Brieven uit België Gemengd Nieuws Zenuwstilleaid MMNHARDT'S zenuwfiableffen DERDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ZATERDAG 25 MEI 1929 BLADZIJDE 2 26 Mei: Een beslissende dag Z. K. H. Prins Hendrik naar Eindhoven De verhouding tusschen Nederland en België BINNENLANDSCH NIEUWS Hollandsche redders door de Fransche regeering gehuldigd De candidaatstelling voor de Tweede Kamer verkiezingen Wijnberg geneeskuur Het bioscoop-conflict in het Zuiden Tot hoe lang dan nog SOCIAAL LEVEN R.K. Werkliedenverbond Technische ambtenaren in overheidsdienst De veenbranden in Drente De instorting van de feest zaal te Lonneker Premieplaten Brabantsche Brieven Het is wel eigenaardig om na te gaan, dat ditmaal de verkiezingscampagne ge voerd wordt met een ongewone omzich tigheid. Vooral, wat de drie groote par tijen in België: katholieken, socialisten en liberalen, betreft. De andere, verloren loopende groepjes, die er niets bij te verliezen, alles bij te winnen hebben, en slechts opgemerkt worden door het ma ken van groote drukte (wat voor som mige eenvoudigen nog altijd synoniem blijft van groote beteekenis), schreeu wen er lustig op los, blaffen en bijten, dat het een aard heeft. Des te scherper komt daarnaast de gematigdheid uit van de drie legers, die feitelijk den beslia- senden slag zullen leveren. Bijzonder van liberale en socialistische zijde is zulks verbazend. Want gaan de katholieken nooit over tot het gemeene schelden der eenen, noch tot het drieste woordenver- draaien der anderen, we kunnen ons toch van voor ettelijke tientallen jaren geen verkiezing herinneren, waarbij rooden en blauwen zóó binnen de perken van het algemeen fatsoen bleven, bij het gispen van het program en van de can- didaten der katholieken. Of ze dan tot dit algemeen fatsoen bekeerd zijn? Och, 't clericalisme is nog altijd de groote vijand voor beide kampen! Doch dit clericalisme kan nu eenmaal niet uit geschakeld, is zelfs de machtigste groep in het complex der Belgische natie. En wat meer is: Dit clericalisme heeft sinds den oorlog de leiding van die natie in handen. Wel in medewerking met de twee andere hoofdpartijen, doch stee als de aanzienlijkste factor van de drie. En dus als degene, wiens bondgenoot schap het meest te zoeken, wiens oppo sitie het meest te vermijden was. In de onderscheiden regeeringen, die we sinds den wapenstilstand zagen op treden, maakten de katholieken immer het hoofdelement uit. De socialisten, die er door hun beriichten politieken zet te Lophem waar zij den terugkeerenden Koning een totaal verzonnen en valsche voorstelling gaven van het zoogezegd tot revolutionnaire uitbarsting gereed staande volk er in geslaagd waren, ettelijke ministerzetels te bezetten, hun keren gestadig, erger dan „le plus sale des bourgeois", naar het terugkeeren in die sfeer van gezag en grootheid. En de liberalen, wier sterkte bij de jongste ver kiezing (1925) zoo deerlijk slonk, dat zij het nauwelijks tot 22 zetels van de 179 in de Kamer brachten, voelen zich te lekker in hun handig bedongen en be machtigde positie van mede-regeerings- partij waarin ze nagenoeg even talrijk vertegenwoordigd zijn als de meer dan driemaal sterkere katholieken om niet met uiterste voorzichtigheid te laveeren tusschen de verkiezingsklippen, waarop anders die boot van samenwerking met de „clericaien" wel eens zou kunnen stranden. En vermits het totaal onmoge lijk is ,dat één van die tjyee anti-katho lieke partijen bij de aanstaande verkie zing een zoodanige aanwinst zal boe ken, dat zij bij machte zou zijn zelf standig te regeeren, dwingt de nood beide er toe, de katholieken, wier hulp ze niet kunnen ontberen en wier oppo sitie ze niet kunnen trotseeren, niet voor een opgeblazen toenaderingsbrug te stellen. Vandaar, het uitblijven der ge weldige uitvallen, der ergerlijke ver dachtmakingen, der vieselijke laster praatjes, der grove ploertigheden tegen den godsdienst. Dit laatste des te min der, daar de socialisten zich in 't zweet zetten, om den arbeider vooral toch wijs te maken, dat ze volstrekt den gods dienst niet vijandig zijn, en dat een christen, die zich bij hen aansluit, in dit opzicht niet het minste te vreezen heeft. De pogingen, die ze aanwenden, om die enormiteit door onze katholieke arbei ders te doen slikken, gaan soms op het kantje van het laffe en van het belache lijke af. De katholieken hebben heelemaal geen principes te verduiken of te verdoezelen, zooals hun tegenstrevers; noch een sourdine te zetten op hun nadrukkelijke waarschuwing en voorlichting. Doch ook zij bevinden zich in een alles behalve gemakkelijken politieken toestand, be- hooren dus zóódanig de verkiezingscam pagne te voeren, dat zij, zonder het ver keerde van 's vijands opvatting te ont zien of te sparen, toch de mogelijkheid van latere bestuurlijke samenwerking openlaten. Want al wijzen, eenerzijds. vele voorteekens er op, dat de socialisten ditmaal eens deerlijk van hun pluimen zouden kunnen laten, daar ze van heel hun bombastig program niets verwezen lijkten en integendeel onze wakkere ka tholieke Minister van Arbeid een gan- sche reeks wetten en verbeteringen ten voordeele der arbeidende klasse op zijn actief heeft; en al vermoeden we, an derzijds, dat de heropleving der kwij nende liberale partij zoo goed als uitge sloten is toch blijft de hoop, dat de katholieken het tot een regeerings- meerderheid zullen brengen, zeer klein. Daartoe zouden ruim een dozijn zetels méér dan in 1925 dienen veroverd. We hebben sinds wel prachtigen parlemen tairen arbeid verricht. De werking on zer talrijke sociale, economische en po litieke instellingen, is sedert die kracht proef wel aanzienlijk uitgebreid. Doch er moet, om bovengemelden uitslag te bereiken, een té belangrijk getal stem men verplaatst, om niet met het groot ste voorbehoud de waarschijnlijkheid van een volstrekte katholieke meerder heid tegemoet te zien, voor Zondag 26 Mei. Ook de katholieken zullen nadien dus op het samengaan met een van die twee groote tegenpartijen, of met alle bei, aangewezen zijn. Het gaat er dus om, ze thans niet derwijze te verbitte ren of te krenken, dat over enkele da gen de wrok daarover nog te nijdig nawerkt, om samen rond dezelfde re- geeringstafel te kunnen plaats nemen. Wat niet verhindert, dat de campagne der katholieken met vurige overtuiging en met blijde hoop gevoerd wordt, ter wijl daarnaast die der socialisten en li beralen, bij gebrek aan een program, waarvan de degelijke punten niet ont leend zijn aan dat der katholieken, en waarvan de andere punten behooren tot het getaande verkiezingsklatergoud, waar geen kind nog de hand begeerig naar uitsteekt, flauw en futloos blijkt. De verkiezing van Zondag aanstaande is wegens de beslissende richting, die zij aan het Belgische Parlement zal geven, veruit de belangrijkste sinds den oorlog. Bij den reeds gestabiliseerden frank zal zij ons dan ook gestabili seerde politieke verhoudingen geven. E, kuur, bestaande in het gebruik van de gepa tenteerde en in den handel zijnde medische technisehe Wijnberg-apparaten. Zij tracht haar doel langs wettigen weg te bereiken door het maken van propaganda, het geven van inlichtingen, het houden van. lezingen, 't verleenen van steun aan on- en minvermogen den tot volgen van de Wijnberg-geneeskuur en voorts door alle wettige middelen, welke wenschelijk of noodzakelijk geacht worden teneinde de Vereeniging aan haar doel te doen beantwoorden. Het secretariaat is gevestigd Jan Luyken- straat 44, Amsterdam. Z.K.H. de Prins vertrekt hedenmiddag uit Den Haag naar Soestdijk, ten einde de Ko. ningin, die ongeveer vijf uren op Soestdijk verwacht wordt, te begroeten bij haren terug keer uit Zwitserland. Zondagmiddag vertrekt de prins naar Eind hoven met de bedoeling a s. Maandag een be zoek te brengen aan de Philipsfabrieken. Het antwoord van België op de nota van Nederland spoedig te verwachten De „Indépence Beige" 't Belgisch blad van minister Hvmans zegt, det het technisch onderzoek der Nederlandsche nota door de diensten van het Belgisch departement van Buitenlandsche Zaken geëindigd is en dat. eerstdaags he* Belgisch antwoord naar Den 'Taag zal worden gezonden. Het blad voegt hieraan toe. dat het meent j 'e weten, dat de Belgische regsering niet op ziet tegen de gedachte om geheel het vraag stuk voor een internationale rechtbank te brengen. Dit is zelfs de oplossing die reeds lang tegenover het Nederlandsch verzet is aangewezen. Redenen van binnen'andsch po litieken aard. zoo zegt het blad geheimzin nige en onverklaarbare -invloeden een blinde vjjpndsehap. gebaseerd op historische herin neringen, die reeds lang vergeten zün ih België waar de erkenning der noodzakelijk heid om te leven en vooruit te komen al sinds langen tijd overhand heeft op den wrok. die had kunnen voortbestaan over de verdruk king in vroegere tijden al deze redenen en nog andere hebben tot nog toe de Nederland sche regeering belet het bewijs te geven van verzoeningsgezindheid in het belang zoowel van Nederland als van België. Hat geschil is nochtans zeer eenvoudig, ge lijk minister Hvmajis in zijn jongste Ant. werpsche rede heeft uiteengezet. De daarin ontwikkelde formule, besluit volgens de „Msb.", de „Independence Beige", heeft het meest kans begrepen te worden door de in ternationale rechtbank die zal gero«~<m wor den een oplossing te brengen. Gisteren sjjn door de Fransche regeering reddingsmedailles en diploma's uitgereikt aan de bemanning van de reddingboot „Koningin Wilhelmina" uit Stellendam, bestaande uit den schipper W, de Jager, de matrozen A. de Jager Sr., A. de Jager Jr., L. J. de Jager, A. de Blok, A- Troost en den machinist J. de Rijeke, in verband met de beide gevaarlijke tochten van deze reddingboot op 18 en 19 Februari 1928 naar het bij Stellendam ge strande Fransche stoomschip „Fort de Troyon". De Fransche gezant, Z.Exc. A. Kammerer, die vergezeld werd door den eersten legatie-secretaris en den Franschen eonsul te Rotterdam, den heer Nioault, heeft de eereteekenen met een huldigende toe spraak aan de bemannng overhandigd. Onder de aanwezigen waren nog de heer J. Loranchet, van de Fransche reederij, aan welke de „Fort de Troyon" behoort en de havenmeester van Rotterdam, de heer Ver schoor van Nisse. Een protest De heer Dr. van der Mijle, voorzitter van den Centralen Raad van het Verbond van Nationalisten heeft bij den voorzitter van het Hoofdstembureau te Leeuwarden protest aangeteekend tegen het feit, dat ten Stad- huize aldaar de candidatenlijst van dit Ver bond is geweigerd op grond, dat achter de namen der kiezers straatnamen en huis nummers ontbraken. Aangezien dr. van der Mijle meent, dat hierdoor in strijd met de kieswet is gehandeld heeft hij bij genoem den voorzitter aangedrongen,, alsnog de in geleverde candidatenlijst te accepteeren. Te Amsterdam is opgericht de vereeniging tot bekendmaking der Wijnberg-geneeskuur. Deze vereeniging heeft ten doel de bekend making en bevordering der Wijnberg-genees- De filmverhuurders besloten reeds tot stop zetting der filmlevering De bedrjjfsafdeeling Filmverhuurders van den Nederlandsehen Bioscoopbond heeft een vóór-vergadering gehouden met het oog op de door het hoofdbestuur van dien Bond bij eengeroepen buitengewone spoed-ledenver- gadering op aanstaanden Maandag, zulks in verband met het bioscoopconflict in het Zuiden. De vergadering verklaarde zich unaniem voor de voorstellen van het hoofdbestuur met betrekking tot ds sluiting van de bioscopen in Limburg en Noord-Brabant. Voorts besloten de filmverhuurders, on middellijk op den eersten oproep van het hoofdbestuur van den Bioscoop-Bond, de film-levering te zullen stopzetten, waar een of meer bioscoopexploitanten door schor singsbesluiten getroffen éijn. Heden (Zaterdag) wordt onder leiding van het Hoofdbestuur van den Bioscoopbond een vergadering te Roermond gehouden voor de leden, die hunne bioscopen gevestigd hebben in de gemeenten, aangesloten bij de „Ver eeniging van Noord-Brabantsche en Lim- burgsch'e gemeenten voor gemeenschappelijke Filmkeuring." In deze vergadering zullen de maatrege len besproken worden, welke met het oog cp de af te kondigen sluiting der bioscopen getroffen dienen te worden. Naar aanleiding van het verschrikkelijk ongeluk, dat op den eersten Pinksterdag te Rilland-Bath heeft plaats gehad tengevolge van een botsing tusschen een trein en een auto, Waarbij een einde werd gemaakt aan bet leven van een bloeiend gezin: vader, moeder en twee knaapjes, schrijft de (A. R-) Rotterdammer o.m.: Men kon niet zeggen, dat het ten deze der Regeering aan waarschuwingen ontbroken heeft. Immers, toen de heer de Muralt bij zijn interpellatie in de Eerste Kamer ten vorige jare den angstkreet slaakte, dat op een be denkelijk soort bezuiniging als het onbe waakt laten van tal van gevaarlijke over wegen moest worden teruggekomen, behoor de ook Rilland-Bath onder het drietal krui singen. dat vóór alle dingen aandacht vroeg. En de minister van waterstaat, die een commissie van onderzoek toezegde voor het vraagstuk der overwegen, beloofde onmid dellijke informatie met betrekking tot de drie meest beruchte, waaronder die te Kethel en te Rilland-Bath. Wie op de uitkoms.ten van dit voorafgaand onderzoek mocht hebben gebouwd, werd effn- otig teleurgesteld. Tot wijziging in den bestaanden toestand hebben ook de nadere overwegingen niet te hebben geleid. En wie van het rapport kennis nam, dat voor enkele weken verschenen het vraagstuk als geheel aanroert, zal beseffen, dat wijziging van den tot heden ge voegden koers van 's ministers zijde vooralsnog niet te verwachten is. Zal thans de sproke, die uitgaat van de sombere ramp te Rilland-Bath, vermogen wat parlementaire pogingen niet konden be reiken? Over de schuldvraag spreken we ditmaal niet: Zelfs al zou dit ongeval aan onvoorzichtig heid zijn te wijten dan is nog daarmee niet aangetoond de juistheid der regeeringspoli- tiek, die opheffing dezer bewaking voor stond. Ons bezwaar gaat tegen de eenzijdigheid van het criterium, dat opheffing der bewa king redelijk acht wanneer maar het uit zicht op ds spoorbaan voldoendei s. Hpowel dit zeker één der punten van over wegen met zeer veel verkeer, ook al is het uitzicht onbelemmerd, worden bewaakt. De buitengewoon snelle ontwikkeling van het vervoer kan het verkeer zóó druk maken dat de autobestuurder alle aandacht noodig heeft voor hetgeen passeert op den weg en op aankomende treinen geen aoht meer kan slaan. Zpo wordt wie zijn veiligheid op den weg met zorg zoek buiten schuld vanaf den spoorweg in zijn veiligheid bedreigd. Dit te miskennen berust op zelfmisleiding. Een zelfmisleiding die daarom zoo beden kelijk is, wijl zij zoo ernstige gevolgen met rich brengt. Tot hoelang dan nog? Het drama te Riland-Bath is in zijn af grijselijkheid te veelzeggend dan dat men er met stilzwijgen aan kan voorbijgaan. Het R. K. Werkl'edenverbond in Neder land zal op 4 en 5 Juni a.s. zijn jaarvergade ring houden te Maastricht. Verschenen is een herdc. mgsnUmmer van het orgaan van den Bond van technische ambtenaren in overheids- en in semi-over- heiclsdienst, te Den Haag. Dit nummer werd uitgegeven in verband met het 10-jarig bestaan van den Bond, dat heden herdacht wordt. Een kijkje op het terrein van den brand De veenbranden te Emmer-Erfscheiden- veen zijn tot staan gebracht, dank zij het krachtdadig optreden van vele brandweer lieden. Intusschen heeft men bange oogen- blikken doorgemaakt. Van hét tooneel van den brand schrijft men aan het Hbld. uit Emmen nog het volgende: Wij hebben gezien hoe het vuur de eene stobbe bagger na de andere aantast en in vlammen deed. opgaan en ook hoopen groote fabrieksturf in asch deed veranderen. De atmosfeer was, verstikkend, wat te begrij pen is als men weet dat bijna alle bagger- stobben gestopt zijn met gewone aarde om, te voorkomen,, dat regen en felle zon d'e bagger in waarde doen verminderen. Deze aarde is wel zoq ongeveer droog, maar toch niet geheel, zoodat die niet brandt maar smeult en een rookgordou doet ontstaan, waar men geen vijf meter doorheen kan zien. Het vuur woedde onmiddellijk aan den Groenen Dijk., aan welken dijk hier en daar woningen staan. Wijken heeft men over de onmiddellijk langs dien dijk liggende 100 M. niet. Dat is, geen gewoonte in het veen, omdat men over die laatste 100 M. van een veenplaats de turf best kruien kan naar de wijk. Dat bracht echter ook mede, dat niets het vuur in den weg stond en het als het ware onbelemmerd zijn vernielenden loop door de turfvelden kon houden. De spuiten konden dus slechts van een zijde het bran dend terrein benaderen en gelukkig was d'at de zijde waar de meeste turf staat. Wanneer men echter op den Groenen Dijk liep, kon men de motoren van de spuiten wel hooren slaan maar van de spuitgasten kon men, niemand zien. In de omgeving van het brandend terrein stond een krotje wat wel eenig gevaar leed, omdat de baggerstobben zoo dicht bij elkaar staan, dat bij 'n Oostelijken wind de brand zich ook in Zuidelijke richting uitbreidde. By de wijk van 't Veenschap „Emmer Erf- soheidenveen", die een verbinding vormt met de wijk ten Zuiden van den Groenen pijk staan ook eenige woningen, die geen on middellijk gevaar ledfen zoolang de wind Oost bleef. Het vuur beweegt zich schuin over de Veenplaatsen heen naar Kanaal A te Em mer Erfscheidenveen. De Veenplaatsen ten Westen van het, terrein van den brand ston den zwart van turf. Niet alleen staat daar veel bagger maar ook veel zwarte turf. De bevolking nam alles kalm op. Zij stond bij groepjes den brand te bespreken en ver schilde van meening omtrent da kansen van het blusschingswerk en hield zich on ledig met te gissen naar de oorzaken van den brand, Wi) zagen echter ook een ar beider, die nog vijftig meter van het ter rein van den brand af rustig bezig was het baggerveen te trappen en in blokken te steken. Toen wij met hem spraken over het ge vaar, antwoordde hij, dat met dit weer men wei een brand kan temperen maar niet blusschen en dat zonder regen t vuur zou blijven woeden. Bij dit droge weer, zoo ging hij voort, is het baggerveen spoedig kapot als men het Bewerkt. Wanneer ik dus het werk laat 'liggen, dan is de specie ook bijna waardeloos als het vuur dit stuk veen spaart. Hij wees op de scheuren in het veen en wij weten bij ervaring, dat baggerspecie niet scheuren mag. Over het veengedeeïte van de gemeente hing een benauwde atmosfeer, wat ook mede zijn oorzaak vond in het nog altijd voorko mende branden van boekweitveen. Zonder vergunning is het branden verboden en de politie maakt met hem die zonder vergunning branden zeer korte metten. Zij verbaliseert hen en gezien het onverantwoordelijke van dit branden zullen zij zeker streng worden gestraft. Wanneer men echter behoorlijke waarborgen geeft voor d'e veiligheid der om geving en de samenstelling van het veen niet zoodanig is, dat het vuur zich snel ver spreidt, wordt tot heden vergunning gegeven voor het branden van bos'uealtvejn dmv den burgemeester, Mogelijk is dat bij de toe nemende droogte ook wel afgeloopen. Te Emmererfscheidenveen zijnd'e zagen wij ook rookwolken opstijgen te Bargercom- paseuum, waar over de Nederlandsche gren zen een veenbrand woedt, die echter niet ernstig schijnt te zijn. Ook in de richting van Klazienaveen zagen wij vuur, terwijl men ook in andere plaatsen rookwolken op zag stijgen. Bij informatie bleek ons echter dat die rookwolken niet in verhand stonden met turfbranden. Gisternacht leverde de brand een fantas tisch gezicht. Honderden stobben bagger stonden in brand en kleurden den hemel rood. Van verre gezien deed het denken aan een schitterenden verlichte stad met dansen de lichten. De vlammen van d'e hoopen zwarte turf sloegen echter hoog ten hemel en wanneer een turfhoop in elkaar zakte, zag men de vonken in wijden boog ach ver spreiden in de lucht om tenslotte te dooven. Het leek een groot vuurwerk en de belang stelling was thans ook zeer groot, vooral van de zijde van de in Emmen en omgeving dus niet onmiddellijk in het veen wonende menschen. Velen waren met auto's uit Em men gekomen. Uiteraard! zijn thans geen cijfers te geven omtrent de vernieling van het vuur en in hoeverre de schade door verzekering ga- dekt is. Als men matig schat, is de schade zeker wel 20.000 en nog elk oogehblik neemt deze toe. Ook omtrent de oorzaak van den brand heeft men ons niet kunnen inlichten. Er zijn er die duidelijk te kennen geven, <Jat aan kwaadwilligheid gedacht moet worden, terwijl andaren onvoorzichtigheid hij een baggermachine of bij het rooken van een nijp als oorzaak aangeven. Dit betreft ech ter den brand van Zaterdag en Zondag- Om trent de oorzaken van cTen huidigen brand is men algemeen van gevoelen, dat het vuur onder het veen nog smeulde. Was de specie minderwaardig? Onlangs is een rapport verschenen van dö commissie, belast met het onderzoek naar d'e oorzaken van de instorting van een feestzaal te Lonneker, waarbij een schilder het leven verloor. Deze commissie kwam tot de conclu sie, dat het gebruikte materiaal van goede kwaliteit was geweest; zoo was ook de specie van deugdelijke samenstelling. Hoewel dit niet met zooveel woorden werd gezegd, viel uit het rapport der commissie op te maken, dat de invloed der vorst als directe aanlei ding werd beschouwd. Het rapport werd doof den Raad voor kennisgeving aangenomen en een ieder dacht, dat de zaak nu wel in den doofpot zou zijn gestopt. Dit blijkt, volgens het Hbld. niet het gn- val, want thans worden nieuwe bijzonderhe den bekend. Het blijkt n.l., dat het onder zoek der justitie een heel ander resultaat heeft opgeleverd dan, dat der commissie. On middellijk na de instorting heeft de justitie n.i. "n aantal monsters van de metselspecie ter hand gestald aan den directeur van den Keuringsdienst van Waren te Enschede. Diens onderzoek heeft uitgewezen, dat de specie van minderwaardige samenstelling was. Zij bevatte n.l. pl.m. 1 deel cement, 2.2 deelen kalk en 7 deel zand. De metselaars en opperlieden hadden aan de politie ver klaard, dat het mengsel bestond uit 1 maat deel cement, 1 deel kalk en 3 deelen zand, welke mededeeling de commissie volgens haai rapport geloofwaardig achtte. De directeur van den Keuringsdienst deelt voorts nog mede, dat hij proeven heeft ge nomen met een samenstelling, zooals deze volgens de metselaars zou zijn geweest. Kil heeft deze specie blootgesteld aan vorst (tot 20 gr. Celsius toe), doch deze bleek niet denj minsten invloed te hebben geoefend. De metselaars en opperlieden blijven even--' wel bij hün verklaring, terwijl ook de com missie van onderzoek haar standpunt hand haaft. Als specimen uit een serie reproducties naar schilderijen van Jozef Israels zendt de firma A. J. Polak, puddingfabriek te Gronin gen, ons twee fraaie premieplaten, die door haar tegen inwiseling van bons aan de clien tèle ter beschikking worden gesteld. De pla ten, reproducties van de bekende schilderijent Langs Moeder's graf; Als men oud wordt; Kin deren der Zee; Moederliefde; Na den Stormt Vrijerij; zijn in vier kleuren gedrukt en go- vat in pase-partout. Een duurzaam geschenk dus voor de verbruikrs van A. J. Polak's pro ducten. De platen getuigen van goeden tech- nischen smaak. en zenuwsterkend is de werking vafl Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drog, Ulvenhout, 21 Mei 1929 Menier, Wa-d-'n zeldzaam schoon weer! As ga 's mergens vruug op d'n akker komt dan mot oew eigen mee geweld in houwen, om nie in 'nen jubelzang uit te barsten, Dan 1 LaSsN. ifSSJSCiS trek ik m'n eigen aan m'nen )as' om nie op m'n haan den te gaan loo- pen; dan mot ik m'n eigen bedwingen, om nie over slooten en heggen te springen, want dan, amico, as die reine, die pure lentelucht zoo om oew henen golfl en cew neusgaten kiedelt, dan vuulde de koele, deur-en-deur-gezonde locht, in kouwe teugen deur oew longen trekken en dan is 't of oew bloed 'n bad krijgt. Dan vuulde'oew hart mee kloeke, stauvlge kloppen onder oew boezeroen op en neer gaan en dan dan zoude potvernolle vergeten da ge de vijf kruiskes gepasseerd bent. Amico, amieo 't is toch zoo schoon om de natuur wakker te zien worren! Olleen al as ge 't Oosten uit- kekt en ge ziet dan aan d'n gezichtendar, aan d'n horizont de zon al die pèèrse, oranje en rose dekentjes opzijsehuiven om er dan in volle glorie uic op te stijgen en die wolkskes mee goud te overgieten, kek, da's alleen al van 'n pracht, wa'ar ge mee 'nen open mond naar staat te gapen tot ie kurkdroog wordt van d'n mergenwind! En as ze dan hooger en hooger stijgt, as dan die koilesale gouwen plaat z'n stralen uit staat te schieten, dat de tranen uit oew oogen springen, dan krijgde 't gevuul, da g'as 'n flaauw wefke staat te jan ken omdat et allemaal toch zoo snotverdik- koppes mooi is! En as ze dan nóg wa-d-hooger staat, as dan d'r eerste stralen pèèrsen gloed geven aan de vette èèrdeklonters, die te zweeten leggen van d'n mergendaauw, as ze dan 't gewas begint te raken mee d'r wèrme straal- tjes, dan is 't, of die kleine gewaskes, mee 'n schokske wakker schrikken. Dan knikken ze mee d'r kopske en dan gaan die kleine, dap pere blaaikes uitstaan as heele kleine hand jes om toch maar zooyeul meugelijk van moeder-zon op te vangen. Dan lééft alles! De onoogelijkste blommekes laangst de slots- kaantjes, spreien d'r witte of ge'e kelkske en d'n druppel daauw die er dan dikkels inleet, die glinstert as 'nen edelsteen of nog sjuus- ter, dan zijn die droppels soms net kleine, heele kleine illectrieke laampkes van 'n ert 3rotte, waar binnenin 'n lichje fonkelt, 't Is 'n wonder! En as ik dan m'n pspke aansteek, da tus schen twee hokskes zoo lekker smokt op oew nuchtere maag in die wije ruimte, zóó lekker da ge de rook diep inasemt, dan vuul ik m'n eigen Keizer over al die schatten op ni'nen grond. Dan slieren mee die rookkron- kels m'n mijmeringen de hooge locht in, die zilverig staat te glanzen boven m'nen kop en dan stap ik in groote passen de akkers deur, spring over de mol.hoopen, over korte struiken, fluit 'n liedeke en slaai er nouw en dan 'n danspaske deurhenen, da 'k wellis denk: goed da's ze me nouw nie zien! Dan gooi ik m'n pet in de hogte, die lest in 'nen boom bleef hangen en die 'k veur me futsoen as 'nen kwajongen na kos klimmen. En toen me da lukte, toen 'k mee eiken slag van m'nen beenen en armen 'nen halven meter omhooggong» toen ben 'k veul hooger geklommen as m'n pet hong en kon heel m'n eigendom overzien, tot m'n huis toe, dat daar as 'n spullegoedje laangst de weg lag, Net kwam Trui naar buiten, om de blinden veur de ramen weg te doen en ik kreeg werèndig 't gevoel of ik as kwajongen in d'n appelboom van menier pastoor zat en ik hiew m'n asem in- Want daar he 'k nog steeds 'n errinnering aan, van die kracht, da-d-ik, as ik er aan denk, weer 'n kleur krijg op m'n wangen on der op jn'pep rug Da zijn zoo van die „beelden uit oew kin derjaren die ge nooit vergit." Maar genogt, daar emmen me 't nouw nie over! Na 'n uurke, amieo, as dan ok alle veugel- tjes wakker zijn, as die d'r snaveltjes gin oogenblikske meer stilstaan, as die dan deur d'n vruugen dag 'n keeltje-n-openzetten of de locht en de boomen van huillie zijn, as dan de zon al over 't bosch gaat schijnen, as ok in den kerkstoren leven begint te komen, as de ktister staat te luien veur de zes-uren- mis, dan gaan ik op huis aan. waar Trui ge- zurgd heet veur 't ontbijt, waar 't perseneel om de lange tafel ai te schraansen zit en tg slurpen uit de spoelkommenkoffie en dan deel ik de dagtaak in. Want, amico, al hè 'k dan daarbuiten m'nen tijd staan te verdoen aan 't opkomen van de zon, aan 't klimmen in boomen, springen over molshoopen, an de blommekes en de veugeltjes, keb toch ge nogt gezien wat er allemaal gedaan mot wor ren op 't laand. Waar gedund mot worren en waar gewiejd, waar uitgedaan en waar ge plant, waar de slooten motten gebaggerd en uitgediept worren veur de beesten, waar greppel» gegraven veur drenking van 't laand, enzoovoorts, enzoovoorts, want stil sta-g-et nooit op 'nen hof van ennige beteekenis. Gaai ik dan mee d'n gruuntenwagel op stap, dan wordt alles gedaan onder Trui d'r opzichters chap, die zeivers 't werk verdeelt onder 't vrouwvolk veur de stallen, de mel- kerii en 't vee. Gaai ik dan over d'n weg, amico, dan ruulc ik d'n bloesem van de boomen die in de tuinen en op de erven staan. Dan ruuk ik d'n meidoorn van de heggen, waar ie in trossen afhangt as klodders rijstepap en net zoo zuutig oew neus prikkelt. Dan loop ik onder 'n dak van blommentrossen die er mee duuzenden en duuzenden staan in 't nuuwe schallende kastanje-gruun van de jonge bla ren aan de steuvige stengels. Dan, dan amico, dan, as ik in de stad koom, dan koom ik uit 'nen hemel, waar 't lekker en zacht was, rijk en schoon en veral, waar 't zoo goed was om te zijn. Dan loopen dé menschen daar in de grijze, kouwe straten, mee bleeke, onuitgeslapen gezichten, sufferig en haas tig weg en kunde zien, hoe d'n lange, komen de dag, op hullie drukt as 'n straf. Ze zien niks van 't feest en de pracht van buiten, ze zien alleen 'n wijzerplaat mee stekelige wijzers die veul te dicht bij negen uur staan entoch nie genogt opschieten naar d'ren zin. Nimme nie kwalijk, maar da-d-is 'n helsche straf. Zukke menschen vergeten tel- lekes da-d-onzen lieveneer onbetaalbare schatten veur hullie op deus wèreld neer laat en daarom worren die stadsehe men sehen dikkels 'hard en stekelig as stekelvèr- kens. Weten ze precies hoe ver of ze d'r hoedje af motten zetten veur Jan, Piet of Klaas, want ze meten da mee heel d'r ge weten uit naar Jan z'n centen, Piet z'n baantje en Klaas z'n invloed. Ze zweren bij 'n rijksdaalder, knielen veur 'n zitje op 'nen kantoorkruk en aanbidden Klaas z'n stem in d'n gemeenteraad. Maar as ze éénen keer d'n zonsopgang konden zien mee rustige oogen, zonder boven die zon 't visioen te zien schijnen van 'n stinkend, duf kantoor, as ze éénen keer de natuur wakker zagen worren en één blommeke mee d'r oogen ver troetelden, zonder te denken aan de Jan die méér centen heet as zullie-zelf, kortom, as ze al die dingen eventjes konden vergeten veur de geweldige en de glorievolle natuur, amico, ze zouwen om d'r eigen lachen! Ze zouwen zien da menier Johannes Schrapwortel mee al z'n centen en Jieel z>n kantoor en heel z'n pollitieke-hebben-en- houwen, oew nog nie zoo verwonderd kon laten staan as één madelieveke da 's mer gens z'n kelkske openzet om het eerste zon nestraaltje te ontvangen en as éénen dauw drop die 'nen heelen regenboog van kleuren in z'n koele basje ee zitten! De menschen zouwen beter worren! Vuu- jen da-d-et loopen onder 'n vaandel of 'n schrille vlag, mee gezichten-van-kom-maar- op, klein kinderwerk is. Ze zouwen om d'r eigen laehen en d'r geniepige stekeltjes in trekken! 'n Veurbeeld? Asteblieft. Van de week ontvong ik 'nen brief mee vijf heel vrimde postzegels d'r pp. Uit San tiago, wa volgens onzen schoolmeester, die k er naar gevraagd eb, heelemaal in 't zui- ielijkste puntje van Zuid-Amerika leet, in ;ien Staat Sjielie. Daar woont 'nen boer, die uit de kraant (de Schager-kraant) mijn brieven leesf, 'nen keieega van me dus, en dié dpe-d-even 'n boekske-n-open en stort z'n hart 's uit, over stadsehe menschen. 'k Wil oew wel zeggen, amico, d'n mensch had 't adres zóó onduidelijk geschreven, da-d- alleen te lezen was: Dré en Ulvenhout en... dat d'n brief bij mijn is gekomen laangst de Bredaséhe kraant, omdat daar ok mijn briefkes instaan en omdat Breda bij Ulven hout leet. Da weten ze dus bij de Neder- laandsche Posterijen en daar mot ik ze toch wezenlijk 'n plumke veur geven, amico. Maar genogt, dieë mensch is in Chili gaan boeren en heet toen, toen et 'm goed gong, stadsehe fermilie uit Nederlaand laten komen. Vier maanden heet ie ze op z'n hof d'n vollen kost gegeven veur niks! Later zijn ze van èremoei weer truggegaan naar Neder laand en toen heet ie ze nog 'n paar duuzend peso gestuurd, da zijn 'n paar duuzend rijks daalders, amico, en daar zijn die menschen toen mee boven-Jan gerokt! En nouw? Nouw dieën nuuwen kameraad van me, daar in 't verre Chili z'n schopkes op 't droge heet en naar Nederlaand wil komen, nouw heet-ie van z'n fermilie 'n briefxe gekregen, da ze hum nie in d'r kringen Kunnen ont vangen Amico, wa zegde daarvan? Is m'nen kameraad z'non oe.ienmsst neg nie veul te kostelijk om er die Kringen mee in d'r deftige, slaperige gezjehten t,e slin geren? Is dieën eenen Chileenschen boer nie veul meer wèèrd as al die lui die deftjg zijn geworren mee zijn peso's? Mee de „kringen" d'r bij I En wezenlijk, 't is nie alleen 'nen fermen vent, 't is ok 'nen zjovialen kérel. „Waarde Dré", schrijft ie, „ge bent er wel verwon derd van gewiest dat er zeuven missionaris sen uit West-Afrika jouw brieven lezen en oew lest geschreven emmen, maar nouw za'k oew toch even vertellen, da-ze jouw ok in den Zuidelijksten staat van Amerika lezen!" Is da nie vergimmes aarig, amico? Ja jonk, *t is nie om te geleuven, maaf buiten de krispedensie die ik uit alle oordej* van de wèreld teugeswoorig ontvang, mot i* oew nog vertellen, dat er deuzen zomer 'a praehtig-mooi boekske zal uitkomen, vol n)e® ouwe briefkes van mijn! Is da nie om gr0'' sig te worren? Maar het ginnen vrees, amico, dale da®' last van krijg, want mijn „kringen", de madelievekes, en de piesebedden en botterblommekes, de meidoorns en de kn'1' nagels, die zijn veul meer gewend as al d-ander, da stadsehe gedoe. Lot da boeks^ maar komen, mijn best, as de menscbc® maar nie gaan denken: Dré wor boekeh' schrijver in plek van boer, want ditte veti assereer ik oew, anrico, veur gin biebete®® mee de dikste boeken zeg ik m'nen boereb stiel ooit vaarwel, 't Goud van de zonh^J opkomst, verruil ik nie veur 't klaterg°°g van de menschen en m'nen hof veur peleis en m'nen goeien bles veur gina stinkenden Ford. En toch ben ik er nog nie! Densdagavond, emmen ze mijn gezeet, zal er 'nen menier, deur de Radio van a K. R. O. wa van mijn en m'n briefkes ve\ tellen, 'k Zou er zelf gin kaans veur ?;1 want wa-d-is daar nouw in 's hemelsna® nog van te vertellen. Maar da 'k luster zal en allemachtig goed lüsteren, orn heuren wat dieën grappenmaker te bewer heet, da geef ik 'm op 'n briefke en a® dingen zeet die nie waar zijn, om 't nao°' maken b.v., dan is ie nog nie jarig, &ra Lüsterde mee? j 't Is Dinsdag. 28 Mei, 's aves na acht^ En denkt er om: nie van de Avro-ma111'^ en nie van de Vara-radejoowen, maar var1 Kro-ters! Amico, ik schei d'r af. As ik aan gank blijf, ga-g-et op „geuren" lijken ea"' aan mijn lijf gin pollenijses! Veul groeten van Trui, en as alti]- orke minder van oewen, toet v0tjf»é

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 10