeling der betrekkingen tot and<"'° landen ten doe1' daartegenover verlangt Oostenrijk zijn gerecht aandeel in de verzekering van den Euronee- schen vrede. Uitdrukkelijk wees de bonds kanselier on den n'icht der regeering den nood van den landbouw te helpen lenigen Voor den arbeidsvrede bestaan de beste voor uitzichten. Verder kondigde Streeruwitz ver laging der belastingen aan en stelde het be vorderen van de rechtsselükheid met Duitschland in uitzicht. Oostenriik kan zic^ niet de weelde van een veelvuldige wisse ling der nartiien peiynitteeren. daar de re geering zich dagelijks met de eischen der economie moet bezighouden. Met een beroer op den werklust van den Nationalen Raac' besloot de bondskanselier zijn eersten poli tieke verklaring. DE AANSTAANDE VERGADERING VAN DEN VOLKENBOND OP 2 SEPT. A.S. GENÈVE, 7 Mei (V.D.) De secretaris generaal van den Volkenbond, Sir Eric Drummond, heeft de aangesloten regeerin gen de voorloopige agenda toegezonden voor de tiende vergadering van den Volkenbond, die op Maandag 2 September a.s. te Genève aanvangt. Tevens wordt het jaarlijksch ver slag van den secretaris-generaal uitgebracht, naar aanleiding waarvan, zooals elk jaar, de vergadering met algemeene beschouwingen over den stand der wereldpolitiek zal worden geopend. De vergadering zal bovendien nog drie leden moeten kiezen voor de bezetting van de niet-Permanente zetels in den Raad van den Volkenbond. Men vermoedt, dat Polen als niet permanent lid van den Raad herkozen zal worden, terwijl Roemenië zal worden vervangen door Zuid-SIavië en Chili door een anderen Staat van Zuid-Amerika. LOUCHEUR OVER DE ECONOMISCHE CRISIS IN EUROPA GENèVE. 7 Mei De Pransche minister van arbeid, Loucheur, heeft heden in de economische adviescommissie van den V.B. uitvoerig gesproken over de huidige Euro- peesche economische crisis en de middelen ter oplossing daarvan, die de V. B. ter hand kunnen nemen. Loucheur legde er den na druk op, dat alleen de vorming van de Ver- eenigde Staten van Europa redding kan brengen, zij het voorloopig slechts op eco nomisch terrein, aangezien op politiek ge bied verschillende intaal, tradities en zeden een te grooten hinderpaal vormen. De bran, dende kwestie der toekomst is de verhou ding van Europa tot de V.S. van Amerika. Zoo juist is in het Amerikaansche Congres een wetsontwerp ingediend om Amerikaan sche waren goedkooper naar Europa te kun nen exporteeren. Wanneer Europa volstaat met de besluiten van de economische confe rentie van 1927, zonder positieve maatrege len voor een verhoogde productie te nemen, zullen over een tiental jaren de tolmuren hooger zijn dan ooit te voren. Deswege moet de V. B. de internationale industrie cartels in bescherming nemen, ten behoeve van de belangen van den consument. DE PRINS VAN WALES HOUDT RECEPTIE. LONDEN. 7 Mei (V.D.) Vele duizenden toeschouwers waren er heden, toen de prins van Wales in statie uitreed va-n het Buc- kingham-Palace naar Saint James Palace. om daar voor den koning receptie te houden. De prins reed in een gesloten statiewagen, getrokken door vier paarden. Koetsiers en palfreniers waren gekleed in schitterend scharlaken met gouden uniform der staat sie-gelegenheden. In de troonzaal werd de prins opgewacht door den hertog van York. prins George en prins Arthur. In lange rijen liepen zij. die voorgesteld werden, met vieren uit de flank tot voor den troon, waar zij overgingen in één rij. Iedere gast werd aangekondigd wanneer hij voor den prins verschenen was. maakte zijn buiging en liep door. Ongeveer duizend lieden wer den voorgesteld. HET CIRCUS GLEICH NIET TOEGELATEN BERLIJN. 8 Mei (V.D.) Volgens een be richt in de Berlijnsche bladen uit Luxem burg wilde het circus Gleich, dat na de in- cio'enten te Charleroi uit België naar Luxemburg getrokken was. zich na eenige dagen in Luxemburg te zijn opgetreden naar Diedenhofen begeven .doch werd aan de Pransche grens als „ongewenscht" terug gestuurd. FAMILIEDRAMA Te Weenen is een opzienbarend proces be gonnen tegen een gymnasiast, Ferdinand Artmann, die beschuldigd is op 20 Sept. 1928, toen hij 16 jaar was, zijn vader en moeder met talrijke revolverschoten en messteken te hebben gedood. Het proces baart in Weenen groot opzien, daar de jongen hardnekkig zijn oorspronke lijke verklaring handhaaft, n.l,. dat zijn ouders, die van hun grooten rijkdom tot diepe armoede waren vervallen, elkaar bij een hevigen twist hadden vermoord. ITALIË EN JOEGO-SLAVIE ROME, 8 Mei (V. D.) De Giorflale d'Ita- lia" komt opnieuw met ..onthullingen". Het drukt thans uittreksels af van den alma nak van dit jaar van den Joegoslavischen Pa- triottenbond „Jad'ranska Straza", die veie beleedigende passages bevat met betrekking tot de rol, die Italië in den oorlog ge speeld heeft. De ..Giornale d'Italia" wijst hierbij op het semi-officieele karakter van den bond. die door de Joegoslavische regeering worö't gefinancierd en gecontroleerd, en zegt ver der. dat deze passages klaarblijkelijk ten doel hebben den oorlogszuchtigen geest van Joego-Slavië aan te wakkeren door Italië te schilderen als een tegenstander van ge ring belang in geval van een conflict. De publicaties van d'e „Giornale d'Ita lia" bevatten o.a. een hoofdstuk, getiteld: Een volk zonder een enkele overwinning en waarin de eer van de overwinning ge geven wordt aan de inspanningen der geal lieerden, terwijl Italië ervan beschuldigd wordt, bijgedragen te hebben tot d'e neder lagen van de Servische legers. door alle boodschappen, naar Parijs gezonden, ten einde om hulp te vragen, in te houden en te weigeren de hulp door de geallieerden gezonden, af te leveren. Een foto, dezer dagen genomen van Briand, den Franschen minister van buitenlandsche zaken DUITSCHE GELUKWENSCHEN AAN WOLDEMARAS BERLIJN, 7 Mei. (V. D.) Naar aanleiding van den aanslag op den Lithauschen minis ter-president Woldemaras heeft de Duitsche minister van buitenlandsche zaken hem tele grafisch de gelukwenschen der Rijksregee- ring overgebracht, alsmede zijn deelneming betuigd met het lot van den overleden adju dant van Woldemaras. -mm Woldemaras Demonstratie ten gunste van Woldemaras KOWNO, 7 Mei. (V. D.) Na een per vlieg machine verspreiden oproep van nationalisten om heden een demonstratie te houden naar aanleiding van den aanslag op Woldemaras, hebben zich hedenmiddag ongeveer 3000 per sonen verzameld, die nadat enkele redevoe ringen waren gehouden, zich in optocht naar, het verblijf van den minister-president be gaven. Belooning voor de opsporing van den aanvaller van Woldemaras KOWNO, 7 Mei. (V. D.) De minister van binnenlandsche zaken heeft voor de opspo ring van den dader van den aanslag op mi nister-president Woldemaras een belooning ven 12.000 uitgeloofd. Speciale veiligheids maatregelen in het belang der openbare orde zijn nog niet genomen. DORP MET 97 HUIZEN DOOR BRAND VERWOEST WARSCHAU, 7 Mei. (V. D.) Naar uit Wilna gemeld wordt, zijn in het dorp Nowosolki 97 gebouwen door een enormen brand in de asch gelegd, waardoor veel levende have en veel inboedels verloren gingen. DE VIJFDAAGSCHE ARBEIDSWEEK Wij meldden, dat 150.000 met werkstaking dreigende bouwvakarbeiders te New-York met ingang van 24 Augustus een arbeidsweek van vijf dagen krijgen. Uit nadere berichten uit New-York blijkt, dat men deze overwin ning van de beweging voor de vijfdaagsche werkweek van belang beschouwt, daar zij de grootste is. tot nog toe behaald. Er wordt aan herinnerd, dat ook in de fabrieken van Ford de vijfdaagsche wrkweek bestaat. Wan neer de vijfdaagsche werkweek voor de bouwvakarbeiders ingaat, zullen in de Ver- eenigde Staten in totaal 650.000 arbeiders deze genieten. GENERAAL ESCOBAR GEVLUCHT Generaal Escobar, bevelhebber der Mexi- caansche rebellen, is Donderdag j.l. per vlieg machine op Amerikaansch grondgebied ge komen in gezelschap van den oud-gouverneur van Sonora, generaal Topete. Hij had een samenspreking met den gouverneur van Be- neden-Californië. Gemeld wordt, dat generaal Escobar den autoriteiten in de Vereenigde Staten vergunning verzocht om zich naar Beneden-Californië te mogen begeven, wat hem werd geweigerd. Ten slotte verzocht hij de bescherming der Vereenigde Staten, waar aan hij toevoegde, dat hij over veel geldmid delen beschikt. NANKING EN KWANGSI Uit Sjanghai wordt aan de „Times" ge meld, dat men het er algemeen over eens is, dat oorlog met Kwangsi onvermijdelijk is. Een respijt van drie dagen, aan Hwang Sjao-Hoeng. den leider van Kwangsi. ver leend. waarin geëischt werd. dat hij zich zou onderwerpen. verliep onbeantwoord. In plaats van zijn ontslag aan te bieden of den eed van trouw aan Nanking af te leggen, is de jonge gouverneur van Kwangsi bezig met het mobiliseeren van al zijn beschikbare krachten te Woetsjau en bereidt hij er zich op voor. via de West Rivier een inval te doen in Kwangtoeng. Dè strijdkrachten van Kwangtoeng concentreeren zich op Sjioehing. Nationalistische troepen uit de provincie Toenan rukken in het Noorden Kwangsi binnen, waar hun doel Kweiling is. Verder wordt gemeld, dat twee militaire vertegenwoordigers van Tsjang Kai Sjek te Kanton zijn aangekomen, vermoedelijk om er voor te waken, dat Kwangtoeng niet ver slapt. AMSTERDAM, Nieuwendjjk 225229 UTRECHT, Oude Gracht 151 Het gerechtshof te 's-Hertogenbosch heeft in hooger beroep behandeld de zaak tegen C. S., arbeider te St. Willebrord, gedetineerd. Verdachte was door de rechtbank te Breda veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf ter zake. dat hij op 19 Januari 1.1. te Zundert den politie-beambte-boschwachter C. J. Ver gouwen met doodslag heeft bedreigd, door een revolver uit zijn kleeding te voorschijn te halen en met die revolver in de hand met uitgestrekten arm op Vergouwen te rich ten en daarna op dreigenden toon te roepen: „Wacht eens even. ik heb hier nog wat." Het O.M. bij de rechtbank te Breda kwam van het vpnnis in hooger beroep, evenzeer als verdachte, die ook voor het gerechtshof bleef volhouden, dat hij onschuldig was. De advocaat-generaal requireerde tot be vestiging van het vonnis. De verdediger, Mr. Gerrits, Den Bosch pleitte vrijspraak op grond van gebrek aan bewijs.# Op de rol van de burgerlijke kamer der Haagsche rechtbank kwam gisteren weer voor de bekende zaak betreffende de schiet partij te Zundert, waarbij een caféhouder door marechaussée's is doodgeschoten, ter zake waarvan de weduwe een vordering heeft ingesteld tegen den Staat en de beide marechaussée's ter vergoeding van de daar door geleden schade. Op verzoek van den procureur van eischeres werd de zaak weder 4 weken aangehouden, den. Ionian, vrij naar het Engelsch bewerkt door J. P. SCHEEPENS „Wijl Joan niet gewoon is te reizen" zoo n°°t de brief, „vind ik het beter dat ik haar aar zeif kom halen. Het zou voor iemand om lleve nicbt uiterst bezwaarlijk zijn alleen in een zoo groote stad als Londen Sc]11 te komen' Er> ik heb zelf wel wat fris- belucht noodig, het zal me goed doen IJn vacantiedagen in Seacombe door te 8oeHbrengen' Ik weet niet' of ge nog een Co (°geergelegenheid hebt in Jasmine „e.Ve' hiaar ingeval mijn komst je in 't on- mocht brengen, moet je maar zorgen, t Jk elders onder dak kom." *br Dat moest er og bijkomen! Geen van: het gehele huis stond ter be- Joan van tant'e üüan' 5:11 reeds óegon tapt zonder mt te rekenen, wanneer haar libis Wel precms zou arriveeren, het heele T°or haar verblijf in te richten. Haar eigen kamer, de mooiste, zou voor haar tante zijn, en zij zelf zou wel hier of daar op den grond zich een bed spreiden, of wanneer haar vader dit niet zou willen, kon men in de zei len-bergplaats gemakkelijk een paar nood- bedden inrichten voor haar vader en oom Mark. AU zorgvolle gedachten werden door Joan vergeten, terwijl zij aan den arbeid was, ge holpen door vrouw Bence, de goede vrouw, die haar vader behulpzaam was geweest van af het voor ham zoo tragische verlies zijner vrouw, toen zijn kind moederloos was achter gebleven. Van dien tijd had de goede ziel Joan bijna beschouwd als haar eigen kind, en had voor haar eerste opvoeding' zorg gedragen. Het jonge meisje zong als een nachtegaal, terwijl ze haar bezigheden verrichtte, en Da vid Williamson glimlachte toen hij thuis kwam en haar hoorde. Voor het oogenblik hadden zoowel Joan als haar vader de reden van de komst harer tante vergeten. Ze herinnerden zich slechts lang nadat Joan Eversley was gekomen, want de onbekende tante, lang en slank van ge stalte, met een jeugdig gezicht en haren, zoo wit, dat het leek alsof ze gepoederd waren, had Joan's oogen geopend voor het feit, dat er een heel andere wereld bestond, dan die waarin zij leefde. Haar kleederdracht be schouwde Joan met blikken van bewondering, terwijl haar tante die verbazing van 't en- voudige visschersmeisje natuurlijk uiterst koddig vond. „Vóór dat ge 'n week in Londen zijt, zullen we je ook in zoo'n dame veranderen," lachte tante Joan tot haar nicht, die maar niets deed dan haar bewonderend aanstaren. Zou de Joan Williamson van Jasmine Cove, die altijd barrevoets geloopen had langs de kust. en haar kort, gelukkig leven had gesleten in eigen-gebreid jakje, korte, wollen of baaien rokken en hooge waterlaarzen, er ooit zoo be vallig en schoon uit kunnen zien als de def tige dame, die daar nu aan den haard zat met de hooggelakte laarsjes rustend op het vuurijzer? Wat David Williamson betreft, de komst van Joan Eversley riep weer een aantal her inneringen wakker aan zijn helaas te vroeg ontslapen echtgenoote, Alice. Naarmate zij ouder was geworden, was haar gelijkenis met zijn overleden vrouw nog grooter geworden. Vroeger had hy nooit zoo zeer gelet op die kleine trekjes van karakter en gewoonten, welke beide zusters gemeen hadden: op de gelijkluidendheid ook van haar beider stem. Doch nu hij een en ander be merkte, viel het hem in zekeren zin niet zoo moeilijk, zyn dochter aan haar toe te vertrou wen. Dan wierp de visscher een blik om zich been in de huiskamer, en drong een zucht terug, bij de gedachte hoe het zou zijn wan neer die beide dierbare wezens, de eene een mooie, verstandig vrouw, de andere jong en schoon, er niet meer zouden zijn, en hij nog alleen met Mark zou achterblijven. Joan, zijn dochter knielde op den vloer en leunde tegen haar vader's knie: voor het oogenblik dacht zij nergens aan en was zij volkomen gelukkig. Deze geestestoestand duurde ongeveer den geheelen duur van het verbluf van juf frouw Joan Eversley in het visschershuisje. De dochter van Williamson liet de zorg voor het huishouden grootendeels over aan de helpster juffrouw Bence en ging met naar tante naar al de plekjes welke deze geduren de haar jeugd in Devonshire had gekend of nam haar mee wanneer de zee kalm was en het zonnetje er heerlijk op scheen. Naarmate de dagen vergingen, scheen Joan Eversley jonger te worden, en op haar wangen kwam een frisch blosje. Joan zag haar bij wijlen bewonderend aan, en vroeg zich af, of wanneer zij den leeftijd van hare tante bereikt zou hebben, ook zij zulke witte haren zou hebben, en of zij dan nog we) half zoo bekoorlijk zijn zou als haar Dante nu nog was. En dan lachte ze om haar eigen dwaze nieuwsgierigheid en maakte grapjes met haar oom Mark, dien zij zoo gaarne lijden mocht. Allengs nam mejuffr. Evers ley ook in kracht toe, en was zij in staat fiksche wandelingen te maken. Reeds een paar maal ook had zij over heengaan ge sproken, en beloofd dat zij de rest van haar vacantie zou besteden om kleine Joan al het moois van Londen te laten zien, waar het meisje nu haar intrede zou doen; doch die mededeelingen werden altyd met protes ten begroet. David en Mark drongen er al tyd bij haar op aan nog wat te blij ven. En Joan zelf dacht er ook liever niet aan het uur te verhaasten waarop het nieuwe leven zou beginnen, en waarop aan het heerlijke oude bestaan een einde zou komen: en tante Eversley bleef. Ze waren heel gelukkig met z'n viertjes, en in dat geluk vergat Joan haar angst en haar zorgen. Ze lachte, ze zong, en ze plaag de Steven Harding onbarmhartig, telkens wanneer hij haar pad kruiste. Op zekeren avond werd Joan plotseling wakker, en zat met een schok rechtop in bed. Een paar minuten luisterde ze adem loos, niet in' staat te gissen wat haar kon hebben wakker gemaakt. Doch na een oogenblik hoorde zij duidelijk voetstappen beneden in de keuken. Haar eerste bewe ging was, op te staan en uit haar venster te roepen, dat haar vader en haar oom. die in de schuur sliepen, te hulp zouden komen. Maar by dieper doordenken bleef zij over eind zitten, onbeweeglyk. De voetstappen beneden kwamen haar bekend voor: ze luis terde nog' scherper toe: nu hoorde zij stemgefluister. mannenstemmen die moeite hadden zacht te spreken. Ze stond op en deed voorzichtig de deur harer kamer open beneden scheen licht: het licht van een scheepslantaarn; de man nen beneden waren haar vader en oom Mark! Joan stond stil op de smalle overloop; een huivering doorliep haar leden: nu hoorde zij haar vader de huisdeur openen, „Heb je niets vergeten, Mark?" vroeg hy op gedempten toon. „Neen, niets! Zijn de anderen daar?" ,.Ik geloof dat ik ze aan hoor komen!" was het antwoord weer. „Kerel! Maak niet zoo'n leven!" ging hij voort, wat luider, toen Mark bijna een stoel omver liep. Dan weid de deur voorzichtig achter hen in 't slot getrokken. Van achter haar vensterraam naar buiten starend, kon ze niet precies onderscheiden, wie of de man nen waren van de groep beneden haar, maar ze waren vrij talrijk. Eén, grooter en for- scher dan de anderen, scheen haar toe, Ste ven Harding te zijn, maar zelfs daarvan was zij niet zeker. „Wat moet ik doen? Wat moet ik doen?" kreunde het meisje besluiteloos, terwijl ze naar buiten staarde, te ongelukkig en te angstig om er zich over te bekommeren of zij gezien werd door hen die buiten waren, ren. Het was haar niet mogelijk rustig te blijven; en Joan, die geen licht durfde ont steken, uit vrees, dat zij daardoor misschien den op den loer liggenden vijand zou waar schuwen, kleedde zich zoo goed en kwaad het ging, haastig in het donker aan. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 9