Brieven uit Duitschland Buitenlandsch Nieuws VOOR DE HUISKAMER feuilleton mOSs jDames tweede blad ALS HET HART ROEPT.... NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT DONDERDAG 20 JUNI 1929 BLADZIJDE 1 Hoe het in China toegaat Het bezoek van Stresemann aan Parijs Èepsl kijken De verschijning DE OPENING VAN HET PARLEMENT Roman, vrij naar het Engelsch bewerkt door J. P. SCHEEPENS Berlijn, 17 Juni 1929 Met de Regeering van d en Duitschen Staat Beieren heeft de Paus een concordaat afge sloten. De regeering van d en Duitschen Staat Bruisen verkondigde jongstleden Vrijdag dat zij met den Paus een Staatsverdrag had afgesloten, geen concordaat. Een eigenlijk concordaat behelst eendrachtig genomen be sluiten door den Paus en Katholieke regen ten, Het Staatsverdrag onderteekend door den Apostolischen Nuntius Eugen Pacelli, eenerzjjds en ministerpresident Otto Braun eh de ministers Becker en Höpker-Aschoff anderzyds is een „solenne convenzione" 'n Plechtige overeenkomst. De belangen der Kerk in het vroegere protestantsche Prui sen werden in 1821 geregeld door een z.g. circumscriptionsbulle. Een dergelijke bulle •Jmpensa Romanorum poniificum" publiceer de in Juni 1827 een concordaat lees ver drag met ons land, dat evenwel door na. komende bezwaren der Nederlandsche Re geering niet tot uitvoering is gekomen. Nade- tnaal allen van rechts en links en van het midden in alle toonaarden spreken van het concordaat een woord, dat verwant is met concordia-eendracht zullen we ook verder spreken over de voornaamste punten van het nieuwe verdrag als van dit concordaat. Het verschilt in enkele zeer belangrijke Punten beduidend van het verouderde. Vroe ger was een bisschopskeuze mogelijk die niet strookte met den uitdrukkelijken wil van den Paus. De kanunniken worden in tegenstelling met vroeger vrij en zonder bemoeiingen van den Staat door een Bisschop of den Paus benoemd. Als een bisschopskeuze moet plaats hebben zenden het Kapittel en alle Pruisische Bisschoppen candidatenïijsten naar den H. Stoel. Rekening houdend met deze lijsten, zonder er evenwel door gebonden te zijn, stelt 2. H. het Kapittel drie candidaten voor uit Welke het door vriie en geheime stemming den Bisschop kiest. De H. Stoel vraagt dan bij de Staatsregeering aan of tegen benoe ming van den gekozene bezwaren bestaan, bezwaren van uitsluitend politieken aard. Wel dus nog een soort vetorecht, doch beperkt en Practisch van geen belang. Het concordaat bepaalt ook de oprichting Van twee nieuwe bisdommen: Berlijn, en Aken. Berlijn met zUn meer dan een half miliioen katholieken behoort tot het bisdom Breslau, dat een aartsbisdom zal worden. De Pruisische Diocesen zullen worden samenge vat in drie groote kerkprovincies. Het aarts bisdom Breslau met de bisdommen Berlijn en Brmland (Oost-Pruisen) en de Prelatuur Schneidemühl. Het aartsbisdom Keulen met de bisdommen Aken, Limburg, Munster en Osnabrück. En het, aartsbisdom Paderbom met de bisdommen Fulda en Hildesheim. Het concordaat verlangt van de Priesters d? bewijzen van bekwaamheid, het Umversi- trir onderwijs te volgen. Pastoor eener paro chie die van den Staat, een dotatie geniet, kunnen de priesters worden, die minstens 3 •laren de collega's der katholieke theologische faculteit der Staatsuniversiteiten Breslau of Bonn bezochten of door den Staat erkende bisschoppelijke seminaria of het eveneens door den Staat erkende collegium Germani- c",m in Rome. Hetzelfde wordt verlangd van den aanstaanden professor in een seminarie en van den priester, die ta het bestuur van een diocees wil werkzaam zijn, dus ook van den toekomstigen bisschop. In al deze geval len verlangt de kerk zelf belangrijk meer. Al leen Duitschers kunnen in Pruisen pries ter worden. Op beroep en ontslag van de professoren der Katholieke theologische faculteit aan de genoemde Staats-universiteiten heeft het Episcopaat allen invloed. Leeraart een pro fessor in strijd met de leer der R. K. Kerk, of is zijn levenswandel laakbaar, dan zal op aanklacht van het Episcopaat en er mee in overleg, de cultus-minister dezen hoogleeraar wel grappig maar ook ergerlijk, dat de vrij zinnigen juist en vooral tegen deze bepaling zoo filmineeren. Ze vinden, dat een aanslag op de vrijheid. Ach wta zouden ze daar graag een Davidje Wijnkoop in volle vrijheid zien op treden, om er onze aanstaande priesters te onderwijzen in de Katholieke theologie. Een caricatuur maar de gelijkenis is sprekend. De financieele bepalingen zijn in een en kel artikel vastgelegd. Het concordaat spreekt van een „dotation", een jaarlijksche schen king van den Staat aan de Kath. Kerk in Pruisen van 280.000 Mark, vroeger 1Y mil iioen mark. De landdag kan geen verandering in het concordaat aanbrengen, hij moet 't verwer pen of aannemen, zooals het voor ligt. Het is daarom tactisch zeer juist, het belangrijke vraagstuk der school in Pruisen hier onaan geroerd te laten. Allen van links en velen van rechts zouden er storm tegen geloopen hebben. Het doel zal op andere wijze bereikt worden. Met kracht en taaie volharding blij ven de Katholieken in Pruisen strijden voor hun recht op de eigen school. Ongetwijfeld zullen op den Pruisischen landdag nog vele bezwaren tegen het concor daat luid worden. Te beginnen van uiterst rechts, de Völkischen, die zoo graag den ouden Wotan-cultus door een „rasrein" Duitsch volk in eere zagen hersteld; Wage- neriaansch opgepoetst onder de leuze: Wotan is de echte raszuivere Duitsche Wo- tan en Wagner is zijn profeet, Ludendorff zijn schildknaap. Zij met hun anderhalven man stemmen plechtig tegen. De nationaal-socialisten zijn geboren kemphanen. Krijgt er een ruzie in de partij; dan trekt hij naar de kemphanen van uiterst links, de communisten, om na een blauwen Maandag weer uit deze partij in het nationaal socialistische kamp te worden te- ruggebokst. Zoo gaat hat met deze luidjes als maar hin und her. Hunne afgevaardigden in den landdag mogen al wat meer honkvast zijn. ook zij zijn onberekenbaar. Op hunne hunne stemmen voor het concordaat is niet te rekenen. De Duitsch-nationalen verlangen gelijktijdige en gelijkwaardige verdragen van den Staat met de protestantsche kerken in Pruisen. Wordt aan him verlangen voldaan wat ontwijfelbaar is dan zullen ze voor stemmen. De Duitsche Volkspartij, dat is de nationaal-liberale partij en de links staande democraten „het vrij- en eigenzinnigdenkend deel der natie" kwam al met bezwaren, die ik hier aangaf. Ze vinden ook dat den Staat en niet den Paus de beslissing bij de bisschops keuze toekomt! Hunne stemmen zullen ver deeld zijn. De economische partij zal unaniem met het Centrum voorstemmen. Uit partij discipline minister-president Braun is hun groote voorman en omdat 't concordaat 't sehoolvraagstuk onberoerd laat, zullen de sociaal-democraten deels voorstemmen, deels zich van stemmen onthouden. Het spreekt vanzelf, dat de communisten' driedubbelrood onderstreept tegen zullen stemmen. Alles te zamen, lijkt parlementaire toestem- Iming en dus ratificatie van het concordaat zeer waarschijnlijk. H. L. De Parijsche correspondent van het Han delsblad schrijft: Aan een hier ontvangen particulieren brief uit Peking, ontleen ik de volgende amusante transpositie van de tegenwoor dige toestanden in China, in een Neder - landschen toonaard. Ze zal, dunkt me, voor Velen onzer landgenooten, die met de ver houdingen in China nu niet zoo heel ver trouwd zijn, de zaak wat duidelijker kunnen blaken. ■J.qpt ik eens probeeren zoo luidt de bedoelde passage je een trouw beeld in miniatuur te geven van den toestand op het oogenblik, door dien eenige malen in krimpen en te projecteeren op Neder- land. De regeering (Tsjang Kai Sjek) zit in "s-Hertogenbosch-Nankinghaai- werkelijke hiac.ht strekt zich uit over Brabant, Zuid- Bolland, Zeeland en een stuk van Limburg, hi Maastricht-Kanton is sedert een paar weken een oorlog gaande tusschen regee- ringstroepen en een paar opstandige gene raals uit Roermond. Die stonden op het punt Maastricht in te nemen, teen ze op eens terugtrokken, omdat hun munitie op was. In Utrecht zit maarschalk Feng Yoe Siang [de z.g. christen-generaal). Hij be- heerscht de provincies Utrecht en Gelder land en een stuk van Overijsel, een zeer arm gebied en heeft daarom het oog op de rijke provincie Zuid-Holland, om zijn troepen te voeden, belasting te heffen, en vooral om de haven van Rotterdam te krijgen, waar hij kanonnen en munitie over zee kan doen aanvoeren. Rotterdam was tot voor eenige weken bezet door Japansche troepen, om het leven van duizenden Japan sche kooplui te Rotterdam te beschermen. Toen de Japanners nu wegtrokken, hoopte Feng, dat de regeering in Den Bosch hem Zuid-Holland zou geven, maar zij stuurde er een van haar generaals heen. Feng is nu razend en een oorlog tusschen hem en Den Bosch wordt nu ieder oogen blik verwacht, of is al uitgebroken. Hij is alvast begonnen, alle spoorwegbruggen tus schen Amsterdam-Peking en Den Bosch- Nanking, op te blazen, zoodat de eenige spoorwegverbinding tusschen Amsterdam en Den Bosch over Rotterdam loopt. Langs die lijn moet het lijk van Soen Yat Sen ver voerd worden, en de Gezantentrein gaan. Doet Feng een uitval op die lijn in de rich ting Leiden, dan moet het vervoer gaan via IJmuidenTientsin, over zee naar Vlissin- genSjanghai. Noord-Holland, benoorden Amsterdam, is in handen van generaal Yen, die tot nu toe beweert een aanhanger van Den Bosch te zijn, maar zich voor een paar miliioen dollar wel bij Feng wil aansluiten. Gronin gen, Friesland en Drente (Mantsjoerije) zijn in handen van generaal Tsjang Sjao Liang, die zich in die rijke provincies ge heel onafhankelijk voelt. Teen zijn vader, Tsjang Tso Lin, zich verleden jaar uit Gel derland en Overijsel naar het Noorden moest terugtrekken, heeft hij bij die ge legenheid alle spoorwagens uit Utrecht, Gel derland en Overijsel meegenomen naar het Noorden. Op herhaalde „verzoeken" van de regeering in Den Bosch, zendt hij soms een paar afgedankte derde-klasse wagons terug. Hij wacht het conflict Feng-Den Bosch rustig af. Aan den Bosch heeft hij voor- loopig beloofd neutraal te zullen blijven, maar komt Feng aan de winnende hand, dan zal hij zich wellicht bij hem aan sluiten, tenzij Den Bosch hem een paar miliioen meer kan aanbieden dan Feng. Deze laatste krijgt echter uit Duitschland geld van de Bolsjewiki. Dit alles- zijn echter nog maar enkele hoofdtrekken. Zoo is b-v. in den Achterhoek sinds jaren een onderlinge oorlog aan den gang tus schen verschillende generaals, waarop in het geheel geen oog te houden is. Boven dien moet men niet vergeten, dat „oorlog" hier meer een financieele transactie is, clan 'n militaire onderneming. Er vallen alleen per ongeluk wel eens dooden. 't Is meer een schaakspel; de regel is, dat wanneer 1000 man staan tegenover 2000 man, de 1000 man zich overgeven, of liever zich laten afkoo- pen, of, als ze zelf veel geld hebben, de 2000 man naar hun .zijde doen overloopen. Dit geeft natuurlijk aanleiding tot de meest verrassende gevolgen, en kan tot in het on eindige worden voortgezet. Soms merkt een generaal, dat zijn lieele leger onder zijn neus is „weggekocht", en meestal neemt hij clan voor eenige weken zijn intrek in een hospitaal in een veilige buitenlandsche concessie. Krijgt hij het heel benauwd, dan gaat hij naar Amerika of Europa „om zijn studies voort te zetten". Het bovenstaande is natuurlijk hoogst on volledig besluit de briefschrijver ik kan alleen garandeeren dat er geen woord van overdreven is. Niet zonder humor zijn dan ook de pas uitgegeven postzegels met hgt portret van Tsjang Kai Sjek, „ter^ge legenheid van de unificatie van China! PARIJS, 19 Juni. -V. D.) Naar aanlei ding van het aanstaande bezoek van Dr. Stresemann aan Parijs, schrijft de diplo matieke medewerker van de „Petit Pari- sien," dat Briand en Stresemann te Madrid tot deze samenkomst hadden besloten, aan gezien men in de Spaansche hoofdstad geen gelegenheid had om de maatregelen, noo- dig voor het in werking treden van het plan-Young, voldoende te bespreken. Nu da Fransche regeering zich eenstemmig voor het aanvaarden van het plan-Young heeft uitgesproken bestaan er geen bezwaren om met Dr. Stresemann van gedachten te wis selen. Aangezien zicll echter zoowel in Duitschland als in Frankrijk de parlemen ten nog over deze aangelegenheid moeten uitspreken kunnen de besprekingen niet anders dan een zeer algemeen karakter dragen en zal men misschien kunnen spre ken over den datum der te houden confe rentie en over de mogelijkheid van een ver vroegde ontruiming van het Rijnland. In Frankrijk schijnt men er veel voor te voe len om de conferentie zoo spoedig moge lijk bijeen te roepen, hoewel men van mee ning is, dat de te behandelen kwesties ge- ruimen tijd in beslag zullen kunnen nemen. De voorstanders van het onmiddellijke bij eenroepen zijn van meening, dat men het ijzer moet smeden, zoolang het heet is, zoodat het plan-Young reeds in den aan staanden herfst in werking zal kunnen tre den. Augustus achten zij ongeschikt, aan gezien dezemaand de eenige vacantie voor de staatslieden is. De bijeenroeping in Juli heeft bovendien het voordeel, dat de par lementen ten volle kennis kunnen nemen- van den toestand der oorlogsschulden- en schadevergoedings-kwesties. PARIJS, 19 Juni (V.D.) Voor den lunch, ter eere van het bezoek van Stresemann aan Parijs, had de Duitsche minister een onder houd met Briand, dat een uur duurde. In een pers-communiqué deelde Briand mede, dat men zich heeft bezig gehouden met het onderzoek naar de mogelijkheden van het in werking stellen van het plan- Young en dat de verdere besprekingen voor de kanselarijen zijn weggelegd. Omtrent den datum en plaats der confe rentie is echter nog niets besloten, doch ge ruchten spreken van een zitting in Juli te Lausanne. In aansluiting op de ontvangst van den Duitschen minister van buitenlandsche za ken op Quai d'Orsay hebben Poincaré, Laat Uw garderobe door HOEING'S STOOMERIJ VERVERIJ onderhouden en U zult tevreden zijn. Belt U 10873 of 10382 even op. Stresemann en Briand Briand en de minister van financiën, Che- ron, zich kort voor drie uur naar d'e Ka mer begeven, om aldaar voor de vereenig- de commissies voor buitenlandsche zaken een uiteenzetting ts geven van het regeerings- standpunt in de kwesties financiën van het plan-Young en der ratificatie der inter- geallieerde schulden. Allereerst nam Poincaré het woord, waar onder de verplichtingen waren aangegaan alsmede over de voordeelcn van een ratifi catie. Briand en Cheron zullen niet vóór Vrijdag a.s. hun meeningen ten beste kunnen geven. - Ds „Matin" over de steUingnsme van Stresemann FARIJS, 19 Juni (V. D.j. Naar aanleiding van de besprekingen van Stresemahn mst Briand en Poincaré schrijft de „Matin" o.a., dat Stresemann niet meer gelcoven moest, gelijk dit vroeger beweerd is, dat de schuldenkwesties en de reparaties verschil lende en gescheiden zaken waren. Het Youngan heeft tusschen vorderin gen op Duitschland en betalingen aan Ame rika een dergelijk parallelisme geschapen omdat Stresemann de bedoelingen van dc Fransche regeering en het Fransche parle ment niet kon erkennen. Het hangt van Stresemann af groote on rust op zijde te zetten en den toestand te verhelderen door zonder verwijl het Young- plan in Berlijn te doen goedkeuren. Het vertrek van Stresemann uit Parijs PARIJS, 19 Juni (V. D.) Dr. Stresemann is tezamen met den staatssecretaris von Schu bert, Woensdagavond om 10 uur 55 uit Pa rijs vertrokken. DE SPOORWEGRAMP IN BELGIË Men seint ons nog uit Brussel: Het spoorwegongeluk had plaats driehon derd meter -voor het station Viane-Moer- beeke. De trein van 3.13 uur uit Gent met arbeiders had juist de bocht gepasseerd, toen door een verzakking in den weg c!e trein derailleerde. Op hetzelfde oogenblik kwam een trein uit tegenovergestlde richting, die op de dwars over den spoorweg liggenóe wagons reed. Twee wagens werden totaal in elkaar gedrukt, terwijl eenige andere wagons be schadigd werden. De stoker en de machinist van den aankomende trein, konden nog juist voor het ongeluk gebeurde, van de machine springen. Negen personen, waaronder de hoofdconducteur van den trein uit Gent, werden gedood. Twintig passagiers werden grnstig gewond naar een ziekenhuis vervoerd, waar verschillende van hen in levensgevaar verkeeven. VoVorts werd een groot aantal passagiers licht gewond. De verzakking is vermoedelijk ontstaan doordat op dit ge deelte van de I-n hresteiwerkzaamheden plaas vinden. DE LUCHTOORLOG In verband met de actie van het Internatio nale Roode Kruis om middelen te beramen en maatregelen voor te bereiden ter bescher ming van de burgerbevolking voor de gevol gen van een eventueele schending van het verbod van den gasoorlog, is het van belang melding te maken van het oerdeel over de mogelijkheid van „Luftschutz" van een vete raan uit den grooten oorlog, die geacht kan worden zijn meening op ervaring uit de prak tijk te gronden. N.l. den welbekenden gene- raai v. Deimling, een der voormannen van de huidige Duitsche pacifistische beweging. In Duitschland, dat, zooals men weet, door het vredesverdrag geheel ontwapend is op het gebied van een luchtoorlog, wordt den laatsten tijd door bepaalde kringen geijverd en gepleit voor maatregelen om het land niet weerloos te laten blijven tegenover lucht aanvallen en althans de passieve luft schutz" te verzorgen. Geruimen tijd geleden behandelde de oud rijksminister dr. Krohne, voorzitter van den Verein, Deutscher Luftschutz, in een bro chure: „Luftgefahr und Luftscuhtzmöglich- keiten in Deutschland" grondig het probleem. Onlangs heeft een D.-nationale partij het voorstel gedaan drie miliioen M. beschik baar te stellen voor de bescherming van de burgerbevolking tegen luchtaanvallen. Dit voorstel neemt generaal v. Deimling als aan leiding om in een republikeinsch orgaan de onmogelijkheid te betoogen van bescherming tegen gasaanvallen. S Een afdoende luchtbescherming is er niet, verklaart hij. De veiligheid van gasmaskers is in de practijk denkbeeldig. Hetzelfde middel door millioenen burgers, vrouv/en en kinderen te laten gebruiken, is ondoenlijk. Bovendien: dagelijksch gaat de techniek voorwaarts en hoe wil men daarmede gelij ken tred houden wat betreft de bescherming der burgerbevolking? De heer v. Deimling blijkt dan ook zeer sceptisch te staan ten opzichte van de prijsvraag van het Intern. Roode Kruis voor het beste gasmasker voor de burgerbevolking. Iets optimistischer oordeelt de oud-generaal over het nut van gastvrije onderkomens, welke wellicht van eenig nut zouden kunnen zijn voor enkele bijzondere bedreigde indus triegebieden. Maar het gebruik er van voor de bevolking van steden of groote industrieele districten acht hij en velen met hem een illusie, waarna hij een loopje neemt met de eischen van sommige fantasierijke mili tairen, volgens welke in elk eenigszins groot huis voortaan een gas- en bomvrij onderko men in de kelders aanwezig moet zijn, ter wijl elke straat een collectief dergelijk onder komen moet hebben. Generaal v. Deimling's conclusie is: Elke mark. welke het Duitsche volk voor „Luftschutz" zou uitgeven, zou weggeworpen zfjn. LONDEN, 19 Juni (V.D.) Het parlement zal den eersten Juli openen met de troon rede. De troonrede zal betrekking hebben op de werkzaamheden gedurende het seizoen 19291930. Men hoopt de zitting eind Juli te verdagen tot den herfst. REDE VAN CHAMBERLAIN OP HET PILGRIM-DINER LONDEN, 19 Juni. (V. D.) Sir Austen Chamberlain, de voormalige minister van Buitenlandsche Zaken, die mede aan* het diner van de Pilgrims ter eere van den nieuwen Amerikaanschen ambassadeur Ge neraal Dawes aanzat, voerde na Dawes het woord. In een korte rede verzekerde Cham berlain den Amerikaanschen ambassadeur, dat het welkomswoord, dat de minister van Buitenlandsche Zaken, Henderson, tot hem had gesproken niet namens een partij, maar namens het geheele Engelsche volk was be- Chamberlain doeld. Wat ook de meeningsverschillen tus schen de Vereenigde Staten en Groot-Brit- tannië mogen zijn, aan Engelsche zijde be slaat niet alleen de wensch, maar ook de AMSTERDAM. Nieuwendijk 225229 UTRECHT, Oude Gracht 151 De machinist van den Amerikaanschen express-trein vertelde: „Dat zal een rit worden," zeide mijn sto ker. „Ik wou, dat we goed en wel waren, waar we zijn moeten." „Och, waarom je bang gemaakt, ouwe jon gen?" vroeg ik plagend. „Ik weet het werkelijk niet," antwoordde hij morrend. ,Maar een vreemd voorgevoel waarschuwt mij. Let eens op, of er niet iets ernstigs voorvallen zal." „Onzin," riep ik uit. „Je bent wat nat ge regend en de huilende wind maakt je huive rig en angstig." Om u de waarheid te zeggen, voelde ik mij zelf ook niet op mijn gemak, maar ik wilde het den stoker niet laten blijken. De wagens, bijna alle met slaapcoupé's werden aangekoppeld en de gedachte, dat mij de veilige overbrenging van ruim twee honderd menschenlevens toevertrouwd was, maakte er mij niet geruster op. Het teeken tot vertrek werd gegeven en onder het gesis van den zich een uitweg zoe kenden stoom, holden wii door den donke ren nacht en den storm, kruispunten en sein palen voorbij. De oude 1001 deed haar best, we hadden een snelheid van vijftig mijlen. Aan het eerste station, waar wij stopten, onderzocht ik nauwkeurig of alles in orde was, en den stoker zag de lantaarns van de locomotief na. Dan ging het weder verder. Met uitzondering van de plaats, welke door een breeden lichtbundel van een eleetrisch zoeklicht beschenen werd, was alles pikdon ker. De stoker zorgde voor een duchtig vuur en ik vergrootte de snelheid nog, zoodat wij de in diepe rust liggende stadjes en dorpjes voorbijvlogen. Plotseling zag ik iets, dat mij het bloed in de aderen deed stollen. Het was een reus achtige vrouwengestalte, die ik recht vóór mij meende te hebben. Zij scheen in een lan gen mantel gewikkeld te zijn, die door den wind heftig in de hoogte geslagen werd. Haar reusachtig groote armen bewogen zich onop houdelijk heen en weer. Terwijl ik nog vol angst en ontzetting naar haar staarde, maakte zij voor de laatste maal een wild ge baar en was toen plotseling verdwenen. Ik was zóó door schrik bevangen, dat ik me nauwelijks staande kon houden. De sto ker keek op en zag mij met verbaasde oogen aan. „Hallo, Frank, wat is er met jou gebeurd' Heb je een geest gezien?" Het was mij onmogelijk hem te antwoor den, ik was te zeer onder den indruk van het zeldzame voorval. Wij naderden nu de plaats waar een brug over een diepen, wilden stroom geslagen was. Mijn opgewondenheid nam intusschen elke minuut toe. Wij maakten een groote krom ming en waren niet meer dan vijf mijlen van het water verwijderd. Plotseling stiet de stoker een doorsnijdenden kreet uit en wees met sidderende hand en met van ontzetting wijd opengespalkte oogen in de duisternis. Ik volgde de richting van zijn blik en beefde wederom van hpt hoofd tot de voe ten. Opnieuw stond de vrouwengestalte, hel beschenen door het licht van de locomotief, vóór ons op de rails. Nu stond zij volkomen onbeweeglijk, maar opeens begon zij een dollen dans en wenkte ons op denzelfden afstand onophoudelijk toe. „Frank," smeekte de stoker, .Frank, om Godswil, ga niet over de brug, er zal bepaald iets verschrikkelijks gebeuren." Ik was nu zelf half dood van schrik en onwillekeurig bracht ik den trein langzaam tot staan. Wat mij daartoe bracht, kan ik me zelf nog niet goed verklaren. Toen wij stilstonden, hoorden wij 't oor- verdoovend geruisch van het water vlak vóór ons. Ik sprong van de locomotief en liep den conducteur tegemoet, die in alle haast op mij toekwam. „Wat is er gebeurd," vroeg hij ongeduldig en hoogst verwonderd. Ik vond mij zelf onnoozel en belachelijk. Van een groote vrouwengestalte was geen spoor meer te ontdekken. In den vreeselijken stormwind en den gitzwarten nacht konden wij geen.vijf passen voor ons uit zien. „Wij hebben een verschijning gehad," stot terde ik. „Ik weet niet wat het was. Ze zag er uit als een groote zwarte geest, die voortdurend de armen naar ons uitstrekte en ons scheen te waarschuwen." De conducteur zag mij met een vreemde uitdrukking in zijn oogen aan. „Ben je krankzinnig, Frank? Het zou me om jou spijten. Maar daar wij toch bij de brug zijn, kunnen wü ze eerst wel onderzoe ken." Wy namen een paar lantaarns mee en gingen langs de rails in de richting van het bulderende water. Nauwelijks waren wij een zestig meter voortgeloopen, toen we ontzet terugsprongen. Aan onze voeten gaapte een diepe afgrond, waaruit het geraas der opgezwiepte golven in al zijn hevigheid tot ons doordrong. Tengevolge van de vreeselijke stortbuien was de rivier buiten haar oevers getreden en een deel van de brug was weggeeslagen. Nog eenige stukken afgebroken balken en verbogen ijzeren stangen hingen aan den eersten pijler. En eenige meters vóór ons danste wederom de zwarte spookachtige ge stalte, hel belicht door den lichtstraal, van vreugde zwaaide zij de armen heen en weer. zoodat haar mantel hoog in de lucht flad- dcrd6. „Was dat het spookbeeld, dat gy gezien hebt, toen gü den trein tot staan bracht vroeg de conducteur. Ja." Hy snelde naar de locomotief en wierp een onderzoekenden blik in het zoeklicht. „Daar is uw „zwarte vrouw". Een vlinder was bU het nazien van dc lantaarn achter het glas geraakt, en had zicb daar heen en weer bewogen, en zoo de zwarte verschyning veroorzaakt, die ons, en de tweehonderdvyftig passagiers het leven redde. S3 -2e is gelukkig den dans ontsprongen," *herkte de dokter op. „Nu is het slechts een ^eeschwond, maar indien ze even lager was Geraakt zou het er slechter uit hebben ge zien. Voorzoover ik het kan beoordeelen ^oet ze door zichzelf voor het lichaam van jongeman te werpen, dezen het leven even hebben gered, want indien hem nóg kogel ergens had getroffen, zou het bloedverlies rijn dood veroorzaakt hebben! Juist toen Joan weer tot het bewustzijn teruggekeerd, betrad David het vertrek. Vroeg zich af, of de oude Sherman de butste woorden van den dokter wel had be nepen, toen hy het versufte wezen van den ^•dschieter opmerkte. Opnieuw boog de dokter zich dan over 8 Wonde, en gedurende eenigen tijd zagen bUen in de kamer geruischloos toe. t)e oude Sherman, na de laatste aangrij pende gebeurtenissen, had peinzend gekeken ^bar de verrichtingen van den geneesheer 6t> zyn gedrag gedurende het drama van de- avond kwam hem nu wel in een eenigs- ander licht voor. Hij bewoog zich niet, *°tdat Steven en David zijn zoon in David's *«cn kamer hadden gedragen waar de dok ter hem verder aan Julia's hoede toever trouwde, die maar te blij was dat zy bij hem waken mocht en hem verzorgen. De jonge arts legde nog een verband om Joan's schouder en ging daarna heen, met de belofte morgen nog eens naar beide patiënten re komen zien. Sherman zonk vermoeid en uitgeput in den leunstoel van David neer. Zijn beenige vingers omklemden zijn wandelkruk; zijn hoofd viel op z'n borst en hij staarde stil voor zich uit op den grond: hij onderging dat plotselinge proces, dat men wel kent; een plotselinge bekeering. Niemand onzer is heelemaal slecht en be dorven en ei is, God zij dank, in ieder onzer altijd nog wel wat van het goede over, al ligt het soms diep begraven onder onze slechte hoedanigheden. Dat goede in Sher man was de liefde voor zijn eenigst kind. En nu kwam daar nog bij, dat die zoon bijna dood was door de schuld van Sherman zelf, en dat Joan, de dochter van den man dien hy ten verderve had willen voeren, hem ten slotte nog het leven had gered. En dat niet alleen, maar hij zag nu, hoe David en Steven die hij naar de gevangenis had willen slee pen, zijn zoon zonder de minste wrok hadden opgenomen en in het eigen bed een veilige rustplaats hadden bereid. Terwijl hij dat overpeinsde vielen de schel, len van zelfzucht en eigen profijt hem op eens van de oogen en hij zag zichzelf zooals de anderen hem altijd moesten hebben ge zien. En al die verandering werd in het hart van dien ouden vrek teweeg gebracht door dien eenen goeden karaktertrek, de liefde voor zijn zoon. Zijn oogen vulden zich lang zaam met tranen en zijn magere handen terwyl hy zich liet voor verleunen op zijn stok. Toen hij de oogen opsloeg ontmoette ny die van David, die hem ernstig en medely- dend aanrazen. Immers David zelf Mlr vader en begreep wat de oude Sherman moest lijden op dat oogenblik. Er ontstond een lange stilte, totdat David op rustigen toonsprak: „Uw zoon moet hier blijven, Sherman. De dokter zegt, dat hij voorloopig niet vervoerd mag worden." Wat David betreft, was alle vijandigheid bij dezen afgestorven en gevoelde hij nog slechts diep medelijden voor den zwaar ge troffen ouden geldschieter. „Ovei een paar dagen zal ik Julia wel kun nen helpen." zei Joan met een zwak glim lachje tot den ouden man, en zich eenigs zins onvast iri haar stoel oprichtend. „Wees maar niet ongerust, we zullen ons best doen!" „Dank u", zei de oude Sherman heesch en week. terwijl hij zelf merkte hoe ook die woorden ongewoon klonken in zijn mond. Zoo stond hij een wijle nu eens Joan, dan weer David aankijkend en allerlei dankbe tuigingen overwegend, zender nochtans de kracht te hebben er uiting aan te geven. Ook beving hem een vage vrees, een bijna bijge- loovige vrees, dat misschien zijn zoon met zou genezen, wanneer hij zelf eerst door da den toonde, dat het hem ernst was met de verandering van leven, welke hij reeds diep in zijn binnenste bij zichzelf had voorgeno- men. Dan opeens haalde hy met een plotselinge beweging een bundel papieren uit zijn bin nenzak te voorschijn. „Hier zijn je schuldbekentenissen, Davtd! zei' hij haastig, „ge kunt me betalen wanneer ge wilt maar er om lastig vallen zal ik je nooit meer!" David wilde eerst de papieren van zich ai- slingeren, maar Joan hield zijn hand vas zij begreep het edelmoedig gebaar van Sher man. „Vader hy heeft er spijt van sprak ze. „Hy wil weer vriendschap met u sluiten, maar hii weet niet hoe hii het zeeeen moet. Een oogenblik aarzelde David, doch dan stapte hij op Sherman toe en stak de hand uit. „Dank je Sherman!" zei hy. „Ik zal het nemen, zooals je bedoeling is, maar ik zal je betalen. Morgen ligt het geld voor je gereed." „Ik wil het niet hebben." sprak Sherman hoofdschuddend en de hand drukkend, welke hem werd toegestoken. „En voorts David, ik wilde dit zeggen laten we vanaf heden avond het verleden vergeten. ik zie nu in dat Alice een goede keus heeft gedaan toen ze je koos. Je dochter is precies zooals zy, ik zie het goed, nu ze daar zoo bleek achterover leunt in kaar stoel. Ik zon iets voor de doch ter van Alice willen doen. David!" smeekte hij. Dan begaf hij zich met gebogen hoofd naar de deuv. „Dat kunt ge," riep Joan plotseling. „Kom nier. mijnheer Sherman." Hij wankelde naar haar stoel, waar het meisje met uitgestoken handen zich tot hem oprichtte. ..Mijnheer Sherman, wilt ge George en Julia samen niet gelukkig laten worden?" „Als mijn jongen leven blijft, mag hy de vrouw kiezen wie hij wil", zei Sherman on middellijk. „Ik zal er nooit wat van zeggen ook al is het Julia. Op zichzelf genomen was dit geen vriende lijke uitspraak, maar het scheen het beste wat de harvociitige oude man kon zeggen en ziende dat het zijn verlangen uitdrukte te herstellen wat hersteld kon worden, was Joan tevreden. Wilt u hun dat zeggen?" vroeg ze zacht Zonder tegen te streven begaf de oude Sherman zich naar de kamer, waar hij Julia vond, aan het ziekbed van zijn zoon, zijn hand in de hare. George sliep en wist dus nog niets van de verandering die in zijn va der had plaats gegrepen, maar Julia hoorde het en begreep. Eenige oogenblikken later. Jocua met zyn zoon alleen latend, kwam zij naar Joan om haar te omhelzen en te be danken voor de rol, welke ze gespeeld had. Dan keerde ze dankbaar en met tranen in de oogen aan de zyde van George terug, ter wyl de oude geldschieter zich naar zyn groot wit huis begaf, om er nog uren te zitten droomen maar tevreden en gerust. Tot de morgen aanbrak zat hij dan over zijn boeken gebogen en het resultaat van zyn n ach te lijken arbeid was dat menig bewoner van Seacombe zich geluk kon wenschen, dat de zoon van Josua Sherman nog in leven was. Het, duurde niet lang of de geheele zaak werd gereorganiseerd en toen George terug kwam en weer een blik mocht slaan in de boeken van zyn vader en in de sinds eenigen tijd gevolgde methoden, had hij geen reden meer te weigeren de zaak op dien voet van zijn vader over te nemen en voort te zetten. Zoo kreeg Julia haar zin. en later kon zij de plaats innemen als meesteres in het groote witte huis. Maar dit is een digressie. Toen Josua Sherman ten slotte de woning van David had verlaten nam deze den jongen Steven Har ding by den arm en liet hem niet eer gaan, alvorens hy nog eens de gebeurtenissen van dien woeligen, gebeurtenisvollen nacht, had verhei stld „Hij heeft mij het leven gered, Joan!" ein. digde David plotseling en met een veelbetee- kenenden blik naar zijn .dochter liet hij hen alleen. Joan zag Steven met glinsterende oogen aan. „Hoe kan ik je ooit danken, Steven?" vroeg ze en haar stem beefde. .Ik heb geen dank nocdig, Joan, ik heb behoefte aan wederliefde," sprak Steven. „Ik heb beloofdzei Joan aarzelend. „Ik heb beloofd dat als ge vader weer veilig en wel by me thuis bracht „Joan!" riep Steven en meer woorden be hoefde hij niet. Hij had haar in zijn armen en in hun omhelzing sprak al hun liefde en al hun geluk. Toen David eenige oogenblikken later te rugkeerde vond hy twee gelukkige menschen naast elkaar zitten; zyn wensch, dat hy ook eenmaal een zoon zou bezitten, naar wien even goed als naar Joan rijn groote liefde uit zou kunnen gaan, was eindelijk vervuld. En toen Joan, vermoeid door al de gebeurtenis, sen van dien avond, zich naar bed had be geven, zaten beide mannen nog geruimen tyd op, pratend over wat er in de afgeloopen maanden was gebeurd. David hoorde ver baasd de verhalen van Steven's avonturen er. van zyn uiteindelijk.succes. Hij vernam, dat Steven niet langer arm was. maar, wat slechts één op de tien gouddelvers ten deel valt als een ryk man uit Califomië was terug gekeerd. Zoo rijk zelfs was hij, dat hy dc heele baai had kunnen koopen als Joan dat gewild zou hebben. Maar Joan gaf weinig om uiterlyken rijk dom en vond haar voornaamste genoegen ir de rustige dagen die volgden in de liefde var haar echtgenoot en in de overtuiging dat zoowel haar vader als haar echtgenoot hun bezigheden en tevredenheid vonden in het be heer van de reedery, welke zy samen thans bezaten. Tante Eversley vergat ook het nichtje niet dat zij in Londen als een dochter had leerer liefhebben en van dien tyd af aan bracht zc al haar vacantiedagen in Seacombe door. Men vertelde, dat haar grootste genoegen was, 's avonds als het maanlicht scheen eer wandeling te maken met den „wilden" Mark Williamson. EINDE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 5