UIT DE R. K. STAATSPARTIJ
n
lamoise
DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST
TWEEDE BLAD
MAANDAG 25 NOVEMBER 1929
BLADZIJDE 2
Het militaire vraagstuk
Besprekingen in den Partijraad
Mgr. Nolens
Het Leidsche Stadhuis
De beslechting van een twist
Rijksfcegrooting 1930
Arbeid, H. en N.
Afschaffing in- en uitvoer
verboden
Gewapend beton-congres
De alastrim te Rotterdam
Hooge Raad van Arbeid
De verzekerden bij de
ziekenkassen
De tentoonstelling te
Antwerpen
Faillissementen
LUCHTVAART
De NederlandIndië vluchten
„La Slamoise"
H. M. de Koningin voor de
microfoon
C. Sythoff t
Te ruim kwart na 10 werd de vergadering
van den Partijraad door Mgr. Nolens her
opend.
Aan de orde was nu de bespraking der
5 praeadviezen, betreffende het militaire
vraagstuk
Mgr Nolens deelde mede, dat voorloo-
oig aan ieder der sprekers een spreektijd
van 10 min. zal worden toegekend.
De heer Jansen (Laren) constateerde, dat
het grootste deel van deze praeadviezen
ook voor den oorlog geschreven had kun
nen worden. Men bleek uit den oorlog maar
weinig geleerd te hebben. Hier en daar
wordt in de praeadviezen prof. Struycken
aangehaald, maar dit was de Struycken
van voor den oorlog. Prof. Struycken is juist
.loor den oorlog geheel veranderd en schreef,
dat een Derde Vredesconferentie de wereld
niet langer zou mogen vrebluffen met pa-
oiren overeenkomsten. De praeadviseurs
ïebben ook weinig aandacht geschonken
aan de ellende van den oorlog, terwijl Paus
Senedictus toch sprak van „verschrikkelijke
menschenslachting en anti-christelijken ach-
eruitgang" De nu voorbereide oorlog ral
alles overtreffen. Wie nu een oorlogsverkla
ring onderteekent. onderteekend het dood
vonnis van Europa
Wij moeten weten, dat wij aan alle afspra
ken niets hebben Spr. zal gaarne zien, dat
n de gezamenlijke conclusie het recht op
-epressaille niet erkend werd. Ook hebben
de praedviseurs te weinig aandacht ge-
chonken aan de zedelijke ellende, als ge
volg van den oorlog en aan de verminde
ring van de volkskracht.
De voorzitter verzoekt niet te zeer de
ellende van den oorlog hier af te schilderen,
ledereen toch is daarvan overtuigd. Het is
■naar de vraag, hoe wij rekening moeten
houden met internationale toestanden.
Mr. de Vink spreekt allereerst zijn waar
deering uit voor het werk der praeadviseurs
zij stonden voor een ondankbare taak.
Dit gedeelte reeds geplaatst in een deel
onzer vorige oplage)
Bij de voortgezette behandeling van het
militaire versterking een eigenlijken alge-
njn uitgebracht door mi\ W. van Lanschot,
,ater mr. D. Beaufort O.F.M., pater mr. dr.
J. W. Beuns S.J.. generaal-majoor P. J.
van Munmkrede en luitenant ter zee le ki.
xj. A. C. M. Doorman, beperkt de heer Th.
ovhaepman, lid van de Tweede Kamer, zich
tot de adviezen van generaal van Munnik-
ede en luitenant Doorman. De eerste wil
militaire versterking en eigenlijke alge-
meenen dienstplicht met grooter contingent.
Wij zouden tot een lichting van 49000 man
tomen. De praeadviseur wil ook meer genie,
aij valt het vooroeleningsinstituut krachtig
aan. Wij kennen de kazerne-gevaren, al
v.orden ze overdreven, maar de militaire
ciruk dient zooveel mogelijk te worden ver
minderd. Daarom protesteert spr. tegen ge
neraal van Munnikrede's aanval op 't voor
oefeningsinstituut. Spreker is ook tegen uit-
oreiding van cavalerie en beroepskader. De
neer Doorman maakt het nog erger. Diens
vlootwenschen zijn onbetaalbaar.
De heer Barth, Rotterdam, neemt de ge
meenschapplijke conclusies onder de loupe.
Hij acht het een grondfout, dat de gelijk
tijdige en onmiddellijke ontwapening op de
weede plaats wordt gesteld en de scheids
rechterlijke regeling der geschillen op de
eerste. Spr. wil afschaffing van den dienst
plicht. Hij pielt voor wijziging der conclu
sies, wil onbloedige sancties, een leger al
leen voor de handhaving der binnenland-
sche orde en overgang van militie- naar
vrijwilligersleger
Mr. Brandsma. Zwolle, wijst er op, dat
de dienstplicht de menschen dwingt held te
worden. De staat legt den dienstplicht op;
daar zit kazerne en verlies van betrekking
aan vast. Maar, zegt spr., de staat grüpt
zooveel in particuliere belangen. Het leven
van den burgerman mag in „de uiterste
noodzaak (gelach) voor het belang van
den staat worden opgeofferd. Spr. vraagt
onder groet gelach of er geen stelsel is in
te denken, waarbij men wel dienstplicht van
vooroefeningen instelt, maar niet voor op
offering van het leven.
De voorzitter noemt dit brandweerman
worden onder voorwaarde, dat er nooit
brand komt.
De heer Brandsma Krimpt later zyu
voorstel zoo in, dat de practische zin, voor
zoover men die kon nagaan, er totaal
aan ontnomen wordt. Hij bepleit ten slotte
bezuiniging op. de militaire uitgaven.
De heer Ch. v. d. Bilt, lid der Tweede
Kamer, bepaalt zich tot het prae-advic van
luitenant Doorman. Spr. meent met den
heer Schaepman, dat wij genoeg nebben aan
klein materiaal voor onze kustverdediging.
Wel wil hij naast duikbooten ook water
vliegtuigen Voor Indie is vlagvertoon noo-
dig, maar wij kunnen er geen groote vloot
onderhouden. Ook voor vlagvertoon kun
nen wij met klein materiaal volstaan. Er
dient meer aandacht besteed aan de gees
telijke verzorging; In Indië zijn ten minste
twee aalmoezeniers noodig, een op den wal
en een op de schepen. Hier te lande Kan
met één aalmoezenier volstaan worden en
zoo nu en dan een hulpgeestelijke, die mee
uitvaart.
De heer Willem Nieuwenhuis, Amsterdam,
acht de wijze, waarop het vraagstuk door
den Partijraad is voorgesteld, niet bevredi
gend. Beslissend is het prae-advies van pa
ter Beaufort, aan wiens vredesactie spr.
oprecht hulde brengt. Als de oorlog moreel
gerechtvaardigd is, behoeft op het mate
riaal niet zoo te worden beknibbeld. Spr.
meent, dat de tijd kan komen, dat de
moderne oorlog in besüste tegenspraak
komt met de katholieke moraal.
De moralisten moeten antwoord geven.
Kan men een moreel ongeoorloofd middel,
als de chemische strijdmiddelen, als weer-
wraakmaatregel gebruiken? Spr. acht het
prae-advies van pater Beaufort te subjec
tief.
Niet het leger, maar de godsdienstig zede
lijke grondslagen bepalen de positie van een
volk.
.De heer A. v. d. Steen, Nijmegen, sluit zich
aan bij den heer Nieuwenhuis Inzake het
weifelend karakter van pater Beauforts prae-
advies. De militaire prae-adviseurs pioeten
beslissen, over de vraag, of defensie moge
lijk is.
Volgens spr. speculeert de heer Schaep
man te veel op de volksgunst. Hij heeft al
leen gezegd, wat niet noodig is.
De heer Schaepman interrumpeert: „In
tien minuten kan men niet alles zeggen."
De heer Van der Steen meent, dat aan de
vooroefeningen te veel gebreken kleven; de
militaire deskundige van de Tweede Kamer
fractie mag geen anti-militair standpunt
ninetnen.
Spr. verdedigt het praeadvles van luite-
Doorman. Deze overvraagt niet.
De heer A. Angenent, Den Helder, bepaalt
zich tot het praeadvies Inzake de marine.
Hij kan zich met luitenant Doorman's grond
gedachte vereenigen, ls ook tegen splitsing
van Nederlandsche en Indische vloot en ver
dedigt ook diens uitbouwvoorstellen.
Het Tweede Kamerlid, de heer Max van
Poll, Helmond, bespreekt het praeadvies van
Pater Beuns. Onze uitgaven voor de defen
sie zijn hooger dan zijn advies vermeldt en
bedragen 1/6 in plaats van 1/8 der totaal
uitgaven. Pater Beaufort geeft een advies,
waar wij het allen over eens zijn. Dat er een
rechtvaardige oorlog kan bestaan in abstrac
ts, weten we wel. De kwestie loopt over den
hedendaagschen oorlog, zooals deze werkelijk
bestaat.
Toch is pater Beaufort, volgens spr., met
zich zelf in strijd. Indien, zoals hij zegt, de
internationale rechtsorde de onafhankelijk
heid waarborgt, behoeven wij voor de hand
having van de onafhankelijkheid geen oorlog
meer te voeren. Als wij ons land kunnen ver
dedigen, moeten wij de consequenties aan
vaarden en de adviezen der militairen vol
gen. Bestaat er geen kans op succes, dan is
de oorlog heeelemaal ongeoorloofd.
Wat de Cura?ao-kwestie betreft, zegt spr.:
ook de wacht van een oorlogsschip kan over
vallen worden en dan zou het heele oorlogs
schip wel eens meegesleept kunnen worden.
De prae-adviseurs aan het woord
Na de pauze kwamen de prae-adviseurs
aan het woord.
Het eerst spreekt mr. W. van Lanschot,
lid van de Eerste Kamer.
Spr. wil de probleemstelling beperken en
eerst enkele principieele punten vaststellen
waarover geen verschil van meening bestaat.
Wij verfoeien allen den oorlog.
Wü onderteekenen ons program en spre
ken daarmee het goed recht van een weer
macht uit.
Hoever moeten wij gaan met onze weer
macht? Waar ligt het noodzakelijke mini
mum? Ons program spreekt daar niet van;
het kan ons niet détailleeren; de eischen
veranderen met den dag en hangen af van
omstandigheden die wij niet beheerschen.
Bij het minimum kunnen wij letten op de
Christelijke naastenliefde; op het gezond
verstand.
Maar uitersten moeten vermeden: zoo een
militair verband eenerzyds, een overval als
op Curagao auderzyds. Uit het laatste inci
dent kunnen lessen worden getrokken. In
Indië moeten wij zoowel de neutraliteit als
de binnenlandsche orde kunnen handhaven.
Wie beslist over noodzakeiyk minimum:
regeering en volksvertegenwoordiging, ge
adviseerd door militaire deskundigen.
Elke prae-adviseur is verantwoordelijk
voor eigen rapport; samen dragen de prae
adviseurs de verantwoordeiykheid voor de
generale conclusie. Spr. verdedigt de mili
taire adviseurs op grond van hun onmis
baarheid. Onze militaire adviseurs wijzen te
Oenève herhaaldelijk op den Nederlandschen
toestand, die voorbeeldig kon worden ge
noemd inzake de beperking van bewapening.
De heer v. Lanschot bestrijdt de stellingen
van den heer Barth; deze zyn in strijd met
het katholiek program, dat de prae-adviseurs
hebben gevolgd. Naast de inwendige orde
moet ook de Internationale orde worden ge
handhaafd; dat kan niet zonder sancties.
De kwestie der chemische strijdmiddelen
heeft aan de rapporteurs de grootste moeite
bezorgd. Ook de regeering gebruikt chemi
sche strijdmiddelen alleen bij wijze van weer-
wraakmaatregelen Nu beweert men, dat
chemische strijdmiddelen zonder voorbehoud
moeten worden verworpen. Maar hoe moet
het dan gaan als b.v. een Volkenbondsleger
tegenover den vijand staande, die chemische
strijdmiddelen gebruikt?
Het is moeilijk uit te maken wat de volks
wil is. Het volk kan ook een rechtvaardigen
oorlog toejuichen; dat bewees de geestdrift
op den Paushuldedag te Utrecht voor de
zouaven.
Pater mr. dr. Beaufort O.F.M. meent, dat
ook onder katholieken over de militaire
kwestie nimmer eenheid zal bereikt worden.
Geen enkel concreet vraagstuk kan alleen met
beginselen worden opgelost. Ook de reali
teit moet beoordeeld en daarbij spelen aller
lei overwegingen een rol.
De critici verwaarloosden te veel het oude
spreekwoord: wie goed onderscheidt, leert
goed. Spr. erkent dat als regel de oorlog on
rechtvaardig is, maar oorlog kan by uitzon
dering rechtvaardig zijn. Iedere oorlog is dus
niet onredelyk.
Spr. betwist den heer Barth en pastoor
Keulers, dat dienstdwang altyd en overal
tegen het natuurrecht, is en zet de verschil
lende beteekenissen uiteen, te hechten aan
dit wysgeerig begrip en beroept zich daarbij
op St. Thomas. Dienstplicht strijdt niet met
de wezenskenmerken der abstract-gedachte
I menschelijke natuur. De Staat zondigt alleen
tegen de natuurwet als hij lasten oplegt die
onnoodig of te zwaar zijn. Spr. pleit niet
voor dienstplicht maar ontkent dat deze al
tijd en onder alle omstandigheden geoor
loofd is. Als middel om tot de ontwapening
te komen, heeft Rome afschaffing van den
dienstplicht aanbevolen.
Prof Veraart verwijt aan de adviseurs oor-
logsromantiek; lijdt hij niet aan vredes-
romantiek? vraagt spr. Acht ook hij geen
weermacht noodig?
Pater mr. dr. J. Beuns S.J. handhaaft,
in antwoord op den heer Angenent zyn
cijfers; hij heeft die passage over ziek
ten bij de marine opgenomen niet om de
marine te blameeren maar om onze regee
ring te prikkelen de levensomstandigheden
onzer maninemannen in Indië te verbeteren.
Tegenover den heer Van Poll meent Pa
ter Beuns ook te mogen handhaven de door
hem gegeven begrootingscijfers.
Generaal-majoor van Munnekrede wil de
waarheid zeggen, eerlijk en oprecht. Hy pro
testeert er tegen, dat beroepsofficieren be
krompen zouden zyn.
Het vredesverdrag heeft lang niet alle
Europeesche kwesties opgelost.
Er is gebrek aan vertrouwen; spr. geeft
daarvoor belangrijke bewyzen. Oorlog be
hoort helaas tot de mogelykheden waarmee
iedere mogendheid rekening moet houden.
Spr. zet de strategische behoeften voor
ons land uiteen: er zyn 4 divisiegroepen
noodig.
Spr. betwist een Fransche stelling te heb
ben verkondigd en acht het vrijwilligerstelsel
een ideaal. Men is in 1922 te vlug naar be
neden gegaan; er is een minimum, dat niet
overschreden mog worden. Ons veldleger
wordt te oud door de kleine contingenten.
Het contingent van 23000 man acht spr. sterk
genoeg.
Geen militair kan, volgens spr., het voor
oefeningsinstituut in bescherming nemen. De
opleiding is te versnipperd en oncontroleer
baar; de jongelui hebben te korte gelegen
heid om tucht te leeren; er is te weinig tyd
voor oefeningen in verband; onvoldoende
gelegenheid voor kaderopleiding.
Inspecties brachten veel gebreken aan het
licht.
Hij meent, dat 'luitenant Doorman, we
gens droevige omstandigheden verhinderd
zyn prae-advies te verdedigen, niet zooveel
vraagt als de heer Schaepman meent. De
„Java" en „Sumatra" kostten 20 millioen: zij
zyn in den duursten tijd gebouwd en zon
der risico van de bouwers. De in het prae-
-advies gevraagde som bedraagt per jaar
15 millioen Dit In plaats van de huidige
9.500.000.
Tegenover den heer Ch. v. d. Biit merkt
spr. op, dat kruisers toch duikbooten moeten
steunen in tijd van oorlog. Wij zouden in
Indië niet alleen staan bij een eventueel con
flict. Het personeel-vraagstuk, zal volgens
spreker meevallen. Met overleg zou de vloot
op voldoende sterkte zijn te brengen.
Het leger in Indië was ook ingekrompen;
doch; doch na de communistische woelingen
werd dit leger weer versterkt, waardoor het
nog duurder was geworden.
Spr. meent, dat de beschrijving van de
verschrikking van den gasoorlog overdreven
is," en zegt ook, dat de voorbehoedmiddelen
geen deel uitmaken van de uitrusting van den
Nederlandschen militair.
Slotwoord Mgr. Nolens
De voorzitter, mgr. Nolens, dankt de prae
adviseurs voor hun arbeid. Hun werk zal nog
voortdurend geraadpleegd worden.
De conclusies zijn voor rekening van de
prae-adviseurs.
De vraagstukken, die een nationalen en
internationalen kant hebben, zijn het moei-
lykst daar men niet onderscheidt beider
aspecten. Afschaffing van dienstplicht vraagt
Rome alleen „de commun accord, bij onder
ling goedvinden".
Het ls gemakkelijk over de prioriteit van
veiligheid, scheidsgerecht, vermindering van
bewapening te praten als men er niet direct
by betrokken is.
Nederland verafschuwt den oorlog.
Kan de oorlog noodig en geoorloofd zijn?
vraagt spreker. Er zyn zooveel onderdeden
aan deze kwestie, dat men, om voorzichtig
conclusies te trekken, er niet opeens op ant
woorden kon.
Hoe groot moet het leger zijn?
Verschillende zienswyzen zyn hier moge-
lyk; spr. kan daar persoonlijk niet over oor-
deelen. Hiet moeten verantwoordelijke des
kundigen beslissen.
Wij hebben ons tegenwoordig proeram: in
de defensieparagraaf is voor den huidigen
toestand alles begrepen. Defensiemiddelen
moeten er zijn; wij hopen dat er geen ge
bruik van gemaakt behoeft te worden. Pre
ventieve werking is het grootste nut dat men
aan een leger kan toeschrijven. De naam
van ons departement van defensie en het
optreden van een burger-minister bannen
alle gedachten aan oorlog.
Met de besprekingen hier geleverd, kan
rekening gehouden worden bij de samenstel
ling van een volgend program.
Met den Christelijken groet sluit mgr.
Nolens vervolgens de vergadering.
Geen menschelijke steenrots
Onderstaande fyne schets van den steeds
onbewogen Mgr Nolens geeft „De Gelder
lander":
Bij de opening van den Partyraad her
dacht Mgr. Nolens den overleden Aartsbis
schop. De Nederlandsche Kerkprovincie, zoo
ving hij aan, heeft haren Aartsbisschop op
onverwachte wyze verloren.
En ieder dacht: dat is de nuchtere Nolens
weer: hy constateert het feit.
Maar het bleef stil na dien eersten zin.
De hand, die op den lessenaar rustte, beefde,
de mond opende zich, maar bracht geen ge
luid voort, achter in de keelwerd een
traan weggeslikt.
Tegen mijn gewoonte in, zoo verontschul
digde zich Monseigneur, ben ik wat aange
daan; maar van mijn studietijd af heb ik
den overledene al persoonlijk goed gekend.
Toen trachtte hy verder te gaan zich met
inspanning beheerschend. Maar telkens weer
stokte de stem en was er 'n seconde pauze.
Het gehoor was diep onder den indruk. En
inniger kon het Onze Vader „voor de ziele-
rust van deze schoone ziel" niet gebeden
worden dan na deze ontroerende rede.
Is er niet duizendmaal geschreven over de
nuchterheid van Dr. Nolens? Over zijn on
aandoenlijkheid en haast bovenmenschelijke
zelfbeheersching. Die dezen Monseigneur niet
van nabij kent, stelt hem zich voor als een
menschelyke steenrots, waarop alle golven
van gevoel terugspatten, maar hij is een
menseh als een ander en die een plaats
heeft in zyn hart, zit er diep. Dat heeft de
Partijraad gisteren gezien, wat 'n natuur
lijke menschensmart in dezen spreker bij de
herdenking van den vriend, dien de Dood
hem ontnomen had. De vergadering zal de
ontroering van dit bijzondere moment niet
licht vergeten
Het voorstel van B. en W. 2 December
in den Raad
De voorstellen van B. en W. van Leiden
inzake het ontwerpen van plannen voor den
bouw van een nieuw stadhuis zullen in de
raadsvergadering van 2 December aan de
orde komen.
Op niet-alledaagsche wijze
GRONINGEN, 23 Nov. Vrijdagavond
is te Schaphalsterzijl bij Winsum een fa
milietwist op niet alledaagsche wijze uit
vochten. De familie R. leefde reeds gerui-
men tijd in onmin met haar verwanten.
Gisteravond is een viertal familieleden naar
Schaphalsterzijl gekomen. Zij rameiden cle
deur, die voor hen gesloten bleef, rekenden
op hardhandige wijze met de bewoners af en
vertrokken daarna weer met medeneming
van alles, wat naar hun gading was, o.a.
een aantal koeien, een paard en een naai
machine. De politie heeft proces-verbaal
opgemaakt.
Verschenen is de Memorie van Antwoord
op het V. V. over het Xde Hoofdstuk der
Rij ksbegroo ting van 1930. Het volgende is
eraan ontleend.
Het ligt in de bedoeling van de regeering,
de arbeidswet -1919 stelselmatig en voort
varend tot verdere toepassing te brengen.
Thans wordt in de eerste plaats gewerkt
aan een werktijdenbesluit voor kantooi-
personeel, teneinde de bepalingen in de
eerste helft van 1931 in te voeren daarop
zal een regeling voor het hotel- en koffiehuis-
personeel zoo spoedie mogelijk volgen, terwijl
inmiddels een werktijdenbesluit voor apo
thekersbedienden tot stand zal komen.
Zijn deze regelingen in werking getreden,
dan blijft nog alleen van de Arbeidswet
ter invoering over de paragraat betreffende
den arbeid buiten tabrieken of werkplaatsen,
winkels, kantoren apotheken, koffiehuizen,
hotels, en verplegingsinrichtingen. Een eerste
stap daartoe vormen de rustdag-besluiten
voor transportarbeiders te land en voor
toonkunstenaars in bioscopen, welke op
1 Januari a.s. in werking treden. Het ligt in
de bedoeling, ijb de verdere invoering van
deze paragraaf allereerst de daaronder val
lende jeugdige personen te beschermen tegen
langdurigen en te laten arbeid.
De in het V. V. bepleite regeling van de
arbeids- en rusttijden voor het binnenvaart-
personeel, stuit nog af op eenige bezwaren.
Het ontwerp landbouw-Arbeids wet, dat in
voorbereiding is, beperkt zich tot kinderen,
jeugdige personen en vrouwen.
Het voorontwerp eener wettelijke regeling
betreffende de huisindistrie is bij den Hoogen
Raad van Arbeid aanhangig.
De in de Troonrede aangekondigde pu
bliekrechtelijke regeling van de collectieve
arbeidsovereenkomst beoogt het mogelijk
te maken, dat bepalingen van zulk een over
eenkomst onder beparlde omstandigheden
algemeen verbindend worden verklaard.
Dit wetsontwerp zal in den loop van dit
zittingsjaar worden aanhangig gemaakt.
De in de Troonrede aangekondigde be-
drijfsraden zullen volgens het thans m be
werking zijnde ontwerp in de eerste plaats tot
taak krijgen het verstrekken van advies in
den ruimsten zin over alles, wat de arbeids-
aangelegenheden in hef betrokken bedrijf
betreft, zoowel aan de overheid als aan de
belanghebbenden in het bedrijf.
De minister is bereid het vraagstuk van
een wettelijke regeling der arbeidersvacantie
in onderzoek te nemen.
De herziening der sociale verzekering,
welke in de Troonrede is aangekondigd, is
er in de eerste plaats op gericht, om verbete
ring te brengen in de voorzieningen, welke
de Invaliditeitswet bevat. De minister zal zijn
aandacht wijden aan maatregelen, welke,
Zonder het stelsel der thans bestaande ver
zekeringswetten aan te tasten, de uitvoering
vereenvoudigen en de organisatie der ver
zekering kunnen verbeteren. Het tot stand
komen van een regeling, waarbij de uitvoering
der geheele sociale verzeketings zou geschie
den op de wijze, als althans bij de land- en
tuinbouw-Ongevallenwet 1922 bestaat, acht
de minister, in het bijzonder met betrekking
tot de verplichte Invaliditeits- en ouderdomst
verzekering, onuitvoerbaar. De minister heef
geen principieel bezwaar tegen verhooging
va nde leeftijdsgrens in de Invaliditeitswet
Het door sommige leden uitgesproken oor
deel „dat de Invaliditeitswet schromelijk
wordt ontdoken".» kan de minister in zijn
algemeenheid niet onderschrijven, o.m. dank
zij de stelselmatige controle der Raden van
Arbeid.
Het ligt in 's Ministers voornemen, om de
wettelijke ziekte-verzekering met ingang
van 1 Maar» a.s. geheel in werking te laten
treden, behoudens de bepalingen van art.
48 en 124 dei Ziektewet, welke verband
houden mei r wettelijke regeling van het
Zie kenfondswezeu
Wettelijke regeling vsn de werkloosheids
verzekering acht de minister gewenscht
een regeling zal worden vooi bereid, waarvan
de. minister zich de verschillende fazen van
behandeling denkt na de overeenkomstige
behandelingsstadia van de herziening der
invaliditeitsverzekering.
Haar aanleiding van den wensch, dat te
werkstelling van buitenlandsche musici in
Nederland slechts geoorloofd zal zijn na
verkregen vergunning van den minister
van Arbeid, H en N., wordt medegedeeld,
da' zoodanige maatregel tot dusver door de
Nederlandsche regeering voor geen enkele
categorie van werknemers is ingevoerd.
De minister vertrouwt dat hij het in voor
bereiding zijnde ontwerp eener nieuwe
Merkenwet in den loop van dit zittingsjaar
zal kunnen indienen. De vraag, of in de ijk-
wet en het daarop berustend reglement
op de maten en gewichten wijzigingen be-
hooren te worden aangebracht, is in over
weging-
Wat het contzet van het departement met
den middenstand betreft aan een dri etal
vertrouwensmannen van den middensfand
wordt permanent de gelegenheid gegeven,
om bij de voorbereiding van eventueele be
slissingen waarbij middenstandsbelangen be
trokken zijn, van advies te dienen.
Het heeft de aandacht van den minister,
dat van de werkzaamheden van de algemeen
Nederlandsche Vereeniging voor Vreemde-
ingenverkeer niet zooveel wordt bespeurd,
als wel wenschelijk ware te achten. Het ligt
inderdaad op den weg der vereeniging, om
ten aanzien van prijzen van hotels en restau
rant- hier te lande, niet alleen tijdens groote
internationale congressen, doch in het alge
méén een invloed ten goede uit te oefenen.
Met het vraagstuk der moederschapszorg
houdt de minister zich bezig. Daarbii wordt
de zorg voor de ongehuwde moeder niet
vergeten.
De minister beaamt, dat voor de belangen
van de groote gezinnen gewaakt moet worden,
nu de omstandigheden dwongen »ot versobe-
FlS.MKrlENDuaT
ring m de volkshuisvesting. Hij houd» zich
bezig met de vraag wat in tiet Kader der
Woningwet voor de groote gezinnen kan
worden gedaan. Voor zoeveej het woning
vraagstuk voot de kleine boeren ïigt binnen
de grenzen van de Woningwet, en niet be 15263
hoort tot de Landarbeidersv/et, is de minister
bereid, eventueel ook daaraan aandacht te
HOOGSTRATEN
VIOLEN
ETALEERT HEDEN
ALLE DETAILS WELKE
BIJ UITNEMENDHEID
GESOHIKT ZIJN VOOR
ST. NICOLAAS-CADEAU.
6 RIDDERSTRAAT
Dr. Posthuma vertegenwoordiger.
Naar het „Ilbld." verneemt,is benoemd als
vertegenwoordiger van Nederland ter <rp 5
December aas. te Parijs byeen komende con
ferentie betreffende de inwerkingtreding van
het verdrag van 8 November 1927 tot af
schaffing van in- en uitvoerverboden en be
perkingen, oud-minister dr. P. E. Posthuma,
voorzitter van den Nijverheidsraad.
De regecringsvertegenwoordigers.
Bij Kon. besluit zijn benoemd tot gedele
geerden van de Ned. regeering bij het eerste
internationaal congres voor beton en gewa
pend beton, dat van 1 tot 6 Sept. 1930 te
Luik zal bijeenkomen: ir. J. A. Bakker, bui
tengewoon hoogleeraar aan de Technische
Hcog&school te Delft en dr. L. R. Wentholt,
hoofdingenieur van den Rijkswaterstaat te
Zutphen.
Ter bestrijding er -an
Den gemeenteraad van Rotterdam wordt
een crediet van f 300.000 gevraagd voor het
bouwen van barakken aan den Boezem ten
behoeve van lijders aan besmettelyke ziek
ten.
Bij Kon. Besluit van 13 November is met
ingang van dien datum op hun verzoek eer
vol ontslag verleend aan de heeren mr. Aug.
Philips te 's-Gravenhage en dr. F. G. Waller
te Delft als lid en aan de heeren ir. G. A.
Kessler te IJmuiden, Th. van Ravesteyn te
Delft en J. C. Redele te Dordrecht als
plaatsvervangend lid van den Hoogen Raad
van Arbeid onder dankbetuiging voor de door
hen in die functie bewezen diensten en zyn
benoemd tot lid van den Hoogen Raad van
Arbeid de heeren ir. J. A. Kalff, te Hilver
sum en H. P. Gelderman C.Mzn., te Olden-
zaal en tot plaatsv. lid de heeren prof. ir.
D. Dresden te Utrecht, ir. A. de Kanter te
Rotterdam en B. H. M. Lips te Dordrecht,
onder bepaling, dat deze plaatsvervangende
leden zullen optreden onderscheidenlijk ter
vervanging van de leden van den Hoogen
Raad van Arbeid mr. C. H. Guépin, mr. P.
W. J. H. Cort van der Linden en ir. J. A.
Kalff.
De geneeskundige controle er op
De Minister van Arbeid, Handel en Nij
verheid heeft aan de Commissie tot het in
stellen van een onderzoek naar de wijze,
waarop in Duitschland de geneeskundige
controle op de bij ziekenkassen verzekerden
geschiedt, toegevoegd dr. H. J. W. Droog
lever Fortuyn, secretaris van de Nederland
sche Maatschappij tot Bevordering der
Geneeskunst,
Deelneming door de stad Rotterdam.
Aan den gemeenteraad van Rotterdam
wordt machtiging gevraagd de stad te doen
deelnemen aan de wereldtentoonstelling te
Antwerpen. Voor de inrichting van de Rot-
terdamsche afdeeling zal met inbegrip
van een vergoeding van 35.000, aan het
Ryk verschuldigd voor het Nederlandsche
paviljoen in het geheel een crediet van
69.000 benoodigd zijn, waarvan 9000 in
den vorm van standhuur van de deelnemen,
de particuliere firma's die met de gemeente
in een stand zullen uitkomen, in de gemeen
tekas terug zal vloeien.
Opgegeven door v. d. Graaf en Co. N. V.
(Afd. Handelsinformaties).
Uitgesproken
20 Nov. S. C. Vos, weduwe T. Koster, (tij
delijk verblijvende Zuiderparklaan 199 Den
Haag), wonende Rotterdam, v. d. Poelstraat
68a. R.c. Mr. D. M. Paré. Cur. Mr. J. Bus-
kop, Rotterdam.
21 Nov. A. v. d. Abeele, koopman, Wessel-
straat 300, Den Haag, R.c. Mr. G. H. B.
v. d. Boom. Cur. Mr. P. J. de Kanter, den
Haag, Toumooiveld 4.
21 Nov. F. F. Grote, koopman, den Haag,
Bezuidenhoutscheweg 126. R.c. Jhr. Mr. Th.
J. C. Calkoen. Cur. Mr. P. J de Kanter, den
Haag, Toumooiveld 4.
21 Nov. D. F. Ligtvoet, reiziger, Leiden,
Hcoglamdsche kerksteeg 2. R.c. Mr. G. Schol
ten. Cur. Mr. E. J. Gelderman, Leiden.
21 Nov. B. Rooyakers, rywielhersteller, den
Haag, Paul Krugerplein 12. R-s. Mr. F. J. A.
Hijink. Cur. Mr. J. D. Schaper, den Haag,
Heemskerkstraat 28.
22 Nov. J. LoosSchilders, smid, Dinther,
Vorstenbosch. R.c. Mr. C. W. Vollgraf. Cur'.
Mr. J. Ph. Lelyveld, Dinther.
22 Nov H. J. van Arendonk, smid, Moer
gestel. R.c. Mr. Sassen. Cur. Mr. J. J. A.
v. d. Putt, Eindhoven.
22 Nov. E. A. Dekkers, koopman, Eindho
ven, Aalsterweg 49. R.c. Mr. Sassen. Cur. Mr.
Dr. L. Janssens, Eindhoven.
22 Nov. G. Vos, Andel, Rietdijk. R.c. Mr.
W. J. M. Ummels. Cur. Mr. J Ruijgrok.
Dussen.
22 Nov. H. de Bruijn, „De Korenbloemêê.
den Bosch, Orthenstraat 63. R.c. Mr. C. W.
Vol! graf f. Cur. Jhr. Mr. C. v. Nispen tot
Sevenaer, den Bosch
22 Nov. L. Hofman, sleepboot-ondernemer,
Onderdendam (gem. Bedum). R.c. Mr. B. P.
Enklaar. Cur. Mr. J. E. Mulder, Groningen.
22 Nov. J. K. Dekens, timmerman, Gro
ningen, Wipstraat 7. R.c. Mr. B. p. Enklaar.
Cur. Mr. T. v. Mesdag, Groningen.
22 Nov. s. Smit, caféhouder, de Punt (gem.
Haren). R.c. Mr. B. P. Enklaar. Cur. Mr. W.
H. Dommering.e Groningen.
22 Nov. J. B. van Ree, winkelier in ta
pijten, Rotterdam, Volphaartsbooht 101. R.c.
Mr. D. H. Paré. Cur. Mr. H.F. Brevee, Rot
terdam.
22 Nov. J. J. Verhulst, rywielhersteller,
Rotterdam, Beukelaarstraat 51a. R.c. Mr. D.
H. Paré. Cur. Mr. G. van Geest, Rotterdam.
22 Nov. C. P. van Londen, koopman,
Utrecht, Willemstraat 16. R.c. Mr. J. E. v.
d. Meulen. Cur Mr. D. Haaiman, Utrecht.
In de week van 1823 November 1929 zyn
in Nederland uitgesproken 57 faillissementen.
Opgeheven wegens gebrek aan actief:
21 Nov. M. A. A. Lubbers, Scehveningen
21 Nov. P. J. Dansen, den Haag.
22 Nov. J. Stas, Heeze.
22 Nov. J. C. Sturkenboom, Rotterdam.
Een bouwplaat der vliegtuigmodellen
De K.L.M, heeft naar aanleiding van de
postvluebten op Indië zooveel aanvragen
ontvangen voor modellen van de daarbij ge
bezigde 3 motorige Fokkervliegtuigen, dat
zij besloten heeft een bouwplaat hiervan te
laten vervaardigen, die bij de firma Diepe-
rink Co. te Amsterdam verschijnt
Wijl de modellen uit hout en metaal zijn
vervaardigd en niet voor ieders beurs be
reikbaar zijn, kan deze bouwprent de mo
dellen uitstekend vervangen, daar zij een
zeer zuiver beeld geeft van het gebruikte
vliegtuigtype en de samenstelling ervan bo
vendien leerzaam is.
Voor '1 nachts
Voor overdag is
de moderne crème'
In de Engelschc kerk te Amsterdam
Donderdag 28 November vln.1t van 12.15
tot 1.15, in de Engelsche kerk aan den Groen
burgwal te Amsterdam de plech^ge onthul
ling plaats van twee gedenkramen, welke
onthulling door H M. de Koningin persoon-
lijk zal geschieden Behalve Hare Majesteit
met gevolg zal aanwezig zijn d_ bisschop
van Fulham.
Naar de Ned. meldt staat de dienst onder
leiding van den voorganger ds. W. W.
Lukas. Om 12.30 hoopt de Koningin met ge
volg de kerk binnen te komen, waarna de
dienst een aanvang neemt1
Deze geheele plechtighei; wordt via het
radiostation te Huizen door de Nederland
sche Christeiyke Radio-Vtreeniging over Ne
derland verspreid.
Te Leiden is overleden de her-r C. Syt
hoff, een der bekendste leiders in het oou-
rantenbedrijf.
In 1921 heeft hij, na 40 jaar li-t directeur
schap van het „Rotterdamsch Nieuwsblad"
te hebben waargenomen deze functie neer
gelegd, doch bleef als president-commissaris
aan de vennootschap verbonden
33. Trijn werd vervolgens opgenomen, dat maakte haar weer
heel erg bang. .Ik vind het meer dan griezelig," daeht ze,
„ik lig bijna op dien" vent zijn wang." Bevreesd keek zs naai
den wilde: ze was voor hem een lichte vracht, „Dat zoo'n
spook me eens zou dragen, dat had ik Trijntje, nooit ver
wacht."
64. Hoog op de draagbaar gezeten, keek Trijn bezorgd de om
geving rond. „Ik wou," zeide ze tot zichzelve, „dat Jan
Klaassen mij zoo vond." Zes wilden droegen de draagbaar,
ze gingen in gezwind en pas, de anderen volgden, ook Piero,
die nog altijd gebonden was.