De Ongeziene Wereld of het Leven na den Dood Buitenlandsch Nieuws De Ontwikkeling van Turkije FEUILLETON inderkleedi Dames VIERDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ZATERDAG 22 JUNI 1929 BLADZIJDE 1 at, ^4^-^ De roep naar waarheid De weg der hervormingen Kansen voor de toekomst EETKAMER HET FABRIEKSGEHEIM de marokko-fnterVellaties in de MYER'S WONINGINRICHTING DE ONTVLUCHTE GEVANGENEN GEMENGDE BUITENL. BERICHTEN LVII DE MENSCH Zijn onsterfelijke ziel In mijn tuin Draagt heel hoog Een lelie-stengel Sneeuw-witten kelk. Glorieus aan De hemelen Jub'lende zon; Stak op een storm. Plassende regen: Maar geen vuil Besmeurde de bloem; Zoo weet ik Een lelie-ziel Te bloeien; Heerlijk rein in Goddelijke gratie: Laat ontbranden het Donderend avond-orkaan; Maar géén modder Ontwijdt er de zei! (Hubert Buyle). Het wezen der ziel De eerst geboren kinderen (de Engelen) zijn geesten. Teer, maagdelijk-fijn, in raggen schijn gehuld Van hemel-waas, gelijk gedachten plegen; Hun zijn is louter ziel, hun leven ziele-leven. In 't jeugdiger geslacht mengelde Alvader De stof zoo wonderlijk met geest dooreen, Dat ziele leeft verdoofd aan 't lijfsche leven En menige Engel grage blikken sloeg. Toen 't eerste Paar in reidans God vereerde. (Uit Dr v. Ginreken's voordrachten voor niet-katholieken). De Ziel is onstoffelijk De menschelijke ziel is een geestelijke, on stoffelijke zelfstandigheid, d.w.z. in wezen en in werken innerlijk onafhankelijk van de Stof; innerlijk, of overeenkomstig haar diepste wezen kan dus de ziel van den mensch ook buiten de stof werken en be staan. want zoolang zij hier op aarde met een stoffelijk lichaam verbonden is. is zij in haar werkingen wel degelijk van de stof afhankelijk: immers een stoornis in het cen trale hersengedeelte zal ook een stoornis in het onstoffelijk denken ten gevolge hebben. Zoodra echter de ziel bij den dood het stof felijk lichaam verlaat zal zij voor haar voortbestaan en bij al haar geestelijke func ties het stoffelijk element niet meer noodig hebben. Hierin verschilt zij in wezen van het le vens-beginsel van planten en dieren (de z.g. planten- of dierenziel) dat buiten de ver binding van de stof noch bestaan, noch wer ken kan. De menschelijke ziel kan ook bestaan. Zonder lichaam, en zal eerst kis zij daarvan gescheiden is, haar volle werkzaamheid ont plooien. De onzichtbre ziel bestaat uit geest en niet uit stof. Z-is heel in ieder lidt. Het brein verstreckt haer Lof. Zij leeft in eeuwigheid en vreest noch roest, noch schennis, z-is is onbegrijpelijck, voorzichtigheid en kennis En deught en vrijen wil bezit ze in eigendom, Voor hare majesteit staen alle geesten stom. Dat de menschelijke ziel geestelijk en on stoffelijk is leert ons op de eerste plaats de H. Schrift en de Kerkelijke Overlevering, De H. Schrift noemt op verschillende plaatsen de menschelijke ziel kortweg „een geest" die geestelijke werken verricht en na den dood blijft voortbestaan (Math. XXVII- 50: Lc 1-47: Math. X-28: I Petr. TI-19: Eccl XII-7). Maar behalve de openbaring leert ook ons natuurlijk verstand dat wij een geestelijke, onstoffelijke ziel in oné rond dragen. Immers dit is een van de onverbiddelijke uitspraken van onze gezonde rede; waar een gevolg is moet ook een oorzaak zijn; geen gevolg zonder oorzaak. En de aard van dat gevolg zal noodzake lijk geproportionneerd zijn d.w.z. overeenstem men met den aard van de oorzaak, die het gevolg te voorschijn roept: derhalve een stof felijk gevolg moet een stoffelijke oorzaak hebben en een geestelijk gevolg een geeste lijke oorzaak. Welnu er worden in den mensch twee werkingen of gevolgen gevonden, die nood zakelijk boven de kracht der stof gaan en daarom als geestelijke gevolgen of geestelijke werkingen beschouwd moeten worden, n.l. het denken en het willen van den mensch. Maar aangezien een gevolg zonder oorzaan niet denkbaar is moet ook hiervoor in den mensch een oorzaak worden gezocht en wel een oorzaak van denzelfden aard als het, ge volg m.a.w. een geestelijke oorzaak of men schelijke ziel! Het denken in den mensch is een geeste lijke werking of gevolg. Dit volgt weer hieruit, dat de mensch zich van stoffelijke dingen onstoffelijke geeste lijke begrippen kan vormen. Behalve de gewone waarneming .der din gen de aan mensch en der gemeen s, waar door zij beide een bepaald voorwerp met bepaalde hoedanigheden: dit paard, dat huis, dien man waarnemen, kan de mensch met behulp van zijn verstand nog verder gaan en al deze algemeene afzonderlijke voorstel lingen verwerken tot algemeene begrippen daarvan, die niet enkel de uiterlijke hoeda nigheden dier voorwerpen, maar ook het in nerlijk wezen dier dingen uitdrukken, zoo als b.v. de begrippen: paard huis, mensch, welke niet van toepassing zijn op dit of dat bepaalde paard, huis enz., maar op de ge- heele wezenssoort, op alle mogelijk bestaan de soort van paarden, huizen, menschen. De uiterlijke zintuigen nemen deze begrip pen niet waar; zij nemen enkel bepaalde, af zonderlijk dingen waar. Evenmin de verbeelding die niets anders is dan de spiegel of een copie en getrouwe weergave van de indrukken der zintuigen; derhalve moeten ze worden toegeschreven aan ien hooger vermogen, dat boven de stof uit gaat n.l. de ziel. De mensch kan niet alleen onstoffelijke begrippen vormen van stoffelijke dingen, maar ook begrippen van onstoffelijke din gen. zooals b.v. van recht, plcht, deugd, zonde, eeuwigheid, enz. Aangezien nu onstoffelijke dingen alleen door onstoffelijke beelden kunnen worden weergegeven en onstoffelijke beelden niet door stoffelijke vermogens kunnen wor den voorgebracht, moet zij worden toege schreven aan een onstoffelijk, geestelijk ver mogen. Derhalve uit het geestelijk gevolg: denken, volgt een geestelijke oorzaak: de ziel; het geestelijk vermogen waarmee de ziel haar geestelijken arbeid verricht, wordt verstand genoemd. De tweede geestelijke werking of geeste lijk gevolg is: het willen. Met. het dier heeft de mensch gemeen het streven naar stof felijke zinnelijke goederen, als voedsel, rust enz. Dit streven is niets anders dan een drang van zijn stoffelijke natuur. De mensch echter streeft ook naar onstoffelijke geeste lijke goederen die boven het bereik der zin nen uitgaan en niet zelden gepaard gaan met verlies en opoffering van zingenot, als j waarheid, wetenschap, recht en deugd. De bevrediging van dit streven brengt ook een geheel andere vo'doenng mede dan de bevrediging van een of ander zingenot. Dit streven naar geestelijke onstoffelijke goede ren is een uiting van een geestelijke ziel; immers waar een geestelijke werking is moet ook een geestelijke werker zijn. De menschelijke wl verscahlt vervolgens van het dierlijk streefvermogen, dat de men schelijke wil met vrijheid begaafd is, d.w.z. geheel vrij is om te handelen of niet te handelen, terwijl het streefvermogen van het dier door een noodzakelijken inwendi- gen drang genoodzaakt wordt. Welnu stof en stoffelijke krachten missen alle vrijheid en werken natuurnoodzakelijk; zij worden door een uitwendige kracht ge richt en bewogen; zich zelve richten en be wegen vermogen zij niet (zie Prof. Dr. Bey- sens: Algemeene Zielkunde II. bez. 217: Is, Vogels, Vraagstukken der Zielkunde II. Hoofdstuk VI Dl. Ill, Hoofdst. I). Als dus de mensch geheel vrij is in zijn handelingen, dan moet er in den mensch een hooger geestelijk vermogen zijn, dat van de stof of zinnelijke vermogens innerlijk niet afhangt, maar er boven staat en geheel onafhankelijk van stof en zinnelijke vermo gens kan handelen of niet handelen. Dat vermogen is de ziel. Terwijl dus de levenloozv en bezielde stof. planten en dieren de willooze slavin zijn der natuur wetten. waaraan zij zich natuurnoodzakelijk moeten onderwerpen, kan de rnensch zich boven die stoffelijke orde verheffen, met de koninklijke vrijheid van heerscher en heer der schepping tot een onafzienbaar gebied, om daar te leven en te arbeiden als vrije Vazal van dien goddelijken Opperheer al leen onderworpen aan de heerschappij der zedenwetten, die hij wel kan maar niet mag overtreden. Daar op dat onafzienbaar gebied der vrijheid draagt de mensch de verant woordelijkheid van zijn daden en vergadert hij de onschatbare verdiensten voor de eeuwigheid, als hij het vorstelijk geschenk der vrijheid goed wèet te gebruiken, maar beloopt onverbiddelijke straffen, als hij dat kostbaar talent tegen den goddelijken Schenker zal misbruiken. Derhalve heeft de mensch een onstoffe lijke, geestelijke ziel, begaafd met verstand en vrijen wil (Potters I blz. 239). Alkmaar. C. VIS, Rector. Een vooraanstaand Turkscb blad heeft er onlangs over geklaagd, dat het buitenland over de gebeurtenissen in Turkije nog altijd wordt ingelicht op een manier, die doet den ken aan cfe sprookjesverha'.en uit den tijd van Abdoel Hamid. Men wil niet, dat Tur kije nog langer als een nevelland wordt voorgesteld, waar men nog altijd door spleten van harem-tralies moet loeren, waar 's nachts nog altijd zakken met menschelij- ken inhoud in den Bosporus vallen. Men verlangt nu van Europa, Turkije zoo te zien, als het in werkelijkheid is: als een modernen, of tenminste bijna modernen staat. Het Turksche blad, dat in een heftigen vorm optreedt tegen de berichtgeving in een groot gedeelte der buitenlandsche pers, eischt, dat nu over Turkije eindelijk de waarheid wordt geschreven. Dit is een penibele eisch van 't Kemalis- tische blad. De volle waarheid over Turkije? Zou men die in Angora en Constantinopel ook werkelijk verdragen? Of is dat alleen mogelijk met de waarheid, die hier dagelijks op bevel wordt verspreid, wat natuurlijk het geval moet zijn in een staat, waar een vol ledige dictatuur heerscht. Het mankeert niet aan zulke voorbeelden in andere staten. Men zal ook uit de Italiaansche pers nooit ver nemen, hoe het er in eigen land werkelijk uitziet, om van de Sow jetpers niet te spre ken. Hierbij komt in Turkije nog de omstan digheid, dat een groot gedeelte van de be volking van het lezen van kranten is buiten gesloten, en dat is alweer sprookjes- oriënt is aangewezen op mondelinge ver halen en op den voorlezer, om wien zich groepen verzamelen. Al heeft de directeur van de staatsdrukkerij, Saik Sabri Bey, trots verklaard, dat hij binnen twee maan den meer dan 500.000 boeken met Latijnsche letters heeft gedrukt, al hebben ook alle kranten op één dag de Latijnsche letters moeten invoeren, weet men nu dan ook, of juister gezegd telt men ook, hoeveel bewoners van Turkije het Latijnsche schrift, al deze boeken en kranten niet kunnen lezen en wat nog meer zegt niet willen lezen? Het aantal Mohammedanen, voor wie men de Latijnsche boeken en kranten ver geefs drukt, die zich niet in een leesschool willen laten persen, of daarden Koran bidden, is misschien grooter, dan men wil gelooven. De opstand in Anatolië, de samen zweringen tegen het leven van Kemal. waar over men maar zelden iets hoort, werdpr en worden aangesticht door die lieden, die men in Angora als reactionnaire en samen zweerder stempelt, maar die in werkelijkheid niets anders zijn, dan menschen, die aan brengen, maar gedeeltelijk is gelukt, wat ook natuurlijk niet anders kon. Het is met op zijn plaats, vergelijkingen met andere landen te maken. Al heeft men ook maar 'n opper vlakkige kennis van Oud-Azië, dan moet men, ook wanneer men de resultaten van 't Kemalisme niet kent, ar hard aan twijfelen of een geheele cultureele omwenteling moge lijk zou zijn binnen de tijdsruimte, die de dictator aan het volk heeft toegestaan. De historische feiten spreken het duide lijkst: KEMAL PASHA In November 1922 wordt het Sultanaat af geschaft en de laatste heerscher verlaat het land. Een jaar later wordt de republiek uit geroepen en Moestapha Kemal als president geproclameerd. Een half jaar daarna waagt Kemal den laatsten grooten stap en schaft het Kalifaat af. Dit gebeurt bij een edict van 3 Maart 1924. Na enkele maanden is de Koerden-opstand in vollen gang en alleen een verbond met de Sowjets, een wanhoops daad in de toenmalige situatie, maakt het Kemal mogelijk, in 1925 den Koerden opstand te onderdrukken. De Koerden wer het geloof van hun vederen gehecht zijn, d'e den met toepassing van alle machtsmiddelen in het hervormingswerk van den dictator een vernietiging zien van den Islam en daarom, zwijgend natuurlijk, maar hardnekkig wei geren, hem te volgen. A's men cfe waarheid wil zeggen, mag niet worden verzwegen, dat het aantal van deze Oud-Turken niet gering is en dat de breuk met het verleden, dien Kemal in 'n oogwenk heeft willen tot stand bloedig onderworpen maar de reactie, de ontevredenen, cfe oud-geloovigen? In het daarop volgende jaar wordt er een groote samenzwering tegen het leven van Kemal ontdekt cn de dictator kan ei- nu niet meer aan twijfelen. dat aanmerkelijke gedeelten van de bevolking zijn hervormingswerk van de hand wijzen. Kemal gelooft daarom, het nieuwe Turkije, zooals het hem voor den geest staat, slag op slag te moeten voltooien. Hij meent misschien, alleen op een vlugge wijze het oude systeem beter te kunnen uit roeien; misschien vreest Kemal ook, dat er vroegtijdig paal en perk zal worden gesteld aan zijn levenswerk en zoo volgt het eene decreet het andere: de orden der monniken en godsdienstige secten verdwijnen; de klee ding wordt Europeesch, de vrouw wordt uit den harem bevrijd en geëmancipeerd: de burgerlijke wetgeving wordt gewijzigd; de scheiding tusschen kerk en staat wordt vol trokken; de Islam als staatsgodsdienst afge zet en ten slotte het Latijnsche schrift inge voerd. De oude plicht der boeren tot levering in natura. die trouwens bijna alleen nog maar op papier bestond, werd eveneens opge heven. Slag op slag kwamen al deze decre ten en men kan er zich in Europa nauwe lijks een voorstelling van maken, hoe diep deze omwenteling overal heeft ingegrepen. Oud-Azië moest van den eenen dag op den anderen Europeesch worden gemaakt; alle oude overleveringen werden vervangen door nieuwe instellingen, welke in den Europee- schen geest van zelf sprekend, maar die in het Aziatisch oog monsterachtig zijn. Het werk van Kemal, het nieuwe Turkije, is van buiten gezien, grandioos; alleen daarom al bewonderenswaardig, omdat een man met zulk een tempo in zijn hervormin gen aanhangers heeft kunnen vinden. Het is natuurlijk, dat dit niet algemeen kan zijn en het is maar de vraag, hoe sterk de krachten zijn, die Kemal vijandig gezind zijn, want men kan nog volstrekt geen zeker oordeel vellen over de uitwerking van Kemal's her vormingen naar alle kanten. Als de gevolgen zich zouden uiten in een toenemen van den welstand, een vooruitgang der econom'e, dan zouden de kansen voor het werk van Kemal heel wat beter staan, dan nu bij de weinig gunstige ontwikkeling van de economische situatie in Turkije. Om zijn interne hervormingen te bevesti gen, heeft Kemal getracht, Turkije in de buitenlandsche politiek zooveel mogelijk te verzekeren De verschillende vriendschaps-, niet-aanval- en neutraliteits-verdragen, die Kemal sedert 1921 stelselmatig heeft gesloten, of nog sluiten wil, moeten zijn werk bevestigen tegen eiken schok van bui ten. Hierin is Kemal misschien beter ge slaagd, dan in de beveiliging in het land zelf. DE SCHADEVERGOEDING Bérenger dringt aan op ratificatie der Fransch-Arnerikasnsche schulden- overeenkomst PARIJS, 21 Juni (V. D.) In het „Jour nal" bepleit Bérenger, die zulk een voornaam aandeel in het tot stand komen van de Fransch-Amerikaansche schuldenovereen komst, de z.g.n. overeenkomst Mellon-Béren- ger, opnieuw ratificatie van deze schulden regeling. Indien de overeenkomst van Was hington niet op 1 Augustus as. geratificeerd is, zal de Fransche staat aan het Amerl- kaansche departement van FinanclSn in to taal 4940 mililoen dollar, waarvan 1600 mil- lioen dollar aan rente, te betalen hebben. peze schuld zou per 1 Augustus a.s. met zicht door Amerika opgeëischt kunnen wor den. In francs uitgedrukt gaat het dus om een bedrag van 123 milliard francs. Ingeval de overeenkomst niet geratificeerd wordt, moet Frankrijk, aangezien de Engelsche schuld ongeveer even groot is, dus een be drag van 246 milliard francs in kas hebben. gen. In aansluiting hierop nam het kabinet stelling inzake het rapport der deskundigen commissie van 7 Juni j.l. Ten slotte nam het kabinet eenstemmig het volgende besluit: „De Rijksregeering is bereid het op 7 Juni j.l. te Parijs door de deskundigen ondertee- kende plan ter oplossing van het schadever- goedingsvraagstuk als basis te nemen voor de conferentie der regeeringen; in noodzakelij ken samenhang hiermede moet tegelijkertijd de algeheele liquidatie der uit den wereld oorlog stammende kwesties worden bewerk stelligd." DE INTERNATIONALE ARBEIDS- CONFERENTIE BEËINDIGD GENÊVE, 21 Juni. (V.D.) Bij het sluiten van de internationale arbeidsconferentie heeft de voorzitter, de Duitsche minister van arbeid, dr. Braun hedenavond een rede ge houden, waarin hij de resultaten van de ver richte werkzaamheden nog eens samenvatte De Twaalfde Internationale Arbeidsconfe rentie heeft, zoo verklaarde Braun, op den weg der sociale hervormmgen een belangrijke schrede voorwaarts gedaan. Van groot belang zijn ongetwijfeld de verschillende overeen komsten en adviezen op het gebied der onge vallen. Ook op ander gebied zijn beduidende vorderingen gemaakt. Voorts maakte Braun gewag van de omstandigheid, dat voor het eerst door het deelnemen van al'e vertegen woordigers de conferentie een zaak gewor den is, die de geheele wereld aangaat. De beteekenis van de ontwikkeling der inter nationale arbeidsorganisaties gedurende de laatste tien jaren is vooral, dat in elk geval steeds meer licht gebracht wordt in het be staan van diegenen, die hun brood in het zweet huns aanschijns moeten verdienen. AFSCHEID PROF. VAN HAMEL Als Volkenbondscommissaris van Dantzig Dinsdag heeft in het oude raadhuis van Dantzig de officicele afscheidsmaaltijd plaats gevonden voer den aftredenden hoogen commissaris van den Volkenbond, prof. mr. J. A. van Hamel. Na een rede van den president van den Senaat, Sahm. waarin hij er den heer Van Hamel mee gelukwenschte. dat het hem nog in de laatste dagen gelukt was weder om een moeilijk vraagstuk door bemiddeling op te lossen (het betrof de regeling inzake de kennis van het Poolsch van ae spoorweg beambten van Dantzig) hield prof. Van Ha mel een afscheidsrede, waarin hij verklaar de, dat hii en zijn familie steeds gaarne aan het verblijf in Dantzig zullen terugdenken. Prof. Van Hamel dankte den president van den Senaat voor de door hem aan Neder land gewijde woorden, gewaagde van de le vendige belangstelling, welke men in Neder land voor Dantzig koestert en meende bij zijn werkzaamheid te Dantzig ni«t alleen in den geest gehandeld te hebben. F,en vergelij king makend tusschen de overeenkomende karaktereigenschappen van Nederland en Dantzig zeide de aftredende hooge commis saris o.a. dat dp Nederlanders vrienden zijn van een eerlijk, ondubbelzinnig openbaar i leven. Intriges ziin hun vreemd en Neder land is zeer sterk een land van den goeden wil. Spr. was er steeds van overtuigd ge weest en bleei dit, dat ook slechts door dezen geest van den goeden wil Dantzig verder zou gedijen en eindigde met, zijn glas op te hef fen op het welzijn van de Vrije Stad, den president, van den Senaat en de regeering van Dantzig. KAMER PARIJS, 21 Juni. (V.D.) De kamer heeft zich Vrijdagmiddag bezig gehouden met de debatten over de 7 interpellaties over de Marokkopolitiek van de regeering en de ge beurtenissen van Ait Jacoub. De communis tische interpellant herinnerde er aan, dat het het Fransche imperialisme, dat voor 25 jaar de hand op Marokko gelegd had, nog niet was gelukt hier meester te worden. Tot aan den Rif-oorlog waren er 12.635 man gevallen, terwijl gedurende dezen oorlog nog meer dan 10.000 en daarna nog vele duizenden vielen Men wil den Atlas veroveren, aangezien deze niet alleen om zijn natuurlijke rijkdommen reeds lang begeerd wordt, doch ook omdat hier den doorgang zal moeten komen van de Trans-Sahara-spoorwegen, die de snelle troepentransporten van den Niger naar Frankrijk mogelijk moet maken. Men weet dat de bezitters van mijnen en landerijen een grooten veldtocht wenschten om de ge bieden, waar zij hun speculaties wilden ont wikkelen een veiligheid te garandeeren. Dat zijn de resultaten van de politiek van Briand. antwoordde: De politiek van Steeg maar niet de politiek van de regeering. De minister van buitenlandsche zaken, Briand, antwordde: De politiek van Steeg is gevoerd volgens aanwijzingen van de regeering, welke nooit zijn veranderd. De socialist Lafont riep de kamer op een ernstig onderzoek in te stellen naar de toe standen in Marokko, daar de tot dusverre door de regeering gebruikte methodes schip breuk hadden geleden. Het vervolg der debatten werd verdaagd tot Dinsdag. HET DUITSCHE RIJKSKABINET EN HET PLAN-YOUNG BERLIJN, 21 Juni. (V.D.) Officieel wordt medegedeeld, dat hedenmorgen onder leiding van den minister van buitenlandsche zaken, die in plaats van den rijkskanselier presi deerde, een kabinetszitting plaats vond. De minister van buitenlandsche zaken bracht rapport uit over de vergadering van den Raad van den V. B. te Madrid alsmede over de aldaar en in Parijs gevoerde besprekln- BRITSCHE KABINETSRAAD De Troonrede Trotzky's toelating Het Britsche kabinet is gistermorgen bij eengekomen om over den tekst der Troon rede te beraadslagen. Naar verluidt behandelde het kabinet ook het verzoek van Trotzky om in Engeland te worden toegelaten. DE ACHTERGROND VAN HET AANSTAANDE BEZOEK VAN MACDONALD AAN HOOVER NEW-YORK, 21 Juni (V.D.) Naar de „Evening Standard" uit Washington meldt, heeft professor Burns, een vriend van Mac- Donald, voor vooraanstaande leden van het Congres verklaard, dat het voorgenomen be zoek van Macdoiiald door de diepgewortelde vrees wordt gedreven, dat binnen enkele jaren, wellicht reeds voor 1935, een nieuwe wereldoorlog kan uitbreken, wanneer een verandering van verscheidene hoofdpunten der vredesverdragen ter sprake mocht komen en de samenwerking van Engeland met Amerika de thans tusschen de volkeren be staande strijdpunten niet uit den weg ge ruimd zullen hebben. Mochten alle Europee- sche vraagstukken aan de betrekkelijk on vruchtbare uitwerking door den Volkenbond worden overgelaten den zouden er minstens een dozijn van dergelijke kwesties gelijk tijdig rijzen, terwijl elk dezer op zich zelf een nieuwe volkerenbrand kan ontketenen. Macdonald nu zou het standpunt innemen, dat Europa uit één enkele gewapende troe penmacht bestaat en dat deze toestand, be schouwd in het verband van nationalistische stokerij en wraakgedachten een bedreiging van den wereldvrede, beteekent, welke uit onrechtvaardige vredesverdragen is voortge komen. Om deze redenen wenscht Macdonald op deze punten een hechte samenwerking me president Hoover. Ten slotte zou Macdonald 'de voortschrijding der vredesbeweging ook I zien in beperking der bewapeningen en in 'een verandering der bestaande overeenkom sten, waardoor de reservetroepen niet tot de legersterkten worden gerekend. 340 GEETALEERD KINDERHUIS VEST 19 naar de Labour party en benoemd werd tot Attorney General heeft afstand gedaan van zijn zetel, waarvoor hij zich opnieuw candi- daat gesteld heeft, doch thans als Labour- candidaat. DRIE PERSONEN EN 40 SCHAPEN DOOR DEN BLIKSEM GETROFFEN MILAAN, 21 Juni (V!D.) Bij een weer. dat boven Terme (Piemont) woedde is een herder door den bliksem getroffen en gedood, terwijl 2 andere personen emsti' gewond werden. Tevens werden van de kudde 40 schapen gedood. Z. H. DE PAUS ZIEK? ROME, 21 Juni (V.D.) Naar verluid* heeft de lijfarts van Z. H. den Paus, di Rossivan Milaan, ernstige symptomen ont dekt van diabetes. REUSACHTIGE BRAND TE M&XJHOE MALMOE, 21 Juni (V. D.) Bij de have van Malmoe brak gisteravond in een groot opslagplaats brand uit. Een groote hoevee, heid brandbare waren, voornamelijk papi< en olie, bood den vlammen rijkelijk voedse In weinige minuten was het gebouw, dat ee gtheel complex in het oostelijk gedeelte va de haven beslaat, een geweldige vlammen zee. O.a. verbrandden vijf en twintig auto. De bestrijding van het vuur werd moeilijk doe: de greote hoeveelheid rook, die zich ontwik kelde, doprdat de brandweer met gasmasker moest werken. Het gevaar was zeer groo dat het vuur zou overslaan naar de groot houtopslagplaatsen, waar voor millioenen aa1 hout ligt opgeslagen. Door het overwaaie van vonken ontstond bij gebouwen in de i omtrek verschillende malen een begin va brand. Door het Instorten van een muu geraakten vijf brandweerlieden in ernstig gt vaar. Zij moesten in een brandend huis-vluch ten, doch konden daaruit gered worden, zon der ernstige wonden te hebben opgelooper. De schade, die door het vuur is aangericht kon niet nauwkeurig geschat worden doch bedraagt minstens eenige mJHioenen- De wa gens, die op de veerbooten naar Kopenhager gereden moesten worden, ondervonden door den brand nogal wat moeilijkheden, aooda' de treinen van en naar Stockholm belang rijke vertraging hadden. De cipiers bevrijd Uit Houston (Texas) wordt nader gemeld Ongeveer 150 niet als gevaarlijk beschouw de gedetineerden weigerden met de gevan genen mede te gaan, die uit de gevangenis ontvluchtten met medeneming van drie ci piers. De ontsnapte gevangenen behooren tot de gevaarlijke categorie. Drie hunner werden weder gevat en de drie cipiers wer den bevrijd op ongeveer 15 KM. afstand van de plaats der ontvluchting. ZWARE STORMEN AAN DE ZUED- AMERIKAANSCHE KUSTEN LONDEN, 21 Juni (V.D.) Over een groot gedeelte der Zuid-Amerikaansche kuststrook hebben hevige wervelstormen gewoed, waar door een groote schade is aangericht. Uit Maracaibo wordt gemeld, dat talrijke schepen, waaronder verscheidene vis- schersvaartuigen, op drift zijn geraakt en in volle zee zijn vergaan. Ook van de kusten van ChJUt worden zware stormen gemeld, waardoor een aantal schepen verloren ging. gen. DE OORZAAK VAN DE ONTPLOFFING IN HET ZIEKENHUIS TE KANTON PEKING, 21 Juni (V.D.) De chef van een afdeeling van het afgebrande ziekenhuis dr. Wu, verklaarde, dat de brand ten gevolge van de onvoorzichtigheid van een bediende ontstaan is. Deze had in de opslagplaats van benzine en spiritus 'n brandenden lucifer weggeworpen. Door de daarop volgende ex plosie werden den ongelukkige beide armen afgerukt. Toen het vuur tot het laborato rium doorgedrongen was, waren daar even eens explosiën ontstaan, welke de trappen vernield hadden. In paniek hadden toen de zieken zich uit de vensters geworpen. De sultan van Ihangiro wordt Katholiek. Een goed administra teur en een knap jurist. Ruhinda, de sultan van Ihangiro, Tanga nyika, Oost-Afrika, heeft het voorbeeld van zijn echtgenoote gevolgd en is gvergegaan tot de Katholieke Kerk. Sultan Ruhinda staat bij de Engelsche autoriteiten zeer hoog aangeschreven en ge niet een zekere reputatie vanwege zij® groote administratieve bekwaamheid en zijn scherpzinnige kennis van de wetten des lands. SIR WILLIAM JOWITT DOET AFSTAND OLD FINISH VAN ZIJN ZETEL LONDEN. 21 Juni (V.D.) Sir William Jowitt, die een paar dagen na zijn verkiezing als liberaal In het district Preston overliep AMSTERDAM, Nieuwendijk 225—229 UTRECHT, Oude Gracht 151 Uit het Amerikaansch door JOS. P. H. HAMERS „De zaak is in orde, Fenton", hoorde Dou gal zeggen, blijkbaar als vervolg van een onderhoud, dat buiten de deur begonnen was. „We kunnen nu, als je wilt. de rest bespreken om tot de fusie te komen. We moeten nu schoon schip maken, dat zal de zaak vereenvoudigen." „Schoon schip!" Dougal Brenton in z'n «Jonker hoekje, voor z'n lessenaar gezeten, huiverde toen hij dit hoorde. Hij kende die onaangename, schreeuwerige, ruwe stem. Het wës Bankier Clarke, de president der N. V. Astor, die zoo sprak. De lust bekroop Dougal, om het hoofd van mijnheer Clarke, dat met een weelderigen zwarten haardos versierd was, in een vat kokenden azijn te dompelen. Een oogenblik later hoorde hij het hem bekende geluid van Perry Fenton's draaienden bureau-stoel en het krassend geluid van een anderen stoel, die over de vloer geschoven werd. C arke hernam op zijn luiden schetteren den toon: „Wanneer we van morgen tot overeen stemming komen, dan zal ik mijn rechtsge leerden raadsman het contract laten op maken in duplo. Je kunt het dan met je raadsman nazien. Nog deze week zou ik het contract graag geteekend zien. Dat is mijn manier van zaken doen. Vlug en goed. Se dert het overlijden van m'n vader ga ik zoo te werk en m'n firma is er wel bij gevaren, zooals je weet. Jou zaak bestaat reeds lan ger dan veertig jaar vóór de onze en nu neem ik die van jou over." „Nog niet." De stem, die deze twee woorden sprak, en die van achter een hoogen lessenaar vandaan kwam, klonk onnatuurlijk hol. Op de trek ken van Dougal Brent's bleek gelaat, met z'n dunne grijze haren en zware wenkbrau wen stond toen hij zich in z'n stoel omkeerde, een ongewone gemoedsbeweging te lezen. Het was niet z'n bedoeling geweest, om aan het onderhoud tusschen Perry Fenton en Bankier Clarke deel te nemen, noch min der om een interruptie te plaatsen. Maar hij had Perry Fenton Senior geassisteerd bij de oprichting der fabriek toen Rising City nog maar een gehucht was en een zeer werkzaam deel gehad aan den bloei der onderneming. Hij vond den geur van kokenden azijn heer lijk. Meer dan vijftig jaar had hij aan den bloei der zaak z'n beste krachten gegeven. Hij had den jongen Perry in den gang en de geheimen der zaak ingewijd en hem boekhouden geleerd. De oude heer Perry zei meer dan eens, dat, daar z'n zoon nooit een eerste klas zakenman zou worden, hij datgene wat hij had geleerd, alleen aan Dougal Brent te danken had. „Ik verzoek U mij te excuseeren", zei Dougal in antwoord op den verontwaardig den blik dien Rankin Clarke op hem wierp, „maar U weet, mijnheer Clarke, dat ik in dienst der Fenton-fabrieken oud geworden ben. Ik trek het me zeer aan, dat zij in andere handen zullen over gaan." „Dat kan wel zijn" antwoordde Clarke; „maar wat wilde u zeggen met: nog niet? Hebt u soms medezeggenschap in Fentons fabrieken?" en z'n stem klonk sarcastisch. Nadat hij dit gezegd had, wendde hij zich weer tot Perry Fenton, die van middelbaren leeftijd en vierkant gebouw, een eigenaar dig contrast vormde met den mageren, klei nen en slanken Rankin Clarke, die zeker tien jaar jonger was. „Is er soms iets Fen ton, dat ons contract in den weg staat?" „Niet dat ik weet," luidde het lusteloos ge geven antwoord. „Nu, dan is de zaak in orde," riep Clarke, veel luider dan noodig was, „dan kunnen we verder gaan," hier wierp hij een mis noegden blik op Dougal, die weer, schijnbaar in z'n werk verdiept, voor z'n lessenaar zat. II. Nog een uur lang boven Perry Fenton en Rankin Clarke in gesprek. Dougal hoorde alles zwijgend aan. Hetgeen Perry vertelde' was voor hem geen nieuws. Op een desbe treffende tot hem gwdchtti.vxaag, antwoord de de jonge Fenton, dat z'n fabrieken goed rendeerden. „Maar niet zoo goed als twee jaar gele den, zelfs niet zoo goed als verleden jaar," zei Clarke, onbeschaamd. „En hoe gaat het met de Rangoon-saus?" „Daar wordt meer dan ooit in omgezet", antwoordde Perry, op levendigen toon. Slechts met moeite kon Dougal Brent zich weerhouden om zich om te keeren cn naar Rankin Clarke te kijken, toen z'n jonge patroon dit antwoord gaf. Hij bleef echter door werken. "Ik ben van plan om de Rangoonsaus apart te behandelen," hernam Clarkk, ter wijl hij z'n notitieboekje voor den dag haal de en met aandacht eenige aanteekeningen daarin las. „Je zult het recept van de Ran goonsaus wel niet de andere bescheiden geven, niet? Zou ik dat recept nu niet even kunnen zien?" „Dat is een fabrieksgeheim," zei Perry kort. Toen Dougal deze onbeschaamde vraag van Clarke hoorde, had hij moeite om z'n zelfbeheersching te bewaren. Perry's kort en zakelijk antwoord maakte hem dit gemak kelijker. „Ook goed," hernam Clarke op onver schilligen! tooa. „binnen een paar dagen zal het voor ons geen geheim meer wezen. Ik dacht, dat het goed zou zijn voor de Astor, wanneer we bij voorbaat eenige oi>- gaaf hadden van de benoodigdheden die we toch binnenkort moeten hebben. Maar het komt er niet zoo nauw op aan. Je hebt voorloopig voorraad genoeg?" Perry antwoordde hierop niet. Het onder houd, dat nu ten einde liep, had tot re sultaat het treffen der voorbereidende maat regelen tot overdracht der Fenton fabrie ken, zoodat de rechtgeleerde raadsman der N. V. Astor, de acte van verkoop kom op maken en de andere noodige formaliteiten vervullen, zoodat vervolgens tot teekeningr van het definitieve contract kon worden overgegaan. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 11