Binnenlandsch Nieuws
I
i
TWEEDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
DONDERDAG 20 JUNI 1929
BLADZIJDE 2
GEMENGDE BUÏTENL.
BERICHTEN
KUNST EN KENNIS
Dr. Willem Mengelberg en
de fiscus
Staten-Generaal
Eerste Kamer
nininiiiwimiiwiiimiii
De Katholieke Landdag in
Holland's Noorderkwartier
De Socialisten en prof.
Veraart
Uitzending
Deensche kinderen
ONDERWIJS
Bezoek van
Mgr. H. v. d. Wetering
aan Nijmegen
iüi
hoop, de verschillen op vriendschappelijke
wijze te kunnen regelen. Er zijn meenings-
verschillen, die, bij de dagelijksche gedach-
tenwisseling, ook tusschen de beste vrien
den opduiken. Chamberlain sprak de hoop
en het vertrouwen uit, dat de moeilijkheden
spoedig geregeld zouden kunnen worden en
dat het vlootvraagstuk een oplossing zou
mogen vinden, waarover de president van
de Vereenigde Staten reeds eenige weken
geleden gesproken heeft.
DE VEEKLARINGEN VAN DAWES EN
MACDONALD
LoilDEN, 19 Juni (V.D.) In toonaange
vende Engelsche kringen heerscht groote ge
noegdoening over het gunstig onthaal, dat de
verklaringen, gisteren afgelegd door Dawes
en Macdonald, in Washington gevonden heb
ben, evenals over de zeer tegemoetkomende
houding van Japan. Ook de stemmen uit
Parijs vinden groote aandacht. Het is echter
opmerkelijk, dat de heftige uitvallen van de
Fransche pers tegen den minister-president
in verband met zijn artikel over de minder
heden niet worden bestreden.
Over het algemeen wordt de methode, die
Dawes besprak inzake het probleem der
maritieme ontwapening gunstig beoordeeld.
De „Daily News" noemt de beide speeches
te zamen den belangrijksten stap in de rich
ting van den wereldvrede, die tot dusverre
werd gedaan.
De „Times" merkt op, dat de critieke
periode in de onderhandelingen zou ontstaan
wanneer de internationale conferentie van
politieke leiders bijeen zou komen om de
verschillende bepalingen der vlootwaarden
tot gelijkheid te brengen.
Het blad zegt verder: Engeland en
Amerika hebben de basis van gelijkheid
aanvaard. Rondom dit principe beweegt zich
de hoop op ontwapening. In de eerste plaats
deze beide landen kunnen aantoonen dat het
Kelloggpact naar waarheid en in feite een
revolutie teweeggebracht heeft in de inter
nationale betrekkingen en zij zijn het die het
meest reden hebben en de gemakkelijkste
middelen om dit te bewijzen.
De „Daily Chronicle" schrijft o.a.: „Enge
land en Amerika voeden denzelfden wensch
alle vlootoneenigheden uit te bannen.
Alleen dan kunnen zij hun gezamenlijk ge- 1
wicht in de schaal leggen om bij te dragen
tot de ontwapening te land."
DE HAVENSTAKING UITGEBREID;
DE REGEERING GRIJPT IN
ATHENE, 19 Juni (V.D.) De staking der
Havenarbeiders in den Piraeus is thans op
alle havenarbeiders overgeslagen. Gisteren
nog konden 1000 ongeorganiseerden onder
bescherming der politie verscheidens kust-
schepen lossen, waarna zij echter door hun
georganisesrde vakgenooten werden aange
vallen. De aanvallers moesten met behulp
van politie, mariniers en cavalerie uiteenge
dreven worden. Bij deze schietpartij werden
talrijke arbeiders gewond. Alle door de regee-
ring tot dusverre ondernomen verzoenings
pogingen hebben schipbreuk geleden.
In verband hiermede heeft de regeering
besloten met alle ten dienste staande mid
delen de staking te breken. Hoewel de duur
der staking niet te schatten valt, kan hij
moeilijk zeer lang zijn. gezien de slechte
financieele positie der weerstandskassen.
EEN NIEUW GEWAAD VOOR DE
ITALIAANSCHE VROUWEN
ROME. 19 Juni (V.D.) Als resultaat van
een nationaal plebisciet, uitgeschreven door
een commissie voor hervorming der vrouwen-
kleeding. welk resultaat in Juli aan de
Koningin en Mussolini zal worden voorge
legd, worden de volgende eischen aan de
toekomstige vrouwenkleeding gesteld:
1. de kleeding mag niet te nauwsluitend of
doorschijnend zijn, moet vrij zijn van decol
leté, terwijl de mouwen tot de ellebogen moe
ten reiken;
2. de japonnetjes der meisjes moeten tot
de knie reiken, terwijl die der vrouwen slechts
den voet mogen vrijlaten: 3. het gebruik van
doorschijnende of vleeschkleurige kousen is
niet toegestaan.
ARRESTATIE VAN KROATEN
Een telegram uit Belgrado meldt dat de
politie te Agram verscheidene leidende Kroa
tische politici heeft gearresteerd, die verdacht
worden van communistische agitatie.
KERK EN STAAT IN MEXICO
De grondslag voor de regeling van het reli
gieuze geschil is aangenomen en zal thans ter
geodkeuring naar den Paus worden gezonden.
Krachtens de overeenkomst met het Vati-
caan komt er geen enkele wijziging in de be
staande wetten, doch alleen wijziging in de
interpretatie daarvan. Het Vaticaan heeft de
bepaling goedgekeurd dat de geestelijken, die
in 1926 het land verlieten, mogen terugkomen
en de openbare eerediensten hervatten.
Congres van Katholieke Fransche
schrijvers
Te Parijs heeft het congres der Katholie-
ke schrijvers, waaraan vele bisschoppen, le-
den van wetenschappelijke vereenigingen en
katholieke schrijvers deelnamen, plaats ge
vonden. De besprekingen, ale steeds weer
het onvergetelijke beeld van den grooten
Mgr. Batiffol naar den voorgrond brachten,
liepen hoofdzakelijk over het thema: „Is de
vereeniging van alle katholieke intellectu-
eele krachten mogelijk? Onder welk op
zicht? Onder welke voorwaarden? Met welke
middelen?" Maurice Vaussard klaagde in
zijn rede over het gebrek aan regelmatige en
blijvende verbinding met het episcopaat en
aan algemeenen invloed op de volksmassa.
In een ander bericht over het onderwerp:
„Is de vereeniging mogelijk?" legde M. Ar-
chambault er den nadruk op, dat de ge-
wenschte vereeniging aifceilijk was, met uit
zondering op religieus gebied volgens be
paalde vormen, door het episcopaat aange
wezen en onder haar toezicht doorgevoerd.
Op andere wijze zou de vereeniging gevaren
met zich brengen, indien niet zekere voor
zorgsmaatregelen getroffen werden. Tot een
dergelijke vereeniging zouden echter de ka
tholieke schrijvers voorbereid moeten wor
den. Prof. Jean Lacroix onderzocht de eischen
der katholieke geloofsleer, de afwijkingen der
verschillende intellectueele systemen en de
mogelijkheid eener actie. In andere systemen
zouden wij steeds datgene moeten zoeken,
wat van waarde is, wij moeten steeds in gun-
stlgen zin interpreteeren slechts critiseeren
zoover het noodig is, vóór alles moeten wij de
waarheid verdedigen. Daarop zette Prof. P.
de la Brière uiteen, welke vrijheid de katho
lieken in intellectueel opzicht en met het oog
op een actie bezitten. Prof. Calvet stelde
een gewetensonderzoek in over de indivi-
dueele hervorming, den grondslag der ver
eeniging. De fouten der schrijvers, egoïsme
en tendentieuze neigingen, zijn een beletsel
voor de vereeniging. Een geanimeerde dis
cussie ontspon zich over het vraagstuk: Be-
teekent de sociale hervorming een verdieping
van ons intellectueel leven? Waarop M. Ro
bert Caric bevestigend antwoordde.
In een slotzitting sprak Generaal Weygand
over Maarschalk Foch als schrijver en
mensch.
De conclusies van dit belangrijk congres
samenvattend, onderstreepte M. Bomeville
de noodzakelijkheid van samenvoeging aller
intellectueele krachten. Slechts daardoor
kan de katholieke herleving gered worden.
Kardinaal Dubois sloot het congres met
de woorden: „Schrijven om te dienen, zich
broederlijk voor het katholiek apostolaat ver
eenigen, steeds en overal de waarheid die
nen."
Don Bosco v ooi-s pelde de gebeur
tenissen van 1870
De thans meer dan 90 jaren oud zijnde
Dón Francesia, die gedurende lange jaren
de eerste medewerker des Zaligen was,
verhaalt in het „Giomale d'Italia" de vol
gende épisode: Op zekeren Zendag in
dien ik mij niet vergis, was het in het jaar
1866 zeide de markies Scarampi del Cai
ro, kamerheer van Koningin Margaretha, aan
Don Bosco: „Ik heb den Paus gezien en Hij
zeide tot mij: „Wanneer gij DOta Bosco ziet,
zeg hem dan, waarom hij mij niet meer
schrijft en of hij mij misschien vergeten
heeft". Ik zal spoedig naar Rome terugkee-
ren en indien u een brief schrijven wilt, zal
ik hem graag persoonlijk bestellen."
Don Bosco dacht een oogenblik na en riep
toen uit: „Ik zal schrijven zooals de Paus
het wil."
Eenige weken later keerde Scarampi te
rug en had een levendig gesprek met Don
Bosco, dat D. Francesia op een afstand dui
delijk verstaan kon. Aan het einde ver
klaarde Don Bosco: De H. Vader wenschte,
dat ik schrijven zou. De Markies had name
lijk den brief aan Pius IX ter hand gesteld,
die, na1 hem gelezen te hebben, smartelijk
getroffen uitriep: Ach, Don Bosco had mij
zulke dingen niet moeten schrijven! Wat
hebt u dan geschreven, dat op den Paus zoo'n
diepen indruk maakte? Ach, mijn vriend,
denk een weinig na. Wanneer een zoon
weet, dat zijn vader iets zwaars te wach
ten staat, heeft hjj dan niet den plicht, hem
dit bekend te maken? Ik heb nu niets an
ders gedaan, dan de gebeurtenissen aange
kondigd, die ons met Gods wil te wachten
staan en den H. Stoel het ergste treffen.
Ik heb aan Pius IX geschreven: „Zijne Hei
ligheid zal zich daarop moeten voorbereiden,
Rome als verloren te beschouwenWaar
is deze brief? Misschien ligt hij bij de papie
ren in een der beide kastjes, die niet ge
opend worden, misschien en dat is waar
schijnlijker, heeft de Paus hem verscheurd."
Toen Don Bosco later vernam, dat de Ita-
liaansche troepen Rome binnengetrokken
waren, toonde hij daarover niet de minste
verwondering.
Het herstel van koning George
Ter gelegenheid van het herstel van
den koning van Engeland, na zijn zware
ziekte, is besloten een gedenkboek het licht
te doen zien, waarvoor tweehonderd letter
kundigen en kunstenaars van naam bij
dragen zuilen leveren.
Het boek zal in November uitkomen.
De opbrengst van den verkoop zal aan
het King Edward's Hospital Fund wor
den overgemaakt.
Het prooes-Stinnes
In het proces-Stinnes is de vroegere
speciale commissaris voor de aflossing
der marken-leeningen te Parijs, Heinz-
mann, als getuige gehoord; op verzoek der
verdediging geschiedde dit niet onder
eede. Get., die belast was met de afwik
keling der aflosslngs-procedure voor Duit-
sche openbare leeningen te Parijs, ver
klaarde, dat deze aflossing over het alge
meen vlot verloopen was. Hij had geen
recht van beslissing In zake de valorisatie;
hij moest alleen de juisheid der leeningen
nagaan en ze dan doorgeven aan den rijks
commissaris te Berlijn.
Get. wees voorts op de onjuiste op
gaven tot motiveering van het oud-bezit
in het verzoek tot valorisatie, door de be
klaagden ingediend. Nadat de verzoeken
reeds aan den rijkscommissaris te Berlijn
waren doorgegeven, bood zich te Parijs
iemand aan om tegen zekere provisie,
groote leenings-„schiebungen" te onthul
len. Aan de hand van het conto van bekl.
von Waldo bij de Banque Centrale was
toen ontdekt, dat in November 1926 voor
belangrijke sommen Duitsche markenlee-#
ningen te Londen gekocht waren, met het
doei ze als oud-bezit aan te geven. Get.
had daarvan toen dadelijk aangifte gedaan
in Berlijn.
Ontkennend antwoordde get. op een
vraag van den president of hij aan Stin-
nes den elsch had gesteld 500.000 mark
boete te betalen. Hij wist destijds nog in
het geheel niet, dat Stinnes in de zaak ge
wikkeld was. In September 1927 had het
Kamerlid Caiman hem voor het eerst den
naam van Stinnes genoemd en gezegd, dat
er ooit aanspraken op grond van oudbezit
waren geweest. Deze mededeelig had get.
na onderzoek juist bevonden.
Mr. Alsberg, een der verdedigers van
Stinnes, verweet aan get., dat hij niet
voldoende betrouwbaar was en dat hij de
beschuldigingen van Caiman tegen Stinnes
en von Waldo niet objectief genoeg had
onderzocht. Het was er den get., volgens mr.
Alsberg, vóór alles om te doen Stinnes te
treffen.
Een andere verdediger, mr. Hoek, ver
weet Heinzmann zelfs afpersing, zoodat de
president zich genoopt achtte te verkla
ren: Wij hebben thans over de schuld dei-
beklaagden te beslissen en niet over de
schuld van get. Heinzmann. Ik verzoek u
de rollen in het proces niet te verwisse
len.
De grootste rose dia man i
De grootste rose diamant ter wereld, die
eenige weken geleden in de rivier de
Abaeté, in den staat Minas Geraes ge
vonden werd, en door den president van
Brazilië het „Zuiderkruis" gedoopt werd,
is door Amerikaansche juweliers gekocht.
De diamant weegt 118 karaat; de waar
de wordt, wanneer de steen geslepen is. op
100.000 pond sterling geraamd.
Van gezaghebbende zijde vernemen wij,
d'at het bestuur van het Concertgebouw in
groote moeilijkheden is geraakt door de
noodzakelijkheid om het volgende concert-
seizoen voor 1 Juni as. in te richten, in
verband met de weigering van dr. Willem
Mengelberg om ten gevolge van zijn nog
steeds hangend geschil met den fiscus over
de inwoningskwestie, zijn verbintenis met
het concertgebouw te continueeren.
Op herhaalden en krachtlgen aandrang
van het voornoemd bestuur en tengevolge
van het dringend verzoek van Regeerlngs-
vvege, van andere autoriteiten en van vele
kunstvrienden heeft dr. Willem Mengelberg
zich bereid verklaard, in afwachting van eie
definitieve beslissingen van de Kroon en
van den Raad van Beroep voor de Directe
Belastingen, in het aanstaande seizoen nog
hier te komen dirigeeren.
VERGADERING VAN WOENSDAG
19 JUNI
GEBEURTENISSEN OP CURAcAO
Aan de orde is de interpellatie van den
heer Colijn met betrekking tot de gebeurte
nissen op Curacao.
Er Is groote belangstelling op de gereser
veerde en de publieke tribune.
Achter de regeeringstafel zitten de minis
ters De Geer, Lambooy, Koningsberger. Kan
en Slotemaker de Bruine.
De heer Colijn interpelleeri
De heer COLIJN (A.R.) wenschf zeer na
drukkelijk te constateeren, dat elk verband
tusschen deze interpellatie en de politieke
controverse ver moet worden gehouden. Deze
zaak gaat het geheele Nederlandsche volk
aan. Geen politieke partij mag hieruit munt
slaan. Nu deze tak der volksvertegenwoordi
ging toevallig in deze dagen bijeen komt,
heeft hfj aanleiding gezien thans dit onder
werp in bespreking te brengen. Hij geeft ver
volgens een overzicht van de plaats gehad
hebbende gebeurtenissen, onder de 200 Vene-
zolanen. die 7 Juni per schoener op Curacao
landden, was de generaal Urbina. Spr. zal
hem zijn titel laten, want in zijn hart is een
plekje voor respect ten aanzien van de door
tastendheid van dezen man. De passagiers
waren ongewapend en in het bezit van passen
Zij kwamen echter om zich in het bezit te
stellen van wapenen. Ruim 24 uur later is dit
voornemen tot uitvoering gebracht. Ér ligt
dus ruim een etmaal tusschen de aankomst
van den aanvoerder en den overval. In dien
tusschentiid zouden nog andere Venezolanen
beland ziin. die wapenen binnensmokkelden.
Voorts is dien tusschentiid contact gezocht
met Urbina's aanhangers. Zoo werd gevormd
een groep ter sterkte van 500 man. Verder is
er gewerkt aan de organisatie van den aan
val. Een aanvalsgroep, een reserve- en nog
een derde hulptroep zijn gevormd. Hier rijst
de vraag, of die beide laatste groepen, vooral
dat deel voor het bewerkstelligen van de af
zetting, ook van wapenen voorzien was. Dit
is van belang met het oog op de houding van
de militaire politie. Het is niet geheel duide
lijk, door wie de tegenstand is geboden, door
het, piket of door de wacht, ook niet waar
zich het piket bevond. Waar waren de gewe
ren? Waren die niet onder het bereik van de
manschappen?
De derde afdeeling bezette den toegang tot
de stad en verhinderde, dat andere militairen
tijdig konden worden verzameld.
Was deze groep bewapend en zoo ja, beter
dan de militaire politie, die toch in het bezit
van revolvers was? Hoe het zii, het Neder
landsche gezag had afgedaan. Op aanmanen
van een luitenant sloot de Gouverneur zijn
woning. Deze wachtte af wat, er verder ge
beurde. De militaire commandant komt mede
deelen, dat hij is gevangen genomen en dat
alle verzet nutteloos is. Nadat hij deze ge
wichtige mededeeling had overgebracht, be
gaf de militaire commandant zich weer in
gevangenschap. De luitenant Berger komt, 'n
bezoek brengen bij den Gouverneur en meldt,
dat de in de stad aanwezige militairen niet
verzameld konden worden. Deze luitenant
had dus eenige vrijheid van beweging. Ook
is gebleken, dat de telefoon werkte. Men kon
per telefoon lastgevingen uitzenden. Een tien
tal geweren werden aangeboden door de Pe-
troleummaatschappij. Deze geweren werden
geweigerd omdat men daaraan niets had.
Tien geweren beteekenen Inderdaad niet
veel. maar. mijnheer de voorzitter, roept de
heer Colijn met sterke verheffing van stem
10 geweren beteekenen onder omstandighe
den wel veel als er maar mannen zijn, die ze
hanteeren! (Applaus op de tribunes).
Den gouverneur wordt bevolen op het schip
te gaan en vervolgens wordt hen vergund een
zeereis te maken, 's Avonds keert hij gezond
en wel op Curacao terug. Het laatste bedrijf
van het treurspel speelt zich af op Venezo-
laansch grondgebied. Spr. brengt hulde aan
het beleid varf den Nederlandschen zaakge
lastigde te Caracas, die deelneming betuigde
met het vallen van Venezolanen als slacht
offer van hun plicht. Twee zaken constateert
spr. In de eerste plaats, dat een aantal re
bellen zich op ons grondgebied meester heb
ben kunnen maken van wapenen. In de twee
de plaats, dat een Nederlandsch schip onder
Amerikaansche vlag geen bescherming heeft
kunnen vinden.
Wanneer er in Venezuela een opstandige
beweging was, is steeds Curacao er op één
of andere manier bij betrokken geweest, nog
in Augustus 1928. Er was alle reden, extra op
onze hoede te zijn Toch is de Kortenaer
terugentboden. Waarom is dit geschied? Men
wist toch. dat in Venezuela een presidentswis
seling op komst was, die altijd gepaard gaat
met zwarigheden. Aan de pers deelde de mi
nister mede, dat dit schip niet meer noodig
'-.as. Spr. wenscht echter te weten op welken
grond men die aanwezigheid niet meer noo
dig oordeelde. Het antwoord zal moeten lee-
ren of d° regeering diligent genoeg is ge
west.
E:- bestaat, ook op Curacao een passenstel-
~eV Dan moet er toch ook een passencon-
trftle rijn!
De heer MENDELS (S.D9 Er is ongepast
,-vetreden.
De heer COLIJN (A.R.)Men heeft dan
"och ook geweten, dat generaal TJrbina op
einraeao aanwezig was. Men wist. dat, de on-
'"sten op Falcon nog gaande waren en dat
Urbina nog in Augustus 1928 betrokken was
hu den aanval on La Vela. Moest'deze per
son nu niet geobserveerd worden? Had men
dn gedaan den zon men toch gezien heb.
Hor, rie<- ie"- H'izonders aan de hand was?
waferom geen verdediging?
Was- was n>' h»* nike" van 34 man toen
de aanval begon? Zii werden omsingeld en
rij waren dus bij elkaar. Hadden die zich niet
kunnen verzetten? Spr denkt aan 30 jaren
geleden, toen onze soldaten zich niet onder
den voet lieten loopen. Spr. wil daarover ver
der niet soreken. want er is toch nog eeni?"
tegenstand gebeden gedurende den aanval.
'o do stod u■"—sbanoon met revolvers
rf,j,^n9n beter
bewapend, nrd-<- onze militairen niets kon
den uitrichten''
Het komt spr.' voor, dat de afsluiting' van
de stad niet zoodanig is geweest, dat er geen
gat was om geweren en revolvers te laten ko
men. Wie de kaart van de stad ziet. lacht om
een dergelijke mededeeling. Ook de telefoon
werkte immers. Ook nadat de roof had plaats
gehad, waren er nog wapens. De minister
heeft ons Immers meegedeeld, dat er geen
gebrek aan? Tusschen 10 uur 's avonds en
het oogenblik dat het schip vertrok, was er
gebrek aan leidinc. Er was niet één man
die er alles op wilde zetten, om de schande,,
die. on? was aangedaan, ongedaan te maken.
Spr. betreurt dat ook de Gouverneur geen
meer eerbied afdwingende houding heeft
aan genomen dan nu het bet geval is ge
weest.
Hy verheugt zich er over, dat nu maatrege-
van verschillenden aard zijn genomen en
zullen worden genomen. De vraag rijst zelfs
of er niet te veel gedaan is, ai maakt spr.
daar geen grief van. Het Is echter niet on
verschillig in welken vorm de voorzieningen
zullen worden getroffen. Meer uitgebreide
garnizoenen zijn niet noodig. De garnizoenen
De manschappen hadden niets te doen. De
garnizoenen dienen te worden omgezet in le
vende lichamen. Men moet er militaire poli
tie van maken. Dan krijgt men een levend
lichaam op Curacao, over de sterkte spreekt
de heer Colijn geen oordeel uit. Hem lijkt
250 man voldoende mits er tevens is een
goede militaire politie ter zee. Spr. denkt niet
aan een pantserschip maar aan een flottilje-
vaartuig goed bewapend. Bij een behoorlijk
ingericht marinevaartulg in de wateren van
Curacao zou naar sprekers overtuiging een
dergelijke overrompeling niet hebben plaats
gehad. Het zelfde schip zou gelden voor di
bewapening van het eiland Aruba. Wanneer
daar iets gebeurde, van den aard als hier
heeft plaats gehad, zouden wi) ongetwijfeld
voor ernstige internationale moeilijkheden
komen te staan. Spr. maakt geen verwijten
aan de regeering, maar wel aan het Neder
landsche volk, dat zich is gaan vertoonen
als een uitgedoofde vulkaan Ten slotte
brengt spr. hulde aan enkele eenvoudige
mannen van lageren rang uit de militaire
politie die hun plicht gedaan hebben en daar
voor met hun leven hebben betaald. (Ap
plaus)
Spreker stelt de volgende
Vlagen.
1. Waren er, naar het oordeel der Regee
ring, met het oog op de toestanden in Vene
zuela, den laats ten tijd geen aanwijzingen
om voor onze Benedenwindsche eilanden
meer dan gewone voorzorgsmaatregelen te
nemen?
2. Hield de zending van de Kortenaer naar
West.Indië, die in het najaar van 1928, ver.
band met inlichtingen, die de Regeering dien
aangaande verkregen had?
Zoo ja, wat is dan de oorzaak, dat dit schip
reeds zoo spoedig terugontboden werd?
3. Meent de Regeering. dat de inlichtingen-
dienst op Curacao voldoende heeft gefunc-
tionneerd en dat men plaatselijk de noodige
voorzichtigheid heeft betracht?
4. Is de Regeering van oordeel, dat de be
trokken autoriteiten, met name de militaire
autoriteiten, in elk opzicht zijn opgetreden,
zooals men mag verlangen In een geval
waarbij ons koloniaal en Internationaal pres
tige in zoo hooge mate betrokken waren?
5. Is de Regeering niet van oordeel, dat in de
West-Indische wateren doorloopend een door
de Marine bemand vaartuig aanwezig behoort
te zijn?
Antwoord der Regeering
Minister KONINGSBERGER zegt, dat in
derdaad de Nederlandsche eer op bedenke
lijke wijze in 't gedrang is gekomen door
de gebeurtenissen op Curacao, het eiland
waaraan spr. speciale zorg heeft bseteed. Op
spr. hebben deze gebeurtenissen een diepen
indruk gemaakt. Het is spr. gelukt te zorgen
voor de water- en electriciteitsvoorzienlng, de
verbetering der havenwerken en woningtoe
standen. Het spreekt wel van zelf, dat spre
kers zorgen ook zijn geweest voor de mili-
tailre bewaking. Drie en een half jaar ge
leden vond spr. daar een garnizoen, dat niets
te doen had. Er is dan ook gestreefd naar een
combinatie van garnizoen en politie. Onlangs
is het éénjarig bestaan gevierd van de mili
taire politie, die thsms niet sterk genoeg is
gebleken, Het is niet aan te nemen, dat de
Regeering, die veelzijdige zorgen aan Curacao
besteed heeft, juist de marine-Zijde zou heb
ben verwaarloosd. In de tijdelijke zendingen
der oorlogsschepen is reeds voor 1922 een ver
slapping ingetreden. In de jaren 1922—1926,
toen de heer Colijn zelf een persoonlijken in
vloed had kunnen uitoefenen, is er geen enkel
schip van de marine op Curacao geweest. Na
1922 kwamen er de KXHï, de Sumatra en
de Kortenaer. Voor een bepaalde oefening
moest de Kortenaer terugkomen Klakkeloos
heeft die terugroeping niet plaats gehad. De
regeering wist af van den toestand op Vene
zuela. Er is dan ook overleg gepleegd met
onze vertegenwoordiging te Caracas en op
Curacao. Resultaat was, dat er van die zijde
geen bezwaar was, mits een schip gereed
werd gehouden. Aan deze afspraak heeft Ne
derland zich geheel gehouden. De regeering is
dus steeds diligent geweest. De generaal Ur
bina schijnt niet te zijn geweest op den
schoener. Men had hier te doen met een
prima organisator, een man, die nergens voor
beducht is. Waar waren de geweren? vroeg
de heer Colijn. Spr. weet het niet. Hij ver
moedt dat de geweren op het oogenblik van
den aanval niet beschikbaar waren. De luite
nant, over wien de heer Colijn sprak, schijnt
zich te hebben kunnen onttrekken aan den
greep van de avonturiers. De 24 man piket
waren vermoedelijk maar voor een deel be
wapend. De gehuwde militairen waren thuis.
Deze behoeven s' nachts niet in het kampe
ment te zijn. Aan wie had de Gouverneur
moeten telefoneeren?
De heer COLIJN (A.R.): Aan ieder, die
een telefoon heeft. Die kunnen toch de bood
schappen doorgeven?
MINISTER KONINGSBERGER: Dat is
mioacbien gebeurd, maar bij een dergelijkk pa
niek sluit men de huizen: wie ongewapend is,
komt niet op straat.
De heer COLIJN (A.R.): Wat U geeft, is
een cursus in défaitisme.
De heer DE VOS VAN STEENWIJK
(C.H.): Juist!
MINISTER KONINGSBERGER betoogt
verder, dat de zending in 1928 van de Korte-
nr°r ailr°n velband hield met den wensch
een zoo frequent mogelijk bezoek aan Cura
cao te brengen. De derde vraag kan spr. niet
definitief beantwoorden. Urbina schijnt clan
destien te zijn binnengekomen.
Ten aanzien der vierde vraag zegt de mi
nister dat de gestie der politie alleen gericht
was op de binnenlandsche orde. Het spreekt
vanzelf, dat men in de toekomst ook op ge
beurtenissen als deze bedacht moet rijn. De
bedoeling is er een flottieljevaartuig te sta-
tionneeren als door den heer Colijn bedoeld.
HieiT.a wordt gepauzeerd.
u scherp onderzoek gevraagd.
Waar moet, deze interpellatie mede eindi-
.gen? heeft de heer Colijn zich afgevraagd.
Een uitspraak van de Kamer acht hij niet
juist, omdat de Regeering nog niet. over alle
gegevens beschikt en omdat spr. allen schijn
wil vermijden dat deze interpellatie een poli
tieke strekking zou hebben. Slechts wil hy
een scherp onderzoek naar de houding der
autoriteiten en militairen op Curacao. Wan
neer blijkt, dat die houding niet te rechtvaar
digen is geweest, hoopt spr., dat de Regee
ring die maatregelen zal nemen die noodza
kelijk zijn.
De heer KOSTER (V.B.) constateert, dat
de Regeering in de West niet voldoende voor
de Nederlandsche belangen heeft gewaakt.
Ware een oorlogsschip gestatlonneerd ge
weest, dan zou het thans voorgevallene niet
hebben plaats gehad. Waarom hebben wl:
een departement van Defensie? Dit is inge
steld ter bezuiniging. Men gaat na op welke
punten men nog iets kan bezuinigen op onze
verdediging, maar intusschen worden weer-
macht en marine niet voldoende aangevuld.
We mogen blij zijn, dat de bende niet blij
vend bezit heeft genomen van Curacao. Het
zou voor ons dan niet mogelijk zijn geweest,
het eiland weer in bezit te nemen. Dit had
den vreemden mogendheden moeten doen.
Welke zouden de gevolgen geweest zijn? Ook
ke zoudn de gevolgen geweest zijn? Ook zou
den we plotseling kunnen hooren, dat andere
gebiedsdeelen zich in het bezit van opstande
lingen bevinden. We hebben geen zekerheid
dat de verwaarloozing zich beperkt heeft tot
Curacao.
Het vertrouwen is geschokt.
Met onze Marine is het niet goed gesteld.
Aan haar hoofd moet komen een man, wien
die er nu waren, waren oude-mannenhuizen. deskundige de leiding der marine is toe-
TV» moncnViOnnaw wfotp 4a r\r*t%-rs TV 1
vertrouwd,
De heer MENDELS (S. D.)Dat is volko
men terugtreden in de discussie over het De
partement van Defensie.
nocdyoCee ClcvjrzeefebagiSpr.ijx.noahbben
De heer KOSTER (V.B.) zegt, dat we ons
bevinden aan den rand van den afgrond. De
wortel van het kwaad zit in de vereeniging
van de militaire departementen. Hij doet in
dit verband een beroep op den heer Colijn,
aan wiens houding het te wijten is geweest,
dat het fusie-ontwerp is aangenomen. Aan
een politiebewaking heeft men niet genoeg.
Dit is ook wat <le eenzijdige ontwapenaars
willen. Hun standpunt bestrijdt spr. verder.
Repliek
NI de pauze repliceert de heer COLIJN
(A.R.) Hij heeft geen aanleiding tot een uit
voerig wederwoord. De Minister heeft het al
gemeen beleid ten opzichte van West-Indië
verdedigd. Spr. had aan die verdediging geen
behoefte en had dit beleid ook niet aangeval
len. De Minister heeft ontkend, dat de uit
zending van de Kortenaer verband hield met
den toestand in Venezuela. De Minister heeft
vóór de Kortenaer teruggeroepen werd, over
leg gepleegd met Curacao. Misschien is het
antwoord uit Curacao beïnvloed door de
wijze waarop de vraag was ingekleed, b.v.
door erop te wUzen, dat men het schip drin
gend noodig heeft. De uitzending van sche
pen voor tydelijken dienst kan goed zijn voor
vlagvertoon, maar een verblijf van enkele
weken is niet geschikt voor het doel, de orde
te bewaren. Spr. is dankbaar voor het ant
woord op rijn vyfde vraag. Hij gaat met de
plannen van den Minister volkomen accoord.
Er zullen 275 man militaire politie komen
op Curacao als een thans aanhangig wetsont
werp wordt aangenomen. Is het mogelyk een
deel van deze menschen te oefenen in het
bedienen van geschut? Spr. hoopt, dat met
betrekking tot den inlichtingendienst nog een
nota aan de Kamer zal worden aangeboden.
Het antwoord op sprekers vierde vraag acht
hy teleurstellend. De houding, die men op
Curacao aangenomen heeft, verdient geen
verdediging.
De heer VAN EMBDEN (V. D.) sprak
een woord van deernis jegens de slacht
offers onder onze militairen op Curagao en
betoogde, dat juist door verspilling van
geld aan een oorlogsmacht men zyn politie-
plicht niet naar behooren kan vervullen.
De heer BLOMJOUS (R.K.) zegt, dat hem
de uitschakeling der regeerings-verantwoor-
deiykheid door den heer Coiyn te ver gaat.
Het geval moet een waarschuwing zyn ten
aanzien van Oost-Indië.
De heer MENDELS (S. D. A. P.) zegt, dat
de heer Coiyn zich formeel gehouden heeft
aan zijn voornemen om binnen de perken
van het onderwerp te blijven. Wat heeft met
het politiek-vraagstuk echter te maken „ons
glorieryk verleden?"
De heer Colijn had gewild, dat deze com
mandant als Van Speyk had gedaan. Maar
om Van Speyk na te doen, moet men een
vat met kruit hebben en deze man was mis
schien in zyn slaapkamer!
De heer COLIJN: Ik wou, dat ik zijn
plaats geweest was. Ik heb die dingen meer
by de hand gehad.
De heer VAN LANSCHOT (R. K.) gaat op
de kwestie der ontwapening niet in. Den
heer Cohjn is hy dankbaar, dat hy dit on
derwerp heeft aanhangig gemaakt. Hü acht
het niet mooi, dat de heer Mendels aan die
rede ging knabbelen en onze historie naar
beneden haalde.
De heer DE VOS VAN STEENWIJK
(C.H.) dankt ook namens zyn politieke
vrienden den heer Coiyn voor diens inter
pellatie. Hy heeft daarmede opnieuw land
en volk aan zich verplicht. De natie rekent
terecht in moeiiyke oogenblikken op de
Eerste Kamer. De Christelijk-Historischen
onderschryven de conclusiess van den heer
Coiyn, op één punt na. Men moet n.l. de
regeering in verzuim stellen. Gebleken is wel,
dat het hebben van een uitstekende marine
noodzakelijk is.
MINISTER KONIGSBERGER zegt nog,
dat hy binnen eenige dagen nadere bijzon
derheden hoopt te ontvangen, welke hy dan
zal meedeelen. De regeering zal deze zaak
niet als afgedaan beschouwen.
MINISTER LAMBOOY wyst op het be-
lang van leger en vloot voor een kleine natie, i
Alles moet in het werk worden gesteld om j
herhalingen te voorkomen. De samenvoe
ging der militaire departementen staat ge
heel buiten dit geding. Defensie had im
mers direct een schip beschikbaar. Men had
op Curacao gezegd, dat het voldoende was
als er binnen 24 uur een schip van hier kon
vertrekken. Den heer Koster merkt spreker
op, dat onze vloot voldoet aan die eischen,
die men eraan kan stellen.
De heer COLIJN (A.-R.) merkt nog op,
dat hij een illusie armer is geworden. Hy
had alle politieke controversen willen mij
den, maar andere hebben die in het debat
gebracht. Deze interpellatie is op haar
plaats geweest om twee redenen. In de eerste
plaats was het mogelijk, dat de Kamer zich
niet zou aantrekken van een gebeurtenis die
heel het land in opschudding heeft gebracht.
In de tweede plaats moest duidelijk worden
op welke punten opheldering noodig was.
Wat de samenvoeging betreft, herinnert spre
ker aan zyn voorkeur voor een directeur-
generaal der marine. Spr. bestrydt ten slotte
den heer Van Emden. Ook de militaire oor
logsmacht doet politiediensten. Besparing
geeft een politiemacht niet. Van de meerdere
inlichtingen zal spreker's oordeel afhangen
over de houding van de autoriteiten op Cu
ragao, civiel en militair.
De interpellatie wordt gesloten.
De vergadering wordt verdaagd tot Don
derdag 11 uur.
awiwT
tJIIIIHhWIUIl
Medische onderzoekingen
hebbenaangetoond.dat
na 3 weken Sanatogen-ge-
bruik het aantal roode bloed-
iichaalipjes met gemiddeld
60 Was toegenomen. i
(Zie Med. Echo
-V t
Overwin Lloedas r. oede en tiaar gee L
volgen: zwakte, verslapping, luate-
looakeid, enz. door eens eenigen tijd
Sanatogen te gebruiken. Met Sana- i
togen zal weldra weer krachtig bloed
door Uw lichaam stroomen en de
blos der gezondheid op Uw wangen
tcrugkeeren.
sanatogen
•Het Zenuwsterkend Voedsel
In alle Apoth. en Drog. vanaf
f J,«— per bus.
'TV'DIU
De hoogleeraar heeft één boek geschreven>
bevattende rijn politieke denkbeelden, neer
gelegd in oude opstellen en gehouden rede
voeringen. De verschijning daarvan hang'
eenvoudig af vanh et aantal belangstellen
den, dat er voor lnteekent.
De hoogleeraar overweegt verder het scha
ven van zijn indrukken als parlementslid op
gedaan, maar aangezien daarvan nog geen
letter op het papier staat, noch een titel is
gevonden, is het duideiyk, dat evenmin een
datum voor de verschyning van dit werk Is
of was vastgesteld.
Dat er bepaald „onheil" in het verschenen
van dit boek voor de katholieken zou zijn
gelegen, lijkt ons niet waarschüniyk schrjft
het blad.
En een raadsel is het, welke machten den
hoogleeraar zouden kunnen verhinderen, een
dergelijk boek te schryven of uit te geven-
„Het Vok" is biykbaar om een smoesje ver
legen geweest of een van zyn berichtgevers
heeft de klok hooren luiden maar weet niet
waar de klepel hangt.
Dit jaar zal de Katholieke Landdag in
Holland's Noorderkwartier gehouden wor
den op 15 Augustus in de parochie van
't Veld. Als sprekers over het onderwerp1
„Het groote gezin" zullen optreden de Wel-
eerw. heer J. van Kleef, kapelaan te Loos
duinen en dr. Aussems, die respectieveiyk he
genoemde onderwerp zullen behandelen va.'
geestehjk en van maatschappelijk stand
punt.
Tot voorzitter van het comité van den
Katholieken Landdag in Noord-Holland's
Noorderkwartier, is in de vacature van wijlen
den heer J. Burger gekozen de heer W. Nolet,
burgemeester van Warmenhuizen.
In „Het Volk" en de „Voorwaarts" wordt
een bericht gepubliceerd van den volgenden
inhoud:
Het Katholieke Kamerlid prof. Veraart, die
niet weder door zyn partij gekandideerd is,
had een boek geschreven, getiteld: Parlemen
taire ervaringen van vier jaren, verdeeld in
meer dan twintig hoofdstukken, waarin de
R.K. Staatsparty er niet best afkwam.
De bedoeling was, dat dit boek nog voor
de verkiezingen zou verschUnen, maar er
schynen machten aa nhet werk te zyn ge
weest, die dit onheil verhinderd hebben. Im
mers staat het vast, naar wy vernemen,
dat het boek of in het geheel niet zal ver-
schynen, of althans pas na de verkiezingen,
wanneer het geen kwaad meer kan.
Het katholieke volksdeel mocht niet vóór
de verkiezingen vernemen, wat de professor
te zeggen heeft.
Naar de Msb. uit de allerbeste bron, n.l.
van Prof. Veraart zelf verneemt, kan het
bericht, zooals het hierboven staat, „uit de
lucht gegrepen worden genoemd."
Ook ditmaal heeft het katholieke Neder
land zyn goeden naam niet verloochend.
Het aantal katholieke families, die
hebben aangeboden, om een Deensch kind
van het heerlyk katholieke leven te laten
genieten, Is zoo groot, dat ik tot myn spt)6
een aantal families moeten teleurstellen-
Dat God het edelmoedig aangeboden
offer moge beloonen!
Ik, van myn kant, breng hierby all®n
mijnen innigsten dank. Eveneens dank a&°
de katholieke Nederlandsche pers, die mU
zoo bereidwillig heeft geholpen.
Naskov, 12 Juni 1929.
Pater A. SMlTZ-
Degenen, die dit jaar een Deensch kW^
krygen, zijn daarvan per brief in kennis
gesteld.
Correspondentie aangaande de Deensch®
kinderen tijdens hun verblyf hier te land®1
richte men aan: P. Suitbertus Smitz, R.
Pastorie, Ammerzoden, ((Geld.).
Bezichtiging van de Keizer Karei-
Universiteit
Woensdagmiddag bracht Z. D: H. Mgr.
v. d. Wetering, Aartsbisschop van Utreen
als voorzitter der St. Radboutstichting,
bezoek aan de Keizer Karei-Universiteit e
enkele harer instellingen te Nijmegen. M®
was vergezeld van den secretaris van de b
Radboutstichting Jhr. W. E. Bosch van Oud
Amelisweerd. Het eerste bezoek gold h-
hoofdgebouw der Universiteit, waar Z. D-
werd ontvangen door den Rector Magntfl®""
Mgr. Prof. Dr. J. Hoogveld, die den Aart
bisschop op zijn verdere tochten vergezelo^
alsmede door Mr. C. Prinzen, secretaris v»
het College van Curatoren. ,0
Daarna werd een bezoek gebracht aan
Universiteitsbibliotheek, waar Z. D. H. 01
vangen werd door Prof. Mr. Dr. J. v. d- Gr,ea
ten, secretaris van den Senaat en door u
bibliothecaris, den heer Mr. A. Corneliss
Vervolgens reden de hooge bezoekers
vervolgens reuen ue nuuge uca/cac.»
het gebouw van de Studentenvereenigingr(j
den Oranjesingel, waar Mgr. ontvangen w
door den praeses van den Senaat, den n
W. Huynen. Nadat ten huize van den W
tor-Magnificus de lunch was gebruikt,
nog een bezoek gebracht aan „Stella Mart
van de Eerw. Zusters van O. L. Vrouw, w
de meisjesstudenten haar tehuis hebo
Hier waren verschillende Professoren ®gt,
wezig, om het dagelyksch bestuur van de
Radboutstichting te begroeten. hee
Ten slotte werd den hoogen gasten de t
aangeboden. Het bezoek droeg een ss
niet-officieel karakter.