Rondom den Klaagmuur Gemengd Nieuws Uit de stad van het Vaticaan f r Het Prise d'eau van de Zandvoortsche Waterleiding te Bentveld TWEEDE BLAD VRIJDAG 30 AUGUSTUS 1929 BLADZIJDE 1 I Een „nederig" advocaat Bij het zwemmen verdronken Woeste rijders Een „verstekeling" Brand te Borne Oplichting ter waarde van f 175.000 Vermist Kokende koffie over het lichaam Revolverschoten in den nacht Aangereden De installatie is half September gereed Ruime voor ziening van water in de zomermaanden PSaisSll S Nederlandsche pelgrims in audiëntie Onze Romeinsche correspondent schrijft dt. 28 dezer: Hedenavond ontving de Paus twee-hon derd-vijftig Nederlandsche pelgrims die ter bedevaart naar Rome waren gekomen en werden voorgesteld door pater Agathangelus van Waspik, Secretaris-Generaal der Min derbroeders Capucijnen. De H. Vader deed <Je ronde langs de ge knielde pelgrims die de Consistorie-zaal. de SaJa Clementina en bijliggende vertrekken geheel vulden, en hield Zich even op by de twee oud-zouaven die onder het gezelschap waren en waarvan er één de karakteristieke uniform droeg. Nadat alle pelgrims den Paus hun hulde hadden gebracht, verzamelde men zich in de Consistorie-zaal waar Z. H. Pius XI plaats nam op den troon en een korte toe spraak hield. De Paus zeide dat het niet de eerste maal was dat Hij zyn dierbare kinderen uit Hol land zag; al dikwijls had Hij ze gezien, ook in het Heilig Jaar en by andere gelegenhe den, en telkens had Hij Zich aangenaam vertroost gevoeld door de wijze waarop ze zich vertoonden, door hun houding vol van waardigheid en toewyding. door de hooge op vatting die ze hadden van wat ze doen kwa men in het huis van den gemeenschappelij- ken Vader aller geloovigen, en door de kin- deriyke toegenegenheid die ze tot Hem voer de. In deze woorden mag geen óverdryving worden gezien: eere aan Holland, aan Ka tholiek Holland, aan de Hollandsche Katho lieken! Men mag spreken van Katholiek Holland en de Hollandsche Katholieken rie pen den H. Vader den rijkdom aan vruchten voor den geest waarop Holland zoo te recht groot gaat. En hiermee bedoelde de Paus dan niet zoo zeer hun tegenwoordigheid hier, noch de idee dezer heilige bedevaart welke ze zoo uitstekend deden, dan wel den diepen geest van het Katholicisme welke zich open baart in alles wat in hun vaderland wordt, gedaan. Het kleine, neen, het gToote Holland, ging de Paus geestdriftig voort, weet vooral op eminent katholiek gebied, voor de missies, voor het godsdienstig leven, iets tot stand te brengen, en dit met een zoo groote en zoo algemeene medewerking, met zoo groote en algemeene macht van middelen en personen, dat wy met levendige voldoening herhalen kunnen: eere aan Holland, eere aan Onze dierbare Hollandsche kinderen! Met volle vaderlyke erkenteiykheid noem. de de Paus deze bedevaart om twee rede nen kinderlijk: ten eerste, omdat ze de be devaart was der kinderen naar den Vader en naar de Moeder die de Katholieke Kers is; ten tweede, omdat deze bedevaart uitging van de gedachte dat men den Paus moest komen zeggen hoe men deel neemt aan Zijn Priesterjubileum en aan de wereldbelangrijke gebeurtenissen, die het de Goddeiyke Voor zienigheid behaagde daaraan te verbinden. Van het Vaderiyk Jubileum hebben ze ge tracht een Kinderiyk Jubileum te maken door hunne zielen te verrijken met de Hei lige Aflaten. Ze hadden de Heilige Plaatsen bezocht, ae Basilieken, de Catacomben en al de monu menten die vermogen het geloof in de zielen te versterken. De H. Vader wenschte den pelgrims toe dat deze heilige bedevaart de beste en rijk ste vruchten voor hen dragen zou en hun :1e heerlijkste vertroosting brengen. Reeds rijk begenadigd waren ze hier gekomen, in 't centrum des geloof s; mogen ze nu terug- keeren naar hun en zyn dierbaar Holland, nog meer ontstoken van den yver voor een waardig chris telyk en katholiek leven, be zield door een heilig apostolaat. Die hen dan zullen zien, zullen een zachte en gelukkige uitnoodiging voelen om hen na te volgen. Zy zullen apostelen worden door het woord, door het gebed, door hun streven naar het hoo- gere; en zoo een apostolaat liet nog nooit na de heerlijkste vruchten te dragen. En met deze wenschen verleende de Paus Zyn Apostolischen Zegen aan hen-zelve en aan hun familie, aan alles wat zij in hun geest en hart droegen, aan hun mooi land. lan hun en Zyn mooi Holland. De Paus overhandigde voorts aan pater' Agathangelus de herinnerings-medailles die een voorstelling droegen van de H. Teresia van het Kindje Jezus met het verzoek ze aan de pelgrims te willen uitdeelen alsof Hij zelf ze uitgedeeld had. Alleen wilde Z. H. Pius XI een uitzondering maken voor es beide oud-zouaven, welken veteranen van het H. Geloof Hy de medailles persoonlijk uit deelde. Onder luid applaus had deze eenvoudige, maar treffende plechtigheid plaats. De Paus verleende dan den Apostolischen Zegen, waarna de pelgrims het Aan U, o Koning der Eeuwen aanhieven dat de H. Vader staande aanhoorde. DE DIPLOMATIEKE PAPYRUSSEN DER PAUSEN. Zen kostbare uitgave. Onder de zeldzaamste en waardevolste overblijfselen uit de middeleeuwen moeten ongetwUfeld de. autografische diplomatieke acten der Pausen worden gerekend die we kennen onder den naam van „originalia". De pauselyke brieven die van voor het jaar 1000 tot ons zyn gekomen, overschryden het ge tal van 4000; maar autografische exemplaren er van bleven voor ons in slechts zeer be perkte mate bewaardwij kennen er tot heden een kleine dertig, waarvan FrankryK er ongeveer de helft bezit. Spanje tien, Ita lië drie en Duitschland twee. Het behoeft wel geen betoog van hoeveel belang deze documenten zijn voor de kennis van de gebruiken en normen der pauselyke kanselarij van die dagen: bovendien is er de uiteriyke vorm. het grafisch materiaal en de vorm der letters; maar vooral kunnen wy er met absolute zekerheid uit afleiden hoe in die dagen Iatijn geschreven werd, hoe de grammatica, de syntaxis, de interpunc- teering der apostolische schrijvers was. Nu maakte hun zeldzaamheid en uiterst verspreide conserveering, dat ze zoo goed als onbekend waren aan de studenten der diplo matie. Dit ondanks dat er al eens een po ging tot publicatie was gewaagd: Gaetano Marini, van de Apostolische Bibliotheek en Prefect van het Vatiriaansch Archief, drukte er eenige, zy het zeer onvolmaakt, af In zyn „I Papiri Diplomatici. Na hem werd er voor de publicatie niets meer gedaan tot Paul F. Kehr er weer eens eenige bekend heid aan gaf in zijn „Die altesten Papst- urkunden Spaniens". De toestand der documenten was intus- schén zoodanig geworden, dat ze noch kon den worden uitgegeven, noch bestudeerd. Het papier was versleten, de tekst zoo goed als geheel weg gebleekt terwyl niet-deskun- digen byna onherstelbare schade hadden toe gebracht door de verschillende fragmenten geheel willekeurig en uiterst slecht aan el kaar te plakken. Voor men ze kon bestudee- ren, ja, zelfs maar ontcijferen, was een gron dige restauratie noodzakelyk. Zooals te verwachten was van een Paus, die zelf bibliothecaris was en niet ophoudt Zyn grootste zorgen te besteden aan de Va- ticaansche Bibliotheek, aarzelde Z. H. Pius XI niet lang met een grondige restauratie te beginnen en daarmee minstens te pro- beeren of de onvervangbare documenten nog te redden waren. Voor de restauratie werden de Vaticaansche ateliers gratis ter beschik king gesteld. Na lang en moeizaam werken is men. niet in het minst door den arbeid van dr. Hugo Ibscher uit Berlyn, thans gereed gekomen met een volkomen restauratie van vijftien zulke documenten, die tevens in natuurge trouwe copie in den handel worden gebracht. De vyftien documenten beslaan 43 vellen van 88 bij 64 ,c M. Zij bevatten: Pasqualis I, concessie voor het diocees Ra venna; 819. Benedictus VIII, concessie voor het dio cees Hildesheim; 1022. Leo IV, voor het diocees van Ravenna; 850. Stefanus V, voor het klooster van Neuen- heerse; 891. Formosus. voor het diocees van Gerona in Spanje; 892. Romanus, voor het bovengenoemde diocees: 897. Johannes XIII, voor het diocees van Au- sona; 971. Een brief van denzelfde voor markies Borello; 971. Benedictus VII voor hetzelfde diocees; 978. Gregorius V, voor hetzelfde diocees; 998. SylvesterII voor het diocees van Urgel in Spanje; 1001. Van denzelfde voor het klooster van den H. Cucufato: 1002. Johannes XVIII, voor hetzelfde klooster; 1007. Een diploma van Gregorius V aan Amulf bisschop van Ausona. dat o.a. onderteekend is door keizer Otto III, met deze woorden: Ego Otto Dei gratia Roman. imp. aug. subs. De diploma's, die in Frankryk berusten, zullen eveneens worden uitgegeven, maar later en in afzonderlyke uitgave. Voor belangstellenden is de uitgave ver krijgbaar by de Vaticaansche Bibliotheek. De prys is vastgesteld op Lit. 1500. t i' Watersportvereeniging dr. de Boer voor om de zaak te laten rusten, waarin deze zeide toe te stemmen, mits garantie verschaft werd tegen herhaling. Een onhebbehjk woord was het gevolg, dat dr. de Boer aanklachten heeft ingediend wegens huisvredebreuk en poging brand stichting. I Later zyn drie half uitgebrande fakkels teruggevonden, de anderen niet meer. Ze zijn gevuld met magnesium en een koper- zuur, blijkens het door dr. de Boer. die zelf chemicus *is, ingestelde onderzoek. De tenten dragen nog de sporen van de uitgespatte vonken. Tot zoover het relaas van het „Algem. Hbld.". Het is niet erg hartverheffend en i toont aan het licht, dat kampeeren en Indiaantje spelen zelfs bij groote menschen aanleiding tot kinderachtigheden 'geeft. Bjj den Klaagmuur gaf bevel het reeds aangevangen werk stop te zetten, daarvoor als motief opgevend, dat de muur een historisch monument was, dat in zijn oorspronkelijken staat moest bewaard blijven. Daarmee was echter de kwestie van het eigendomsrecht, dat de Mohammedanen hadden doen gelden, niet opgelost. Deze kwestie bracht de gemoede ren opnieuw in beweging, toen in October j.l. de Israëlieten bij den Klaagmuur een grootere tafel, een betere lamp en een af scheiding voor de mannen en vrouwen, zooals de eeredienst voorschrijft aan brachten. De groote Mohammedaansche raad maak te bij monde van zijn voorzitter, den Mufti, bekend, dat de Arabieren de tafel, de lamp en de afscheiding zouden wegnemen, wan neer de politie dit niet deed. Het wegnemen dezer voorwerpen door de politie bij gelegenheid van het groote Joodsche feest „Rosch Haschana" werd de aanleiding tot bloedige onlusten. Onder protest der Israëlieten brachten de Mohammedanen eenigen tijd later toch de verhooging van den Klaagmuur tot uit voering. Nieuwe onlusten, hiervan het ge volg, konden nogmaals door de politie wor den bezworen. Opnieuw dedende Joden een beroep op de Mandaten-commissie van den Volkenbond. Deze besliste in Novem ber 1928 in neutralen zin: zij verwezen de Joden naar het Britsche bestuur, dat in staat geacht werd de rust in het land te herstellen. Deze beslissing vermocht evenwel niet de verhitte geesten te kalmeeren. De onte vredenheid en de onrust duurden voort en kwamen tot uiting in de uitbarsting, zooals die uit de alarmeerende berichten der laatste dagen bekend is. Groot is de haat tusschen de Arabieren en Joden. De Arabieren kunnen het niet verkroppen, dat steeds meer Joden zich op hun terrein vestigen en de grootere ijver en voortvarendheid dezer laatsten is oorzaak, dat de Arabieren dreigen te worden ver drongen,' die 80% van de totale bevolking uitmaken, de Joden 12%; de rest zijn Euro peanen en Syriërs. De export van het land heeft weinig te betee kenen. Belangrijke industrieën heeft men er niet kunnen vesti gen, terwijl ook de landbouw tot nu toe be scheiden resultaten opleverde. Het onvol doende transport werkt belemmerend voor den opbloei. Ondanks dit alles blijkt, vooral bij vele jonge Joden, een onverwoestbaar vertrouwen in de toekomst van Palestina bestaan. De thans heerschende onrust, waarin een groot gedeelte van het land betrokken is, schijnt niet zoo spoedig te zullen luwen. Meer dan economische moeilijkheden zijn godsdiensttwisten in staat de Arabieren tot fanatisme op te zweepen, dat niet zoo ge makkelijk te overwinnen is. De oogen zijn gericht op het Britsche bestuur, waarvan ver wacht wordt, dat het de orde zal herstellen. Voorwaar niet zoo'n eenvoudige taak Onder het motto: „Een advocaat in een roeischuit", schrijft mr. C. Bake in het jongste exemplaar van het „Weekblad v. h. Recht": De beroemde advocaat Joannes van der Linden (17561835) bevond zich. naar mr. M. C. van Hall (17681838) verhaalt „in vele tijdvakken zijns levens" in „min gun stige geldelijke omstandigheden", waarvan onder andere „zijne onmatige zuchL om zich boeken en daaronder zeer kostbare aan te schaffen, veelal de oorzaak was". „Er was een tijd" *en ik laat nu verder het woord aan Van Hall „dat zijne biblioma nie hem noodzaakte een pakhuis te huren, om de menigte zijner boeken te kunnen ber gen. Daar echter bleven zij voor hem geen onaangeroerde schat, maar werden zij door hem gebruikt, hetzij in deze bergplaats, hetzij in zijn gewoon verblijf, daarin door hem overgebracht. Mij dunkt ik zie hem nog, met zooveel boeken onder den arm, als hij dra gen kon, derwaarts wandelen, en van daar wederkeeren, of zich in eene roeischuit, waarin eene menigte boeken waren geladen, I en die door hem zeiven bestuurd werd, van I den Overtoom, nabij Amsterdam, toen hij al- daar een kort verblijf hield, naar dit maga- j zijn begeven, of van daar, met andere, op dezelfde wijze terugkomen". Dat iemand die toch niet buiten staal was zich in dergelijke gevallen de hulp van an deren aan te schaffen, op die wijze zich zelf hielp, noemt mr. van Hall een bewijs van „eene eenvoudigheid en nederigheid, die bij anderen doorgaans schaars gevonden wordt." Bij het zwemmen in de Schelde te Ierseke, is gistermiddag te zes uur het zevenjarig zoontje van de wed. H. van O., doordat het zich te ver van den wal begaf en door den sterken stroom werd megeesleurd verdron ken. Men is er tot dusver nog niet in ge slaagd het lijk te vinden. Tegen middernacht heeft te Amsterdam op de Weteringschans bij het kleine Gart- mannplantsoen door onverantwoordelijk woest rijden van een chauffeur en motorrij der een ongeluk plaats gehad, dat wonder boven wonder vrij goed is afgeloopen. De auto, gevolgd door den motorrijder kwam in wilde vaart de Weteringschans afrijden vanuit de richting Rijksmuseum. Zonder deze vaart merkbaar te minderen wilden zij bij het Kleine Gartmannplantsoen den bocht nemen, met het gevolg, dat de auto in bot sing kwam met een wagen van lijn 10 en de motorrijder tegen den auto reed. De mo torrijder kwam merkwaardigerwijze vrijwel met den schrik vrij De chauffeur echter werd vrij ernstig gewond naar het Tesselschade- ■ziekenhuis vervoerd en aldaar ter vepleging opgenomen. Nader vernemen wij, dat zijn toestand niet zoo ernstig is als zich aanvankelijk liet aan- zien. Te Obdam, nabij Hoon, toen de eige- naar van een lading kool, die zich in een spoorwagen, welke voor Duitschland be stemd was, bevond, voor het vertrek de zen ding nog even kwam inspecteeren, bemerkte hij verborgen tusschen de koolstronken een jongen man, die de reis als blinde passagier dacht mede te maken. Toen hij zich echter ontdekt zag, pakte de „verstekeling" in min der dan geen tijd zijn biezen. Gistermorgen te ongeveer half elf is brand j ontstaan in het café van den heer Simonetti aan de Almeloschestraat te Borne. De be- woners trachtten in allerijl een gedeelte van j hun inboedel te redden. Hetgeen echter niet gelukte, daar de vlammen door den sterken j wind aangewakkerd, snel om zich heen gre pen. Spoedig stond dan ook het café met het aangrenzende woonhuis in lichte laaie. I De inmiddels ontboden brandweer kon zich alleen bepalen tot het nat houden van de aangrenzende rijwielzaak en garage, die evenals de tegenover gelegen perceelen aan zienlijke waterschade kregen. Het café en het woonhuis brandden geheel uit. Verzeke ring dekt de schade. Amsterdamsch advocaat de dader? Naar de „Telegraaf" verneemt, is bij de Amsterdamsche politie aangifte gedaan van oplichting voor een bedrag van f 145.000 en van een schilderij, een waarde hebbende van f 30000. Als verdacht van deze oplich ting heeft men bij de politie den naam ge noemd van een advocaat en procureur, kan- toorhoudende in de Kalverstraat. Uit het voorloopig onderzoek is gebleken, dat bedoelde advocaat zich niet te Amster dam bevindt. Hij zou in Duitschland vertoe ven. Zijn opsporing is aan de politie ge vraagd. 4.90, La nerveille 3.80—3.90, Mad. Kre. Sedert 17 Augustus wordt te Heerlerheide de 17-jarige Duitsche dienstbode A. H. ver mist. Het laatst is het meisje op 18 Augus tus te Heerlen gezien. Een driejarig kind van den heer T„ wo- i nende aan de Turfhaven te Hoorn, heeft tij dens een korte afwezigheid van de moeder een kokende kan koftic over zich heen ge trokken, waardoor het ernstige brandwon den bekwam en naar het Sint Jansgasthuis werd vervoerd; de toestand is nog rede lijk wel. Verontrustende berichten over toenemende nilusten in Palestina en een steeds meer gespannen toestand tusschen Arabieren en loden, hebben andere gebeurtenissen, waaraan tot nu toe groote aandacht werd geschonken, op den achtergrond gedrongen. Zoo is het b.v. opvallend, dat berichten over vijandelijkheden in Mandsjoerije plotseling .ijn uitgebleven, zonder dat men kan aan- lemen, dat de rust in die streken zou zijn veergekeerd. Hoewel er alle grond is voor de veronder- telling, dat Engeland, dat het mandaat van !en Volkenbond over Palestina bezit, de mlusten zal weten te onderdrukken en de >rde zal kunnen herstellen, heeft her conflict och een dergelijken omvang aangenomen, lat de Britsche regeering een meer actieve oolitiek zal'moeten toepassen, dan ze tot nu oe deed. Een beroep op de Engelsche re- eering, zoowel in de oude als in de nieuwe vereld, wijst er bovendien op, dat de on- usten ook van andere zijde als zeer ernstig worden beschouwd. Intusschen, wat thans tot uitbarsting is :e komen, heeft al geruunen tijd in stilte ;ewerkt, en men kan er zich alleen.maar over 'erbazen, dat de wereld nog met vroegei is 'e rontrust door de catastrophe, die/practisch .etijk staat met een burgeroorlog. Het res- >ect voor de Britsche autoriteit heeft het 'itbreken van de onrust tegengehouden. Thans evenwel achtten de Arabieren, wien ie steeds aanwassende Joodsche bevolking en doorn in het oog ts, het oogenblik ge komen, om hunne rechten te doen geiden, ie Arabieren n.l., de talrijkste stam onder Ie veelsoortige bevolking van Palestina be- chouwen zich heer en meester van het land. Het is interessant den oorsprong van het onflict na te gaan, die te zoeken is bij en om 'en z.g.n. Klaagmuur. Het. vorig 'aar. tn ■eptember. speelden zich op die plaats de -erste onregelmatigheden af. De Klaagmuui wordt gevormd door torm groote blokken van verscheidene eters lengte, op elkaar gestapeld, en over hangend naar een klein, nauw straatje, waar de Israëlieten refeds van af de vierde eeuw bijeenkomen, om er te bidden en te wee klagen, voornamelijk aan den vooravond van den Sabbath en bij andere feestelijke gebeurtenissen in het Joodsche kerkelijke jaar. Daarbij leunen zij tegen den Klaagmuur met de bedoeling, dat zij op die manier zoo dicht mogelijk bij den tempel van Salomon vertoeven, dien zij niet meer mogen be treden. Inderdaad willen de Mohammedanen, door hun den toegang binnen den muur te ontzeggen, verhinderen, dat door de aan wezigheid der Israëlieten een plaats ontheiligd wordt, die voor den Islam, na Mekka, de heiligste plek der aarde is. Al moge het nu waar zijn, dat niet alle Israëlieten de bouwvallen van den tempel beschouwen als de ruïne van Salomon's tempel, toch nemen zij allen aan, dat deze plaats een voor Israëlieten groot heiligdom is, dat zij niet wenschen ontheiligd te zien door de Mohammedanen. Van oudsher hebben de Israëlieten het recht gehad om vóór of tegen den muur voor werpen aan te brengen, die-voor de uitoefe ning van het ritueel noodig zijn kleine lampjes, die den geloovige het licht ver schaffen bij het lezen zijner gebeden steun- sels ten behoeven van de tafelen der wet. Het vorig iaar hadden eenige Israëlieten tijdens den duur van godsdienstige plechtig heden stoelen geplaatst voor de vrouwen" en de ouden van dagen. Het Britsche be stuur liet deze stoelen wegnemen. De Vol kenbond werd in de kwestie betrokken; de Raad stond alleen toe het plaatsen van vouwstoelen waarmee de aangelegenheid tijdelijk van de baan was. Eenigen tijd later had een publieke in schrijving aan de Mohammedaanen de noodige fondsen verschaft, die behalve voor reparatie der moskee, ook werden aange wend, om den nok van den Klaagmuur te verhoogen. Dit lokte heftige protesten uit van de zijde der Israëlieten. De gouverneur Een aanval op dc Loosdrechtsclie plassen. De Gooische correspondent van het „Alg. Hbld." schrijft: In den nacht van Dinsdag op Woensdag is op de anders zoo vredige Loosdrechtsche plassen een verschrikkelijke geschiedenis af gespeeld. In het holst van den nacht, om streeks half twee, werd de omgeving opge schrikt door revolverschoten, welke klonken van een eilandje op de grens van de derde en vierde plas, dat is omstreeks 3 K.M. van Loosdrecht verwyderd. Het is zoo'n eenzaam eilandje, in huur by een leeraar te Bussum, die daar jaar lijks met zijn leerlingen een waterkamp be trekt en ook andere groepen waterrotten daar wel vergunning tot kampeeren geeft, en overigens toestaat dat anderen het pleks- ke grond van 50 by 12 Meter in grootste afmeting betreden en daar picknicken, met uitzondering van de tien dagen, dat hij daar zelf met zyn vrouw en kroost alsmede een aantal jongens- en meisjes-leerlingen verblyft. Machine no. 12 Vrijdag, 30 Augustus Over het nach telyk gebeuren heeft een tendenzieus verhaal de ronde gedaan, waaruit kon worden opgemaakt, dat de kam peerders zonder bepaalde aanleiding op vreedzame spelevaarders revolverschoten zouden hebben gelost, waarvan één helaas doel getroffen heeftHet slachtoffer, een tandarts te Hilversum, werd getroffen in zyn enkel. Eerst het vallen van een ge wonde zou men aan de schietparty een einde hebben gemaakt. Omtrent de hier bedoelde voorvallen had den wy een onderhoud met den heer dr. R. B. de Boer, leeraar aan de Gooische H.B.S. te Bussum, die juist teruggekeerd van zijn tiendaagsch waterkamp op de Loosdrecht sche plassen, met verontwaardiging kennis nam van de voorstelling van zaken. Hy vertelde ons het volgende, dat wel een heel ander licht doet schijnen op het brood dronken optreden van een troepje jongelui, dat 's nachts de rust op de Loosdrechtsche plassen heeft verstoord. „Tot goed begrip van de zaak. zei ons dr. De Boer. moet ik beginnen met de voorge schiedenis. Al dertien keer heb ik met myn leerlingen een zomerkamp betrokken op het door my gehuurde eilandje en nog nooit was onze rust verstoord, totdat in het vorige jaar een soort overval heeft plaats gehad. Gewoon lijk houdt een der jongens 's nachts wacht; toen juist niet; en terwyl ik in myn tent wakker lag, kwam een groote schouw in de nabijheid waaruit vuurwerk werd ontstoken. Ik reageerde niet, totdat ik hoorde, hoe de schuit aan wal kwam en onze booten be klommen werden. Het was toen 2 uur. Naar buiten tredend ^stond ik plotseling in een luid tierende groep jongelui. Myn optreden deed ze afdeinzen, waarby een der indrin gers zelfs te water viel. De heeren amu seerden zich daarna met het afschieten van vuurwerk op de tenten en trokken met de schouw af toen de voorraad was uitgeput. Dit is de reden geweest waarom dit jaar eiken nacht goed wacht gehouden is, vooral ook omdat in Loosdrecht vage geruchten liepen, dat de leden van de watersportver eeniging „Loosdrecht" rondliepen met plan nen om den aanval te herhalen. Dr. de Boer, die, vooral omdat een twaalftal meisjes aan de hoede van zyn vrouw en hem waren toevertrouwd, de komende gebeurtenissen verontrust tegemoet zag, heeft zich nog tot Op de Brinklaan te Bussum reed gisteren mej. N. v. M. op haar rijwiel. Plotseling en onverwacht sloeg zij een zijlaan in met het gevolg dat zij werd aangereden door een achter haar aankomend wielrijder. Zij kwam te vallen en bekwam een beenbreuk, waar mede zij in de Majella-stichfing werd op genomen. een bestuurslid van de watersportvereeniging gewend om raad. Deze gaf echter de stel lige verzekering, dat niets zou gebeuren; dr. de Boer behoefde niet angstig te zyn, zoo werd hij gerustgesteld. Toch nam hy dé noodige voorbereidende maatregelen. Afgesproken werd, dat bij een mogelijken aanval, een der kampeerende jon gelui, die door sterfgevallen in zyn familie een revolver geërfd had, deze zou meebren gen en in geval van onraad waarschuwings schoten zou lossen, n.l. eerst vyf in het water, daarna twee in de lucht en ten slotte desnoods in de boot van het vaartuig der aanvallers. Alles was goed gegaan gedurende de eer ste zeVen nachten. In den avond van Dins dag j.l. omstreeks 10 uur manoeuvreerde een groote vereenigingingsschouw om het eilandje, bezet met ten minste 20 personen, waarbij ook een dame. Deze schouw was niet zoo vol bemand van het vereenigingsge- gebouw afgevaren. Later is gebleken, dat de passagiers, om geen argwaan te wekken, hier en daar aan boord gekomen waren. Het kampvuur brandde lustig en langza merhand ging een deel der bevolking naar de tenten, waarin ook de lichten gedoofd werden. Dr. de Boer bleef met 14 jongens en meisjes by het vuur zitten in afwachting van de dingen, die komen zouden. Men had daarbij de voorzorg genomen, dat uit den j plas tenslotte niemand meer te zien was in het schynsel van het nagloeiende kamp vuur en de eenig brandende lantaarn. 't Was ongeveer half twee toen de schouw het haventje, waarin de schouw van dr. de Boer lag, binnenkwam. Alles gebeurde muis stil. De plecht raakte het gemeerde vaar tuig en plotseling werd een fel brandende fakkel tusschen de tenten geworpen. Het .was er een zooals visscherlui die ge bruiken om seinen te geven in geval van nood. Het felle vuurding plofte op geen 10 c.M. afstand van een der tenten neer, waar in twee jongens slapend verbleven. Onmid dellijk sprongen de wachters op om het vuur, dat de licht vlambare tent bedreigde, te dooven. De daarvoor gebruikte roeispaan is er half door verbrand. Meer brandende fakkels werden geworpen. Dr. de Boer sprong naar voren en som meerde de aanvallers om af te houden. Toen dezen daar geen gevolg aan gaven, gaf hy zyn oud-leerling (deze had juist toelatingsexa men gedaan voor de Militaire academie) be vel om de afgesproken schoten te lossen. Eerst vijf in het water vóór de schouw, daarna twee in de lucht, waarbij de mast en het zeil doorboord werden en toen ook dat niet hielp, twee in het boord van de schouw. Een van deze schoten bleek den houten wand te hebben doorboord en een der aanvallers in den enkel. Er werd tenminste uit de ordelooze troep, waarvan verscheidenen in zwempak voor op de plecht geschreeuwd.' „houdt op» hy bloedt als een rund." Spoedig daarop was de troep wat gekal meerd en trad men over en weer in een bespreking. Van de nu heel gedwee gewor den aanvallers betrad op uitnoodiging van dr. De Boer een viertal met den gewonde op het eiland, waarna een der kampeerders, een padvinder, een noodverband legde. Mevr. de Boer, die inmiddels op het ge rucht, alles was in enkele minuten afge speeld, uit het meisjeskamp aan den an deren kant van het eiland nader gekomen was, heeft het slot van de scène mee aan schouwd, en gaf ons daarvan een levendig beeld. Het is een politiezaak geworden. Woensdag stelde een bestuurslid van de Het pomphuis met zuiveringsinstallatie van de Zandvoortsche Waterleiding te Bentveld. Zooals onze lezers weten, bereidt Zand- voort te Bentveld een eigen Frise d'eau, omdat Leiduin in de zomermaanden niet voldoende water kan leveren. Het contract met Amsterdam duurt nog 8 jaar en het ge brek wordt voor Zandvoort met het jaar grooter. De capaciteit is slechts 50 M3. per uur en daarmede kan de badplaats in de zomermaanden niet volstaan. En zyn te Bentveld 3 putten geboord, elke put is 6 meter diep en de capaciteit be draagt momenteel 25 M3. per uur, in totaal dus 75 M3. Met de Amsterdamsche levering wordt een maximum voorziening van 125 M3. per uur bereikt, daartegenover staat, dat Zandvoort 100 M3. per uur gebruikte. Er is dus ruim voldoende toevoer. Onder den beganen grond ligt een zuiglei- ding, die de drie bronnen verbindt en le.dt naar de ruw-waterpompen. De noogte is 6 Meter, de opvoerhoogte 15 Meter. De pompen persen het water door de sproeiers, die het water daarna uitstorten over een cokeslaag van 6 Meter hoogte. Na deze zuivering komt het water in vier ruw- waterkelders. Uit deze kelders wordt het water geperst in den reinwaterkelder, van daar in de laatste filters, waaruit hot dar geperst wordt in de transport-leiding, die voert naar den watertoren te Zandvoort. Deze watertoren heeft een inhoud van 500 M3. De transport-leiding dient tevens als af voerbuis voor de verbruikers. De geheele installatie zal hall September gereed zyn. Men hoopt dan tevens over te gaan tot de levering van het water. Dit laatste is echter afhankelijk van de waardeering van den keuringsdienst te Haar lem, die geregeld met het keuren van het water belast is en onderzoekt of het werke lijk in alle opzichten geschikt is voor duin water. Het leggen van de zuigbuis, een karweitje dat niet zoo heel gemakkelijk is

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 5