Brieven uit Frankrijk
VOOR DE HUISKAMER
tweede blad
fcLCK WAT WILS
Voor allen die Sukkelen
NIEUWE HAARLEMSGHE COURANT
ZATERDAG 8 JUNI 1929
BLADZIJDE 1
Nsderl. Mlddenstandsbank
Mijnhardt's Laxeertabletten
SOCIAAL LEVEN
Het Internationaal Arbeids
bureau
Trekjes No. 605
Werkverschaffing te
Barchem
RADIO-NIEUWS
De zakelijke omroep
Beurssensatie
Het „Velodrome d'Hiver" of, zooals het
ëswoonlijk genoemd wordt „Vél'd'Hiv."
zal indien de reclamebiljetten, die op
"et oogenblik de Parijsche muren sieren,
gaarheid spreken binnenkort gasten
Krijgen, die geen andere wielerbaan ver
moedelijk nog ooit gehad heeft.
Men verwacht namelijk de acteurs
*oor een echt stierengevecht, dat men,
j-er gelegenheid van de ten bate dei-
kas der oorlogsblinden op te voeren
°Pera „Carmen" wil doen plaats vinden.
Het doel, steun te verleenen aan hen,
öie in den grooten oorlog hun gezichts
vermogen verloren hebben, is natuurlijk
Z£er nobel, maar het middel, een gevecht
°P leven en dood tusschen menschen en
dieren, is zoo minderwaardig, dat zelfs
het gebruikelijke „Het doel heiligt de
middelen" niet eens toegepast kan wor
den.
Is het feit, dat men het noodig acht
aan Bizet's meesterwerk een attractie
t°e te voegen, reeds weinig respectvol
jegens den grooten componist, het zou
"7 het zeer bijzondere doel in aanmer
king genomen nog te verdedigen zijn
Seweest, indien men slechts iets anders,
iets meer menschelijks, had bedacht om
den Parijzenaars voor te zetten. De voor
zitter van den bond der vereenigingen
tot dierenbescherming heeft dan ook
deer terecht in een schrijven aan de
autoriteiten zijn verontwaardiging geuit
en verwonderd gevraagd hoe men tot
een dergelijk schouwspel toestemming
heeft kunnen verleenen.
En bovendien, zal zoo'n stierengevecht
hu werkelijk zooveel geld in de kas der
oorlogsblinden doen stroomen?
Verleden jaar is er te Vichy eveneens
oen stierengevecht gehouden en wel
Voor hetzelfde doel. Er was een recette
Van zes en twintig duizend francs, wat
heel aardig lijkt, maar na aftrek van
he kosten de toreadors wagen hun
leven niet voor niets en ook de stieren
on. de paarden kosten geld bleef er
hog juist één biljetje van frs. 1000 of wel
honderd gulden over voor de blinden.
Hus...^?
Koewei de radio te Parijs nog lang niet
Soo populair is als in Holland, krijgen
hier imSeptember a.s. toch een inter
nationale tentoonstelling op radio-ge -
hied. „Première Exposition Internatio
nale de la T. S. P. et des industries an
nexes" luidt de officieele naam en ze zal
Sehouden worden in eenige groote zalen
hl het centrum van Parijs.
He organisatoren hebben hun tijd heel
Soed gekozen, want het is eveneens in
September, dat in het beroemde „Grand
Calais" de groote Automobielen-tentoon
stelling „Le Salon de l'Automobile" ge
houden wordt, welke tentoonstelling
jaarlijks duizenden vreemdelingen naar
Urijs lokt.
Men verwacht hier van deze eerste
^dio-tentoonstelling een groot succes,
Vooral bij de fabrikanten, want het is
inderdaad de eerste keer dat de radio
amateurs de verschillende binnen- en
buitenlandsche fabricaties met elkander
zullen kunnen vergelijken. Reeds nu
staat dan ook vast, dat de buitenland
sche deelname zeer belangrijk zal zijn.
Haar men zich in Holland nogal voor
he radio interesseert, zal ik op deze be
langrijke tentoonstelling nader terug
komen.
De buitenmenschen zijn veel gelukki
ger dan de groote-stadsmenschen en het
zijn slechts-de buitenmenschen zelf, die
het met deze waarheid, die overigens
algemeen erkend wordt, niet altijd eens
zijn. Daardoor komt het dan ook, dat
zoo veel buitenmenschen naar de stad
trekken. Eenmaal opgeslokt door de
groote stad, met haar fabrieken, haar
nauwe straten en groote ongezellige hui
zen, haar, week in, week uit, gelijke dag-
indeeling; eenmaal het vrije buitenleven
verwisseld voor het slavenbestaan, dat
de steden haar inwoners tegenwoordig
bieden, komt de landman al spoedig tot
de ontdekking, dat hij het vroeger toch
zoo slecht niet gehad heeft, maar dan
is de boerderij verkocht meestal voor
maar heel weinig -geld, want door den
steeds aanhoudenden trek naar de ste
den is het land tegenwoordig niet veel
meer waard en is het te laat.
En hoewel geen volk zoozeer aan zijn
land gehecht is als het Fransche, is
merkwaardig genoeg in geen land een
zoo sterke trek van het platteland naar
de steden waar te nemen als juist in
Frankrijk.
Schrijvers van naam hebben er op
gewezen, dat dit den ondergang beteekent
van volk en land, de dorpsschoolmees
ters leeren de jeugd, dat de plaats van
den landman achter ploeg en eg is, dat
het zijn plicht is het land te bewerken,
de kranten waarschuwen voor het gevaar
dat de duizenden en duizenden Italiaan-
sche landarbeiders opleveren, maar ster
ker dan dit alles is de aantrekkings
kracht der steden, en zoo neemt hier het
te veel aan arbeiders toe, terwijl men
ginder krachten te kort komt
Hieraan dacht ik onwillekeurig toen
ik, eenige dagen geleden, tot de ontdek
king kwam, dat het groote grasveld bij
Place Constantin Pecqueur en Avenue
Junot, in het hartje van Montmartre,
vrijwel geheel verdwenen is.
Twee jaar geleden was het nog een
uitgestrekte vlakte, begroeid met gras
en hier en daar zelfs met bloemen en
de kinderen uit dit dichtbevolkte stads
gedeelte speelden hier van 's morgens
vroeg tot 's avonds laat en genoten er
van frissche lucht en zon. Verleden jaar
werden er huizen gebouwd, maar het
terrein hoewel aanmerkelijk kleiner
geworden was toch nog uitgestrekt
genoeg om er te spelen en te stoeien en
„het strand", zooals de weinig gewende
Parijzenaartjes de vlakte noemden, had
wel is waar hèel wat vierkante meters
verloren, doch zijn „gasten" behouden.
Eenige maanden later echter, begon
nen de grondwerkers opnieuw te gra
ven, waarna het grootste gedeelte van
het overgebleven terrein afgebakend
werd voor den bouw van eenige groote
huizen.
De arme kinderen, van hun mooie
grasveld verjaagd, trokken zich terug
naar de breede trottoirs, die, daar ze
nog niet bestraat waren, een goede ge
legenheid boden tot het maken van
zandkasteelen en dergelijke. En toen
eenige weken geleden, in groote karren,
mooi droog zand aangevoerd werd, was
alle leed vergeten en de kindertjes van
De tachtigjarige Aug. Lindner tc mid den van de hem toegezonden bloemen
Finsche Volken bonds vrienden in Haarlem
Montmartre voelden zich de gelukkig
sten der stervelingen!
Maareenige dagen later werd het
zand gevolgd door groote straatsteenen
en de vreugde maakte plaats voor onge
rustheid. Het zand hadden ze onmiddel
lijk geaccepteerd als een vriendelijkheid
van de gemeente, maar dat men nu zoo
ver zou gaan om hun bij dat zand ook
nog steenen te geven
En den volgenden dag werd een aan
vang gemaakt met het bestraten der
trottoirs. En iederen dag vordert het
werk en iederen dag wordt het plekje,
waar de kinderen spelen kunnen, klei
ner. Binnenkort zal er geen zand meer
zijn en geen gfas.
De Avenue Junot zal een mooie Avenue
geworden zijn, zooals zoo vele andere,
een mooie avenue, met mooie trottoirs
en een breeden rijweg en de bewoners
van dit gedeelte van Montmartre zijn
verheugd dat ze niet meer verplicht zul
len zijn, om na het geringste regen
buitje door de modder te waden.
Maar de kinderen van deze, aan plant
soenen en tuinen zoo arme stadswijk,
waar zullen die nu een speelgelegenheid
vinden gedurende de warme zomer
dagen?
Stumperdjes eigenlijk, die groote-
stadskinderen
H. de J.
Mgr. Nolens aan het woord
Bij de algemeene beschouwingen over het
rapport van den directeur van het Inter
nationaal Arbeidsbureau, Albert Thomas,
heeft de eerste Nederlandsche regeerïngs-
gedelegeerde, mgr. Nolens, Donderdagmor
gen het woord gevoerd'.
Mgr. Nolens gaf aanvankelijk uiting aan
zijn .waardeering voor het werk van het
bureau en vain den directeur, maar leverde
daarna op verschillende punten critiek. Al
lereerst betreurde Monseigneur Nolens, het
voortdurend toenemende aantal moties, dat
aan de conferentie wordt voorgelegd. Hij
deed een beroep op zijn collega's, zich in
dat opzicht te beperken; het. kan aan de
werkelijke belangrijke resoluties, zooals die
over de werkloosheid, ten goede komen.
Anders gaat de conferentie te veel lijken
op een orgaan, dat steeds maar wenschen
uitspreekt; het doet d'an steeds meer den
ken aan een parlement, en spr. weet niet,
wie bij deze vergelijking zou winnen.
Daarna uitte Mgr. Nolens den wensch,
dat in de commisie van de conferentie
voortaan steeds een bevoegd ambtenaar
aanwezig zou zijn om de vragenlijsten en
ontwerp-conventies, die het bureau opstelt,
te verdedigen, zooals dat reed's het geval is
in de commissie voor den gedwongen ar
beid.
Spr. wees er daarna den directeur van
het Int. Arbeidsbureau op, dat bij het uit
werken van de antwoorden op vragenlijs
ten, d'ie van de regeeringen worden ont
vangen, rekening moet worden gehouden
met de regeeringen, van wie de antwoorden
afkomstig zijn. Ter toelichtin g zeide
Mgr. Nolens, dat het b.v. een groot ver
schil maakt, of een antwoord inzake den
gedwongen arbeid afkomstig is van een
modern geregeerd lana' ais Nederland, waar
de koloniën vokomen als gelijk onderdeel
van het rijk worden beschouwd en waar
Intermezzo I.
hut-6; Woonden 'n 'n klein, heel fatsoenlijk
ze naaiden voor 'n manufacturenzaak.
Wp„ kalf zeven stonden ze op; gingen,
in I géén weer, naar de eerste Mis, deden
n Paar uur de huishoudelijke bezigheden
ch;6tl zaten daarna ieder aan hun trapma-
Jj10 tot etenstijd.
e aar namen ze 'n uur voornooit meer
hooit minder,
tiirihegon t' werk opnieuw, tot 't hoog
Werd, om er mee uit te scheiden.
ot e aten 'n boterhammetje, lazen de krant
na „den nog iets voor zichzelfen gingen
£r bed.
Ijj^ e Waren niet mooi en ze waren niet lee-
Vog5.. konder dertig zijnen ze konden
hiaken Zi~'ndat kon geen mensch uit"
V-jv 'hbhgen beweerden, dat Coba de oudste
jarhhderen hielden vol, dat Geertje 't in
Hom Van haar zuster wonen 'n bee
tje menschen versleten Coba voor Geer-
Wa' eh Geertje voor Coba'n tweeling
eer' et niet, al dacht iedereen zulks op 't
e gezicht.
't namen werden weinig genoemd
jlas altijd: „de meisjes van Munders."
Vet an zag er nooit één op straat, voor zoo-
fttpH dan °P straat kwamen
War, eenvoudige, vriendelijke wezentjes
Wat^h 't, die zich weinig of niet inlieten met
\Ur rondom hen leefde.
Orcjn ar ze dan trouwens gezien hun dag-
ook geen tijd voor hadden.
Tweemaal in de week gingen ze bij de
groote manufacturenzaak hun werk afleve
ren, deden meteen 'n paar boodschappen en
voor de rest geen nieuws.
't Kan twaalf jaar achter elkaar zoo ge
gaan zijnen ook twintigdaar let
geen sterveling op.
Tot er iets gebeuren moest.
't Werd minder met 't naaiwerk. Ze kon
den het niet meer bolwerken tegen de groote
confeetie-fabrieken, die met hun vernuftig'
geconstrueerde machines de goederen veel
goedkooper konden afleveren.
't Gedaalde inkomsten-cijfer, dat maar
juist genoeg was voor hun tweetjes, om net
jes voor den dag te kunnen komen, moest
noodzakelijk weer op peil worden gebracht.
Na lang wikken en wegen kwam een hun
ner op 't idee, iemand in dé kost te nemen....
'n juffrouw, 'n dame, desnoods 'n heer
Wat hadden ze eigenlijk aan die twee kamer
tjes boven? Ze deden er niks mee, en gele
genheid om er op je gemak te gaan zitten,
hadden ze misschien twee of driemaal per
jaar.
Ze brachten samen de advertentie naar de
krantkregen 'n meer dan behoorlijk
stapeltje brieven.
Voorloopig lieten ze drie reflectanten ko
mentwee dames en een heer.
De eerste dame vond de kamertjes te klein
en de tweede verlangde lagelijks te eten wat
ze zelf verkoosen dat was hun bedoe
ling niet.
Bleef derhalve enkel de meneer over.
'n Wat bedeesde jongeman was dat, die
zich voorstelde als Willem Bolting, klerk aan
de Hollandsche Spoor. Hij was beleefd, vrien
delijk. meegaand en sprak weinigvond
alles goed en gaf verschillende betrouwbare
adressen op, waar naar hem geïnformeerd
kon wordenDat zouden .:e doen en hem
zoo spoedig mogelijk bericht sturen.
Toen-ie weg was. keken „de meisjes va#
Munders" elkaar aan. h
En knikten.
,,'n Net persoon om zoo te zien," sprak
Coba.
„Jabeaamde Geertje „dege
lijk'11 beetje stil misschienik schat
'm 'n endje in de dertig't lijkt me 'n
heel fatsoenlijk mensch't is beter dan
zoo'n jong broekienet iemand, die wij
moeten hebbenafijn, eerst maar es af
wachtenwant we moeten voor alle ze
kerheid toch maar 'n paar van die adressen
aanschrijven."
De eerste van de maand kwam Willem
Bolting.
En alles ging van weerskanten zeer naar
genoegen.
Hij maakte geen aanmerkingen, liet alles
aan de dames over, at niet veel. ging nooit
naar 'n koffiehuis, was ordelijk, betaalde
stipt op de dag dat ie z'n salaris ontving,
deed trouw z'n godsdienstplichten en kon
's avonds, toen ie eenmaal wat gewend was,
soms 'n heel prettig uurtje komen praten ais
ie wist, dat ze klaar waren. Vrij of uitbundig
werd ie niet't ging alles even beleefd,
bedaard en behoorlijk.
Hij was 'n wees.
Dat waren zij ook.
Hü had héél weinig familie en deed geen
moeite vrienden of kennissen te krijgen.
Met „de meisjes van Munders" was dat
precies zoo.
En dat maakte het samenzijn nog 'n bee
tje anders, dan gewoonlijk 't geval is in der
gelijke omstandigheden.
Zoo leefden ze dan kalmpjes voort als '11
familie-overschot van twee ongetrouwde
zusters met 'n broer.
Tot Coba ging merken, dat meneer Bolting
'n beetje veranderde.
Onrustiger werd ieleek nu en dan
erg verstrooidwas soms dagen achtereen
bepaald stil en afgetrokken, om dan weer
Ineens over te hellen naar 't geforceerd
vroolijkedan zong ie, op zijn manier,
't hoogste lied uit, bewees de dames, vooral
niet meer van inlanders wordt gesproken,
maar van onderdanen van één en hetzelf
de rijk, dan wel van een regeering, die bij
het vraagstuk van den gedwongen arbeid
totaal geen belang heeft, zooals Zwitser
land of Luxemburg.
Mgr. Nolens wees daarna den directeur
van het Arbeidsbureau en den beheers
raad op het gevaar van een te uitgebreide
agenda voor de conferenties. Hij vreest.dat
de kwaliteit van het werk op die wijze zal
lijden, aangezien de regeeringen nog wel
wat anders te doen hebben en de gedele
geerden onmogelijk van alles op de hoogte
kunnen blijven. De regeermgen moeten o.a.
hun aandacht bepalen bij de belastinghef
fing, en in den tegenwoordigen tijd moet
hun streven vooral gericht zijn op afschaf
fing der belastingen-
Vervolgens drong Mgr. Nolens aan op
spoedige ratificatie van het amendement
op art. 193 van het Verdrag van Sersailles,
dat door den Beheersraad is aangenomen
en dat betrekking heeft op de uitbreiding
van het aantal leden van den Beheersraad
van de Int. Arbeidsorganisatie van 24 tot
46. Hij deed! met name een beroep op de
regeermgen var* Venezuela en Italië om
hun ratificatie-oorkonden zoo spoedig mo
gelijk te deponeeren.
Werkloozen en kermis.
Donderdagmorgen verklaarden de werk
loozen, aan den arbeid gezet vanwege de
gemeente Deventer te Barchem, dat zij we
gens den kermis-Donderdag niet langer dan
tot 's middags twee uur aan het werk wil
den blijven. De opzichter van het werk
stelde zich onmiddellijk in verbinding met
het gemeentebestuur en vernam, dat de
commissie voor de werkloosheid reeds be
sloten had, op dezen dag niet vroeger vrij
te geven, omdat de kermJs-Donderdag toch
waarlijk geen reden mocht zijn om juist dit
werk vroeger te laten ophouden. Niettemin
werd toch nog eenige tegemoetkoming ge
geven.
Tegen het gevallen besluit in werd verlof
verleend, dat de autobus, welke voor de ge
meente de werkloozen naar. en van het
werk brengt, te vier uur uit Berchem
moest gaan. Dat was evenwel den wrekloo-
zen ook niet naar den zin. Zij gingen on
der'een boom liggen en vertrokken met de
eerstkomende tram voor eigen rekening
naar Deventer. Het gevolg .was, dat heden
geen verlof werd gegeven tteer aan het
werk te gaan. Op advies van den rijksin
specteur heeft de regeeringbericht, dat
de werkverschaffing te Barchem voorloopig
zal worden stopgezet.
„Het Volk" heeft vernomen, dat het
Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en
Telefonie voornemens zot. zijn, om de enkele
lange golflengte, die Nederland in de toe
komst voor den omroep zal bezitten, te ge
bruiken voor den „Zakelijken Omroep." Dat
zou beteekenen, zegt het biac!, dat op den
dag geen amusements- of cultureel-, om
roep uitzendingen meer zouden kunnen
plaats vinden, omdat het persbureau Vaz
Dias en de effectenbeurs, die van den
•cantocu aarlem
fsj aSS^UPLEIN TELEFOON i 'Hl
AAN- EN VERKOOP EFFECTEN
COUPONS
Coba, allerlei kleine diensten en trakteerde
op '11 extra toetje.
En wat Coba van d'r eigen nou weer gek
vond: ze sprak er niet met Geertje over
en Geertjedie scheen 't zoo erg niet te
merkendie deed stil haai werk,
't Werd lastig voor Cobaze wist niet
hoe ze zich moest houden bij die rare onge
durigheid van meneer Boltingze prakki-
zeorde er overook 's nachtsEn dan
werd 't haar vreemdze had nog nooit
zooiets bij de hand^gehadzou 't werke
lijk kunnen wezen, dat ie
Gewoon afwachten maar, zei ze telkens tot
'r eigen 't Zou wel weer veranderen.
Maar 't bleef.
En dat „zooiets" bij Coba bleef ook.
Ze nam iemand in vertrouwenen die
iemand was niet Geertje.
Dat durfde ze nietom 'n heel onaan
genaam visioen.
Die iemand zei haar: „Misschien is ie ver
liefd op je."
Coba schrok 'r niet eens zoo erg van
maar vroeg direct: „Enals dat waar
isen hij vraagt memag 'k dan toe
stemmen en Geertje alleen achterlaten?
„Vertel me eerst es" vroeg de „iemand",
'n brave vrouw met veel levenservaring
„hou jij ook van hém?"
„Ikzou.als ie me vroeg
Juist, dan zou je hart geen „nee" willen
zeggenEn dan mag je t ook niet doen.
't Zal heel vreemd zijn voor Geertje, vooral
in 't beginmaar daar moet je niet te
zwaar over denkendat zijn kwesties, die
we heelemaal aan de Voorzienigheid moeten
overlatende liefde heeft in zulke ge
vallen de hoogste rechtenen Geertje is
te écht je zuster, om 't te willen tegenhou
den."
Op 'n Zondagmiddag, toen meneer Bolting
Geertje om taartjes had weggestuurden
raar liep te draaienen drie maal z'n
neus snooten vier maal opstond en weer
't hebbenteen dacht Coba: „Nou zal je
„Zakelijken Omroep" gebruik maken, bijna
den geheelen dag 'rozetten.
Bij informatie te bevoegder plaatsen is
ons gebleken, schrijft de Msb., dat „Het
Volk" ten deze geheel onjuist is ingelicht en
dat er geen sprake van zal zijn, dat de
„Zakelijke Omroep" beslag zal leggen op de
ons toegewezen lange golf. Ook de korte
golf loopt geen gevaar.
De P. T. T. wil niet alleen maar moet
volgens de conferentie van Washington met
den „Zakelijken Omroep" uit het amuse
ments- en cultureele omroepgebied ver
dwijnen. Dit omroepgebied ligt tusschen
1340 en 1875 meter, waarbinnen ook Neder
land zijn lange golf heeft gekregen. Zooals
men weet zijn ons door de conferentie van
Praag 1875 M. voor lage en 298 meter voor
de korte golf toegewezen.
Voor den „Zakelijken Omroep" heeft
Praag per 1 Januari a.s. de golflengte van
1071 meter beschikbaar gesteld, zoodat de
cultureele en amusementsomroep daarvan
in het geheel geen overlast zal hebben.
met Verstoppingen of moeilijken, tragen
en onregelmatigen Stoelgang zijn
onmisbaar. Werken vlug zonder kramp
of pijn. Bij Apothekers en Drogisten.
Doos 60 et
Nu heeft weliswaar een in aanbouw
zijnd Noorseh station de beschikking gekre
gen over een golflengte van 1072 meter,
maar daarvan behoeft de Nederlandsche
„Zakelijke Omroep" niets te vreezen. Dit
station ligt namelijk in het hooge Noorden
en is geheel door bergen ingesloten. Mocht
men er hier desondanks toch nog storing
van ondervinden, dan zal dit station zijn
energie moeten verminderen, want alleen
op deze voorwaarde is aan Noorwegen deze
voor den „Zakelijken Omroep" aangewezen
golflengte toegestaan.
Er is eens een groot dichter geweest, die
op een wandeling door rijk beladen koren
velden in stille bewondering voor een land
bouwer bleef staan, zijn potlood en papier
voor den dag haalde en dichtte:
„De beste menschen, die men vijndt,
Zijn zij, die de zon op 't veld beschijnt!"
Voldaan keerde de uitverkoren zoon der
Muzen naar huis, stuurde zijn kort, maar
krachtig gedicht naar een groot dagblad en
verrichtte daarmede de slechtste daad,
die hij in geheel zijn lange leven ooit ge
daan had. Een commissionnair in effecten
las het product van ware dichtkunst, wreef'
zich vergenoegd de handen, trok zijn Zon-
dagsche pak aan en vertrok weldra naar
het station, met een tevreden lach om zijn
kaken en een dikken gouden ketting op zijn
kogelrond DUikje!
Vergeef me lezer, dat ik ditmaal aan mijn
verhaal een proloog moet doen vooraf gaan.
Wat nu volgt is historisch:
Boer Peutersma boerde flink met z'n var
kens. Hoe alles zoo mooi gegaan was, be
greep hij zelf niet, eerst had hij, jaien
geleden, één varken gekocht, een mooi ge
vormd mannetjes-varken, toen volgde wel
dra een tweede, ditmaal een zeug en ver
derhad hij de beide beesten aan hun
lot overgelaten met een verbluffend resul
taat. De veestapel groeide ziénderoogen aan,
kleine varkentjes werden groote varkentjes,
vijf geruilde varkens verdubbelden in min
der dan geen tijden boer Peutersma
lachte in zijn vuistje.
Het varkensvet maakte aldra plaats voor
een serie „roode ruggen", de eerste grond
slagen voor kapitaalvorming waren gelegd,
een zekere welgesteldheid was in het een
voudige boerenhuisje van Peutersma héél
langzaam binnengeslopen. Zooals het meer
gaat, met het geld kwamen de zorgen. Wat
moest er nu met die rooie ruggen gebeuren?
Op een bank plaatsen? „Geen sprake van;
nogal een mooie tijd tegenwoordig", beaam
de vrouw Peutersma heel verstandig. En
ze wees op een groot krantenbericht, waarin
vermeld stond, dat er weer een provinciaal
bankje op de flescli was. 'n Bank was goed
voor zakenmenschen, die dan veel, dan
weinig geld hebben, maar voor 'n eenvou-
digen boerNachten hadden ze er niet
van geslapen, uren spraken ze er over en
hoe grooter het kapitaal werd, hoe grooter
de zorgen. De traditio'neele ouwe sok baadde
zich .intusschen in een ongekenden rijkdom
en rustte zacht in den aschbak van n oude
potkachel op zolder. Eiken dag werd de
inhoud geïnspecteerd; lijkbleek werd de
eigenaar, wanneer hij in zijn overspannen
zenuwtoestand twee duizendjes op elkaar
telde. Op een inooien zomermorgen stond
boer Peutersma met welgevallen te Kijken
naar zijn bekroonde varkensbeesten, die
welig in de modder baadden van een
schoon gemaakten beerput. Hij rookte z'n
steenen pijpje, duwde z'n boevenpet dieper
in z'n hoofd om de zon uit z'n oogen te
bannen, rammelde met twee verdwaalde
rijksdaalders, die van een armoedig in een
rijk milieu verhuisd waren.
Het hek, dat zijn erf afsloot, piepte m de
scharnieren; een deftig heer liep vomzich
tig het smalle modderpad op, dat naar het
huis leidde. Peutersma schrok op uit zijn
varkens-mijmeringen, keek achterdochtig
naar den vreemden stadsheer. Deze kwam
met uitgestoken hand op hem toe, schudde
joviaal met zijn aristocraten-hoofd en begon
aanstond te praten, of hij boer Peutersma
jaren kende.
„Nee maar, kerel, wat woon jij hier pvacn-
tig. En wat een wondermooie collectie
beesten. Kan je me even ontvangen, 't is
in je voordeel
En vóór boer Peutersma tot het ware besef
Kwam, wat er eigenlijk gebeurde, zat hij
met den vreemden bezoeker in de huis-
kciniGr.
Z'n vrouw, overigens voor geen kleintje
vervaard, werd eveneens door den woorden
vloed overmeesterdde koffie kwam op
tafel .daarnaast de actentasch van mijn-
't hebbennou gaat ie me vragenen
ze boog zich dieper over 't boek, dat ze te
lezen zat. ,,rniD«,
„Juffrouw Coba- begon Willem
Bolting, resoluter dan ie zelf had durven
denken „ik heb u iets te vragen... 't is n
teere kwestieik loop 'r ai weken mee
rond
„Zoo, meneer? En moet ik daar.......
ja ja't betreft uof liever
kjjlt u cs't is voor 't eerst van m'n le
venen ik ben onhandig van mezelf
dat weet umaarik heb idee om te
trouwenen ik geloof zeker, dat uw
zuster 'n heele goeie vrouw voor me zou we
zenmaar
Coba werd wit als de bladen van haar
boeken geschrokken hield Bolting op
met praten. Coba probeerde iets te zeggen,
maar ze voelde, dat 't geluid zooiets als n
kreun moest worden
„Ja" zei Willem, toen Coba knikte, alsof
ze wilde zeggen: zoo, zoo, is dat 't? „Ik
zie, dat 't u even aangrijpt... en dat is dan
ook de reden van m'n lange aarzelingik
ik dacht natuurlijk ook aan ukijk......
u is verstandig genoeg, im te begrijpen, dat
we dan niet met zn' drieën kunnen blij
venwe zouden wel heei mooie plan
netjes kunnen maken, met allerlei voorne
mens en goeie bedoelingenmaar in de
praktijk
„U heeft volkomen gelijk, meneer Bol
ting" viel Coba hem zacht in de rede
„daar komen vroeg of 'aat onaangenaam
heden uit voorten als u net Geertje wil
trouwen, maak u dan over .nij absoluut niet
bezorgdik bente échthaar zus
terzoo hóórt 't immersom 't te wil
len tegenhoudenikik red me wel."
„Dat is heel mooi van uik dank u
en als 't zoover komtdan is u altijd van
harte welkomMaarnou de tweede
kwestieik weet niet zoo juist hoe 'k dat
moet aanpakkenen eigenlijk Is 't nog de
vraag, of Geertjeehof juffrouw
Geertje me zal willenik heb me nog niet
heer. Lang, heel lang werd er gepraat, over
het groote onderwerp, de kapitaal-belegging.
De deftige stadsheer had een lezing van
ruim 3 kwartier afgestoken over het begrip
„effecten", eerst vonden zijn woorden geen
geloof, maar langzamerhand werd het boer
Peutersma duidelijk: hier was geld met
geld te verdienen, op een manier, die andere
stomme boeren natuurlijk niet direct zouden
kunnen snappen, maar hij als gedecoreerde
varkensbezitter maar al te goed. Zijn vrouw
was na een kwartier reeds boos weggeloo-
pen. Voorzichtig was ze naar den zolder ge
klommen, om de kous met het geld in
veiligheid te brengen.
Peutersma was echter de baas, hij besloot
10.000 Amerikaansche sporen te koopen en
daarmee was het uit, onherroepelijk uit. De
effecten-mijnheer kwam na eenige dagen de
stukken brengen, het geld verdween van de
oude, wollen sok in een zachte peau-de-
suède-portefeuille en de beurs speelde haar
grillig spel. De koers van de stukken zakte
van 150 tot 138, maar dat gaf niets, want
vandaag of morgen zou de voorspelde rijzing
tot plotseling de wereld verbazen.
Boer Geldering, die een boerderijtje bezat,
ongeveer een kwartier van het huis van
Peutersma vandaan, varwachtte den var
kensmagnaat op bezoek. Ze zouden naar de
nieuwe radio luisteren, van de muziek ge
nieten en van het wijze woord uit de groote
stad. De Radio schetterde een stevigen mili
tairen marsch door het kleine huiskamertje,
toen boer Peutersma met vrouw naar binnen
stapte. Aan de bewondering voor het instru
ment kwam geen einde. Alles, beweerde Gel
dering, alles kan je er mee hooren, zelfs de
varkensmarkt! Deze woorden joegen een
pijnlijken schok door het lichaam van den
varkensmagnaat.
„AUes?" mompelde hij. „Alles? Dus ook de
effectenbeurs?"
„Dat tref je," jubelde Geldering enthou
siast, „over vijf minuten krijgen we Am
sterdam, met de laatste koersen."
Even een gekraak, een gefluit, dan
Hallo, hallo, hier openingskoersen van de
New-Yorksche Effectenbeurs: New-York City
Railway 246, Ontario
Het was te veel geweest. Dat waren z ij n
stukken, dat waren zijn sporen
New-York City Railwayals een idioot
danste hij in de rondte, even later begeleid
door zijn vrouw, die tot schreiens toe was
bewogen.
Er werd dien avond meer dan passelijk
gegeten en gedronken.
Becijferingen werden gemaakt, varkens-
begrootingen ontworpen.
Drie dagen gingen voorbij, de effecten
mijnheer liet nog steeds niets van zich hoo
ren. Op aanraden van zijn vrouw, schreef
boer Peutersma een brief naar Amsterdam,
met de vraag of de stukken al verkocht wa
ren. Den volgenden dag ontving hij een keu
rig getypt briefje van den volgenden
inhoud
„Mijnheer, wij begrijpen niet, hoe u aan
een Koers van 246 voor New-York City
Railway bent gekomen. De werkelijke koers
is momenteel 98, doch wü verwachten nog
steeds een spoedige rijzing
Het volgende oogenblik is onbeschrijfelijk.
Twee en vijftig punten gezakt, inplaats van
106 gestegen, dat scheelde maar eventjes
ruim vijftien duizend gulden
En uur later zat boer Peutersma bij den
burgemeester, vertelde het geval van den
radio-kors, die bedriegelijk 246 gemeld had.
De goede burgervader, lachte heel fijntjes,
zocht een papier op, waarop veel cijfers
stonden en zei „door de radio worden code-
cijfers opgegeven, dat is, omdat niet iedereen
de koersen weten mag. Als je nu betaald
hebt, krijg je een lijstje en aan de hand
daarvan kan je de getallen herleiden. Het
nummer 246 geeft een koers aan van 98 pet.,
dat klopte precies."
„Code", mompelde boer Peutersma, „laat
ze naar de maan loopen met d'r stadsche ge
leerdheid. Code? Geef mij maar verkens
burgemeester!"
W. v. W.
uitgesproken tegenover haar...... en ik ben
niet de persoon, omnou ja, u begrijpt
•fc misschien alik had u willen vragen
of u Geejuffrouw Geertje es zou willen
polsenen dan
„Ik zal 't doen, meneer Bolting...... en
directwant u is daar natuurlijk erg
benieuwd naar
Ze lachteen hij lachte verlegen
meeen vermoedde geen moment, dat
héér lachje net bijtijds ophield, om niets te
verraden.
Juist toen le boven was kwam Geertje met
de taartjes binnen.
En Cóba begon meteen maardan was
alles Ineens voorbij.
„Geertjeikmoet je wat vragen,
meidheb je misschien gemerkt, dat
meneer Bolting 'n oogje op je heeft?"
Geertje werd vuurrood
Toen stamelde ze„Jajaik heb
wel es „zooiets" meenen teheeft ie wat
gezegd?"
„Jaof ik je 's wou polsen
„En jij? God, kindhoe moet 't dan
met jou? Ikik heb 'r eigenlijk nooit
over durven praten, omdat jij danjij
dan......"
„Hou je van 'm?" nam Coba Geertjes
hoofd tusschen haar handen.
„Ja" huilde Geertje „jamaar
„Niks te maren, zusde liefde
heeftin zulke gevallende hoogste
rechten
Ze liep de gang in en riep aan de trap:
„Meneer Bolting! De taartjes zijn d'r! Komt
u beneden?"
Toen holde ze naar de keukenen bleef
daar, in 'n hoekje, staan huilentot bin
nen 't voornaamste gebeurd was.
G. N.