LIJST ACHT
ACHT
Bi| Examens ©n Openbaar Optreden
De moord op den heer Lans
te Rotterdam
Door grofkorrelige
tandpasta
LIJST ACHT
RADIO-OMROER
TWEEDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
DINSDAG 18 JUNI 1929
BLADZIJDE 2
Schermutselingen tusschen de verdediging en den
president Hoe zijn de verwondingen toegebracht
De bloedvlekken
De zaak teruggewezen naar de instructie
Het strafproces tegen
Salomon Liebermann
Drie en een half jaar geëischt
Belangrijke Mededeeling*
iw VOS ROUWENS
TANDHEELKUNDIGE KLINIEK
eAnj
gaan Uw tanden lang
zaam maar zeker te
gronde. Weest voorzich
tig en neemt voor de dage-
lijksche reiniging van Uw
tanden slechts de beproef
de fijnkorrelige Odol-
tandpasta. Ze is heerlijk
van smaak, en reinigt
en beschermt de tanden.
GEMENGD NIEUWS
Twist in de blauwe tram
Een dronken chauffeur
Het geteerde „Volk"
Het echte zomerweer
Door auto's overreden
Lijk gevonden
De lijst der Katholieken
draagt in het geheele
land het nummer
Alle Katholieken stemmen
op Woensdag 3 Juli a.s. dus
uitsluitend de candidaten van
Nummer één van lijst ACHT
is in de kieskringen HAARLEM
en REM HEL0ER
CH. L. VAN DE BILT;
in den kieskring LEHMEi
A. C. A. VAN VUUREN;
in den kieskring AMSTERBA&&
Jhr. Mr. CH. J. M. RHUS
DE BEERENBROUCK
LEGER EN VLOOT
Loting voor den dienstplicht
KUNST EN KENNIS
N. V. Italiaansche Opera
blijft men kalm en beider door bet gebruik van Mijnhardt's Zenuwiabletten. Glazen buisje 75 ct.
mam
De Rotterdamsche rechtbank heeft giste
ren de behandeling van de strafzaak tegen
den procuratiehouder van de N. V. De Haas
Jr.' Handel Mij. voorgezet.
Een brief van Joseph K.
Na de opening van de zitting vraagt de
president Kir. Cannes, of verdachte nog iets
heeft mee te deelen, waarop deze o.m. ant
woordt dat de dames, die mej. Lans hebben
ontmoet, te kwart voor zeven op het Oost
plein hadden afgesproken op den avond van
den moord. Verdachte meende nu, dat het
wel wat later zal zijn geweest dan zij op
geeft, toen mej. Lans opbelde.
Verdachte doet nog eenige mededeelingen
aan de rechtbank, welke mededeelingen
evenwel niet zijn te verstaan.
De president doet daarna mededeeling van
een brief van iemand. Joseph K. genaamd,
welke brief is gestuurd aan verdachte in het
Huis van Bewaring. In dezen brief staat o.m.
„Geachte heer, ik geef u nog drie dagen
den tijd om een volledige bekentenis af te
leggen. Wanneer gij dat niet doet, zoo ver-
Volgt de brief ongeveer, zal ik met bewijzen
tegen u komen en met feiten."
De president vraagt, of misschien Joseph
K. in de zaal aanwezig is, waarop geen ant
woord volgt. Vervolgens zegt de president,
dat er een proces.verbaal is ingekomen van
den agent Brans, waarop mr. Koxosky op
merkte:
„Is het niet meer dan dan ergerlijk, dat er
rapporten zijn, waarvan de verdediging niets
weet?"
De president: „Wanneer u consequent
bent, vraagt dan de zaak terug te sturen."
Mr. Kokosky: „Het is toch een ongehoord
feit, dat wij niets weten."
Nogmaals wijst de president er op, dat mr.
Kokosky terugwijzing kan vragen, waarop
mr. Kokosky opmerkt: „Hem nog langer in
voorarrest houden; nog langer marteling?"
Voorts maakt mr. Kokosky aanmerking op
het onderzoek voor de zitting.
Is er met stokken geslagen?
Nadat de rechtbank nog gehoord had den
commissaris Dijkstra en den inspecteur Her
mans werd dr. Van Rijssel gehoord, die ver
klaarde. dat hij na zijn hernieuwd onderzoek
de overtuiging heeft gekregen, dat het wat
de ruimte ter plaatse betreft mogelijk wordt
geacht, dat er met stokken is geslagen. Om
trent de vraag, of de dader zonder bloed zou
rijn gebleven zei dr. Van Rijssel. dat de da
der zonder bloed gebleven is. Er hebben zich
dergelijke gevallen voorgedaan.
Proeven met bolhoeden
Getuige heeft voorts proeven genomen met
bolhoeden. Noch door het slaan met een stok,
noch door het slaan met een stuk ijzer is het
mogelijk geweest, gaten In den hoed te slaan,
alleen door het schoppen tegen den hoed
konden er gaten inkomen. Door deze verkla
ringen aldus dr. Van Rijssel vervalt de
veronderstelling, dat de hoed het spatten van
het bloed is tegengegaan. Er is voorts nog ge
tracht den stok in de moeten in de deur te
passen hetgeen aan getuige echter niet is
gelukt.
Op eenige vragen van mr. Kokosky ant.
woordt dr. Van Rijssel nog, dat hem geble
ken Is, dat gezien den hoed verschillende
«lagen moeten zijn toegebracht. Wat de ver-
«lagene na het toebrengen van de slagen nog
heeft kunnen zijn doen, is niet te verklaren.
©»er een percentage kans kan niets worden
gezegd. Dit geval kan juist het uitzonderings
geval zijn. Op wetenschappelijke gronden
kan niemand iets verklaren.
Bij deze langdurige ondervraging, waarvan
door het zacht spreken veel verloren ging.
kwam de mogelijkheid, of de dader met bloed
bespat is geweest, nog eenige malen ter
sprake. Getuige zei in dit verband, dat de
groote slagader niet ni geraakt. Getuige
neemt aan dat beneden in het portaal de
minste slagen zijn toegebracht, boven de
meeste.
Mr. Van der Meer vraagt of de getulge-
deskundige het mogelijk acht, dat het
slachtoffer zich niet heeft verweerd.
Dr. Van Rijssel antwoordt, dat er dienaan
gaande niet valt te verklaren.
Beklaagde's overjas
Mr. v. d. Meer wijst op het verband van
zijn vraag met de eventueele bloedsporen.
Het is wel jammer, aldus v. d. Meer, maar
de overjas van het slachtoffer is er niet meer.
Getuige Hermans: „Die is er wel."
Mr. Kokosky: Ja, maar uitgewasschen."
Getuige Hermans: „Weineen, de Jas is met
kamfer in een kistje bewaard. Ze kan hier
worden gebracht."
Mr. Kokosky: De zaak wordt op zoo'n ma
nier behandeldMaar het vest is toch
uitgewasschen? Dr. van Ledden Hulsebos be
klaagt zich er toch over in zijn rapport?
Getuige Hermans: Ja. Een man uit het
ziekenhuis heeft het vest uitgewasschen.
De president verzoekt inspecteur Hermans
daarna de kleeren van het slachtoffer te
willen doen halen.
De rechtbank hoort dr. Hulst, uit Lei
den. Deze verklaart, dat hij geen zeepsporen
heeft gehad, ventueele versche bloedsporen af
bleven, tenzij hij daarvoor bijzondere maat
regelen heeft genomen. Voorts wees getuige
erop, dat wanneer men aanneemt, dat deze
verdachte de dader Is, hij voldoenden tijd
heft gehad, eventueele versche bloedsporn af
doende te verwijderen.
Uitvoerig hóórde de rechtbank dr. Hulst
over de wijze, waarop de verwondingen aan
het slachtoffer zouden zijn toegebracht en
over de mogelijkheid of de dader al dan niet
met bloed bespat geweest. In het keukentje
waar het slachtoffer is gevonden, werd nog
op ongeveer 1.60 m. hoogte een bioecispat ge
vonden. welke waarschijnlijk van den laatst-
toegebrachten slag afkomstig was.
De president legde den deskundigen ver
scheiden mogelijkheden voor, waarop zij geen
positieven antwoorden konden geven. Wan
neer bij het verhooren inspecteur Hermans
die voor de groene tafel staat, een opmerking
maakt, verzoekt mr. Kokosky dsn president
tot den heer Hermans te zeggen, dat deze
getuige op zijn plaats moet gaan zitten."
De president: „Meneer Hermans is het ver
lengstuk van den officier."
Mr. Kokosky: „Meneer heeft hier niet
voortdurend vragen te stellen. En ik leg mijn
verdediging neer. wanneer mijnheer Her
mans hier blijft staan."
De president verzoekt daarna den heer
Hermans zoowel als commissaris Dijkstra op
hun plaatsn te willen gaan zitten, waarna
het hooren van de deskundigen wordt voort
gezet, dat zich zoo verliest in het onderzoe
ken van de allerklienste bijzonderheden, dat
men zich niet aan den indruk van een in-
•truvtie kan onttrekken. Bij de besprekingen
ran de in het keukentje gevonden bloedspo
ren, vraagt mr. Kokosky den commissaris
Dijkstra, wanneer het onderzoek naar de
bloedsporen is ingesteld.
Getuige Dijkstra: „Nog denzelfden avond."
Is het kantoortje afgesloten
Mr. Kokosky: „Den volgenden dag is het
werk op kantoor gewoon doorgegaan. Is dat
vertrek afgesloten?"
Getuige Dijkstra: „Vraagt u dat aan me
neer den officier.
Mr. Kokosky: ..Neen, ik stel u die vraag."
Getuige Dijkstra: „Ik geef daarop geen
antwoord." (Beweging in de zaal).
Mr. Kokosky: „De vraag is toch van het
hoogste belang."
De president: „Wilt u er antwoord op
geven, meneer Dijkstra?"
Getuige: „Bij het onderzoek waren én de
officier èn commissaris Dijkstra èn inspec
teur Hermans het onderzoek op zoodanige
wijze hebben verricht dat zoowel politie als
justitie het niet noodig achtten de zaak te
sluiten. En ik ben dit oordeel nog toegedaan."
Mr. Kokosky: „Ik zal er in mijn verdedi
ging rekening mee houden."
Tenslote legde dr. Hulst nog eenige ver
klaringen af naar aanleiding van de het
slachtoffer toegebrachte halssneden.
Dr. Hesselink. uit Arnhem, die in de rechts
zaal aanwezig is, wenschte naar aanleiding
van wat de deskundigen ter rechtzitting heb
ben medegedeeld, nog eenige verklaringen te
doen. Get. zou aan de rechtbank 'n rapport
overleggen, uit welk rapport hij eenige mede
deelingen doet. De dader moet waarschijnlijk
zeer sterk met bloed zijn bespat. Over den
aard van het wapen zegt getuige, dat hij een
stok niet waarschijnlijk acht; hij veronder
stelt, dat een staaf is gebruikt. Wanneer met
een staaf is geslagen, zullen er weinig bloed-
spatten in de richting van den dader zyn
gekomen.
Mej. Enzlin legde daarna verklaringen af
over het pak/:, dat op den avond van den
moord op de Admiraliteitskade heeft zien
wegwerpen. Het pakje was niet groot, het
wegwerpen maakte een groote plons.
De kantoorjas van het slachtoffer
De rechtbank hoorde nu mej. Lans. Zij
verklaarde op de vragen van den president,
dat verdachte op kantoor altijd zijn colbert
aan had. Er was voorts op kantoor een gele
kantoorjas van meneer Lans, welke bij de
brandkast hing.
De president: „Is alles goed. nagezien?
Heeft meneer hermans de jas gezien?"
Getuige Hermans: „Het is best mogelijk.
Ik heb hem niet gezien. Misschien Commijs."
Verdachte: „Hij moet er geweest zijn."
Mej. Lans: „Ik heb de jas einde Mei mee
naar huis genomen."
De president: „Was hij schoon? Maakte
hij den indruk gewasschen te zijn?"
Mej. Lans: „Er was niets aan te merken."
Getuige Commijs verklaarde alle kleeren
welke op het kantoor waren te hebben onder
zocht. Hij heeft niets aan de kleeren gemerkt.
De prasident toont mej. Lans een jas,
welke op den dag na den moord is gemaakt
en waarop mej. Lans de kantoorjas van
haar vader herkent.
Deze maakt niet den indruk pas gewas
schen te zijn toen getuige haar mee naar
huis nam.
Dr. Gerhardt heeft nog een chemisch on
derzoek ingesteld naar de schoenen naar
aanleiding van de opmerking van den
schoenmaker Mosselveld. Getuige bleef na
dat onderzoek bij zijn meening, dat de vlek
ken veroorzaakt waren door water.
Daarna wordt gepauzeerd.
De zaak teruggewezen
De Rotterdamsche rechtbank heeft Maan
dagmiddag in verband met het eerst nu in
gekomen rapport van den agent van politie,
de zaak tegen van O. teruggewezen naar de
instructie.
AMSTERDAM, 17 Juni. Deze zesde dag
van het strafproces tegen Salomon Lieber
mann vangt onder weinig belangstelling
aan met het verhoor van dr. H. Fried-
mann uit Helsingfors, den Finschen raads
man van den verdachte.
Het verhoor geschiedt in de Duitsche taal,
waarbij de heer de Jong als tolk fungeert.
Nadat dr. Friedmann den eed heeft afge
legd als getuige en als deskundige, vraagt
de verdediger, mr. Giltay Veth hem, of desk.
zijn meening kenbaar wil maken over de
vraag, of hij Liebermann bij de geïncrimi
neerde transacties en handelingen produc-
teit bedoelingen hebben voorgezeten, of dat
hij, wat mr. Veth noemde, „den kant van
roof wilde opgaan."
Alvorens deze vraag te beantwoorden,
geeft desk. een uitvoerige uiteenzetting van
het aandeel, dat hy in de organisatie van
de verdeeling heeft gehad. In verband daar
mede verklaarde dr. Friedmann, dat hy ten
slotte zijn verschenen toch noodzakelijk
achtte, waar gebleken is, dat de Nederland-
sche advocaten, in wier advies Liebermann
steeds vertrouwen heeft gehad, hem thans
in den steek hebben gelaten.
Dan tot de vraag van mr. Veth komende,
wijst desk. er op, dat in Oost Europa het
geld duur is, met het gevolg, dat menschen
uit die landen zich by voorkeur naar het
Westen en naar Amerika wenden. Lieber
mann nu wenschte zaken met Amerika te
doen en daarvoor had hij een Hollandscheu
handelsnaam noodig. Maar dr. Friedmann's
overtuiging heeft Liebermann niet van den
aanvang af het plan gehad, de Bank te plun
deren. Van boos opzet is dan z.i. ook geen
sprake.
Hierna vraagt mr. Giltay Veth aan des
kundige of het z.i. objectief mogelijk was,
dat Liebermann's plannen het uitleenen
in Oost-Europa van in Amerika opgenomen
geld voor verwezenlijking vatbaar waren
en, subjectief gesproken, of Liebermann aan
de'mogelijkheid daarvan kon gelooven.
Dr. Friedmann merkt op, dat het er voor
Liebermann vooral op aankwam, of hy over
machtige relaties beschikte. Desk. kan daar
over niet oordeelen. Desk. weet niet of verd.
in staat zou zyn goedkoop geld tot groote
bedragen te verrijgen, zich aan den anderen
kant zou het zeker niet onmogeiyk zyn het
geld, waarover verd. beschikte, tegen hooge
rente in Oost-Europa uit te zetten.
Desk. herinnert er voorts aan, dat hy Lie
bermann herhaaldelyk k; de gevangenis te
Helsingfors heeft bezocht en hij heeft in zijn
gesprekken met verd. den indruk gekregen,
dat Liebermann zelf eerlijk overtuigd was
van de verwezenlijking zijner plannen; zijn
fantasie grensde bij tijden aan het waanzin
nige. Op de verdere vraag van mr. Veth of
uit de verdere transactie van Liebermann
diens aanvankeiyke bedoelingen kunnen
worden afgeleid, antwoordt dr. Friedmann,
dat Liebermann niet in staat is een behoor
lijke conversatie te voeren of een behoorlij
ken brief te schrijven. Er is in zijn gedach-
tengang absoluut geen methode. Zijn „ja" is
nooit volkomen „ja", zij: „neen" geen
„neen."
Mr. Veth: „Geraakt Liebermann gemakke
lijk onder invloed van anderen?"
Desk. beantwoordt deze vraag bevestigend;
Liebermann lijdt aan den eenen kant aan
een geweldige zelfoverschatting en aan den
anderen kant heeft hij, in verband met zijn
Russische mentaliteit al gauw een minder
waardigheidsgevoel, dat hem hoog doet opzien
tegen menschen, die een hooggeplaatste
positie, een titel e.d. hebben.
In hooge mate te beïnvloeden
Op een volgende vraag antwoordt de ge
tuige, dat z. i. Liebermann van den aanvang
af niet te kwader trouw geweest kan zijn.
Hij zal het misschien in een bepaald geval
niet al te nauw nemen, doch een opgezet
plan heeft hij ongetwijfeld niet gehad. Men
vergete daarbij niet, dat Liebermann aan
pseudologia phantastica leidende is.
Liebermann is geen groote geest, is geen
groot man; hij is in hooge mate suggestible.
Welke invloed kan de omstandigheid,
dat Liebermann steeds door advocaten werd
bijgestaan, op zijn handelingen hebben ge
had? is de volgende vraag.
Een situatie, dat de rechtsgeleerden onaan
tastbaar blijven en de cliënt, die op hen ver
trouwd heeft, alleen in staat van beschuldi
ging gesteld wordt, zou in Riga niet lic^t
kunnen voorkomen, antwoordt dr. Fried
mann. Het feit, dat men op advies van
rechtsgeleerden gehandeld heeft, pleit daar
zeer voor den goeden trouw.
Uit het antwoord op een volgende vraag
blijkt, dat in Oost-Europa helaas, zegt dr.
Friedmann niet de scherpe afscheiding
bestaat tusschen hypotheek- en andere ban
ken, gelijk die o.m. in Nederland bestaat.
Is er in Finland in bepaalde kringen een
sympathie voor Liebermann geweest? luidt
de laatste vraag van mr. Veth.
De getuige bevestigt dit. Zijn vrouw heeft
veel medelijden weten op te wekken en Lie
bermann maakte op de menschen die hem
spraken een zeer goeden indruk. Men zag in
zijn lot, zijn vlucht, een tragedie. Men be
schouwde hem niet als de groote zwende
laar uit Oost-Europa, die geheel Holland
bedrogen heeft, doch meer als de vreemde
ling, die in Holland in handen van slechte
elementen was gevallen.
De officier, mr. Reilingh, vraagt vervol
gens of in de randstaten niet een wettelijk
verbod bestaaat om hypotheken en andere
activa aan een hypotheekbank te onttrekken.
Dr. Friedmann meent van niet; volgens
het Finsche recht is het zeer zeker niet het
geval.
De zitting wordt dan geschorst tot twee
uur, wanneer het woord zal zijn aan den
officier van justitie voor het nemen van zijn
requisitoir.
Hel Requisitoir
Na de pauze was het woord aan het O. M.,
mr. D. Reilingh.
Spreker ving zijn requisitoir aan met een
enkel woord van hulde aan het onderzoek
van den rechter-commissaris mr. Feenstra.
Deze voerde de instructie met groote nauw
gezetheid en scherpzinnigheid en tevens
met groote objectiviteit.
Een groot verschil met de vorige behande
ling, zoowel in de instructie als ter terecht
zitting, bestaat hierin, dat thans niet be
sproken behoeft te worden de gesties van de
.Veendammer."
Spreker stond hierna in het kort stil bij
de eerste periode: de onderhandelingen met
Sedeyn tusschen 11 November 1926 en 20
Maart 1927. 't Is gebleken, dat het denkbeeld
om den koopprijs te betalen in één millioen
in contanten en één millioen cash is uit
gegaan niet van Liebermann, maar van Wolt
man. Maar in alle geval blijkt overtuigend,
dat een bijzonder contract is geteekend door
Liebermann op 23 Februari 1927, waarin ge
sproken wordt over een ander contract. Spr.
vindt dit een belangrijke aanwijzing, hoe het
ééne millioen zonder eenige tegenprestatie uit
de „Veendammer" zou komen. Uit dit con
tract blijkt bovendien, dat van den beginne
af verkocht zou worden voor de Disconto-
bank.
Hierna stond spreker stil by het tweede
tydperk. Hoe dit begonnen is, staat niet
heelemaal vast. Maar wel staat vast, dat
Liebermann zelf begonnen is met te wagen;
één millioen in activa en één millioen in
contanten, zonder tegenprestatie. Verklaard
is, dat het voorstel-Sedeyn van Liebermann
is uitgegaan en dat toen getuige Smits vroeg
waar de zekerheid vandaan moest komen,
Liebermann den borgtocht van Van der Toorn
en eenige belastingbiljetten ter tafel bracht.
Hieruit blijkt, dat hij toen reeds voornemens
was, het voorstel te doen om de betaling te
doen plaats hebben door meer dan twee mil
lioen activa der „Veendammer".
Dat hiertegenover stond, dat de „Beleg-
gingsmaatschappy' een overwaarde had van
1 y, millioen, staat geenszins vast. Maar ook
al was dit zoo, dan zou er nog een tekort
wezen, als er 2 millioen uit de „Veen
dammer" zouden gaan. Getuige Woltman
(vader) heeft echter verklaard, duidelijk aan
Liebermann te hebben gezegd, dat de „Be-
leggingsmaalschappy" een „stroppenmaati-
schappij" was.
Ook is het bekende rondschrijven aan zijn
medewerkers teekenend. Daaruit blijkt, dat
Vanaf HEDEN zullen wij voor eenige
weken in onze STOFZUIGER-AFDEE-
LING met 15% KORTING leveren. Een
verstandige huisvrouw profiteert van
deze gelegenheid. Ook in huurkoop.
Vraagt ons demonstratie bij U thuis.
Groote Houtstraat 15 Telef. 15497
CENTRALE
Kenaupark 26A Telefoon 12644
SPREEKUREN:
van 9-11 en 1 tot 2.
Dinsdag van 6.30 tot 8.30
Zaterdagmiddag GEEN Spreekuur
MkU Sl COTEN - HARUNCEN,
er negen millioen passiva waren en een kleine
negen millioen aan activa.
Dan hebben, wij de considernas van het i
kassierscontract punten 2 en 3, zoodat wij
als zeker kunnen aannemen, dat Liebermann
absoluut niet kon aannemen, dat de „Be
leggingsmaatschappij" een overwaarde had.
Ook de vordering op de „Discontobank"
had geen waarde. Echte bankzaken deed deze
bank niet en een vordering van 2)4 millioen
op haar was apert. Spreker wil niet zeggen,
dat de borgstelling voor 100 pet. niet heeft
bestaan, maar als zij bestaan heeft, dan was
het alleen om ze voor eenige dagen te kun
nen vertoonen aan enkele personen voor be
paalde doeleinden. Als ze bestaan heeft, heeft
zij echter geen waarde gehad. 1
Spreker deed daarop uitkomen, dat Lie
bermann geen enkel ernsUf onderzoek deed
plaats vinden naar de mogelijkheid van ver-
wezeniyking zijner plannen, met geen enkel
ernstig uitgewerkt plan is hij voor den dag
gekomen, en de rechtvaardigheidsgronden,
die hij opgeworpen heeft, houden in een vol
ledige erkentenis van de wetenschap, dat de
crediteuren van de „Veendammer" zouden
worden benadeeld.
Spr. voerde vervolgens tegen Liebermann
aan de quaestie van het disagio, het ver
schil tusschen de nominale waarde en de
koerswaarde van de pandbrieven der „Veen
dammer", waarop Woltman (vader) recht
meende te hebben; op onreëelen koopprijs,
die voor de „Veendammer" werd gegeven;
de uitlatingen van Woltman (vader)het op
richten eener nieuwe hypotheekbank op
„de puinhoopen der „Veendammer" en „de
klad zat er in," zoodat verdachte kon weten
dat men de „Veendammer" niet als een ern
stige hypotheekbank beschouwde; het feit,
dat Liebermann heeft gezegd alle bescheiden
van de „Veendammer" te hebben bestu
deerd; het onvolledig inlichten van Möh-
ring; het medewerken aan het nieuwe bestuur
van de „Veendammer"; het tegenwoordig zyn
van Liebermann bij de overdrachten.
In hoever kan verdachte zich beroepen op
de adviezen en den bijstand van de reents-
geleerden? Spr. gelooft dat dit beroep niet
kan opgaan. De verdachte was niet alleen
van de „Veendammer" maar ook van de
„Discontobank" veel beter op de hoogte dan
de advocaten en in elk geval is een der
hoofdmomenten, de afspraak dat alles be
taald zou worden in activa, tusschen Wolt.
man en Liebermann en buiten medewerking
van de advocaten tot stand gekomen. Als de
advocaten hebben meegewerkt aan de trans
acties, dan zijn ze niet zoozeer de adviseurs,
maar de medewerkers geweest in het slechte
en afkeuringswaardige met de bedoeling dit
in zoodanigen vorm te gieten, dat later even
tueele tusschenkomst van den rechter voor
een financieele schadevergoeding niet zou
kunnen worden ingeroepen. Dit beroep op de
advocaten kan alleen van invloed zijn op de
strafmaat.
Spr. stond vervolgens stil bij de juridische
constructie van de feiten waaraan verdachte
zich schuldig maakte.
Hierna behandelde spr. het tweede com
plex feiten, dat aan Liebermann ten laste
is gelegd; de overdrachten van de waarden
der „Veendammer" door Möhring aan Lie
bermann of diens „Discontobank". Verdachte
heeft alles gedaan buiten Van der Toorn -en
de commissarissen van de „Discontobank"
en de „Veendammer" om.
Zoowel de feiten in de eerste als in de
tweede periode achtte spr. bewezen. In de
tweede periode werd'nog sterker uitgespro
ken, dat steeds meer de dekking van de
pandbriefhouders werd weggewerkt.
Of hier van onttrekken van goederen aan
den boedel dan wel van een vervreemden be
neden de waarde moet worden gesproken,
is van weinig belang.
Hoezeer Möhring als slachtoffer beschou
wende en deernis met hem hebbende, meent
spr. toch dat Möhring's strafrechteiyke aan-
sprakeiykheid vaststaat, ook in het geval
waarin hy door het Hof werd vrijgesproken.
Door de voortdurende samenwerking die er
tusschen Liebermann en Möhring bestond,
neemt spr. aan niet het uitlokïen, maar het
medeplegen van bedrieglijke bankbreuk.
Wat betreft het contract-Paardenkooper,
dat contract uit uitgegaan van Paardenkoo-
per en werd door mr. Spaargaren aangepre
zen, maar verdachte is er toch homogeen
mee gegaan.
Niet duideiyk is spr. gebleken, dat ver
dachte ernstig heeft gewild, de aangerichte
schade te herstellen. Eerst deed veraaente
het aanbod van een ton, doch spr. heert met
kunnen vaststellen in hoever de toezegging
plaats had vóór of na de blokkeering van de
waarden door de justitie.
Wat de strafmaat betreft, het maximum
op het misdrüf van bedriegiyke bankbreuk
is zes jaar gevangenisstraf. Het misdryf is
een zwaar misdrijf. In een snel tempo werd
de „Veendammer" voor een groote waarde
benadeeld en leden kleine beleggers groote
nadoelen, terwijl de ontvreemde waarden
grootendeels in verdachtes zak terecht zyn
gekomen. Verdachte zou dus de maximum
straf van zes jaar verdienen. Maar spr. is
niet ▼rij in zijn eisch: hij moet rekening hou
den met de straf, aan de andere verdachten
in deze zaak opgelegd.
Wie precies de hoofddader is, staat niet
vast. De totale afbraak in een dergelijk snel
tempo doet echter besluiten tot de conclusie,
dat verdachtes aandeel zwaarder is. Maar
aan den anderen kant moet spr. er rekening
mee houden, dat hy buitenlander en Ce straf
voor hem dus zwaarder is; verder wil hy
rekening houden met wat dr. Friedmann
heeft aangevoerd; met de omstandigheid, dat
verdachte een buitengewoon zwaar jaar
achter den rug heeft tengevolge, van de af
persingen en de chantage, waarin hij in het
Oosten heeft blootgestaan en ten slotte met
den voomaamsten factor dat personen van
alle ambten en beroepen van het begin tot
het einde hebben bijgestaan, personen die
strafrechteiyk helaas niet te achterhalen
zijn. Hadden die personen geweigerd advie
zen te geven aan verdachte, dan zouden de
malversaties niet dien omvang hebben aan
genomen.
De eisch
Rekening houdende met alle omstandighe
den vorderde spr. ten slotte tegen den ver
dachte veroorcleeling tot drie en half jaar
gevangenisstraf met aftrek van den tijd in
voorarrest doorgebracht.
Voortzetting a.s. Woensdag.
Zaterdagavond stapten in de laatste tram
uit de richting Den Haag bij de halte
Nova eenige personen, die onder den invloed
van sterken drank waren en hun mederei
zigers lastig vielen. De agent S„ die zich in
burger in de tram bevond, trachtte de
ruziemakers te kalmeeren, hetgeen hem
echter niet gelukte. Zij keerden zich nu ook
tegen den agent, wien zij by de halte
Rozenboomlaan een trap gaven, waardoor
deze uit den wagen viel. S. had zich echter
niet ernstig bezeerd en begaf zich direct naar
het poltiebui'eau, vanwaar hij per rijwiel,
bijgestaan door enkele collega's de ruziezoe
kers, die met de tram naar het eindpunt
waren gereden, achterna ging. Op den Vliet-
weg wist hy hen te achterhalen en na een
korte vechtpartij slaagde hy er in de twee
heeren naar het politie-bureau te transpor
teeren.
Aldaar bleken het de geboeders A.,
wonende aan den Broekv/eg te Stompwijk te
zyn.
Een van hen is Zaterdagnacht reeds in
vrijheid gesteld, de hoofdschuldige moest
tot Zondagmiddag blijven. Tegen beiden is
proces-verbaal opgemaakt. S., die door dr.
De Leeuw onderzocht is, heeft een niet
ernstige wond opgeloopen.
In den nacht van Zondag op Maandag om
drie uur is t.e Kerkrade op de markt een
auto in volle vaart tegen een ijzeren hek
werk gereden, met het .gevolg, dat het voor
ste gedeelte van den wagen totaal werd ver
nield. Een der twee inzittenden, een mijn
werker uit Heerlerheide, werd zwaar ge
wond en moest bewusteloos in het hospitaal
worden opgenomen. De chauffeur, uit Heer
len afkomstig, die onder invloed van sterken
drank bleek te verkeeren, werd gearresteerd.
In den nacht van Zaterdag op Zondag is
het gebouw van Het Volk op de Keizers
gracht te Amsterdam geheel met teer be
spoten.
Bij een onderzoek heeft men kunnen af
leiden, dat de daders met een auto, waarin
een ton met teer en een spuit, zijn voorge
komen en in een ommezien den gevel met
teer hebben bespoten.
De weerkundige medewerker van het
„Vad."1 schrijft ö.m.
In het algemeen is de weersgesteldheid ge
worden, zooals zij in den zomer behoort te
zijn. Dan ligt de hooge druk steeds in het
Zuiden en Zuidoosten, terwijl in het Westen
en Noordwesten depressies voorbijtrekken.
Komen deze in onze nabijheid, dan onder
vindt de weersgesteldheid by ons den invloed
van de kleine rand-minima, die aan de Zuid
oostzijde der depressies zich ontwikkelen. Het
weer is dan eenigszins ongestadig, mooi
weer wisselt snel af met regen, maar beide
duren telkens slechts kort. De temperatuur
stijgt daarbij niet bijzonder hoog, noch is het
guur, zoodat de drukkende zomerhitte en
groote droogte, zoowel als 't gure weer met
Noordenwind wegblijven. Wel is waar is het
weer dan veranderlijk maar de voor den
plantengroei noocfige regen valt op tijd en
wordt afgewisseld door den zonneschijn, die
allen welkom is.
Zondagmiddag, terwijl de 25-jarige jonge
man G. Busch het Wilderinksplein te Hen
gelo (O.) wilde oversteken, had hij het
ongeluk onder een vrachtauto van de bier
brouwerij „De Klok" te geraken. Hij werd
zwaar gewond naar het ziekenhuis ver
voerd, waar hij enkele uren later over
leed.
Toen het vier-jarig meisje Adriana van
Gog, wonende Vemisstraat te Tilburg, al
spelende den straatweg by het Julianapark
overstak, werd zij door een auto gegrepen
en ongeveer acht meter meegesleurd. De
kleine bekwam een ernstige hoofdwonde en
een beenfractuur. In zeer zorgwekkenden
toestand werd zij naar het ziekenhuis ver
voerd.
De burgemeester van Wassenaar verzoekt
bekend te worden gemaakt met de identiteit
van het lyk van een 20 a 25-jarigen man, dat
Zaterdagmiddag op het strand onder de ge
meente Wassenaar is gevonden.
Het signalement luidt als volgt: Lengte 1.75
M., normaal postuur, bruin, lang, achterover
gekamd haar, rossig, gewoon voorhoofd, iets
gebogen en tamelijk dikke neus, blauw-gryze
oogen, gaaf gebit met breede snytanden,
dubbel lidteeken, rechts boven het rechteroog
in wenkbrauw, klein lidteeken rechts onder
aan de kin, geen werkman.
De man was gekleed in een colbert-cos-
tuum, bruin van kleur met een rood streepje,
wit overhemd, geen onderkleeding, een smalle
dubbele boord, gemerkt de Z. 42, Record no.
70, bruine zelfstrikker, lage bruine schoenen,
welke tamelijk versleten zijn. Voorts had hij
bij zich een zakspiegeltje, een zakmesje, een
potlood met nikkelen dop, twee zakdoeken,
één met een wit en één met een rood streep
je. Ook werd nog op het lijk gevonden een
zelf-laadpistool in een bruin-lederen étui.
WOENSDAG 19 JUNI
HUIZEN—336,3 M. Na 6 uur 1852M. UitsLN.C.R'-V»
uitz. 11.0011.30 Korte Ziekendicnst Hi2*30r"*
1.45 Solistenconcert 1.453.00 Gramofooo.pl>ten-'
concert 3.005.00 Solistenconcert 5.00—6-°®
Kinderuurtje 6.006.30 Lezing over ElectricitM*
m onze woningen 6.307.00 Lezing over de aisluitinS
van de Zuiderzee 7.008.30 Uitzending van.,dejbid*
stonde in de Nieuwe Kerk te Kampen, ter gelegenheid
van het 75-jarig jubileum v. d. Theologische schooL—
8*30 Concert. Mannenkoor- orgelspel en solisten. Daaffl*
persber.
HILVERSUM 1071 M. ic.oo10.15 MorgenWiJ-
ding 12.152.00 Concert door het A.V.R.O.-Kwm-
te t 2.003.00 Gramofoonmuziek 3.004-°°
Cursus, Maak het zelf4.005.00 Lezing ovef
Mineralen en gesteenten, door Dr. Fesch - 5.307*1*
Concert door het Omroep-orkest. C. de Wilde, cello
7.30—7.45 Gramofoonmuziek 8.008.15; Gramo*
foonmuzieli 8.15 Aansl. van het Kurhaus in* Sche-
veningen. Het Residentie-orkest. eMargaret Matzenauef*
zangeres. Daarna persber. Vrvolgens gramofooa.-*
muziek.
DAVENTRY 1562 M. 10.35 Kerkdienst
Voor de huisvrouw 11.20 GramofoonmuziekI?*?°
Baliadenconcert (alt-tenor) 13.50 Gramofoonmuziek
1.202.20 Orkestconcert 2.50 Voorlezing voof
scholen 3.20 Gedichtenvoorlezing 3.50 Huishoud-
praatje 4.05 Licht klassiek concert Strattonistrijk-
kwartet. I. Short, piano 5.05 Orgelconcert (Cinem*-
orgel) 5.35 Kinderuurtje 6.35 Nieuwsber. "6.50
Tuinpraatje 7.00 Lïuzick 7.05 Oude Italiaanse^®
liederen door E. Conti, sopraan 7.20 Landbouw-
praatje 7.35 Muziek 7.45 Lezing Buying 8.05
Concert door het Russisch vocaal kwartet Moussorgsky
8.20 Concert door het Stedelijk orkest van'Folke
stone. N.edz.elski, piano g.20 Nieuwsber. 9-35
Causerie over Afrika 0.55 Pianoconcert door A. Unins-
ky 10.35 »rNorma" (4e acte), opera» ii.ooJDaos*
muziek 11.2012.20 Dansmuziek.
PARIJS „RADIO-PARIS" 1744 M. 12.50—
Gramofoonplatenconcert 4.055.05 Orkestconcert
6.557.20 Gramofoonmuziek 8,55 Concert door het
orkest o. 1. v. E. Bigot.
LANGENBERG 462 M. 10.35 en 12.30 Gramofoon
platenconcert 1.252.50 Orkestconcert 6.056.5®
Gramofoonmuziek 8.20 Ergens in West-DuitschiaO®
(Dr. Oetker) 8.50 Robert Koppel-avond. Klein Wer®S~
Orkest en Robert Koppel. Daarna dansmuziek'"K*
12.20.
ZEESEN 1649 M. 12.204.50 Lezingen 4.5o-*-*
5.50 Orkestconcert 6.207.05 LezingenS.20
Actueele causerie 8.50 Orkestconcert. Werken^van
Ketclbey 9.35 Kariiermuziek. Deman-kwartet. Daar
na tot 12.20 Dansmuziek.
HAMBURG 391.6 M. 5.20 Werken van K*-Thotna£
voor piano, fluit en cello 6.20 Orkestconcert:8.20
„Verliebt-Verrückt", operette in 5 tafr» van Nestr®
en Hiller 10.50 Actueele causerie 11.20 Dans
muziek
BRUSSEL 5119 M. 5.20 Trioconccrt 6.50 Grsuno-
foonmuziek 8.35 Orkestconcert o. L v»'R,
Mme. Kalliwoda en Hr. Angenot, zang.
De ceiilrale loting op 28 dezer
De minister van Defensie heeft het vol
gende bepaald:
De in art. 10 der dienstplichtwet bedoeld®
loting ter bepaling van d'en ingeschrevene»
die in elke gemeente of in elke groep van
gemeenten het eerst in aanmerking komt can
tot gewoon dienstplichtige te worden be*
stemd, heeft in het openbaar plaats voor d®
lichting 1930 en voor de lichting 1931 op
Vrydag 28 Juni 1929, des n.m. om 2 uur 10
's-Gravenhage in de Rolzaal, Binnenhof 8.
De loting voor de lichting 1930 en de loting
vqor de lichting 1931 geschieden uit een ëe"
tal genummerde biljetten, overeenkomend®
met het getal der personen vermeld in h®c
alfabetisch register der gemeente Amsterda®
van de lichting 1929.
Ten aanzien van de loting voor de lichting
1930 en van die voor de stichting 1931 word®
gehandeld in dien zin, dat, nadat voor de
lichting 1930 overeenkomstig art. 20, derd®
lid, van het Dienstplichtbesluit één biljet u™
de lotingbus is genomen, een biljet, voorrij
van hetzelfde numer, weer in de bus word"
gedaan, en zich daarin bevindende biljetten
opnieuw worden dooreengemengd en verve?1"
gens voor de lichting 1931 een biljet uit'-d0
bus wordt genomen.
De commissie geïnstalleerd
Zaterdag j.l. heeft in het Departement v»n
Defensie de installatie plaats gehad van 00
commissie voor de centrale loting voor
de
lichting 1930 en 1931, voorzitter de heer O#'
R. W. J. C. de Menthon Bake, raadsheer i3
den Hoogen Raad.
Namens den Minister, die door afwezig*
heid verhinderd was zelf tegenwoordig 10
zijn, werd de commissie geïnstalleerd door
den heer P. Oosterhoff, administrateur bU
het departement van Defensie.
De Directie der Italiaansche Opera bef1^
ons, dat voor de aanstaande zomer-conc®-
tournée reeds geengageerd zyn SiErn°rlI*c
Enrica Alberti, Soprano lirico en Sign0
Pietro Biasini, Bariton en Luigi
Basso. Als Maestro aan de piano is geëng8,
geerd Maestro Vincenzo Marini. j,
De namen van nog drie medewerkend
zullen eerstdaags bekend gemaakt worde-
Behalve de reeds vermelde steden zullen n -
■Concerten worden gegeven te Valkenburg
Venlo.