Gemengd Nieuws
DE MOORD TE GIESSEN-NIEUWKERK
PUROL
DERDE BLAD
ZATERDAG 14 SEPTEMBER 1929
BLADZIJDE 2
Het verhoor van vrouw Kroon
Vóór hef inzeepen
geven.
De Alastrim-ziekte in
Rotterdam
De communist wil zich
beschermen
Woonhuis en stallen
afgebrand
Zichzelf in de borst
geschoten
De ramp van de „Estella"
De ramp van de „Vimeira"
Ernstig verkeersongeval
te Amersfoort
SOCIAAL LEVEN
De staking aan de
zinkwitfabriek te Maastricht
Tweede dag
De tweede dag van de revisie-behandeling
der moordzaak Giessen-Nieuwkerk door
het Amsterdamsch Gerechtshof vangt,
onder het gespannen gehoor van een met
advocaten en andere belangstellénden ge
heel gevulde zaal en van een stampvolle
publieke tribune aan met het stellerr" van
enkele vragen door den advocaat-generaal
aan den Rijksrechercheur de Jong.
De advocaat-generaal: hebt gezien en
een verklaring gegeven van het ontstaan
van het briefje, dat u op verzoek van de
Kroons zou hebben geschreven.
De Jong mompelt iets onverstaanbaars.
Pres.: Volgens uw verklaring hebt u dat
briefje eenige dagen voor de terechtzitting
te Dordrecht gegeven. Maar hoe kunt u dan
schrijven: „in de kranten staat". Wat in
de instructie gebeurt, komt toch niet in de
kranten.
Get. kan zich dit niet meer herinneren.
Pres.: Dat moet u toch zeker weten.
Get.: Het is vier jaar geleden.
Mr. Bauduin: U ontkent te weten, hoe
het briefje tot stand is gekomen; u begrijpt
toch, dat het in de handen der verdediging
een belangrijk wapen is.
Nadat de president vervolgens weer de
wijze besproken heeft, waarop de hamer
vervaardigd zou zijn, komt het tweede, door
de Jong geschreven briefje ter sprake, waar
in laatstgenoemde het laat voorkomen dac
vrouw Kroon haar man verzocht om van
den hamer te zeggen dat deze van hen was.
„Lieve man." luidt het in dat briefje, „zeg
het maar, meneer (dfe rechercheur) zal het
goed met ons maken!"
Pres.: Dat noem ik trucs!
Get: Ik ben het niet'met u eens.
Pres.: Noemt u het een methode, dat de
verdachten-gehoord worden door een recher
cheur inplafts van door den rechter-com-
missaris. Daar heb ik nóg nooit van gehoord
En dat woord trtic blijf ik handhaven!
Get.: Tegenover slechte menschen moet
men wel eens een zekere handigheid aan
den dag leggen! (beweging in de zaal).
Als dan de president vraagt, waarom
Kroon, twee dagen voor de zitting van de
rechtbank te Dordrecht, 2.50 van get. heeft
ontvangen, antwoordt de Jong: „Waarom
mag men niet liefdadig zijn?"
De advocaat-generaal: Dat heeft met lief
dadigheid niets te maken.
Pres.: Ik geloof niet, meneer de Jong. dat
u reden hebt om u te beklagen over het
geen gisteren op de zitting is gezegd.
Mr. Roobol: President, als straks vrouw
Kroon gehoord wordt, mag deze getuige dan
de zaal verlaten, want het plan der verde
diging is om na haar verklaringen vervolging
wegens meineed van dezen de Jong te vra
gen.
Na Raadkamer wijst het Hof dit ver
zoek af.
Dan treedt de 37-jarige Maartje Koppe
laar, alias vrouw Kroon, voor het hekje.
Get. doet. na door den president op het
hart gedrukt te zijn, thans niets dan de
waarheid te spreken, mededeelingen over het
avondje te haren huize van 3 Augustus.
Klunder en Teunissen zijn binnengekomen
en hebben achter in de kamer eeh biertje
gedronken. Er werd wat muziek gemaakt en
te ongeveer elf uur ze waren er toen een
uurtje verwijderden Klunder en Teunis
sen zich, gevolgd door Vermeer, die echter
dadelijk terugkwam.
Hoogstens tien minuten later kwamen ook
Klunder en Tennissen weer in de kamer,
waar het gezelschap tot 1 uur bleef. Klun
der en Teunissen gingen toen samen weg,
get. volgde hen en zag ze eenige huizen ver
der naar het kosthuis van Klunder, bij
Bouwmeester. Daar Teunissen bij get. zou
blijven slapen, vroeg get. aan Venneer. of
hij Teunisen wilde terughalen. Vermeer deed
zulks, waarna Teunissen onmiddellijk terug
keerde en den verderen nacht bij de Kroons
doorbracht. Get. wist niet. dat Teunissen
veel geld bij zich had. ook heeft hU zich
nergens over uitgelaten.
Pres.: .Heeft Teunissen niet over den
moord van Gissen-Nieuwkerk gesproken en
over den hamer?"
Get.: „Wel neen, mijnheer, hoe komt u
er bij! Hoe zou zoo iets In Godsnaam mo
gelijk zijn!" (Gelach.)
Pres.: „Hier, juffrouw Koppelaar, pak dien
hamar eens vast, is die van u?"
Get.; „Die hamer is niet van mij!"
Pres.: „\j houdt dat onder eede vol?"
Get.: „Dat doe ik."
Pres.: ,,E:« hoe komt Mijnster er bij om
te zeggen, dat die hamer van u en van uw
man is geweest?"
Get.: „Mijnster heeft altijd een wrok te
gen ons gehad."
Pres.: „Toen u aanvankelijk gearresteerd
was, hebt u hetzelfde gezegd, niet?"
Get.: „Jawel."
Pres.: „Was er een sfeer van verdenking
om u allen?"
Get.: ,,'t Was of het heele menschdom te
gen ons was. De armoe en ellende, die ik toen
geleden heb, heb ik gevoeld!" (get. begint
te huilen).
Op 26 februari 1925 kwam er een bevel
tot gevangenneming.
Den vwgeriden dég is get. gehoord door
mr. Bentfcrrd van Valkenburg, waarbij zij
de («schuld van KlundeT en Teunissen bleef
volhouden.
Maandag 2 Maart moest get. in de advo-
catenkamer komen. Daar zat De Jong en
de directeur dre gevangenis.
De Jong zei: „En nou ben je weer hier,
zorg dat Je de waarheid nou zegt." „Ik heb
de waarheid gezegd," antwoordde getuige."
„Dat Heg je," antwoordde De Jong. „Je
hebt maar te kiezen of je getuige of mede
plichtige wHt zijn.
„Na een verhoor van 2 J4 uur door dien
kwelduivel schreeuwt getuige uit heb ik
geroepen: „Nou goed, dan is die hamer van
mij, als 't niet anders kan!" (beweging in de
zaal).
„Zoo," zei De Jong toen, „nou kunnen we
beter praten. Ga nou maar rustig slapen!"
Den volgenden dag werd het verhoor dooi
den rechercheur voortgezet.
Klunder en Teunissen zijn een kwartier
weggeweest." zei get. „Neen," schreeuwde De
Jong, „ze «jn anderhalf uur weg geweest.
Je kan je eigen nog redden, anders ga je de
gevangenis in: De Jong heeft toen een
briefje geschreven, van vrouw Kroon aan
haar man, waarin de rechercheur het liet
voorkomen, of het van deze vrouw afkomstig
was. Later heeft De Jong tot get. gezegd:
Klunder en Teunissen hebben gezegd, dat
je man en Bouwmeester den. moord hebben
gepleegd" „O, roept get., „ik dank God dat
eindelijk de dag gekomen is, dat ik me
uiten kan!"
Getuige Kroon heeft toen onder pressie
van de Jong steeds bezwarender /erkiarin-
gen afgelegd. De Jong heeft Haar eeh voor
Klunder en Teunissen bezwarende vérkla
ring uit het hoofd laten' leeren, welke zij
voor den Rechter-Commissaris moest volhou
den.
„Als je 't zoo maar precies vertelt, gaan
Klunder en Teunissen levenslang in de ge
vangenis!" (beweging en protesten in de
zaal).
Voor den officier heeft getuige haar be
zwarende verklaring toen herroepen, er werd
toen gezegd: je bent zoo zenuwachtig, ga
eerst maar eens slapen! En den- volgenden
morgen roept getuige huilend uit
moest ik eerst weer naar mij a kwelduivel,
naar De Jong! Ik ben toen radeloos naar
huis gegaan, niemand hielp mij. drie. vier
dagen liep ik rond. In het gesprek na mijn
herroeping met De Jong heeft deze mij
weer bewerkt om toch mijn bezwarende ver
klaringen weer vol te houden. Den dag voor
de terechtzitting te Dordrecht, zei de Jong,
Ben je zenuwachtig, neem dan wat Hof-
mann (Gelach.).
Getuige (snikkend): „Menschen, lach niet,
't is te vreeselijk!"
Voor de Rechtbank heeft getuige haar be
zwarende verklaringen toen volgehouden en
onder eede een valsche verklaring afgelegd:
..Ik kon er niet meer uit, roept getuige uit,
ik was te erg bewerkt, ik had geen eigen
wil rr.eer, alles wat ik gezegd heb was mij
voorgekouwd!" (Protesten in de zaal, gesis
op de tribune).
President: „En wat ie er gebeurd tusschen
Dordrecht en Den Haag?"
Getuige: „Ik had een eed afgelegd, nie
mand zou een herroeping toen meer geloofd
hebben en bovendien kwam De Jong weer
bij me en bij mijn man. Zeg vooral weer
hetzelfde als in Dordt, zei de Jong! Denk er
goed aan, dat je zegt dat de steel van den
hamer van „De Klop" afkomstig is! En zoo
ging hij maar voort. Alles wat ik en mijn
man hebben verklaard, is ons onder bedrei
ging voorgezegd door De Jong.
Na de zitting van het Hof zei ik buiten
tegen de Jong: Een van die rechters scheen
het toch niet goed te vertrouwen! Toen
antwoordde De Jong: Dat Is allemaal maar
politiek, dat is voor de advocaten!"
President: „Kom eens naar voren De Jong,
wat zeg je van al die verklaringen!"
De Jong: „Allemaal comedie!"
Getuige Kroon: „Wat, durf .ie dat volhou-
dep?"
De Jong: „Ik wist niet, dat jullie zoo
slecht waren." (Luide protesten, in de zaal).
President: „En U hebt geen pressie uit
geoefend?"
De Jong: „Neen, alles klopt in de stuk
ken."
President: „En die twee briefjes dan?"
De Jong: „Welke briefjes?"
President (kwaad)„Dat weet best, daar
hebben we het gisteren een paar uur over
gehad."
Vrouw Kroon vertelt dan hoe er na de
veroordeeling van Klunder en Teunissen
twee jaar later verschillende .nenschen
bij haar geweest zijn om haar op haar ver
klaringen te doen terugkomen.
Tusschen den tijd, dat get. V. uit voorar
rest ontslagen werd en de zitting voor de
Dordtsche rechtbank is De Jong weer her
haaldelijk bij hem geweest om „Theorie" te
Pres.: Juist, theorie, zoo is het.
CMt.: De Jong heeft ons voorgezegd wat
wij voor de rechtbank verklaren moesten,
verschillende dingen heeft hij voor ons opge
schreven.
De verdere verklaringen van Kroon
voor de zitting van het Hof zijn vrijwel
gelijkluidend aan die van zijn vrouw.
Rechercheur De Jong wordt voorgeroepen,
wanneer ook deze getuige de kwestie van de
fietslantaarn vermeld heeft. Hij ontkent ooit
gezegd te hebben, dat Kroon zijn gekleurde
glaasjes weg moest gooien. (Er was n.l. ver
klaard dat Kroon een fietslantaarn aan
Klunder en Teunissen geleend zou hebben
terwijl de agent Meyntjes verklaard had
Teunissen en Klunder op den avond van den
moord in SUedrecht te hebben zien rijden
met een fiets voorzien van witte zijlichten).
Voelt u niet, meneer de president zegt De
Jong dat deze menschen van A tot Z
staan te liegen? (algemeene beweging in de
zaal, Kroon valt woedend tegen De Jong uit,
de president hamert).
Onder ademlooze stilte en geweldige span
ning in de zaal verzoekt mr. Roobol bevel tot
opening der instructie De Jong, op vermoe
den van meineed en met bevel tot gevangen
neming. Mr. Roobol motiveert dit als volgt:
Wanneer Klunder en Teunissen vrijgela
ten worden en zij komen op straat De Jong
tegen, gebeuren er ongelukken. Verder
wenseht pi. dat de Kroons beschermd worden
tegen verdere machinaties van den Rijks
rechercheur.
De president zet, alvorens over dit verzoek
een beslissing te nemen eerst het verhoer
voort, voor het meerendeel op ondergeschikte
punten betrekking hebbend.
Te ruim half twee wordt de zitting ge
schorst.
Tegen het oogenblik dat de middagzitting
zal aanvangen staat een vrij dichte men-
schenmenigte op de Prinsengracht voor het
Paleis van Justitie opgesteld, welke door
agenten van politie in bedwang wordt ge
houden. Een voorbijganger, die door het pu
bliek voor rechercheur De Jong wordt aan
gezien wordt uitgejouwd.
De zitting na de pauze vangt aan met een
mededeeling van mr. Van Aken, rechter in
de arrondissementa-rechtbank te Dordrecht.
Mr. Van Aken zegt dat de Kroons tijdens
de zitting der Rechtbank eenige malen door
den president op het gewicht van den eed
zijn attent gemaakt. Kroon, die voor het
hekje wordt geroepen, ontkent dit. Ook Teu
nissen en Klunder ontkennen zulks.
Over deze kwestie ontstaat dan ook nog
-nige gedachtenwisseling met den subst. of
ficier van justitie mr. Kronenberg.
Mr. Bentford van Valkenburg, destijds
rechter-commissaris in de zaak Giessen-
Nieuwkerk. wordt door den president ge
vraagd, of hij zich wel eens rekenschap heeft
gegeven-, wat het motief van Klunder en
Teunissen geweest kan zün, om een moord
te plegen? Hij wist toch dat Teunissen veel
geld op zak had.
Mr. Bentford: Het is altijd mogelijk, dat
zij Hever geld stalen, Ik heb dat gisteren ook
al gezegd.
Pres.: En ook liever een moord plegen?
Mr. Bentford: Dat is er bggekomen.
Hierna wordt gehoord de dochter van het
echtpaar Kroon, 16 jaar oud en dienstbode
van beroep.
Get. zegt door de Rechtbank gehoord te
zijn over den hamer. Op verzoek van den
president neemt zij het voorwerp in de hand.
Pres.: Is die hamer van jullie?
Get. Nee meneer!
Pres.: Is er niet iemand bij jullie geweest,
die zei: hier heb je jullie hamer terug?
Get: Ja, dat was de agent Vos en ik heb
hem toen gezegd, dat ik dien hamer niet kon
aannemen, omdat hij niet van mij was.
Volgende getuige Is de Rijksveldwachter
J. F. Bastlaans, die indertijd met collega Mo!
op de plaats van het misdrijf is geweest. De
hamer ipet den lessen steel heeft get. bij het
lijk in beslag genomen. Get. kreeg later be
richt. dat zekere Mynster dien hamer zou
kennen. Voor get. het, Voorwerp aan Mynster
Uet: zien, beschreef laatstgenoemde het als
een klauwhamer met een platten ijzeren
steel Get. liet den hamer toen zien, waarop
Mynster zei: „die hamer is van de Kroons".
Mr. Bauduin, de advocaat-generaal wijst er
op, dat tevoren de veldwachter Vos den
earner reeds aan Mynster beschreven had.
Mr, Roobol: U hebt Boxmeer gearresteerd
Van
nietwaar, op aanwijzing van zekeren
der Stel?
Get. Bastiaanse: Ik heb hem in Gorcum
aangehouden,
Mr. Roobol: Wat hebt u in zijn zak gevon
den?
Get.: Een zakmes met afgebroken punt.
Mr. Roobol: In 't verbaal staat ook nog
dat er 5.60 op Boxmeer gevonden is.
Get. Daar weet ik niets van.
Mr. Roobol: Hebben de vrouw en de kin
deren van den verslagene het mes van Box
meer niet herkend als het eigendom van
De Jong?
Get.: Neen.'niet bepaald, ze zelden dat De
Jong wei een soortgelijk mes in zijn bezit
had.
Hierna wordt gehoord de 43-jarige metse
laar H. Vermeer.
Get.: deelt mede in den moordnacht ten
huize van de Kroons te zijn geweest. Tegen
tienen kwamen Klunder en Teunissen. Goed
elf uur gingen beiden even naar buiten, get.
volgde ze op zijn kousen tot aan de deur.
Get. weet niet beter of Klunder en Teunissen
stonden op den weg te praten. Binnen een
kwartier kwam het tweetal weer binnen en
werd het feest tot ruim één uur voortgezet.
Daama verwijderden Klunder en Teunissen
zich. Even later zei vrouw Kroon: ik wou
maar, dat Teunissen terugkwam, dan kon
den we naar bed gaan.
Get. heeft Teunissen toen uit het kosthuis
van Klunder teruggehaald; hij zag daar, dat
Teunissen Klunder een portefeuille over gaf
Get. is op 6 Maart 1926 in arrest gesteld.
Niet minder dan 72 dagen heeft hij preven
tief gezeten.
Pres.: Wat hadden ze tegen u?
Get. Vermeer: Ik,denk dat ze me als me
deplichtige beschouwden.
Pres.: Alleen omdat u met Klunder en
Tennissen gepraat had? (onderdrukt gelach).
Get. is hierna herhaaldelijk gehoord door
rechercheur De Jong.
Pres.: Hoe ging dat?
Get.: De Jong deed niets anders dan me
afpesten". Daarom ben ik er ook toe ge
komen, om voor de Rechtbank te verklaren
dat Klunder en Teunissen „geruimen tijd"
zijn weg geweest.
Pres.. En voor het Hof heb je dat nog
aangedikt door te zeggen:
't kan wel een uur geweest zijn!
Get.: Dat staat me niet bij.
Pres.: Is u ooit bedreigd, met meineed?
Get.: De Jong heeft gezegd, dat hij me zou
laten opdraaien voor een valsche verklaring.
Pres.: Kan je verklaren, dat Mynster den
hamer bij de Kroons heeft gezien, zooals hij
beweert.
Ge.: Dat kan ik me niet verklaren.
Pres.: 't Is een gekke hamer, hè? Heb je
hem wel eens in je handen gehad?
Get.: Nooit.
Pres.: Kom maar eens naar voren en
neem het ding ook eens op! (gelach).
Aarzelend voldoet get. aan dit verzoek.
Mr. Roobol (tot get.:) Hoe dikwijls hebt
u in voorarrest bezoek van De Jong gehad.
Get.: Twaalf, dertien maal (beweging).
Mr. Roobol: En zou je onder eede durven
verklaren, dat De Jong je tot het afleggen
van een valsche verklaring heeft willen pres
sen?
Get.: Hij heeft niet anders gedaan!
Hierna treedt mr. Roobol naar voren en
oet onder ademlooze stilte het verzoek
tot onmiddellijke invrijheidsstelling.
Mr. Baudin (adv. generaal)Ik maak geen
bezwaar tegen de inwilliging van dit ver
zoek (luid applaus in de zaal).
Hiierna wordt gehoord de wedi we van den
verslagene de weduwe A. de Jong-Koeten.
Hebt U eenig idee, wie de moordenaar van
Uw man is geweest? vraagt de president.
Get.: Ik heb een idee gehad, maar dat
heb ik weer laten loopen.
Pres.: Wie dacht U dan?
Get.: De zwerver Boxmeer.
Pres.: Vindt U het waarschijnlijk dat uw
man om het geld vermoord is?
Get.Neen.
Pres.: Had hij misschien vijanden of was
er iemand, die er belang bij had, dat hij
verdween?
Bet.; Ik zou niet weten wie.
Pres.: Leek het mes van Boxmeer op dat
van Uw man.
Get.: Ja, ik zei direct, dat het 't zijne was.
De volgende- getuige is de agent C. Key,
uit Kesteren, die rechercheur de Jong geas
sisteerd heeft bij de arrestatie van Vermeer.
Zijn verhoor levert geen nieuwe gezichts
punten op.
Dan is het de beurt van den 32-jarigen
wegwerker bij de Ned. Spoorwegen, G. Kras,
om te getuigen.
Getuige zegt de eerste geweest te zijn, die
het lijk gevonden had. op 400 Meter van de
halte, 't Lag als het ware op een „praalbed"
In de vrije ruimte, met de handen op den
buik gevouwen. Een hamer van 't model als
die In den arm van het lijk lag, heeft get.
nooit gezien.
Pres.: Was U goed met De Jong?
Get.: Ik heb nooit een woord met hem
gehad.
Pres.: 't Ziet er nie* naar uit, dat hij om
geld vermoord is, wel?
Get.: Neen, om vijf gulden
Pres.: Je zou zoo zeggen, dat de vermoor
de vijanden had. Weet U daarvf.n?
De Advocaat-Generaal- Vind je het niet
vreemd dat het lijk juist zoo tusschen de
sporen lag, dat het niet door den trein ge
grepen kon worden?
Get.: Daar heb ik later aan gedacht en
toen vond ik het vreemd.
Mr. Roobol: Hebt u niet met den machi
nist van den eersten trein over den moord
gepraat?
Get.Neen.
Mr. Roobol: Dat vind ik wel vreemd want
nauwelijks was de trein vertrokken, of u
telefoneerde over den mooru naar Gorcum!
Get.: Ik was zenuwachtig, begrijpt u?
Hierna krijgen Mr. Bentford van Valken
burg, mr. Kronenberg en mr. van /sen per
missie om naar huis te gaan, hetgeen Klun
der aanleiding geeft tot de vraag:
Meneer de President, zou het rou niet
mogelijk zijn, dat wij ook worden lc-sgelaten?
Onze onschuld is nu toch wel meer dan be
wezen.
Pres.: Klunder, het Hof heeft nu eenmaal
besloten om eerst het getuigenverhoor af te
maken. Er kunnen toch nog bezwarende ver
klaringen komen?
Klunder: Laat ons dan in den ttr.n mogen
wandelen, inplaats van in een hek te zitten!
Pres.: Daarover heb ik niet te beschikken.
Teunissen: Mijn vrouw wacht al vier jaar
op me!
Vervolgens wordt gehoord Mr. A. J. Pau-
lt*. rechter te Dordrecht.
Bij het verhoor, dat get. indertijd Kroon
heeft afgenomen, is gebleken, dat Kroon
een verklaring gaf van de wijze, waarop hij
den stee] in den hamer zou hebben gezet,
een verklaring, welke volgens een deskundige
niet houdbaar was.
De werkmeester J. Boerman te Dordrecht,
die hierna gehoord wordt, was de hiervoor
bedoelde deskundige Get. verklaart, dat hij
jaren geleden een hamer van de soort als
waarmede de moord begaan ls gezien heeft
in Vlaardingen, in gebruik bij de kuipers. De,
steel kan niet zoo ingeslagen zijn als inder
tijd Kroon vertelde, da* hij het gedaan heeft.
De volgende getuige is de heer P. Mol,
rijksveldwachter te Rotterdam. Get. is met
Bastiaansche naar de plaats van het mis
drijf gegaan, waer hij een hamer met los
sen steel en een pet in beslag heeft genomen.
Getuige B. Vos, agent te Sliedrecht hééft
in Augustus 1923 bij Mijnster gewoond. Met
Mijnster heeft hij over den hamer gesproken.
Get. heeft hem van de hamer een foto laten
zien. Mijnster dacht dat Kroon een dergelij-
ken hamer had, alleen meende hij dat de
Echtgenoot:
zoo op te stoken?"
Jonge vrouw
„Lieve hemel, Jenny! Wat ter wereld heef* je bewogen om het vuur
„Dat is heei gewoon, lieve, ik moet een kastanje roosteren."
hamer der Kroons iets grooter wat,. Daama er mee zien spelen (nieuw onderdrukt ap-
zei hij er nog eens over te hebben nagedacht plaus).
en nu van meening te zijn, dat de Kroons Raadsheer mr. Wierda: Ik zie dat U staat
zoo'n hamer in hun bezit hadden gehad i te beven, doet U dat altijd?
Mr. Roobol: De meineed van dezen Mijn- Get.: Ik kheb er geen erg in.
ster staat al vast dooi de vorige getuigen, Mr. Wierda: Het komt mij voor dat u
't Wordt tijd, dat er maatregelen tegen hem zich niet erg op uw gemak gevoelt!
genomen worden, want hij is de oorzaak van De laatste getuige van den dag is mej.
alle'ellende! Weggers—Bouwman, ook een vroegere buur-
Hierna wordt gehoord juffrouw G. Groo- vrouw van de Kroons. Zij had daar ook wel
tebroer, die zegt dat zij een dergelijken ha- eens een hamer gezien, die geheel van ijzer
mer, als waarmede de moord is gepleegd, bij was, waarmee de Kroont steenkool klopten.
Kroon gezien heeft. Zij heeft het voorwerp Get. heeft echter voor den rechter-com-
nooit in handen gehad, wel kan zij zich her- missaris verklaard, niei te weten of de ha-
inneren dat het een ijzeren steel had. Ook mer der Kroons een ijzeren steel had! Ook
weet get. niet in welk jaar zij den hamer in andere verklaringen over den hamer blijkt
heeft gezien. I zij niet erg positief geweest te zijn.
Vrouw Kroon antwoordt dat dit niet waar j Mr. den Hollander: Was er voldoende licht
kan zijn. om in het kolenhok te kijken?
Get.: Ik heb er geen erg in. Get.: Ja.
de Kroons was; hij lag op het straatje bij 1 Vrouw Kroon komt dan naar voren en
Spangen door bezoek van ieder huisgezin nog
93 menschen werden behandeld. Op verschil
lende scholen werd onder leiding van den
Geneeskundiigen Dienei, ruime gelegenheid
tot vaccinatie gegeven, zoodat achtereenvol
gens de verschillende onderwijsinrichtingen
him beurt kregen en zullen krijgen.
Daarnaast werd een niet onbelangrijke
hoeveelheid koepokstof verstrekt voor vacci
natie van het personeel van groote instel
lingen, fabrieken enz. en voor de inenting
door particuliere-geneesheeren in hun prak
tijk
Het totaal aantal der op deze wijze In-
geënte personen is thans niet bekend. Uit
het bovenstaande volgt, dat reeds een be
langrijk deel der Rotterdamsche bevolking
de kunstbewerking onderging. De dagelijk-
sche ervaring echter bewijst, dat er daar
naast nog zeer velen zijn, die of niet ingeënt
of niet gerevaccineerd zijn en die dus, door
dat zü onvoldoende beschermd zijn tegen
de ziekte, voor zichzelf en hunne omgeving
gevaar van besmetting opleveren.
Te Rotterdam
Te Rotterdam hebben zich 2 nieuwe ge
vallen van alastrim voorgedaan.
Te Almelo
In deze gemeente hebben zich twee ge
vallen van alastrim in lichten graad voor
gedaan bij kinderen uit hetzelfde gezin.
Elf nieuwe gevallen te Delft
Gisteren werden te Delft wederom elf ge
vallen van alastrim vastgesteld. Het betreft
hier bijha uitsluitend kinderen. Acht patiën
ten werden opgenomen in de barak van het
gasthuis.
hun huis (onderdrukt applaus)
Vervolgens leest de president de vroeger
tegenover De Jong afgelegde verklaring voor,
waarop get. ontkent dit ooit gezegd te heb
ben.
Ik heb den hamer nooit in handen gehad,
verklaart dat- zij, als zij in het kolenhok
een hamer zou willen zoeken, eerst licht
moest makeü (beweging in de zaal).
De zitting wordt te kwart over zes ge
schorst tot Zaterdagmorgen te 10 uur.
Over het verzoek van mr. Roobol inzake
zegt zij; ik weet nu nog niet, dat de steel den Rijksrechercheur de Jong werd niet meer
los zit; wel heb ik de kinderen van Kroon gesproken.
Interessante bijzonderheden over het verloop
der ziekte aldaar
De Gemeentelijke Geneeskundige Dienst
deelt ons het volgende mede:
In overleg met den Hoofdinspecteur van
he Staatstoezicht op de Volksgezondheid
wordt in het onderstaande een beknopt over
zicht gegeven van de gevallen van alastrim
binnen de gemeente Rtterdam, welke te onzer
kennis kwamen tot op 1 September 1929 en
van de ziekte zijn genomen,
van de izeekte zijn genomen.
Totaal zijn 205 gevallen aangegeven, waar
van er 4 overleden. Uit de wekelijks in de
dagbladen door den Dienst gepubliceerde ge
gevens blijkt, dat men de lijders kan ver-
deelen in twee groepen. De eene groep omvat
een niet onbelangrijk aantal personen, die
tijdens hun verblijf in een der Gemeente-
Ziekenhuizen besmet en aldaar ook ziek
werden. Dit zijn in de eerste plaats patiën
ten, verder artsen, zusters, werksters en an
deren, behoorende tot het personeel dier in
richtingen. Het aantal a'astrim-lijders, be
hoorende tot deze groep, bedraagt 84; 'zij
blijven hier verder buiten beschouwing.
De overige 121 alastrim-lijders vormen de
groep der z.g. gevallen in de stad. Het on
derstaande nu heeft uitsluitend op hen be
trekking.
Het is gebleken, dat de besmetting te
Rotterdam is binnengebracht door een ma
troos, die 24 Mei j.L uit Nèderlandsch-Indië
thuis kwam. Onderweg zou hij aan water
pokken en malaria geleden hebben. Zijn
vrouw is 3 Juni ziek geworden, terwijl haar
vijfjarig niet gevaccineerd dochtertje op
17 Juni werd aangetast. De overige kinderen
in dit gezin, die ingeënt waren, bleven
verder gezond. Deze familie vormt dus de
eerste besmettingsbron.
Van hieruit is de infectie overgegaan
naar Spangen, waar 20 Juni een man ziek
werd, die ongeveer 12 dagen tevoren bij de
eerst besproken familie was geweest. Zijn
huisgezin vormt het uitgangspunt van de
verdere uitzaaiing over dit stadsdeel en
geeft aanleiding tot de epidemie in het
ziekenhuis aan den Coolsingel. In deze in
richting werd nl. op 12 Juli een oningeënt
dochtertje van laatstgenoemden man opge
nomen; het kind overleed den volgenden
dag- Een tweede kind uit ditzelfde gezin
werd op l'5 Juli ter verpleging binnenge
bracht. Totaal zijn dit dus 5 gevallen, welke
echter niet medegeteld zijn bij de hierboven
gegeven cijfers, daar eerst daama de
diagnose alastrim gesteld is.
Het blijkt dan dat men heeft:
14 gevallen in 11 huigezinnen; besmettings
bron Spangen;
16 gevallen in 13 huisgezinnen; besmettings
bron Coolsingel-Ziekenhuis;
3 gevallen in 2 huisgezinnen; besmettings
bron familie buiten Spangen;
1 geval in 1 gezin; besmettingsbron naburig
gezin;
2 gevallen in 2 huisgezinnen; besmettings
bron geneeskundige pracktijk;
24 gevallen ih 19 huisgezinnen; besmettings
bron onbekend.
Totaal zijn dit dus 48 huisgezinnen,
waar bij in 29 de besmettingsbron is bekend
geworden, terwijl deze in 19 gevallen niet
met voldoende zekerheid aangewezen kon
worden. Verder valt het op, dat alleen in
het aangeduide gedeelte van Spangen een
z.g. haard ls ontstaan, doch dat tot nu toe
verder nergens elders een andere opeen-
hooping van gevallen is waargenomen. Blijk
baar heeft dus de besmetting der gevallen,
die zich buiten Spangen voordeden, zich in
hoofdzaak tot de woning beperkt en is niet
overgegaan naar de huiden in dezelfde buurt.
Dit wat betreft de verdeeling der gevallen
over de stad. Hoe is nu de opeenvolging dei-
gevallen in de maanden Juli en Augustus
geweest? Het verloop der epidemie is weer
gegeven in een graphische voorstelling, die
begint met de in het bovenstaande alreeds
vermelde vijf begingevallen, welke vóór 20
Juli zijn waargenomen.
Dan volgt een groep van alastrim-gevallen
van 20 Juli tot 27 Juli, daama komt tot
Als gij U moeilijk scheert omdat Uw huid
gauw stuk gaat en pijn doet, dan kunt gij
dit geheel voorkomen, indien gij vóór het
ihzeepen de huid even inwrijft met slechts
een weinig
5 Augustus een kalme periode, terwijl een
nieuwe verheffing eerst wordt waargenomen
van 5 Augustus tot 12 Augustus. Hierop
volgen dan weer verschillende gevallen,
waarbij een duidelijke opeenhooping nog
niet te bemerken valt. Evenwel moet er bij
gezegd worden, dat het laatste deel der
graphiek nog niet volledig is, daar de noo-
dige gegevens van personen, die in het begin
van September alastrim bleken te hebben,
nog niet bekend waren, toen de teekening
gemaakt werd. Meestal duurt het immers
enkele dagen voor de ziekte als alastrim
met voldoende zekerheid herkend is ge
worden.
Een derde punt, dat onze belangstelling
verdient, is de vraag of uit deze gegevens
ook iets blijkt omtrent het nut der koepok
inenting. Bekend is, dat tengevolge van de
inenting onvatbaarheid tegen pokken op
treedt, welke onvatbaarheid in den loop der
jaren geleidelijk weer afneemt. Bij den een
geschiedt dit langzamer dan bij den ander.
En terwijl echte pokken bij een niet inge
ente bevolking in het bijzonder optreden als
kinderziekte en als een ziekte van jeugdige
menschen, worden in landen, waar verplich
te vaccinatie bestaat, vooral oudere personen
aangetast, die in den loop der jaren reeds
weer door de inenting verkregen onvatbaar
heid min of meer verloren hebben.
Bij onze alastrim-gevallen zien we nu
het volgende:
Onder de 121 gevallen in de stad waren
39 kinderen beneden de 10 jaren. Hiervan
waren er 31 nog nooit ingeënt, terwijl er 8
waren, die wel eens gevaccineerd waren in
hun leven, doch niet speciaal In dezen laat-
sten tijd. En waren dus bijna 4 x meer nooit
ingeente alastrim-lijders dan wel gevacci-
neerden in deze leeftijdsgroep. Dat nu
verder met het klimmen der jaren de be
schuttende kracht der koepokinenting ver
dwijnt, zien wij bij onze overige 82 alastrim-
patiënten. Deze waren allen als kind inge
ënt, omdat in hun jeugd de verplichte vacci
natie nog bestond. Van deze personen waren
er 12 tusschen de 10 en 20 jaren oud, 12 tus
schen de 20 en 30 jaar, 22 tusschen de 30
en 40, 17 tusschen de 40 en 50 en 19 boven
de 50 jaar.
Het blijkt dus, dat onze alastrim-lijders
in de eerste plaats zijn jonge, oningeënte
kinderen; deze vormen ongeveer deel van
het totale aantal. De personen boven de 30
jaar vormen bijna de helft van van het ge-
heele aantal, terwijl de rest, dat is meer
dan een vierde deel, de personen tot 30 jaar
omvat. Slechts 6.6 pet. der gevallen waren
ingeënt» kinderen beneden de 10 jaar.
Alles wijst wel zeer duidelijk op den gun-
stigen invloed van de koepokinenting ook op
alastrim.
Laten wij thans in het kort de genomen
bestrijdingsmiddelen nagaan.
Om een besmettelijke ziekte te bestrijden,
is het allereerst noodig op de hoogte te zijn
van het aantal der voorkomende gevallen.
Daarom werd dan ook terstond den genees
kundigen te Rotterdam (evenals die in den
lande) verzocht om aangifte te doen van
ieder geval en ieder verdacht geval van
alastrim. Een Koninklijk Besluit maakte
daarop de aangifte tot wettelijken plicht van
ieder arts en ook van ieder gezinshoofd,
wanneer zich in zijn gezin een geval voor
doet. Alle te Rotterdam aangegeven geval
len werden bezocht door een der artsen van
den Geneeskundigen Dienst. Nadat de diag
nose voldoende zeker was geworden, werd
zooveel mogelijk ieder geval opgenomen in
afzonderlijke barakken om door isolatie van
den patiënt het besmettingsgevaar te be
perken. Opgenomen werden 70 (d. i 58 pCt.)
van de 121 lijders. Toen voldoende plaats
ruimte beschikbaar was geworden, werd
steeds aangedrongen op spoedige opname
der zieken. De gezinnen, waarin zich een of
meer gevallen hadden voorgedaan, bleven
onder toezicht van den Dienst enwerden
geregeld bezocht. Van Besmetting verdachte
goederen werden gedesinfecteerd door den
Qntsmettingsdienst.
Het derde en belangrijkste wapen in dezen
strijd werd met kracht ter hand genomen,
doordat op ruime schaal de vaccinatie be
vorderd werd. Door het Genootschap ter be
vordering der Koepokinenting werd de ge
legenheid tot kostelooze inenting geleidelijk
meer en meer uitgebreid, zoodat op 1 Sep
tember op 11 punten in de stad geregeld
ingeënt werd. Hiervan werd in de maand
Augustus gebruik gemaakt door ruim 122.9)3
personen, waarvan er 8.364 voor de eerste
maal werden gevaccineerd. Daarnaast wer
dén door geneeskundigen van den Dienst In
geënt 3551 personen, oehoorende tot het per
soneel van de verschillende gemeentelijke
diensten en bedrijven. Daarop kwamen de
nachtverblijven en volkslogementen aan de
beurt, waar 444 personen werden gevacci
neerd, terwijl ook in den infectiehaard in
Gewapend naar de raadsvergadering
Bij den gemeenteraad van Hoogkerk (Gr.)
is een motie ingediend door het communis
tische raadslid Hoiting, dat op 15 Augustus
j.I. weer uit den raad moest worden verwij
derd, om, zoo bericht de „Msb." te beslui
ten, aangezien hij, in verband met de be
handeling welke hij heeft ondergaan, het
bezoeken der raadsvergaderingen levensge
vaarlijk acht, bij de overheid vergunning aan
te vragen tijdens deze vergadering vuurwa
penen te mogen dragen, zoolang de tegen
woordige burgemeester voorzitter blijft en
voorts bij den Officier van Justitie te ver
zoeken de intrekking van de met de wet
strijdige rechterlijke vervolging, tegen hem
ingesteld.
Gebrek aan bluschwater
Door onbekende oorzaak is brand uitge
broken in de boerderij van de Erve Sty-
nen te Stein (L.), welke wordt bewoond
door den heer Wegens, Het vuur greep snel
om zich heen. Doordat er geen water in de
waterleiding aanwezig was, brandden het
woonhuis, de stallen en een schuur uit. Het
vee en een klein gedeelte der meubelen kon
den worden gered. Verzekering dekt de
schade.
Door onvoorzichtigheid
Bij het schoonmaken van een jachtgeweer
door een landbouwer te Buitenveldert ging
plotseling een schot af, doordat de man,
in de meening verkeerende, dat het wapen
ongeladen was, niet de noodige voorzorgen
had genomen. Hij werd door een kogel in
de rechterborst getroffen. Alhoewel geen
edele deelen getroffen werden, bleek ope
ratief ingrijpen noodig om den kogel te
verwijderen.
De N.V. W. A. van der Tak's Berging-
Maatschappij' te Rotterdam heeft met assu
radeuren van het bij Walsoorden gezonken
stoomschip „Estella" een contract gesloten
voor het bergen van een gedeelte der la
ding, op conditie „open form".
Nog een slachtoffer
Gisteren heeft de Rivierpolitie uit de
Nieuwe Maas ter hoogte van de Rotterdam
sche Droogdok Maatschappij in Tuindorp-
Heyplaat het laatste lijk opgehaald, namelijk
dat van den eersten machinist van het En-
gelsche tankschip „Vimeira" Cyriel Bone
uit Glasgow, Het lijk is overgebracht naar
de Algemeene Begraafplaats te Crooswijlt.
In het ziekenhuis aan den Coolsingel te
Rotterdam is aan de bekomen verwondingen
overleden W. Voorbeytel.
Hierdoor is het aantal slachtoffers bij de
ramp van de „Vimeira" gestegen tot èlf.
De begrafenis van de verschillende slacht
offers heeft onder veel belangstelling plaats
gevonden.
Fietsrijder gedood
Gisteren heeft op den Utrechtschen weg
te Amersfoort een ernstige aanrijding plaats
gehad.
De 56-jarige J. reed daar met zijn vrouw
per rijwiel, toen een passeerende melkauto
slipte, in botsing kwam met J. en dezen
over den weg slingerde. Met ernstige hoofd
wonden en een versplinterd linkerbeen werd
de ongelukkige opgenomen.
Het ongelukkige slachtoffer is aan de be
komen verwondingen overleden.
Een verbod van samenscholing
Gisteren is in verband met de staking
bij de Zinkwit-Maatschappij te Maastricht,
het verbod van samenscholen afgekondigd.