Uit het wetboek der Vreugde Groote en kleine hoeden cT)e eerste teekenen van den komenden winter '""m JRand voor gebreide sprei 'Recepten voor de Keuken Hoe wasschen we onze hand schoenen Een werkdoos in groen met goud DERDE BLAD BLADZIJDE 2 •a pjl 'I!'I Goedkoope Patronen \W Overneming uit deze rubriek zonder schriftelijke toestemming verboden HET GENEESMIDDEL/ n. Benut de vreugde van 't oogenblik. Schnefler Gang ist unser Leben, Lasst uns Rosen auf ihn streu*n! Een snelle vaart is ons leven, Laten we haar met rozen be strooien! (Herder). Wie de onverbiddelijke levensconriities, de harde noodzakelijkheden in 'n men- schenleven niet kent, zal heel z'n leven lang neerzitten aan den oever van z'n leven en verlangend uitzien naar de wijde verten vanwaar 't gulden schip van z'n vreugde en z'n geluk moet ko men opdagen; hij zal verlangend blijven uitzien naar de „gouden vloot" van verre onbekende kusten die hem straks ineens zooveel vreugde brengen zal, dat hij er heel z'n leven op kan teren, zoo- dat hij weldra vrij van alle zorgen de geheimste wenschen van z'n hart in ver vulling zal zien gaan om daarna als 'n rijke koning van zijn overvloed mee te deelei» aan zooveel arme vreugde-zoe kers in z'n nabijheid. Maar wie 't leven wat beter kent en al menig jaar de donkere wateren van de onstuimige levenszee heeft door kruist, hij weet wel dat vreugde en ge luk hem niet in huis vallen, als sneeuw door den schoorsteen; dat ze hem niet worden thuis bezorgd als 'n post-pakket van een verren vriend dat ze hem niet van zelf in handen vallen als "n twintigje uit de staatsloterij! Hij weet wel heel goed dat hij de vreugde slechts bij korte tusschenpoo- zen mag zien opdagen zooals de zon aan bewolkten hemel op 'n laten herfstdag. Want vreugde en geluk is geen onver wachts, plotseling opbloeiende wonder bloem waarbij men zich droomend *n oogenblik neerzet als 'n kind uit 'n lief, schoon sprookje, tot wij plotseling ont waken in den hemelschen lusthof van het eeuwig paradijs. Wij, koele nuchtere zaken-menschen, gelooven niet meer aan zulke mooie sprookjes al zijn wij allen meer of min der bewust of onbewust zulke avontuur lijke geluk- en vreugde-zoekers, die uit trekken naar dat sprookjesland, op zoek naar die wondere bloem, terwijl wij niets anders dikwijls vonden dan wat distelige doornen in 'n donker dal van balling schap! Neen, zoo zullen wij nooit de echte gezande levensvreugde vinden! Als wij op zoek gaan naar vreugde en waar geluk, dan moeten onze oogen niet doelloos ronddwalen ins Blaue hinein in de blauwe verten neen, wij moe ten de vreugde en ons geluk niet zoe ken in de lucht aan den blauwen he melkoepel, niet omhoog, maar omlaag op den stoffigen weg van het dagelijkscn leven we moeten onze vreugde zoe ken langs den weg als iemand die iets verloren heeft; alle dingen die daar waardeloos en onbruikbaar blijven lig gen tusschen stof en steenen een voor een oprapen en nauwkeurig bekijken; wij moeten als t ware iederen grauwen steen die ons voor de voeten valt, op rapen en afkloppen of wij daaruit mis schien niet den gulden klank der vreug de kunnen slaan. Want geloof me, vreug de en geluk krijgen wij niet „gemaakt en gedaan" thuis gestuurd als 'n con fectiepak of "n paar nieuwe schoenen. Neen, we moeten ze zelf smeden, dag in dag uit; als een ervaren edelsmid moeten wij er aan werken heel den lan gen dag, heel ons leven; we moeten "t weten te vormen tot een kuntóig geheel uit honderd, ja duizend kleine stukjes samengevoegd. Dit is t juist wat zoovelen moedeloos maakt. Ze zouden hun vreugde en geluk ineens met één slag willen bemeesteren, zooals 'n kind met één gelukkigen slag den veelkleurigen vlinder vangt, die van de eene bloem op de ander fladdert. Ze vergeten dat die blinkende parel ver scholen ligt op den stoffigen weg van bet gewone, dagelijksch bestaan, en dat ze soms lang, heel lang moeten zoeken voor ze die ontdekt hebben. Neen, dit weten en ondervinden wij toch wel haast allen vreugde en ge luk gaan niet voor ons uit als een blin kende vlieger in de hand van een spe lend kind het heeft maar even te trekken aan 't vliegertouw en de vlie ger daalt in z'n hand. Neen zoo niet! Onze vreugde en geluk bestaan haast altijd uit vele kleinigheden die te zamen ons blij en gelukkig maken. Ze bestaan uit de vreugde en het geluk van 't oogenblik dat we beleven en niet uit 'n ijdel verlangen naar 't geen nog komen moet. Dit is de groote teleurstelling van zoo menig ontevreden geluk- en vreugde zoeker dat ze altijd hun vreugd en ge luk van de toekomst verwachten dat ze altijd maar verlangend uitzien naar dat gulden geluksbootje dat eens voor hen zal opdagen met "n volle 'lading le vensvreugde, met 'n gouden vracht geluk en ze laten de kleine vrachten die op den oever liggen onaangeroerd. Neen, we moeten 't tegenwoordige uit buiten en niet altijd naar de toekomst zien. Wat hebben we aan al die ijdele toekamst-droomen als we niet eens zij ker zijn van den dag van morgen. God zorgt voor de toekomst, wij zijn mees ter over het heden! Wat geeft 't hooge luchtkasteelen te stoffeeren met allerlei mogelijke en onmogelijke gemakken, met allerlei bekende en onbekende genoegens, als we t huis, waarin we onze dagen slijten moeten, niet gezellig en vriende lijk weten te maken? Wat hebben we er aan, plannen te maken, die misschien toch nooit verwe zenlijkt zullen worden? Wat verspeelt de ontevreden arbeider 'n echte levensvreugde die enkel zint op de genoegens van den vrijen Zaterdag middag en van den Zondag, als hij de stille vreugde van de zes werkdagen verjaagt met een somber gezicht en 1» ontevreden gemor? Wat verspilt het bruidspaar 'n zonnig genot, dat enkel oog heeft voor de vreugde van den komenden huwelijks dag en 't geluk van de stralende bruids dagen onverschillig stuk laat vallen? Wat geeft den jongeling 't brandend verlangen om man te zijn, vrij en on afhankelijk, als hij de schatten van z'n blijde jeugd verstopt in den grond? Wat geeft den grijsaard 't heimwee naar z'n kinderjaren, als hij de laatste vreugde-bloemen, die bloeien in den avond van z'n leven, stil laat verwelken of door anderen laat plukken? Wat heeft het meisje aan 't verlangen om moeder te zijn als ze weet dat nie mand haar ten huwelijk zal vragen en de getrouwde vrouw aan 't verlangen weer vrij te zijn als ze zich weet gebon den met onverbreekbaren band? Wat geeft 't den armen drommel of hij al millionnair wil zijn als hij geen duit op zak heeft? Wat helpt het den zieke of hij telkens ziet naar de gezon den die met frissche blozende wangen langs 't venster van z'n stille zieken kamer gaan, als hij weet dat z'n kwaaj ongeneeslijk is? Zijn we dan niet gelijk aan 'n spelend kind dat al maar een mooien vlinder naloopt zonder dien ooit te kunnen van gen of aan iemand die grijpt naar een schaduwbeeld dat de zon toovert op het donkere muurvlak? Laten wij ons liever verzoenen met ons lot en bedenken dat de gouden sleutel van het geluk is en blijft de te vredenheid. Laten we dan liever de vreugde van iederen nieuwen dag plukken, al is ze nog zoo schaarsch, zooals "n hovenier de frissche rozen knipt voor de tafel van z'n meester. Laten wij daarom de vreugde van le deren dag die God ons van den hemei zendt, de vreugde van ieder oogenblik die ons tegenklinkt in den blijden, reinen lach van zuivere kinderlippen; die open- bloeit in de teere kleurenpracht van een. zomersch morgenrood of aanzwelt uit de frissche bloesem van een bloeienden len- tetuin; laten wij die behoedzaam ver zamelen in de ruime kamers van ons hart, zooals de landman iederen zomer het rijpe graan bergt in de leege voor raadschuren voor den komenden winter. Laten wij dat heerlijk Godsgeschenk verzamelen in de schatkamers van onz« open ziel zooals 'n schatbewaarder z'n kostbaarheden, de parelvisscher z'n dure steenen en de jager 't geschoten wild bergt in z'n geurige wijtasch! Laten wij met kiesche zorg de vreug de van ieder oogenblik zorgvuldig ver zamelen, gelijk 't spelend kind de rijpe braambessen die 't plukt tusschen dooi - nige struiken behoedzaam rangschikt in biezen korfjes en de blinkende koralen van haar gebroken halsketting die ze één voor één haastig opraapt, met ang stige zorg weer aaneensnoert! Alkmaar. C. VIS, Rector. In de modewereld kan men het er maar niet over eens warden, wat mo derner is: de groote of de kleine hoed. Sommigen zeggen, dat bij de lange japon, welke weer in eere is hersteld, een breedgerande capeline behoort, terwijl weer anderen beweren, dat in dezen tijd, waarin sport en reis zulk een groote rol spelen, het praktische kleine dopje de voorkeur verdient. Het is dan ook heel moeilijk te zeggen, welke van de twee het zal winnen. Intusschen raden wij onzen lezeressen te dragen, wat haar het leukst staat en verder maar rustig af te wachten, wat de as. herfstmode brengen zal. MARGUERITE. v» ai onze modellen die genummerd zijn boven 4000, uja verkrijgbaar aan „Het Patronenkantoor". Post- bos no. 1Haarlem. Onberispelijke coupe. Dames- Weeding in de maten 88. 96104 bovenwijdte, a ƒ0.55. •Cmdcrkieedmg. alleen voor den in de beschrijving genoemden leeftijd i ƒ0.35. Bu elk patroon handlei ding voor het knippen en naaien, benevens een ver kleinde patroonschers Franco toezending, direct na ontvangst van bestel ling, met het verschuldigde bedrag aan postzegels ingesloten, waarbij vermeld naam en adres, nummer van het model en het blad, waann het voorkomt, en bovenwijdte. Men meet deze maat rondom het lichaam, recht onder de artsen do«r, gewoon glad zonder extra toegift. Zooals we de kopjes der sneeuwklokjes en crocusjes boven den nog harden grond zien uitsteken, zoo zien we in deze warme zomerdagen de eerste schuchtere verschijnselen van de wintermode voor zichtig hun entrée in de wijde wereld doen. Kleine zwarte vilthoedjes met hier en daar 'n versiering van wit of grijs, wollen shawls met een eenvoudige geome trisch dessin en natuurlijk hierbij passen de tasschen. Die moderne tasschen zien er uit of we ze voor de zuinigheid koopen, zoo solide, met hun zware houten hand vat, of 'n slot dat eerdér aan de hand- kluizen van de Nederlandsche Bank doet denken dan aan 'n berging van alleen maar 'n poederdoosje en 'n poeder kwastje.... Handschoenen. Ook daarbij zagen we eenige nieuwigheden, zoo b.v. golfhand- schoenen, die we eenige malen om en om hebben gedraaid om tot de ontdekking te komen, dat de versiering in den vorm van strepen en gaatjes werkelijk aan den kant van de sluiting was. Zeer mooi wa ren de witte handschoenen met een groote blauw- of roodlederen kap. Deze zullen bij 'n eenvoudig mantelcostumn zeer chique staan. Dan die handschoenen, waarvan we de kap niet meer terug slaan, maar die over de mouw van het costuum ge dragen worden en op de hoogte van de pols ingehaald door 'n fijn metalen bracelet. Zoo zouden we kunnen doorgaan, om den invloed van de mode tot in de klein ste bijzonderheden van ons toilet terug te vinden. POLA AARDBEIENJAM (voor 3 jampotjes) 1 K.G. aardbeien. 600 Gram suiker. y2 d.L. gezeefd citroensap. Bereiding: Verwijder van de aard beien de groene blaadjes en het steeltje, wasch ze en breng ze aan de kook. Laat ze onder roeren inkoken. Voeg de sui ker toe en laat de aardbeien met de suiker inkoken tot gelei-dikte, d.i. tot een druppel, op een bord afgekoeld, dik vloeibaar is. Voeg, ais dit het geval is, het citroensap toe. Zorg, dat de potjes intusschen uitgekookt zijn. Leg ze hier na in een pan, waarin men op den bodem een treef of een doek heeft ge legd om 't springen van de potjes te voorkomen. Zet ze op met koud water en laat ze minstens 10 minuten zaöhtjes koken. Neem ze, één tegelijk, uit het water, zet ze op een plank en vul ze zoo vlug mogelijk met de kokende mar melade. Neem de potjes eerst uit het water als ze gevuld moeten worden. Sluit de potjes direct met een stukje vochtig perkamentpapier. Plak op de potjes een etiquette met naam en datum. AARDBEIENGELEL Maak de vruchten, een willekeurige hoeveelheid, schoon, wasch ze en ver warm ze op een matig vuur tot ze veei sap verloren hebben. Laat de vruchten uitlekken door een ouden doek tot het sap er uitgedropen is. Meet dan het sap en bereken 2/3 van het gewicht aan sui ker. Reken voor het gewicht van y2 L. sap 500 gram. Heeft men dus l)j L. sap, dan rekent men 1500 gram te hebben. De benoodigde suiker is dan 2/3 x 1500 1000 gram of 1 K.G. Kook het sap op een zacht vuurtje in, tot het 1/3 van de hoeveelheid heeft verloren. Voeg dan de suiker toe en laat dit samen zóó lang koken, tot ze geleiig is geworden. Doe hiervoor wat van de gelei op een bord, laat dit vlug koud worden en zie of <Je dikte goed is. Verwijder na het koken het schuim, dat zich aan de oppervlakte verzameld heeft. Vul de gelei zoo heet mogelijk m de potjes en sluit deze af met vochtig perkamentpapier. Plak op de potjes een etiquette met naam en datum. AARDBEIEN- EN RABARBERJAM. (plm. 6 potjes). 1 K.G. aardbeien. 1 K.G. rabarber (zonder bladeren ge wogen). 1 K.G. en 3 ons suiker. Bereiding: Maak de aardbeien schoon als in het vorige recept is opgegeven. Breng ze aan de kook. Maak ook de rabarber schoon, snijd zo in kleine stuk jes en voeg ze bij de aardbeien als er voldoende vocht gevormd is. Laat deze massa inkoken, voeg de suiker toe en laat ze onder af en toe roeren zoolang koken, tot ze gelei-ig is geworden. Giet ze zoo heet mogelijk in de potjes, die uitgekookt moeten zijn en sluit deze af met vochtig perkamentpapier. Plak op elk potje een etiquette met naam en datum. KERSENMARMELADE. 1 K.G. kersen. 750 Gram suiker. Pl.m. 2 dL. gezeefde bessensap. Bereiding: Neem van de kersen de steeljes af, wasch ze, verwijder de pit ten met een nieuwe haarspeld. Breng het bessensap aan de kook, doe de ker sen er bij en laat dit een tijdje inkoken. (Het sap van de kersen mist de eigen schap te geleeren, waardoor het sap al tijd dun blijft. Bessensap, vooral eigen gemaakte, bezit deze eigenschap in hoo ge mate; daarom wordt aan deze jam wat bessensap toegevoegd). Voeg de suiker na een tijdje toe en laat dit samen koken tot de massa geleiig wordt. Leg een weinig van de marmelade op een bord, laat dit vlug bekoelen en zie, of de dikte goed is. Vul er dan de uitgekookte pot jes mee en sluit deze met vochtig per kamentpapier. Plak op de potjes een etiquette met naam en datum. CATHARINA. In een vorig artikel werd u een blok voor een gebreide sprei gegeven, waarbij u hier een patroon hebt voor den bij passenden rand. De rand wordt gebreid met 2 naalden, dus in heen- en terug gaande toeren: x is steeds twee steken recht te zamen breien. Men begint 20 steken op te zetten. lste toer: 10 recht, omsl. x, één recht, omsl., x, één recht, omsl., ribje (d.i. één steek recht breien, maar op de naald laten, dan met den volgenden steek nog eens samenbreien, zoodat er toch 2 steken blijven) omsl., x, omsl. 2de toer: één steek afhalen, x, omsl., x, één aver., 2 recht, één aver., 2 recht, één aver., overhaling, 8 recht. 3de toer: 9 recht, omsl., x, één recht, omsl., x, één recht, omsl., ribje, omsl., x, omsl., x, omsl. 4de toer: één steek afhalen, x, omsl., x, omsl. x, één aver., 2 recht, één aver, 2 recht, één aver., overhaling, 7 recht. 5de toer: 8 recht, omsl., x, één recht, omsl., x, één recht, omsl., ribje, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl. 6de toer: één steek afhalen, x, omsl., x, omls., x, omsl., x, één aver, 3 recht, één aver 2 recht, één aver, overhaling, 6 recht. 7de toer: 7 recht, omsl., x, één recht, omsl., x, één recht, omsl., ribje, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl. 8ste toer: één steek afhalen, x, omsl. x, omsl., x, omsl., x, omsl., x, één aver., 2 recht, één aver 2 recht, één aver, over haling, 5 recht. 9de toer: 6 recht, omsl., x, één recht, omsl., x, één recht, omsl., ribje, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl. 10de toer: één steek afhalen, x, omsl. x, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl., x, één aver, 2 recht, één aver., 2 recht, één aver, overhaling, 4 recht. 11de toer: 5 recht, omsl., x, één recht, omsl., x, één recht, omsl., ribje, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl. x, omsl., x, omsl. 12de toer: één steek afhalen, x, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl., x, één aver, 2 recht, één aver., 2 recht, één aver., overhaling, 3 recht. 13de toer) 4 recht, omsl., x, één recht, omsl., x, één recht, omsl., ribje, omsl., x, omsl., x, omsl., x, één aver, 3 recht, één omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl., x, om sl., x, omsl., x, omsl., x, omslaan 14de toer: één steek afhalen, x, omsl.. x, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl., x, één aver, 2 recht, één aver, 2 recht, één aver, overhaling, 2 recht. 15de toer: 3 recht omsl., x, één recht, omsl., x, één recht, omsl., ribje, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl. 16de toer: één steek afhalen, x, omsl., x. omsl., x, omsl., x. omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl., x, één aver, 2 recht, één aver, 2 recht, één aver, over haling, één recht. 17de toer: 3 recht, omsl., overhaling, één recht, omsl., overhaling, één recht, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsL, x, nm»i 18de toer: één steek afhalen, x, omsL. x, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl., x. omsl., x, omsl., dubbel mind., één aver, 2 recht, één aver, 2 recht, één aver, 2 recht. 19de toer: 4 recht, omsl., overhaling, één recht, omsl., overhaling, één reebt, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl, x, omsL, x, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl. 20ste toer: één steek afhalen, x, omsL, x, omsl., x, omsl., x, oml., x, omsl-, x omsl., dubbel mind., één aver., 2 recht, één aver., 2 recht, één aver., 4 recht. 21ste toer: 5 recht, omsl., overhaling, één recht, omsl., overhaling, één recht, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl. x, omsL, x, omsl., x, omsl., x, omsl. 22ste toer: een steek afhalen, x, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl., dubbel mind., één aver., 2 recht, één aver. 2 recht, één aver. 5 recht. 23ste toer: 6 recht, omsl. overhaling, één recht, omsl. overhaling, één recht, omsl., x, omsl., x, omsl., x, omsl. x, omsl, x, omsl. x, omsl. 24ste toer: een steek afhalen, x, omsl. x, omsl., x, omsl. x, omsl. dubbel mind, één aver., 2 recht, één aver. 2 recht, één aver. 6 recht. 25ste toer: 7 recht, omsl. overhaling, één recht, omsl. overhaling, één recht, omsl., x, omsl. x, omsl., x, omsl. x, omsl. x, omsl. 26ste toer: één steek afhalen, x, omsl. x, omsl. x, omsl. dubbel mind, één aver. 2 recht, één aver. 2 recht, één aver. 7 recht. 27ste toer: 8 recht, omsl. overhaling. één recht, omsl. overhaling, één reoht, omsl., x, omsl. x, omsl., x, omsl. x, omsl. 28ste toer: een steek afhalen, x, omsl. X, omsl. dubbel mind, één aver. 2 recht, één aver. 2 recht, één aver. 8 recht. 29ste toer: 9 recht omsl., overhaling, één recht, omsl. overhaling, één recht, omsl. X, omsl. x, omsl. x, omslaan. 30ste toer: één steek afhalen, X, omsl- dubbel minderen, één aver. 2 recht, één aver., 2 recht, één aver. 9 recht. 31ste toer; 10 recht, omsl. overhaling, één recht, omsl., overhaling, één recht, omsl., X, omsl. X, omsl. 32ste toer: één steek afhalen, dubbel minderen, één aver. 2 recht, één aver. 2 recht, één aver. 10 recht. Na den 32en toer begint men weer bij den len toer en herhaalt dit tot de kant de gewenschte lengte heeft verkregen. Het aan elkaar zetten van blokken ge schiedt met een overhandschen naad. het geen precies kan, omdat aan de zijden de recht afgekante steken zitten. De hoe veelheid der blokken is afhankelijk van het lossere, of vastere breien, en ook van de grootte van het bed. De rand wordt op dezelfde manier als de blokken aan de sprei verbonden, ter wijl de hoeken eenigszins ruim worden gelegd. DINT. Katoenen handschoenen kunnen in warm zeepsop gewasschen worden en in koud water nagespoeld. Zeemleeren handschoenen wasschen we terwijl we ze aan de han den hebben. We maken er twee zeep- sopjes voor klaar, die slechts lauw warm mogen wezen, wasschen ze schoon in het eerste sopje en wasschen dan nog eens na in het tweede, om ze goed helder te krijgen. Zeemleeren handschoenen worden niet in schoon water uitgespoeld, doch moe ten dadelijk uit het zeepsop, liefst in den wind en nooit in de zon, worden opgehangen om te drogen. Evenals kousen moeten handschoe nen altijd links worden gekeerd, eer ze voor het drogen worden opgehangen. Peau de snéde lof (M handschoenen kunnen we het beste schoonmaken met benzine. We kunnen ze in een badje van ben zine flink spoelen en dan voorzichtig uit knijpen; we kunnen ze ook met een lapje met benzine schoon boenen; de eerste methode is echter de gemakkelijkste en de meest doeltreffende. De benzine kan meermalen worden gebruikt. Gummi huïshoudhandschoenen kunnen in zeepsop gewasschen worden en met een zeemleeren lap worden ze, zoo goed mogelijk, droog gewreven en dan opgehangen. Sommige vlekken, die er niet uitgaan bij het wasschen, kan men gewoonlijk wel verwijderen met een in benzine of tetra gedrenkt doekje. MARJOLUN. We hebben allen van die be- noodigdheden, zooals naalden, spelden, garen, knoopjes, enz. die ergens een plaatsje moeten hebben. Nevenstaande teekening geeft een voorbeeld voor een luxe doos voor naaigereedschap, een handwerkdoos, of ook wel voor bijouteriedoos. Zij voldoet op de mooiste toilet tafel. Het gebor duurde dek sel is een opgevuld speldenkus sen. Voor deze doos kun nen we een dun houten kistje met deksel gebruiken, doch ook een ge wone kartonnen doos kan verandert) worden in deze aantrekkelijke werkdoos. De doos wordt beplakt met een groen jaspé meubelstof; dit is stevig en mooi. Een aardig bor duurwerk maken we op het midden van net deksel, van heldere kleuren wol of zijde. Willen we nijgaande teekening gebrui ken, dan trekken we deze met behulp van cartonpapier over. Het deksel wordt opgevuld met zeme len, en daarna afgewerkt met een rand van goudgalon van 2y c.M. breedte, aan de hoeken ingevouwen. Het borduurwerk beginnen we met de middelste bloem van de teekening. We maken lange dubbele steken (zoogenaamde madeliefjes- steken) van l'/i tot 2 c.M. lengte in oranje. Vervolgens beginnen we van het midden ringen van violet, steken over en onder de dubbele lange steken. De kleinere bloemen maken we afwis selend oranje, licht en donker lila en vleeschkleur. Deze worden rondom met den knoopsgatensteek gewerkt. De groote bloemen aan iederen kant worden enkel in langen dubbelen steek gewerkt, in chromaatgeel en de bladertakken in hard groen aan den éénen en donkerder groen aan den anderen kant. De bloemen hebben hartjes van gouddraad. Een enkel speldenkussen op deze manier gemaakt is ook aardig. G. D.-L.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 10