h 1
i
Uit het wetboek der vreugde
Voor de vacantie
I
I!
(Recepten voor
de Keuken
Vragen en Antwoorden
cBeschilderen van houten
voorwerpen
Kleinigheden
Badpakje voor jongens van 3 jaar
DERDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
BLADZIJDE
m
Klare bronnen
9 9S9
K
V
Goedkoope Patronen
Overneming alt deae rubriek zonder schriftelijke toestemming verboden
r
Godsdienst.
Freude ist nur ein anderer Name
för Religion. (Vreugde is slechts
een andere naam voor gods
dienst). (Steme).
Door den godsdienst bereikt de mensch
»*n bestemming, z'n doel, nJ. God. Slechts
in 't bereiken van dat doel vindt de
mensch rust en vreugde. Daarom zegt de
groote christendenker St. Thomas: devo
tie est gaudium per se: d. w. z. gods
dienstzin is de vreugde per se, de absolute
vreugde. De grootste wijsgeer der oud
heid: Aristoteles, zegt daarom ook: God
is het universeele voorwerp van ieders
verlangen en liefde. En zoo kan 't niet
anders of God moet wel bron en doel van
iedere vreugde zijn. God is liefde, zegt
Sint Jan zoo goddelijk eenvoudig. Wel
nu, de vrucht van da liefde is de vreug
de. Sta op, bestijg de hoogte, zie naar
de vreugde, ze komt van den Heer, Ba-
ruch IV, 55. De vrucht van den godde-
lijken Geest is de blijdschap, zegt de
groote vreugde-heraut Sint Paulus (Gal.
V. 22). Broeders verheugt u nogmaals zeg
ik u, verheug u altijd in den Heer,
schreef hij aan zin Philippiërs.
De kerk is 't groote sacrament der
vreugde, het lichtende teeken der ware
blijdschap, de glanzende stad op den berg,
waarin de vreugde van God woont, die
in eeuwige, jonge jeugd alle geslachten
nieuwe lente bieden kan en nieuwe fris-
sche levenskracht. In dien lusthof van
geneugten staat de boom des levens. De
bladeren van dien boom onderhouden de
volkeren, hij draagt iedere maand zijn
vruchten (Apoc.) Aan de rots van Sint
Petrus ontwelt de stroom van levend wa
ter, waarvan Jezus voorspelde, dat wie
daarvan drinken zal, niet meer kan dor
sten in eeuwigheid, volgens het visioen
van Ezechiël: 'k Zag water stroomen uit
Gods kerk, ter rechterzijde en alleen naar
wie dat water stroomde, geweid het Heil,
zij werden geheiligd en zongen met lui
der stemme: Alleluja, Alleluja! Daarom
deed ook Jeais Zijn volgelingen deze
schoone belofte: gij zult in vreugde water
putten uit de bronnen van den Heiland
der wereld.
Neen, tok en godsdienst zijn geen
vijanden van de vreugde; zij zijn de
eeuwig-wellende bronnen waaruit wij
menschen de eenig ware vreugde putten
kunnen. Ze zijn de lichtende sterren op
de donkere paden des levens.
Zonder kerk en godsdienst zouden er
in menig menschenleven oogenblikken ko
men waarop men als eens de profeet
Elias troosteloos zou neerzitten langs den
weg en vragen liever te sterven dan te
leven; hoevelen zouden zonder de sta-
Schilderen op hout is een lievelings
werkje, een typisch modem iets, daar
het toegepast kan worden om voorwer
pen van dagelijksch gebruik te versie
ren, zooals sigarettendoozen, bakjes,
poederdoozen en kandelaars.
De houten voorwerpen, welke hiervoor
geschikt zijn, zijn goedkoop en verkrijg
baar in de meeste winkels voor artistie
ke materialen. t
De eenige andere benoodigdheden zijn
2 of 3 penseelen, tuben studie-waterverf,
een fleschje spiritus-vemis en een groo
te re kwast om te vernissen. Dit alles kan
gekocht worden in een schilderswinkel.
Het is beter, hoewel niet noodzakelijk,
om 't houtwerk eerst met gomwater te
behandelen, alvorens 't patroon er op te
teekenen en te schilderen.
Gomwater vult de kleine poriën van
't hout op, aldus voorkomend, dat 't
hout te veel verf en vernis opneemt en
geeft meer glad werk, wanneer 't klaar
is. Voor 't gebruik vermenge men wat
fijne of stukjes gom met gneoeg rokend
water, om 't op te lossen, strijkt t daar
na over 't houtwerk en laat 't goed dro
gen. De gom mag niet te dik zijn.
Het leukste van 't geheele werk is 't
maken van een patroon naar eigen ont
werp, maar waxmeer men dat voor den
eersten keer niet aandurft, dan kan men
ook schabloneeren. Wat men ook doet, 't
lende kracht van het geloof moedeloos
neerzitten met t hoofd in de handen en
zich wanhopig afvragen waarom zich
morgen weer aankleeden voor een nieu
wen dag met nieuwe zorg en kommer.
God heeft nu eenmaal den#mensch in
"n broos vaartuig de woeste levenszee
ingestuurd. Welnu, als dat schip waarin
we dén oceaan bevaren in nood is, als
de golven stijgen, donkere luchten dreigen
en stormen loeien om de kranke kiel,
kent de ongeloovige slechts één uitkomst:
Spring over boord, en verzink in de gol
ven. De gelcxjvige slaat de hand aan 't
roer en 't oog omhoog naar den vader
daar boven, de lichtende sterren bidt hij:
Heer red ons, wij vergaan, en Jezus zal
opstaan en stilte gebieden aan zee en
winden.
Zander godsdienst is 't leven zoo arm,
zou kil en koud, zoo leeg en somber. Hoe
fijn heeft dit mevr. de Hartog geteekend
in haar dagboek:
„Wij allen zijn in vreemde balling
schap; als 'n kleine teere vogel zingt de
ziel in nauwe kooi, in roestig tralie-werk,
en zingt van t land der eeuwig-stille
klaarheid, smacht naar de zon der eeu
wig-diepe rust; bangt naar 't strand der
eeuwig blauwe verte.
O, die wereld van stralenden, bloeien-
den schijn
Met dien afgrond zoo donker daaronder!
O, nu zie 'k het leven zoo arm en zoo
klein
Met dien afgrond zoo donker daaronder!
O, die heilige onsterfelijke sterren, hoog
boven mijn sterfelijk hoofd,
Waar 't geloof met z'n kindervertrouwen
mij een hemel eens had beloofd!
Lief, eens zullen wij sterven, wij beiden,
wij samen, of ieder alleen,
En 't graf is zoo diep en de hemel zoo
hoog en of God leeft, weet geen!
(Hélène Swarth).
Wat is 't leven zonder godsdienst, zon
der antwoord op de groote levensvragen:
vanwaar, waarheen, waarom!?
„Het is het oude over-oude wereldlied,
wij hooren het niet meer, wij zijn het
moe. Ons licht de dag, ons dekt de nacht,
we zoeken allen naar het morgen en ve
gen met een ijlen veeg de levensvragen
weg, maar in 't donker van stille harte-
kamer tikt zachtkens als de hout-worm
in de oude la een stille maner die niet
rust: van waar, waarheen, waarvoor? Wij
hooren 't niet, wij zijn het moe, maar
toch in eenzame uren rijst dit kloppen
tot ons op als bleeke geest uit kelderhuis
langs wenteltrappen van een oer-oud
huis," (Dagboek van mevr. de Hartog).
Alkmaar. c. VIS, Rector.
eerst wordt t patroon licht na getrok
ken met potlood; wanneer 't niet goed
is, kan men 't er weer gewoon met gom
elastiek uitvlakken. Na 't patroon aldus
opgebracht te hebben, kiest men de
kleuren. Heldere kleuren, die aardig
combineeren. Gebruik niet te veel water,
bij de verf-aanmaking. Wanneer men ze
te dun vindt bij 't opbrengen, verf dan
2 maal, maar slechts wanneer de verf van
den eersten keer heelemaal droog is, mag
men de bewerking voor de tweede maal
toepassen.
Wanneer 't verfwerk klaar is en hee
lemaal droog, kan men beginnen met het
te vernissen. Men strijkt de vernis dun
over de oppervlakte van 'tt houtwerk,
maar men gaat niet 2 maal over dezelf
de plaats, want dit geeft strepen.
Laat 't 4 of 5 minuten drogen en ver
nis 't daarna voor de laatste maal.
Men drage er zorg voor, om vinger
afdrukken te vermijden, want deze gaan
er niet meer af en bederven 't werk.
Om deze reden is 't het beste, dat men
't werk zorgvuldig wegzet, waar 't stof
vrij staat en niet aangepakt kan wor
den, en 't daar minstens één dag te la
ten, alvorens het met een zekeren trots
in gebruik te nemen.
DINA.
Vóór de tijd van de vacantie aan
breekt en we met ons huisgezin naar
buiten gaan of tenminste het grootste
gedeelte van den dag in den tuin door
brengen, moeten we zorgen klaar te zijn
met de kindergarderobe. Immers, als
begin of half Juli de schooldeuren ge
sloten zijn en de jongens den heelen dag
om ons heen stoeien en ravotten, heb
ben we geen tijd meer om nog te naaien.
Laten we dus maar tijdig beginnen met
nog een jurkje voor kleine zus, dat we
maken uit bedrukte zephir. De bies, die
schulpvormig aan het klokkende rokje is
gezet, alsook het kraagje zijn van effen
zephir (4672).
I.
AARDBEIENFEEST
Hoera! Vader heeft aardbeien gekocht!
Als alle narigheid van strafsommen en
schoolblijven en een bezoek aan den tand
arts achter den rug is, zal 't feest be
ginnen.
Eigenlijk is 't niets bijzonders, maar heel
gewoon; op 't witte tafelzeil acht bordjes
met een bloemenrand, middenop de
schaal met de aardbeien; om de tafel
acht stoelen en op die stoelen Vader,
Moeder, Juf en vijf kinderen van 6 tot
8 jaar, want de buurjongens komen
óók op 't feest.
En dan begint 't. Wie de laatste krijgt
zal een volgenden keer trakteeren. Moeder
reikt den schotel rond, eerst mag ieder er
één nemen, dan twee, drie, vier en vijf.
Ze glunderen! En ze verraden hun ka
rakter. De één pikt met zorg telkens de
grootste er uit, de ander, los van geld als
hü is, wil graag de laatste zijn, hij voelt
zich rijk met zijn gulden in zijn spaar
pot, waarvan hij zal kunnen trakteeren;
nummer drie kijkt aldoor naar zijn aard
beien, maar eten ervan, neen hoor! Hij
wacht tot hij zijn heele heerlijkheid bij
elkaar heeft en gaat dan als een echte
fijnproever smullen, terwijl de ander de
kostbare vruchten regelrecht van den
KAPPERTJES
„Zoudt u mij kunnen zeggen, wat
kappertjes zijn?" vraagt een anc?;re
lezeres.
Kappertjes zijn de gesloten bloesem
knoppen van den kapperboom of -struik,
capparis. spinoza, een plantensoort uit
de familie der capparidieën, in het
Zuiden van Europa voorkomende, die in
azijn ingemaaikt en in fleschjes ver
kocht worden.
Men maakt ook wel zoognenaamde
„valsche kappertjes" van de vruchtjes
der Oostindische kers, welke in azijn
gezet, ook heel goed bruikbaar zijp in
sauzen en dergelijk#.
En een pakje voor kleinen broer, das
vain blauw en wit linnen is gemaakt. Het
broekje, dat ook een witte bies heeft
aan den onderrand, sluit met knoopen
aan de blouse. Het mouwtje is ruim en
heeft een regenmantelsluiting, wat zeer
practisch is met wasschen en strijken
(4954).
En een kruippakje voor moeder's
troetelkindje. We kunnen hier allerlei
gebloemde, maar toch goed waschbare
Stoffen voor nemen. Onder het korte
jurkje staat een ruim broekje van dezelf
de stof zoo netjes (4826).
En tot slot kunnen we ons zelf ook
nog wel op een japonnetje tracteeren. Be-
schotel in zijn mond laat verdwijnen.
Bij de vijf komt de spanning er in,
want nu wordt 't weer telkens één nemen,
glunderen, kijken, tellen. Jawel, hij krijgt
de laatste, hij die juist niet tracteeren
wil, al heeft hij53 in zijn spaarpot.
„Nou nog vertellen,'Vader." En vader
vertelt een kostelijk verhaal, ze gieren
het uit, ze hangen aan zijn lippen. En
Jan kijkt nog naar zijn aardbeien en
fluistert: „Moeder 't zijn er één en twin
tig."
En Piet zit met zorg zijn groentjes nog
een keertje af te sabbelen; ze smaken nog
naar aardbei! Pijn, hoor! Dan komt 't
slot: één, twee, drie, naar bed!
Is 't niet heerlijk, als je- kinderen zoo
intens kunnen genieten van niets dan
maar één pond aardbeien met z'n ach
ten. Zoo maar, zonder de traditioneele
suiker zelfs? 't Gaat er om, hoe 't hun
aangeboden wordt, was het eenvoudig op
de koffietafel gezet, och, dan was 't geen
feest geweest, hoogstens een lekkere ver
rassing.
Maar ook: de kinderziel moet ontvan
kelijk zijn voor zóó genieten van een klei
nigheid. En dat hebben we in onze macht
door onze kinderen in eenvoud en matig
heid op te voeden.
J. P. JACOBSARRIËNS
PINDAKAAS
Een onzer lezeressen vraagt een re
cept voor het bereiden van Pindakaas.
Hiervoor worden olienoten gepeld en
van de vliesjes ontdaan, en, onder toe
voeging van een weinig tafelzout, drie
viermaal door een- vleeschmoien ge
draaid.
Na één of tweemaal draaien blijft het
product nog korrelig; het moet echter
geheel glad en smeuïg zijn.
!S ufih
drukte voile of crêpe is goedkoop en als
we dit eenvoudige modelletje nemen, zijn
we gauw klaar. We kiezen een groot
bloempatroon en gameeren het met 'n
ruimen kraag en manchetten van wit ba
tist of voile. De rok, die schulpvormig
aan het gladde lijfje gezet wordt, is ruim
en klokkend (4843).
De jongsten van het gezin zijn nu al
in 't nieuwe pak gestoken. Den volgenden
keer zullen we nog wat modelletjes voor
de ouderen laten zien.
POLA.
OSSESTAARTSOEP (4 pers.)
1 Ossestaart,
ruim 1 L. bouillon van de staart,
1 kleine ui,
60 gram bloem,
takje peterselie.
60 gram boter,
soja,
peperkorrels,
bruin van jus,
foelie,
Cayenne, peper,
Madeira of roode wijn,
Engelsche saus,
laurierblad,
Benoodigd: 55 c.M. tricot, 2 kleine
knoopjes.
Bovenstaand badpakje is gemaakt van
twee soorten stof. Er is zoo weinig voor
noodig, dat ge het kunt maken van
oude, wollen kousen. Zijn de voeten oud
en versleten, dan zijn de beenstukken
meestal nog goed. Er komt dan op zij
van het broekje óók een naad; daar
tegen kan dan het kruisstukje weer
aangeknipt worden. Hoe het ook zij, ge
maakt eerst even het patroontje, waarna
ge het zoo voordeelig mogelijk op de
stof legt, en het geheel met een naad
uitknipt. Nu wordt het broekje op het
lijfje gestikt, waarna aan den verkeer
den kant de rafels van het lijfje naar
binnen worden geslagen en op het lijfje
worden gestikt. Het halsje, de schouders
en de beide armsgaten werkt men met
Bereiding: Snijd de staart in stuktan,
wasch deze, zout ze en braad ze even
aan in zeer weinig boter. Voeg dan pijn.
VA L. water toe, breng dit met de
staart aan de kook en voeg een grof
stuk ui, laurierblad, peperkorrels, takje
peterselie, worteltje en foelie toe.
Trek hierin de staart 2 a 3 uur.
Fruit in een ijzeren pan de bloem tn
boter mooi goudbruin van kleur, zonder
zu te branden; doe er dan steeds roe
rende, langzamerhand den bouillon bij.
Laat de soep doorkoken. Zeef ze daarna.
Maak de soep op smaak af met Cayen-
ne-peper, die op een lepel met wat soep
is aangeroerd, bruin van jus, soja, En
gelsche saus, Madeira en zout.
Doe in deze soep desgewenscht wat
stukjes van de staart, maar daar er
bouillon van getrokken is, is dit niet aan
te raden.
Desgewenscht kan nog van een blikje
champignons het nat en de door midden
gesneden champignons worden toege
voegd.
N.B. Om de soep iets zachter te ma
ken, kan men een weinig room toevoe
gen, de kleur wordt daardoor iets lichter,
maar 't scherpe, dikwijls als gevolg van
't branden van t meel gaat verdwijnen.
i
HAMBROODJES.
5 dunne sneetjes oud brood zonder korst
pLm. 5A c.M. laag, SA c.M. breed.
VA ei,
75 gram ham,
75 gram koud kaifsvleesch,
5 gram bloem,
5 gram boter,
A d.L. bouillon,
paneermeel,
frituurvet.
Bereiding: Snijd de ham zeer fijn, het
kalfsvleesch eveneens. Verwarm roerende
boter en bloem, roer dit mengsel glad,
voeg langzamerhand den waamen bouillon
toe en laat dit sausje, onder roeren, 5 mi
nuten doorkoken. Voeg dan het fijn ge
sneden vleesch en de ham toe. Verdeel
de massa over de broodjes, strijk het
vleesch glad, zóó, dat het naar het mid
den iets hooger toeloopt. Strijk het voor
al langs de kanten der broodjes goed
glad. Klop de eieren, voeg wat slaolie toe
en wat water ea week er de broodjes in.
Bedruip ze telkens tot het brood door
weekt is. Wentel ze voorzichtig doorlicht
paneermeel, paneer ze desgewenscht dub
bel en bak ze in dampend frituurvet mooi
goudbruin en croquant. Laat ze op
grauw papier uitlekken en presenteer ze
op een schotel, die met een gevouwen
vingerdoekje is bedekt.
CRéME JAVANESE 8 pers.)
A L. melk,
1 stokje vanille,
4 eierdooiers,
15 gram gelatine,
150 gram suiker,
A L. slagroom.
150 Èt 200 gram bitterkoekje
Voor de saus:
l klein potje abrikooaijam,
een beetje rum.
a
Bereiding: Trek de stok met da va»
nille. Breng haar aan de kook en M
er de geweekte gelatine in op. Roer de
eierdooiers met de suiker, voeg bierbij
voorzichtig de kokende melk; doe de
massa in de pan terug en laat dit bin
den onder voortdurend roeren. De massa
behoeft niet te toten. Laat de vloeistof
koud maar niet stijf worden en voeg haar
roerende bij den stijf geslagen room.
Laat deze massa geleiachtig worden.
Rooster intusschen de bitterkoekjes op
een bakblik mooi bruin, laat ze koud
worden en maal ze door een vleeschmo-
len. Vul nu een puddingvorm, die met
eiwit is bestreken. Doe een laag van de
vla in den vorm, strooi hierop wat Mt-
terkoekjeskruim, zóó dat deze niet aan
den buitenkant komt, leg daarop weer een
laag puddingmengsel enz. Vul den vorm
op deze wijze en zorg, dat de brulnste
laag uit puddingmassa bestaat. Stort den
pudding als hij stijf is en strooi de ove
rige kruim er over zóó, dat ze er als ge
paneerd uitziet.
Dien er een abrikozensaus bij: Maak
hiervoor de jam met wat water warm.
wrijf ze door een paardeharen zeef en
voeg er rum naar smaak toe.
CATHARINA.
een schuin biesje, dat na afwerking één
c.M. breed is, af, en dat op den goeden
kant aan-, en op den rechterkant over-
gestikt wordt. De voor- en achternaad,
zoo ook de ronde kruisnaad worden ge
stikt en overgestikt. waarna men on
deraan het pijpje een één c.M. Breed
zoompje instikt. Vooraan in het schou
dertje maakt men een knoopsgaatje.
waarna men op het schoudertje aan den
achterkant het knoopje aanzet. Heeft
men tricot in één tint, dan knipt men
het lijfje aan het broekje vast en kan
het gearceerde gedeelte aardig aangege
ven worden, door op die plaatsen dikke
draden door te rijgen. DINY.
Volgende week geven wij een patroon
voor een strandpakje voor meisjes va*
4 jaar.
vut al onze modellen die genummerd riin boven «ooo,
zijn verkrijgbaar aan ..Het Patronenkantoor". Post
bus no. t, Haarlem. Onberispelijke coupe. Dames-
kleeding in de maten 88. 96, toe bovenwijdte, a ƒ0.55.
Kmderkleeding. alleen voor den in de beschrijving
genoemden leeftijd a 0.35. Bij elk patroon handlei
ding voor het knippen en naaien, benevens een ver-
Utinde satroanacheta.
Franco toezending. direct na ontvangst ton tserotl-
ling, met het verschuldigde bedrag aan postzegels
ingesloten, waarbij vermeld naam en adres, nummer
van het model en het blad. waann het voorkomt, en
bovenwijdte. Men meet deze maat rondom het licïtaam,
recht onder de armen dpoi, gewoon glad zonder en»
totgijt.^» =-