Buitenlandsch Nieuws,
VOOR DE HUISKAMER
Ierland herrezen
TWEEDE BLAD
)i
MAANDAG 1?JULX 1929
BLADZIJDE 2
De staking in Oostelijk
Groningen
De prijsregeling voor de
steenkolen
Het Koninklijk bezoek
aan Groningen
Lector tropische genees
kunde
De veroordeeling van een
luitenant
De zoutboring in de buurt
schap Twekkelo
Het bezoldigings-besluit
Utrechtsche feestweek
GEMENGDE BUITENL.
BERICHTEN
KERKNIEUWS
Dioc. Eucharistisch Congres
SOCIAAL LEVEN
Overwerk-vergunnïng voor
kalkzandsteenfabrieken
Zijn overtuiging verkocht
Vragen van Kamerleden
Het Tweede Kamerlid, de heer Hiemstra
leeft den Minister van Binnenl. Zaken en
-.andbouw de volgende vragen gesteld:
Heeft de minister kennis genomen van de
■edevcering van den heer E. H. Ebels, gehou-
ien bij de opening van de vergadering van
le Groninger Mij. van Landbouw op 25 Juni
1., en waarin deze krachtig stelling nam
■n het loonconflict in oostelijk Groningen?
Kan de minister mededeelen of de in-
oecteur van landbouw, de heer Kakebeeke,
'ie blijkens de verslagen in de pers in boven
bedoelde vergadering aanwezig was, zich daar
bevond als vertegenwoordiger van den mi
nister?
Mocht deze vraag toestemmend worden
>e antwoord. is de minister dan niet van mee
ning, dat het niet wenschelijk is, zich te
doen vertegenwoordigen op vergaderingen
van landbouwvereenigingen, welke zich niet
itsiuitend bezighouden met algemeene land
bouwbelangen. maar die ook in economische
conflicten party kiezen, althans toelaten dat
op haar vergaderingen partij wordt gekozen,
n daardoor het karakter van werkgeversver.
eeniging aannemen?
Zoo ja. is de minister dan bereid, de ver
schillende landbouwvereenigingen met dit
standpunt in kennis te stellen?
Het Tweede-Kamerlid, de heer Braat, heeft
en Minister van Justitie de volgende vragen
gesteld:
Is het den minister bekend, dat door een
preker in een vergadering in de stakings
treek oosteiyk Groningen is meegedeeld, hoe
ïen in Indië graanvelden in brand steekt
'oor ratten uit te rusten met brandende
'oorwerpen en zoo de velden in te jagen?
Is de minister bereid, tijdig maatregelen te
"reffen om de hooi- en graanvelden in die
takingsstreken goed te kunnen bewaken, ten
einde dergelijke branden te voorkomen?
amenwerking tusschen mijnen en importeurs
Op de vragen van den heer Weitkamp, be-
reffende het deelnemen der Staatsmijnen
an in combinatie optredende directies van
teenkolenmijnen hier te lande ter bepaling
an prijzen en verkoop-condities der steen
kolen heeft de Minister van Waterstaat als
•olgt geantwoord:
1. Voor den verkoop van de producten der
Nederlandsche Steenkolenmijnen bestaat geen
combinatie.
Wel hebben er tusschen de gezamenlijke
articuliere en Staatsmijnen en enkele kolen-
importeurs hier te lande besprekingen plaats
-chad, ten einde te trachten meer stabiele
verhoudingen op de kolenmarkt te verkrijgen,
r.gezonde concurrentie tegen te gaan en
meer eenheid in de verkoopvoorwaarden te
rengen. Deze voorwaarden bepalen, zooals
ot nu toe gebruikelijk is, de winstmarge van
'en groothandel, waardoor onredelijke prijs
opdrijving wordt tegengegaan.
2. Deze maatregelen, die ten doel hebben
roote schommelingen op de kolenmarkt tegen
e gaan, zijn zoowel in het belang van een
ustige ontwikkeling van den mijnbouw als in
het belang van den kolenverbruiker, zoodat er
een bezwaar tegen kan bestaan, dat de
Staatsmanen aan deze besprekingen deelne
men. Er bestaat geen grond voor de vrees,
lat door deze maatregelen de landbouwcoöpe
raties nadeel zullen ondervinden. Mochten
leze niettemin reden meenen te hebben tot
'dachten, dan zijn de mijndirecties steeds be
reid, deze te onderzoeken.
De feestelijkheden
Hedenmorgen te 9.56 arriveerden H. M. de
Koningin, Z. K. H. Prins Hendrik en H. K
H.
opening leidde. De vooratter dr reünisten,
prof. mr. L B. Cohen, beantwoordde de rede
van den rector.
Te 3.30 uur had een matiné musicale
plaats in de Harmonie door de Groningsche
Orkestvereeniging onder leiding van den heer
Kor Kuiler.
Te ongeveer 4 uur vertrok de Koninklijke
Familie naar de universiteit. Hier werd door
de leden van „Vindicat atque Poiit" en
„Magna Pete" (de Groningsche mannelijke
en vrouwelijke studentenvereeniging) de reü
nie-commissie en vertegenwoordigers der stu
dentencorporaties een défilé gehouden, waar
na in de aula de ontvangst plaats had door
professoren e. a. De verschillende professoren
en doctoren werden voorgesteld aan de hooge
gasten door den Rector-Magnificus prof. dr.
I. H. Gosses, door den secretaris van den
senaat dr. W. J. Aalders en den pro-rector
prof. G. Scheltema.
Eenige jongedames boden bloemen aan.
Leden van „Magna Pete" schonken thee.
Vervolgens reed de Koninklijke Familie
weer terug naar het gouvernementsgebouw.
Te 5.30 uur houdt de Senaat der Groning
sche studenten een receptie in de studenten
sociëteit „Mutua Fides".
Om 7 uur wordt een torenconcert gegeven.
Te 7.45 uur houden de reünisten en studenten
een optocht naar de Martinikerk, waar prof.
mr. Kranenburg, hoogleeraar te Leiden, een
feestrede zal uitspreken. Te 10.45 uur wordt
op de Groote Markt een groot vuurwerk af
gestoken. Om 11 uur houden de studenten
een optocht naar de Harmonie, waar ze door
de reünisten zullen worden ontvangen. Gro
ningen ziet er mooi uit. Vele straten zUn ge
heel versierd met kleurige vlaggen, die
's avond3 verlicht zijn door een rand van
electrische lampjes. Ook zijn vele gevels met
dennegroen en bloemen getooid, terwijl het
stationsgebouw, het Stadhuis, de kazerne en
de studentensociëteit, alsmede de senaats
gebouwen op een prachtige wijze zijn ver
sierd. Op verscheidene plaatsen worden mu
ziekuitvoeringen gegeven.
Reeds eenige dagen hserscht er een onge
wone drukte in de stad.
Tot lector in de tropische geneeskunde aan
het Instituut voor Tropische Geneeskunde
Rotterdam—Leiden, als opvolger van prof. G.
J. W. Koolemans Beynen, die in April j.l. is
afgetreden, is benoemd de heer A. A. Hulshoff
arts te 's-Gravenhage.
Op de vragen van het Tweede Kamerlid,
den heer Duys, betreffende de veroordeeling
van een luitenant tot drie jaar gevangenis
straf door den krijgsraad in Nederl.-Indië en
betreffende afschaffing van de doodstraf voor
inlanders heeft de minister van Koloniën ge
antwoord, dat door hem aan den Gouverneur-
Generaal de noodige inlichtingen worden ge
vraagd. Zoodra deze ontvangen zijn, stelt de
minister zich voor, op deze aangelegenheid
terug te komen.
De boring vanwege de Koninkiyke Neder-
landsche Zoutindustrie in de buurtschap
Twekkelo, gemeente Lonneker, waarmee men
25 April j.l. was begonnen, is, thans beëin
digd. Men heeft kunnen vaststellen dat het
zout begint' op een diepte van 294 meter en
eindigt op pLm. 335 meter. Eenige steenlagen
zitten daartusschen.
Het Tweede-Kamerlid de heer Lingbeek
heeft den minister van Financiën de volgende
vragen gesteld:
Wil de minister in vervolg op zijri 10 Juni
jJ. gegeven beantwoording op de vragen van
nrngin, n. mi» hcuuur. gegeven ueaoi-wwrumg up uc viagcn van
Prinses Juliana per extra-trein aan het (jen heer Lingbeek nopens de inwerkingtre-
A nfc-o tnn ft» frWttlinfifftTl. ▼•<-» ry V>of V"! orwi ono "Rrwi-vlrliGH'n crcViPclnif"
Zuiderstation te Groningen.
De hooge gasten werden vergezeld door
Mevr. van ReigersbergVersluys, wn. groot
meesteres- jkvr. van Swinderen, hofdame der
Koningin; baronesse van Sytzema, hofdame
van Prinses Juliana; graaf du Moncea,
grootmeester van de Koningin; baron Ben-
linck, stalmeester; baron van Geen, particu
lier secretaris; baron Baud, Kamerheer van
Prinses Juliana, majoor Jhr. de Jonge van
Ellemeet, adj. van de Koningin; luit. ter zee
le klasse Termijtelen, adj. van Prins Hen
drik; eerste luit. baron Sirtema van Gro-
vestins, ordonnance der Koningin.
Aan het station waren ter begroeting aan
wezig de Commissaris der Koningin in Gro
ningen, Jhr. Mr. A. W. L. Tjarda van Star-
kenborgh Stachouwer, de burgemeester van
Groningen, Jhr. Mr. Dr. L. H. N. Bosch
Ridder van Rosenthal en de garnizoenscom
mandant Luit-Kol. G. Haenen.
Terstond na de aankomst begonnen de
klokken In de stad te luiden.
Na de begroeting verliet het gezelschap
het „weede perron. De Koningin inspecteerde
de op het eerste perron opgestelde eerewacht,
bestaande uit het 12e regiment infanterie
te Groningen en de stafmuziek van de derde
infanterie brigade uit Assen.
Vervolgens verlieten de hooge gasten het
geheel versierde station om zich naar het
Stadhuis te begeven.
In de vestibule van het Stadhuis bood het
dochtertje van den burgemeester, Freule M.
y. Bosch van Rosenthal de Koningin en de
Prinses bloemen aan. Daarna had de offi
cieele ontvangst plaats in de versierde raad
zaal, waar de burgemeester, wethouders en
raadsleden ter begroeting aanwezig waren.
De lurgemeester, Jhr. mr. dr. L. H. N. Bosch
Ridder van Rosenthal, hield een rede, welke
door de Koningin werd beantwoord. Na deze
plechtigheid onderhield H. M. de Koningin
zich eenigen tijd met de aanwezigen, terwijl
tevens eenige ververschingen werden aan
geboden.
Daarna namen de gasten plaats op het
bordes van het Stadhuis om het défilé te
aanschouwen.
Te 10 uur was intusschen begonnen met de
onstelling van een défilé, waaraan 128 veree-
nigingen met ongeveer 6000 leden deelnamen.
Te kwart over elf zette het politiekorps op
het middenterrein het Wilhelmus in, waarna
het défilé aanving. Op het verhoogde mid
denterrein van de Groote Markt hadden zich
4400" schoolkinderen opgesteld, die vandaar
aiies goed en veilig konden zien.
Na het défilé maakte de Koninklijke Fami
lie" een rijtoer door de versierde straten,
waarna in het gouvernementsgebouw de
lunch werd gebruikt. Te 12.45 uur had de
vying plaats van het corpsvaandel aan
UC vaandelwacht en te 1.20 uur volgde de
officieele ontvangst der afgevaardigden van
de verschillende studentencorporaties aan
het station. Van het station ging de stoet
naar het kerkgebouw van de Rem. Geref.
Gemeente, waar de rector van „Vindicat at
que Polit", de heer J. Klaaeesz, de plechtige
ding van het herziene Bezoldigingsbesluit
Burgerlijke Rüksambtenaren, alsnog uitsluit
sel geven omtrent het volgende:
Is het juist, dat dat besluit is van een terug
werkende kracht tot 1 Nov. 1928 en dat op
grond daarvan suppletoire salarisuitkeeringen
over November en December 1928 alreeds aan
de betrokkenen zün gedaan?
Waren op de diverse hoofdstukken der
Rijksbegrooting voor gemeld jaar nog vol
doende voor weddebetalingen bestemde gel
den beschikbaar om, zonder overschrijding
van de ter zake door de Staten-Generaal ge
voteerde credieten, tot zoodanige aanvullende
uitkeeringen te mogen overgaan?
Indien neen, is hiermede dan toch niet
vooruitgeloopen op voorzieningen, die nog bij
de Staten-Generaal moeten worden aanhan
gig gemaakt? En is dan het budgetrecht van
de Kamer niet toch gelaedeerd?
Het programma van de Utrechtsche feest
week. welke dit jaar zal gehouden worden
van Woensdag 7 Augustus tot Woensdag 14
Augustus, is thans in hoofdtrekken vastge
steld.
Dit jaar zal het karakter van deze week
voor een zeer voornaam deel, door sportwed
strijden en -demonstraties bepaald worden,
die op alle dagen, behalve Zondag, zullen
plaats hebben. Een beiaardbespeling op den
Domtoren, op initiatief van de Utrechtsche
Klokkenspelvereeniging, op Donderdag 8
Augustus en de medewerking /an de afdee-
ling Utrecht van de Vereeniging voor den
Volkszang, op 7 Augustus, zal aan de feeste
lijkheden luister bijzetten. Onder de leiding
van het Utrechtsche comité voor Vacantie-
ontspanning zal een kinderfeest plaats heb
ben op Vrijdag 9 Augustus, en een tentoon
stelling van teekeningen en bescheiden be
treffende de herstellingswerken van den
Domtoren, zal in de Egmontkapel worden ge
houden.
Voor de verschillende takken van sport zijn
de volgende dagen aangewezen: Woensdag 7
Augustus paardensport, Donderdag 8 Augus
tus voetballen en kaatsen, Vrijdag 9 Augustus
zwemmen. Zaterdag 10 Augustus gymnastiek,
Maandag 12 Augustus jeugdorganisatie, Dins
dag 13 Augustus athletiek.
Het aantal kermisvermakelijkheden zal
kleiner zijn dan het vorig jaar: zij zullen
slechts een plaats kunnen vinden op de
Neude, het speelterrein aan de Kanaalstraat
liipch werd gebruikt, xe iz.ta uur iau uc en het van Alphenplein. De inrichtingen,
ulrre'king claats van het corpsvaandel aan welke op de Neude toegelaten zullen worden,
te 1.20 uur volgde de «in hoofdzakeiyk voor volwassenen bestemd
B. en W. hebben by de samenstelling van
het programma het advies van de Maat-
schappeiyke Commissie gevolgd. Thans is
men reeds bezig met de uitwerking daarvan.
(Bijzondere correspondentie)
Dublin, 22 Juni 1929
Niet met groote pracht en praal, doch in
deugdelijke voorbereiding van heiligingsdien-
sten en gedegen herinneringslezingen, heeft
't Katholieke volk van Ierland, en dat betee-
kent dan practisch Ierland zelf, het eerste
eeuwfeest van de Emancipatie der Katholie
ken herdacht.
Het was in Juni 1829 dat na hevige bin-
nenlandsche beroeringen, veroorzaakt door
dien geniaalsten aller agitators: Daniel
O'Connel, de Britsche Souverein de felle
anti-papist George III de „Catholic Eman
cipation Act" moest toekennen. Het maakte
een einde aan de felste vervolgingen, het gaf
een eerste kans tot Katholieke reconstructie,
al v/as feitelijk heel deze Act nog maar een
allerbescheidenst gloren van wat later de
triomfantelijke dageraad eener nieuwe pe
riode zou worden.
Veel beteekende deze verlichting voor de
Katholieken van Engeland en Schotland,
doch oneindig grooter waren de onmiddel
lijke gevolgen voor Ierland, waar immers,
daar heel het volk Katholiek gebleven was,
heel het land, verlost van een bangen droom,
opnieuw te leven begon.
Wat de Emancipation precies beteekende,
hoe zü tot stand kwam en in welke mate
zy de verdere ontwikkeling van het Katho
licisme binnen deze landen markeerde, dat
alles is stof voor eenige volgende artikelen.
Doch nu de feestvreugde hoog laait op den
dag van vandaag, mogen wij de orde onzer
artikelen wel omdraaien en de logica en volg
orde opofferen aan de actualiteit van het
moment.
Dezen Zondag was de feestweek feitelijk
reeds begonnen. Een generale H. Communie,
in al de kerken van stad en land, heeft de
heiliging van het jubileerende volk toen reeds
ingezet. Een volksheiliging is het geworden.
Meer dan negentig procent der bevolking
heeft zich dien morgen letterlijk verdrongen
voor de communiebanken en de priesters ver
telden mij van hun afmattend werk dien
ochtend, doch verhaalden het met jubelende
dankbaarheid in hun stem.
Woensdagochtend openden de eigeniyke
feestelijkheden met de Votiefmis van den
H. Geest in de Pro-Kathedraal. Want Du
blin, dat gedurende drie eeuwen de Invals
poort voor het Protestantsche Engeland van
Elizabeth en Oranje, van Cromwell en de
George's was, heeft in die tijden zijn heer
lijke Patricks-Kathedraal moeten afstaan
aan wat een tijdlang de Anglicaansche
„Staatskerk" was.
Dienzelfden middag heette Dublin ook op
mondiale wijze haar vanuit heel Ierland toe
gestroomde gasten welkom. De paters van
Blackrook College het Iersche Katwijk
hadden hun mooie gebouw enoenoervn C
hadden hun mooie gebouv/en en onovertrof
fen parkgronden ter beschikking gesteld van
het ontvanstcomité voor een gezellige after-
noon-tea. Kranige padvinders lijnden een
eerehaag langs de belde zijden van den bree-
den opryweg, waar onze auto slechts moei
zaam in de oneindige file voort kon trek
ken. Het was Iersche harteiykheid, welke u
overal tegenstroomde, de prelaten in purpe
ren mantels, de ministers en hooge staats
ambtenaren in- gedistingeerde morgenklee
ding, het bedienend hulpleger uit jonge da
mes van Dublin's eerste standen, m witte
jurken met blauwe sjaals, de kleuren van
het College.
Dat was mijn eersten indruk van het Ier
land, dat zoo heel anders bleek te zijn, dan
ik het mij voorgesteld had, die distinctie
en toch die hartelijkheid van heel dit tuin
feest. Onvergetelijke middag in onvergete
lijke omgeving: de heerlijke, onafzienbare
grasvelden van het groene Erin, het trotsche
oude geboomte en de terrassen afgloolend
naar de placiede kalmte van de zilveren Ier
sche zee, wier bries verkoeling bracht in de
zengende hitte van een mid-Junimiddag.
Drie ochtenden zijn er Pontificale Hoog-
diensten gehouden, drie avonden hebben er
in het Stadion monstermeetingen plaats ge
vonden, waarin de beroemdste geestelijken
en leeken in vurige welsprekendheid de be-
tcekenis geschetst hebben van het Jubelfeest.
Op dit alles hoop ik later nog gelegenheid
te hebben terug te komen. Doch één verga
dering moet ik hier nog memoreeren. In het
begin der week kondigde een telegram van
Kardinaal Gasparri de komst van een spe-
cialen pauselijken Legaat aan, drager van
een eigenhandigen brief van den H. Vader.
Deze Legaat, Aartsbisschop Pisani, heeft zich
Vrijdagavond in het Mansion-House van zijn
taal: gekweten onder onbeschrijfelijk enthou
siasme. Heel de zaal heeft recht gestaan on
der de voorlezing van 's Pausen flatteuze
felicitaties aan het Iersche volk en minuten
lang sommige passages met een overweldi
gend applaus onderstreept. En toen Mgr.
Pisani zelf het woord nam, om nog op mon
delinge wijze te verhalen van 's Pausen mede
leven in de feesten, toen stak de jubel ook
de duizenden „buiten de muren" aan. Dien
avond bereikte de feeststemming in Dublin
een aanstekelijke koortshitte.
Nog een episode: Heden was de eerste stille
dag, de voorbereiding tot het hoogtepunt van
aen Zondag. Premier Cosgrave had zich be
reid verklaard mij dezen ochtend tegen II uur
in zijn werkkabinet te ontvangen. Wij waren
ons gesprek reeds begonnen en daar klonk
geruisch vanaf de straat: klassen wit ge
smukte kinderen gingen schoclsgewijze op
weg naar de Kindermis, de Mis der Engelen,
welke zij zouden zingen.
De Minister-President tuurde hen gespan
nen na. „Ik had mij reeds geëxcuseerd, doch
nu ik hen zie stappen, is het toch wel een
heel verleidelijke bekoringHet aanbod
mijnerzijds tot uitstel van ons interview,
volgde vanzelfsprekend. Dankbaar werd het
aanvaard, hoed en stok waren gauw ge
grepen.
En dien ochtend heb ik naar de „Missa
de Angelis" geluisterd met mijn gedachten
bij die gebogen figuur voor mij: den Presi
dent van den Ierschen Vrijstaat, den staats
man, die tot Europeesche vermaardheid klom
door uit den heksenketel van de Revolutie
een geerdenden Woelenden staat te scheppen,
den premier, die den drang, een Kindermis
bij te wonen, niet weerstaan kon
Gelukkig Ierland!
KEES VAN HOEK
GROOTE OVERSTEOOMINGEN
Negen menschen verdronken
in verschillende plaatsen in Bulgarije zyn
j door onweer en stormen groote overstroo-
I mingen veroorzaakt, die met name in het
dorp Draagoirowo Swiohtow een geweldigen
omvang hebben aangenomen. Er zijn negen
menschen verdronken, waaronder twee vrou-
i wen. De schade aan den oogst in de over-
stroomde gebieden wordt op verscheidene
j honderden millioenen geraamd.
AMERIKA BESCHIKT AFWIJZEND OP
HET FRANSCHE VERZOEK TOT
UITSTEL
De Vereenigde Staten hebben afwijzend
beschikt op het verzoek van Frankrijk om
uitstel van betaling voor de 400 millioen dol
lar voor de Amerikaansche legervoorraden,
welke 1 Augustus vervalt. Naar aanleiding
hiervan heeft Poincaré de spoed-bijeen-
roeping gevraagd van de commissies van
financiën en buitenlandsche zaken. Deze
byeenroeping is geenszins een nieuwe par
lementaire formaliteit: Poincaré wilde de
Kamer, indien zij dit v/enschte, onmiddeliyk
doen reageeren op de Amerikaansche weige
ring omdat zij zelf het initiatief heeft ge
nomen tot dezen stap waarvan de nutteloos
heid haar was uitgelegd door Poincaré, die
daarom de Kamer alleen verantwoordelijk
liet voor het ondervonden échec.
Het officieele communiqué van den minis
terraad, waarin het Amerikaansche antwoord
werd ontvangen, eindigt met dézen zin, dat
de volgende ministerraad op 2 Juli zal wor
den gehouden, die om duidelijk aan te toonen
dat Poincaré geenszins druk wil uitoefenen
op de Kamer door een bedreiging met heen
gaan. Men mag er blijkbaar integendeel op
rekenen, dat hij zün pogingen zal voortzet
ten om de door de Kamer begane fout te
herstellen.
De bovenbedoelde commissies hebben in
tusschen kennis genomen van den tekst van
het weigerend antwoord van Washington en
haar zitting opgeheven zonder eenigerlei
besluit te nemen.
Waarom de V. S. weigerden
Na afloop der vergadering van de com
missies van buitenlandsche zaken en finan
ciën heeft Tardieu meegedeeld, dat de
Amerikaansche minister van buitenlandsche
zaken aan den Franschen ambassadeur te
Washington, die hem vroeg om uitstel van
den vervaltermijn voor de betaling der leger-
voorraden, heeft verklaard, dat de Ameri
kaansche grondwet den president der V. S.
niet de bevoegdheid gaf den vervaltermyn
van een schuld uit te stellen en dat boven
dien het Congresbësluit van 19 Juni hem deze
bevoegdheid zou hebben ontnomen als hy
haar had bezeten.
Gemeld wordt nog, dat Tardieu mede
deelde, dat staatssecretaris Stimson had
verklaard te begrijpen, dat de openbare
meening in Frankrük ongerust is, doch de
openbare meening in de Ver. Staten is het
niet minder. Hü is echter van meening, dat
de Ver. Staten vriendschappelijk tegenover
Frankrük hebben gehandeld. Want door de
overeenkojnst van 1926 hebben zü 't bedrag
der door Frankrijk gedurende den oorlog
met den Amerikaanschen Shipping Board
aangegane schulden geschrapt en Frankrük
alleen maar met de na-oorlogsche schulden
belast.
De houding der Fransche
Kamercommissie van finan
ciën
Malvy, de voorzitter der Kamercommissie
voor financiën, heeft verklaard, dat hij zal
trachten een bespreking van het Amerikaan
sche antwoord op den Franschen stap te
Washington te vermijden, daar hy zulk een
bespreking onder de tegenwoordige om
standigheden ondoeltreffend acht. De
financieele commissie is evenzeer als de
ccmmissie voor buitenlandsche zaken beslo
ten, zoo spoedig mogelijk in volkomen onaf-
hankelükheid een rapport uit te werken om
het de Kamer te vergemakkelijken zoo
mogelijk vóór 9 Juli een beslissing te nemen
over de ratificatie van de overeenkomsten
van Washington en Londen.
Weigerend antwoord der Vereenigde Staten
op. het Fransche verzoek tot uitstel
Geruchten, dat Poincaré zou wenschen af
te treden of zün kabinet te reorganiseeren,
worden tegengesproken.
Zoowel de toestanden in de binnen- als de
buitenlandsche politiek worden ongunstig
genoemd.
De ontevredenheid in politieke kringen
vergroot de kans dat Frankrük Londen zal
moeten aanvaarden als zetel van de inter
nationale conferentie en dat het tevergeefs
zal verklaren dat het alleenlijk gevoelt voor
een stad in een onzüdig land.
De nota te Washington overhandigd.
De nota, door den Franschen gezant te
Washington aan de regeering der Vereen.
Staten overhandigd, vraagt een respü't, waar
door het parlement de gelegenheid krijgt,
vóór de beraadslaging over de ratificeering
van de overeenkomst-Mellon-Bérenger het
resultaat der regeeringen-conferentie af te
wachten.
NEW YORK, 29 Juni. (V. D.) De
„New York Herald", het blad, dat zeer dik
wijls de officieele meening der Amerikaan
sche regeering weergeeft, wyst, in tegenstel
ling met andersluidende berichten er op, dat
staatssecretaris Stimson den Franschen am
bassadeur Claudel bij diens bezoek aan het
Staatsdepartement nogmaals heeft verklaard,
dat door de in het Congres aangenomen
resolutie de vervaldatum van den lsten
Augustus a.s. slechts dan naar het volgend
jaar wordt verschoven, indien de overeen
komst-Mellon-Bérenger vóór 1 Augustus
wordt geratificeerd. De Amerikaansche re
geering moet zich aan dit besluit houden.
Een wijziging is niet mogelijk, aangezien het
Congres pas tegen het einde van Septem
ber weer bijeenkomt.
KABINETSCRISIS IN JAPAN
Er is een kabinetscrisis ontstaan naar aan
leiding van de kwestie der voorgenomen pu
blicatie van het rapport der Japansche re
geering betreffende den bomaanslag te Moek-
den in Juni 1928, waarvan dc dood van
Tsjar.g Tso Lin het gevolg was. Het verslag
pleit Japan vrij van schuld, aoch spreekt
afkeuring uit over bepaalde hooggeplaatste
Japansche ambtenaren, omdat zij Chinee-
sche soldaten hebben toegestaan de zone
van den Japanschen spoorweg te betreden.
De minister van Oorlog verzet zich tegen pu
blicatie van het rapport, en aangezien hij
den steun van het leger bezit, vreest men,
dat een volledige crisis zal volgen.
17-JARIGE KNAAP DOODT ZIJN VADER
MET EEN BIJL
PARIJS, 30 Juni. (V.D.) Heden heeft te
Grepy en Laonnois de 17-jarige Emile Bla-
vier, bakkersknecht, die te Crecy sur Cerre
wérkte, en die ter gelegenheid van een dorps
feest was overgekomen, zün vader met een
bijlslag gedood. Zün moeder had zich tegen
over hem beklaagd over het ongelukkige
levén, dat zü met zün vader leidde. De zoon
was hierop naar den schuur gegaan, waar
zijn vader rustte en had deze, na nog een
iré Öen weg staande ladder op züde gezet te
hebben, met een bijlslag gedood. Vervolgens
SSWg zün daad aan zijn moeder gaan ver
tellen. De gewonde is naar het hospitaal ver
voerd en daar overleden. De jeugdige moor
denaar is gearresteerd.
EEN REDEVOERING VAN CAILLAUX
PARIJS, 30 Juni. (V.D.) Tijdens een ver
gadering van de radicaal-socialisten in
Saint. P. le Gaultier heel de; vroegere Fran
sche minister-president een redevoering ge
houden, waarin hij over de intergeallieerde
schuldehregelingen en het Youngplan uit
weidde. Hij noemde het een gebiedenden
plicht van de leidende staatslieden den drift
der hartstochten te beteugelen, rust te pre
diken en te weten, dat een groot land boven
overwinning en nederlaag moet staan. Verder
zeide hij o.a.: „Van essentieel belang is het,
dat de voorstellen van de deskundigen, door
dat zij een financieele overeenkomst tusschen
de tegenstanders van gisteren bezegelen,
ieder excuus voor het handhaven der Rijn
landsbezetting wegnemen. Van essentieel be
lang is ook, dat de geest van gematigdheid,
die de commisie»van Young heeft bezield,
voorgezeten heeft bij de vaststelling van de
door Duitsehland te betalen bedragen. Over
de schulden aan Amerika sprekende, zeide
h'j o.a., dat Frankrijk er geen minuut aan
kan denken zyn onderteekening onder de
door zijn regeeringen tijdens den oorlog aan
gegane verplichtingen te verloochenen.
Frankrijk kan alleen hopen, dat de Ameri
kaansche geallieerden, die reeds meer dan
de helft der schulden hebben laten vallen,
ook thans een gebaar maken. Woordbreuk
zou het crediet van het land zeer schaden.
SPAANSCHE OFFICIEREN ONTSLAGEN
MADRID, 30 Juni (V.D.) Zondag zijn
officieel de namen gepubliceerd van de uit
het leger, wegens deelneming aan de mui
terij, ontslagen officieren. Het zijn 6 kolo
nels, 6 oversten, 36 majoors, 85 kapiteins,
70 eerste luitenants en 80 tweede lui
tenants.
DE ZWEEDSCIIE KONING IN RIGA
RIGA, 30 Juni (V.D.) In sommige
kringen hcht men groote beteekenis aan
het bezoek van den koning van Zweden
hier. Tijdens een diner in het slot te Riga
heeft de Letlandsche staatspresident een
redevoering gehouden, waarin hü zeide er
van overutigd te zijn, dat het bezoek van
den koning de vriendschap tusschen de
beide staten zeer bevorderen zou en dat
deze vriendschap zou worden tot een ver
der volleige overeenstemming tusschen
beide staten. Letland zou onvermoeid alles
doen om een werkeiyke vredesfactor te zyn
aan de Oostkust van de Oostzee. De koning
antwoordde dat hij in den warmen ont
vangst een nieuw bewijs zag voor de duur
zaamheid van de banden, die beide staten
aan elkaar verbinden. Hü gaf uiting aan
zün vaste overtuiging, dat deze banden
nog hechter zoud enworden. In deze rede
voeringen wil men een teeken zien van
meerdere Skandinavische oriënteering van
de Baltische staten.
Geloof en bijgeloof onder de Bedocïnen
Nog heden ten dage wordt het leven van
den Arabier beheerscht door de vrees voor
het „kwade oog." De Bedoeïnen beschouwen
parelsnoeren of gouden munten als voorbe
hoedmiddel tegen het kwade oog. Daarom
moeten reeds de kinderen zoo'n talisman
dragen. Om dezelfde reden krijgen de paar
den en kameelen een hemelsblauw dek over
den rug.
Algemeen verspreid is verder 't gebruik om
amuletten te dragen, waarin de een of an
dere spreuk uit den Koran gegraveerd is.
Meestal staat er een van de volgende verzen
uit den Koran in: „God is de bests Bescher
mer en de genadigste onder allen, die me
deleden toonen," of „Wy beschermen u te
gen ieder kwaad!"
De Arabieren gelooven vast- aan het te-
staan van heksen en booze geesten. Zij zijn
van meening, dat deze bijzo.-Ader graag ver
bleven in ruïnes. Verder staat het bü hen
als een paal boven water vast, dae deze we
zens in staat zijn in menschelijke gedaante
onder het volk te verschijnen; deze booze
geesten nemen soms ook de gestalte aan van
dieren, om de menschheid te misleiden en
haar nadeel toe te brengen.
De Bedoeïnen gelooven verder aan het be
staan van voorteekenen, droomen en alle
mogelijke soorten van waarzeggerijen. Men
denke hier slechts aan wat reeds Mohammed
eenmaal zeide. „De goede droomen zijn pro
fetieën!
De waarzeggerü wordt uitgeoefend dooi
middel van den Koran zelf Hierbü wordt
dan gebruik gemaakt van vers 59 uit het
zesde Hoofdstuk; want ..dat is de sleutel der
verborgen dingen."
Dan wordt de Koran voor de tweede maal
op een willekeurige plaats geopend, en men
leest op de rechterbladzijde den 7en regel
van boven; hieruit wordt dan de voorspel
ling opgemaakt!
In het Bisdom Den Bosch
In Tilburg is het derde Dioc. Eucharis
tisch Congres in het Bisdom 's-Hertogen-
bosch gehouden.
Er bestond groote belangstelling voor, ter
wijl er zeer druk gevlagd werd.
In nagenoeg alle kerken van het Bisdom,
maar zeer bijzonder in Tüburg, werd het
congres begonnen met een plechtig Lof.
In de kerk van 't Goirke kwamen Vrijdag
de meisjes van Tilburg van 15 tot 25 jaar
bijeen waar directeur Frencken hen toe
sprak en in de kerk van 't Heike sprak
eveneens voor de meisjes de Zeereerw. Pater
Mulders.
Zaterdagmorgen te 8 uur heeft aldaar de
Zeereerw. heer Pastoor Van Dijck In de
open lucht een H. Mis opgedragen voor ruim
500 kinderen, die onder de H. Mis commu
niceerden.
Door 8 priesters werd aan 16 communi
canten de H. Communie uitgereikt.
Onder de H. Mis zong een koortje van
jongens de liturgische gezangen, terwijl de
overige door de kinderen gezamenlijk wer
den uitgevoerd.
Ook werd er gezamenlijk gebeden.
Te half elf droeg de Hoogeerw. heer mgr.
C. C. Prinsen, Prot. Apost-, pastoor van St.
Jacob te 's Bosch, pontificaliter de H. Mis
op in de kerk van den H. Dyonisius
('t Heike).
Te 3 uur begon de groote sectievergade
ring in de bovenzaal der Eerw. Zusters Ur-
sulinen, waar de Zeereerw. Pater A. Lou-
rijsen, uit Amersfoort, sprak over de Eucha
ristische opvoeding der studeerende jeugd.
De Minister van Arbeid, Handel en Nij
verheid, heeft aan hoofden of bestuurders
van kalksteenfabrieken in alle gemeenten
des Rijks vergund, dat mannen in het tijd
vak van 1 Juli tot en met 31 December 1929,
gedurende 10 uren per dag en 55 uren per
week arbeid verrichten, ouder voorwaarde,
dat de arbeidstü'd van bedoelde arbeiders in
zün geheel is gelegen, hetzü tusschen 6 uur
des voormiddags en 6 uur des namiddags,
hetzij tusschen 7 uur des voormiddags en
7 uur des namiddags.
In de kamers en in de gangen van het ge
bouw van den boekhandel, dat zich duister
en afgetrokken in een der hoofdverkeersstra
ten der stad bevond, was de rust ingetreden.
Het bewegelüke komen en gaan van al de
kantoorlui, van literatoren en geleerden, het
trippelen van bureau-juffrouwen en het getik
van haar schrijfmachines was verstomd. Ket
was feestavond. Slechts boven, op de vierde
verdieping, lichtte nog een eenzaam venster
in den vochtigen winternacht. Hier zat Hell-
mund en beoordeelde tooneelstukken. Zooals
dikwijls had hem de lectuur van een van de
manuscripten, die aan zün critiek was onder
worpen, dermate gepakt, dat hy tyd en plaats
vergat.
Een kloppen aan de deur deed hem schrik
ken. Als vanzelf keek hü op en zette uit ge
woonte den goud-geranden bril op zün voor
hoofd. De portier stond voor hem en draaide
verlegen zijn pet tusschen zijn vingers. „Dok
ter, zoudt u misschien willen heengaan? Er
is hier in de kamer wat te repareeren en de
timmerman is nu juist hier."
Hellmund zuchtte en pakte zün papieren,
die voor hem lagen opgestapeld met nauw
keurigheid in. Daarna verdwenen zü in de
diepte van een schrüftafel.
„Ja, het is weer een beetje laat geworden,
beste Behrens. Maar als je zoo in je werk op
gaat, dan let je daar niet opTenminste
zoo gaat het met mü," voegde hij er met een
lachje aan toe.
Behrens, de portier, nam de jas van den
haak.
„Het gaat mü ook zoo, wanneer ik aan het
kaartspelen ben. Dan weet ik ook niet van
ophouden."
Hellmund dankte, groette en.wilde heen
gaan. Maar bü de deur draaide hü zich weer
om. Iets in hem dwong, om met den goedigen
huiswachter nog een paar woorden te spre
ken, zij het ook, om door het hooren van een
paar kleinigheidjes, zich geheel van zyn on
derbroken dagtaak los te maken. En meer
overeenkomstig de spreekwijze van den an
dere, zeide hij: „Overigens, een zwaar stuk,
dat ik ter beoordeelmg heb," het heet: „De
leugen van den gouddorst."
„De leugen van den goddorst," echode
Behrens. „Dat gaat zeker over de slechte in
vallen?"
„Nu ja ongeveer," lachte Hellmund, ter-
wül hy wegging.
Terwijl hij op straat liep, dacht hü nog
eens over zün arbeid na. Hij ging heel het
stuk van „De leugen van den gouddorst" na.
Iiy vond het schitterend. Welke prachtige
logica van gedachten; wat een onverbiddelijke
consequentie van idieëngang 1 Hoe klaar lag
alles voor hem. Reeds hedennacht wilde hy
beginnen om een groote, warm aanbevelende
beoordeeling van het werk te maken.
Den volgenden dag werd Hellmund vroeg bij
den chef geroepen, Toen hü binnentrad, be
merkte hü buiten zün chef nog een heer in de
kamer. De chef bemoeide zich niet met dezen
derden, maar zeide tot Hellmund: „Heeft u
onder uw manuscripten er nog een: „De leu
gen van den gouddorst" of zoo iets gevon
den.
„Jawel," zeide Hellmund blyde „sinds giste
ren. Het is
Een bruuske handbeweging sneed hem het
woord af.
„Uw beoordeeling moet u my schriftelijk
voorleggen. Uw persoonlijke meening interes
seert mü niet. Ik kan u echter zeggen, dat dit
stuk een van de dolzinnigste is. Gelieve daar
mee bü uw beoordeeling rekening te houden."
„Maar mijn overtuiging," verder kwam
Hellmund niet, hy zocht naar woorden. De
chef echter beschouwde de uitspraak als
geëindigd en wendde zich tot den derden.
Hellmund ging heen.
Na eeu kwartier, dat Hellmund verstrooid in
zün kamer had doorgebracht, werd hy weer
by den chef geroepen.
De derde man was er niet meer. De chef
echter was aardiger.
„Beste Hellmund," begon hy, „ik was daar
juist een beetje ruw. Je weet wel och
de zenuwen. Ho elang ben je eigenlyk al bij
ons. Weet je het? Mooi, al 15 jaar, mooie tijd.
Wat heb ik gehoord, je wil trouwen? Gefelici
teerd en opdat je zou zien, dat ik geen on-
mensch ben, van nu af verhoog ik je salaris
met 100 Mark. En dan nog voor die vele uren,
waarin je vrijwillig werkte, hier."
Hellmund zag eeh briefje van 1000 Mark.
Hy tuimelde, hij hoorde maar half, wat de
chef zei. Tenslotte hoorde hij weer, dat de
chef nu van zijn kant vroeg, om het „goud-
dorst-manuscript" een slechte beoordeeling te
geven.
Hellmund was buiten. Dién avond verliet
hy voor het eerst in die vijf jaar precies op
tijd zijn bureau. Hij voelde het papier in zyn
zak. Hoe heerlijk! Zooveel geld! En wat zou
Lotte blij zyn. Maar hy bleef stil staan,
staarde voor zich uit. Waarvoor had hy dat
geld eigenlijk gekregen? Hij dachtOp
eens wist hij wat hij gedaan had, hij had zyn
overtuiging verkocht.
Hij liep verder. Allerlei gedachten overvie
len hem. Had hy nu zich zelf niet verkocht,
zich zelf, met huid en haar, aan onbekende
machten? Ja', hy had zijn eigen overtuiging
met voeten getreden. Hy had een sprong ge
daan, een sprong in het donker, in het niet.
Er waar zou hij nu terecht komen. Hij storm
de verder. Hij liep tegen de menschen op,
maar. daar gaf hij niets om. Zinloos stak hij
de straat over. Plotseling zag hij voor zich
twee gloeiende oogen, hij voelde zich'gegre
pen worden en danniets mee:.
Een heer kwam uit den auto en boog zich
over het lijk. Plotseling herkendè- *3 hem.
„Die?" mompelde hy. „Nu, als men dat
vooruit geweten had, had men dtiiztnd Mark
kunnen sparen." Het was de bew'.usi» derde.