a Binnenlandsch Nieuws IIS pepermunt gebruikt, laat de meest verkwikkende versnapering aan zich voorbijgaan RADIO-AMATEUR BELANG STELT ^•ca-^ou U(3fi cfcJirtscJ^lycyxrnT "(Goud etiket) is c/e een/ge echte. VIERDE BLAD VRIJDAG 29 NOVEMBER 1929 BLADZIJDE 1 Hoe werkt de Detectorlamp? L i -i Wor k a crown. TWEEDE KAMER VERGADERING VAN DONDERDAG 28 NOVEMBER Wijziging Lageronderwijswet Emigratie naar de Ver. Staten GEMENGD NIEUWS Door een vallenden boom getroffen Waarschuwing Vermist Vermist KERKNIEUWS Pater Frumentius Lips f RECHTSZAKEN Inbraak te Oostzaan FAILLISSEMENTEN ■fafyé iegen. neu^oerboudheid ..uc rtauio-lampen, ook de detectorlamp, hebben vier pennen, waarvan twee dienen voor aansluiting, van de plus en min pool van den accumulator (bij gelijkstroomtoe- stellen), één voor het rooster en één voor' de plaat (anode). De gelijkrichterlamp heeft slechts drie pennen, twee weer voor den i gloeidraad en de andere voor de plaat, het j rooster vervalt hier dus, is ook overbodig. Buiten beschouwing laten wij de afge-; schermde roosterlampen, de zoogenaamde i penthode-lampen, enz. i Wanneer nu door den gloeidraad van de j Radiolamp een electrische stroom wordt ge voerd, zoodat deze verwarmd wordt, en men geeft de plaat een positieve spanning, dan ontstaat er een stroom van electronen naar deze plaat. Wat electronen zijn, hebben wy reeds in één der vorige artikelen besproken. De door den gloeidraad afgestooten electro nen zijn nX negatief geladen, de positief geladen plaat trekt deze dus aan, er vindt stroomdoorgang door de Radiolamp plaats. Het is wel aardig hier even te memoree- ren, dat de uitvinding van de Radiolamp in direct weer terug te brengen is tot een ont dekking, gedaan door den grootsten uit vinder van onzen tijd, Th. A. Edison. Fig. 1. Een principe-schema van de schake ling van een detectortamp Edison had n.l. opgemerkt, dat, wanneer een metalen plaat in de nabijheid van een brandende gloeilamp werd geplaatst, een natuurlijk uiterst gevoelige galvanometer, verbonden met die plaat en de positieve zij de van den gloeidraad, een uitslag gaf, die wees op doorvloeiing van een gelijkstroomp- je. Verbinding van den galvanometer tus- schen plaat en min-zijde van den gloeidraad gaf daarentegen geen uitslag. Dit verschijn sel is bekend als het Edison-effect en hierop •waren de waarnemingen van de eigenlijke uitvinders en verdere vervolmakers van de Radiolamp in zijn huidigen vorm gebaseerd. Van deze pioniers noemen wij alleen Dr. J. A. Fleming en Dr. Lee de Forest. Om tot ons onderwerp terug te keeren, de grootte der electronenstroom is afhanke lijk van eenige factoren. In de eerste plaats van den graad van verwarming van den gloeidraad; door deze verwarming op te voeren kan men den electronenstroom dus eveneens opvoeren. En in de tweede plaats van de positieve lading van de plaat; men zal wel bemerkt hebben dat opvoering van de Anode-spanning tot op zekere hoogte ver hooging der geluidsterkte geeft, d. w. z. men maakt den electronenstroom krachti ger, want hierop komt het neer. Het spreekt echter vanzelf, dat er een plaatspanning is en ook een gloeispanning, waarbij de Radiolamp het gunstigst werkt; deze beide spanningen worden door den lamp-fabrikant aangegeven, zijn voor iede re lamp dus bekend, al zal elke lamp van ieder type kleine afwijkingen vertoonen, die echter proefondervindelijk vast te stellen zijn. Het komt dus hierop neer, dat de elec- tronenstroom voor de Radiolamp constant zou zijn, als het rooster er niet was. Fig. 1 geeft het schema weer van een éénlamps-toestel, de lamp is dus een detec torlamp. In dit schema is onder meer te zien, dat het rooster verbonden is met de inductie-spoel, de wisselende spanningen van de opgevangen signaaltjes zullendus het rooster beurtelings positief en negatief la den. Deze spanningsvariaties zijn heel ge ring, maar voor het doel voldoende (men kan ze eventueel versterken met de h. f. lamp). Het rooster bevindt zich om den gloeidraad en is meestal niet anders dan een eenvou dige spiraal, (de moderne lampen hebben veelal een eenigszins anders gebouwd roos ter, maar dat doet aan de zaak niets af) de electronenstroom ondervindt dus nor maal geen hinder van deze in wezen gerin ge versperring op den weg naar de plaat. Het rooster is echter veel dichter bij den gloeidraad, en geringe positieve lading van hetrooster verhoogt dus de electronenstroom belangrijk meer, dan een dergelijke verhoo ging van de plaatspanning zou doen. Het verschil is tien- en meervoudig. Wei nig electronen worden echter door het roos ter vastgehouden, zoodat deze verhoogde electronenstroom voor het belangrijkste deel de plaat bereikt. Wordt daarentegen het rooster negatief geladen, dan ondervinden de electronen een afstootende werking hiervan, de electronen stroom wordt dus getemperd. Bij ontvangst wordt zoodoende de electronenstroom door het rooster geregeld, welke regeling, dit volgt duidelijk uit onze redeneering, uitslui tend afhangt van de ontvangen signalen. Het rooster verricht hier de functie van verkeersagent, om een modem (of is het reeds een oud?) beeld te gebruiken. Om de werking van het rooster te verhoo- gen, dient de spoel L 3, de zoogenaamde terugkoppelspoel. Door deze spoel vloeien nJ. de plaatstroompjes, die varieeren in sterkte. In spoel L I wordt hierdoor weer een overeenkomstig varieerende stroom geïndu ceerd, welke de werking van 't rooster ver sterkt; wij willen het echter bij deze opmer king, wat dit punt betreft, laten. De lamp karakteristiek In het bovenstaande werd reeds gezin speeld op de gegevens betreffende plaat spanning en gloeispanning, door den fabri kant bij iedere lamp verstrekt. Voorts sluit de fabrikant by zijn product een grafische voorstelling in, waaruit het gedrag van zijn fabrikaat onder uiteenloopende omstandig heden af te lezen valt, de „lampkarakte- ristiek". Het is dus nuttig, dat men weet op welke manier de benoodigde gegevens uit deze karakteristiek te „lezen" zijn. Een dergelijke grafische voorstelling geven wij in fig. 2 van de Philips Wisselstroom „Miniwatt" lamp E 415 (met indirect ver hitte kathode) om een karakteristiek te heb ben, die in een laboratorium is opgenomen. Op de horizontale as wordt de rooster- spanning Vg uitgezet, de plaatstroom Ia in mA op de verticale as. Bij een constant ge houden plaatspanning wordt bij verschillen de waarden van de roosterspanning de elec tronenstroom gemeten, en door deze punten te verbinden de in de grafiek voorkomende „krommen" getrokken. In fig. 2 zijn drie krommen gegeven, resp. bij plaatspanningen van 150, 100 en-50 Volt (Va is 150 Volt, enz.) Uit deze karakteristiek is dus af te lezen om even de gedachten te bepalen dat bij een plaatspanning van 150 Volt en een roosterspanning van 0 Volt door de lamp een stroom gaat van plm. 17 mA. Bij 100 en 50 Volt plaatspanning zijn deze waarden resp. 10 en 414 mA. Deze stroomen noemt men de ruststroomen van de lamp. In den linker-bovenhoek van den grafiek staan nog eenige waarden, die van belang zijn, genoteerd en wel; Vf Voltage filament gloeispanning 4 Volt; If Filamentstroom gloeistroom 0.9 A; Va Anodespanning 50 150 Volt; g versterkingsfactor 15; S steilheid 2,0 mA/Volt. Uit de karakteristiek is eveneens de ver sterkingsfactor af te lezen, althans te be rekenen. Een plaatspanningsverandering roept een plaatstroom-variatie in het leven, die echter weer op te heffen is door het doen optre den van een, dan bepaalde roosterspan- ningsverandering. De verhouding tusschen deze spanningen (uitgedrukt in Volts) wordt de versterkingsfactor van de lamp genoemd. Een voorbeeld van een dergelijke berekening: PHILIPS £4/5 25\ia[mA) *«4:0V if 09 A va s 50-150V 9=15 S 2jOJf- -20. 10 15 ."ig. 2. De karakteristiek van Philips lamp E 415 Bij een plaatspanning van 50 Volt en een roosterspanning van 0 Volt, is de anode - stroom pl.m. 4'A mA. Verhoogt men de plaatspanning tot 100 Volt dan wordt deze stroom pl.m. 10 mA. Voor het terugbrengen van dezen stroom tot weer 4% mA. bij een plaatspanning van 100 Volt, is een negatie ve roosterspanning noodig van iets meer dan 3 Volt. De versterkingsfactor g is dan te berekenen uit de breuk 50/ruim is 15. Over de steilheid van de karakteristiek het volgende: Als de „krommen" nagenoeg loodrecht zijn, dan is 'n kleine roosterspan- ningswijziging voldoende om een groote plaatstroomwijziging te veroorzaken. In vele gevallen is dit een voordeel. Uit fig. 2 blijkt, dat bij een constante plaatspanning van 100 Volt de stroomsterkte van 5 m.A. tot 10 m.A. toeneemt bij een ne gatieve roosterspanningsafname van 2% Volt tot 0 Volt, een stroomverandering dus van 5 mA. bij 2% Volt. De steilheid van de karakteristiek wordt in deze beide waarden uitgedrukt. S 2.0 mA./V. (2 mA. per Volt roosterspanning). Mocht een en ander den lezer .ontgaan zijn, dan zal deze kleine herinnering voldoende blijken te zijn. •£••••»--—"v'~ fXDKiO! W/A',. SXTCQ/ïi Voor engros bij: Fa. C. H. HEILKER, Haarlem Voorzitter: mr. J. R. H. van Schaik Bij de voortzetting der behandeling van de begrooting van binnenlandsche zaken en landbouw deelde MINISTER RUYS mede, dat de werkverschaffing niet wordt geliqui deerd. Het uitvoeren van groote werken zal het vraagstuk der werkloosheid niet oplos sen. De mogelijkheid van een overeenkomst met de aannemers tot indienststelling van werkloozen, zal spr. met Waterstaat bespre ken. Inzake den aandrang tot opheffing van beperkende bepalingen voor de toela ting tot de werkverschaffing betoogt hij dat de prikkel tot het zoeken van werk niet mag worden weggenomen. Voor een centrale commissie voor Zuidoost Friesland ie naast de bestaande commissie geen reden. De toeslag aan de verveners is in onder zoek, binnenlandsche kolonisatie kan spre ker niet bevorderen. Bij de afdeeling landbouw bepleit de heer FLESKENS daadwerkelijken regeeringssteun voor verlaging van productiekosten en ver hooging van den afzet van landbouwpro ducten. Op voorlichting in het belang van den uitvoer, lager landbouwonderwijs, on derhandelingstarief, verhooging van invoer recht voor geïmproviseerd vleesch en belas tingverlaging wordt aangedrongen. De heer VAN VOORST TOT VOORST bepleit centralisatie voor de zorg voor ver hooging bodemproductie door vorming van een fonds. De MINISTER zegt toe de lijn, door zijn ambtsvoorganger getrokken, door te trek ken en het jaarverslag aan het laatst ver schenen te doen aansluiten. Bij de afdeeling werkverschaffing komt de heer v. d. HEIDE op tegen de suggesties tot inkrimping der werkverschaffing en brengt hij hulde aan oud-minister Kan voor zijn opbouwend werk in Drenthe. Spr. verzoekt de beperkingen aan de toelating tot de werkverschaffing verbonden op te heffen. De heer BAKKER bepleit vervanging der werkverschaffing door productieve werkge legenheid, uitvoering van werken in het vrije bedrijf met Rijkssteun en instelling van een centrale commissie voor den eco- nomischen en geestelijken opbouw van Zuidocst Friesland. De heer HIEMSTRA komt op tegen het beschouwen der maatregelen inzake de werkloosheid als armenzorg en dringt aan op werkverruiming. Dr. VOS dringt aan op een volledig on derzoek naar de oorzaken der werkloosheid. Dr. VOS bepleit afzonderlijke maatrege len voor de invalide arbeiders en overleg met industrieelen over de vestiging van in dustrieën in streken van groote werkloos heid De heer VAN DEN TEMPEL waarschuwt tegen optimisme daar misschien een wijzi ging in de bedryfsconjuctuur en uitbreiding der werkloosheid te verwachten is; hij dringt aan op voortzetting der ontginning en be vordering van vakopleiding en op over eenkomst met aannemers van Rijkswerken tot tewerkstelling van werkloozen. De heer v. VOORST TOT VOORST dringt aan op voortzetting van den arbeid ten bate van Drenthe in vollen omvang en zou liquidatie van dien arbeid, welke in iet voornemen schijnt te liggen, zeer betreuren. De heer EBELS wenscht maatregelen ter bestrijding van de werkloosheid in Oosten- lijk Groningen. De heer WIJNKOOP wijst op de toene ming der werkloosheid, die reeds weer be gonnen is, en critiseert het beleid van den vorigen Minister, dat de moeilijkheden ver oorzaakte. Avondvergadering van Donderdag 28 Nov. Geopend te acht uur. Voorzitter: de heer J. H. A. SCHAPER WATERSTAATSBEGROOTING 1930 Voortgegaan wordt met de behandeling van de Waterstaatsbegrooting 1930. De VOORZITTER verzoekt den leden, zich in hun redevoeringen zooveel mogelijk te beperken, opdat deze begrooting dezen avond op een niet laat uur kan zijn afge daan. De heer BRAUTIGAM (S.D.) klaagt over ongunstige verblijven van schepelingen aan boord van passagiers- en vooral van han- H pi ccph pnpn Voorts betreurt spr., dat op de Internatio nale Conferentie, in het voorjaar van 1929 te Londen gehouden tot herziening van de conventie ter beveiliging van menschenle- vens op zee de schepelingenorganisaties niet in de Nederlandsche delegatie waren verte genwoordigd. Ten slotte vraagt spr. maatregelen tot strengere controle op de uitwateringsvoor schriften, in het bijzonder tegen overlading. Minister REYMER antwoordt, dat de con trole op de uitwateringsvoorschriften, wat Nederland betreft, scherp is. Spr. zal intus- schen deze zaak nog eens nagaan. Wat de samenstelling der Ned. delegatie op de Londensche conferentie betreft, deze samenstelling is niet geschied door de Scheepvaartinspectie maar door de Regee ring. Het vrijwillig toezicht op de verblijven der schepelingen aan boord verdient voorkeur boven Regeerings-ingrijpen. Bij den bouw van nieuwe schepen wordt reeds rekening gehouden met ruimere begrippen omtrent die verblijven. De heer DROP (S.D.) wenscht, dat ge zorgd zal worden voor volledige uitkeering aan de nagelaten betrekkingen van de be manning van het verongelukte visschers- vaartuig R.O. 42. waarvan na de scheeps ramp bleek dat die bemanning onverze kerd was. Minister REYMER meent dat de betrok kenen overeenkomstig de Zeeongevallenwet rijn behandeld en dat zij de volledige uitkee ring hebben ontvangen. Spr. zal dit echter nader onderzoeken. Aan de orde is de afd. Mijnwezen De heer KRIJGER (C.H.) vraagt o.m o de Protestantsch Christelijke Mijnwerkers- bond zal worden vertegenwoordigd in de de legatie, die ons land zal zenden naar de in 1930 te houden internationale conferentie inzake het steenkolenvraagstuk. Nog uit spr de hoop dat de Minister over leg zal plegen met zijn ambtgenoot van Bin nenlandsche Zaken om te bevorderen, dat werklooze Nederlandsche arbeiders, die daar voor geschikt zijn, naar de mijnen kunnen worden gezonden. De heer HERMANS (R.K.) wenscht betere regeling van de rechtspositie der mijnar beiders. Het instituut der Contactcommissie behoeft thans eindelijk eens 'n wettelijke re geling. De pensioenen van de mijnarbeiders zijn veel te laag. Ook omtrent de ziektegevallen is een on derzoek ingesteld. De arbeidsduur in de mijnen zou door internationale regeling op zes uur kunnen worden gebracht; spr. hoopt, dat men meer en meer tot internationaal overleg omtrent de arbeidsvoorwaarden zal geraken. De heer DROP (S.D.A.P.) brengt in her innering, dat nog slechts enkele jaren ge leden de denkbeelden omtrent verkorting van arbeidsduur en verbetering van arbeids voorwaarden door de regeering niet in het belang van de productie der mijnen en niet wenschelijk werden geoordeeld. Ook de heer Hermans schaarde zich toen nog aan die zijde. Het verheugt spr. thans andere ge luiden van dien kant te mogen hooren. In het algemeen laat het overleg met de werknemers bij de mijnen nog veel te wenschen over. De heer SMEENK (A.R.) vertrouwt, dat de Minister overleg zal plegen met zijn ambtgenoot van Arbeid om te geraken tot betere erkenning van de principieele ar beidersorganisaties in de mijnstreek, ook inzake vertegenwoordiging bij internationale mijnaangelegenheden. Ook in de pensioenregeling is verbetering noodig. Het aanwerven van buitenlandsche arbeiders voor niet-zware mijn-werkzaam heden, acht spr. ongeoorloofd, waar er zoo veel Nederlandsche werkloozen zyn. De heer BAKKER (C.H.) brengt o.a. on der de aandacht van den Minister, dat de bouw eener synthetische ammoniakfabriek in de mijn Maurits buiten de bepalingen omtrent het Mijnwezen is gesteld. Minister REYMER antwoordt, dat de Re geering niet rechtstreeks is betrokken bij het internationaal overleg inzake 't steen- kolenvraagstuk. Naar de voorbereidende technische confe rentie te Genève vanwege den Raad van Be heer der Internationale Arbeidersorganisatie hoopt spr. een zoo goed mogelijke delegatie te zenden. Bij zijn bezoek aan de mijnen heeft spr. zich op de hoogte gesteld van de daar heer- schende toestanden, die minder ongunstig zijn dan de heer Drop meent. De Mijnraad is geen politiek college en er is geen enkele aanleiding om 'n bepaalden persoon daarin op te nemen, omdat hij tot een bepaalde politieke of sociale groep be hoort. Evenmin mag uitsluiting van bepaalde groepen plaats hebben. Spr. wijst ër verder op, dat de arbeiders mn grievenden wenschen te allen tijde ken baar kunnen maken aan den hoofdingenieur, die met deze aangelegenheden is belast. Tegenover uitbreiding van het aantal ar beiders-controleurs staat spr. zeer nuchter; dit is geen politieke kwestie. Voorloopig acht spr. uitbreiding niet noodig. Spr. erkent dat de pensioenregeling verbetering behoeft. De zaak van de wettelijke regeling van de Con tactcommissies heeft sprekers aandacht. Het zal niet gemakkelijk zijn, werklooze arbeiders, die geen mijnwerk gewend zijn. naar de mijnen te krijgen. Bij art. 261 is tevens de begrooting van het Staatsvisschershavenbedrijf aan de orde. De heer v. d. BILT (R.K.) dringt aan op verlaging van erfpachtcanons voor industri- eele terreinen, opdat deze meer in verhou ding komen te staan tot de waarde van plaatselijke industrie-terreinen in het alge meen. Minister REYMER heeft niet den indruk verkregen, dat de erfpachtcanons te hoog zijn. De begrooting van het Staatsvisschers havenbedrijf wordt z.h.s. vastgesteld. Bij de afdeeling Rijkspostspaarbank dringt de heer LINGBEEK (H.G.S.) aan op eenige verhooging van de rente der bij die instelling belegde gelden. Minister REYMER zal den wensch van den heer Lingbeek nog eens nalezen. Bij de onderafdeeling Kanalen geeft de heer BONGAERTS (R.K.) den Minister in overweging om den post voor het maken van een nieuwe sluis c.a. bij Vreeswijk terug te nemen om niet vooruit te loopen op de beslissing inzake de scheepvaartverbinding van Amsterdam met den Boven-Rijn. Minister REYMER geeft daaraan, in dien zin gevolg, dat hij de uitgetrokken 10.000 verandert in een memoriepost. Bij art. 291 (memoriepost voor den aanleg van een scheepvaartverbinding van Amster dam met den Boven-Rijn ten behoeve van de Rijnvaart en verbetering van den scheep vaartweg AmsterdamVreeswijk ten behoe ve van de binnenscheepvaart) wijst de heer KRIJGER (C.H.) op de groote urgentie van een oplossing dezer aangelegenheid. Spr. is van meening, dat hij niet te veel vraagt, wanneer hy den Minister verzoekt vóór 1 Februari as. een beslissing te nemen en te bevorderen, dat na het Kerstreces het betreffende wetsontwerp wordt ingediend. De heer I. H. J. VOS (Lib.) sluit zich aan bij den aandrang van den heer Krijger. Spr. bevestigt, dat vrijwel algemeen te Amsterdam de voorkeur wordt gegeven aan het plan-Wijk-bij-Duurstede en dat de uit spraak voor het Vallei-plan een wanhoops daad was. De heer KETELAAR (V.D.( is van oordeel, dat de Minister n de memorie van antwoord zich nog te zeer heeft laten leiden door men- schen, die niet van de urgentie dezer scheep vaartverbinding overtuigd zijn. Als oud-parlementariër geeft spr. dezen Minister die aan den tragen gang van zaken in dezen zoo onschuldig is als een pasgeboren kind ernstig in overweging met energie en doortastendheid een beslis sing te bevorderen. De heer VAN DEN TEMPEL (S. D.) sluit z5ch bii de snrekers a"n De heer BONGAERTS (R. K.) heeft om trent de keuze van het tracé geen bepaal de voorkeur. Allereerst gaat het er om, Amsterdam een goede verbinding te geven met de groote rivieren. De Minister denke er echter aan, dat men niet de scheepvaart moet helpen door den landbouw te schaden en dat rekening moet worden gehouden met den afvoer van kwel water. Voorts moet niet alleen het achterland van den Rijn, maar ook dat van de Maas in oogenschouw worden genomen. Het onderzoek naar een en ander behoeft niet te zijn afgeloopen alvorens de minister met een plan voor een kanaal voor den dag kan komen. De heer WIJNKOOP (Comm.) erkent niet de noodzakelijkheid van het kanaal op grond van een of andere concurrentie. Vast staat evenwel, dat Nederland op waterstaats gebied niet de plaats inneemt, die het zou kunnen innemen. De Minister van Waterstaat. Mr. REYMER heeft met belangstelling de debatten ge volgd en hij dankt voor den toon van ver trouwen die daar uit spreekt voor hem als nieuw Minister. Spr. heeft den post als me moriepost op de begrooting gebracht, om daarmee in elk geval te willen zeggen, dat hoe het ook loopt, de verbinding er moet komen Spr. is zich volkomen bewust, dat deze zaak zeer lang gesleept heeft en dat zij niet langer slepende mag blijven. By art. 293 (aanleg -an scheepvaartka nalen naar Twenthe) bepleit de heer KRIJ GER (C. H.) bespoediging De heer dr. VOS (Lib.) sluit zich daarbij aan; spr dringt aan op verhooging van het voor 1930 uitgetrokken bedrag van 2.4 mil- lioen. De neer XAMPSCHÖER (R. K.) sluit zich bij de vorige sprekers aan. Minister REYMER acht het een eerste vereischte om Twenthe met den IJssel in verbinding te brengen Krachtige aandrang op den aanleg van kanalen is eveneens uit geoefend ten opzichte, o.a. van Groningen en Friesland Daarom aan niet alles ineens op de begrooting worden gebracht. Spr. er kent de urgentie De Waterstaatsbegrooting wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Twee minuten na middernach: wordt de vergadering verdaagd tot hedenmiddag één uur. Voorloopig verslag Verschenen is het Voorloopig Verslag over het ontwerp wijziging var. artikel i93. vijfde lid, der Lageronderwijswet 192u, en van pa ragraaf li van artikel LX1V oer wet van 16 Februari 1923 tot wijziging var de La ger-onderwijswet 1920. Terwijl tegen het voorstel om. in Afwach ting van de verschijning van hel rapport der Staatscommissie-Rutgers aldus het verslag, den in an 193, vijfde lid der Lager-onderwijswet 1920 genoemden termijn met een jaar te verlengen, geer, bezwaren werden ingebracht verklaarden verschei dene leden te betreuren, dat de Regeering voorstelt ook den termijn, genoemd in pa ragraaf 11 van art. LX'.V der wet van 16 Februari 1923 wederom mee eei. j; er te ver lengen. Eenige dezer leden hadden tegen een nieu we verlenging van den werkingsduur van laatstgenoemd voorschrift bedenking op grond van hun meening, dat hei van den aanvang af als tijdelijk redoelde voorschrift van genoemde paragraa, 11, behelst een onbillijke beperking van de bevoegdheid tot het stichten van bijzondere lagere scholen, zooals die in art. 73 der Lager-onderwijswet 1920 is geregeld Andere leden opperden tegen de gevraag de verlenging bezwaren van geheel anderen aard. Vele andere leden gaven als hur gevoelen te kennen, dat de Kamer bezwaarijk anders zal kunnen doen dan met dit voorstel om den werkingsduur van art LXIV. paragraaf 11, opnieuw met een jaar te verlengen, me de te gaan. Gaarne zou men vernemen, of de regee ring reeds kan mededeclen, teg"n welk tijd stip de verschijning van het rapport der Staatscommissie-Rutgers kan worden tege moet gezien. Concentratie van aanvragen te Rotterdam Het Amerikaansche consulaat-generaal deelt het volgende mede- Het Staatsdepartement der Vereenigde Staten heeft besloten het geheele immigra- tiewerk te Rotterdam te concentrteren, óók de registratie van de aanvragers Derhalve moeten zy, die uit alle Nederlandsche pro vincies een visum wenschen aan te vra gen ook wanneer zij in het consulaat- generaal te Amsterdam staan ingeschreven in het vervolg hun correspondentie rich ten tot de immigratie-afdeeling van het Amerikaansche consulaat te Rotterdam Personen, die wonen in de provincies Noord-Holland, Utrecht. Gelderland Overij- sen, Drente, Friesland en Groningen en die tijdelijke bezoeken wenschen te brengen aan de Vereenigde Staten voor zaker. of voor genoegen, kunnen hur, vis m verkrijgen bij het consulaat-generaal te Amsterdam. Te Finsterwolde heeft de arbeider O. Kui per een neervallenden boom op zich gekre gen. Hy werd zwaar gewond en in het zie kenhuis te Groningen opgenomen. De commissaris van politie te Dordrecht geeft in het Algemeen Politieblad een ieder in overweging, alvorens relaties aan te knoopen met C. A. van der Zee, houder van een incasso- en informatiebureau, wonende tc Schiedam, van Swindenstraat 39, kantoor houdende te Dordrecht aan de Boogjes 55, inlichtingen in te winnen aan zijn bureau, afdeeling recherche, Groenmarkt 69, te Dordrecht. In het laatst der maand October verliet de 17-jarige L. A. v. D., geboortig uit Rot terdam zijn dienst bij W. van Tienen te Mill, bij wien hy als electriciën in betrekking was. Sindsdien werd niets meer van hem vernomen en ook in het gesticht te Lichten voorde, alwaar de jonge man thuis hoorde, was hij niet teruggekeerd. Een radio-omroep heeft geen resultaat ge had. Sedert Dinsdagavond wordt de 43-jarige mej. E. M. M., wonende Fruitstraat 51a te Groningen, uit de echtelijke woning vermist. Men vreest, dat haar een ongeluk is over komen. Uit de Rietmakerstraat te Breda wordt sinds 20 November vermist de 39-jarige E. J. v. Gr. Men vermoedt dat de vermiste, die zenuwpatiënt is, een ongeluk is overko men. De uitvaart en teraardebestelling Gisteren had te Heerlen de plechtige ter aardebestelling plaats van het stoffelijk overschot van Pater Frumentius Lips O.F.M. 's Avonds tevoren waren in de kapel van het St. Joseph-ziekenhuis de Metten gezon gen. Het stoffelijk overschot werd gister morgen van dit ziekenhuis overgebracht naar de kloosterkerk, waarbij meerdere eer waarde geestelijken en alle leerlingen der R. K. H. B. S. in den stoet meegingen. Te negen uur begonnen de Lauden, waar na een plechtige H. Mis van Requiem werd opgedragen door den Z.Eerw. Pater Nolascus van Vliet, gardiaan te Venray, geassisteerd door de eerw. paters Briels en Plekker resp. als diaken en subdiaken. Pater van Vliet verrichtte de absoute, waarna de begrafenis op het Hemsterkerk- hof plaats vond. In den nacht van 7 op 8 Maart IX ver schenen er in een boerderij te Oostzaan 2 inbrekers, die zakdoeken voor het gelaat hadden. Een der inbrekers nam uit een kast ongeveer f 90 weg en begaf zich vervolgens naar de bedstede waarin een oude man lag diens eveneens bejaarde echtgenoote was opgestaan en met een zwart voorwerp, dat op een revolver geleek, dreigde hij: „ik moet meer geld hebben, ik moet minstens f 150 hebben, anders schiet ik je dood!" „Schiet mij dan maar dood! Ik heb geen geld meer!" zei de man, waarop de onge- wenschte bezoekers verdwenen. Twee jeugdige personen, recidivisten, van de inbraak verdacht, werden gearresteerd. Zij werden op 30 Mei 1.1. door de Rechtbank te Haarlem veroordeeld; de één tot drie jaar gevangenisstraf wegens diefstal in vereeni- ging met braak en wegens poging tot afper sing en de ander tot twee jaar gevangenis straf wegens diefstal in vereeniging met braak. Van dit vonnis kwamen de veroordeelden bij het Gerechtshof te Amsterdam in hoo- ger beroep. De bedreigde hoofdgetuige is inmiddels overleden. Voor den rechtercommissaris had hij indertijd een beëedigde verklaring afge legd. Volgens die verklaring had de groot ste van het tweetal hem bedreigd. De vrouw verklaarde ook, dat de langste haar man bedreigde. Aanvankelijk had zy de verdachten niet herkend. Het door de politie ingestelde onderzoek oordeelde de advocaat-generaal mr. Bau- duin niet volledig; hij verzocht daarom te rugwijzing der zaak naar den rechter-com- missaris. Nadat hét Hof geruimen tijd in raadkamer was geweest, besliste het, dat voor terugwijzing naar de instructie geen termen waren. Hierop requireerde mr. Bau- duin vernietiging van het vonnis der Haar- lemsche Rechtbank en vrijspraak. Hierbij sloten de verdedigers mrs. jhr. S. M. S. de Ranitz en J. van Ginhoven zkh aan. Mr. De Ranitz wees op vele gapingen in het onderzoek; verschillende punten van belang werden niet onderzocht. En mr. Van Ginhoven vestigde o.a. de aandacht op het feit, dat de verdachten, die bij de confron tatie niet werden herkend, dit later wel werden. Uitspraak doende, besliste het Hof, dat het onderzoek niet volledig is geweest en dat alsnog de heer C. J. van Ledden Hulse bosch moest worden gehoord omtrent de vraag of lucifers op de plaats van het mis drijf gevonden, overeenkwamen met de lu cifers, die op verdachten bij fouilleering werden aangetroffen. In de zitting van 14 November JX bracht de heer Van Ledden Hulsebosch verslag uit omtrent zijn bevindingen. Het gewone onderzoek, n.l. het verfonderzoek en het onderzoek naar de manier van zagen, le verde geen resultaat op. De heer Van Led den Hulsebosch heeft toen voor het eersl gebruik gemaakt van een nieuwe methodt met Röntgenstralen om zoo te weten te ko men hoe de nerf van het hout was. Op hel eigen laboratorium gelukte de proef niet. Dt deskundige is toen naar de firma Philips tf Eindhoven gegaan, die onmiddellijk alle mo gelijke medewerking verleende en een nieuw apparaat voor het onderzoek deed samen stellen. Daarmede zijn vergelijkende Rönt- genphoto's gemaakt, die zeer duidelijk wa ren, doch niet konden aantoonen, dat de ge vonden afgebrande lucifers afkomstig wa ren uit het doosje lucifers van de verdach ten. Ook een proefneming met op den eer sten verdachte gevonden stukjes kaars le verde een negatief resultaat op. In dezen stand van zaken volhardde de advocaat-generaal bij zijn requisitoir tot vrij spraak waarbij mrs. De Ranitz en Van Gin hoven zich aansloten. Zy verzochten de on middellijke invrijheidstelling der verdachten doch voor de inwilliging van dit verzoek achtte het Hof in dezen stand van het ge ding geen termen aanwezig. Donderdag arrest wijzende, vernietigde het Hof het vonnis der Rechtbank. Opnieuw rechtdoende, verklaarde het beiden schuldig en veroordeelde den één tot drie jaar en den ander tot twee jaar gevangenisstraf met aftrek van drie maanden voorarrest voor ieder. opgegeven door v. d. Graaff Co. N. V, (Afd. Handelsinformaties) 27 Nov. Levie van Gelderen, koopman, Kampen, Heerensmidssteeg 15. R.c. mr. A. Mercier; cur. mr. J. A. H. J. v. d. Dussen, Kampen. 27 Nov. A. J. Cozynsen, leeraar boekhou den, Utrecht, Alex. Numankade 69. R.c. mr, J. W. Suringar; cur. mr. E C. Simons, Utrecht. 27 Nov. J. Naaxman, koopman, laatstelijk gewoond hebbende te Zeist, Steenlaan 51, thans zonder bekende woon- of verblijf plaats. R.c. mr. J. W. Suringar; cur. mr. D. Daalman, Utrecht 27 Nov R. K. Vereeniging van Winkeliers in koloniale waren en aanverwante artike len „Sint Servatius", gevestigd en kantoor- houdende te Utrecht, Amsterdamschestraat- weg 247. R.c. mr. J. W. Suringar; cur. mr. rJ. J. W. van Groeningen, Utrecht. 27 Nov. G. Oldenboerger, advertentie-col porteur, Bilthoven, Palestinalaan 10. R.c. mr. J. W. Suringar; cur. mr. J. N. Vuys- tingh .Utrecrt. 27 Nov R Stutvoet, handelende onder de firma Stutvoet Co., koopman, Utrecht, Amstelstraat 93. R.c. mr. J. W. Suringar; cur. mr. S. J. Pit, Utrecht. 27 Nov. L. A. Wieshüchter, handelende onder de firma Stutvoet Co., koopman, Utrecht, Wittevrouwenstraat l.R.c. mr. J. W. Suringar; cur. mr. S. J. Pit, Utrecht. 27 Nov. J. Voskamp, koopman, Utrecht, Breedstraat 16. R.c. mr. J. W. Suringar; cur. mr. S. J Pit. Utrecht. 27 Nov. Jan G. Groote, wonende Baarsjes- weg 162 I, Amstedam. R.c. mr. B. de Gaay Portman; cur. mr. H. R. J. Waslander, Am sterdam, Reguliersgracht 80. 27 Nov. L. Huurdeman, bakker, Amster- damschestraatweg 89, Muiden. R.c. mr. B. de Gaay Portman;; cur. mr. B. J. Waslander, Amsterdam, Reguliersgracht 80. 27 Nov. G. C. Scholten, koopman, Amster dam, Knollendamstraat 13a III. R.c. mr. B. de Gaay Portman; cur. mr. H. B. J. Was lander. Reguliersgracht 80. 27 Nov. N. Dorland, Amsterdam, Afrikaan- derplein 21. R.c. mr. B. de Gaay Portman; cur. mr. E. W. D. Schreuder, Leidsche- gracht 23, Amsterdam. 27 Nov. H. A. van Hulssen, sigarenwinke lier, Amsterdam, Kwakersttaat 8. R.c. mr. B de Gaay Portman; cur. mej. mr. Lily Koch, Keizersgracht 574. Amsterdam. Opgeheven wegens gebrek aan actief; 27 Nov. L Salomons, directeur van de N. V. Leder- en Schoenfourniturenhandel Salomons Zn., Amsterdam. 27 Nov. ??eyenaar, Wed. J. C. O. nöbel, Amsterdam.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 13