Brieven uit Frankrijk VOOR DE HUISKAMER tweede blad fcLCK WAT WILS Voor allen die Sukkelen NIEUWE HAARLEMSGHE COURANT ZATERDAG 8 JUNI 1929 BLADZIJDE 1 Nsderl. Mlddenstandsbank Mijnhardt's Laxeertabletten SOCIAAL LEVEN Het Internationaal Arbeids bureau Trekjes No. 605 Werkverschaffing te Barchem RADIO-NIEUWS De zakelijke omroep Beurssensatie Het „Velodrome d'Hiver" of, zooals het ëswoonlijk genoemd wordt „Vél'd'Hiv." zal indien de reclamebiljetten, die op "et oogenblik de Parijsche muren sieren, gaarheid spreken binnenkort gasten Krijgen, die geen andere wielerbaan ver moedelijk nog ooit gehad heeft. Men verwacht namelijk de acteurs *oor een echt stierengevecht, dat men, j-er gelegenheid van de ten bate dei- kas der oorlogsblinden op te voeren °Pera „Carmen" wil doen plaats vinden. Het doel, steun te verleenen aan hen, öie in den grooten oorlog hun gezichts vermogen verloren hebben, is natuurlijk Z£er nobel, maar het middel, een gevecht °P leven en dood tusschen menschen en dieren, is zoo minderwaardig, dat zelfs het gebruikelijke „Het doel heiligt de middelen" niet eens toegepast kan wor den. Is het feit, dat men het noodig acht aan Bizet's meesterwerk een attractie t°e te voegen, reeds weinig respectvol jegens den grooten componist, het zou "7 het zeer bijzondere doel in aanmer king genomen nog te verdedigen zijn Seweest, indien men slechts iets anders, iets meer menschelijks, had bedacht om den Parijzenaars voor te zetten. De voor zitter van den bond der vereenigingen tot dierenbescherming heeft dan ook deer terecht in een schrijven aan de autoriteiten zijn verontwaardiging geuit en verwonderd gevraagd hoe men tot een dergelijk schouwspel toestemming heeft kunnen verleenen. En bovendien, zal zoo'n stierengevecht hu werkelijk zooveel geld in de kas der oorlogsblinden doen stroomen? Verleden jaar is er te Vichy eveneens oen stierengevecht gehouden en wel Voor hetzelfde doel. Er was een recette Van zes en twintig duizend francs, wat heel aardig lijkt, maar na aftrek van he kosten de toreadors wagen hun leven niet voor niets en ook de stieren on. de paarden kosten geld bleef er hog juist één biljetje van frs. 1000 of wel honderd gulden over voor de blinden. Hus...^? Koewei de radio te Parijs nog lang niet Soo populair is als in Holland, krijgen hier imSeptember a.s. toch een inter nationale tentoonstelling op radio-ge - hied. „Première Exposition Internatio nale de la T. S. P. et des industries an nexes" luidt de officieele naam en ze zal Sehouden worden in eenige groote zalen hl het centrum van Parijs. He organisatoren hebben hun tijd heel Soed gekozen, want het is eveneens in September, dat in het beroemde „Grand Calais" de groote Automobielen-tentoon stelling „Le Salon de l'Automobile" ge houden wordt, welke tentoonstelling jaarlijks duizenden vreemdelingen naar Urijs lokt. Men verwacht hier van deze eerste ^dio-tentoonstelling een groot succes, Vooral bij de fabrikanten, want het is inderdaad de eerste keer dat de radio amateurs de verschillende binnen- en buitenlandsche fabricaties met elkander zullen kunnen vergelijken. Reeds nu staat dan ook vast, dat de buitenland sche deelname zeer belangrijk zal zijn. Haar men zich in Holland nogal voor he radio interesseert, zal ik op deze be langrijke tentoonstelling nader terug komen. De buitenmenschen zijn veel gelukki ger dan de groote-stadsmenschen en het zijn slechts-de buitenmenschen zelf, die het met deze waarheid, die overigens algemeen erkend wordt, niet altijd eens zijn. Daardoor komt het dan ook, dat zoo veel buitenmenschen naar de stad trekken. Eenmaal opgeslokt door de groote stad, met haar fabrieken, haar nauwe straten en groote ongezellige hui zen, haar, week in, week uit, gelijke dag- indeeling; eenmaal het vrije buitenleven verwisseld voor het slavenbestaan, dat de steden haar inwoners tegenwoordig bieden, komt de landman al spoedig tot de ontdekking, dat hij het vroeger toch zoo slecht niet gehad heeft, maar dan is de boerderij verkocht meestal voor maar heel weinig -geld, want door den steeds aanhoudenden trek naar de ste den is het land tegenwoordig niet veel meer waard en is het te laat. En hoewel geen volk zoozeer aan zijn land gehecht is als het Fransche, is merkwaardig genoeg in geen land een zoo sterke trek van het platteland naar de steden waar te nemen als juist in Frankrijk. Schrijvers van naam hebben er op gewezen, dat dit den ondergang beteekent van volk en land, de dorpsschoolmees ters leeren de jeugd, dat de plaats van den landman achter ploeg en eg is, dat het zijn plicht is het land te bewerken, de kranten waarschuwen voor het gevaar dat de duizenden en duizenden Italiaan- sche landarbeiders opleveren, maar ster ker dan dit alles is de aantrekkings kracht der steden, en zoo neemt hier het te veel aan arbeiders toe, terwijl men ginder krachten te kort komt Hieraan dacht ik onwillekeurig toen ik, eenige dagen geleden, tot de ontdek king kwam, dat het groote grasveld bij Place Constantin Pecqueur en Avenue Junot, in het hartje van Montmartre, vrijwel geheel verdwenen is. Twee jaar geleden was het nog een uitgestrekte vlakte, begroeid met gras en hier en daar zelfs met bloemen en de kinderen uit dit dichtbevolkte stads gedeelte speelden hier van 's morgens vroeg tot 's avonds laat en genoten er van frissche lucht en zon. Verleden jaar werden er huizen gebouwd, maar het terrein hoewel aanmerkelijk kleiner geworden was toch nog uitgestrekt genoeg om er te spelen en te stoeien en „het strand", zooals de weinig gewende Parijzenaartjes de vlakte noemden, had wel is waar hèel wat vierkante meters verloren, doch zijn „gasten" behouden. Eenige maanden later echter, begon nen de grondwerkers opnieuw te gra ven, waarna het grootste gedeelte van het overgebleven terrein afgebakend werd voor den bouw van eenige groote huizen. De arme kinderen, van hun mooie grasveld verjaagd, trokken zich terug naar de breede trottoirs, die, daar ze nog niet bestraat waren, een goede ge legenheid boden tot het maken van zandkasteelen en dergelijke. En toen eenige weken geleden, in groote karren, mooi droog zand aangevoerd werd, was alle leed vergeten en de kindertjes van De tachtigjarige Aug. Lindner tc mid den van de hem toegezonden bloemen Finsche Volken bonds vrienden in Haarlem Montmartre voelden zich de gelukkig sten der stervelingen! Maareenige dagen later werd het zand gevolgd door groote straatsteenen en de vreugde maakte plaats voor onge rustheid. Het zand hadden ze onmiddel lijk geaccepteerd als een vriendelijkheid van de gemeente, maar dat men nu zoo ver zou gaan om hun bij dat zand ook nog steenen te geven En den volgenden dag werd een aan vang gemaakt met het bestraten der trottoirs. En iederen dag vordert het werk en iederen dag wordt het plekje, waar de kinderen spelen kunnen, klei ner. Binnenkort zal er geen zand meer zijn en geen gfas. De Avenue Junot zal een mooie Avenue geworden zijn, zooals zoo vele andere, een mooie avenue, met mooie trottoirs en een breeden rijweg en de bewoners van dit gedeelte van Montmartre zijn verheugd dat ze niet meer verplicht zul len zijn, om na het geringste regen buitje door de modder te waden. Maar de kinderen van deze, aan plant soenen en tuinen zoo arme stadswijk, waar zullen die nu een speelgelegenheid vinden gedurende de warme zomer dagen? Stumperdjes eigenlijk, die groote- stadskinderen H. de J. Mgr. Nolens aan het woord Bij de algemeene beschouwingen over het rapport van den directeur van het Inter nationaal Arbeidsbureau, Albert Thomas, heeft de eerste Nederlandsche regeerïngs- gedelegeerde, mgr. Nolens, Donderdagmor gen het woord gevoerd'. Mgr. Nolens gaf aanvankelijk uiting aan zijn .waardeering voor het werk van het bureau en vain den directeur, maar leverde daarna op verschillende punten critiek. Al lereerst betreurde Monseigneur Nolens, het voortdurend toenemende aantal moties, dat aan de conferentie wordt voorgelegd. Hij deed een beroep op zijn collega's, zich in dat opzicht te beperken; het. kan aan de werkelijke belangrijke resoluties, zooals die over de werkloosheid, ten goede komen. Anders gaat de conferentie te veel lijken op een orgaan, dat steeds maar wenschen uitspreekt; het doet d'an steeds meer den ken aan een parlement, en spr. weet niet, wie bij deze vergelijking zou winnen. Daarna uitte Mgr. Nolens den wensch, dat in de commisie van de conferentie voortaan steeds een bevoegd ambtenaar aanwezig zou zijn om de vragenlijsten en ontwerp-conventies, die het bureau opstelt, te verdedigen, zooals dat reed's het geval is in de commissie voor den gedwongen ar beid. Spr. wees er daarna den directeur van het Int. Arbeidsbureau op, dat bij het uit werken van de antwoorden op vragenlijs ten, d'ie van de regeeringen worden ont vangen, rekening moet worden gehouden met de regeeringen, van wie de antwoorden afkomstig zijn. Ter toelichtin g zeide Mgr. Nolens, dat het b.v. een groot ver schil maakt, of een antwoord inzake den gedwongen arbeid afkomstig is van een modern geregeerd lana' ais Nederland, waar de koloniën vokomen als gelijk onderdeel van het rijk worden beschouwd en waar Intermezzo I. hut-6; Woonden 'n 'n klein, heel fatsoenlijk ze naaiden voor 'n manufacturenzaak. Wp„ kalf zeven stonden ze op; gingen, in I géén weer, naar de eerste Mis, deden n Paar uur de huishoudelijke bezigheden ch;6tl zaten daarna ieder aan hun trapma- Jj10 tot etenstijd. e aar namen ze 'n uur voornooit meer hooit minder, tiirihegon t' werk opnieuw, tot 't hoog Werd, om er mee uit te scheiden. ot e aten 'n boterhammetje, lazen de krant na „den nog iets voor zichzelfen gingen £r bed. Ijj^ e Waren niet mooi en ze waren niet lee- Vog5.. konder dertig zijnen ze konden hiaken Zi~'ndat kon geen mensch uit" V-jv 'hbhgen beweerden, dat Coba de oudste jarhhderen hielden vol, dat Geertje 't in Hom Van haar zuster wonen 'n bee tje menschen versleten Coba voor Geer- Wa' eh Geertje voor Coba'n tweeling eer' et niet, al dacht iedereen zulks op 't e gezicht. 't namen werden weinig genoemd jlas altijd: „de meisjes van Munders." Vet an zag er nooit één op straat, voor zoo- fttpH dan °P straat kwamen War, eenvoudige, vriendelijke wezentjes Wat^h 't, die zich weinig of niet inlieten met \Ur rondom hen leefde. Orcjn ar ze dan trouwens gezien hun dag- ook geen tijd voor hadden. Tweemaal in de week gingen ze bij de groote manufacturenzaak hun werk afleve ren, deden meteen 'n paar boodschappen en voor de rest geen nieuws. 't Kan twaalf jaar achter elkaar zoo ge gaan zijnen ook twintigdaar let geen sterveling op. Tot er iets gebeuren moest. 't Werd minder met 't naaiwerk. Ze kon den het niet meer bolwerken tegen de groote confeetie-fabrieken, die met hun vernuftig' geconstrueerde machines de goederen veel goedkooper konden afleveren. 't Gedaalde inkomsten-cijfer, dat maar juist genoeg was voor hun tweetjes, om net jes voor den dag te kunnen komen, moest noodzakelijk weer op peil worden gebracht. Na lang wikken en wegen kwam een hun ner op 't idee, iemand in dé kost te nemen.... 'n juffrouw, 'n dame, desnoods 'n heer Wat hadden ze eigenlijk aan die twee kamer tjes boven? Ze deden er niks mee, en gele genheid om er op je gemak te gaan zitten, hadden ze misschien twee of driemaal per jaar. Ze brachten samen de advertentie naar de krantkregen 'n meer dan behoorlijk stapeltje brieven. Voorloopig lieten ze drie reflectanten ko mentwee dames en een heer. De eerste dame vond de kamertjes te klein en de tweede verlangde lagelijks te eten wat ze zelf verkoosen dat was hun bedoe ling niet. Bleef derhalve enkel de meneer over. 'n Wat bedeesde jongeman was dat, die zich voorstelde als Willem Bolting, klerk aan de Hollandsche Spoor. Hij was beleefd, vrien delijk. meegaand en sprak weinigvond alles goed en gaf verschillende betrouwbare adressen op, waar naar hem geïnformeerd kon wordenDat zouden .:e doen en hem zoo spoedig mogelijk bericht sturen. Toen-ie weg was. keken „de meisjes va# Munders" elkaar aan. h En knikten. ,,'n Net persoon om zoo te zien," sprak Coba. „Jabeaamde Geertje „dege lijk'11 beetje stil misschienik schat 'm 'n endje in de dertig't lijkt me 'n heel fatsoenlijk mensch't is beter dan zoo'n jong broekienet iemand, die wij moeten hebbenafijn, eerst maar es af wachtenwant we moeten voor alle ze kerheid toch maar 'n paar van die adressen aanschrijven." De eerste van de maand kwam Willem Bolting. En alles ging van weerskanten zeer naar genoegen. Hij maakte geen aanmerkingen, liet alles aan de dames over, at niet veel. ging nooit naar 'n koffiehuis, was ordelijk, betaalde stipt op de dag dat ie z'n salaris ontving, deed trouw z'n godsdienstplichten en kon 's avonds, toen ie eenmaal wat gewend was, soms 'n heel prettig uurtje komen praten ais ie wist, dat ze klaar waren. Vrij of uitbundig werd ie niet't ging alles even beleefd, bedaard en behoorlijk. Hij was 'n wees. Dat waren zij ook. Hü had héél weinig familie en deed geen moeite vrienden of kennissen te krijgen. Met „de meisjes van Munders" was dat precies zoo. En dat maakte het samenzijn nog 'n bee tje anders, dan gewoonlijk 't geval is in der gelijke omstandigheden. Zoo leefden ze dan kalmpjes voort als '11 familie-overschot van twee ongetrouwde zusters met 'n broer. Tot Coba ging merken, dat meneer Bolting 'n beetje veranderde. Onrustiger werd ieleek nu en dan erg verstrooidwas soms dagen achtereen bepaald stil en afgetrokken, om dan weer Ineens over te hellen naar 't geforceerd vroolijkedan zong ie, op zijn manier, 't hoogste lied uit, bewees de dames, vooral niet meer van inlanders wordt gesproken, maar van onderdanen van één en hetzelf de rijk, dan wel van een regeering, die bij het vraagstuk van den gedwongen arbeid totaal geen belang heeft, zooals Zwitser land of Luxemburg. Mgr. Nolens wees daarna den directeur van het Arbeidsbureau en den beheers raad op het gevaar van een te uitgebreide agenda voor de conferenties. Hij vreest.dat de kwaliteit van het werk op die wijze zal lijden, aangezien de regeeringen nog wel wat anders te doen hebben en de gedele geerden onmogelijk van alles op de hoogte kunnen blijven. De regeermgen moeten o.a. hun aandacht bepalen bij de belastinghef fing, en in den tegenwoordigen tijd moet hun streven vooral gericht zijn op afschaf fing der belastingen- Vervolgens drong Mgr. Nolens aan op spoedige ratificatie van het amendement op art. 193 van het Verdrag van Sersailles, dat door den Beheersraad is aangenomen en dat betrekking heeft op de uitbreiding van het aantal leden van den Beheersraad van de Int. Arbeidsorganisatie van 24 tot 46. Hij deed! met name een beroep op de regeermgen var* Venezuela en Italië om hun ratificatie-oorkonden zoo spoedig mo gelijk te deponeeren. Werkloozen en kermis. Donderdagmorgen verklaarden de werk loozen, aan den arbeid gezet vanwege de gemeente Deventer te Barchem, dat zij we gens den kermis-Donderdag niet langer dan tot 's middags twee uur aan het werk wil den blijven. De opzichter van het werk stelde zich onmiddellijk in verbinding met het gemeentebestuur en vernam, dat de commissie voor de werkloosheid reeds be sloten had, op dezen dag niet vroeger vrij te geven, omdat de kermJs-Donderdag toch waarlijk geen reden mocht zijn om juist dit werk vroeger te laten ophouden. Niettemin werd toch nog eenige tegemoetkoming ge geven. Tegen het gevallen besluit in werd verlof verleend, dat de autobus, welke voor de ge meente de werkloozen naar. en van het werk brengt, te vier uur uit Berchem moest gaan. Dat was evenwel den wrekloo- zen ook niet naar den zin. Zij gingen on der'een boom liggen en vertrokken met de eerstkomende tram voor eigen rekening naar Deventer. Het gevolg .was, dat heden geen verlof werd gegeven tteer aan het werk te gaan. Op advies van den rijksin specteur heeft de regeeringbericht, dat de werkverschaffing te Barchem voorloopig zal worden stopgezet. „Het Volk" heeft vernomen, dat het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie voornemens zot. zijn, om de enkele lange golflengte, die Nederland in de toe komst voor den omroep zal bezitten, te ge bruiken voor den „Zakelijken Omroep." Dat zou beteekenen, zegt het biac!, dat op den dag geen amusements- of cultureel-, om roep uitzendingen meer zouden kunnen plaats vinden, omdat het persbureau Vaz Dias en de effectenbeurs, die van den •cantocu aarlem fsj aSS^UPLEIN TELEFOON i 'Hl AAN- EN VERKOOP EFFECTEN COUPONS Coba, allerlei kleine diensten en trakteerde op '11 extra toetje. En wat Coba van d'r eigen nou weer gek vond: ze sprak er niet met Geertje over en Geertjedie scheen 't zoo erg niet te merkendie deed stil haai werk, 't Werd lastig voor Cobaze wist niet hoe ze zich moest houden bij die rare onge durigheid van meneer Boltingze prakki- zeorde er overook 's nachtsEn dan werd 't haar vreemdze had nog nooit zooiets bij de hand^gehadzou 't werke lijk kunnen wezen, dat ie Gewoon afwachten maar, zei ze telkens tot 'r eigen 't Zou wel weer veranderen. Maar 't bleef. En dat „zooiets" bij Coba bleef ook. Ze nam iemand in vertrouwenen die iemand was niet Geertje. Dat durfde ze nietom 'n heel onaan genaam visioen. Die iemand zei haar: „Misschien is ie ver liefd op je." Coba schrok 'r niet eens zoo erg van maar vroeg direct: „Enals dat waar isen hij vraagt memag 'k dan toe stemmen en Geertje alleen achterlaten? „Vertel me eerst es" vroeg de „iemand", 'n brave vrouw met veel levenservaring „hou jij ook van hém?" „Ikzou.als ie me vroeg Juist, dan zou je hart geen „nee" willen zeggenEn dan mag je t ook niet doen. 't Zal heel vreemd zijn voor Geertje, vooral in 't beginmaar daar moet je niet te zwaar over denkendat zijn kwesties, die we heelemaal aan de Voorzienigheid moeten overlatende liefde heeft in zulke ge vallen de hoogste rechtenen Geertje is te écht je zuster, om 't te willen tegenhou den." Op 'n Zondagmiddag, toen meneer Bolting Geertje om taartjes had weggestuurden raar liep te draaienen drie maal z'n neus snooten vier maal opstond en weer 't hebbenteen dacht Coba: „Nou zal je „Zakelijken Omroep" gebruik maken, bijna den geheelen dag 'rozetten. Bij informatie te bevoegder plaatsen is ons gebleken, schrijft de Msb., dat „Het Volk" ten deze geheel onjuist is ingelicht en dat er geen sprake van zal zijn, dat de „Zakelijke Omroep" beslag zal leggen op de ons toegewezen lange golf. Ook de korte golf loopt geen gevaar. De P. T. T. wil niet alleen maar moet volgens de conferentie van Washington met den „Zakelijken Omroep" uit het amuse ments- en cultureele omroepgebied ver dwijnen. Dit omroepgebied ligt tusschen 1340 en 1875 meter, waarbinnen ook Neder land zijn lange golf heeft gekregen. Zooals men weet zijn ons door de conferentie van Praag 1875 M. voor lage en 298 meter voor de korte golf toegewezen. Voor den „Zakelijken Omroep" heeft Praag per 1 Januari a.s. de golflengte van 1071 meter beschikbaar gesteld, zoodat de cultureele en amusementsomroep daarvan in het geheel geen overlast zal hebben. met Verstoppingen of moeilijken, tragen en onregelmatigen Stoelgang zijn onmisbaar. Werken vlug zonder kramp of pijn. Bij Apothekers en Drogisten. Doos 60 et Nu heeft weliswaar een in aanbouw zijnd Noorseh station de beschikking gekre gen over een golflengte van 1072 meter, maar daarvan behoeft de Nederlandsche „Zakelijke Omroep" niets te vreezen. Dit station ligt namelijk in het hooge Noorden en is geheel door bergen ingesloten. Mocht men er hier desondanks toch nog storing van ondervinden, dan zal dit station zijn energie moeten verminderen, want alleen op deze voorwaarde is aan Noorwegen deze voor den „Zakelijken Omroep" aangewezen golflengte toegestaan. Er is eens een groot dichter geweest, die op een wandeling door rijk beladen koren velden in stille bewondering voor een land bouwer bleef staan, zijn potlood en papier voor den dag haalde en dichtte: „De beste menschen, die men vijndt, Zijn zij, die de zon op 't veld beschijnt!" Voldaan keerde de uitverkoren zoon der Muzen naar huis, stuurde zijn kort, maar krachtig gedicht naar een groot dagblad en verrichtte daarmede de slechtste daad, die hij in geheel zijn lange leven ooit ge daan had. Een commissionnair in effecten las het product van ware dichtkunst, wreef' zich vergenoegd de handen, trok zijn Zon- dagsche pak aan en vertrok weldra naar het station, met een tevreden lach om zijn kaken en een dikken gouden ketting op zijn kogelrond DUikje! Vergeef me lezer, dat ik ditmaal aan mijn verhaal een proloog moet doen vooraf gaan. Wat nu volgt is historisch: Boer Peutersma boerde flink met z'n var kens. Hoe alles zoo mooi gegaan was, be greep hij zelf niet, eerst had hij, jaien geleden, één varken gekocht, een mooi ge vormd mannetjes-varken, toen volgde wel dra een tweede, ditmaal een zeug en ver derhad hij de beide beesten aan hun lot overgelaten met een verbluffend resul taat. De veestapel groeide ziénderoogen aan, kleine varkentjes werden groote varkentjes, vijf geruilde varkens verdubbelden in min der dan geen tijden boer Peutersma lachte in zijn vuistje. Het varkensvet maakte aldra plaats voor een serie „roode ruggen", de eerste grond slagen voor kapitaalvorming waren gelegd, een zekere welgesteldheid was in het een voudige boerenhuisje van Peutersma héél langzaam binnengeslopen. Zooals het meer gaat, met het geld kwamen de zorgen. Wat moest er nu met die rooie ruggen gebeuren? Op een bank plaatsen? „Geen sprake van; nogal een mooie tijd tegenwoordig", beaam de vrouw Peutersma heel verstandig. En ze wees op een groot krantenbericht, waarin vermeld stond, dat er weer een provinciaal bankje op de flescli was. 'n Bank was goed voor zakenmenschen, die dan veel, dan weinig geld hebben, maar voor 'n eenvou- digen boerNachten hadden ze er niet van geslapen, uren spraken ze er over en hoe grooter het kapitaal werd, hoe grooter de zorgen. De traditio'neele ouwe sok baadde zich .intusschen in een ongekenden rijkdom en rustte zacht in den aschbak van n oude potkachel op zolder. Eiken dag werd de inhoud geïnspecteerd; lijkbleek werd de eigenaar, wanneer hij in zijn overspannen zenuwtoestand twee duizendjes op elkaar telde. Op een inooien zomermorgen stond boer Peutersma met welgevallen te Kijken naar zijn bekroonde varkensbeesten, die welig in de modder baadden van een schoon gemaakten beerput. Hij rookte z'n steenen pijpje, duwde z'n boevenpet dieper in z'n hoofd om de zon uit z'n oogen te bannen, rammelde met twee verdwaalde rijksdaalders, die van een armoedig in een rijk milieu verhuisd waren. Het hek, dat zijn erf afsloot, piepte m de scharnieren; een deftig heer liep vomzich tig het smalle modderpad op, dat naar het huis leidde. Peutersma schrok op uit zijn varkens-mijmeringen, keek achterdochtig naar den vreemden stadsheer. Deze kwam met uitgestoken hand op hem toe, schudde joviaal met zijn aristocraten-hoofd en begon aanstond te praten, of hij boer Peutersma jaren kende. „Nee maar, kerel, wat woon jij hier pvacn- tig. En wat een wondermooie collectie beesten. Kan je me even ontvangen, 't is in je voordeel En vóór boer Peutersma tot het ware besef Kwam, wat er eigenlijk gebeurde, zat hij met den vreemden bezoeker in de huis- kciniGr. Z'n vrouw, overigens voor geen kleintje vervaard, werd eveneens door den woorden vloed overmeesterdde koffie kwam op tafel .daarnaast de actentasch van mijn- 't hebbennou gaat ie me vragenen ze boog zich dieper over 't boek, dat ze te lezen zat. ,,rniD«, „Juffrouw Coba- begon Willem Bolting, resoluter dan ie zelf had durven denken „ik heb u iets te vragen... 't is n teere kwestieik loop 'r ai weken mee rond „Zoo, meneer? En moet ik daar....... ja ja't betreft uof liever kjjlt u cs't is voor 't eerst van m'n le venen ik ben onhandig van mezelf dat weet umaarik heb idee om te trouwenen ik geloof zeker, dat uw zuster 'n heele goeie vrouw voor me zou we zenmaar Coba werd wit als de bladen van haar boeken geschrokken hield Bolting op met praten. Coba probeerde iets te zeggen, maar ze voelde, dat 't geluid zooiets als n kreun moest worden „Ja" zei Willem, toen Coba knikte, alsof ze wilde zeggen: zoo, zoo, is dat 't? „Ik zie, dat 't u even aangrijpt... en dat is dan ook de reden van m'n lange aarzelingik ik dacht natuurlijk ook aan ukijk...... u is verstandig genoeg, im te begrijpen, dat we dan niet met zn' drieën kunnen blij venwe zouden wel heei mooie plan netjes kunnen maken, met allerlei voorne mens en goeie bedoelingenmaar in de praktijk „U heeft volkomen gelijk, meneer Bol ting" viel Coba hem zacht in de rede „daar komen vroeg of 'aat onaangenaam heden uit voorten als u net Geertje wil trouwen, maak u dan over .nij absoluut niet bezorgdik bente échthaar zus terzoo hóórt 't immersom 't te wil len tegenhoudenikik red me wel." „Dat is heel mooi van uik dank u en als 't zoover komtdan is u altijd van harte welkomMaarnou de tweede kwestieik weet niet zoo juist hoe 'k dat moet aanpakkenen eigenlijk Is 't nog de vraag, of Geertjeehof juffrouw Geertje me zal willenik heb me nog niet heer. Lang, heel lang werd er gepraat, over het groote onderwerp, de kapitaal-belegging. De deftige stadsheer had een lezing van ruim 3 kwartier afgestoken over het begrip „effecten", eerst vonden zijn woorden geen geloof, maar langzamerhand werd het boer Peutersma duidelijk: hier was geld met geld te verdienen, op een manier, die andere stomme boeren natuurlijk niet direct zouden kunnen snappen, maar hij als gedecoreerde varkensbezitter maar al te goed. Zijn vrouw was na een kwartier reeds boos weggeloo- pen. Voorzichtig was ze naar den zolder ge klommen, om de kous met het geld in veiligheid te brengen. Peutersma was echter de baas, hij besloot 10.000 Amerikaansche sporen te koopen en daarmee was het uit, onherroepelijk uit. De effecten-mijnheer kwam na eenige dagen de stukken brengen, het geld verdween van de oude, wollen sok in een zachte peau-de- suède-portefeuille en de beurs speelde haar grillig spel. De koers van de stukken zakte van 150 tot 138, maar dat gaf niets, want vandaag of morgen zou de voorspelde rijzing tot plotseling de wereld verbazen. Boer Geldering, die een boerderijtje bezat, ongeveer een kwartier van het huis van Peutersma vandaan, varwachtte den var kensmagnaat op bezoek. Ze zouden naar de nieuwe radio luisteren, van de muziek ge nieten en van het wijze woord uit de groote stad. De Radio schetterde een stevigen mili tairen marsch door het kleine huiskamertje, toen boer Peutersma met vrouw naar binnen stapte. Aan de bewondering voor het instru ment kwam geen einde. Alles, beweerde Gel dering, alles kan je er mee hooren, zelfs de varkensmarkt! Deze woorden joegen een pijnlijken schok door het lichaam van den varkensmagnaat. „AUes?" mompelde hij. „Alles? Dus ook de effectenbeurs?" „Dat tref je," jubelde Geldering enthou siast, „over vijf minuten krijgen we Am sterdam, met de laatste koersen." Even een gekraak, een gefluit, dan Hallo, hallo, hier openingskoersen van de New-Yorksche Effectenbeurs: New-York City Railway 246, Ontario Het was te veel geweest. Dat waren z ij n stukken, dat waren zijn sporen New-York City Railwayals een idioot danste hij in de rondte, even later begeleid door zijn vrouw, die tot schreiens toe was bewogen. Er werd dien avond meer dan passelijk gegeten en gedronken. Becijferingen werden gemaakt, varkens- begrootingen ontworpen. Drie dagen gingen voorbij, de effecten mijnheer liet nog steeds niets van zich hoo ren. Op aanraden van zijn vrouw, schreef boer Peutersma een brief naar Amsterdam, met de vraag of de stukken al verkocht wa ren. Den volgenden dag ontving hij een keu rig getypt briefje van den volgenden inhoud „Mijnheer, wij begrijpen niet, hoe u aan een Koers van 246 voor New-York City Railway bent gekomen. De werkelijke koers is momenteel 98, doch wü verwachten nog steeds een spoedige rijzing Het volgende oogenblik is onbeschrijfelijk. Twee en vijftig punten gezakt, inplaats van 106 gestegen, dat scheelde maar eventjes ruim vijftien duizend gulden En uur later zat boer Peutersma bij den burgemeester, vertelde het geval van den radio-kors, die bedriegelijk 246 gemeld had. De goede burgervader, lachte heel fijntjes, zocht een papier op, waarop veel cijfers stonden en zei „door de radio worden code- cijfers opgegeven, dat is, omdat niet iedereen de koersen weten mag. Als je nu betaald hebt, krijg je een lijstje en aan de hand daarvan kan je de getallen herleiden. Het nummer 246 geeft een koers aan van 98 pet., dat klopte precies." „Code", mompelde boer Peutersma, „laat ze naar de maan loopen met d'r stadsche ge leerdheid. Code? Geef mij maar verkens burgemeester!" W. v. W. uitgesproken tegenover haar...... en ik ben niet de persoon, omnou ja, u begrijpt •fc misschien alik had u willen vragen of u Geejuffrouw Geertje es zou willen polsenen dan „Ik zal 't doen, meneer Bolting...... en directwant u is daar natuurlijk erg benieuwd naar Ze lachteen hij lachte verlegen meeen vermoedde geen moment, dat héér lachje net bijtijds ophield, om niets te verraden. Juist toen le boven was kwam Geertje met de taartjes binnen. En Cóba begon meteen maardan was alles Ineens voorbij. „Geertjeikmoet je wat vragen, meidheb je misschien gemerkt, dat meneer Bolting 'n oogje op je heeft?" Geertje werd vuurrood Toen stamelde ze„Jajaik heb wel es „zooiets" meenen teheeft ie wat gezegd?" „Jaof ik je 's wou polsen „En jij? God, kindhoe moet 't dan met jou? Ikik heb 'r eigenlijk nooit over durven praten, omdat jij danjij dan......" „Hou je van 'm?" nam Coba Geertjes hoofd tusschen haar handen. „Ja" huilde Geertje „jamaar „Niks te maren, zusde liefde heeftin zulke gevallende hoogste rechten Ze liep de gang in en riep aan de trap: „Meneer Bolting! De taartjes zijn d'r! Komt u beneden?" Toen holde ze naar de keukenen bleef daar, in 'n hoekje, staan huilentot bin nen 't voornaamste gebeurd was. G. N.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 5