Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | 22 juni 1929 | pagina 7

Binnenlandsch Nieuws

Deze emblemen
beteekenen
bezuiniging

■I

STANDARD

a

DERDE BLAD

NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT

ZATERDAG 22 JUNI 1929

BLADZIJDE 1

Jaarvergadering Ned. Ver.
voor Armenzorg en
Weldadigheid

Overdadige bloemenhulde
bij begrafenissen

Het bioscoopconflict in het
Zuiden

De schade van bosch- en
heidebranden

Hingen zoovel als op afschfijrin-
gen. U ruit Teel meer pleiziezy
van eiken rit hebben, waaneer,
U zoovel benzine als olie «Hf
laadt aan de pompen met

Maximum kracht
en beachertning

Standard Motor Oil is altijd rang
dezelfde voortreffelijke kwaliteit»
Het is verkeerd nn eens het ééne j
merk en dan veer bet andere te j
beproeven. Standard Motor Oil is

Ctandard Motor Oil en A. P. C.

Motor Spirit geven maximum
kracht en minimum reparatiekos
ten. De praktijk leert den automo- -en ue

bilist en den motorrijder, dat de g dcze emblemen.

grootste bezuiniging ligt in het
gebruik van benzihe en olie, die
volkomen bij elkaar passen.

Motor Spirit en Standard Motor immers steeds uitstekend en overal

Oil gebruiken. Zij besparen U verkrijgbaar, waar A.P.C. Motor'
kunt dit ook Op reparatiereke- Spirit verkocht wordt

V

American Petroleum Company, Gebouw Petrolea, 'g-Gravenhagm

U J«XSXZ1:1 g TV A Ji

Chr. Middenstands-
vereeniging

P. F. Fruytier t

Jonge meisjes en schiet
oefeningen

Staten-Generaal

Eerste Kamer

Vergadering van 21 Juni

Brabantsche Brieven

A. R. K. A.

Raad van State

Mr. W. L. Baron de Vos
van Steenwijk

De economische ontwikke
ling in China

De heer HEERKENS THIJSSEN CR.K.)
juicht dit ontwerp toe; het werkt er toe mee
een ommekeer in onze rechtsbedeeling tot
stand te brengen. In 't bijzonder is hij het
eens met de inbewaringstelling, waardoor
men verlost zal worden van menschen, die,
uit de gevangenis ontslagen, keer op keer
maar weer een nieuw misdrijf plegen.

De heer HERMANS (S.D.) erkent, dat het
niet zoo spoedig meer zal komen tot in be
waring houding van politieke misdadigers,
maar theoretisch bijlft dit toch mogelijk.
Voor deze groep had de minister een afzon
derlijke regeling moeten treffen.

De MINISTER vraagt zich af of iets, dat
zich in de praktijk niet zal voordoen, nog
geregeld moet worden. De voorwaarden zijn
zoodanig, dat de bewaring op politieke ge
vangenen wel niet zal worden toegepast. Het
is ook de vraag of bewaring voor deze men
schen wel het geschikte mdiel zou zijn.

Het ontwerp wordt aangenomen z. h. st.

Goedgekeurd wordt het ontwerp tot wijzi
ging van het Wetboek van Koophandel.

Bij de wijziging van de Bankwet 1919 zegt
de heer DE VEER (A.R.) niet te gelooven,
dat er onoverkomelijke bezwaren zouden
zijn voor De Nederlandsche Bank om te vol
doen aan de nieuwe wet op de naamlooze
vennootschappen. Bezwaren zijn er echter,
want de Bank zou o.m. al haar bankbiljetten
moeten intrekken. Echter gelden die bezwa
ren evengoed ten opzichte van allerlei andere
vennootschappen. Spr. denkt aan entreebil
jetten, assurantiepolissen. Naar evenredigheid
zijn de kosten voor de Ned. Bank niet groo-
ter dan voor andere inrichtingen. Evenwel
acht spr. de heele bepaling van art. 37c
Wetb. van Kooph. overbodig. Dit artikel dient
te worden prijsgegeven.

MINISTER DONNER vindt, dat dit voor
stel in de rede ligt. Wanneer men aanneemt,
dat het voorschrift van art. 37c overbodig
is, moet men het natuurlijk afschaffen, maar
spr. is het daarmee niet eens.

Bovendien geldt het ontwerp alléén voor
de circulatiebiljetten, die toch wel een bij
zondere positie innemen.

De heer DE VEER (A.R.) repliceert.

Het ontwerp wordt aangenomen z. h. st.
met aanteekening, dat de heer De Veer
tegen is.

Zonder beraadslaging of stemming worden
aangenomen de volgende wetsontwerpen:

1. Wijziging van art. 48 der Comptabili
teitswet.

2. Wijziging van de wet tot regeling van
de bezoldiging van den Raad van State.

3. Nadere wijziging van de wet tot rege
ling van de samenstelling van den Hoogen
Raad, de gerechtshoven, de arr.-rechtbanken
en de kantongerechten en van de jaarwed
den der rechterlijke ambtenaren, alsmede
van de klassen der rechtbanken en kanton
gerechten.

4. Nadere wijziging van de wet tot aan
vulling van art. 143 der Rechtspleging bij de
Landmacht, van de Provisioneele Instructie
voor het Hoog Mil. Gerechtshof en nadere
voorzieningen betreffende de jaarwedden van
de leden der militair-rechterlijke macht.

De vergadering wordt hierop verdaagd tot
Woensdag 10 Juli, 's middags 2 uur.

Het suikerwetje-v. d. Heuvel

De Memorie van Antwoord

Verschenen is de memorie van antwoord
op het voorloopig verslag de Eerste Kamer
over hét initiatief-voorstel v.d. Heuvel tot
het verleenen van tijdelijken steun aan de
beetwortelsuikerindustrie.

De voorsteller berekent een productieprijs
van 19 per 100 K.G. Om veilig te gaan,
hebben de voorstellers den prijs der suiker,
waarbij de steün vervalt, nog 2 lager ge
steld.

Over 't algemeen acht ook de voorstellenr
staatshulp aan bedrijven zeer ongewenscht.
Ontkend kan echter niet worden, dat er ge
vallen zijn, waarin men tot die hulp zijn toe
vlucht moet nemen (Rott. Bank Kon. Holl.
Lloyd. Bankvereeniging voor den Midden
stand).

De leden, die de meening uitspraken, dat
toch wat anders gezaaid zou kunnen worden,
zien over 't hoofd dat behalve aardappelen
en uien, welke teelten niet uitgebreid kun
nen worden, alle andere landbouwproducten
minstens 1.20 per H.A. minder arbeid vra
gen.

De voorsteller houdt tegenover de ontken
ning van vele leden vol, dat er een nood
toestand bestaat en licht dit o.m, toe aan
de hand van cijfers van de directie van den
landbouw.

De andere middelen welke eenige leden
in overweging gaven, n.l. inkrimping der
teelt en verlaging van den suikeraccijns zijn
naar het oordeel van den voorsteller niet in
staat verbetering te geven.

De bezwaren tegen dit voorstel als prece
dent, kan de heer v. d. Heuvel niet deelen.
Indien zoo ruim alle voorwaarden, welke 'n
steunverleening kunnen wettigen als bij de
beetwortelproductie aanwezig zijn is er geen
bezwaar dit als een precedent te beschou-
wen.

Niet ontkend kan worden, dat er enkele
gevallen kunnen zijn, waarin de steun niet
aan de verbouwers ten goede komt. Deze
zullen echter sporadisch voorkomen. Boven
dien is het niet zulk een ernstig euvel, in
dien de fabrikant dezen steun zou houden,
omdat deze een naar den suikerprijs gere
kend veel te hoogen bietenprijs betaalt.

Na uiteengezet te hebben, dat van deloyale

övergaan, maar het ook zoo beperkt moge
lijk moet houden.

Het dalen van de aandeelen der C.S.M. toe
te schrijven aan dit initiatief-voorstel, is
toch wel een uiterst merkwaardige vinding.
Dit is volstrekt onaannemelijk. Deze daling
heeft twee oorzaken. In de eerste plaats de
voortdurende dalende suikermarkt en in de
tweede plaats den veel te hoogen prijs wel
ken de C.S.M. in verhouding tot den prijs van
het product van 1929 in uitzicht heeft ge
steld.

De voorstellers zijn tot de conclusie ge
komen, dat noch voor de Oost, noch voor
de West dit voorstel eenig beteekenend na
deel inhoudt.

In tegenste'hng met het gevoelen van de
leden, die oordeelden, dat nu het tijdstip
ongeschikt zou zijn voor verleenen van be
scherming, is de voorsteller juist van oor
deel dat het oogenblik juist gunstij is met
het oog op de a.s. suikerconventie.

De afsluiting en droogmaking der
Zuiderzee

In een nota ter aanvulling van de Memo
rie van Antwoord voor de ontwerpen Zuider-
zeefonds 1929, verhooging Waterstaatsbegroo-
ting 1928, begrooting Zuiderzeefonds 1929
en wijziging Waterstaatsbegrooting 1929
wordt nog gezegd, dat de door de Commissie-
Lovink in haar in 1924 uitgebracht verslag
gebezigde cijfers met betrekking tot de uit
voeringskosten der binnen de bedijkingen te
maken werken uitsluitend ten doel hadden
bij haar studie van do verkaveling een in
zicht te verkrijgen ter vergelijking van de
financieele gevolgen van verschillend
systemen. De raming der uit te voeren
werken is niet op grond van gegevens dezer
commissie, doch op grond van door den
dienst der Zuiderzeewerken bijeengebrachte
gegevens opgemaakt.

Wat de door de Commissie-Lovink aange
geven grondprijzen betreft, bestaat er, naar
de Minister meent, geenerlei aanleiding om
thans een lagere waarde der droog te leggen
gronden aan te nemen, dat die welke in 1924
waarschijnlijk werd geacht.

Gisteren werd de 22e jaarvergadering van
de Neder :andsche Vereeniging voor Armen
zorg en Weldadigheid geopend met een rede
van Dr. J. Th. de Visser. Spr. herinnerde
aan het feit, dat de Koningin-Moeder en de
Koningin beiden Beschermvrouwen van de
vereeniging zijn en voorts dat het gouden
jubileum van Koningln-Emma door Neder
land met blijdschap en dankbaarheid is ge
vierd. Hij stelde voor een telegram van hulde
aan H. M. te zenden. Spr. heette den com
missaris der Koningin in de provincie Lim
burg, baron van Höveil tot Westerflier wel
kom en zegde hem dank voor de aanvaar
ding van het eere-voorzitterschap dezer ver
gadering.

Het zij mij vergund als uwen Voorzitter,
zoo aeide dr. De Visser, het licht te doen val
len op een synthese, die wanneer wij het
sociaal gebied betreden zoo licht uit het oog
1 verliezen. En waarvan de erkenning en de
betrachting daarvan den socialen opbouw
van het Nederlandsche volk' aanmerkelijk
bespoedigt. Ik bedoel de synthese tusschen
individualisme en gemeenschap. Het schijnt
alsof deze beide tegenstelling zijn. Spr. herin
nerde aan de nieuwere economie, die uit
gaat van het beginsel van de gemeenschap
van den arbeid en die op grond daarvan het
recht op den arbeid, naast den plicht tot
werken erkent. Hiermede hangt samen de
nieuwe beschouwing van de staatstaak, die
wordt overheerscht door de algemeene be
schermingsidee, die de overheid verplicht tot
de behartiging van veelzijdige volksbelangen
en als een harer eerste functies beschouwt
de maatschappelijke kwalen en verschijnse
len op te sporen, hen in het juiste licht t®
stellen en te overwegen, op welke wijze deze
kunnen worden geholpen en in goede ba
nen geleid.

Men wil den arme niet alleen uit brood-
nood redden, maar hem als mensch ophef
fen en kracht schenken voor den strijd van
het leven. Zoo wordt letterlijk van alle zij
den, juist in dezen tijd, waarin de gemeen
schapsidee op steeds grooter schaal wordt
toegepast, op de verheffing van de persoon
lijkheid gewerkt. En de staat, als orgaan der
gemeenschap, mag hiervoor dankbaar zijn,
omdat hier uit vrije beweging werk wordt
verricht ten goede, dat in zedelijke waarde
ver staat boven hetgeen ten gevolge van
dwang geschiedt. Aan den anderen kant
moet ook de individu de groote waarde der
gemeenschap erkennen.

Met opzet, aldus eindigde de voorzitter,
plaatste ik de bespreking van het sociale
vraagstuk der emigratie in het teeken der
synthese van individualisme en gemeen
schap als voor de individu is weggelegd. In
dit opzicht zeggen de twee woorden „armen
zorg" en werkloozenzorg" genoeg. Bij de
laatste staat het werk der gemeenschap bij
de eerste dat der individuen op dén voor
grond.

Over de uitgebrachte praeadvlezen werd
eenigen tjjd gediscussieerd.

Daarbij betoogde o.m. de Haarlemsche

wethouder, mr. J. Gerritsz o.m., dat het
groote surplus der bevolking tot welvaart
kan komen door bevordering en ontwikke
ling der industrie in eigen land, ook omdat
practisch all eandere landen voor ons ge
sloten zyn. In de prae-advlezen had spre
ker de behandeling van de vraag gemist,
wat de Burg. Armbesturen en anderen moe
ten doen met de menschen die weigeren te
gaan naar een of ander gebied, waar voor
hen loongevend werk is. In aanmerking ne
mend ,wa t groote ondernemingen gedaan
hebben inzake woningbouw, betoogde spre
ker dat ook de migratie geremd wordt door
gebrek aan woningen en vroeg wat voor
taak de gemeenschap in deze heeft.

De heer van Lier, referendaris aan het
Departement van Arbeid, vroeg of het niet
op den weg der vereeniging ligt, eerst eens
uit te maken hoe de juiste afbakening is
van het begrip Maatschappelijk Hulpbe
toon. Voorts betoogde spreker, dat 't nood
zakelijk is, dat er eerst in ons land zelf
meer eenheid komt wat betreft de verzor
ging van de arbeidsmarkt en bestreed de
meening, dat het bevolgingssurplus van de
plattelandsbevolking grootendeels is aange
wezen op nieuwep ontginningsgebieden.

Mgr. dr. Poels vroe gten slotte hoe de
heer Meyer de Vries zijn elfde en laatste
conclusie opvat. Wij leven nu eenmaal in
een land met een gemengde bevolking, ver
schillend door levensopvatting en wereldbe
schouwing. Spreker zet de verdraagzaam
heid bovenaan en hem is niets liever lan in
eendrachtig esamenwerking tot oplossing
van problemen van groot belang voor ons
land te komen. Dit sluit niet uit, dat wij
geen rekening zouden moeten houden met
hetgeen gegroeid is. Verschillende lichamen
brengen nog geen versnippering. Een ieder
kan zijn weg gaan en practisch werk ver
richten en federatief kunnen wjj tot een
drachtige en zoo innig mogelijke samen
werking komen.

Het tegengaan er van

Naar wü vernemen, heeft zich een voor
loopig Comité gevormd onder den naam
„Herdenkingsfonds", waarin o.a. zitting heb
ben genomen onderstaande personen: D. W.
H. Parijn, te Baarn, voorzitter, A. J. da
Costa, te Amsterdam. Mej. N. A. C. Qrielars,
Lid van den Amsterdamschen Gemeente
raad. Prof. mr. P. A. Diepenhorst, te Am
sterdam, G. van Mesdag te Hilversum, prof.
dr. H. J. Pos te Amsterdam, S. E. Ramondt te
Hilversum, L. Snapper te Amsterdam, H. L.
Versteeg, hoofdcommissaris van politie te Am
sterdam. Ir. L. C. Westhoff, te Hilversum.
Mr. A. J. de Wolff, burgemeester van Die-
men, H. J. Berghege, Jacob Obrechtstraat
23 boven te Amsterdam, secretaris met het
doel de overdadige bloemenhulde bij begra
fenissen tegen te gaan.

De directie van de Cinema Royal te Lut-
terade heeft een schrijven van den Ned.
Bioscoopbond ontvangen, inhoudende, dat
het haar verboden is, de film, welke voor
de Katholieke Kiesvereeniging gedraaid zou
worden, te vertoonen. Bij onthouding van
dit verbod zou de bioscoop als lid van den
Bond geschorst worden.

De Nederlandsche Artistenorganisatie
kwam te Amsterdam in spoedvergadering
bijeen in verband met het bioscoopconflict
in het Zuiden.

Tot ondersteuning der actie van den Ned.
Bioscoopbond besloot de vergadering een
verbod uit te vaardigen aan de leden, om in
de gemeenten, welke bij het bioscoopconflict
betrokken zijn, op te treden, hetzij in caba
ret, hetzij in theaters of in welke openbare
vermaaksinrichting ook.

De Belgische zusterorganisatie „L'Artiste
professionel", deelde mede, dat zij zich met
dit besluit solidair verklaart.

Door bosch- en heidebranden zijn in de
maand Mei groote uitgestrektheden ver
nield; hoe groot de daarbij aangerichte
schade is geweest, kon niet dadelijk worden
meegedeeld. Zelfs op dit oogenblik heeft de
Ned. Heidemaatschappij, die de directie
voert van de Onderlinge Boschverzekerings-
mij., nog geen volledige opgave van alle
branden. Zoover den administrateur, den
heer Maaswinkel, than6 bekend is, werd
rond 4300 H. A. b06Ch en heide door het
vuur verwoest, wat een schadebedrag van
300.000 beteekent. In het eerste halfjaar
van 1928 verbrandden ongeveer 1700 H.A. en
bedroeg de schade 68.000.

Twee waarborgen voor
goede kwaliteit

Overal, waar U de bekende
A. P. C. pompen aantreft is
Motorspirit en Standard Mo
tor Oil verkrijgbaar, zuiver
en onvervalscht. Standard
Motor Oil wordt thans ver
kocht uit flesschen en in
verzegelde bussen van 2, 5
en 20 Liter.

-T

ir i:^a L.t

j

Ervaren motorrijders xoaaen
meer willen betalen
Er zijn duizenden automobilisten
en motorrijders, die U kunnen
vertellen, dat zij uitsluitend A.P.C.

WI J

-Wl

bouw. Tot 1885 is hü dan ook practisch land
bouwer geweest. In September 1901 werd hü
lid van de Tweede Kamer, waarin hü tot
de verkiezingen in 1922 zitting bleef houden.
Jarenlang maakte hü deel uit van het Col
lege van Ged. Staten van Zeeland. Bü ver
schillende polders en waterschappen be
kleedde hü" betrekkingen, terwül hü voorts
ontvanger van Hontenisse is geweest.

De heer Fruytier was ridder in de orde
van den Ned. Leeuw en officier in de Kroon
orde van België,

In de te Rotterdam gehouden jaarverga
dering der Vereeniging van den Chr. Han-
deldrijvenden en Industrieelen Middenstand is
de heer J. van Altena Cz. uit Amsterdam, ge
kozen tot Ud van het hoofdbestuur.

De voorzitter deelde mede, dat de commis
si e in zake de Middenstandsbedrijfsvereeni-
ging haar laatste vergadering heeft gehou
den. 4 Juli zal het bestuur zün eerste ver.
gadering houden en directeuren benoemen.

Hij besprak voorts de rapporten van de
subcommissie uit de commissie voor Econo
mische Politiek, het eene in zake de prüs-
vorming in het kruideniersbedrüf en het
andere t-»-v. loonen en loonsverhoudingen in
Nederland. Het meest voor den middenstand
bestemd en van Interne waarde ls het rap
port in de serie in het uitzicht gestelde rap
port betreffende de prijsvorming in de
eerste levensbehoeften, als brood, melk,
vleesch en brandstoffen.

Scherp is het contrast met het andere rap;
port dat met cüfers aantoont, dat het goe
dereninkomen van de arbeidende klasse in
Nederland met meer dan 25 pCt. is gestegen,
vergeleken bij voor den oorlog en dat de
toeneming van welstand bü de arbeiders 10
pCt. overtreft die van de geheele bevolking..

Mr. H. v. Haeringen te Rotterdam prae
ad viseerde over: Aanvulling der Warenwet,
strekkende tot verplichte aanduiding van de
quantiteit van waren die in verpakking of
in standaard hoeveelheid worden verkocht.

De heer J- v. Altena Czn. prae.adviseerde
over Grootwinkelbedrijven en middenstands
ondernemingen.

In den ouderdom van 77 jaren is te Hon
tenisse overleden de heer P- F- Fruytier,
oud-lid der Tweede Kamer.

De heer Fruytier werd 1 Februari 1852
geboren en werd opgeleid voor den land-

Zoo ja, is de minister niet van oordeel,
dat bij deze oefeningen het niet noodigr is,
de afbeelding van een mensch te gebruiken?

Is de minister dan ook. niet van oordeel,
dat het meer dan ergerlük is, dat men jonge
meisjes, büna nog op den kinderleeftijd, aan
deze schietoefeningen heeft doen deelnemen?,
En zoo dit het geval is, wil de minister
het dan daarheen leiden, dat zulk weerzin
wekkende feiten niet meer zullen plaats
hebben?

Het eerste Kamerlid, de heer Hermans,
heeft den Minister van Defensie gevraagd:
Heeft de minister kennis genomen van het
feit, dat men bü de jongste schietoefeningen
van den vrijwilligen landstorm te Amster
dam, jonge meisjes heeft laten deelnemen
en haar laten schieten op een schüf die een
mensch levensgroot voorstelt, van welk er
gerlük schouwspel in de Haagsche Courant
een foto is opgenomen?

Voorzitter J. J. G. Baron van Voorst
tot Voorst

De VOORZITTER stelt opnieuw voor op
27 Juni een begin te maken met de behan
deling van het ontwerp aangaande de ge-
meente-financiën.

De heer RINK (V.B.) geeft in overweging
te bepalen een dag in Juli, b.v. 10 Juli.

De heer COLIJN (A.R.) is het met den
heer Rink eens en verzoekt den voorzitter
zyn voorstel te wüzigen.

De heer SLINGENBERG (V.D.) dankt den
voorzitter voor diens welwillendheid om aan
het verzoek van de commissie van Rappor
teurs te voldoen om dit ontwerp zoo spoedig
mogelük te behandelen. Nu van verschillende
züden, daartegen bezwaren zün gerezen, heeft
die commissie geen bezwaar meer tegen uit
stel, mits Regeering en Kamer bereid zijn
deze behandeling door te zetten ook voor het
geval de regeering demissionnair is.

De heer COLIJN (A.R.) heeft geen enkel
bezwaar dit ontwerp te behandelen met een
demissionnair kabinet. Dit is geen politiek
kabinet en het-demissionnair zün staat niet
in verband met den uitslag der verkiezingen.

De heer WIBAUT (S.D.A.P.) zou graag
van de regeering hooren, dat onverschillig
hoe de verkiezingen uitvallen, zü geen be
zwaar heeft het ontwerp te behandelen.
Wanneer onzekerheid zou bestaan, is spr.
vóór het voorstel van den voorzitter.

MINISTER DE GEER zegt, dat de regee
ring bereid is tot aan de overdracht der por
tefeuilles op ieder uur van het etmaal, op
iederen werkdag, met de Kamer het ontwerp
te behandelen.

De VOORZITTER bepaalt hierna de be
handeling op 10 Juli 's middags 2 uur en
deelt, mede, dat na dit ontwerp zal worden
behandeld het Suikerwetje.

Aan de orde is hierna de stemming over
het ontwerp van wet, houdende machtiging
tot het sluiten van een overeenkomst als be
doeld in art. 3a der Indische Mijnenwet, met
■den heer J. A. Hoogenboezem, betreffende de
opsporing en ontginning van aardolie in twee
terreinen in de residentie West-Madoera.

Het ontwerp wordt aangenomen met 237
stemmen. (Tegen V. D. en S. D. op dr.
Wibaut na.)

Aan de orde is de begrooting van het Zui
derzeefonds.

De heer VERKOUTEREN (C.H.) meent,
dat men nu maar moet uitscheiden met de
drooglegging. Hij zal blü zün als de strop
niet grooter wordt dan die nu al is. Econo
misch is het werk van geen beteekenis. Kans
is er, dat het werk technisch ook nog een
strop wordt. Spr. vraagt zich af Wat wordt
er eigenlük drooggelegd de Zuiderzee of de
schatkist? Hij zou meenen de laatste. Wat
we al hebben, dat is de armoede, die we ge
zaaid hebben onder de visschers. Daar be
ginnen we mee. Dr. Lely, de vader van dit
Werk, was een groot man, maar een groot
man mag men geen oogenblik alleen laten,
heeft de geschiedenis geleerd. Groote man
nen zün te onevenwichtig, zij zijn ruiters,
die te zwaar zijn voor hun paard. Lenin
was ook een groot man, maar wat heeft hü
uitgevoerd in Rusland?

De heer HERMANS (S.D.)Je behoeft mü
niet aan'te küken'.

De heer VERKOUTEREN: Groote man
nen maken de grootste fouten. Zün conclusie
is, dat de zaak geliquideerd moet worden, dat
kost minder dan doorzetten.

De heer WIBAUT (S.D.) heeft in de lei
ding der Zuiderzeewerken vertrouwen. Spr.
ziet in die drooglegging een verruiming van
het economische leven, meer dan een zuivere
grondaanwinst en bespreekt verder den
linancieelen kant.

MINISTER v. d. VEGTE zegt, dat de heer
Wibaut hem weer in z*n evenwicht gebracht
heeft na de rede van den heer Verkouteren,
die het werk wil stopgezet zien, maar daartoe
geen voorstel heeft gedaan. Dat de kosten
van het werk zün tegengevallen, was onaan
genaam. Het betreft hier een reuzenwerk,
zoodat vanzelf de tegenvaller een grooter
omvang kreeg. De zaak moet nuchter be
schouwd worden. De overschrijding is goed
te overzien en de drooglegging zal een
grootsch en gelukkig werk voor ons land
blüven.

De heer BLOMJOUS (R.K.) sluit zich by
den minister aan, doch wüst op de ontstem
ming, die is uitgedrukt in de schriftelijke
stukken, over de groote overschrüding. Het
is noodig, dat waar het moet, het mes erin
gezet wordt. Er moet met groote nauwkeu
righeid worden voortgegaan.

De begrooting wordt aangenomen z. h. st.

De heer VERKOUTEREN (C.H.) verzocht
aanteekening, dat hü tegen is.

Aan de orde is het wetsontwerp, houden
de wyziging van de bepalingen omtrent de
ouderlijke macht en de voogdü-

De heer v. d. HOEVEN (C.H.) acht dit
ontwerp zeer belangrük en gelukkig, omdat
het opruimt een grooten misstand in de po
sitie van onwettige kinderen.

Het ontwerp wordt aangenomen z. h. st.

Behandeld wordt het ontwerp, houdende
nadere voorzieningen betreffende de voor-
waardelüke veroordeeling en de voorwaarde-
lüke invrijheidstelling.

door

A. A. L. GRAUMANS

Ulvenhout, 18 Juni 1929

Menier,

Keb in 't laand
'a groot verkenskot

staan, bezüjen
laangst 'nen bin-
henweg die naar 't
bosch lopt. Veral in
b'n zomer komen
daar veul stadsche
aienschen laangst
Sekuiërd. die zo'n
bietje gaan bos-
Sr-hen en zonde
blaken van het
schoone weer, om
bi benaauwde, ram-

Hielende en schokkende autobuskes te krui
en. Nie da 'k wa kwaais van onz' bussen
*°u willen zeggen, maar ik yin alle bus
sen van die dingen, waar oew haart in om
draait en oew luchtpüP getergd wordt deur
d'n scherpen benzinedamp en de andere
lichtjes, die er in wolleken. Neeë, gif mijn
1,1 n sjees maar.

As die op z'n Zondags is opgedoft, en van
Dhderen tot boven, mee spons en zeemeiap
Afgenomen en mee 'nen ouwen boezeleer van
^riii nagewreven d- t. er d'n glaans opleet, 't
Pitg gepoetst da-ge-'r oew haren in kunt
kammen as ge ginnen kalen glibbert het
-enminste; as dan d'n bles z'nen Zondag
gen jurk aanheet: d.w.z. heelemaal geros

kamd, mooie blokskes laangst z'n stèèrt ge
borsteld, z'n „schoenen" gelakt, dan is *t 'n
lust, amico, om mee zukke spullen 'n toer-
ke te maken!

Frissche locht hedde veur 't happen, gin
benzienedaampen laangst oew neus, 'n lek
ker sigorke in oewen kop, waant g'oef nie
bang te zün veur ontploffingen of uit-me-
kaar-spatterijenjonge, as ik zoo's uitrij,
dan da. magde grust weten, maar dan
ben 'k trotsch op m'n luukse bullen!

Dan zwaai ik m'n zwipke deur de locht,
groet er m'n kammeraads en kennissen mee,
leg hier en daar 's aan, lot d'n bles ok 'n
hapke en 'n slokske geven en dan blaast ie
mee z'n lippen en trilt z'n glaanzende huid
van trots en genoegen.

Neeë horre. eer ik m'nen goeie knol veur
'nen Ford verruil, dan mot er nog heel wa
gebeurer?!

'k Houw teveul van m'n pèrdje, amico.
Maar om op da verkenskot trug te komen,
da staat dan in 't teeken van de pollitiek.
Zemmen 't karjuu volgeplakt mee groote ple-
katen veur de kiezerij- Nouw motte weten,
da 'k daar d'n duvel aan gezien eb! Zemmen
't me nog 's gelapt mee 'n sirrekus. Toen
hong 'r 'n ding teugenaan mee tügers en
leeuwen en as ge dan binnenin die krul-
stèèrten hoorde knorren, zoude gezworen
emmen, dat er wilde beesten op m'nen hof
wieren gefokt in plak van krulstèrtjes.

Ik mot die gekleurde, die vloekende pren-
tenlorrenrommel nie in m'n omgeving em
men, amico. Keb er wel 's geld veur kunnen
krijgen om er 'n reklame op te laten verwen
veur margeriene, maar gin weer, jong!
'k Zee: daar loopen de koeien as levende
reklames veur goeie botter en dus gin re-
klames veur wagensmeer op m'n schuren en
kotte! Net zoo min as da-d-'nen kastelein
in z'n affaire nklame mokt veur d'n blr.au-

concurrentie geen sprake zal zün. zegt de
voorsteller, dat de reden, waarom de raf
finaderijen niet in het voorstel zün betrok
ken, gelegen is in de overweging, dat men
niet alleen pas in het uiterste geval tot bet
indienen van een initiatief-voorstel moet

we knoop, net zoo min kom-d-ier iets te
staan van margeriene.

En nouw, amico, nouw maak ik teugen
wil en dank reklame veur de politiek. Zoo
maar stiekum emmen ze mü"n behangen mee
die bonte vodden.

Eén plaat is er bü en daar sta-d-'nen
vent op mee 'n houding of ie hier op den
hof 't mar veur 't kommedecren heet. En
witte wa 'k gedaan eb?

Keb z'nen kop er uit laten zagen, zoodat
er 'n groot rond gat in d'n wand is gemokt

ennouw koom et zegdaar steken

m'n krulstèèrten nouw en dan d'ren kop
deur! En dan staat er onder: „KIEST JANUS
ZUUR!" Man da's 'n gezicht om oew eigen
'nen aap te lachen! 'n Verken kandie-daad
veur de Kamer.

Ja, ik laat m'n boeltje rinneweeren veur
de pollitieke fratsen van Jan, Piet en Klaas.

De waandelèèrs emmen d'r eigen Zondag
'nen bult gegierd as ze laangst dieën vèrkens-
kandie-daad kwampen en hoe meer ze lach
ten, hoe haarder d'n kuus knorde, 't Was
net of ie 'nen spiets afstak. En as 'k 'm op
'nen lijst kos krijgen, verdijd amico, dan
kreeg ie stemmen en as 't stomme toeval
van ons evenredige vertegenwoordiging wouw,
dat ie overschotjes-stemmen kreeg, dan wier
ie nog Volksvertegenwoordiger ok.

Enzouw 'n vèrken nouw wezenlyk

zooveul onnuttiger zün, danniewaar?

Hij helpt oew aan zult, ham, spek, worst,
kermenaaikes, worstenbrood, teveel om op
te noemen en da's veul meer van belang
as wa veul Kamerleejen in heel d'r leven
uitrichten. Nouw gü?

Da 'k nie veul mee de pollitiek of lieyer
gezegd; mee de pollitiekers óp heb, kan ik
nie helpen. Da schellen en liegen en opschep
pen veral, da stik me zoo teugen dè borst,
amico, sjuust in deus dagen.

Da-d-hang me kielemeters uit m'n strot.
Ik zeg maar zoo: as z'oew willen „nemen",
dan motten ze 't nie zóó doen, da g'aan alle
kaanten 't kunt vuulen en pakken da ge
belaaitafeld wordt!

En mekaar uitmaken en tempteeren, totda
ze vuur spauwen, mersie! Zoo b.v. in
Amsterdam.

Daar emmen 'n stelletje sjappen, die d'r
eigen geroepen voelen om 't menschdom op
pollitiek gebied d'n weg aan te wijzen, zoo
veul as pollitieke opvoeders dus, op 'nen
nacht (ja 'snachts, amico. Keb al meer
geschreven da pollitiekers te veul in 't donker
„werken" en te weinig op 't zonneke letten!)
'nen gevel van 'n gebouw, ik wil wel zeg
gen wélk gebouw: 't Volk, volgespoten
mee teer. En 'n gelind, 'n schutting, die
beschilderd was èn veur betaald,
ok!

Da's 'n vuile streek die ge, zou 'k zoo zeg
gen, alleen in de pollitiek kunt vinden.

Maar nouw 't antwoord!

Da's van 't zelfde laken!

„Zoo worren de zure dubbeltjes en kwartjes
van d'n èrmen werkman verschaandeliseerd,"
schreef 't Volk ongeveer!

Maar, amico, wa doen ze zelf?

Ze loopen nouw zoo haard weg mee Maks
Dooneld, die 't in Engelaand gewonnen
schijnt te emmen en veur d'n tweeden keer
menister is geworren. Hy is dan zooveul as
veur de Leeboeren, da zün daar de werklui,
zeggen ze. Maar toen ie d'n eersten keer
menister was, da was in 1926 toen heet ie
toch ijskoud 'n algemeene werkstaking die
millioenen en nog 's millioenen ee gekost,
ok allemaal zure dubbeltjes en kwartjes
van d'n ermen werkman, in d'n mosterd
laten zakkpn!

Toen schreven de werklui, die de mUloenen
hadden opgebracht: „de Leebocr-leiders em-

men d'n politieken kaant aan die staking
ontkend, we zullen d'n strijd deurzetten en
daarmee bewüzen, dat de Leeboer-bazen em
men gelogen

Da's 'n berichje van 17 Mei 1926 en dus
nog nie zoo oud.

En laten me gerust afspreken, amico, 't
verschrikkelükste en eenigste wapen van
groote beteekenis veur d'n arbeiër, da was
de algemeene werkstaking!

En zonder daar nouw mee te dweepen, 't
wè.s hét wapen!

Maar da wapen is toen deur Dooneld d'n
arrebeiër uit z'n fikken geslagen. Hij kon die
lolletjes as menister nie emmen. En 't wapen
is nooit meer iets wèèrd!

En daarom: laten ze hier nouw nie de
arrebeiërs naar da veurbeeld verwüzen en
spreken van „zure centjes van d'n ermen
arrebeiër" nouw er veur 'n vijf-en-twintig
gulden aan schoonmaakgeld mot. uitgegeven

worren, wantde leiërs gooien zelf die

„zure centjes" in tientallen muljoenen weg
as 't in d'r kraam te pas komt teugen 't
belang van d'n werkman!

Daarmee is nie die vuile streek goedgeprot
deur die teerschilders, maar evenmin d'n
teugenaanval, die de menschen zo'n bietje
teugen mekaar opzette, onder leugenachtige
voorwendsels, om aanderen aan 'n baantje
van vüfduizend pegels te hellepen! En spre
ken deus twee veurbeelden genogt, van twee
verschillende kaanten, om münen krulstèèrt
z'nen gaank te laten gaan, daor bü myn

laangst d'n wegWezeniyk da bcesje is

nóg nie zoo vcrkcnsachtig asdat ie er nitziet!

Daor hedde da schandaal, da schandalig
schandaal, op Kurasauw. Waar koom 't van
daan, amico? Van de politiek. dTEene helft
in de Kamer wil mee alle duvelsch geweld
ontwapenen! d'Aandere helft bewapenen!

Wa doet de menister. Hij gef z'allebei d'ren

In de hoofdbestuursvergadering van de
Alg. R. K. Ambtenaars vereeniging heef®
mr. J. Simons zün mandaat als vice-
voorzitter wegens druke bezigheden neer
gelegd. In zijn plaats werd het vice-
praesidium opgedragen aan den heer L.
Moonen, lid van den Haagschen gemeente
raad.

De eerstvolgende openbare vergadering
van de afdeeling van den Raad van State
voor de geschillen van bestuur zal worden
gehouden op Woensdag 26 Juni, des voormid
dags te 10.30 uur.

10 Juli a.s. bereikt de heer mr. W. L.
Baron de Vos van Steenwijk, lid van de
Eerste Kamer en voorzitter van de Christe-
lük Historische fractie dier Kamer, den
70-jarigen leeftijd.

Het derde verslag is gepubliceerd van de
Nederlandsche organisatie van de Int.
Kamer van Koophandel, loopende over het
tüdvak van 1 Jan. 1926 tot 31 Mei 1929.
Hierin worden naast het werk der Neder
landsche organisatie ook de verrichtingen
van de Kamer zelf geschetst.

Een belangrijk nieuw vraagstuk is door
den president van de I. K. aanhangig ge
maakt, waarover op het congres te Amster
dam voor de eerste maal algemeene beraad
slagingen zullen worden gehouden. Het geldt
de economische ontwikkeling van China. Een
onderdeel betreft 't vraagstuk van de han
delsmerken in China, welk vraagstuk zeer
urgent is geworden, wül de oorspronkelük te
Peking ingeschreven merken te Nanking niet
meer erkend werden.

zin! Veur de bewapenèèrs houdt ie 'n leger
op de been (ge kun beter zeggen: op d'n
matras) en veur de ontwapenèèrs ontwapent
ie de zaak en lot de boel vrij veur bandieten.

De zes muljoen Nederlaanders betalen 'n
belasting veur 'n goei leger, die zelfde zes
muljoen schamen d'r oogen uit d'ren kop
en die honderd van d'n Binnenhof...... die

emmen d'ren zin!

En onze menister van de Buitenlaandsche
Zaken, die zee-d-in de Kamer: „dat er heele
maal gin horke reden is veur Venezuwela
om ons maar ziedatte te verwijten" Ochir-
rekes toch! Gossiemyne! Da's toch wezeniyk
aardig

„De inbrekers zullen ons niks verwijten",

zee d'n menister. En as hü *t zeet dan kun
nen me daor ons hoofd gerust bü neerleggen,
amico!

'k Was wezenlijk bang, da me nog veul
schelles en onaangenaamheden hadden motte
aanheuren van de heeren inbrekers, maar da
schünt dan nog al mee te vallen. Ged ank,
da ze dan ok maar genogt emmen kunnen
gappen, ee!

Witte wa 'k doei?

Ik gaai naar m'n verkenskot en lot m'nen
kuus 't ander eind d'r deursteken, daar waor
z'n krulstèrtje aanhangt!

Amico, ik schei d'r maar af.

't Is meer dan wellekes gewiest.

En 't hang me zwaar uit m'n strot. Deuzen
schoone zomerdag is veuls te mooi om 'm
heelemaal te vergallen mee da „nachtwerk".

Ik pas.

Veul groeten van Trui en as alty, gin horke
minder van oewen

toet a voe

DR®