DE WAERELD ROND TWEEDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT VRIJDAG 31 MEI 1929 BLADZIJDE 4 Mr. George Barker van Wood Green, vierde zijn 86en verjaardag door een afstand van 18 mjjl te wandelen. Hij is reeds 61 jaar getrouwd en booze tongen beweren, dat hij het daarom zoo ver gebracht heeft, omdat hij zoo nu en dan eens een paar dagen op stap is gegaan Wanneer we een prijsvraag zouden uitschrijven: „Kent ge uw eigen stad?", zoudt ge dan weten, dat het Bolwerk zulke mooie plekjes telt? Een kijkje op den Verspronckweg tijdens een mooien, zonnigen dag Be poort te Elswoud, die toegang geeft tot het land van belofte, waar men helaas zonder toestemming nï®* mag binnentreden, „Verboden Toegang" staat er op een bordje, omdat het landgoed particulier bezit >s WAAR REEDS DE ROMEINEN BAADDEN De Romeinen kenden de geneeskundige krachten van het bronwater. Reizen naar badplaatsen waren reeds voor hen niets on gewoons. Dat velen hunner herstel van ge zondheid zochten in de badplaatsen aan den Rijn, blijkt uit de talrijke altaren en offer- munten, die zij uit dankbaarheid aan de Goden wijdden: aan Sirona en Apollo te Wiesbaden, aan Mercurius te Baden-Baden, aan Diana Abnoba te Badenweiler, aan de Fortuna Conservaatrix te Bad Ems. De drie badplaatsen met de warmste bronnen van Midden-Europaa, die reeds door de Romei nen werden bezocht, zijn Aken (Aquae Gra- num), Baden-Baden (Aquae Areliae) en Wiesbaden (Aquae Mattiacorum). Vervol gens kwamen Ems en Badenweiler. Ook te Trier hebben de Romeinen weelderige bad inrichtingen gebouwd. Hun ruïnes maken heden nog een sterken indruk op den toe rist. Bij het bouwen der badinrichtingen in Germanië, dienden de groote openbare bad inrichtingen van Rome gewoonlijk tot model. Zij droegen den naam van „Thermen", zelfs indien zij niet over natuurlijk warm water beschikten. De badinrichtingen bestonden uit verschillende vertrekken. In het „Apody- terium" kleedde men zich uit en aan. In het „Unctuarium" werd het lichaam gewreven met welriekende oliën, zalven en pommaden. In het „Frigidarium" bevond zich het koud- water zwembad. In het „Tepidarium" kon men warme lucht inademen. Het „Calda- rium" bevatte een groot bassin en verschil lende kuipen voor warme baden. In het „Su datorium" en het „Tepidarium" kon men dampbaden nemen en warme droge lucht in ademen. De geheele badinrichting werd ver warmd door een enkelen grooten haard (Praefumium), die in den kelder van 't ge bouw was ondergebracht en met houtskool werd gestookt. Van hier uit verspreidde zich de warme lucht door een laag vertrek, dat onder het geheele gebouw doorliep, om door tegels in de verschillende badkamers door te dringen. Daar waar geen natuurlijk warm water ter beschikking stond werd het water eveneens in den kelder in boven elkaar staande gemetselde ketels verwarmd. In elke nederzetting der Romeinen vindt men ove rigens dergelijke inrichtingen, in kleineren of grooteren vorm, terug. De Romeinen hechten de grootste waarde aan het baden in warm water, damp en warme lucht. In de bassins met koud water dompelde men zich ter ver- frissching na het nemen van een warm bad. Van bijzondere beteekenis waren dienten gevolge voor hen de badplaatsen met warme bronnen en het is te begrijpen, dat zij daarom te Baden-Baden, Wiesbaden en Aken groot- sche badinrichtingen hebben aangelegd. Koud mineraalwater werd voornamelijk gedronken. Overigens hechtten de Romeinen ook groote waarde aan de bronnen, waaruit zü keuken zout konden winnen, zooals die te Wiesbaden en te Homburg. De interessante overblijfselen van Ro- meinsche badinrichtingen vindt men te Baden-Baden en te Badenweiler. Keizer Caracalla had te Baden-Baden twee groote badinrichtingen laten bouwen. De eene was zeer weelderig, de andere eenvoudiger. Te Badenweiler verhief zich een enkel groot ge bouw, met bijzondere afdeelingen voor man nen en vrouwen. Ook Wiesbaden en Aken hebben prachtige badinrichtingen gehad, maar hiervan is niet veel meer overgebleven. Bij opdelvingen heeft men te Wiesbaden de fundamenten van groote bassins met, er om heen, een krans van cabines met en zonder douches, gevonden. Ook koolzuurbaden wer den hier verstrekt. Het bruine slip van net thermale water werd verwqykt tot kleine ballen, die naar Rome werden gezonden, al waar de vrouwen ze gebruikten, om hun ha ren te verven en aldus een zekere gelijkenis met de blonde Germaansche vrouwen te ver krijgen. In de nabijheid van de badinrichtin gen, tempels enz. Een en ander was een na bootsing van de keizerlijke thermen te Rome. De overheersching der Romeinen in Duitschland duurde twee, drie eeuwen. Hun badinrichtingen bleven na nun vertrek be houden en werden nagemaakt. De nieuwe badinrichtingen te Baden-Baden zijn een na bootsing van diegene, die de Romeinen aldaar hadden gebouwd. Hetzelfde geldt voor de baden van Wiesbaden, Aken en Eadenweiler, waar men ook heden in een open en in een gesloten marmeren zwembad het lichaam den weldoenden invloed van het warme bron water laat ondergaan. Ook de cabines ont breken hier niet. De Romeinen zelf hechten hier minder waarde aan, daar zij er van hielden zich in het bad te bewegen en zich te onderhouden. De Duitschers hebben de Romeinsche baden geleidelijk verbeterd en dat ingevoerd, wat de Romeinen niet kenden. Men vindt er thans zalen met medico-mecha- nische toestellen, golf- en tennisbanen, turn- pleinen. Licht- en modderbaden worden overal verstrekt. Het inademen van het gevaporiseerde water is ingevoerd, terwijl thans ook groote beteekenis aan het drinken van bronwater wordt gehecht. Dit geschiedt voornamelijk te Ems. Toeristen komen uit alle landen van de wereld naar de Duitsche badplaatsen ge stroomd en millioenen flesschen bronwater worden naar heinde en ver verzonden. De keizerlijke thermen te Rome waren voornamelijk den gezonden mensch gewijd. Thans staan de badinrichtingen veelal in dienst der zieken. Zij zijn zoo ingericht als de wetenschap dit verlangt. Ems, Wiesbaden, Baden-Baden en Aken bezitten zelfs bijzon dere instituten ter bestudeering der bronnen en hun uitwerkingen. DE SCHATTEN DER DOODE ZEE Eenige jaren geleden reeds heeft George Claude aan verschillende vooraanstaande politici de volgende vraag gesteld: „Wan neer er kans bestond om een groote hoe veelheid goud te vinden, en als men dit goud ter beschikking van Frankrijk zou stellen, mits de Fransche regeering haar hulp ver leende, zou iedere Franschman dan niet ver plicht zijn om de regeering te overtuigen, dat zij zoo iets moest doen?" Het antwoord luidde natuurlijk bevestigend, al schonk men aan de beweringen van George Claude slechts weinig of geen geloof. Hij verklaarde, dat zeewater op elke ku bieke meter water een kubieke centimeter goud bevatte: 't goud der overige zeeën was echter veel te duur in zijn exploitatie en daarom deed men verstandiger om zijn volle aandacht te schenken aan het goud der Doode Zee, daar dit water een veel grooter zoutgehalte heeft. De Doode Zee heeft een oppervlakte van 1000 vierkante kilometer en een inhoud var. 130 millioen kubieke meter. Iedere kubi^Jte meter vertegenwoordigt een waarde van 2 goudfranken: de geheele Doode Zee houdt dus een waarde van 260 millioen goudfranken in haar schoot verborgen. In 15 laar tijd zou men reeds een derde gedeelte ;n exploi tatie kunnen brengen hetgeen dus 'n bedrag beteekent van ruim 80 millioen." George Claude heeft nu een geheel nieuw plan ontworpen om de schatten van de Doode Zee in exploitatie te brengen. Hij wil een konaal aanleggen vanaf de Middel- landsche Zee naar de Doode Zee: zooa's men wellicht weet, is het peil van de Doode Zee 349 M. lager dan de Middellandsche Zee. Daarvoor zullen geweldige kapitalen noo- dig zijn, terwijl ook nog ontzaglijke, nische moeilijkheden opgelost zullen moet worden. pe Het plan van Claude heeft in Enge^, kringen groote opschudding teweeg® bracht. STEENEN DIE DE GEZONDHEID SCHADEN Noodlottige invloed van een dasspeld cte!* Wanneer uwe gezondheid niet zeer is, of wanneer gij aan de beterhand e draag dan geen opalen. Deze zouden gezondheid kunnen benadeelen. Deze verklaring werd gegeven door Rieu Villeneuve die in een ar tike, m „Temps medical" vertelt, dat een Z'J jj vrienden aan den rand van 't graf ges geji heeft, door den noodlottigen invlo.v* van dasspeld, die met opalen versierd v,as. „Ik geloof niet aan de Oostersche le ,,e» de," zoo schrijft de dokter, „dat palen ot\iet luk aanbrengen, maar het lijkt me onmogelijk, dat de electronen nadeel k«n toebrengen aan de menschelijke cellen- ^g De vriend, van wier; ik spreek en speld met ophalen droeg, had en kwe s p aan den rugwervel opgeloopen en la^jlcje ee~ gipsverband. Daar de wond niet nge' genezen en zelfs de wervel geheel aa stoken werd, waren mijne collega's en.. tfe ik van meening, dat het een overgee ziekte was. maar na een onderzoek van bloed en het ruggemerg moesten wü veronderstelling prijsgeven. Wat een echt, heerlijk lente-tooneeltje. De kas tanje-boomen vol bloesem, bekend onder den naam „kaarsjes", het frissche lichtgroene gras en een tuinman, die zorgt voor de kunstmatige regen op bijzonder heete dagen Twee Duitsche oorlogsinvaliden, die samen twee beenen bezitten, zijn een reis door Duitschland begonnen op een motorfiets. Ze zijn reeds van Dresden naar Berlijn getrokken en willen verder doorgaan naar Hamburg, Münster, etc. De Manege-burg nadert haar voltooiing en is in een mooi modern pakje gestoken, waar zij trouwens allang behoefte aan had. De verdere afwerking van het bovendek eischt niet zooveel tijd; het grondwerk is het meest tijdroovende 31 Mei viert de Eerw. Zuster Aloysia (in de we reld mej. Gerrarda Huiberts) haar zil veren Professiefeest in het klooster der Eerw. Zusters Ur- sulinen „St. Jozef gesticht" te Bergen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 8