Brieven uit België
Buitenlandsch Nieuws
est
De Regeeringswisseling
in Oostenrijk
n nieuwe
mantel
feuilleton
ALS HET HART B0EPT....
l£L.
BLAD
NTEUWE HAARLEMSCHE COURANT
WOENSDAG 8 MEI 1929
BLADZIJDE I
Huldiging van Ernest Claes bij de verschijning van het
vijf en twintig duizendste exemplaar van „De Witte"
RECHTSZAKEN
Met een revolver bedreigd
Het drama te Zundert
17
Het was een gezellige vergadering.
Het was een gemoedelijke viering.
Niks geen plechtstatigheid, geen offi-
het kind overblijft, en dat we dit kind,
dit kinderlijke, zoo frisch in dit werk
terugvinden. In ieder van ons leeft nog
naert de Vos, van Uilenspiegel, en ins
gelijks van ,,De Witte". En het is dan
ook een gebeuren van aan te stippen
belang, dat heden Vlamingen van de
meest uiteenloopende gezindheden broe
derlijk vereenigd zijn, ter viering van
den sympathieken auteur.
De bestuurder der Wereldbibliotheek,
heer L. Simons, bracht dan den groet en
de hulde van Holland, wees er op, dat
die uitgaaf van het 25e duizendtal een
feit van Hollandsch-Vlaamsche cultuur-
samenhoorigheid is van verdragende
beteekenis. Spreker maakte bondig het
historiek van 't boek, vanaf zijn eerste
verschijnen tot heden, en verraste de
vergadering met het nieuws, dat hij,
sinds het ontwerpen der huldiging, reeds
toejuichingen door den uitgever aange
boden.
Een leuk fragment uit „De Witte"
werd geestig voorgedragen door Renaat
Grassin, een der jonge, waardevolle ele
menten van „Het Vlaamsche Volkstoo-
neel". En als slot van 't intieme feestje,
kwam Dr. Jan Grauls, namens de Leu-
vensche studiemakkers en de Brussel
sche wiendem enkrie prettige aimcdoten opgewektste stemming geheven werd.
uit den Hoogeschooltijd ophalen, zelfs
cieele gewichtigdoenerij, geen voornaam wat voort van den kwajongen, van Rey-
en dan veelal stijf-hinderend decorum.
Eenvoudige, gulle hartelijkheid, zoo hee-
lemaal passend bij het eenvoudige, gulle
karakter van den gevierde.
En bij 't eenvoudige en gulle van het
Werk, voor hetwelk hij gevierd werd.
Want „De Witte" zelf zou er het land
aan gehad, en wat fijntjes voor bedankt
hebben, te verschijnen in een kring van
statig gerokte heeren en pikfijn opge
dirkte dames, en door een lakei, bij
openwerping van de dubbele salondeur,
aangemeld te worden:
„Menheer De Witte, van Averbode!"
Neen, het ging er prettig, het ging er
Vlaamsch toe, in 't aardig ronde boven
zaaltje van 't Paleis voor Schoone
Kunsten te Brussel. Van uit alle hoeken
van Vlaanderen waren ze opgekomen,
de bewonderaars en bewonderaarsters
van den sappigen verteller, wien het,
haar hij in zijn gevat dankwoord ver
openbaarde, zélf geweldigst verrast had,
dat die losse schetsjes, welke de hoofd
stukken van dit leuke boek uitmaken,
zóódanig in den smaak vielen, dat hem
Voorgesteld werd, ze in bundel te doen
hitgeven door de Wereldbibliotheek. En
Zelden was dan ook een huldiging zoo
oprecht, zoo hartelijk, als hier den in
Nederland zoowel als in Vlaanderen i
algemeen bekenden en genoten schrij
ver te dezer gelegenheid te beurt viel.
Op touw gezet door zijn twee uit
geversfirma's, de „Standaardboekhan-
öel" van Brussel en de „Wereldbiblio
theek" van Amsterdam, kwam het
hatuurlijk den voorzitter van eerstge
noemd organisme, Dr. Jacobs, toe, het
openingswoord te spreken. Hij wees er
°P, hoe die gebeurtenis éénig is in de
annalen der Vlaamsche letteren, en hoe
de groote verdiensten van den gevierde
°ok aan hoogerhand erkend en gewaar
deerd worden, daar hem van Konings
loge de onderscheiding van Ridder in
de Leopoldsorde was verleend. En onder
daverend applaus werd hem, door Dr.
Jacobs, het juweel van die ridderorde
aangeboden en op de borst gespeld.
Namens de vrienden en wie zal ze
juist kunnen tellen! nam August van
Cauwelaert, de keurige dichter, die ons
onlangs verraste met zijn roman „Het
licht achter den heuvel", het woord. Pit
tig verklaarde hij, dat men aanvanke
lijk de viering grootsch had opgezet, en
de voornaamste personaadjes uit de
Werken van den Averbodenschen schrij
ver had willen doen optreden, zooals
Chareltje Dop, Hannes Raps, Van Lan-
deghem, Paster Munte, en vooral, de
fanfare „De Sint Jansvrienden", méér
beroemd nog door het boekje van Claes,
dan door het nochtans zoo hoogstaand
kunstgehalte van hun „pas-redoublés".
Doch naderhand bleek de uitvoering van
dit plan bezwaarlijk, en beperkte men
zich bij 't beleggen van de thans zoo
heerlijk geslaagde vriendenbijeenkomst.
„De Witte", zoo vervolgde spreker, is
een vreugde voor de gemeenschap en
voor de Vlaamsche letterkunde. Want
Claes lei daarin een goed deel van zijn
eigen jeugd, en daarbij de trilling van
een diep gevoel. Het is geen „Poil de
carotte" (van Renard), geen „Boefje"
(van Brusse), maar op en top de ge
zonde, levenslustige rakker van uit het
Demerland.
Een vleiende hulde werd dan door den
fedenaar gebracht aan Mevrouw Ernest
Claes, geboren Stephanie Vetter, die ook
zulk belangrijk aandeel bijbrengt in de
Vlaamsche letteren, door hare van geest
sprankelende verhalen. En mooie bloe
den kwamen die mooie woorden in een
Prachtigen, levenden krans zetten.
Professor Dr. August Vermeylen, sena
tor, voorzitter van de Vereeniging der
Vlaamsche letterkundigen, drukte daar
na in naam van die groep, zijn vereering
Wt voor den schrijver, en zeide tevens,
Zich gelukkig te achten, terzelfder tijd
biting te kunnen geven aan zijn gene
genheid voor den vriend. De populariteit
van „De Witte" is zoo de veteraan
v.an „Van Nu en Straks" voorname
lijk te danken aan het levendige van
öen verhaaltrant, aan het ongedwongene
Van den stijl, en misschien meest nog
ban het feit, dat er in eiken mensch,
boe oud hij ook weze, immer iets van
ondeugend iets verklappen van de „over
weldigende" middelen, waarmede Claes
destijds annonces voor 't studentenblad
„Ons Leven" wist los te maken van de
meest weerbarstige winkeljuffrouwen
der universiteitsstad. Hij besloot met
een innigen gelukwensch tot den trou
wen vriend, en drukte de hoop uit, dat
God hem, zijn vrouw en zijn zoon moge
zegenen, opdat hij nog veel kunne pres-
teeren voor zijn volk en voor de kunst.
Toen was het de beurt aan den ge
vierde zelf, die betuigde onmachtig te
zijn, naar behooren te danken voor al
de hem toegestuurde wenken en be
wezen hulde. Erkentelijk herinnerde hij
er aan, dat August van Cauwelaert een
groot aandeel heeft gehad in de vor
ming en in de verspreiding van „De
Witte", en dat het August Vermeylen
was, die het eerst hem waardeerend en
radend over 't boek geschreven heeft.
Hij verklaarde, evenals al de jongeren
veel verschuldigd te zijn aan de ouderen,
die maar al te gemakkelijk door de eerst-
genoemden Verguisd en verlaten worden.
Wat hem-zelf betrof: „Nooit, zoo ver
zekerde hij, heb ik me-zelveri overschat;
doch wat de kritiek ook zegge: Ik weet
zelf best, wat er goed is aan mijn werk,
en wat slecht. En.... ik heb nog altijd
het bewustzijn, slechts aan het begin
van mijn weg te staan"
Na het langdurig applaus, waarop die
gemoedelijke improvisatie onthaald werd
werd den schrijver onder geestdriftige
gebonden prachtexemplaar van zijn sue
cesboek. En 't was met de hoop, neen,
met de verzekering, binnen afzienbaren
tijd terug samen te komen, om 't ver
schijnen van het vijftigduizendste exem
plaar te vieren, dat de vergadering,
waarop vele Hollanders en alle Vlaam
sche letterkundigen van naam, alsook
talrijke dames, aanwezig waren, in de
Na een crisis, die een maand lang' heeft
aangehouden, na gebeurtenissen, die niet al
tijd verkwikkelijk waren en voor het parle
mentaire systeem bevorderlijk, ishet er nu
toe gekomen, dat het nieuwe Oostenrijksche
Kabinet is gevormd en wel onder leiding van
een praktisch man uit de economie, Ernst
Streeruwitz.
Ondanks alle geschillen heeft de gedachte
van het burgerlijke eenheidsfront zich ten
slotte toch doorgezet en het is gelukt, de
meeningsverschillen, die hoofdzakelijk op
levensbeschouwing berusten, te overbruggen
en weer een basis te vinden voor den gemeen-
schappelijken arbeid. In burgerlijke kringen
hoopt men, dat, in de maand der crisis, juist
de grondige discussies tusschen de partijen
der burgerlijke coalitie, chrstelijk-socialen,
Streeruwitz, de leider van het nieuwe
Oostenrijksche kabinet
Groot-Duitschers en Landbond, er toe hebben
bijgedragen, dat verschillen van meening wa
ren bijgelegd en dat het nieuwe Kabinet de
noodige levenskracht kan putten uit de vaste
aaneensluiting der drie partijen. Het ziet
er wel naar uit, dat de regeering Streeruwitz
dit goed zal kunnen gebruiken. Voorloopig
is de interne politieke situatie nog niet erg
rooskleurig. Onder den eersten indruk van
het compromis in de huurkwestie had men
verwacht, dat de spanning wat zou verminde
ren, maar dit schijnt twijfelachtig te zijn ge
worden. Uitgaande van een persoonlijke
kwestie in het nieuwe Kabinet, schijnt de
sociaal-democratische oppositie een vechten
de houding te willen aannemen. Het gaat
hier om den persoon van den Minister voor
het Leger, Vaugoin, die een doorn in het oog
der oppositie is.
Er werd verlangd, dat deze zou worden uit
geschakeld, een veto, waaraan de meerder
heid om prestige-reden niet heeft willen
toegeven. Daarentegen hebben de burgerlij
ken een anderen wensch van de oppositie,
wat een persoonlijkheid betreft, vervuld: de
Minister voor Onderwijs, Schmitz, die bij de
sociaal-democraten voor een der intiemste
vertrouwelingen van Dr. Seipel gold, fun
geert niet meer in het Kabinet. Maar de
wisseling in het Ministerie voor Onderwijs
beantwoordde ook aan een wensch van de
twee kleinere regeeringspartijen. Deze per-
soons-wisseling zou dus en binnen de regee-
rings-coalitie en tegenover de oppositie een
verlichting voor het nieuwe Kabinet beteeke-
nen.
In de komende dagen zal blijken, of de
sociaal-democraten genoegen nemen met
de gedeeltelijke vervulling hunner wenschen.
wat de persoonlijke kwestie betreft, en of ze
niet weer opnieuw het parool zullen uitge
ven, dat ook het Kabinet Streeruwitz een
strijd-kabinet is en dat het overeenkomstig
behandeld zal worden. Maar het is de feiten
vooruitloopen, als een Weensch blad al
spreekt van een obstructie der sociaal-demo
craten tegen het Kabinet-Streeruwitz, voor
zoover het de huurkwestie betreft.
Maar in ieder geval is er in huur-hervor-
ming. de grondkwestie van de aanstaande
parlementaire sessie, een keer gekomen, die
er voorloopig alles behalve gunstig uitziet en
die den droom van een Weensche Parlements-
idylle weer verstoort. Van sociaal-democrati-
schen kant wordt tenminste in de eerste uren
na de regeerings-vorming de doodsklok ge
luid voor de huür-hervorming. Als reden
hiervoor wordt opgegeven, dat de Minister
voor het Leger in het Kabinet blijft; er wordt
hierin een uitdaging der oppositie gezien.
Tegelijkertijd heeft de oppositie in de huur
kwestie een reeks eischen gesteld, waarvan
enkele zoo ver gaan, dat ze het afbreken der
onderhandelingen schijnen te beoogen.
Als hier geen nieuwe wending intreedt, dan
moet de verwachting worden opgegeven, dat
er in deze kwestie zonder wrijving in het Par
lement kan worden gewerkt. Dit zou dan
weer beteekenen, dat de oude vijandschap tus
schen regeering en oppositie weer zou op
leven. Het vrijwillige aftreden van Dr. Sei
pel zou vergeefsch zijn geweest en 't gouden
parlementaire tijdperk in Oostenrijk zou er
niet door aanbreken.
Reeds gedurende de eerstvolgende dagen zal
blijken, welke richting' de binnenlandcvhe vo-
litiek in Oostenrijk zal inslaan, of het toch
misschien niet nog zal gelukken, den weg
vrij te maken voor die economische politiek,
welke het land zoo dringend noodig heeft.
Hét nieuwe Kabinet staat onder de leiding
van een bekwaam man uit de praktische
economie. Het moet nu blijken of men hem
ook wil laten werken.
DE EERSTE REGEERINGSVERKLARING
VAN HET NIEUWE KABINET
WEENEN, 7 Mei Heden heeft de nieuwe re
geering' haar intrede in het politieke leven
gedaan met een verklaring van Bondskanse
lier Streeruwitz in den Nationalen Raad
Spreker herdacht in warme bewoordingen
zijn voorgangers en gaf vervolgens een over
zicht van de besprekingen tijdens de crisis
Dr. Streeruwitz ontwikkelde hierna zijn re-
geeringsprogram. dat van een overwegend
economisch karakter was en geen nieuwe ge
zichtspunten bevatte. Het programma stelt
zich een verdere vreedzame ontwikkeling der
betrekkingen tot and<"'° landen ten doe1'
daartegenover verlangt Oostenrijk zijn gerecht
aandeel in de verzekering van den Euronee-
schen vrede. Uitdrukkelijk wees de bonds
kanselier on den n'icht der regeering den
nood van den landbouw te helpen lenigen
Voor den arbeidsvrede bestaan de beste voor
uitzichten. Verder kondigde Streeruwitz ver
laging der belastingen aan en stelde het be
vorderen van de rechtsselükheid met
Duitschland in uitzicht. Oostenriik kan zic^
niet de weelde van een veelvuldige wisse
ling der nartiien peiynitteeren. daar de re
geering zich dagelijks met de eischen der
economie moet bezighouden. Met een beroer
op den werklust van den Nationalen Raac'
besloot de bondskanselier zijn eersten poli
tieke verklaring.
DE AANSTAANDE VERGADERING VAN
DEN VOLKENBOND OP 2 SEPT. A.S.
GENÈVE, 7 Mei (V.D.) De secretaris
generaal van den Volkenbond, Sir Eric
Drummond, heeft de aangesloten regeerin
gen de voorloopige agenda toegezonden voor
de tiende vergadering van den Volkenbond,
die op Maandag 2 September a.s. te Genève
aanvangt. Tevens wordt het jaarlijksch ver
slag van den secretaris-generaal uitgebracht,
naar aanleiding waarvan, zooals elk jaar, de
vergadering met algemeene beschouwingen
over den stand der wereldpolitiek zal worden
geopend. De vergadering zal bovendien nog
drie leden moeten kiezen voor de bezetting
van de niet-Permanente zetels in den Raad
van den Volkenbond. Men vermoedt, dat
Polen als niet permanent lid van den Raad
herkozen zal worden, terwijl Roemenië zal
worden vervangen door Zuid-SIavië en Chili
door een anderen Staat van Zuid-Amerika.
LOUCHEUR OVER DE ECONOMISCHE
CRISIS IN EUROPA
GENèVE. 7 Mei De Pransche minister
van arbeid, Loucheur, heeft heden in de
economische adviescommissie van den V.B.
uitvoerig gesproken over de huidige Euro-
peesche economische crisis en de middelen
ter oplossing daarvan, die de V. B. ter hand
kunnen nemen. Loucheur legde er den na
druk op, dat alleen de vorming van de Ver-
eenigde Staten van Europa redding kan
brengen, zij het voorloopig slechts op eco
nomisch terrein, aangezien op politiek ge
bied verschillende intaal, tradities en zeden
een te grooten hinderpaal vormen. De bran,
dende kwestie der toekomst is de verhou
ding van Europa tot de V.S. van Amerika.
Zoo juist is in het Amerikaansche Congres
een wetsontwerp ingediend om Amerikaan
sche waren goedkooper naar Europa te kun
nen exporteeren. Wanneer Europa volstaat
met de besluiten van de economische confe
rentie van 1927, zonder positieve maatrege
len voor een verhoogde productie te nemen,
zullen over een tiental jaren de tolmuren
hooger zijn dan ooit te voren. Deswege moet
de V. B. de internationale industrie cartels
in bescherming nemen, ten behoeve van de
belangen van den consument.
DE PRINS VAN WALES HOUDT
RECEPTIE.
LONDEN. 7 Mei (V.D.) Vele duizenden
toeschouwers waren er heden, toen de prins
van Wales in statie uitreed va-n het Buc-
kingham-Palace naar Saint James Palace.
om daar voor den koning receptie te houden.
De prins reed in een gesloten statiewagen,
getrokken door vier paarden. Koetsiers en
palfreniers waren gekleed in schitterend
scharlaken met gouden uniform der staat
sie-gelegenheden. In de troonzaal werd de
prins opgewacht door den hertog van York.
prins George en prins Arthur. In lange
rijen liepen zij. die voorgesteld werden,
met vieren uit de flank tot voor den troon,
waar zij overgingen in één rij. Iedere gast
werd aangekondigd wanneer hij voor den
prins verschenen was. maakte zijn buiging
en liep door. Ongeveer duizend lieden wer
den voorgesteld.
HET CIRCUS GLEICH NIET
TOEGELATEN
BERLIJN. 8 Mei (V.D.) Volgens een be
richt in de Berlijnsche bladen uit Luxem
burg wilde het circus Gleich, dat na de in-
cio'enten te Charleroi uit België naar
Luxemburg getrokken was. zich na eenige
dagen in Luxemburg te zijn opgetreden
naar Diedenhofen begeven .doch werd aan
de Pransche grens als „ongewenscht" terug
gestuurd.
FAMILIEDRAMA
Te Weenen is een opzienbarend proces be
gonnen tegen een gymnasiast, Ferdinand
Artmann, die beschuldigd is op 20 Sept. 1928,
toen hij 16 jaar was, zijn vader en moeder
met talrijke revolverschoten en messteken te
hebben gedood.
Het proces baart in Weenen groot opzien,
daar de jongen hardnekkig zijn oorspronke
lijke verklaring handhaaft, n.l,. dat zijn
ouders, die van hun grooten rijkdom tot
diepe armoede waren vervallen, elkaar bij
een hevigen twist hadden vermoord.
ITALIË EN JOEGO-SLAVIE
ROME, 8 Mei (V. D.) De Giorflale d'Ita-
lia" komt opnieuw met ..onthullingen". Het
drukt thans uittreksels af van den alma
nak van dit jaar van den Joegoslavischen Pa-
triottenbond „Jad'ranska Straza", die veie
beleedigende passages bevat met betrekking
tot de rol, die Italië in den oorlog ge
speeld heeft.
De ..Giornale d'Italia" wijst hierbij op
het semi-officieele karakter van den bond.
die door de Joegoslavische regeering worö't
gefinancierd en gecontroleerd, en zegt ver
der. dat deze passages klaarblijkelijk ten
doel hebben den oorlogszuchtigen geest van
Joego-Slavië aan te wakkeren door Italië
te schilderen als een tegenstander van ge
ring belang in geval van een conflict.
De publicaties van d'e „Giornale d'Ita
lia" bevatten o.a. een hoofdstuk, getiteld:
Een volk zonder een enkele overwinning
en waarin de eer van de overwinning ge
geven wordt aan de inspanningen der geal
lieerden, terwijl Italië ervan beschuldigd
wordt, bijgedragen te hebben tot d'e neder
lagen van de Servische legers. door alle
boodschappen, naar Parijs gezonden, ten
einde om hulp te vragen, in te houden en
te weigeren de hulp door de geallieerden
gezonden, af te leveren.
Een foto, dezer dagen genomen van Briand,
den Franschen minister van buitenlandsche
zaken
DUITSCHE GELUKWENSCHEN AAN
WOLDEMARAS
BERLIJN, 7 Mei. (V. D.) Naar aanleiding
van den aanslag op den Lithauschen minis
ter-president Woldemaras heeft de Duitsche
minister van buitenlandsche zaken hem tele
grafisch de gelukwenschen der Rijksregee-
ring overgebracht, alsmede zijn deelneming
betuigd met het lot van den overleden adju
dant van Woldemaras.
-mm
Woldemaras
Demonstratie ten gunste
van Woldemaras
KOWNO, 7 Mei. (V. D.) Na een per vlieg
machine verspreiden oproep van nationalisten
om heden een demonstratie te houden naar
aanleiding van den aanslag op Woldemaras,
hebben zich hedenmiddag ongeveer 3000 per
sonen verzameld, die nadat enkele redevoe
ringen waren gehouden, zich in optocht naar,
het verblijf van den minister-president be
gaven.
Belooning voor de opsporing van
den aanvaller van Woldemaras
KOWNO, 7 Mei. (V. D.) De minister van
binnenlandsche zaken heeft voor de opspo
ring van den dader van den aanslag op mi
nister-president Woldemaras een belooning
ven 12.000 uitgeloofd. Speciale veiligheids
maatregelen in het belang der openbare orde
zijn nog niet genomen.
DORP MET 97 HUIZEN DOOR BRAND
VERWOEST
WARSCHAU, 7 Mei. (V. D.) Naar uit Wilna
gemeld wordt, zijn in het dorp Nowosolki 97
gebouwen door een enormen brand in de
asch gelegd, waardoor veel levende have en
veel inboedels verloren gingen.
DE VIJFDAAGSCHE ARBEIDSWEEK
Wij meldden, dat 150.000 met werkstaking
dreigende bouwvakarbeiders te New-York
met ingang van 24 Augustus een arbeidsweek
van vijf dagen krijgen. Uit nadere berichten
uit New-York blijkt, dat men deze overwin
ning van de beweging voor de vijfdaagsche
werkweek van belang beschouwt, daar zij de
grootste is. tot nog toe behaald. Er wordt
aan herinnerd, dat ook in de fabrieken van
Ford de vijfdaagsche wrkweek bestaat. Wan
neer de vijfdaagsche werkweek voor de
bouwvakarbeiders ingaat, zullen in de Ver-
eenigde Staten in totaal 650.000 arbeiders
deze genieten.
GENERAAL ESCOBAR GEVLUCHT
Generaal Escobar, bevelhebber der Mexi-
caansche rebellen, is Donderdag j.l. per vlieg
machine op Amerikaansch grondgebied ge
komen in gezelschap van den oud-gouverneur
van Sonora, generaal Topete. Hij had een
samenspreking met den gouverneur van Be-
neden-Californië. Gemeld wordt, dat generaal
Escobar den autoriteiten in de Vereenigde
Staten vergunning verzocht om zich naar
Beneden-Californië te mogen begeven, wat
hem werd geweigerd. Ten slotte verzocht hij
de bescherming der Vereenigde Staten, waar
aan hij toevoegde, dat hij over veel geldmid
delen beschikt.
NANKING EN KWANGSI
Uit Sjanghai wordt aan de „Times" ge
meld, dat men het er algemeen over eens
is, dat oorlog met Kwangsi onvermijdelijk
is. Een respijt van drie dagen, aan Hwang
Sjao-Hoeng. den leider van Kwangsi. ver
leend. waarin geëischt werd. dat hij zich zou
onderwerpen. verliep onbeantwoord. In
plaats van zijn ontslag aan te bieden of den
eed van trouw aan Nanking af te leggen, is
de jonge gouverneur van Kwangsi bezig
met het mobiliseeren van al zijn beschikbare
krachten te Woetsjau en bereidt hij er zich
op voor. via de West Rivier een inval te
doen in Kwangtoeng. Dè strijdkrachten van
Kwangtoeng concentreeren zich op Sjioehing.
Nationalistische troepen uit de provincie
Toenan rukken in het Noorden Kwangsi
binnen, waar hun doel Kweiling is.
Verder wordt gemeld, dat twee militaire
vertegenwoordigers van Tsjang Kai Sjek te
Kanton zijn aangekomen, vermoedelijk om er
voor te waken, dat Kwangtoeng niet ver
slapt.
AMSTERDAM,
Nieuwendjjk 225229
UTRECHT,
Oude Gracht 151
Het gerechtshof te 's-Hertogenbosch heeft
in hooger beroep behandeld de zaak tegen
C. S., arbeider te St. Willebrord, gedetineerd.
Verdachte was door de rechtbank te Breda
veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf
ter zake. dat hij op 19 Januari 1.1. te Zundert
den politie-beambte-boschwachter C. J. Ver
gouwen met doodslag heeft bedreigd, door
een revolver uit zijn kleeding te voorschijn
te halen en met die revolver in de hand met
uitgestrekten arm op Vergouwen te rich
ten en daarna op dreigenden toon te roepen:
„Wacht eens even. ik heb hier nog wat."
Het O.M. bij de rechtbank te Breda kwam
van het vpnnis in hooger beroep, evenzeer
als verdachte, die ook voor het gerechtshof
bleef volhouden, dat hij onschuldig was.
De advocaat-generaal requireerde tot be
vestiging van het vonnis.
De verdediger, Mr. Gerrits, Den Bosch
pleitte vrijspraak op grond van gebrek aan
bewijs.#
Op de rol van de burgerlijke kamer der
Haagsche rechtbank kwam gisteren weer
voor de bekende zaak betreffende de schiet
partij te Zundert, waarbij een caféhouder
door marechaussée's is doodgeschoten, ter
zake waarvan de weduwe een vordering
heeft ingesteld tegen den Staat en de beide
marechaussée's ter vergoeding van de daar
door geleden schade.
Op verzoek van den procureur van eischeres
werd de zaak weder 4 weken aangehouden,
den.
Ionian, vrij naar het Engelsch bewerkt
door J. P. SCHEEPENS
„Wijl Joan niet gewoon is te reizen" zoo
n°°t de brief, „vind ik het beter dat ik haar
aar zeif kom halen. Het zou voor iemand
om lleve nicbt uiterst bezwaarlijk zijn
alleen in een zoo groote stad als Londen
Sc]11 te komen' Er> ik heb zelf wel wat fris-
belucht noodig, het zal me goed doen
IJn vacantiedagen in Seacombe door te
8oeHbrengen' Ik weet niet' of ge nog een
Co (°geergelegenheid hebt in Jasmine
„e.Ve' hiaar ingeval mijn komst je in 't on-
mocht brengen, moet je maar zorgen,
t Jk elders onder dak kom."
*br Dat moest er og bijkomen! Geen
van: het gehele huis stond ter be-
Joan van tant'e üüan' 5:11 reeds óegon
tapt zonder mt te rekenen, wanneer haar
libis Wel precms zou arriveeren, het heele
T°or haar verblijf in te richten. Haar
eigen kamer, de mooiste, zou voor haar tante
zijn, en zij zelf zou wel hier of daar op den
grond zich een bed spreiden, of wanneer haar
vader dit niet zou willen, kon men in de zei
len-bergplaats gemakkelijk een paar nood-
bedden inrichten voor haar vader en oom
Mark.
AU zorgvolle gedachten werden door Joan
vergeten, terwijl zij aan den arbeid was, ge
holpen door vrouw Bence, de goede vrouw,
die haar vader behulpzaam was geweest van
af het voor ham zoo tragische verlies zijner
vrouw, toen zijn kind moederloos was achter
gebleven. Van dien tijd had de goede ziel
Joan bijna beschouwd als haar eigen kind,
en had voor haar eerste opvoeding' zorg
gedragen.
Het jonge meisje zong als een nachtegaal,
terwijl ze haar bezigheden verrichtte, en Da
vid Williamson glimlachte toen hij thuis
kwam en haar hoorde.
Voor het oogenblik hadden zoowel Joan
als haar vader de reden van de komst harer
tante vergeten. Ze herinnerden zich slechts
lang nadat Joan Eversley was gekomen, want
de onbekende tante, lang en slank van ge
stalte, met een jeugdig gezicht en haren, zoo
wit, dat het leek alsof ze gepoederd waren,
had Joan's oogen geopend voor het feit, dat
er een heel andere wereld bestond, dan die
waarin zij leefde. Haar kleederdracht be
schouwde Joan met blikken van bewondering,
terwijl haar tante die verbazing van 't en-
voudige visschersmeisje natuurlijk uiterst
koddig vond.
„Vóór dat ge 'n week in Londen zijt, zullen
we je ook in zoo'n dame veranderen," lachte
tante Joan tot haar nicht, die maar niets
deed dan haar bewonderend aanstaren. Zou
de Joan Williamson van Jasmine Cove, die
altijd barrevoets geloopen had langs de kust.
en haar kort, gelukkig leven had gesleten in
eigen-gebreid jakje, korte, wollen of baaien
rokken en hooge waterlaarzen, er ooit zoo be
vallig en schoon uit kunnen zien als de def
tige dame, die daar nu aan den haard zat
met de hooggelakte laarsjes rustend op het
vuurijzer?
Wat David Williamson betreft, de komst
van Joan Eversley riep weer een aantal her
inneringen wakker aan zijn helaas te vroeg
ontslapen echtgenoote, Alice.
Naarmate zij ouder was geworden, was
haar gelijkenis met zijn overleden vrouw nog
grooter geworden. Vroeger had hy nooit zoo
zeer gelet op die kleine trekjes van karakter
en gewoonten, welke beide zusters gemeen
hadden: op de gelijkluidendheid ook van haar
beider stem. Doch nu hij een en ander be
merkte, viel het hem in zekeren zin niet zoo
moeilijk, zyn dochter aan haar toe te vertrou
wen. Dan wierp de visscher een blik om zich
been in de huiskamer, en drong een zucht
terug, bij de gedachte hoe het zou zijn wan
neer die beide dierbare wezens, de eene een
mooie, verstandig vrouw, de andere jong en
schoon, er niet meer zouden zijn, en hij nog
alleen met Mark zou achterblijven.
Joan, zijn dochter knielde op den vloer en
leunde tegen haar vader's knie: voor het
oogenblik dacht zij nergens aan en was zij
volkomen gelukkig.
Deze geestestoestand duurde ongeveer den
geheelen duur van het verbluf van juf
frouw Joan Eversley in het visschershuisje.
De dochter van Williamson liet de zorg voor
het huishouden grootendeels over aan de
helpster juffrouw Bence en ging met naar
tante naar al de plekjes welke deze geduren
de haar jeugd in Devonshire had gekend of
nam haar mee wanneer de zee kalm was en
het zonnetje er heerlijk op scheen.
Naarmate de dagen vergingen, scheen
Joan Eversley jonger te worden, en op haar
wangen kwam een frisch blosje. Joan zag
haar bij wijlen bewonderend aan, en vroeg
zich af, of wanneer zij den leeftijd van hare
tante bereikt zou hebben, ook zij zulke witte
haren zou hebben, en of zij dan nog we)
half zoo bekoorlijk zijn zou als haar Dante
nu nog was. En dan lachte ze om haar eigen
dwaze nieuwsgierigheid en maakte grapjes
met haar oom Mark, dien zij zoo gaarne
lijden mocht. Allengs nam mejuffr. Evers
ley ook in kracht toe, en was zij in staat
fiksche wandelingen te maken. Reeds een
paar maal ook had zij over heengaan ge
sproken, en beloofd dat zij de rest van haar
vacantie zou besteden om kleine Joan al
het moois van Londen te laten zien, waar
het meisje nu haar intrede zou doen; doch
die mededeelingen werden altyd met protes
ten begroet. David en Mark drongen er al
tyd bij haar op aan nog wat te blij ven. En
Joan zelf dacht er ook liever niet aan het
uur te verhaasten waarop het nieuwe leven
zou beginnen, en waarop aan het heerlijke
oude bestaan een einde zou komen: en tante
Eversley bleef.
Ze waren heel gelukkig met z'n viertjes,
en in dat geluk vergat Joan haar angst en
haar zorgen. Ze lachte, ze zong, en ze plaag
de Steven Harding onbarmhartig, telkens
wanneer hij haar pad kruiste.
Op zekeren avond werd Joan plotseling
wakker, en zat met een schok rechtop in
bed. Een paar minuten luisterde ze adem
loos, niet in' staat te gissen wat haar kon
hebben wakker gemaakt. Doch na een
oogenblik hoorde zij duidelijk voetstappen
beneden in de keuken. Haar eerste bewe
ging was, op te staan en uit haar venster
te roepen, dat haar vader en haar oom. die
in de schuur sliepen, te hulp zouden komen.
Maar by dieper doordenken bleef zij over
eind zitten, onbeweeglyk. De voetstappen
beneden kwamen haar bekend voor: ze luis
terde nog' scherper toe: nu hoorde zij
stemgefluister. mannenstemmen die
moeite hadden zacht te spreken.
Ze stond op en deed voorzichtig de deur
harer kamer open beneden scheen licht:
het licht van een scheepslantaarn; de man
nen beneden waren haar vader en oom
Mark!
Joan stond stil op de smalle overloop; een
huivering doorliep haar leden: nu hoorde
zij haar vader de huisdeur openen,
„Heb je niets vergeten, Mark?" vroeg hy
op gedempten toon.
„Neen, niets! Zijn de anderen daar?"
,.Ik geloof dat ik ze aan hoor komen!"
was het antwoord weer. „Kerel! Maak niet
zoo'n leven!" ging hij voort, wat luider, toen
Mark bijna een stoel omver liep.
Dan weid de deur voorzichtig achter
hen in 't slot getrokken. Van achter haar
vensterraam naar buiten starend, kon ze
niet precies onderscheiden, wie of de man
nen waren van de groep beneden haar, maar
ze waren vrij talrijk. Eén, grooter en for-
scher dan de anderen, scheen haar toe, Ste
ven Harding te zijn, maar zelfs daarvan
was zij niet zeker.
„Wat moet ik doen? Wat moet ik doen?"
kreunde het meisje besluiteloos, terwijl ze
naar buiten staarde, te ongelukkig en te
angstig om er zich over te bekommeren of
zij gezien werd door hen die buiten waren,
ren. Het was haar niet mogelijk rustig te
blijven; en Joan, die geen licht durfde ont
steken, uit vrees, dat zij daardoor misschien
den op den loer liggenden vijand zou waar
schuwen, kleedde zich zoo goed en kwaad
het ging, haastig in het donker aan.
(Wordt vervolgd)