De Ongeziene Wereld of het
Leven na den Dood
Buitenlandsch Nieuws
De Ontwikkeling van Turkije
FEUILLETON
inderkleedi
Dames
VIERDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
ZATERDAG 22 JUNI 1929
BLADZIJDE 1
at, ^4^-^
De roep naar waarheid De weg der hervormingen
Kansen voor de toekomst
EETKAMER
HET FABRIEKSGEHEIM
de marokko-fnterVellaties in de
MYER'S WONINGINRICHTING
DE ONTVLUCHTE GEVANGENEN
GEMENGDE BUITENL.
BERICHTEN
LVII
DE MENSCH
Zijn onsterfelijke ziel
In mijn tuin
Draagt heel hoog
Een lelie-stengel
Sneeuw-witten kelk.
Glorieus aan
De hemelen
Jub'lende zon;
Stak op een storm.
Plassende regen:
Maar geen vuil
Besmeurde de bloem;
Zoo weet ik
Een lelie-ziel
Te bloeien;
Heerlijk rein in
Goddelijke gratie:
Laat ontbranden het
Donderend avond-orkaan;
Maar géén modder
Ontwijdt er de zei!
(Hubert Buyle).
Het wezen der ziel
De eerst geboren kinderen (de Engelen) zijn
geesten.
Teer, maagdelijk-fijn, in raggen schijn
gehuld
Van hemel-waas, gelijk gedachten plegen;
Hun zijn is louter ziel, hun leven ziele-leven.
In 't jeugdiger geslacht mengelde Alvader
De stof zoo wonderlijk met geest dooreen,
Dat ziele leeft verdoofd aan 't lijfsche leven
En menige Engel grage blikken sloeg.
Toen 't eerste Paar in reidans God vereerde.
(Uit Dr v. Ginreken's voordrachten
voor niet-katholieken).
De Ziel is onstoffelijk
De menschelijke ziel is een geestelijke, on
stoffelijke zelfstandigheid, d.w.z. in wezen en
in werken innerlijk onafhankelijk van de
Stof; innerlijk, of overeenkomstig haar
diepste wezen kan dus de ziel van den
mensch ook buiten de stof werken en be
staan. want zoolang zij hier op aarde met
een stoffelijk lichaam verbonden is. is zij in
haar werkingen wel degelijk van de stof
afhankelijk: immers een stoornis in het cen
trale hersengedeelte zal ook een stoornis in
het onstoffelijk denken ten gevolge hebben.
Zoodra echter de ziel bij den dood het stof
felijk lichaam verlaat zal zij voor haar
voortbestaan en bij al haar geestelijke func
ties het stoffelijk element niet meer noodig
hebben.
Hierin verschilt zij in wezen van het le
vens-beginsel van planten en dieren (de z.g.
planten- of dierenziel) dat buiten de ver
binding van de stof noch bestaan, noch wer
ken kan.
De menschelijke ziel kan ook bestaan.
Zonder lichaam, en zal eerst kis zij daarvan
gescheiden is, haar volle werkzaamheid ont
plooien.
De onzichtbre ziel bestaat uit geest en niet
uit stof.
Z-is heel in ieder lidt. Het brein verstreckt
haer Lof.
Zij leeft in eeuwigheid en vreest noch roest,
noch schennis,
z-is is onbegrijpelijck, voorzichtigheid en
kennis
En deught en vrijen wil bezit ze in eigendom,
Voor hare majesteit staen alle geesten stom.
Dat de menschelijke ziel geestelijk en on
stoffelijk is leert ons op de eerste plaats de
H. Schrift en de Kerkelijke Overlevering,
De H. Schrift noemt op verschillende
plaatsen de menschelijke ziel kortweg „een
geest" die geestelijke werken verricht en na
den dood blijft voortbestaan (Math. XXVII-
50: Lc 1-47: Math. X-28: I Petr. TI-19:
Eccl XII-7).
Maar behalve de openbaring leert ook ons
natuurlijk verstand dat wij een geestelijke,
onstoffelijke ziel in oné rond dragen.
Immers dit is een van de onverbiddelijke
uitspraken van onze gezonde rede; waar
een gevolg is moet ook een oorzaak zijn;
geen gevolg zonder oorzaak.
En de aard van dat gevolg zal noodzake
lijk geproportionneerd zijn d.w.z. overeenstem
men met den aard van de oorzaak, die het
gevolg te voorschijn roept: derhalve een stof
felijk gevolg moet een stoffelijke oorzaak
hebben en een geestelijk gevolg een geeste
lijke oorzaak.
Welnu er worden in den mensch twee
werkingen of gevolgen gevonden, die nood
zakelijk boven de kracht der stof gaan en
daarom als geestelijke gevolgen of geestelijke
werkingen beschouwd moeten worden, n.l.
het denken en het willen van den mensch.
Maar aangezien een gevolg zonder oorzaan
niet denkbaar is moet ook hiervoor in den
mensch een oorzaak worden gezocht en wel
een oorzaak van denzelfden aard als het, ge
volg m.a.w. een geestelijke oorzaak of men
schelijke ziel!
Het denken in den mensch is een geeste
lijke werking of gevolg.
Dit volgt weer hieruit, dat de mensch zich
van stoffelijke dingen onstoffelijke geeste
lijke begrippen kan vormen.
Behalve de gewone waarneming .der din
gen de aan mensch en der gemeen s, waar
door zij beide een bepaald voorwerp met
bepaalde hoedanigheden: dit paard, dat huis,
dien man waarnemen, kan de mensch met
behulp van zijn verstand nog verder gaan
en al deze algemeene afzonderlijke voorstel
lingen verwerken tot algemeene begrippen
daarvan, die niet enkel de uiterlijke hoeda
nigheden dier voorwerpen, maar ook het in
nerlijk wezen dier dingen uitdrukken, zoo
als b.v. de begrippen: paard huis, mensch,
welke niet van toepassing zijn op dit of dat
bepaalde paard, huis enz., maar op de ge-
heele wezenssoort, op alle mogelijk bestaan
de soort van paarden, huizen, menschen.
De uiterlijke zintuigen nemen deze begrip
pen niet waar; zij nemen enkel bepaalde, af
zonderlijk dingen waar.
Evenmin de verbeelding die niets anders is
dan de spiegel of een copie en getrouwe
weergave van de indrukken der zintuigen;
derhalve moeten ze worden toegeschreven aan
ien hooger vermogen, dat boven de stof uit
gaat n.l. de ziel.
De mensch kan niet alleen onstoffelijke
begrippen vormen van stoffelijke dingen,
maar ook begrippen van onstoffelijke din
gen. zooals b.v. van recht, plcht, deugd,
zonde, eeuwigheid, enz.
Aangezien nu onstoffelijke dingen alleen
door onstoffelijke beelden kunnen worden
weergegeven en onstoffelijke beelden niet
door stoffelijke vermogens kunnen wor
den voorgebracht, moet zij worden toege
schreven aan een onstoffelijk, geestelijk ver
mogen. Derhalve uit het geestelijk gevolg:
denken, volgt een geestelijke oorzaak: de
ziel; het geestelijk vermogen waarmee de
ziel haar geestelijken arbeid verricht, wordt
verstand genoemd.
De tweede geestelijke werking of geeste
lijk gevolg is: het willen. Met. het dier heeft
de mensch gemeen het streven naar stof
felijke zinnelijke goederen, als voedsel, rust
enz. Dit streven is niets anders dan een
drang van zijn stoffelijke natuur. De mensch
echter streeft ook naar onstoffelijke geeste
lijke goederen die boven het bereik der zin
nen uitgaan en niet zelden gepaard gaan
met verlies en opoffering van zingenot, als j
waarheid, wetenschap, recht en deugd.
De bevrediging van dit streven brengt ook
een geheel andere vo'doenng mede dan de
bevrediging van een of ander zingenot. Dit
streven naar geestelijke onstoffelijke goede
ren is een uiting van een geestelijke ziel;
immers waar een geestelijke werking is moet
ook een geestelijke werker zijn.
De menschelijke wl verscahlt vervolgens
van het dierlijk streefvermogen, dat de men
schelijke wil met vrijheid begaafd is, d.w.z.
geheel vrij is om te handelen of niet te
handelen, terwijl het streefvermogen van
het dier door een noodzakelijken inwendi-
gen drang genoodzaakt wordt.
Welnu stof en stoffelijke krachten missen
alle vrijheid en werken natuurnoodzakelijk;
zij worden door een uitwendige kracht ge
richt en bewogen; zich zelve richten en be
wegen vermogen zij niet (zie Prof. Dr. Bey-
sens: Algemeene Zielkunde II. bez. 217: Is,
Vogels, Vraagstukken der Zielkunde II.
Hoofdstuk VI Dl. Ill, Hoofdst. I).
Als dus de mensch geheel vrij is in zijn
handelingen, dan moet er in den mensch
een hooger geestelijk vermogen zijn, dat van
de stof of zinnelijke vermogens innerlijk
niet afhangt, maar er boven staat en geheel
onafhankelijk van stof en zinnelijke vermo
gens kan handelen of niet handelen.
Dat vermogen is de ziel. Terwijl dus
de levenloozv en bezielde stof. planten
en dieren de willooze slavin zijn der natuur
wetten. waaraan zij zich natuurnoodzakelijk
moeten onderwerpen, kan de rnensch zich
boven die stoffelijke orde verheffen, met de
koninklijke vrijheid van heerscher en heer
der schepping tot een onafzienbaar gebied,
om daar te leven en te arbeiden als vrije
Vazal van dien goddelijken Opperheer al
leen onderworpen aan de heerschappij der
zedenwetten, die hij wel kan maar niet mag
overtreden. Daar op dat onafzienbaar gebied
der vrijheid draagt de mensch de verant
woordelijkheid van zijn daden en vergadert
hij de onschatbare verdiensten voor de
eeuwigheid, als hij het vorstelijk geschenk
der vrijheid goed wèet te gebruiken, maar
beloopt onverbiddelijke straffen, als hij dat
kostbaar talent tegen den goddelijken
Schenker zal misbruiken.
Derhalve heeft de mensch een onstoffe
lijke, geestelijke ziel, begaafd met verstand
en vrijen wil (Potters I blz. 239).
Alkmaar.
C. VIS, Rector.
Een vooraanstaand Turkscb blad heeft
er onlangs over geklaagd, dat het buitenland
over de gebeurtenissen in Turkije nog altijd
wordt ingelicht op een manier, die doet den
ken aan cfe sprookjesverha'.en uit den tijd
van Abdoel Hamid. Men wil niet, dat Tur
kije nog langer als een nevelland wordt
voorgesteld, waar men nog altijd door
spleten van harem-tralies moet loeren, waar
's nachts nog altijd zakken met menschelij-
ken inhoud in den Bosporus vallen. Men
verlangt nu van Europa, Turkije zoo te zien,
als het in werkelijkheid is: als een modernen,
of tenminste bijna modernen staat. Het
Turksche blad, dat in een heftigen vorm
optreedt tegen de berichtgeving in een groot
gedeelte der buitenlandsche pers, eischt, dat
nu over Turkije eindelijk de waarheid wordt
geschreven.
Dit is een penibele eisch van 't Kemalis-
tische blad. De volle waarheid over Turkije?
Zou men die in Angora en Constantinopel
ook werkelijk verdragen? Of is dat alleen
mogelijk met de waarheid, die hier dagelijks
op bevel wordt verspreid, wat natuurlijk het
geval moet zijn in een staat, waar een vol
ledige dictatuur heerscht. Het mankeert niet
aan zulke voorbeelden in andere staten. Men
zal ook uit de Italiaansche pers nooit ver
nemen, hoe het er in eigen land werkelijk
uitziet, om van de Sow jetpers niet te spre
ken. Hierbij komt in Turkije nog de omstan
digheid, dat een groot gedeelte van de be
volking van het lezen van kranten is buiten
gesloten, en dat is alweer sprookjes-
oriënt is aangewezen op mondelinge ver
halen en op den voorlezer, om wien zich
groepen verzamelen. Al heeft de directeur
van de staatsdrukkerij, Saik Sabri Bey,
trots verklaard, dat hij binnen twee maan
den meer dan 500.000 boeken met Latijnsche
letters heeft gedrukt, al hebben ook alle
kranten op één dag de Latijnsche letters
moeten invoeren, weet men nu dan ook, of
juister gezegd telt men ook, hoeveel
bewoners van Turkije het Latijnsche schrift,
al deze boeken en kranten niet kunnen lezen
en wat nog meer zegt niet willen
lezen? Het aantal Mohammedanen, voor wie
men de Latijnsche boeken en kranten ver
geefs drukt, die zich niet in een leesschool
willen laten persen, of daarden Koran
bidden, is misschien grooter, dan men wil
gelooven. De opstand in Anatolië, de samen
zweringen tegen het leven van Kemal. waar
over men maar zelden iets hoort, werdpr
en worden aangesticht door die lieden, die
men in Angora als reactionnaire en samen
zweerder stempelt, maar die in werkelijkheid
niets anders zijn, dan menschen, die aan
brengen, maar gedeeltelijk is gelukt, wat ook
natuurlijk niet anders kon. Het is met op
zijn plaats, vergelijkingen met andere landen
te maken. Al heeft men ook maar 'n opper
vlakkige kennis van Oud-Azië, dan moet
men, ook wanneer men de resultaten van 't
Kemalisme niet kent, ar hard aan twijfelen
of een geheele cultureele omwenteling moge
lijk zou zijn binnen de tijdsruimte, die de
dictator aan het volk heeft toegestaan.
De historische feiten spreken het duide
lijkst:
KEMAL PASHA
In November 1922 wordt het Sultanaat af
geschaft en de laatste heerscher verlaat het
land. Een jaar later wordt de republiek uit
geroepen en Moestapha Kemal als president
geproclameerd. Een half jaar daarna waagt
Kemal den laatsten grooten stap en schaft
het Kalifaat af. Dit gebeurt bij een edict
van 3 Maart 1924. Na enkele maanden is de
Koerden-opstand in vollen gang en alleen
een verbond met de Sowjets, een wanhoops
daad in de toenmalige situatie, maakt het
Kemal mogelijk, in 1925 den Koerden
opstand te onderdrukken. De Koerden wer
het geloof van hun vederen gehecht zijn, d'e den met toepassing van alle machtsmiddelen
in het hervormingswerk van den dictator een
vernietiging zien van den Islam en daarom,
zwijgend natuurlijk, maar hardnekkig wei
geren, hem te volgen. A's men cfe waarheid
wil zeggen, mag niet worden verzwegen, dat
het aantal van deze Oud-Turken niet gering
is en dat de breuk met het verleden, dien
Kemal in 'n oogwenk heeft willen tot stand
bloedig onderworpen maar de reactie, de
ontevredenen, cfe oud-geloovigen? In het
daarop volgende jaar wordt er een groote
samenzwering tegen het leven van Kemal
ontdekt cn de dictator kan ei- nu niet meer
aan twijfelen. dat aanmerkelijke gedeelten
van de bevolking zijn hervormingswerk van
de hand wijzen. Kemal gelooft daarom, het
nieuwe Turkije, zooals het hem voor den
geest staat, slag op slag te moeten voltooien.
Hij meent misschien, alleen op een vlugge
wijze het oude systeem beter te kunnen uit
roeien; misschien vreest Kemal ook, dat er
vroegtijdig paal en perk zal worden gesteld
aan zijn levenswerk en zoo volgt het eene
decreet het andere: de orden der monniken
en godsdienstige secten verdwijnen; de klee
ding wordt Europeesch, de vrouw wordt uit
den harem bevrijd en geëmancipeerd: de
burgerlijke wetgeving wordt gewijzigd; de
scheiding tusschen kerk en staat wordt vol
trokken; de Islam als staatsgodsdienst afge
zet en ten slotte het Latijnsche schrift inge
voerd. De oude plicht der boeren tot levering
in natura. die trouwens bijna alleen nog
maar op papier bestond, werd eveneens opge
heven. Slag op slag kwamen al deze decre
ten en men kan er zich in Europa nauwe
lijks een voorstelling van maken, hoe diep
deze omwenteling overal heeft ingegrepen.
Oud-Azië moest van den eenen dag op den
anderen Europeesch worden gemaakt; alle
oude overleveringen werden vervangen door
nieuwe instellingen, welke in den Europee-
schen geest van zelf sprekend, maar die in
het Aziatisch oog monsterachtig zijn.
Het werk van Kemal, het nieuwe Turkije,
is van buiten gezien, grandioos; alleen
daarom al bewonderenswaardig, omdat een
man met zulk een tempo in zijn hervormin
gen aanhangers heeft kunnen vinden. Het is
natuurlijk, dat dit niet algemeen kan zijn en
het is maar de vraag, hoe sterk de krachten
zijn, die Kemal vijandig gezind zijn, want
men kan nog volstrekt geen zeker oordeel
vellen over de uitwerking van Kemal's her
vormingen naar alle kanten. Als de gevolgen
zich zouden uiten in een toenemen van den
welstand, een vooruitgang der econom'e, dan
zouden de kansen voor het werk van Kemal
heel wat beter staan, dan nu bij de weinig
gunstige ontwikkeling van de economische
situatie in Turkije.
Om zijn interne hervormingen te bevesti
gen, heeft Kemal getracht, Turkije in de
buitenlandsche politiek zooveel mogelijk te
verzekeren De verschillende vriendschaps-,
niet-aanval- en neutraliteits-verdragen,
die Kemal sedert 1921 stelselmatig heeft
gesloten, of nog sluiten wil, moeten zijn
werk bevestigen tegen eiken schok van bui
ten. Hierin is Kemal misschien beter ge
slaagd, dan in de beveiliging in het land
zelf.
DE SCHADEVERGOEDING
Bérenger dringt aan op ratificatie der
Fransch-Arnerikasnsche schulden-
overeenkomst
PARIJS, 21 Juni (V. D.) In het „Jour
nal" bepleit Bérenger, die zulk een voornaam
aandeel in het tot stand komen van de
Fransch-Amerikaansche schuldenovereen
komst, de z.g.n. overeenkomst Mellon-Béren-
ger, opnieuw ratificatie van deze schulden
regeling. Indien de overeenkomst van Was
hington niet op 1 Augustus as. geratificeerd
is, zal de Fransche staat aan het Amerl-
kaansche departement van FinanclSn in to
taal 4940 mililoen dollar, waarvan 1600 mil-
lioen dollar aan rente, te betalen hebben.
peze schuld zou per 1 Augustus a.s. met
zicht door Amerika opgeëischt kunnen wor
den. In francs uitgedrukt gaat het dus om
een bedrag van 123 milliard francs. Ingeval
de overeenkomst niet geratificeerd wordt,
moet Frankrijk, aangezien de Engelsche
schuld ongeveer even groot is, dus een be
drag van 246 milliard francs in kas hebben.
gen. In aansluiting hierop nam het kabinet
stelling inzake het rapport der deskundigen
commissie van 7 Juni j.l.
Ten slotte nam het kabinet eenstemmig
het volgende besluit:
„De Rijksregeering is bereid het op 7 Juni
j.l. te Parijs door de deskundigen ondertee-
kende plan ter oplossing van het schadever-
goedingsvraagstuk als basis te nemen voor de
conferentie der regeeringen; in noodzakelij
ken samenhang hiermede moet tegelijkertijd
de algeheele liquidatie der uit den wereld
oorlog stammende kwesties worden bewerk
stelligd."
DE INTERNATIONALE ARBEIDS-
CONFERENTIE BEËINDIGD
GENÊVE, 21 Juni. (V.D.) Bij het sluiten
van de internationale arbeidsconferentie
heeft de voorzitter, de Duitsche minister van
arbeid, dr. Braun hedenavond een rede ge
houden, waarin hij de resultaten van de ver
richte werkzaamheden nog eens samenvatte
De Twaalfde Internationale Arbeidsconfe
rentie heeft, zoo verklaarde Braun, op den
weg der sociale hervormmgen een belangrijke
schrede voorwaarts gedaan. Van groot belang
zijn ongetwijfeld de verschillende overeen
komsten en adviezen op het gebied der onge
vallen. Ook op ander gebied zijn beduidende
vorderingen gemaakt. Voorts maakte Braun
gewag van de omstandigheid, dat voor het
eerst door het deelnemen van al'e vertegen
woordigers de conferentie een zaak gewor
den is, die de geheele wereld aangaat. De
beteekenis van de ontwikkeling der inter
nationale arbeidsorganisaties gedurende de
laatste tien jaren is vooral, dat in elk geval
steeds meer licht gebracht wordt in het be
staan van diegenen, die hun brood in het
zweet huns aanschijns moeten verdienen.
AFSCHEID PROF. VAN HAMEL
Als Volkenbondscommissaris van Dantzig
Dinsdag heeft in het oude raadhuis van
Dantzig de officicele afscheidsmaaltijd plaats
gevonden voer den aftredenden hoogen
commissaris van den Volkenbond, prof. mr.
J. A. van Hamel.
Na een rede van den president van den
Senaat, Sahm. waarin hij er den heer Van
Hamel mee gelukwenschte. dat het hem
nog in de laatste dagen gelukt was weder
om een moeilijk vraagstuk door bemiddeling
op te lossen (het betrof de regeling inzake
de kennis van het Poolsch van ae spoorweg
beambten van Dantzig) hield prof. Van Ha
mel een afscheidsrede, waarin hij verklaar
de, dat hii en zijn familie steeds gaarne aan
het verblijf in Dantzig zullen terugdenken.
Prof. Van Hamel dankte den president van
den Senaat voor de door hem aan Neder
land gewijde woorden, gewaagde van de le
vendige belangstelling, welke men in Neder
land voor Dantzig koestert en meende bij
zijn werkzaamheid te Dantzig ni«t alleen in
den geest gehandeld te hebben. F,en vergelij
king makend tusschen de overeenkomende
karaktereigenschappen van Nederland en
Dantzig zeide de aftredende hooge commis
saris o.a. dat dp Nederlanders vrienden zijn
van een eerlijk, ondubbelzinnig openbaar
i leven. Intriges ziin hun vreemd en Neder
land is zeer sterk een land van den goeden
wil. Spr. was er steeds van overtuigd ge
weest en bleei dit, dat ook slechts door dezen
geest van den goeden wil Dantzig verder zou
gedijen en eindigde met, zijn glas op te hef
fen op het welzijn van de Vrije Stad, den
president, van den Senaat en de regeering
van Dantzig.
KAMER
PARIJS, 21 Juni. (V.D.) De kamer heeft
zich Vrijdagmiddag bezig gehouden met de
debatten over de 7 interpellaties over de
Marokkopolitiek van de regeering en de ge
beurtenissen van Ait Jacoub. De communis
tische interpellant herinnerde er aan, dat het
het Fransche imperialisme, dat voor 25 jaar
de hand op Marokko gelegd had, nog niet
was gelukt hier meester te worden. Tot aan
den Rif-oorlog waren er 12.635 man gevallen,
terwijl gedurende dezen oorlog nog meer dan
10.000 en daarna nog vele duizenden vielen
Men wil den Atlas veroveren, aangezien deze
niet alleen om zijn natuurlijke rijkdommen
reeds lang begeerd wordt, doch ook omdat
hier den doorgang zal moeten komen van de
Trans-Sahara-spoorwegen, die de snelle
troepentransporten van den Niger naar
Frankrijk mogelijk moet maken. Men weet
dat de bezitters van mijnen en landerijen
een grooten veldtocht wenschten om de ge
bieden, waar zij hun speculaties wilden ont
wikkelen een veiligheid te garandeeren.
Dat zijn de resultaten van de politiek van
Briand. antwoordde: De politiek van Steeg
maar niet de politiek van de regeering.
De minister van buitenlandsche zaken,
Briand, antwordde: De politiek van Steeg
is gevoerd volgens aanwijzingen van de
regeering, welke nooit zijn veranderd.
De socialist Lafont riep de kamer op een
ernstig onderzoek in te stellen naar de toe
standen in Marokko, daar de tot dusverre
door de regeering gebruikte methodes schip
breuk hadden geleden.
Het vervolg der debatten werd verdaagd
tot Dinsdag.
HET DUITSCHE RIJKSKABINET EN HET
PLAN-YOUNG
BERLIJN, 21 Juni. (V.D.) Officieel wordt
medegedeeld, dat hedenmorgen onder leiding
van den minister van buitenlandsche zaken,
die in plaats van den rijkskanselier presi
deerde, een kabinetszitting plaats vond. De
minister van buitenlandsche zaken bracht
rapport uit over de vergadering van den
Raad van den V. B. te Madrid alsmede over
de aldaar en in Parijs gevoerde besprekln-
BRITSCHE KABINETSRAAD
De Troonrede Trotzky's toelating
Het Britsche kabinet is gistermorgen bij
eengekomen om over den tekst der Troon
rede te beraadslagen.
Naar verluidt behandelde het kabinet ook
het verzoek van Trotzky om in Engeland
te worden toegelaten.
DE ACHTERGROND VAN HET
AANSTAANDE BEZOEK VAN
MACDONALD AAN HOOVER
NEW-YORK, 21 Juni (V.D.) Naar de
„Evening Standard" uit Washington meldt,
heeft professor Burns, een vriend van Mac-
Donald, voor vooraanstaande leden van het
Congres verklaard, dat het voorgenomen be
zoek van Macdoiiald door de diepgewortelde
vrees wordt gedreven, dat binnen enkele
jaren, wellicht reeds voor 1935, een nieuwe
wereldoorlog kan uitbreken, wanneer een
verandering van verscheidene hoofdpunten
der vredesverdragen ter sprake mocht komen
en de samenwerking van Engeland met
Amerika de thans tusschen de volkeren be
staande strijdpunten niet uit den weg ge
ruimd zullen hebben. Mochten alle Europee-
sche vraagstukken aan de betrekkelijk on
vruchtbare uitwerking door den Volkenbond
worden overgelaten den zouden er minstens
een dozijn van dergelijke kwesties gelijk
tijdig rijzen, terwijl elk dezer op zich zelf
een nieuwe volkerenbrand kan ontketenen.
Macdonald nu zou het standpunt innemen,
dat Europa uit één enkele gewapende troe
penmacht bestaat en dat deze toestand, be
schouwd in het verband van nationalistische
stokerij en wraakgedachten een bedreiging
van den wereldvrede, beteekent, welke uit
onrechtvaardige vredesverdragen is voortge
komen. Om deze redenen wenscht Macdonald
op deze punten een hechte samenwerking me
president Hoover. Ten slotte zou Macdonald
'de voortschrijding der vredesbeweging ook
I zien in beperking der bewapeningen en in
'een verandering der bestaande overeenkom
sten, waardoor de reservetroepen niet tot de
legersterkten worden gerekend.
340 GEETALEERD
KINDERHUIS VEST 19
naar de Labour party en benoemd werd tot
Attorney General heeft afstand gedaan van
zijn zetel, waarvoor hij zich opnieuw candi-
daat gesteld heeft, doch thans als Labour-
candidaat.
DRIE PERSONEN EN 40 SCHAPEN DOOR
DEN BLIKSEM GETROFFEN
MILAAN, 21 Juni (V!D.) Bij een
weer. dat boven Terme (Piemont) woedde
is een herder door den bliksem getroffen
en gedood, terwijl 2 andere personen emsti'
gewond werden. Tevens werden van de kudde
40 schapen gedood.
Z. H. DE PAUS ZIEK?
ROME, 21 Juni (V.D.) Naar verluid*
heeft de lijfarts van Z. H. den Paus, di
Rossivan Milaan, ernstige symptomen ont
dekt van diabetes.
REUSACHTIGE BRAND TE M&XJHOE
MALMOE, 21 Juni (V. D.) Bij de have
van Malmoe brak gisteravond in een groot
opslagplaats brand uit. Een groote hoevee,
heid brandbare waren, voornamelijk papi<
en olie, bood den vlammen rijkelijk voedse
In weinige minuten was het gebouw, dat ee
gtheel complex in het oostelijk gedeelte va
de haven beslaat, een geweldige vlammen
zee. O.a. verbrandden vijf en twintig auto.
De bestrijding van het vuur werd moeilijk doe:
de greote hoeveelheid rook, die zich ontwik
kelde, doprdat de brandweer met gasmasker
moest werken. Het gevaar was zeer groo
dat het vuur zou overslaan naar de groot
houtopslagplaatsen, waar voor millioenen aa1
hout ligt opgeslagen. Door het overwaaie
van vonken ontstond bij gebouwen in de i
omtrek verschillende malen een begin va
brand. Door het Instorten van een muu
geraakten vijf brandweerlieden in ernstig gt
vaar. Zij moesten in een brandend huis-vluch
ten, doch konden daaruit gered worden, zon
der ernstige wonden te hebben opgelooper.
De schade, die door het vuur is aangericht
kon niet nauwkeurig geschat worden doch
bedraagt minstens eenige mJHioenen- De wa
gens, die op de veerbooten naar Kopenhager
gereden moesten worden, ondervonden door
den brand nogal wat moeilijkheden, aooda'
de treinen van en naar Stockholm belang
rijke vertraging hadden.
De cipiers bevrijd
Uit Houston (Texas) wordt nader gemeld
Ongeveer 150 niet als gevaarlijk beschouw
de gedetineerden weigerden met de gevan
genen mede te gaan, die uit de gevangenis
ontvluchtten met medeneming van drie ci
piers. De ontsnapte gevangenen behooren
tot de gevaarlijke categorie. Drie hunner
werden weder gevat en de drie cipiers wer
den bevrijd op ongeveer 15 KM. afstand van
de plaats der ontvluchting.
ZWARE STORMEN AAN DE ZUED-
AMERIKAANSCHE KUSTEN
LONDEN, 21 Juni (V.D.) Over een groot
gedeelte der Zuid-Amerikaansche kuststrook
hebben hevige wervelstormen gewoed, waar
door een groote schade is aangericht.
Uit Maracaibo wordt gemeld, dat
talrijke schepen, waaronder verscheidene vis-
schersvaartuigen, op drift zijn geraakt en in
volle zee zijn vergaan. Ook van de kusten
van ChJUt worden zware stormen gemeld,
waardoor een aantal schepen verloren ging.
gen.
DE OORZAAK VAN DE ONTPLOFFING
IN HET ZIEKENHUIS TE KANTON
PEKING, 21 Juni (V.D.) De chef van
een afdeeling van het afgebrande ziekenhuis
dr. Wu, verklaarde, dat de brand ten gevolge
van de onvoorzichtigheid van een bediende
ontstaan is. Deze had in de opslagplaats
van benzine en spiritus 'n brandenden lucifer
weggeworpen. Door de daarop volgende ex
plosie werden den ongelukkige beide armen
afgerukt. Toen het vuur tot het laborato
rium doorgedrongen was, waren daar even
eens explosiën ontstaan, welke de trappen
vernield hadden. In paniek hadden toen de
zieken zich uit de vensters geworpen.
De sultan van Ihangiro wordt
Katholiek. Een goed administra
teur en een knap jurist.
Ruhinda, de sultan van Ihangiro, Tanga
nyika, Oost-Afrika, heeft het voorbeeld van
zijn echtgenoote gevolgd en is gvergegaan
tot de Katholieke Kerk.
Sultan Ruhinda staat bij de Engelsche
autoriteiten zeer hoog aangeschreven en ge
niet een zekere reputatie vanwege zij®
groote administratieve bekwaamheid en
zijn scherpzinnige kennis van de wetten des
lands.
SIR WILLIAM JOWITT DOET AFSTAND
OLD FINISH VAN ZIJN ZETEL
LONDEN. 21 Juni (V.D.) Sir William
Jowitt, die een paar dagen na zijn verkiezing
als liberaal In het district Preston overliep
AMSTERDAM,
Nieuwendijk 225—229
UTRECHT,
Oude Gracht 151
Uit het Amerikaansch
door
JOS. P. H. HAMERS
„De zaak is in orde, Fenton", hoorde Dou
gal zeggen, blijkbaar als vervolg van een
onderhoud, dat buiten de deur begonnen
was. „We kunnen nu, als je wilt. de rest
bespreken om tot de fusie te komen. We
moeten nu schoon schip maken, dat zal de
zaak vereenvoudigen."
„Schoon schip!" Dougal Brenton in z'n
«Jonker hoekje, voor z'n lessenaar gezeten,
huiverde toen hij dit hoorde. Hij kende die
onaangename, schreeuwerige, ruwe stem.
Het wës Bankier Clarke, de president der
N. V. Astor, die zoo sprak. De lust bekroop
Dougal, om het hoofd van mijnheer Clarke,
dat met een weelderigen zwarten haardos
versierd was, in een vat kokenden azijn te
dompelen. Een oogenblik later hoorde hij
het hem bekende geluid van Perry Fenton's
draaienden bureau-stoel en het krassend
geluid van een anderen stoel, die over de
vloer geschoven werd.
C arke hernam op zijn luiden schetteren
den toon:
„Wanneer we van morgen tot overeen
stemming komen, dan zal ik mijn rechtsge
leerden raadsman het contract laten op
maken in duplo. Je kunt het dan met je
raadsman nazien. Nog deze week zou ik het
contract graag geteekend zien. Dat is mijn
manier van zaken doen. Vlug en goed. Se
dert het overlijden van m'n vader ga ik zoo
te werk en m'n firma is er wel bij gevaren,
zooals je weet. Jou zaak bestaat reeds lan
ger dan veertig jaar vóór de onze en nu
neem ik die van jou over."
„Nog niet."
De stem, die deze twee woorden sprak, en
die van achter een hoogen lessenaar vandaan
kwam, klonk onnatuurlijk hol. Op de trek
ken van Dougal Brent's bleek gelaat, met
z'n dunne grijze haren en zware wenkbrau
wen stond toen hij zich in z'n stoel omkeerde,
een ongewone gemoedsbeweging te lezen.
Het was niet z'n bedoeling geweest, om
aan het onderhoud tusschen Perry Fenton
en Bankier Clarke deel te nemen, noch min
der om een interruptie te plaatsen. Maar hij
had Perry Fenton Senior geassisteerd bij de
oprichting der fabriek toen Rising City nog
maar een gehucht was en een zeer werkzaam
deel gehad aan den bloei der onderneming.
Hij vond den geur van kokenden azijn heer
lijk. Meer dan vijftig jaar had hij aan den
bloei der zaak z'n beste krachten gegeven.
Hij had den jongen Perry in den gang en
de geheimen der zaak ingewijd en hem
boekhouden geleerd. De oude heer Perry
zei meer dan eens, dat, daar z'n zoon nooit
een eerste klas zakenman zou worden, hij
datgene wat hij had geleerd, alleen aan
Dougal Brent te danken had.
„Ik verzoek U mij te excuseeren", zei
Dougal in antwoord op den verontwaardig
den blik dien Rankin Clarke op hem wierp,
„maar U weet, mijnheer Clarke, dat ik in
dienst der Fenton-fabrieken oud geworden
ben. Ik trek het me zeer aan, dat zij in
andere handen zullen over gaan."
„Dat kan wel zijn" antwoordde Clarke;
„maar wat wilde u zeggen met: nog niet?
Hebt u soms medezeggenschap in Fentons
fabrieken?" en z'n stem klonk sarcastisch.
Nadat hij dit gezegd had, wendde hij zich
weer tot Perry Fenton, die van middelbaren
leeftijd en vierkant gebouw, een eigenaar
dig contrast vormde met den mageren, klei
nen en slanken Rankin Clarke, die zeker
tien jaar jonger was. „Is er soms iets Fen
ton, dat ons contract in den weg staat?"
„Niet dat ik weet," luidde het lusteloos ge
geven antwoord.
„Nu, dan is de zaak in orde," riep Clarke,
veel luider dan noodig was, „dan kunnen
we verder gaan," hier wierp hij een mis
noegden blik op Dougal, die weer, schijnbaar
in z'n werk verdiept, voor z'n lessenaar zat.
II.
Nog een uur lang boven Perry Fenton en
Rankin Clarke in gesprek. Dougal hoorde
alles zwijgend aan. Hetgeen Perry vertelde'
was voor hem geen nieuws. Op een desbe
treffende tot hem gwdchtti.vxaag, antwoord
de de jonge Fenton, dat z'n fabrieken goed
rendeerden.
„Maar niet zoo goed als twee jaar gele
den, zelfs niet zoo goed als verleden jaar,"
zei Clarke, onbeschaamd. „En hoe gaat het
met de Rangoon-saus?"
„Daar wordt meer dan ooit in omgezet",
antwoordde Perry, op levendigen toon.
Slechts met moeite kon Dougal Brent zich
weerhouden om zich om te keeren cn naar
Rankin Clarke te kijken, toen z'n jonge
patroon dit antwoord gaf. Hij bleef echter
door werken.
"Ik ben van plan om de Rangoonsaus
apart te behandelen," hernam Clarkk, ter
wijl hij z'n notitieboekje voor den dag haal
de en met aandacht eenige aanteekeningen
daarin las. „Je zult het recept van de Ran
goonsaus wel niet de andere bescheiden
geven, niet? Zou ik dat recept nu niet even
kunnen zien?"
„Dat is een fabrieksgeheim," zei Perry
kort.
Toen Dougal deze onbeschaamde vraag
van Clarke hoorde, had hij moeite om z'n
zelfbeheersching te bewaren. Perry's kort en
zakelijk antwoord maakte hem dit gemak
kelijker.
„Ook goed," hernam Clarke op onver
schilligen! tooa. „binnen een paar dagen
zal het voor ons geen geheim meer wezen.
Ik dacht, dat het goed zou zijn voor de
Astor, wanneer we bij voorbaat eenige oi>-
gaaf hadden van de benoodigdheden die
we toch binnenkort moeten hebben. Maar
het komt er niet zoo nauw op aan. Je hebt
voorloopig voorraad genoeg?"
Perry antwoordde hierop niet. Het onder
houd, dat nu ten einde liep, had tot re
sultaat het treffen der voorbereidende maat
regelen tot overdracht der Fenton fabrie
ken, zoodat de rechtgeleerde raadsman der
N. V. Astor, de acte van verkoop kom op
maken en de andere noodige formaliteiten
vervullen, zoodat vervolgens tot teekeningr
van het definitieve contract kon worden
overgegaan.
(Wordt vervolgd)