Rondom den Klaagmuur
Gemengd Nieuws
Uit de stad van het
Vaticaan
f
r
Het Prise d'eau van de Zandvoortsche
Waterleiding te Bentveld
TWEEDE BLAD
VRIJDAG 30 AUGUSTUS 1929
BLADZIJDE 1
I
Een „nederig" advocaat
Bij het zwemmen verdronken
Woeste rijders
Een „verstekeling"
Brand te Borne
Oplichting ter waarde van
f 175.000
Vermist
Kokende koffie over het lichaam
Revolverschoten in den nacht
Aangereden
De installatie is half September gereed Ruime voor
ziening van water in de zomermaanden
PSaisSll
S
Nederlandsche pelgrims in audiëntie
Onze Romeinsche correspondent schrijft
dt. 28 dezer:
Hedenavond ontving de Paus twee-hon
derd-vijftig Nederlandsche pelgrims die ter
bedevaart naar Rome waren gekomen en
werden voorgesteld door pater Agathangelus
van Waspik, Secretaris-Generaal der Min
derbroeders Capucijnen.
De H. Vader deed <Je ronde langs de ge
knielde pelgrims die de Consistorie-zaal. de
SaJa Clementina en bijliggende vertrekken
geheel vulden, en hield Zich even op by de
twee oud-zouaven die onder het gezelschap
waren en waarvan er één de karakteristieke
uniform droeg.
Nadat alle pelgrims den Paus hun hulde
hadden gebracht, verzamelde men zich in
de Consistorie-zaal waar Z. H. Pius XI
plaats nam op den troon en een korte toe
spraak hield.
De Paus zeide dat het niet de eerste maal
was dat Hij zyn dierbare kinderen uit Hol
land zag; al dikwijls had Hij ze gezien, ook
in het Heilig Jaar en by andere gelegenhe
den, en telkens had Hij Zich aangenaam
vertroost gevoeld door de wijze waarop ze
zich vertoonden, door hun houding vol van
waardigheid en toewyding. door de hooge op
vatting die ze hadden van wat ze doen kwa
men in het huis van den gemeenschappelij-
ken Vader aller geloovigen, en door de kin-
deriyke toegenegenheid die ze tot Hem voer
de. In deze woorden mag geen óverdryving
worden gezien: eere aan Holland, aan Ka
tholiek Holland, aan de Hollandsche Katho
lieken! Men mag spreken van Katholiek
Holland en de Hollandsche Katholieken rie
pen den H. Vader den rijkdom aan vruchten
voor den geest waarop Holland zoo te recht
groot gaat. En hiermee bedoelde de Paus
dan niet zoo zeer hun tegenwoordigheid hier,
noch de idee dezer heilige bedevaart welke
ze zoo uitstekend deden, dan wel den diepen
geest van het Katholicisme welke zich open
baart in alles wat in hun vaderland wordt,
gedaan.
Het kleine, neen, het gToote Holland, ging
de Paus geestdriftig voort, weet vooral op
eminent katholiek gebied, voor de missies,
voor het godsdienstig leven, iets tot stand
te brengen, en dit met een zoo groote en zoo
algemeene medewerking, met zoo groote en
algemeene macht van middelen en personen,
dat wy met levendige voldoening herhalen
kunnen: eere aan Holland, eere aan Onze
dierbare Hollandsche kinderen!
Met volle vaderlyke erkenteiykheid noem.
de de Paus deze bedevaart om twee rede
nen kinderlijk: ten eerste, omdat ze de be
devaart was der kinderen naar den Vader
en naar de Moeder die de Katholieke Kers
is; ten tweede, omdat deze bedevaart uitging
van de gedachte dat men den Paus moest
komen zeggen hoe men deel neemt aan Zijn
Priesterjubileum en aan de wereldbelangrijke
gebeurtenissen, die het de Goddeiyke Voor
zienigheid behaagde daaraan te verbinden.
Van het Vaderiyk Jubileum hebben ze ge
tracht een Kinderiyk Jubileum te maken
door hunne zielen te verrijken met de Hei
lige Aflaten.
Ze hadden de Heilige Plaatsen bezocht, ae
Basilieken, de Catacomben en al de monu
menten die vermogen het geloof in de zielen
te versterken.
De H. Vader wenschte den pelgrims toe
dat deze heilige bedevaart de beste en rijk
ste vruchten voor hen dragen zou en hun
:1e heerlijkste vertroosting brengen. Reeds
rijk begenadigd waren ze hier gekomen, in 't
centrum des geloof s; mogen ze nu terug-
keeren naar hun en zyn dierbaar Holland,
nog meer ontstoken van den yver voor een
waardig chris telyk en katholiek leven, be
zield door een heilig apostolaat. Die hen dan
zullen zien, zullen een zachte en gelukkige
uitnoodiging voelen om hen na te volgen. Zy
zullen apostelen worden door het woord, door
het gebed, door hun streven naar het hoo-
gere; en zoo een apostolaat liet nog nooit
na de heerlijkste vruchten te dragen.
En met deze wenschen verleende de Paus
Zyn Apostolischen Zegen aan hen-zelve en
aan hun familie, aan alles wat zij in hun
geest en hart droegen, aan hun mooi land.
lan hun en Zyn mooi Holland.
De Paus overhandigde voorts aan pater'
Agathangelus de herinnerings-medailles die
een voorstelling droegen van de H. Teresia
van het Kindje Jezus met het verzoek ze
aan de pelgrims te willen uitdeelen alsof Hij
zelf ze uitgedeeld had. Alleen wilde Z. H.
Pius XI een uitzondering maken voor es
beide oud-zouaven, welken veteranen van het
H. Geloof Hy de medailles persoonlijk uit
deelde.
Onder luid applaus had deze eenvoudige,
maar treffende plechtigheid plaats.
De Paus verleende dan den Apostolischen
Zegen, waarna de pelgrims het Aan U, o
Koning der Eeuwen aanhieven dat de H.
Vader staande aanhoorde.
DE DIPLOMATIEKE PAPYRUSSEN DER
PAUSEN.
Zen kostbare uitgave.
Onder de zeldzaamste en waardevolste
overblijfselen uit de middeleeuwen moeten
ongetwUfeld de. autografische diplomatieke
acten der Pausen worden gerekend die we
kennen onder den naam van „originalia". De
pauselyke brieven die van voor het jaar 1000
tot ons zyn gekomen, overschryden het ge
tal van 4000; maar autografische exemplaren
er van bleven voor ons in slechts zeer be
perkte mate bewaardwij kennen er tot
heden een kleine dertig, waarvan FrankryK
er ongeveer de helft bezit. Spanje tien, Ita
lië drie en Duitschland twee.
Het behoeft wel geen betoog van hoeveel
belang deze documenten zijn voor de kennis
van de gebruiken en normen der pauselyke
kanselarij van die dagen: bovendien is er de
uiteriyke vorm. het grafisch materiaal en
de vorm der letters; maar vooral kunnen
wy er met absolute zekerheid uit afleiden
hoe in die dagen Iatijn geschreven werd, hoe
de grammatica, de syntaxis, de interpunc-
teering der apostolische schrijvers was.
Nu maakte hun zeldzaamheid en uiterst
verspreide conserveering, dat ze zoo goed als
onbekend waren aan de studenten der diplo
matie. Dit ondanks dat er al eens een po
ging tot publicatie was gewaagd: Gaetano
Marini, van de Apostolische Bibliotheek en
Prefect van het Vatiriaansch Archief, drukte
er eenige, zy het zeer onvolmaakt, af In
zyn „I Papiri Diplomatici. Na hem werd er
voor de publicatie niets meer gedaan tot
Paul F. Kehr er weer eens eenige bekend
heid aan gaf in zijn „Die altesten Papst-
urkunden Spaniens".
De toestand der documenten was intus-
schén zoodanig geworden, dat ze noch kon
den worden uitgegeven, noch bestudeerd.
Het papier was versleten, de tekst zoo goed
als geheel weg gebleekt terwyl niet-deskun-
digen byna onherstelbare schade hadden toe
gebracht door de verschillende fragmenten
geheel willekeurig en uiterst slecht aan el
kaar te plakken. Voor men ze kon bestudee-
ren, ja, zelfs maar ontcijferen, was een gron
dige restauratie noodzakelyk.
Zooals te verwachten was van een Paus,
die zelf bibliothecaris was en niet ophoudt
Zyn grootste zorgen te besteden aan de Va-
ticaansche Bibliotheek, aarzelde Z. H. Pius
XI niet lang met een grondige restauratie
te beginnen en daarmee minstens te pro-
beeren of de onvervangbare documenten nog
te redden waren. Voor de restauratie werden
de Vaticaansche ateliers gratis ter beschik
king gesteld.
Na lang en moeizaam werken is men. niet
in het minst door den arbeid van dr. Hugo
Ibscher uit Berlyn, thans gereed gekomen
met een volkomen restauratie van vijftien
zulke documenten, die tevens in natuurge
trouwe copie in den handel worden gebracht.
De vyftien documenten beslaan 43 vellen van
88 bij 64 ,c M. Zij bevatten:
Pasqualis I, concessie voor het diocees Ra
venna; 819.
Benedictus VIII, concessie voor het dio
cees Hildesheim; 1022.
Leo IV, voor het diocees van Ravenna;
850.
Stefanus V, voor het klooster van Neuen-
heerse; 891.
Formosus. voor het diocees van Gerona in
Spanje; 892.
Romanus, voor het bovengenoemde diocees:
897.
Johannes XIII, voor het diocees van Au-
sona; 971.
Een brief van denzelfde voor markies
Borello; 971.
Benedictus VII voor hetzelfde diocees; 978.
Gregorius V, voor hetzelfde diocees; 998.
SylvesterII voor het diocees van Urgel
in Spanje; 1001.
Van denzelfde voor het klooster van den
H. Cucufato: 1002.
Johannes XVIII, voor hetzelfde klooster;
1007.
Een diploma van Gregorius V aan Amulf
bisschop van Ausona. dat o.a. onderteekend
is door keizer Otto III, met deze woorden:
Ego Otto Dei gratia Roman. imp. aug. subs.
De diploma's, die in Frankryk berusten,
zullen eveneens worden uitgegeven, maar
later en in afzonderlyke uitgave.
Voor belangstellenden is de uitgave ver
krijgbaar by de Vaticaansche Bibliotheek.
De prys is vastgesteld op Lit. 1500.
t
i'
Watersportvereeniging dr. de Boer voor om
de zaak te laten rusten, waarin deze zeide toe
te stemmen, mits garantie verschaft werd
tegen herhaling.
Een onhebbehjk woord was het gevolg, dat
dr. de Boer aanklachten heeft ingediend
wegens huisvredebreuk en poging brand
stichting.
I Later zyn drie half uitgebrande fakkels
teruggevonden, de anderen niet meer. Ze
zijn gevuld met magnesium en een koper-
zuur, blijkens het door dr. de Boer. die zelf
chemicus *is, ingestelde onderzoek. De tenten
dragen nog de sporen van de uitgespatte
vonken.
Tot zoover het relaas van het „Algem.
Hbld.". Het is niet erg hartverheffend en
i toont aan het licht, dat kampeeren en
Indiaantje spelen zelfs bij groote menschen
aanleiding tot kinderachtigheden 'geeft.
Bjj den Klaagmuur
gaf bevel het reeds aangevangen werk stop
te zetten, daarvoor als motief opgevend,
dat de muur een historisch monument was,
dat in zijn oorspronkelijken staat moest
bewaard blijven. Daarmee was echter de
kwestie van het eigendomsrecht, dat de
Mohammedanen hadden doen gelden, niet
opgelost. Deze kwestie bracht de gemoede
ren opnieuw in beweging, toen in October
j.l. de Israëlieten bij den Klaagmuur een
grootere tafel, een betere lamp en een af
scheiding voor de mannen en vrouwen,
zooals de eeredienst voorschrijft aan
brachten.
De groote Mohammedaansche raad maak
te bij monde van zijn voorzitter, den Mufti,
bekend, dat de Arabieren de tafel, de lamp
en de afscheiding zouden wegnemen, wan
neer de politie dit niet deed.
Het wegnemen dezer voorwerpen door
de politie bij gelegenheid van het groote
Joodsche feest „Rosch Haschana" werd de
aanleiding tot bloedige onlusten.
Onder protest der Israëlieten brachten de
Mohammedanen eenigen tijd later toch de
verhooging van den Klaagmuur tot uit
voering. Nieuwe onlusten, hiervan het ge
volg, konden nogmaals door de politie wor
den bezworen. Opnieuw dedende Joden
een beroep op de Mandaten-commissie van
den Volkenbond. Deze besliste in Novem
ber 1928 in neutralen zin: zij verwezen de
Joden naar het Britsche bestuur, dat in staat
geacht werd de rust in het land te herstellen.
Deze beslissing vermocht evenwel niet
de verhitte geesten te kalmeeren. De onte
vredenheid en de onrust duurden voort en
kwamen tot uiting in de uitbarsting, zooals
die uit de alarmeerende berichten der laatste
dagen bekend is.
Groot is de haat tusschen de Arabieren
en Joden. De Arabieren kunnen het niet
verkroppen, dat steeds meer Joden zich
op hun terrein vestigen en de grootere ijver
en voortvarendheid dezer laatsten is oorzaak,
dat de Arabieren dreigen te worden ver
drongen,' die 80% van de totale bevolking
uitmaken, de Joden 12%; de rest zijn Euro
peanen en Syriërs. De export van het land
heeft weinig te betee kenen. Belangrijke
industrieën heeft men er niet kunnen vesti
gen, terwijl ook de landbouw tot nu toe be
scheiden resultaten opleverde. Het onvol
doende transport werkt belemmerend voor
den opbloei.
Ondanks dit alles blijkt, vooral bij vele
jonge Joden, een onverwoestbaar vertrouwen
in de toekomst van Palestina bestaan.
De thans heerschende onrust, waarin
een groot gedeelte van het land betrokken
is, schijnt niet zoo spoedig te zullen luwen.
Meer dan economische moeilijkheden zijn
godsdiensttwisten in staat de Arabieren tot
fanatisme op te zweepen, dat niet zoo ge
makkelijk te overwinnen is. De oogen zijn
gericht op het Britsche bestuur, waarvan ver
wacht wordt, dat het de orde zal herstellen.
Voorwaar niet zoo'n eenvoudige taak
Onder het motto: „Een advocaat in een
roeischuit", schrijft mr. C. Bake in het
jongste exemplaar van het „Weekblad v. h.
Recht":
De beroemde advocaat Joannes van der
Linden (17561835) bevond zich. naar mr.
M. C. van Hall (17681838) verhaalt „in
vele tijdvakken zijns levens" in „min gun
stige geldelijke omstandigheden", waarvan
onder andere „zijne onmatige zuchL om zich
boeken en daaronder zeer kostbare
aan te schaffen, veelal de oorzaak was".
„Er was een tijd" *en ik laat nu verder het
woord aan Van Hall „dat zijne biblioma
nie hem noodzaakte een pakhuis te huren,
om de menigte zijner boeken te kunnen ber
gen. Daar echter bleven zij voor hem geen
onaangeroerde schat, maar werden zij door
hem gebruikt, hetzij in deze bergplaats, hetzij
in zijn gewoon verblijf, daarin door hem
overgebracht. Mij dunkt ik zie hem nog, met
zooveel boeken onder den arm, als hij dra
gen kon, derwaarts wandelen, en van daar
wederkeeren, of zich in eene roeischuit,
waarin eene menigte boeken waren geladen,
I en die door hem zeiven bestuurd werd, van
I den Overtoom, nabij Amsterdam, toen hij al-
daar een kort verblijf hield, naar dit maga-
j zijn begeven, of van daar, met andere, op
dezelfde wijze terugkomen".
Dat iemand die toch niet buiten staal was
zich in dergelijke gevallen de hulp van an
deren aan te schaffen, op die wijze zich zelf
hielp, noemt mr. van Hall een bewijs van
„eene eenvoudigheid en nederigheid, die bij
anderen doorgaans schaars gevonden wordt."
Bij het zwemmen in de Schelde te Ierseke,
is gistermiddag te zes uur het zevenjarig
zoontje van de wed. H. van O., doordat het
zich te ver van den wal begaf en door den
sterken stroom werd megeesleurd verdron
ken. Men is er tot dusver nog niet in ge
slaagd het lijk te vinden.
Tegen middernacht heeft te Amsterdam
op de Weteringschans bij het kleine Gart-
mannplantsoen door onverantwoordelijk
woest rijden van een chauffeur en motorrij
der een ongeluk plaats gehad, dat wonder
boven wonder vrij goed is afgeloopen. De
auto, gevolgd door den motorrijder kwam in
wilde vaart de Weteringschans afrijden
vanuit de richting Rijksmuseum. Zonder deze
vaart merkbaar te minderen wilden zij bij
het Kleine Gartmannplantsoen den bocht
nemen, met het gevolg, dat de auto in bot
sing kwam met een wagen van lijn 10 en
de motorrijder tegen den auto reed. De mo
torrijder kwam merkwaardigerwijze vrijwel
met den schrik vrij De chauffeur echter werd
vrij ernstig gewond naar het Tesselschade-
■ziekenhuis vervoerd en aldaar ter vepleging
opgenomen.
Nader vernemen wij, dat zijn toestand niet
zoo ernstig is als zich aanvankelijk liet aan-
zien.
Te Obdam, nabij Hoon, toen de eige-
naar van een lading kool, die zich in een
spoorwagen, welke voor Duitschland be
stemd was, bevond, voor het vertrek de zen
ding nog even kwam inspecteeren, bemerkte
hij verborgen tusschen de koolstronken een
jongen man, die de reis als blinde passagier
dacht mede te maken. Toen hij zich echter
ontdekt zag, pakte de „verstekeling" in min
der dan geen tijd zijn biezen.
Gistermorgen te ongeveer half elf is brand
j ontstaan in het café van den heer Simonetti
aan de Almeloschestraat te Borne. De be-
woners trachtten in allerijl een gedeelte van
j hun inboedel te redden. Hetgeen echter niet
gelukte, daar de vlammen door den sterken
j wind aangewakkerd, snel om zich heen gre
pen. Spoedig stond dan ook het café met
het aangrenzende woonhuis in lichte laaie.
I De inmiddels ontboden brandweer kon zich
alleen bepalen tot het nat houden van de
aangrenzende rijwielzaak en garage, die
evenals de tegenover gelegen perceelen aan
zienlijke waterschade kregen. Het café en
het woonhuis brandden geheel uit. Verzeke
ring dekt de schade.
Amsterdamsch advocaat de dader?
Naar de „Telegraaf" verneemt, is bij de
Amsterdamsche politie aangifte gedaan van
oplichting voor een bedrag van f 145.000
en van een schilderij, een waarde hebbende
van f 30000. Als verdacht van deze oplich
ting heeft men bij de politie den naam ge
noemd van een advocaat en procureur, kan-
toorhoudende in de Kalverstraat.
Uit het voorloopig onderzoek is gebleken,
dat bedoelde advocaat zich niet te Amster
dam bevindt. Hij zou in Duitschland vertoe
ven. Zijn opsporing is aan de politie ge
vraagd.
4.90, La nerveille 3.80—3.90, Mad. Kre.
Sedert 17 Augustus wordt te Heerlerheide
de 17-jarige Duitsche dienstbode A. H. ver
mist. Het laatst is het meisje op 18 Augus
tus te Heerlen gezien.
Een driejarig kind van den heer T„ wo-
i nende aan de Turfhaven te Hoorn, heeft tij
dens een korte afwezigheid van de moeder
een kokende kan koftic over zich heen ge
trokken, waardoor het ernstige brandwon
den bekwam en naar het Sint Jansgasthuis
werd vervoerd; de toestand is nog rede
lijk wel.
Verontrustende berichten over toenemende
nilusten in Palestina en een steeds meer
gespannen toestand tusschen Arabieren en
loden, hebben andere gebeurtenissen,
waaraan tot nu toe groote aandacht werd
geschonken, op den achtergrond gedrongen.
Zoo is het b.v. opvallend, dat berichten over
vijandelijkheden in Mandsjoerije plotseling
.ijn uitgebleven, zonder dat men kan aan-
lemen, dat de rust in die streken zou zijn
veergekeerd.
Hoewel er alle grond is voor de veronder-
telling, dat Engeland, dat het mandaat van
!en Volkenbond over Palestina bezit, de
mlusten zal weten te onderdrukken en de
>rde zal kunnen herstellen, heeft her conflict
och een dergelijken omvang aangenomen,
lat de Britsche regeering een meer actieve
oolitiek zal'moeten toepassen, dan ze tot nu
oe deed. Een beroep op de Engelsche re-
eering, zoowel in de oude als in de nieuwe
vereld, wijst er bovendien op, dat de on-
usten ook van andere zijde als zeer ernstig
worden beschouwd.
Intusschen, wat thans tot uitbarsting is
:e komen, heeft al geruunen tijd in stilte
;ewerkt, en men kan er zich alleen.maar over
'erbazen, dat de wereld nog met vroegei is
'e rontrust door de catastrophe, die/practisch
.etijk staat met een burgeroorlog. Het res-
>ect voor de Britsche autoriteit heeft het
'itbreken van de onrust tegengehouden.
Thans evenwel achtten de Arabieren, wien
ie steeds aanwassende Joodsche bevolking
en doorn in het oog ts, het oogenblik ge
komen, om hunne rechten te doen geiden,
ie Arabieren n.l., de talrijkste stam onder
Ie veelsoortige bevolking van Palestina be-
chouwen zich heer en meester van het land.
Het is interessant den oorsprong van het
onflict na te gaan, die te zoeken is bij en om
'en z.g.n. Klaagmuur. Het. vorig 'aar. tn
■eptember. speelden zich op die plaats de
-erste onregelmatigheden af.
De Klaagmuui wordt gevormd door
torm groote blokken van verscheidene
eters lengte, op elkaar gestapeld, en over
hangend naar een klein, nauw straatje, waar
de Israëlieten refeds van af de vierde eeuw
bijeenkomen, om er te bidden en te wee
klagen, voornamelijk aan den vooravond
van den Sabbath en bij andere feestelijke
gebeurtenissen in het Joodsche kerkelijke
jaar. Daarbij leunen zij tegen den Klaagmuur
met de bedoeling, dat zij op die manier zoo
dicht mogelijk bij den tempel van Salomon
vertoeven, dien zij niet meer mogen be
treden.
Inderdaad willen de Mohammedanen,
door hun den toegang binnen den muur te
ontzeggen, verhinderen, dat door de aan
wezigheid der Israëlieten een plaats ontheiligd
wordt, die voor den Islam, na Mekka, de
heiligste plek der aarde is.
Al moge het nu waar zijn, dat niet alle
Israëlieten de bouwvallen van den tempel
beschouwen als de ruïne van Salomon's
tempel, toch nemen zij allen aan, dat deze
plaats een voor Israëlieten groot heiligdom
is, dat zij niet wenschen ontheiligd te zien
door de Mohammedanen.
Van oudsher hebben de Israëlieten het
recht gehad om vóór of tegen den muur voor
werpen aan te brengen, die-voor de uitoefe
ning van het ritueel noodig zijn kleine
lampjes, die den geloovige het licht ver
schaffen bij het lezen zijner gebeden steun-
sels ten behoeven van de tafelen der wet.
Het vorig iaar hadden eenige Israëlieten
tijdens den duur van godsdienstige plechtig
heden stoelen geplaatst voor de vrouwen"
en de ouden van dagen. Het Britsche be
stuur liet deze stoelen wegnemen. De Vol
kenbond werd in de kwestie betrokken; de
Raad stond alleen toe het plaatsen van
vouwstoelen waarmee de aangelegenheid
tijdelijk van de baan was.
Eenigen tijd later had een publieke in
schrijving aan de Mohammedaanen de
noodige fondsen verschaft, die behalve voor
reparatie der moskee, ook werden aange
wend, om den nok van den Klaagmuur te
verhoogen. Dit lokte heftige protesten uit
van de zijde der Israëlieten. De gouverneur
Een aanval op dc Loosdrechtsclie
plassen.
De Gooische correspondent van het „Alg.
Hbld." schrijft:
In den nacht van Dinsdag op Woensdag
is op de anders zoo vredige Loosdrechtsche
plassen een verschrikkelijke geschiedenis af
gespeeld. In het holst van den nacht, om
streeks half twee, werd de omgeving opge
schrikt door revolverschoten, welke klonken
van een eilandje op de grens van de derde
en vierde plas, dat is omstreeks 3 K.M. van
Loosdrecht verwyderd.
Het is zoo'n eenzaam eilandje, in huur
by een leeraar te Bussum, die daar jaar
lijks met zijn leerlingen een waterkamp be
trekt en ook andere groepen waterrotten
daar wel vergunning tot kampeeren geeft,
en overigens toestaat dat anderen het pleks-
ke grond van 50 by 12 Meter in grootste
afmeting betreden en daar picknicken, met
uitzondering van de tien dagen, dat hij
daar zelf met zyn vrouw en kroost alsmede
een aantal jongens- en meisjes-leerlingen
verblyft.
Machine no. 12 Vrijdag, 30 Augustus
Over het nach telyk gebeuren heeft een
tendenzieus verhaal de ronde gedaan,
waaruit kon worden opgemaakt, dat de kam
peerders zonder bepaalde aanleiding op
vreedzame spelevaarders revolverschoten
zouden hebben gelost, waarvan één helaas
doel getroffen heeftHet slachtoffer, een
tandarts te Hilversum, werd getroffen in
zyn enkel. Eerst het vallen van een ge
wonde zou men aan de schietparty een einde
hebben gemaakt.
Omtrent de hier bedoelde voorvallen had
den wy een onderhoud met den heer dr. R.
B. de Boer, leeraar aan de Gooische H.B.S.
te Bussum, die juist teruggekeerd van zijn
tiendaagsch waterkamp op de Loosdrecht
sche plassen, met verontwaardiging kennis
nam van de voorstelling van zaken.
Hy vertelde ons het volgende, dat wel een
heel ander licht doet schijnen op het brood
dronken optreden van een troepje jongelui,
dat 's nachts de rust op de Loosdrechtsche
plassen heeft verstoord.
„Tot goed begrip van de zaak. zei ons dr.
De Boer. moet ik beginnen met de voorge
schiedenis.
Al dertien keer heb ik met myn leerlingen
een zomerkamp betrokken op het door my
gehuurde eilandje en nog nooit was onze
rust verstoord, totdat in het vorige jaar een
soort overval heeft plaats gehad. Gewoon
lijk houdt een der jongens 's nachts wacht;
toen juist niet; en terwyl ik in myn tent
wakker lag, kwam een groote schouw in de
nabijheid waaruit vuurwerk werd ontstoken.
Ik reageerde niet, totdat ik hoorde, hoe de
schuit aan wal kwam en onze booten be
klommen werden. Het was toen 2 uur. Naar
buiten tredend ^stond ik plotseling in een
luid tierende groep jongelui. Myn optreden
deed ze afdeinzen, waarby een der indrin
gers zelfs te water viel. De heeren amu
seerden zich daarna met het afschieten van
vuurwerk op de tenten en trokken met de
schouw af toen de voorraad was uitgeput.
Dit is de reden geweest waarom dit jaar
eiken nacht goed wacht gehouden is, vooral
ook omdat in Loosdrecht vage geruchten
liepen, dat de leden van de watersportver
eeniging „Loosdrecht" rondliepen met plan
nen om den aanval te herhalen. Dr. de Boer,
die, vooral omdat een twaalftal meisjes aan
de hoede van zyn vrouw en hem waren
toevertrouwd, de komende gebeurtenissen
verontrust tegemoet zag, heeft zich nog tot
Op de Brinklaan te Bussum reed gisteren
mej. N. v. M. op haar rijwiel. Plotseling en
onverwacht sloeg zij een zijlaan in met het
gevolg dat zij werd aangereden door een
achter haar aankomend wielrijder. Zij kwam
te vallen en bekwam een beenbreuk, waar
mede zij in de Majella-stichfing werd op
genomen.
een bestuurslid van de watersportvereeniging
gewend om raad. Deze gaf echter de stel
lige verzekering, dat niets zou gebeuren; dr.
de Boer behoefde niet angstig te zyn, zoo
werd hij gerustgesteld.
Toch nam hy dé noodige voorbereidende
maatregelen. Afgesproken werd, dat bij een
mogelijken aanval, een der kampeerende jon
gelui, die door sterfgevallen in zyn familie
een revolver geërfd had, deze zou meebren
gen en in geval van onraad waarschuwings
schoten zou lossen, n.l. eerst vyf in het
water, daarna twee in de lucht en ten
slotte desnoods in de boot van het vaartuig
der aanvallers.
Alles was goed gegaan gedurende de eer
ste zeVen nachten. In den avond van Dins
dag j.l. omstreeks 10 uur manoeuvreerde
een groote vereenigingingsschouw om het
eilandje, bezet met ten minste 20 personen,
waarbij ook een dame. Deze schouw was niet
zoo vol bemand van het vereenigingsge-
gebouw afgevaren. Later is gebleken, dat
de passagiers, om geen argwaan te wekken,
hier en daar aan boord gekomen waren.
Het kampvuur brandde lustig en langza
merhand ging een deel der bevolking naar
de tenten, waarin ook de lichten gedoofd
werden. Dr. de Boer bleef met 14 jongens en
meisjes by het vuur zitten in afwachting
van de dingen, die komen zouden. Men had
daarbij de voorzorg genomen, dat uit den j
plas tenslotte niemand meer te zien was
in het schynsel van het nagloeiende kamp
vuur en de eenig brandende lantaarn.
't Was ongeveer half twee toen de schouw
het haventje, waarin de schouw van dr. de
Boer lag, binnenkwam. Alles gebeurde muis
stil. De plecht raakte het gemeerde vaar
tuig en plotseling werd een fel brandende
fakkel tusschen de tenten geworpen.
Het .was er een zooals visscherlui die ge
bruiken om seinen te geven in geval van
nood. Het felle vuurding plofte op geen 10
c.M. afstand van een der tenten neer, waar
in twee jongens slapend verbleven. Onmid
dellijk sprongen de wachters op om het
vuur, dat de licht vlambare tent bedreigde,
te dooven. De daarvoor gebruikte roeispaan
is er half door verbrand. Meer brandende
fakkels werden geworpen.
Dr. de Boer sprong naar voren en som
meerde de aanvallers om af te houden. Toen
dezen daar geen gevolg aan gaven, gaf hy zyn
oud-leerling (deze had juist toelatingsexa
men gedaan voor de Militaire academie) be
vel om de afgesproken schoten te lossen.
Eerst vijf in het water vóór de schouw,
daarna twee in de lucht, waarbij de mast
en het zeil doorboord werden en toen ook
dat niet hielp, twee in het boord van de
schouw. Een van deze schoten bleek den
houten wand te hebben doorboord en een
der aanvallers in den enkel.
Er werd tenminste uit de ordelooze troep,
waarvan verscheidenen in zwempak voor op
de plecht geschreeuwd.' „houdt op» hy bloedt
als een rund."
Spoedig daarop was de troep wat gekal
meerd en trad men over en weer in een
bespreking. Van de nu heel gedwee gewor
den aanvallers betrad op uitnoodiging van
dr. De Boer een viertal met den gewonde
op het eiland, waarna een der kampeerders,
een padvinder, een noodverband legde.
Mevr. de Boer, die inmiddels op het ge
rucht, alles was in enkele minuten afge
speeld, uit het meisjeskamp aan den an
deren kant van het eiland nader gekomen
was, heeft het slot van de scène mee aan
schouwd, en gaf ons daarvan een levendig
beeld.
Het is een politiezaak geworden.
Woensdag stelde een bestuurslid van de
Het pomphuis met zuiveringsinstallatie van de Zandvoortsche Waterleiding te Bentveld.
Zooals onze lezers weten, bereidt Zand-
voort te Bentveld een eigen Frise d'eau,
omdat Leiduin in de zomermaanden niet
voldoende water kan leveren. Het contract
met Amsterdam duurt nog 8 jaar en het ge
brek wordt voor Zandvoort met het jaar
grooter. De capaciteit is slechts 50 M3. per
uur en daarmede kan de badplaats in de
zomermaanden niet volstaan.
En zyn te Bentveld 3 putten geboord, elke
put is 6 meter diep en de capaciteit be
draagt momenteel 25 M3. per uur, in totaal
dus 75 M3. Met de Amsterdamsche levering
wordt een maximum voorziening van 125
M3. per uur bereikt, daartegenover staat,
dat Zandvoort 100 M3. per uur gebruikte.
Er is dus ruim voldoende toevoer.
Onder den beganen grond ligt een zuiglei-
ding, die de drie bronnen verbindt en le.dt
naar de ruw-waterpompen. De noogte is 6
Meter, de opvoerhoogte 15 Meter.
De pompen persen het water door de
sproeiers, die het water daarna uitstorten
over een cokeslaag van 6 Meter hoogte. Na
deze zuivering komt het water in vier ruw-
waterkelders. Uit deze kelders wordt het
water geperst in den reinwaterkelder, van
daar in de laatste filters, waaruit hot dar
geperst wordt in de transport-leiding, die
voert naar den watertoren te Zandvoort. Deze
watertoren heeft een inhoud van 500 M3.
De transport-leiding dient tevens als af
voerbuis voor de verbruikers.
De geheele installatie zal hall September
gereed zyn. Men hoopt dan tevens over te
gaan tot de levering van het water.
Dit laatste is echter afhankelijk van de
waardeering van den keuringsdienst te Haar
lem, die geregeld met het keuren van het
water belast is en onderzoekt of het werke
lijk in alle opzichten geschikt is voor duin
water.
Het leggen van de zuigbuis, een karweitje
dat niet zoo heel gemakkelijk is