UIT DE R. K. STAATSPARTIJ tWm$ 2 - I DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST VAN JAN KLAASSEN EN TRIJNTJE AO'W rWEEDE BLAD MAANDAG 25 NOVEMBER 1929 BLADZIJDE 2 Het militaire vraagstuk Besprekingen in den Partijraad Mgr. Nolens Het Leidsche Stadhuis -Rijksbegrooting 1930 Arbeid, H. en N. vAe"Vte B Afschaffing in- en uitvoer verboden Gewapend beton-congres De alastrim te Rotterdam De beslechting van een twist Hooge Raad van Arbeid De verzekerden bij de ziekenkassen De tentoonstelüng te Antwerpen Faillissementen LUCHTVAART De NederlandIndië vluchten La Siamoise" H. M. de Koningin voor de microfoon C. Sythoff f Te ruim kwart na 10 werd de vergadering van den Partijraad door Mgr. Nolens her opend. Aan de orde was nu de bespreking der 5 praeadviezen, betreffende het militaire vraagstuk Mgr Nolens deelde mede, dat voorloo- pig aan ieder der sprekers een spreektijd van 10 min zal worden toegekend. De heer Jansen (Laren) constateerde, dat het grootste deel van deze praeadviezen ook voor den oorlog geschreven had kun nen worden. Men bleek uit den oorlog maar weimg geleerd te hebben. Hier en daar wordt in de praeadviezen prof, Struycken aangehaald, maar dit was de Struycken van voor den oorlog. Prof. Struycken is juist door den oorlog geheel veranderd en schreef, dat een Derde Vredesconferentie de wereld niet langer zou mogen vrebluffen met pa- piren overeenkomsten De praeadviseurs hebben ook weinig aandacht geschonken aan de ellende van den oorlog, terwijl Paus Benedictus toch sprak van „verschrikkelijke menschensiachting en anti-christelijken ach teruitgang" De nu voorbereide oorlog zal alles overtreffen. Wie nu een oorlogsverkla ring onderteekent onderteekend het dood vonnis van Europa Wij moeten weten, dat wij aan alle afspra ken niets hebben Spr. zal gaarne zien, dat in de gezamenlijke conclusie het recht op repressaille niet erkend werd. Ook hebben de praedviseurs te weinig aandacht ge schonken aan de zedelijke ellende, als ge volg van den oorlog en aan de verminde ring van de volkskracht. De voorzitter verzoekt niet te zeer de ellende van den oorlog hier af te schilderen. Iedereen toch is daarvan overtuigd. Het is maar de vraag, hoe wij rekening moeten houden met internationale toestanden. Mr de Vink spreekt allereerst zijn waar deering uit voor het werk der praeadviseurs zij stonden voer een ondankbare taak (Dit gedeelte reeds geplaatst in een deel onzer vorige oplage) Bxj de voortgezette ueiiandeling van üet militaire versterking een eigenlijken alge- zijn uitgebracht door mr. W. van Lanschot, pater mr. D. Beaufort O.F.M., pater mr. dr. J. W. Beuns S.J., generaal-majoor P. J. van Munmkrede en luitenant ter zee le kl. L. A. C. M. Doorman, beperkt de heer Th. Svhaepman. lid van de Tweede Kamer, zich tot de adviezen van generaal van Munnik- rede en luitenant Doorman. De eerste wil militaire versterking en eigenlijke alge- meenen dienstplicht met grooter contingent. Wij zouden tot een lichting van 49000 man komen. De praeaaviseur wil ook meer genie, hij valt het vooroefeningsinstituut krachtig aan. Wij kennen de kazerne-gevaren, al worden ze overdreven, maar de militaire druk dient zooveel mogelijk te worden ver minderd. Daarom protesteert spr. tegen ge neraal van Munnikrede's aanval op 't voor oefeningsinstituut. Spreker is ook tegen uit breiding van cavalerie en beroepskader. De heer Doorman maakt het nog erger. Diens vlootwenschen zijn onbetaalbaar. De heer Barth, Rotterdam, neemt de ge- meenschappliike conclusies onder de loupe, HJ acht het een grondfout, dat de gelijk tijdige en onmiddellijke ontwapening op de tweede plaats wordt gesteld en de scheids rechterlijke regeling der geschillen op de eerste. Spr. wil afschaffing van den dienst plicht. Hij pleit voor wijziging der conclu sies, wil onbloedige sancties, een leger al leen voor de handhaving der binnenland- sche orde en overgang van militie- naar vrijwilligersleger. Mr. Brandsma, Zwolle, wijst er op, dat de dienstplicht de menschen dwingt held te worden. De staat legt den dienstplicht op; daar zit kazerne en verlies van betrekking aan vast. Maar, zegt spr., de staat grijpt zooveel in particuliere belangen. Het leven van den burgerman mag in „de uiterste noodzaak' (gelach) voor het belang van den staat worden opgeofferd. Spr. vraagt onder groot gelach of er geen stelsel is in te denken, waarbij men wel dienstplicht van vooroefeningen instelt, maar niet voor op offering van het leven. De voorzitter noemt dit brandweerman worden onder voorwaarde, dat er nooit brand komt. De heer Brandsma Krimpt later zijn voorstel zoo in, dat de practische zin, voor zoover men die kon nagaan, er totaal aan ontnomen wordt. Hij bepleit ten slotte bezuiniging op de militaire uitgaven. De heer Ch. v. d. Bilt, iid der Tweede Kamer, bepaalt zich tot het prae-advic van luitenant Doorman. Spr. meent met den neer Schaepman, dat wij genoeg hebben aan klein materiaal voor onze Kustverdediging. Wel wil hij naast duikbooten ook water vliegtuigen. Voor Indie is vlagvertoon noo- dlg, maar wy kunnen er geen groote vloot onderhouden. Ook voor vlagvertoon kun nen wy met klein materiaal volstaan. Er dient meer aandacht besteed aan de gees telijke verzorging; In Indië zijn ten minste twee aalmoezeniers noodig, een op den wal en een op de schepen. Hier te lande Kan met één aalmoezenier volstaan worden en zoo nu en dan een hulpgeestelijke, die mee uitvaart. De heer Wülem Nieuwenhuis, Amsterdam, acht de wijze, waarop het vraagstuk door den Partijraad is voorgesteld, niet bevredi gend. Beslissend is het prae-advies van pa ter Beaufort, aan wiens vredesactie spr. oprecht hulde brengt. Ais de oorlog moreel gerechtvaardigd is, behoeft op het mate riaal niet zoo te worden beknibbeld. Spr. meent, dat. de tijd kan komen, dat de moderne oorlog in besliste tegenspraak komt met de katholieke moraal. De moralisten moeten antwoord geven. Kan men een moreel ongeoorloofd middel, als de chemische strijdmiddelen, als weer- wraakmaatregel gebruiken? Spr. acht het prae-advies van pater Beaufort te subjec tief. Niet het leger, maar de godsdienstig zede lijke grondslagen bepalen de positie van een volk. De heer A. v. d. Steen, Nijmegen, sluit zich aan bij den heer Nieuwenhuis inzake het weifelend karakter van pater Beauforts prae- advies. De militaire prae-adviseurs moeten beslissen over de vraag, of defensie moge lijk is. Volgens spr. speculeert de heer Schaep man te veel op de volksgunst. Hij heeft al leen gezegd, wat niet noodig is. De heer Schaepman interrumpeert; „In tien minuten kan men niet alles zeggen." De heer Van der Steen meent, dat aan de vooroefeningen te veel gebreken kleven; de militaire deskundige van de Tiyeede Kamer fractie mag geen anti-militair standpunt ninemen. Spr. verdedigt het praeadvies van luite- Doorman. Deze overvraagt niet. De heer A. Angenent, Den Helder, bepaalt zich tot het praeadvies Inzake de marine. Hij kan zich met luitenant Doorman's grond gedachte vereenigen, is ook tegen splitsing van Nederlandsche en Indische vloot en ver dedigt ook diens uitbouwvoorstellen. Het Tweede Kamerlid, de heer Max van Poll, Helmond, bespreekt het praeadvies van Pater Beuns. Onze uitgaven voor de defen sie zijn hooger dan zijn advies vermeldt en bedragen 1/6 in plaats van 1/8 der totaal uitgaven. Pater Beaufort geeft een advies, waar wij het allen over eens zijn. Dat er een rechtvaardige oorlog kan bestaan in abstrac- to, weten we wel. De kwestie loopt over den hedendaagschen oorlog, zooals deze werkelijk bestaat. Toch Is pater Beaufort, volgens spr., met zich zelf in strijd. Indien, zoals hij zegt, de internationale rechtsorde de onafhankelijk heid waarborgt, behoeven wij voor de hand having van de onafhankelijkheid geen oorlog meer te voeren. Als wij ons land kunnen ver dedigen, moeten wij de consequenties aan vaarden en de adviezen der militairen vol gen. Bestaat er geen kans op succes, dan is (de oorlog heeelemaal ongeoorloofd. Wat de Curagao-kwestie betreft, zegt spr.: ook de wacht van een oorlogsschip kan ever- vallen worden en dan zou het heele oorlogs schip wel eens meegesleept kunnen worden. De prae-adviseurs aan het woord Na dë pauze kwamen dé prae-adviseurs aan het woord. Het eerst spreekt mr. W. van Lanschot, lid van de Eerste Kamer. Spr. wil de probleemstelling beperken en eerst enkele principieele punten vaststellen waarover geen verschil van meening bestaat. Wij verfoeien allen den oorlog. Wij onderteekenen ons program en spre ken daarmee het goed recht van een weer macht uit. Hoever moeten wij gaan met onze weer macht? Waar ligt het noodzakelijke mini mum? Ons program spreekt daar niet van; het kan ons niet détailleerën; de eischen veranderen met den dag en hangen af van omstandigheden die wij niet beheerschen. Bij het minimum kunnen wij letten op de Christelijke naastenliefde; op het gezond verstand. Maar uitersten moeten vermeden: zoo een militair verband eenerzijds, een overval als op Curagao anderzijds. Uit het laatste inci dent kunnen lessen worden getrokken. In Indië moeten wij zoowel de neutraliteit als de binnenlandsche orde kunnen handhaven. Wie beslist over noodzakelijk minimum: regeering en volksvertegenwoordiging, ge adviseerd door militaire deskundigen. Elke prae-adviseur is verantwoordelijk voor eigen rapport; samen dragen de prae adviseurs de verantwoordelijkheid voor de generale conclusie. Spr. verdedigt de mili taire adviseurs op grond van hun onmis baarheid. Onze militaire adviseurs wijzen te Genève herhaaldelijk op den Nederlandschen toestand, die voorbeeldig kon worden ge noemd inzake de beperking van bewapening. De heer v. Lanschot bestrijdt de stellingen van den heer Barth; deze zijn in strijd met het katholiek program, dat de prae-adviseurs hebben gevolgd. Naast de inwendige orde moet ook de internationale orde worden ge handhaafd; dat kan niet zonder sancties. De kwestie der chemische strijdmiddelen heeft aan de rapporteurs de grootste moeite bezorgd. Ook de regeering gebruikt chemi sche strijdmiddelen alleen bij wijze van weer- wraakmaatregelen Nu beweert men, dat chemische strijdmiddelen zonder voorbehoud moeten worden verworpen. Maar hoe moet het dan gaan als b.v. een Volkenbondsleger tegenover den vijand staande, die chemische strijdmiddelen gebruikt? Het is moeilijk uit te maken wat de volks wil is. Het volk kan ook een rechtvaardigen oorlog toejuichen; dat bewees de geestdrift op den Paushuldedag te Utrecht voor de zouaven. Pater mr. dr. Beaufort O.F.M. meent, dat ook onder katholieken over de militaire kwestie nimmer eenheid zal bereikt worden. Geen enkel concreet vraagstuk kan alleen met beginselen worden opgelost. Ook de reali teit moet beoordeeld en daarbij spelen aller lei overwegingen een rol. De critici verwaarloosden te veel het oude spreekwoord: wie goed onderscheidt, leert goed. Spr. erkent dat als regel de oorlog on rechtvaardig is, maar oorlog kan bij uitzon dering rechtvaardig zijn. Iedere oorlog is dus niet onredelijk. Spr. betwist den heer Barth en pastoor Keulers, dat aienstdwang altijd en overal tegen het natuurrecht is en zet de verschil lende beteekenissen uiteen, te hechten aan dit wijsgeerig begrip en beroept zich daarbij op St. Thomas. Dienstplicht strijdt niet met de wezenskenmerken der abstract-gedachte menseheljke natuur. De Staat zondigt alleen tegen de natuurwet als hij lasten oplegt die onnooüig of te zwaar zijn. Spr. pleit niet voor dienstplicht maar ontkent dat deze al tijd en onder alle omstandigheden geoor loofd is. Als middel om tot de ontwapening te komen, heeft Rome afschaffing van den dienstplicht aanbevolen. Prof Veraart verwijt aan de adviseurs oor- logsromantiek; lijdt hij niet aan vredes- romantiek? vraagt spr. Acht ook hij geen weermacht noodig? Pater mr. dr. J. Beuns S.J. handhaaft, in antwoord op den heer Angenent zijn cijfers; hij heeft die passage over ziek ten bij de marine opgenomen niet om de marine te blameeren maar om onze regee ring te prikkelen de levensomstandigheden onzer maninemannen in Indië te verbeteren. Tegenover den heer Van Poll meent Pa ter Beuns ook te mogen handhaven de door hem gegeven begrootingscijfers. Generaal-majoor van Munnekrede wil de waarheid zeggen, eerlijk en oprecht. Hij pro testeert er tegen, dat beroepsofficieren be krompen zouden zijn. Het vredesverdrag heeft lang niet alle Europeesche kwesties opgelost. Er is gebrek aan vertrouwen; spr. geeft daarvoor belangrijke bewijzen. Oorlog be hoort helaas tot de mogelijkheden waarmee iedere mogendheid rekening moet houden. Spr. zet de strategische behoeften voor ons land uiteen: er zijn 4 divisiegroepen noodig. Spr. betwist een Fransche stelling te heb ben verkondigd en acht het vrjwilligerstelsel een ideaal. Men Is in 1922 te vlug naar be neden gegaan; er is een minimum, dat niet overschreden mog worden. Ons veldleger wordt te oud door de kleine contingenten. Het contingent van 23090 man acht spr. sterk genoeg. Geen militair kan, volgens spr., het voor oefeningsinstituut in bescherming nemen. De opleiding is te versnipperd en oncontroleer baar; de jongelui hebben te korte gelegen heid om tucht te leeren; er is te weinig tijd voor oefeningen in verband; onvoldoende gelegenheid voor kaderopleiding. Inspecties brachten veel gebreken aan het licht. Hij meent, dat luitenant Doorman, we gens droevige omstandigheden verhinderd zijn prae-advies te verdedigen, niet zooveel vraagt als de heer Schaepman meent. De „Java" en „Sumatra" kostten 20 millicen; zij zijn in den duursten tijd gebouwd en zon- der risico van de bouwers. De in het prae advies gevraagde som bedraagt per jaar 1 millioen Dit in plaats van c nuidige j £00.000. Tegenover den heer Ch. v. d. Biiï merkt] spr. op, dat kruisers toch duikbooten moeten] ■steunen in tijd van oorlog. Wij zouden in Indië niet alleen staan bij een eventueel con flict. Het personeel-vraagstuk, zal volgens spreker meevallen. Met overleg zou de vloot op voldoende sterkte zijn te brengen. Het leger in Indië was ook ingekrompen; doch; doch na de communistische woelingen werd dit leger weer versterkt, waardoor het nog duurder was geworden. Spr. meent, dat de beschrijving van de verschrikking van den gasoorlog overdreven is, en zegt ook, dat de voorbehoedmiddelen geen deel uitmaken van de uitrusting van den Nederlandschen militair. Slotwoord Mgr. Nolens De voorzitter, mgr. Nolens, dankt de prae adviseurs voor hun arbeid. Hun werk zal nog voortdurend geraadpleegd worden. De conclusies zijn voor rekening van de prae-adviseurs. De vraagstukken, die een nationalen en internationalen kant hebben, zijn het moei lijkst daar men niet onderscheidt beider aspecten. Afschaffing van dienstplicht vraagt Rome alleen „de comman accord, bij onder linggoedvinden". Het is gemakkelijk over de prioriteit van- veiligheid, scheidsgerecht, vermindering van bewapening te praten als men er niet direct bij betrokken is. Nederland verafschuwt den oorlog. Kan de oorlog noodig en geoorloofd zijn? vraagt spreker. Er zijn zooveel onderdeelen aan deze kwestie, dat men, om voorzichtig conclusies te trekken, er niet opeens op ant woorden kon. Hoe groot moet het leger zijn? Verschillende zienswijzen zijn hier moge lijk; spr. kan daar persoonlijk niet over oor- deelen. Hiet moeten verantwoordelijke des kundigen beslissen. Wij hebben ons tegenwoordig program; in de defensieparagraaf is voor den huidigen toestand alles begrepen. Defensiemiddelen moeten er zijn; wij hopen dat er geen ge bruik van gemaakt behoeft te worden. Pre ventieve werking is het grootste nut dat men aan een leger kan toeschrijven. De naam van ons departement van defensie en het optreden van een burger-minister bannen alle gedachten aan oorlog. Met de besprekingen hier geleverd, kan rekening gehouden worden bij de samenstel ling van een volgend program. 1 Met den Christelijken groet sluit mgr. Nolens vervolgens de vergadering. Geen menschelijke steenrots Onderstaande fijne schets van den steeds onbewogen Mgr. Nolens geeft „De Gelder lander": Bij de opening van den Partijraad her dacht Mgr. Nolens den overleden Aartsbis schop. De Nederlandsche Kerkprovincie, zoo ving hij aan, heeft haren Aartsbisschop op onverwachte wijze verloren. En ieder dacht: dat is de nuchtere Nolens weer: hij constateert het feit. Maar het bleef stil na dien eersten zin. De hand, die op den lessenaar rustte, beefde, de mond opende zich, maar bracht geen ge luid voort, achter in de keelwerd een traan weggeslikt. Tegen mijn gewoonte in, zoo verontschul digde zich Monseigneur, ben ik wat aange daan; maar van mijn studietijd af heb ik den overledene al persoonlijk goed gekend. Toen trachtte hij verder te gaan zich met inspanning beïieerschend. Maar telkens weer stokte de stem en', was er 'n seconde pauze. Het gehoor was diep onder den indruk. En inniger kon het Onze Vader „voor de ziele- rust van deze schoone ziel" niet gebeden worden dan na deze ontroerende rede. Is er niet duizendmaal geschreven over de nuchterheid van Dr Nolens? Over zijn on aandoenlijkheid en haast bovenmenschelijke zelfbeheersching. Die dezen Monseigneur niet van nabij kent, stelt hem zich voor als een menschelijke steenrots, waarop alle golven van gevoel terugspatten, maar hij is een mensch als een ander en die een plaats heeft in zijn hart, zit er diep. Dat heeft de Partijraad gisteren gezien, wat 'n natuur lijke menschensmart in dezen spreker bij de herdenking van den vriend, dien de Dood hem ontnomen had. De vergadering zal de ontroering van dit bijzondere moment niet licht vergeten Het voorstel van B. en W. 2 December in den Raad Verschenen de Memorie van Antwoord op het V. V. over het Xde Hoofdstuk der Rijksbegrooting van 1930. HeV volgende is eraan ontleend. Het ligt in de bedoeling van de regeering, de arbeidswet -1919 stelselmatig en voort varend tct verdere toepassing te brengen. Thans wordt in de eerste plaats gewerkt aan een werktijdenbesluit voor kantooi- personeel, teneinde de bepalingen in de eerste helft van 1931 in te voeren daarop zal een regeling voor het hotel- en koffiehuis- personeel zoo spoedig mogelijk volgen, terwijl inmiddels een werktijdenbesluit voor apo thekersbedienden tot stand zal komen. ring m de volkshuisvesting. Hij hcudf zich bezig met de vraag wat in net nader der Woningwet voer d? groote gezinnen kan worden gedaan. Voor zooviei het woning vraagstuk voot de kleine boeren tigt binnen de grenzen van de Woningwet, en niet be hoort tot de Landarbeiders wet. is de ministei HOOGSTRATEN VIOLEN ETALEERT HEDEN ALLE DETAILS WELKE BIJ UITNEMENDHEID GESCHIKT ZIJN VOOR ST. NICOLAAS-CADEAU. 15263 6 RIDDERSTRAAT ter invoering over de paragraaf betreffende den arbeid buiten fabrieken of werkplaatsen, winkels, kantoren, apotheken, koffiehuizen, hotels, en verplegingsinrichtingen. Een eerste stap daartoe vormen de rustdag-besluiten voor transportarbeiders te land en voor toonkunstenaars in bioscopen, welke op 1 Januari a.s. in werking treden. Het ligt in de bedoeling, ijb de verdere invoering van deze paragraaf allereerst de daaronder val lende jeugdige personen te beschermen tegen langdurigen en te laten arbeid. De in het V, V. bepleite regeling van de arbeids- en rusttijden voor het binnenvaart- personeel, stuit nog af op eenige bezwaren. Het ontwerp landbouw-Arbeidswet, dat in voorbereiding is, beperkt zich tot kinderen, jeugdige personen en vrouwen. Het voorontwerp eener wettelijke regeling betreffende de huisindistrie is bij den Hoogen Raad van Arbeid aanhangig. De in de Troonrede aangekondigde pu bliekrechtelijke regeling van de collectieve arbeidsovereenkomst beoogt het mogelijk te maken, dat bepalingen van zulk een over eenkomst onder bepatlde omstandigheden algemeen verbindend worden verklaard. Dit wetsontwerp zal in den loop van dit zittingsjaar worden aanhangig gemaakt. De in de Troonrede aangekondigde be- drijfsraden zullen volgens het thans in be werking zijnde ontwerp in de eerste plaats tot taak krijgen het verstrekken van advies in den ruimsten zin over alles, wat de arbeids- aangelegenheden in hef betrokken bedrijf betreft, zoowel aan de overheid als aan de belanghebbenden in het bedrijf. De minister is bereid het vraagstuk van een wettelijke regeling der arbeidersvacantie in onderzoek te nemen. De herziening der sociale verzekering, welke in de Troonrede is aangekondigd, is er in de eerste plaats op gericht, om verbete ring te brengen in de voorzieningen, welke de Invaliditeitswet bevat. De minister zal zijn aandacht wijden aan maatregelen, welke, Zonder het stelsel der thans bestaande ver zekeringswetten aan te tasten, de uitvoering vereenvoudigen en de organisatie der ver- Zekering kunnen verbeteren. Het tot stand komen van een regeling, waarbij de uitvoering der geheele sociale verzekerings zou geschie den op de wijze, als althans bij de land- en tuinbouw-Ongevallenwet 1922 bestaat, acht de minister, in het bijzonder met betrekking tot de verplichte Invaliditeits- en ouderdomst verzekering, onuitvoerbaar. De minister heef geen principieel bezwaar tegen verhooging va nde leeftijdsgrens in de Invaliditeitswet Het door sommige leden uitgesproken oor deel „dat de Invaliditeitswet schromelijk wordt ontdoken", kan de minister in zijn algemeenheid niet onderschrijven, o.m. dank zij de stelselmatige controle der Raden van Arbeid. Het ligt in 's Ministers voornemen, 0111 de wettelijke ziekte-verzekering met ingang van 1 Maart a.s. geheel in werking te laten treden, behoudens de bepalingen van art. 48 en 124 der Ziektewet, welke verband houden met de wettelijke regeling van het ziekenfondswezen. Wettelijke regeling van de werkloosheids verzekering acht de minister gewenscht een regeling zal werden voot bereid, waarvan de minister zich de verschillende fazen van behandeling denkt na de overeenkomstige behandelingsstadia van de herziening der invaliditeitsverzekering. Naar aanleiding van den wensch, dat te werkstelling van buitenlandsche musici in Nederland slechts geoorloofd zal zijn na verkregen vergunning van den minister van Arbeid, H en N,, wordt medegedeeld, da' zoodanige maatregel tot dusvet door de Nederlandsche regeering voor geen enkele categorie van werknemers is ingevoerd. De minister vertrouwt dat hij het in voor bereiding zijnde ontwerp eener nieuwe Merkenwet in den loop van dit zittingsjaar zal kunnen indienen. De vraag, of in de ij k- wet en hef daarop berustend reglement op de maten en gewichten wijzigingen be- hooren te worden aangebracht, is in over weging- Wat het contzct van het departement met den middenstand betreft aan een dri etal De voorstellen van B. en W. van Leiden vertrouwensmannen van den middens'and inzake het ontwerpen van plannen voor den wordt permanent de gelegenheid gegeven, bouw van een nieuw stadhuis zullen in de om bij de voorbereiding van eventueele be- raadsvergadering van 2 December aan de slissingen, waarbij middenstandsoelangen be trokken zijn, van advies ie dienen. Het heeft de aandacht van den minister, dat van de werkzaamheden van de algemeen Nederlandsche Vereeniging voor Vreemde- ingenverkeer niet zooveel wordt bespeurd, als wei wenschelijk ware te achten. Het ligt inderdaad op den weg der vereeniging, om bereid, eventueel ook daaraan aandacht te Zijn deze regelingen in werking getreden, - °even. dan blijft nog alleen van de Arbeidswet" Dr. Poslhuma vertegenwoordiger. Naar het „Hbld." verneemt,is benoemd als vertegenwoordiger van Nederland ter op 5 December a.s. te Parijs bijeen komende con ferentie betreffende de inwerkingtreding van het verdrag van 8 November 1927 tot af schaffing van in- en uitvoerverboden en be perkingen, oud-minister dr. F. E. Pcsthuma, voorzitter van den Nijverheldsraad. Dc regeermgsverteg&awoordigers. Bij Kon. besluit zijn benoemd tot gedele geerden van de Ned. regeering bij het eerste internationaal congres vcor beton en gewa pend beton, dat van 1 tot 6 Sept. 1930 te Luik zal bijeenkomen: ir. J. A. Bakker, bui tengewoon hoogleeraar aan de Technische Hoogesohool te Delft en dr. L. R. Wentholt, hoofdingenieur van den Rijkswaterstaat te Zutphen. Ter bestrijding er -an Den gemeenteraad van Rotterdam wordt een crediet van f 300.000 gevraagd voor het bouwen van barakken aan den Boezem ten behoeve van lijders aan besmettelijke Ziek ten. orde komen. Op niet-alledaagsche wijze ten aanzien van prijzen van hotels en re^tau- r.Dr..TT.Tr,„„T 00 T.T 'rants hier te lande, niet alleen tijdens groote KtfSS, ,h - Vrijdagavond internationale congressen, doch in het alge- nirpH,fPrJ„HJ fUm -een '5- - méén een invloed ten goede uit te oefenen, milietwist op niet alledaagsche wijze uit- Met het vr3agstuk d%r moederschapszorg vochten De familie R. leefde reeds germ- holldr de minister zich bezig. Daarbij wordt men tijd m onmin met naar verwanten. de zorg V00r de oflgehuwde moeder niet Gisteravond is een viertal familieleden naar vergeten. Schaphalsterzijl gekomen. Zij rameiden de j De minister beaamt, dat voor de belangen - deur, die voor hen gesloten bleef, rekenden van de groote gezinnen -Nwaaki moet worden, j m een stand zullen uitkomen, in de gemeen - op hardhandige wijze met de bewoners af en nu de omstandigheden dwongen 'ot versobe- tekas terug zal vloeien. Bij Kon. Besluit van 13 November is met ingang van dien datum op hun verzoek eer vol ontslag verleend aan de heeren mr. Aug. Philips te 's-Gravenhage en dr. F. G. Waller te Delft als lid en aan de heeren ir. G. A. Kessler te IJmuiden, Th. van Ravesteyn te Delft en J. C. Re-dele te Dordrecht als plaatsvervangend lid van den Hoogen Raad van Arbeid onder dankbetuiging voor de door hen in die functie bewezen diensten en zijn benoemd tot lid van den Hoogen Raad van Arbeid de heeren ir. J. A. Kalff, te Hilver sum én H. P. Gelderman C.Mzn., te Ólden- zaal en tot plaatsv. lid de heeren prof. ir D. Dresden te Utrecht, ir. A. de Kanter te Rotterdam en B. H. M. Lips te 'Dordrecht, onder bepaling,'dat deze plaatsvervangende leden zullen optredenonderscheidenlijk ter vervanging van de leden van den Hoogen Raad van Arbeid mr. C. H. Guépin, mr. P. W. J. H. Cort van der Linden en ir. J. A. Kalff. De geneeskundige controle er op De Minister van Arbeid, Handel en Nij verheid heelt aan de Commissie tot het in stellen van een onderzoek naar de wijze, waarop in Duitschland dc geneeskundige controle op de bij ziekenkassen verzekerden geschiedt, toegevoegd dr. H. J. W, Droog lever Fortuyn, secretaris van de Nederland sche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst. Deelneming door de stad Rotterdam. Aan den gemeenteraad van Rotterdam wordt machtiging gevraagd de stad te doen deelnemen aan de wereldtentoonstelling te Antwerpen. Voor de inrichting vari de Eot- terdamsche afdeeling zal met inbegrip van een vergoeding van 35.000, aan het Rijk verschuldigd voor het Nederlandsche paviljoen in het geheel een crediet van 69.000 benoodigd zijn, waarvan 9000 in den vorm van standhuur van de deelnemen, de particuliere firma's die met de gemeente Opgegeven door v. d. Graaf en Co. N. V. (Afd. Handelsinformaties). Uitgesproken 20 Nov. S. C. Vos, weduwe T. Koster, (tij delijk verblijvende Zuiderparklaan 199 Den Haag), wonende Rotterdam, v. d. Poelstraat 68a. R.c. Mr. D. M. Paré. Cur. Mr. J. Bus- kop, Rotterdam. 21 Nov. A. v. d. Abeele, koopman, Wessel- straat 300, Den Haag, R.c. Mr. G. H. B. v. d. Boom. Cur. Mr. P. J. de Kanter, den Haag, Tourncoiveld 4. .21 Nov. F. F. Grote, koopman, den Haag, Bezuidenhoutscheweg 126. R.c. Jhr. Mr. Th. J. O. Calk oen. Cur. Mr. P. J de Kanter, den Haag, Tournooiveld 4. 21 Nov. D. F. Ligtvoet, reiziger, Leiden, Hooglan-dsohe kerksteeg 2. R.c. Mr. G. Schol ten. Cur. Mr. E. J. Gelderman, Leiden. 21 Nov. B. Rooijakers, rijwielhersteller, den Haag, Paul Krugerplein 12. R.s. Mr. F. J. A. I-Iijink. Cur. Mr. J. D. Schaper, den Haag, Heemskerkstraat 28. 22 Nov. J. LoosSchilders, smid, Dinther, Vorstenbosch. R.c. Mr. C. W. Vollgraf. Cur'. Mr. J. Ph. Lelyveld, Dinther. 22 Nov H. J. van Arendonk, smid, Moer gestel. R.c. Mr. Sassen. Cur. Mr. J. J. A. v. d. Putt, Eindhoven. 22 Nov. E. A. Dekkers, koopman, Eindho ven, Aalsterweg 49. R.c. Mr. Sassen. Cur. Mr. Dr. L. Janssens, Eindhoven. 22 Nov. G. Vos, And'el, Rietdijk. R.c. Mr. W. J. M. Ummels. Cur. Mr. J Ruijgrok, Dussen. 22 Nov. PI. de Bruijn, „De Korenbloemêê, den Bosch, Orthenstraat 63. R.c. Mr. C. W. VoUgraff. Cur. Jhr. Mr. C. v. Nispen tot Sevenaer, den Bosch 22 Nov. L. Hofman, sleepboot-ondernemer, Onderdendam (gem. Bedum). R.c. Mr. B. P. Enklaar. Cur. Mr. J. E. Mulder, Groningen. 22 Nov. J. K. Dekens, timmerman, Gro ningen, Winstraat 7. 3*.é. Mr. B. P. Enklaar. Cur. Mr. T. v. Mesdag, Groningen. 22 Nov. S. Smit, caféhouder, de Punt (gem. Haren). R.c. Mr. B. P. Enklaar. Cur. Mr. W. H. Dommering.e Groningen. 22 Nov. J. B. van. Ree, winkelier ip ta pijten, Rotterdam, Volphaartsbocht tol. R.c. Mr. D. H. Paré. Cur. Mr. H.F. Brevee, Rot terdam. 22 Nov. J. J. Verhulst, rijwielhersteller, Rotterdam, Beukelaarstraat 51a. R.c. Mr. D. H. Paré. Cm-. Mr. G. van Geest, Rotterdam. 22 Nov. C. P. van Londen, koopman, Utrecht, Wiilemstraat 16. R.c. Mr. J. E, v. d. Meulen. Cur Mr. D. Haaiman, Utrecht. In de week van 1823 November 1929 zijn in Nederland uitgesproken 57 faillissementen. Opgeheven wegens gebrek aan actief: 21 Nov. M. A. A. Lubbers, Scehveningen. 21 Nov. P. J, Daïisin, aefï Haag. 32 Nov. J. Stas, Heeze. ■22 Nov. J. C. Sturkenboom, Rotterdam. Een bouwplaat der vliegtuigmodellen De K.L.M heeft naar aanleiding van de postvluchten op Indië zooveel aanvragen ontvangen voor modellen van de daarbij ge bezigde 3 motorige Fokkervliegtuigen, dat zij besloten heeft een bouwplaat hiervan te laten vervaardigen, die bij de firma Diepe- rink Co. te Amsterdam verschijnt. Wijl de modellen uit hout en metaal zijn vervaardigd en niet voor ieders beurs be reikbaar zijn, kan deze bouwprent de-, mo dellen uitstekend vervangen, daar zij een zeer zuiver beeld geeft van bet gebruikte vliegtuigtype en de samenstelling ervan bo vendien leerzaam is. Voor 's nachts Voor overdag; is de moderne crème! vertrekken daarna weer met medeneming vau alles, wat naar hun gading was, o.a. een aantal koeien, een paard en een naai machine. De politie heeft proces-verbaal opgemaakt. In de Engelsche kerk te Amsterdam Donderdag 28 November vin.1t van 12.15 tot 1.15, in de Engelsche kerk aan den Groen burgwal te Amsterdam de plechtige onthul ling plaats van twee gedenkramen, welke onthulling door H M. de Koningin persoon- ijk zal geschieden Behalve Hare Majesteit met gevolg zal aanwezig zijr.' et, bisschop van Fulham. Naar de Ned. meldt, staat de dienst onder leiding vail den voorganger ds W. W. Lukas. Om 12.30 hoopt de Koningin met ge volg de kerk binnen te komen, waerna de dienst een aanvang neemt I Deze geheele plechtighei. wordt via het radiostation te Huizen door de Nederland- 1 sche Christeljke Radio-Vereeniging óver Ne- derland verspreid. Te Leiden is overleden de hsrr C. Syt hoff, een der bekendste leiders ir. het cou- rantenbedrjf. In 1921 heeft hij, na 40 jaar Urt directeur schap van het „Rotterdarqsch Nieuwsblad" te hebben waargenomen deze functie neer gelegd, doch bleef als president-commissaris aan de vennootschap verbonden Trijn werd vervolgens opgenomen, dat maakte haar weer heel erg bang. ,Ik vind het meer dan griezelig," dacht ze, „ik lig bjna op dien vent zijn wang." Bevreesd keek ze naai den wilde; ze was voor hem een lichte vracht. „Dat zoo'11 spook me eens zou dragen, dat had ik Trjntje, nooit ver wacht." 54. Koog op de draagbaar gezeten, k^ek Trijn bezorgd de om geving rond. „Ik wou," zeide zé tot zichzelvé, „dat Jan Klaassen mij zoo vond." Zes wilden droegen de draagbaar, ze gingen in gezwinden pas, de anderen volgden, ook Piero, die nog altijd gebonden was.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 6