Brieven uit België
Gemengd Nieuws
Zenuwstilleaid
MMNHARDT'S
zenuwfiableffen
DERDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
ZATERDAG 25 MEI 1929
BLADZIJDE 2
26 Mei: Een beslissende dag
Z. K. H. Prins Hendrik
naar Eindhoven
De verhouding tusschen
Nederland en België
BINNENLANDSCH NIEUWS
Hollandsche redders door
de Fransche regeering
gehuldigd
De candidaatstelling voor
de Tweede Kamer
verkiezingen
Wijnberg geneeskuur
Het bioscoop-conflict in het
Zuiden
Tot hoe lang dan nog
SOCIAAL LEVEN
R.K. Werkliedenverbond
Technische ambtenaren
in overheidsdienst
De veenbranden in Drente
De instorting van de feest
zaal te Lonneker
Premieplaten
Brabantsche Brieven
Het is wel eigenaardig om na te gaan,
dat ditmaal de verkiezingscampagne ge
voerd wordt met een ongewone omzich
tigheid. Vooral, wat de drie groote par
tijen in België: katholieken, socialisten
en liberalen, betreft. De andere, verloren
loopende groepjes, die er niets bij te
verliezen, alles bij te winnen hebben, en
slechts opgemerkt worden door het ma
ken van groote drukte (wat voor som
mige eenvoudigen nog altijd synoniem
blijft van groote beteekenis), schreeu
wen er lustig op los, blaffen en bijten,
dat het een aard heeft. Des te scherper
komt daarnaast de gematigdheid uit van
de drie legers, die feitelijk den beslia-
senden slag zullen leveren. Bijzonder van
liberale en socialistische zijde is zulks
verbazend. Want gaan de katholieken
nooit over tot het gemeene schelden der
eenen, noch tot het drieste woordenver-
draaien der anderen, we kunnen ons toch
van voor ettelijke tientallen jaren geen
verkiezing herinneren, waarbij rooden
en blauwen zóó binnen de perken van
het algemeen fatsoen bleven, bij het
gispen van het program en van de can-
didaten der katholieken.
Of ze dan tot dit algemeen fatsoen
bekeerd zijn?
Och, 't clericalisme is nog altijd de
groote vijand voor beide kampen! Doch
dit clericalisme kan nu eenmaal niet uit
geschakeld, is zelfs de machtigste groep
in het complex der Belgische natie. En
wat meer is: Dit clericalisme heeft sinds
den oorlog de leiding van die natie in
handen. Wel in medewerking met de
twee andere hoofdpartijen, doch stee
als de aanzienlijkste factor van de drie.
En dus als degene, wiens bondgenoot
schap het meest te zoeken, wiens oppo
sitie het meest te vermijden was.
In de onderscheiden regeeringen, die
we sinds den wapenstilstand zagen op
treden, maakten de katholieken immer
het hoofdelement uit. De socialisten, die
er door hun beriichten politieken zet te
Lophem waar zij den terugkeerenden
Koning een totaal verzonnen en valsche
voorstelling gaven van het zoogezegd
tot revolutionnaire uitbarsting gereed
staande volk er in geslaagd waren,
ettelijke ministerzetels te bezetten, hun
keren gestadig, erger dan „le plus sale
des bourgeois", naar het terugkeeren in
die sfeer van gezag en grootheid. En de
liberalen, wier sterkte bij de jongste ver
kiezing (1925) zoo deerlijk slonk, dat zij
het nauwelijks tot 22 zetels van de 179
in de Kamer brachten, voelen zich te
lekker in hun handig bedongen en be
machtigde positie van mede-regeerings-
partij waarin ze nagenoeg even talrijk
vertegenwoordigd zijn als de meer dan
driemaal sterkere katholieken om niet
met uiterste voorzichtigheid te laveeren
tusschen de verkiezingsklippen, waarop
anders die boot van samenwerking met
de „clericaien" wel eens zou kunnen
stranden. En vermits het totaal onmoge
lijk is ,dat één van die tjyee anti-katho
lieke partijen bij de aanstaande verkie
zing een zoodanige aanwinst zal boe
ken, dat zij bij machte zou zijn zelf
standig te regeeren, dwingt de nood
beide er toe, de katholieken, wier hulp
ze niet kunnen ontberen en wier oppo
sitie ze niet kunnen trotseeren, niet voor
een opgeblazen toenaderingsbrug te
stellen. Vandaar, het uitblijven der ge
weldige uitvallen, der ergerlijke ver
dachtmakingen, der vieselijke laster
praatjes, der grove ploertigheden tegen
den godsdienst. Dit laatste des te min
der, daar de socialisten zich in 't zweet
zetten, om den arbeider vooral toch wijs
te maken, dat ze volstrekt den gods
dienst niet vijandig zijn, en dat een
christen, die zich bij hen aansluit, in dit
opzicht niet het minste te vreezen heeft.
De pogingen, die ze aanwenden, om die
enormiteit door onze katholieke arbei
ders te doen slikken, gaan soms op het
kantje van het laffe en van het belache
lijke af.
De katholieken hebben heelemaal geen
principes te verduiken of te verdoezelen,
zooals hun tegenstrevers; noch een
sourdine te zetten op hun nadrukkelijke
waarschuwing en voorlichting. Doch ook
zij bevinden zich in een alles behalve
gemakkelijken politieken toestand, be-
hooren dus zóódanig de verkiezingscam
pagne te voeren, dat zij, zonder het ver
keerde van 's vijands opvatting te ont
zien of te sparen, toch de mogelijkheid
van latere bestuurlijke samenwerking
openlaten. Want al wijzen, eenerzijds.
vele voorteekens er op, dat de socialisten
ditmaal eens deerlijk van hun pluimen
zouden kunnen laten, daar ze van heel
hun bombastig program niets verwezen
lijkten en integendeel onze wakkere ka
tholieke Minister van Arbeid een gan-
sche reeks wetten en verbeteringen ten
voordeele der arbeidende klasse op zijn
actief heeft; en al vermoeden we, an
derzijds, dat de heropleving der kwij
nende liberale partij zoo goed als uitge
sloten is toch blijft de hoop, dat de
katholieken het tot een regeerings-
meerderheid zullen brengen, zeer klein.
Daartoe zouden ruim een dozijn zetels
méér dan in 1925 dienen veroverd. We
hebben sinds wel prachtigen parlemen
tairen arbeid verricht. De werking on
zer talrijke sociale, economische en po
litieke instellingen, is sedert die kracht
proef wel aanzienlijk uitgebreid. Doch
er moet, om bovengemelden uitslag te
bereiken, een té belangrijk getal stem
men verplaatst, om niet met het groot
ste voorbehoud de waarschijnlijkheid
van een volstrekte katholieke meerder
heid tegemoet te zien, voor Zondag 26
Mei.
Ook de katholieken zullen nadien dus
op het samengaan met een van die
twee groote tegenpartijen, of met alle
bei, aangewezen zijn. Het gaat er dus
om, ze thans niet derwijze te verbitte
ren of te krenken, dat over enkele da
gen de wrok daarover nog te nijdig
nawerkt, om samen rond dezelfde re-
geeringstafel te kunnen plaats nemen.
Wat niet verhindert, dat de campagne
der katholieken met vurige overtuiging
en met blijde hoop gevoerd wordt, ter
wijl daarnaast die der socialisten en li
beralen, bij gebrek aan een program,
waarvan de degelijke punten niet ont
leend zijn aan dat der katholieken, en
waarvan de andere punten behooren
tot het getaande verkiezingsklatergoud,
waar geen kind nog de hand begeerig
naar uitsteekt, flauw en futloos blijkt.
De verkiezing van Zondag aanstaande
is wegens de beslissende richting, die
zij aan het Belgische Parlement zal
geven, veruit de belangrijkste sinds den
oorlog. Bij den reeds gestabiliseerden
frank zal zij ons dan ook gestabili
seerde politieke verhoudingen geven.
E,
kuur, bestaande in het gebruik van de gepa
tenteerde en in den handel zijnde medische
technisehe Wijnberg-apparaten. Zij tracht
haar doel langs wettigen weg te bereiken
door het maken van propaganda, het geven
van inlichtingen, het houden van. lezingen, 't
verleenen van steun aan on- en minvermogen
den tot volgen van de Wijnberg-geneeskuur
en voorts door alle wettige middelen, welke
wenschelijk of noodzakelijk geacht worden
teneinde de Vereeniging aan haar doel te
doen beantwoorden.
Het secretariaat is gevestigd Jan Luyken-
straat 44, Amsterdam.
Z.K.H. de Prins vertrekt hedenmiddag uit
Den Haag naar Soestdijk, ten einde de Ko.
ningin, die ongeveer vijf uren op Soestdijk
verwacht wordt, te begroeten bij haren terug
keer uit Zwitserland.
Zondagmiddag vertrekt de prins naar Eind
hoven met de bedoeling a s. Maandag een be
zoek te brengen aan de Philipsfabrieken.
Het antwoord van België op de nota van
Nederland spoedig te verwachten
De „Indépence Beige" 't Belgisch blad
van minister Hvmans zegt, det het technisch
onderzoek der Nederlandsche nota door de
diensten van het Belgisch departement van
Buitenlandsche Zaken geëindigd is en dat.
eerstdaags he* Belgisch antwoord naar Den
'Taag zal worden gezonden.
Het blad voegt hieraan toe. dat het meent
j 'e weten, dat de Belgische regsering niet op
ziet tegen de gedachte om geheel het vraag
stuk voor een internationale rechtbank te
brengen. Dit is zelfs de oplossing die reeds
lang tegenover het Nederlandsch verzet is
aangewezen. Redenen van binnen'andsch po
litieken aard. zoo zegt het blad geheimzin
nige en onverklaarbare -invloeden een blinde
vjjpndsehap. gebaseerd op historische herin
neringen, die reeds lang vergeten zün ih
België waar de erkenning der noodzakelijk
heid om te leven en vooruit te komen al sinds
langen tijd overhand heeft op den wrok. die
had kunnen voortbestaan over de verdruk
king in vroegere tijden al deze redenen en
nog andere hebben tot nog toe de Nederland
sche regeering belet het bewijs te geven van
verzoeningsgezindheid in het belang zoowel
van Nederland als van België.
Hat geschil is nochtans zeer eenvoudig, ge
lijk minister Hvmajis in zijn jongste Ant.
werpsche rede heeft uiteengezet. De daarin
ontwikkelde formule, besluit volgens de
„Msb.", de „Independence Beige", heeft het
meest kans begrepen te worden door de in
ternationale rechtbank die zal gero«~<m wor
den een oplossing te brengen.
Gisteren sjjn door de Fransche regeering
reddingsmedailles en diploma's uitgereikt aan
de bemanning van de reddingboot „Koningin
Wilhelmina" uit Stellendam, bestaande uit
den schipper W, de Jager, de matrozen A. de
Jager Sr., A. de Jager Jr., L. J. de Jager,
A. de Blok, A- Troost en den machinist J. de
Rijeke, in verband met de beide gevaarlijke
tochten van deze reddingboot op 18 en 19
Februari 1928 naar het bij Stellendam ge
strande Fransche stoomschip „Fort de
Troyon". De Fransche gezant, Z.Exc. A.
Kammerer, die vergezeld werd door den
eersten legatie-secretaris en den Franschen
eonsul te Rotterdam, den heer Nioault, heeft
de eereteekenen met een huldigende toe
spraak aan de bemannng overhandigd.
Onder de aanwezigen waren nog de heer J.
Loranchet, van de Fransche reederij, aan
welke de „Fort de Troyon" behoort en de
havenmeester van Rotterdam, de heer Ver
schoor van Nisse.
Een protest
De heer Dr. van der Mijle, voorzitter van
den Centralen Raad van het Verbond van
Nationalisten heeft bij den voorzitter van het
Hoofdstembureau te Leeuwarden protest
aangeteekend tegen het feit, dat ten Stad-
huize aldaar de candidatenlijst van dit Ver
bond is geweigerd op grond, dat achter de
namen der kiezers straatnamen en huis
nummers ontbraken. Aangezien dr. van der
Mijle meent, dat hierdoor in strijd met de
kieswet is gehandeld heeft hij bij genoem
den voorzitter aangedrongen,, alsnog de in
geleverde candidatenlijst te accepteeren.
Te Amsterdam is opgericht de vereeniging
tot bekendmaking der Wijnberg-geneeskuur.
Deze vereeniging heeft ten doel de bekend
making en bevordering der Wijnberg-genees-
De filmverhuurders besloten reeds tot stop
zetting der filmlevering
De bedrjjfsafdeeling Filmverhuurders van
den Nederlandsehen Bioscoopbond heeft een
vóór-vergadering gehouden met het oog op
de door het hoofdbestuur van dien Bond bij
eengeroepen buitengewone spoed-ledenver-
gadering op aanstaanden Maandag, zulks in
verband met het bioscoopconflict in het
Zuiden.
De vergadering verklaarde zich unaniem
voor de voorstellen van het hoofdbestuur met
betrekking tot ds sluiting van de bioscopen
in Limburg en Noord-Brabant.
Voorts besloten de filmverhuurders, on
middellijk op den eersten oproep van het
hoofdbestuur van den Bioscoop-Bond, de
film-levering te zullen stopzetten, waar een
of meer bioscoopexploitanten door schor
singsbesluiten getroffen éijn.
Heden (Zaterdag) wordt onder leiding van
het Hoofdbestuur van den Bioscoopbond een
vergadering te Roermond gehouden voor de
leden, die hunne bioscopen gevestigd hebben
in de gemeenten, aangesloten bij de „Ver
eeniging van Noord-Brabantsche en Lim-
burgsch'e gemeenten voor gemeenschappelijke
Filmkeuring."
In deze vergadering zullen de maatrege
len besproken worden, welke met het oog
cp de af te kondigen sluiting der bioscopen
getroffen dienen te worden.
Naar aanleiding van het verschrikkelijk
ongeluk, dat op den eersten Pinksterdag te
Rilland-Bath heeft plaats gehad tengevolge
van een botsing tusschen een trein en een
auto, Waarbij een einde werd gemaakt aan
bet leven van een bloeiend gezin: vader,
moeder en twee knaapjes, schrijft de (A. R-)
Rotterdammer o.m.:
Men kon niet zeggen, dat het ten deze der
Regeering aan waarschuwingen ontbroken
heeft.
Immers, toen de heer de Muralt bij zijn
interpellatie in de Eerste Kamer ten vorige
jare den angstkreet slaakte, dat op een be
denkelijk soort bezuiniging als het onbe
waakt laten van tal van gevaarlijke over
wegen moest worden teruggekomen, behoor
de ook Rilland-Bath onder het drietal krui
singen. dat vóór alle dingen aandacht vroeg.
En de minister van waterstaat, die een
commissie van onderzoek toezegde voor het
vraagstuk der overwegen, beloofde onmid
dellijke informatie met betrekking tot de
drie meest beruchte, waaronder die te Kethel
en te Rilland-Bath.
Wie op de uitkoms.ten van dit voorafgaand
onderzoek mocht hebben gebouwd, werd effn-
otig teleurgesteld.
Tot wijziging in den bestaanden toestand
hebben ook de nadere overwegingen niet te
hebben geleid.
En wie van het rapport kennis nam, dat
voor enkele weken verschenen het
vraagstuk als geheel aanroert, zal beseffen,
dat wijziging van den tot heden ge voegden
koers van 's ministers zijde vooralsnog niet
te verwachten is.
Zal thans de sproke, die uitgaat van de
sombere ramp te Rilland-Bath, vermogen
wat parlementaire pogingen niet konden be
reiken?
Over de schuldvraag spreken we ditmaal
niet:
Zelfs al zou dit ongeval aan onvoorzichtig
heid zijn te wijten dan is nog daarmee niet
aangetoond de juistheid der regeeringspoli-
tiek, die opheffing dezer bewaking voor
stond.
Ons bezwaar gaat tegen de eenzijdigheid
van het criterium, dat opheffing der bewa
king redelijk acht wanneer maar het uit
zicht op ds spoorbaan voldoendei s.
Hpowel dit zeker één der punten van over
wegen met zeer veel verkeer, ook al is het
uitzicht onbelemmerd, worden bewaakt.
De buitengewoon snelle ontwikkeling van
het vervoer kan het verkeer zóó druk maken
dat de autobestuurder alle aandacht noodig
heeft voor hetgeen passeert op den weg en
op aankomende treinen geen aoht meer kan
slaan.
Zpo wordt wie zijn veiligheid op den weg
met zorg zoek buiten schuld vanaf den
spoorweg in zijn veiligheid bedreigd.
Dit te miskennen berust op zelfmisleiding.
Een zelfmisleiding die daarom zoo beden
kelijk is, wijl zij zoo ernstige gevolgen met
rich brengt.
Tot hoelang dan nog?
Het drama te Riland-Bath is in zijn af
grijselijkheid te veelzeggend dan dat men er
met stilzwijgen aan kan voorbijgaan.
Het R. K. Werkl'edenverbond in Neder
land zal op 4 en 5 Juni a.s. zijn jaarvergade
ring houden te Maastricht.
Verschenen is een herdc. mgsnUmmer van
het orgaan van den Bond van technische
ambtenaren in overheids- en in semi-over-
heiclsdienst, te Den Haag.
Dit nummer werd uitgegeven in verband
met het 10-jarig bestaan van den Bond, dat
heden herdacht wordt.
Een kijkje op het terrein van den brand
De veenbranden te Emmer-Erfscheiden-
veen zijn tot staan gebracht, dank zij het
krachtdadig optreden van vele brandweer
lieden. Intusschen heeft men bange oogen-
blikken doorgemaakt. Van hét tooneel van
den brand schrijft men aan het Hbld. uit
Emmen nog het volgende:
Wij hebben gezien hoe het vuur de eene
stobbe bagger na de andere aantast en in
vlammen deed. opgaan en ook hoopen groote
fabrieksturf in asch deed veranderen. De
atmosfeer was, verstikkend, wat te begrij
pen is als men weet dat bijna alle bagger-
stobben gestopt zijn met gewone aarde om,
te voorkomen,, dat regen en felle zon d'e
bagger in waarde doen verminderen. Deze
aarde is wel zoq ongeveer droog, maar toch
niet geheel, zoodat die niet brandt maar
smeult en een rookgordou doet ontstaan,
waar men geen vijf meter doorheen kan
zien.
Het vuur woedde onmiddellijk aan den
Groenen Dijk., aan welken dijk hier en daar
woningen staan. Wijken heeft men over de
onmiddellijk langs dien dijk liggende 100 M.
niet. Dat is, geen gewoonte in het veen,
omdat men over die laatste 100 M. van een
veenplaats de turf best kruien kan naar de
wijk. Dat bracht echter ook mede, dat niets
het vuur in den weg stond en het als het
ware onbelemmerd zijn vernielenden loop
door de turfvelden kon houden. De spuiten
konden dus slechts van een zijde het bran
dend terrein benaderen en gelukkig was
d'at de zijde waar de meeste turf staat.
Wanneer men echter op den Groenen Dijk
liep, kon men de motoren van de spuiten
wel hooren slaan maar van de spuitgasten
kon men, niemand zien.
In de omgeving van het brandend terrein
stond een krotje wat wel eenig gevaar leed,
omdat de baggerstobben zoo dicht bij elkaar
staan, dat bij 'n Oostelijken wind de brand
zich ook in Zuidelijke richting uitbreidde.
By de wijk van 't Veenschap „Emmer Erf-
soheidenveen", die een verbinding vormt met
de wijk ten Zuiden van den Groenen pijk
staan ook eenige woningen, die geen on
middellijk gevaar ledfen zoolang de wind
Oost bleef.
Het vuur beweegt zich schuin over de
Veenplaatsen heen naar Kanaal A te Em
mer Erfscheidenveen. De Veenplaatsen ten
Westen van het, terrein van den brand ston
den zwart van turf. Niet alleen staat daar
veel bagger maar ook veel zwarte turf.
De bevolking nam alles kalm op. Zij stond
bij groepjes den brand te bespreken en ver
schilde van meening omtrent da kansen
van het blusschingswerk en hield zich on
ledig met te gissen naar de oorzaken van
den brand, Wi) zagen echter ook een ar
beider, die nog vijftig meter van het ter
rein van den brand af rustig bezig was het
baggerveen te trappen en in blokken te
steken.
Toen wij met hem spraken over het ge
vaar, antwoordde hij, dat met dit weer men
wei een brand kan temperen maar niet
blusschen en dat zonder regen t vuur zou
blijven woeden. Bij dit droge weer, zoo ging
hij voort, is het baggerveen spoedig kapot
als men het Bewerkt. Wanneer ik dus
het werk laat 'liggen, dan is de specie ook
bijna waardeloos als het vuur dit stuk veen
spaart. Hij wees op de scheuren in het veen
en wij weten bij ervaring, dat baggerspecie
niet scheuren mag.
Over het veengedeeïte van de gemeente
hing een benauwde atmosfeer, wat ook mede
zijn oorzaak vond in het nog altijd voorko
mende branden van boekweitveen. Zonder
vergunning is het branden verboden en de
politie maakt met hem die zonder vergunning
branden zeer korte metten. Zij verbaliseert
hen en gezien het onverantwoordelijke van
dit branden zullen zij zeker streng worden
gestraft. Wanneer men echter behoorlijke
waarborgen geeft voor d'e veiligheid der om
geving en de samenstelling van het veen
niet zoodanig is, dat het vuur zich snel ver
spreidt, wordt tot heden vergunning gegeven
voor het branden van bos'uealtvejn dmv den
burgemeester, Mogelijk is dat bij de toe
nemende droogte ook wel afgeloopen.
Te Emmererfscheidenveen zijnd'e zagen
wij ook rookwolken opstijgen te Bargercom-
paseuum, waar over de Nederlandsche gren
zen een veenbrand woedt, die echter niet
ernstig schijnt te zijn. Ook in de richting
van Klazienaveen zagen wij vuur, terwijl
men ook in andere plaatsen rookwolken op
zag stijgen. Bij informatie bleek ons echter
dat die rookwolken niet in verhand stonden
met turfbranden.
Gisternacht leverde de brand een fantas
tisch gezicht. Honderden stobben bagger
stonden in brand en kleurden den hemel
rood. Van verre gezien deed het denken aan
een schitterenden verlichte stad met dansen
de lichten. De vlammen van d'e hoopen
zwarte turf sloegen echter hoog ten hemel
en wanneer een turfhoop in elkaar zakte,
zag men de vonken in wijden boog ach ver
spreiden in de lucht om tenslotte te dooven.
Het leek een groot vuurwerk en de belang
stelling was thans ook zeer groot, vooral
van de zijde van de in Emmen en omgeving
dus niet onmiddellijk in het veen wonende
menschen. Velen waren met auto's uit Em
men gekomen.
Uiteraard! zijn thans geen cijfers te geven
omtrent de vernieling van het vuur en in
hoeverre de schade door verzekering ga-
dekt is. Als men matig schat, is de schade
zeker wel 20.000 en nog elk oogehblik
neemt deze toe.
Ook omtrent de oorzaak van den brand
heeft men ons niet kunnen inlichten. Er
zijn er die duidelijk te kennen geven, <Jat
aan kwaadwilligheid gedacht moet worden,
terwijl andaren onvoorzichtigheid hij een
baggermachine of bij het rooken van een
nijp als oorzaak aangeven. Dit betreft ech
ter den brand van Zaterdag en Zondag-
Om trent de oorzaken van cTen huidigen
brand is men algemeen van gevoelen, dat
het vuur onder het veen nog smeulde.
Was de specie minderwaardig?
Onlangs is een rapport verschenen van dö
commissie, belast met het onderzoek naar d'e
oorzaken van de instorting van een feestzaal
te Lonneker, waarbij een schilder het leven
verloor. Deze commissie kwam tot de conclu
sie, dat het gebruikte materiaal van goede
kwaliteit was geweest; zoo was ook de specie
van deugdelijke samenstelling. Hoewel dit
niet met zooveel woorden werd gezegd, viel
uit het rapport der commissie op te maken,
dat de invloed der vorst als directe aanlei
ding werd beschouwd. Het rapport werd doof
den Raad voor kennisgeving aangenomen en
een ieder dacht, dat de zaak nu wel in den
doofpot zou zijn gestopt.
Dit blijkt, volgens het Hbld. niet het gn-
val, want thans worden nieuwe bijzonderhe
den bekend. Het blijkt n.l., dat het onder
zoek der justitie een heel ander resultaat
heeft opgeleverd dan, dat der commissie. On
middellijk na de instorting heeft de justitie
n.i. "n aantal monsters van de metselspecie
ter hand gestald aan den directeur van den
Keuringsdienst van Waren te Enschede.
Diens onderzoek heeft uitgewezen, dat de
specie van minderwaardige samenstelling
was. Zij bevatte n.l. pl.m. 1 deel cement, 2.2
deelen kalk en 7 deel zand. De metselaars
en opperlieden hadden aan de politie ver
klaard, dat het mengsel bestond uit 1 maat
deel cement, 1 deel kalk en 3 deelen zand,
welke mededeeling de commissie volgens haai
rapport geloofwaardig achtte.
De directeur van den Keuringsdienst deelt
voorts nog mede, dat hij proeven heeft ge
nomen met een samenstelling, zooals deze
volgens de metselaars zou zijn geweest. Kil
heeft deze specie blootgesteld aan vorst (tot
20 gr. Celsius toe), doch deze bleek niet
denj minsten invloed te hebben geoefend.
De metselaars en opperlieden blijven even--'
wel bij hün verklaring, terwijl ook de com
missie van onderzoek haar standpunt hand
haaft.
Als specimen uit een serie reproducties
naar schilderijen van Jozef Israels zendt de
firma A. J. Polak, puddingfabriek te Gronin
gen, ons twee fraaie premieplaten, die door
haar tegen inwiseling van bons aan de clien
tèle ter beschikking worden gesteld. De pla
ten, reproducties van de bekende schilderijent
Langs Moeder's graf; Als men oud wordt; Kin
deren der Zee; Moederliefde; Na den Stormt
Vrijerij; zijn in vier kleuren gedrukt en go-
vat in pase-partout. Een duurzaam geschenk
dus voor de verbruikrs van A. J. Polak's pro
ducten. De platen getuigen van goeden tech-
nischen smaak.
en zenuwsterkend is de werking vafl
Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drog,
Ulvenhout, 21 Mei 1929
Menier,
Wa-d-'n zeldzaam
schoon weer! As
ga 's mergens vruug
op d'n akker komt
dan mot oew eigen
mee geweld in
houwen, om nie
in 'nen jubelzang
uit te barsten, Dan
1 LaSsN. ifSSJSCiS trek ik m'n eigen
aan m'nen )as' om
nie op m'n haan
den te gaan loo-
pen; dan mot ik
m'n eigen bedwingen, om nie over slooten
en heggen te springen, want dan, amico, as
die reine, die pure lentelucht zoo om oew
henen golfl en cew neusgaten kiedelt, dan
vuulde de koele, deur-en-deur-gezonde locht,
in kouwe teugen deur oew longen trekken en
dan is 't of oew bloed 'n bad krijgt. Dan
vuulde'oew hart mee kloeke, stauvlge kloppen
onder oew boezeroen op en neer gaan en dan
dan zoude potvernolle vergeten da ge de
vijf kruiskes gepasseerd bent. Amico, amieo
't is toch zoo schoon om de natuur wakker
te zien worren! Olleen al as ge 't Oosten uit-
kekt en ge ziet dan aan d'n gezichtendar, aan
d'n horizont de zon al die pèèrse, oranje en
rose dekentjes opzijsehuiven om er dan in
volle glorie uic op te stijgen en die wolkskes
mee goud te overgieten, kek, da's alleen al
van 'n pracht, wa'ar ge mee 'nen open mond
naar staat te gapen tot ie kurkdroog wordt
van d'n mergenwind! En as ze dan hooger
en hooger stijgt, as dan die koilesale gouwen
plaat z'n stralen uit staat te schieten, dat de
tranen uit oew oogen springen, dan krijgde 't
gevuul, da g'as 'n flaauw wefke staat te jan
ken omdat et allemaal toch zoo snotverdik-
koppes mooi is!
En as ze dan nóg wa-d-hooger staat, as
dan d'r eerste stralen pèèrsen gloed geven
aan de vette èèrdeklonters, die te zweeten
leggen van d'n mergendaauw, as ze dan 't
gewas begint te raken mee d'r wèrme straal-
tjes, dan is 't, of die kleine gewaskes, mee 'n
schokske wakker schrikken. Dan knikken ze
mee d'r kopske en dan gaan die kleine, dap
pere blaaikes uitstaan as heele kleine hand
jes om toch maar zooyeul meugelijk van
moeder-zon op te vangen. Dan lééft alles!
De onoogelijkste blommekes laangst de slots-
kaantjes, spreien d'r witte of ge'e kelkske en
d'n druppel daauw die er dan dikkels inleet,
die glinstert as 'nen edelsteen of nog sjuus-
ter, dan zijn die droppels soms net kleine,
heele kleine illectrieke laampkes van 'n ert
3rotte, waar binnenin 'n lichje fonkelt, 't Is
'n wonder!
En as ik dan m'n pspke aansteek, da tus
schen twee hokskes zoo lekker smokt op
oew nuchtere maag in die wije ruimte, zóó
lekker da ge de rook diep inasemt, dan vuul
ik m'n eigen Keizer over al die schatten op
ni'nen grond. Dan slieren mee die rookkron-
kels m'n mijmeringen de hooge locht in, die
zilverig staat te glanzen boven m'nen kop
en dan stap ik in groote passen de akkers
deur, spring over de mol.hoopen, over korte
struiken, fluit 'n liedeke en slaai er nouw en
dan 'n danspaske deurhenen, da 'k wellis
denk: goed da's ze me nouw nie zien!
Dan gooi ik m'n pet in de hogte, die lest in
'nen boom bleef hangen en die 'k veur me
futsoen as 'nen kwajongen na kos klimmen.
En toen me da lukte, toen 'k mee eiken slag
van m'nen beenen en armen 'nen halven
meter omhooggong» toen ben 'k veul hooger
geklommen as m'n pet hong en kon heel m'n
eigendom overzien, tot m'n huis toe, dat daar
as 'n spullegoedje laangst de weg lag, Net
kwam Trui naar buiten, om de blinden veur
de ramen weg te doen en ik kreeg werèndig 't
gevoel of ik as kwajongen in d'n appelboom
van menier pastoor zat en ik hiew m'n asem
in- Want daar he 'k nog steeds 'n errinnering
aan, van die kracht, da-d-ik, as ik er aan
denk, weer 'n kleur krijg op m'n wangen on
der op jn'pep rug
Da zijn zoo van die „beelden uit oew kin
derjaren die ge nooit vergit." Maar genogt,
daar emmen me 't nouw nie over!
Na 'n uurke, amieo, as dan ok alle veugel-
tjes wakker zijn, as die d'r snaveltjes gin
oogenblikske meer stilstaan, as die dan deur
d'n vruugen dag 'n keeltje-n-openzetten of
de locht en de boomen van huillie zijn, as
dan de zon al over 't bosch gaat schijnen, as
ok in den kerkstoren leven begint te komen,
as de ktister staat te luien veur de zes-uren-
mis, dan gaan ik op huis aan. waar Trui ge-
zurgd heet veur 't ontbijt, waar 't perseneel
om de lange tafel ai te schraansen zit en
tg slurpen uit de spoelkommenkoffie en dan
deel ik de dagtaak in. Want, amico, al hè 'k
dan daarbuiten m'nen tijd staan te verdoen
aan 't opkomen van de zon, aan 't klimmen
in boomen, springen over molshoopen, an
de blommekes en de veugeltjes, keb toch ge
nogt gezien wat er allemaal gedaan mot wor
ren op 't laand. Waar gedund mot worren en
waar gewiejd, waar uitgedaan en waar ge
plant, waar de slooten motten gebaggerd en
uitgediept worren veur de beesten, waar
greppel» gegraven veur drenking van 't laand,
enzoovoorts, enzoovoorts, want stil sta-g-et
nooit op 'nen hof van ennige beteekenis.
Gaai ik dan mee d'n gruuntenwagel op
stap, dan wordt alles gedaan onder Trui d'r
opzichters chap, die zeivers 't werk verdeelt
onder 't vrouwvolk veur de stallen, de mel-
kerii en 't vee.
Gaai ik dan over d'n weg, amico, dan
ruulc ik d'n bloesem van de boomen die in
de tuinen en op de erven staan. Dan ruuk
ik d'n meidoorn van de heggen, waar ie in
trossen afhangt as klodders rijstepap en net
zoo zuutig oew neus prikkelt. Dan loop ik
onder 'n dak van blommentrossen die er mee
duuzenden en duuzenden staan in 't nuuwe
schallende kastanje-gruun van de jonge bla
ren aan de steuvige stengels. Dan, dan
amico, dan, as ik in de stad koom, dan koom
ik uit 'nen hemel, waar 't lekker en zacht
was, rijk en schoon en veral, waar 't zoo goed
was om te zijn. Dan loopen dé menschen
daar in de grijze, kouwe straten, mee bleeke,
onuitgeslapen gezichten, sufferig en haas
tig weg en kunde zien, hoe d'n lange, komen
de dag, op hullie drukt as 'n straf. Ze zien
niks van 't feest en de pracht van buiten,
ze zien alleen 'n wijzerplaat mee stekelige
wijzers die veul te dicht bij negen uur staan
entoch nie genogt opschieten naar d'ren
zin. Nimme nie kwalijk, maar da-d-is 'n
helsche straf. Zukke menschen vergeten tel-
lekes da-d-onzen lieveneer onbetaalbare
schatten veur hullie op deus wèreld neer
laat en daarom worren die stadsehe men
sehen dikkels 'hard en stekelig as stekelvèr-
kens. Weten ze precies hoe ver of ze d'r
hoedje af motten zetten veur Jan, Piet of
Klaas, want ze meten da mee heel d'r ge
weten uit naar Jan z'n centen, Piet z'n
baantje en Klaas z'n invloed. Ze zweren bij
'n rijksdaalder, knielen veur 'n zitje op 'nen
kantoorkruk en aanbidden Klaas z'n stem
in d'n gemeenteraad. Maar as ze éénen keer
d'n zonsopgang konden zien mee rustige
oogen, zonder boven die zon 't visioen te
zien schijnen van 'n stinkend, duf kantoor,
as ze éénen keer de natuur wakker zagen
worren en één blommeke mee d'r oogen ver
troetelden, zonder te denken aan de Jan die
méér centen heet as zullie-zelf, kortom, as
ze al die dingen eventjes konden vergeten
veur de geweldige en de glorievolle natuur,
amico, ze zouwen om d'r eigen lachen!
Ze zouwen zien da menier Johannes
Schrapwortel mee al z'n centen en Jieel z>n
kantoor en heel z'n pollitieke-hebben-en-
houwen, oew nog nie zoo verwonderd kon
laten staan as één madelieveke da 's mer
gens z'n kelkske openzet om het eerste zon
nestraaltje te ontvangen en as éénen dauw
drop die 'nen heelen regenboog van kleuren
in z'n koele basje ee zitten!
De menschen zouwen beter worren! Vuu-
jen da-d-et loopen onder 'n vaandel of 'n
schrille vlag, mee gezichten-van-kom-maar-
op, klein kinderwerk is. Ze zouwen om d'r
eigen laehen en d'r geniepige stekeltjes in
trekken!
'n Veurbeeld? Asteblieft.
Van de week ontvong ik 'nen brief mee
vijf heel vrimde postzegels d'r pp. Uit San
tiago, wa volgens onzen schoolmeester, die
k er naar gevraagd eb, heelemaal in 't zui-
ielijkste puntje van Zuid-Amerika leet, in
;ien Staat Sjielie. Daar woont 'nen boer, die
uit de kraant (de Schager-kraant) mijn
brieven leesf, 'nen keieega van me dus, en
dié dpe-d-even 'n boekske-n-open en stort
z'n hart 's uit, over stadsehe menschen. 'k
Wil oew wel zeggen, amico, d'n mensch had
't adres zóó onduidelijk geschreven, da-d-
alleen te lezen was: Dré en Ulvenhout en...
dat d'n brief bij mijn is gekomen laangst de
Bredaséhe kraant, omdat daar ok mijn
briefkes instaan en omdat Breda bij Ulven
hout leet. Da weten ze dus bij de Neder-
laandsche Posterijen en daar mot ik ze toch
wezenlijk 'n plumke veur geven, amico.
Maar genogt, dieë mensch is in Chili
gaan boeren en heet toen, toen et 'm goed
gong, stadsehe fermilie uit Nederlaand laten
komen. Vier maanden heet ie ze op z'n hof
d'n vollen kost gegeven veur niks! Later zijn
ze van èremoei weer truggegaan naar Neder
laand en toen heet ie ze nog 'n paar duuzend
peso gestuurd, da zijn 'n paar duuzend rijks
daalders, amico, en daar zijn die menschen
toen mee boven-Jan gerokt! En nouw?
Nouw dieën nuuwen kameraad van me, daar
in 't verre Chili z'n schopkes op 't droge
heet en naar Nederlaand wil komen, nouw
heet-ie van z'n fermilie 'n briefxe gekregen,
da ze hum nie in d'r kringen Kunnen ont
vangen
Amico, wa zegde daarvan?
Is m'nen kameraad z'non oe.ienmsst neg
nie veul te kostelijk om er die Kringen mee
in d'r deftige, slaperige gezjehten t,e slin
geren? Is dieën eenen Chileenschen boer nie
veul meer wèèrd as al die lui die deftjg zijn
geworren mee zijn peso's? Mee de „kringen"
d'r bij I
En wezenlijk, 't is nie alleen 'nen fermen
vent, 't is ok 'nen zjovialen kérel. „Waarde
Dré", schrijft ie, „ge bent er wel verwon
derd van gewiest dat er zeuven missionaris
sen uit West-Afrika jouw brieven lezen en
oew lest geschreven emmen, maar nouw za'k
oew toch even vertellen, da-ze jouw ok in
den Zuidelijksten staat van Amerika lezen!"
Is da nie vergimmes aarig, amico?
Ja jonk, *t is nie om te geleuven, maaf
buiten de krispedensie die ik uit alle oordej*
van de wèreld teugeswoorig ontvang, mot i*
oew nog vertellen, dat er deuzen zomer 'a
praehtig-mooi boekske zal uitkomen, vol n)e®
ouwe briefkes van mijn! Is da nie om gr0''
sig te worren?
Maar het ginnen vrees, amico, dale da®'
last van krijg, want mijn „kringen", de
madelievekes, en de piesebedden en
botterblommekes, de meidoorns en de kn'1'
nagels, die zijn veul meer gewend as al
d-ander, da stadsehe gedoe. Lot da boeks^
maar komen, mijn best, as de menscbc®
maar nie gaan denken: Dré wor boekeh'
schrijver in plek van boer, want ditte veti
assereer ik oew, anrico, veur gin biebete®®
mee de dikste boeken zeg ik m'nen boereb
stiel ooit vaarwel, 't Goud van de zonh^J
opkomst, verruil ik nie veur 't klaterg°°g
van de menschen en m'nen hof veur
peleis en m'nen goeien bles veur gina
stinkenden Ford.
En toch ben ik er nog nie!
Densdagavond, emmen ze mijn gezeet,
zal er 'nen menier, deur de Radio van a
K. R. O. wa van mijn en m'n briefkes ve\
tellen, 'k Zou er zelf gin kaans veur ?;1
want wa-d-is daar nouw in 's hemelsna®
nog van te vertellen. Maar da 'k luster
zal en allemachtig goed lüsteren, orn
heuren wat dieën grappenmaker te bewer
heet, da geef ik 'm op 'n briefke en a®
dingen zeet die nie waar zijn, om 't nao°'
maken b.v., dan is ie nog nie jarig, &ra
Lüsterde mee? j
't Is Dinsdag. 28 Mei, 's aves na acht^
En denkt er om: nie van de Avro-ma111'^
en nie van de Vara-radejoowen, maar var1
Kro-ters!
Amico, ik schei d'r af. As ik aan
gank blijf, ga-g-et op „geuren" lijken ea"'
aan mijn lijf gin pollenijses!
Veul groeten van Trui, en as alti]-
orke minder van oewen,
toet v0tjfȎ