a
Binnenlandsch Nieuws
IIS pepermunt gebruikt,
laat de meest verkwikkende versnapering aan zich voorbijgaan
RADIO-AMATEUR BELANG STELT
^•ca-^ou U(3fi cfcJirtscJ^lycyxrnT "(Goud etiket) is c/e een/ge echte.
VIERDE BLAD
VRIJDAG 29 NOVEMBER 1929
BLADZIJDE 1
Hoe werkt de Detectorlamp?
L
i
-i
Wor k a crown.
TWEEDE KAMER
VERGADERING VAN DONDERDAG
28 NOVEMBER
Wijziging Lageronderwijswet
Emigratie naar de
Ver. Staten
GEMENGD NIEUWS
Door een vallenden boom
getroffen
Waarschuwing
Vermist
Vermist
KERKNIEUWS
Pater Frumentius Lips f
RECHTSZAKEN
Inbraak te Oostzaan
FAILLISSEMENTEN
■fafyé iegen.
neu^oerboudheid
..uc rtauio-lampen, ook de detectorlamp,
hebben vier pennen, waarvan twee dienen
voor aansluiting, van de plus en min pool
van den accumulator (bij gelijkstroomtoe-
stellen), één voor het rooster en één voor'
de plaat (anode). De gelijkrichterlamp heeft
slechts drie pennen, twee weer voor den i
gloeidraad en de andere voor de plaat, het j
rooster vervalt hier dus, is ook overbodig.
Buiten beschouwing laten wij de afge-;
schermde roosterlampen, de zoogenaamde i
penthode-lampen, enz. i
Wanneer nu door den gloeidraad van de j
Radiolamp een electrische stroom wordt ge
voerd, zoodat deze verwarmd wordt, en men
geeft de plaat een positieve spanning, dan
ontstaat er een stroom van electronen naar
deze plaat. Wat electronen zijn, hebben wy
reeds in één der vorige artikelen besproken.
De door den gloeidraad afgestooten electro
nen zijn nX negatief geladen, de positief
geladen plaat trekt deze dus aan, er vindt
stroomdoorgang door de Radiolamp plaats.
Het is wel aardig hier even te memoree-
ren, dat de uitvinding van de Radiolamp in
direct weer terug te brengen is tot een ont
dekking, gedaan door den grootsten uit
vinder van onzen tijd, Th. A. Edison.
Fig. 1. Een principe-schema van de schake
ling van een detectortamp
Edison had n.l. opgemerkt, dat, wanneer
een metalen plaat in de nabijheid van een
brandende gloeilamp werd geplaatst, een
natuurlijk uiterst gevoelige galvanometer,
verbonden met die plaat en de positieve zij
de van den gloeidraad, een uitslag gaf, die
wees op doorvloeiing van een gelijkstroomp-
je. Verbinding van den galvanometer tus-
schen plaat en min-zijde van den gloeidraad
gaf daarentegen geen uitslag. Dit verschijn
sel is bekend als het Edison-effect en hierop
•waren de waarnemingen van de eigenlijke
uitvinders en verdere vervolmakers van de
Radiolamp in zijn huidigen vorm gebaseerd.
Van deze pioniers noemen wij alleen Dr. J.
A. Fleming en Dr. Lee de Forest.
Om tot ons onderwerp terug te keeren,
de grootte der electronenstroom is afhanke
lijk van eenige factoren. In de eerste plaats
van den graad van verwarming van den
gloeidraad; door deze verwarming op te
voeren kan men den electronenstroom dus
eveneens opvoeren. En in de tweede plaats
van de positieve lading van de plaat; men
zal wel bemerkt hebben dat opvoering van
de Anode-spanning tot op zekere hoogte ver
hooging der geluidsterkte geeft, d. w. z.
men maakt den electronenstroom krachti
ger, want hierop komt het neer.
Het spreekt echter vanzelf, dat er een
plaatspanning is en ook een gloeispanning,
waarbij de Radiolamp het gunstigst werkt;
deze beide spanningen worden door den
lamp-fabrikant aangegeven, zijn voor iede
re lamp dus bekend, al zal elke lamp van
ieder type kleine afwijkingen vertoonen, die
echter proefondervindelijk vast te stellen
zijn. Het komt dus hierop neer, dat de elec-
tronenstroom voor de Radiolamp constant
zou zijn, als het rooster er niet was.
Fig. 1 geeft het schema weer van een
éénlamps-toestel, de lamp is dus een detec
torlamp. In dit schema is onder meer te
zien, dat het rooster verbonden is met de
inductie-spoel, de wisselende spanningen
van de opgevangen signaaltjes zullendus het
rooster beurtelings positief en negatief la
den. Deze spanningsvariaties zijn heel ge
ring, maar voor het doel voldoende (men
kan ze eventueel versterken met de h. f.
lamp).
Het rooster bevindt zich om den gloeidraad
en is meestal niet anders dan een eenvou
dige spiraal, (de moderne lampen hebben
veelal een eenigszins anders gebouwd roos
ter, maar dat doet aan de zaak niets af)
de electronenstroom ondervindt dus nor
maal geen hinder van deze in wezen gerin
ge versperring op den weg naar de plaat.
Het rooster is echter veel dichter bij den
gloeidraad, en geringe positieve lading van
hetrooster verhoogt dus de electronenstroom
belangrijk meer, dan een dergelijke verhoo
ging van de plaatspanning zou doen.
Het verschil is tien- en meervoudig. Wei
nig electronen worden echter door het roos
ter vastgehouden, zoodat deze verhoogde
electronenstroom voor het belangrijkste deel
de plaat bereikt.
Wordt daarentegen het rooster negatief
geladen, dan ondervinden de electronen een
afstootende werking hiervan, de electronen
stroom wordt dus getemperd. Bij ontvangst
wordt zoodoende de electronenstroom door
het rooster geregeld, welke regeling, dit
volgt duidelijk uit onze redeneering, uitslui
tend afhangt van de ontvangen signalen.
Het rooster verricht hier de functie van
verkeersagent, om een modem (of is het
reeds een oud?) beeld te gebruiken.
Om de werking van het rooster te verhoo-
gen, dient de spoel L 3, de zoogenaamde
terugkoppelspoel. Door deze spoel vloeien
nJ. de plaatstroompjes, die varieeren in
sterkte.
In spoel L I wordt hierdoor weer een
overeenkomstig varieerende stroom geïndu
ceerd, welke de werking van 't rooster ver
sterkt; wij willen het echter bij deze opmer
king, wat dit punt betreft, laten.
De lamp karakteristiek
In het bovenstaande werd reeds gezin
speeld op de gegevens betreffende plaat
spanning en gloeispanning, door den fabri
kant bij iedere lamp verstrekt. Voorts sluit
de fabrikant by zijn product een grafische
voorstelling in, waaruit het gedrag van zijn
fabrikaat onder uiteenloopende omstandig
heden af te lezen valt, de „lampkarakte-
ristiek". Het is dus nuttig, dat men weet op
welke manier de benoodigde gegevens uit
deze karakteristiek te „lezen" zijn.
Een dergelijke grafische voorstelling geven
wij in fig. 2 van de Philips Wisselstroom
„Miniwatt" lamp E 415 (met indirect ver
hitte kathode) om een karakteristiek te heb
ben, die in een laboratorium is opgenomen.
Op de horizontale as wordt de rooster-
spanning Vg uitgezet, de plaatstroom Ia in
mA op de verticale as. Bij een constant ge
houden plaatspanning wordt bij verschillen
de waarden van de roosterspanning de elec
tronenstroom gemeten, en door deze punten
te verbinden de in de grafiek voorkomende
„krommen" getrokken.
In fig. 2 zijn drie krommen gegeven, resp.
bij plaatspanningen van 150, 100 en-50 Volt
(Va is 150 Volt, enz.) Uit deze karakteristiek
is dus af te lezen om even de gedachten
te bepalen dat bij een plaatspanning van
150 Volt en een roosterspanning van 0 Volt
door de lamp een stroom gaat van plm.
17 mA.
Bij 100 en 50 Volt plaatspanning zijn deze
waarden resp. 10 en 414 mA. Deze stroomen
noemt men de ruststroomen van de lamp.
In den linker-bovenhoek van den grafiek
staan nog eenige waarden, die van belang
zijn, genoteerd en wel;
Vf Voltage filament gloeispanning
4 Volt;
If Filamentstroom gloeistroom
0.9 A;
Va Anodespanning 50 150 Volt;
g versterkingsfactor 15;
S steilheid 2,0 mA/Volt.
Uit de karakteristiek is eveneens de ver
sterkingsfactor af te lezen, althans te be
rekenen.
Een plaatspanningsverandering roept een
plaatstroom-variatie in het leven, die echter
weer op te heffen is door het doen optre
den van een, dan bepaalde roosterspan-
ningsverandering. De verhouding tusschen
deze spanningen (uitgedrukt in Volts) wordt
de versterkingsfactor van de lamp genoemd.
Een voorbeeld van een dergelijke berekening:
PHILIPS
£4/5
25\ia[mA)
*«4:0V
if 09 A
va s 50-150V
9=15
S 2jOJf-
-20.
10 15
."ig. 2. De karakteristiek van
Philips lamp E 415
Bij een plaatspanning van 50 Volt en een
roosterspanning van 0 Volt, is de anode -
stroom pl.m. 4'A mA. Verhoogt men de
plaatspanning tot 100 Volt dan wordt deze
stroom pl.m. 10 mA. Voor het terugbrengen
van dezen stroom tot weer 4% mA. bij een
plaatspanning van 100 Volt, is een negatie
ve roosterspanning noodig van iets meer dan
3 Volt. De versterkingsfactor g is dan te
berekenen uit de breuk 50/ruim is 15.
Over de steilheid van de karakteristiek
het volgende: Als de „krommen" nagenoeg
loodrecht zijn, dan is 'n kleine roosterspan-
ningswijziging voldoende om een groote
plaatstroomwijziging te veroorzaken. In vele
gevallen is dit een voordeel.
Uit fig. 2 blijkt, dat bij een constante
plaatspanning van 100 Volt de stroomsterkte
van 5 m.A. tot 10 m.A. toeneemt bij een ne
gatieve roosterspanningsafname van 2%
Volt tot 0 Volt, een stroomverandering dus
van 5 mA. bij 2% Volt.
De steilheid van de karakteristiek wordt
in deze beide waarden uitgedrukt. S 2.0
mA./V. (2 mA. per Volt roosterspanning).
Mocht een en ander den lezer .ontgaan zijn,
dan zal deze kleine herinnering voldoende
blijken te zijn.
•£••••»--—"v'~
fXDKiO! W/A',.
SXTCQ/ïi
Voor engros bij: Fa. C. H. HEILKER, Haarlem
Voorzitter: mr. J. R. H. van Schaik
Bij de voortzetting der behandeling van
de begrooting van binnenlandsche zaken en
landbouw deelde MINISTER RUYS mede,
dat de werkverschaffing niet wordt geliqui
deerd. Het uitvoeren van groote werken zal
het vraagstuk der werkloosheid niet oplos
sen. De mogelijkheid van een overeenkomst
met de aannemers tot indienststelling van
werkloozen, zal spr. met Waterstaat bespre
ken. Inzake den aandrang tot opheffing
van beperkende bepalingen voor de toela
ting tot de werkverschaffing betoogt hij
dat de prikkel tot het zoeken van werk
niet mag worden weggenomen. Voor een
centrale commissie voor Zuidoost Friesland
ie naast de bestaande commissie geen reden.
De toeslag aan de verveners is in onder
zoek, binnenlandsche kolonisatie kan spre
ker niet bevorderen.
Bij de afdeeling landbouw bepleit de heer
FLESKENS daadwerkelijken regeeringssteun
voor verlaging van productiekosten en ver
hooging van den afzet van landbouwpro
ducten. Op voorlichting in het belang van
den uitvoer, lager landbouwonderwijs, on
derhandelingstarief, verhooging van invoer
recht voor geïmproviseerd vleesch en belas
tingverlaging wordt aangedrongen.
De heer VAN VOORST TOT VOORST
bepleit centralisatie voor de zorg voor ver
hooging bodemproductie door vorming van
een fonds.
De MINISTER zegt toe de lijn, door zijn
ambtsvoorganger getrokken, door te trek
ken en het jaarverslag aan het laatst ver
schenen te doen aansluiten.
Bij de afdeeling werkverschaffing komt
de heer v. d. HEIDE op tegen de suggesties
tot inkrimping der werkverschaffing en
brengt hij hulde aan oud-minister Kan
voor zijn opbouwend werk in Drenthe. Spr.
verzoekt de beperkingen aan de toelating
tot de werkverschaffing verbonden op te
heffen.
De heer BAKKER bepleit vervanging der
werkverschaffing door productieve werkge
legenheid, uitvoering van werken in het
vrije bedrijf met Rijkssteun en instelling
van een centrale commissie voor den eco-
nomischen en geestelijken opbouw van
Zuidocst Friesland.
De heer HIEMSTRA komt op tegen het
beschouwen der maatregelen inzake de
werkloosheid als armenzorg en dringt aan
op werkverruiming.
Dr. VOS dringt aan op een volledig on
derzoek naar de oorzaken der werkloosheid.
Dr. VOS bepleit afzonderlijke maatrege
len voor de invalide arbeiders en overleg
met industrieelen over de vestiging van in
dustrieën in streken van groote werkloos
heid
De heer VAN DEN TEMPEL waarschuwt
tegen optimisme daar misschien een wijzi
ging in de bedryfsconjuctuur en uitbreiding
der werkloosheid te verwachten is; hij dringt
aan op voortzetting der ontginning en be
vordering van vakopleiding en op over
eenkomst met aannemers van Rijkswerken
tot tewerkstelling van werkloozen.
De heer v. VOORST TOT VOORST dringt
aan op voortzetting van den arbeid ten
bate van Drenthe in vollen omvang en zou
liquidatie van dien arbeid, welke in iet
voornemen schijnt te liggen, zeer betreuren.
De heer EBELS wenscht maatregelen ter
bestrijding van de werkloosheid in Oosten-
lijk Groningen.
De heer WIJNKOOP wijst op de toene
ming der werkloosheid, die reeds weer be
gonnen is, en critiseert het beleid van den
vorigen Minister, dat de moeilijkheden ver
oorzaakte.
Avondvergadering van Donderdag 28 Nov.
Geopend te acht uur.
Voorzitter: de heer J. H. A. SCHAPER
WATERSTAATSBEGROOTING 1930
Voortgegaan wordt met de behandeling
van de Waterstaatsbegrooting 1930.
De VOORZITTER verzoekt den leden, zich
in hun redevoeringen zooveel mogelijk te
beperken, opdat deze begrooting dezen
avond op een niet laat uur kan zijn afge
daan.
De heer BRAUTIGAM (S.D.) klaagt over
ongunstige verblijven van schepelingen aan
boord van passagiers- en vooral van han-
H pi ccph pnpn
Voorts betreurt spr., dat op de Internatio
nale Conferentie, in het voorjaar van 1929
te Londen gehouden tot herziening van de
conventie ter beveiliging van menschenle-
vens op zee de schepelingenorganisaties niet
in de Nederlandsche delegatie waren verte
genwoordigd.
Ten slotte vraagt spr. maatregelen tot
strengere controle op de uitwateringsvoor
schriften, in het bijzonder tegen overlading.
Minister REYMER antwoordt, dat de con
trole op de uitwateringsvoorschriften, wat
Nederland betreft, scherp is. Spr. zal intus-
schen deze zaak nog eens nagaan.
Wat de samenstelling der Ned. delegatie
op de Londensche conferentie betreft, deze
samenstelling is niet geschied door de
Scheepvaartinspectie maar door de Regee
ring.
Het vrijwillig toezicht op de verblijven der
schepelingen aan boord verdient voorkeur
boven Regeerings-ingrijpen. Bij den bouw
van nieuwe schepen wordt reeds rekening
gehouden met ruimere begrippen omtrent
die verblijven.
De heer DROP (S.D.) wenscht, dat ge
zorgd zal worden voor volledige uitkeering
aan de nagelaten betrekkingen van de be
manning van het verongelukte visschers-
vaartuig R.O. 42. waarvan na de scheeps
ramp bleek dat die bemanning onverze
kerd was.
Minister REYMER meent dat de betrok
kenen overeenkomstig de Zeeongevallenwet
rijn behandeld en dat zij de volledige uitkee
ring hebben ontvangen. Spr. zal dit echter
nader onderzoeken.
Aan de orde is de afd. Mijnwezen
De heer KRIJGER (C.H.) vraagt o.m o
de Protestantsch Christelijke Mijnwerkers-
bond zal worden vertegenwoordigd in de de
legatie, die ons land zal zenden naar de in
1930 te houden internationale conferentie
inzake het steenkolenvraagstuk.
Nog uit spr de hoop dat de Minister over
leg zal plegen met zijn ambtgenoot van Bin
nenlandsche Zaken om te bevorderen, dat
werklooze Nederlandsche arbeiders, die daar
voor geschikt zijn, naar de mijnen kunnen
worden gezonden.
De heer HERMANS (R.K.) wenscht betere
regeling van de rechtspositie der mijnar
beiders. Het instituut der Contactcommissie
behoeft thans eindelijk eens 'n wettelijke re
geling.
De pensioenen van de mijnarbeiders zijn
veel te laag.
Ook omtrent de ziektegevallen is een on
derzoek ingesteld.
De arbeidsduur in de mijnen zou door
internationale regeling op zes uur kunnen
worden gebracht; spr. hoopt, dat men meer
en meer tot internationaal overleg omtrent
de arbeidsvoorwaarden zal geraken.
De heer DROP (S.D.A.P.) brengt in her
innering, dat nog slechts enkele jaren ge
leden de denkbeelden omtrent verkorting
van arbeidsduur en verbetering van arbeids
voorwaarden door de regeering niet in het
belang van de productie der mijnen en niet
wenschelijk werden geoordeeld. Ook de heer
Hermans schaarde zich toen nog aan die
zijde. Het verheugt spr. thans andere ge
luiden van dien kant te mogen hooren.
In het algemeen laat het overleg met de
werknemers bij de mijnen nog veel te
wenschen over.
De heer SMEENK (A.R.) vertrouwt, dat
de Minister overleg zal plegen met zijn
ambtgenoot van Arbeid om te geraken tot
betere erkenning van de principieele ar
beidersorganisaties in de mijnstreek, ook
inzake vertegenwoordiging bij internationale
mijnaangelegenheden.
Ook in de pensioenregeling is verbetering
noodig. Het aanwerven van buitenlandsche
arbeiders voor niet-zware mijn-werkzaam
heden, acht spr. ongeoorloofd, waar er zoo
veel Nederlandsche werkloozen zyn.
De heer BAKKER (C.H.) brengt o.a. on
der de aandacht van den Minister, dat de
bouw eener synthetische ammoniakfabriek
in de mijn Maurits buiten de bepalingen
omtrent het Mijnwezen is gesteld.
Minister REYMER antwoordt, dat de Re
geering niet rechtstreeks is betrokken bij
het internationaal overleg inzake 't steen-
kolenvraagstuk.
Naar de voorbereidende technische confe
rentie te Genève vanwege den Raad van Be
heer der Internationale Arbeidersorganisatie
hoopt spr. een zoo goed mogelijke delegatie
te zenden.
Bij zijn bezoek aan de mijnen heeft spr.
zich op de hoogte gesteld van de daar heer-
schende toestanden, die minder ongunstig
zijn dan de heer Drop meent.
De Mijnraad is geen politiek college en er
is geen enkele aanleiding om 'n bepaalden
persoon daarin op te nemen, omdat hij tot
een bepaalde politieke of sociale groep be
hoort. Evenmin mag uitsluiting van bepaalde
groepen plaats hebben.
Spr. wijst ër verder op, dat de arbeiders
mn grievenden wenschen te allen tijde ken
baar kunnen maken aan den hoofdingenieur,
die met deze aangelegenheden is belast.
Tegenover uitbreiding van het aantal ar
beiders-controleurs staat spr. zeer nuchter;
dit is geen politieke kwestie. Voorloopig acht
spr. uitbreiding niet noodig. Spr. erkent dat
de pensioenregeling verbetering behoeft. De
zaak van de wettelijke regeling van de Con
tactcommissies heeft sprekers aandacht.
Het zal niet gemakkelijk zijn, werklooze
arbeiders, die geen mijnwerk gewend zijn.
naar de mijnen te krijgen.
Bij art. 261 is tevens de begrooting van
het Staatsvisschershavenbedrijf aan de orde.
De heer v. d. BILT (R.K.) dringt aan op
verlaging van erfpachtcanons voor industri-
eele terreinen, opdat deze meer in verhou
ding komen te staan tot de waarde van
plaatselijke industrie-terreinen in het alge
meen.
Minister REYMER heeft niet den indruk
verkregen, dat de erfpachtcanons te hoog
zijn.
De begrooting van het Staatsvisschers
havenbedrijf wordt z.h.s. vastgesteld.
Bij de afdeeling Rijkspostspaarbank dringt
de heer LINGBEEK (H.G.S.) aan op eenige
verhooging van de rente der bij die instelling
belegde gelden.
Minister REYMER zal den wensch van den
heer Lingbeek nog eens nalezen.
Bij de onderafdeeling Kanalen geeft de
heer BONGAERTS (R.K.) den Minister in
overweging om den post voor het maken
van een nieuwe sluis c.a. bij Vreeswijk terug
te nemen om niet vooruit te loopen op de
beslissing inzake de scheepvaartverbinding
van Amsterdam met den Boven-Rijn.
Minister REYMER geeft daaraan, in dien
zin gevolg, dat hij de uitgetrokken 10.000
verandert in een memoriepost.
Bij art. 291 (memoriepost voor den aanleg
van een scheepvaartverbinding van Amster
dam met den Boven-Rijn ten behoeve van
de Rijnvaart en verbetering van den scheep
vaartweg AmsterdamVreeswijk ten behoe
ve van de binnenscheepvaart) wijst de heer
KRIJGER (C.H.) op de groote urgentie van
een oplossing dezer aangelegenheid.
Spr. is van meening, dat hij niet te veel
vraagt, wanneer hy den Minister verzoekt
vóór 1 Februari as. een beslissing te nemen
en te bevorderen, dat na het Kerstreces het
betreffende wetsontwerp wordt ingediend.
De heer I. H. J. VOS (Lib.) sluit zich aan
bij den aandrang van den heer Krijger.
Spr. bevestigt, dat vrijwel algemeen te
Amsterdam de voorkeur wordt gegeven aan
het plan-Wijk-bij-Duurstede en dat de uit
spraak voor het Vallei-plan een wanhoops
daad was.
De heer KETELAAR (V.D.( is van oordeel,
dat de Minister n de memorie van antwoord
zich nog te zeer heeft laten leiden door men-
schen, die niet van de urgentie dezer scheep
vaartverbinding overtuigd zijn.
Als oud-parlementariër geeft spr. dezen
Minister die aan den tragen gang van
zaken in dezen zoo onschuldig is als een
pasgeboren kind ernstig in overweging
met energie en doortastendheid een beslis
sing te bevorderen.
De heer VAN DEN TEMPEL (S. D.) sluit
z5ch bii de snrekers a"n
De heer BONGAERTS (R. K.) heeft om
trent de keuze van het tracé geen bepaal
de voorkeur. Allereerst gaat het er om,
Amsterdam een goede verbinding te geven
met de groote rivieren.
De Minister denke er echter aan, dat men
niet de scheepvaart moet helpen door den
landbouw te schaden en dat rekening moet
worden gehouden met den afvoer van kwel
water.
Voorts moet niet alleen het achterland
van den Rijn, maar ook dat van de Maas
in oogenschouw worden genomen.
Het onderzoek naar een en ander behoeft
niet te zijn afgeloopen alvorens de minister
met een plan voor een kanaal voor den dag
kan komen.
De heer WIJNKOOP (Comm.) erkent niet
de noodzakelijkheid van het kanaal op
grond van een of andere concurrentie. Vast
staat evenwel, dat Nederland op waterstaats
gebied niet de plaats inneemt, die het zou
kunnen innemen.
De Minister van Waterstaat. Mr. REYMER
heeft met belangstelling de debatten ge
volgd en hij dankt voor den toon van ver
trouwen die daar uit spreekt voor hem als
nieuw Minister. Spr. heeft den post als me
moriepost op de begrooting gebracht, om
daarmee in elk geval te willen zeggen, dat
hoe het ook loopt, de verbinding er moet
komen
Spr. is zich volkomen bewust, dat deze
zaak zeer lang gesleept heeft en dat zij niet
langer slepende mag blijven.
By art. 293 (aanleg -an scheepvaartka
nalen naar Twenthe) bepleit de heer KRIJ
GER (C. H.) bespoediging
De heer dr. VOS (Lib.) sluit zich daarbij
aan; spr dringt aan op verhooging van het
voor 1930 uitgetrokken bedrag van 2.4 mil-
lioen.
De neer XAMPSCHÖER (R. K.) sluit
zich bij de vorige sprekers aan.
Minister REYMER acht het een eerste
vereischte om Twenthe met den IJssel in
verbinding te brengen Krachtige aandrang
op den aanleg van kanalen is eveneens uit
geoefend ten opzichte, o.a. van Groningen
en Friesland Daarom aan niet alles ineens
op de begrooting worden gebracht. Spr. er
kent de urgentie
De Waterstaatsbegrooting wordt zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
Twee minuten na middernach: wordt de
vergadering verdaagd tot hedenmiddag één
uur.
Voorloopig verslag
Verschenen is het Voorloopig Verslag over
het ontwerp wijziging var. artikel i93. vijfde
lid, der Lageronderwijswet 192u, en van pa
ragraaf li van artikel LX1V oer wet van
16 Februari 1923 tot wijziging var de La
ger-onderwijswet 1920.
Terwijl tegen het voorstel om. in Afwach
ting van de verschijning van hel rapport
der Staatscommissie-Rutgers aldus het
verslag, den in an 193, vijfde lid der
Lager-onderwijswet 1920 genoemden termijn
met een jaar te verlengen, geer, bezwaren
werden ingebracht verklaarden verschei
dene leden te betreuren, dat de Regeering
voorstelt ook den termijn, genoemd in pa
ragraaf 11 van art. LX'.V der wet van 16
Februari 1923 wederom mee eei. j; er te ver
lengen.
Eenige dezer leden hadden tegen een nieu
we verlenging van den werkingsduur van
laatstgenoemd voorschrift bedenking op
grond van hun meening, dat hei van den
aanvang af als tijdelijk redoelde voorschrift
van genoemde paragraa, 11, behelst een
onbillijke beperking van de bevoegdheid tot
het stichten van bijzondere lagere scholen,
zooals die in art. 73 der Lager-onderwijswet
1920 is geregeld
Andere leden opperden tegen de gevraag
de verlenging bezwaren van geheel anderen
aard.
Vele andere leden gaven als hur gevoelen
te kennen, dat de Kamer bezwaarijk anders
zal kunnen doen dan met dit voorstel om
den werkingsduur van art LXIV. paragraaf
11, opnieuw met een jaar te verlengen, me
de te gaan.
Gaarne zou men vernemen, of de regee
ring reeds kan mededeclen, teg"n welk tijd
stip de verschijning van het rapport der
Staatscommissie-Rutgers kan worden tege
moet gezien.
Concentratie van aanvragen te Rotterdam
Het Amerikaansche consulaat-generaal
deelt het volgende mede-
Het Staatsdepartement der Vereenigde
Staten heeft besloten het geheele immigra-
tiewerk te Rotterdam te concentrteren, óók
de registratie van de aanvragers Derhalve
moeten zy, die uit alle Nederlandsche pro
vincies een visum wenschen aan te vra
gen ook wanneer zij in het consulaat-
generaal te Amsterdam staan ingeschreven
in het vervolg hun correspondentie rich
ten tot de immigratie-afdeeling van het
Amerikaansche consulaat te Rotterdam
Personen, die wonen in de provincies
Noord-Holland, Utrecht. Gelderland Overij-
sen, Drente, Friesland en Groningen en die
tijdelijke bezoeken wenschen te brengen aan
de Vereenigde Staten voor zaker. of voor
genoegen, kunnen hur, vis m verkrijgen bij
het consulaat-generaal te Amsterdam.
Te Finsterwolde heeft de arbeider O. Kui
per een neervallenden boom op zich gekre
gen. Hy werd zwaar gewond en in het zie
kenhuis te Groningen opgenomen.
De commissaris van politie te Dordrecht
geeft in het Algemeen Politieblad een ieder
in overweging, alvorens relaties aan te
knoopen met C. A. van der Zee, houder van
een incasso- en informatiebureau, wonende
tc Schiedam, van Swindenstraat 39, kantoor
houdende te Dordrecht aan de Boogjes 55,
inlichtingen in te winnen aan zijn bureau,
afdeeling recherche, Groenmarkt 69, te
Dordrecht.
In het laatst der maand October verliet
de 17-jarige L. A. v. D., geboortig uit Rot
terdam zijn dienst bij W. van Tienen te
Mill, bij wien hy als electriciën in betrekking
was. Sindsdien werd niets meer van hem
vernomen en ook in het gesticht te Lichten
voorde, alwaar de jonge man thuis hoorde,
was hij niet teruggekeerd.
Een radio-omroep heeft geen resultaat ge
had.
Sedert Dinsdagavond wordt de 43-jarige
mej. E. M. M., wonende Fruitstraat 51a te
Groningen, uit de echtelijke woning vermist.
Men vreest, dat haar een ongeluk is over
komen.
Uit de Rietmakerstraat te Breda wordt
sinds 20 November vermist de 39-jarige E.
J. v. Gr. Men vermoedt dat de vermiste,
die zenuwpatiënt is, een ongeluk is overko
men.
De uitvaart en teraardebestelling
Gisteren had te Heerlen de plechtige ter
aardebestelling plaats van het stoffelijk
overschot van Pater Frumentius Lips O.F.M.
's Avonds tevoren waren in de kapel van
het St. Joseph-ziekenhuis de Metten gezon
gen. Het stoffelijk overschot werd gister
morgen van dit ziekenhuis overgebracht
naar de kloosterkerk, waarbij meerdere eer
waarde geestelijken en alle leerlingen der
R. K. H. B. S. in den stoet meegingen.
Te negen uur begonnen de Lauden, waar
na een plechtige H. Mis van Requiem werd
opgedragen door den Z.Eerw. Pater Nolascus
van Vliet, gardiaan te Venray, geassisteerd
door de eerw. paters Briels en Plekker resp.
als diaken en subdiaken.
Pater van Vliet verrichtte de absoute,
waarna de begrafenis op het Hemsterkerk-
hof plaats vond.
In den nacht van 7 op 8 Maart IX ver
schenen er in een boerderij te Oostzaan 2
inbrekers, die zakdoeken voor het gelaat
hadden. Een der inbrekers nam uit een kast
ongeveer f 90 weg en begaf zich vervolgens
naar de bedstede waarin een oude man lag
diens eveneens bejaarde echtgenoote was
opgestaan en met een zwart voorwerp,
dat op een revolver geleek, dreigde hij: „ik
moet meer geld hebben, ik moet minstens
f 150 hebben, anders schiet ik je dood!"
„Schiet mij dan maar dood! Ik heb geen
geld meer!" zei de man, waarop de onge-
wenschte bezoekers verdwenen.
Twee jeugdige personen, recidivisten, van
de inbraak verdacht, werden gearresteerd.
Zij werden op 30 Mei 1.1. door de Rechtbank
te Haarlem veroordeeld; de één tot drie jaar
gevangenisstraf wegens diefstal in vereeni-
ging met braak en wegens poging tot afper
sing en de ander tot twee jaar gevangenis
straf wegens diefstal in vereeniging met
braak.
Van dit vonnis kwamen de veroordeelden
bij het Gerechtshof te Amsterdam in hoo-
ger beroep.
De bedreigde hoofdgetuige is inmiddels
overleden. Voor den rechtercommissaris had
hij indertijd een beëedigde verklaring afge
legd. Volgens die verklaring had de groot
ste van het tweetal hem bedreigd.
De vrouw verklaarde ook, dat de langste
haar man bedreigde. Aanvankelijk had zy de
verdachten niet herkend.
Het door de politie ingestelde onderzoek
oordeelde de advocaat-generaal mr. Bau-
duin niet volledig; hij verzocht daarom te
rugwijzing der zaak naar den rechter-com-
missaris. Nadat hét Hof geruimen tijd in
raadkamer was geweest, besliste het, dat
voor terugwijzing naar de instructie geen
termen waren. Hierop requireerde mr. Bau-
duin vernietiging van het vonnis der Haar-
lemsche Rechtbank en vrijspraak.
Hierbij sloten de verdedigers mrs. jhr. S.
M. S. de Ranitz en J. van Ginhoven zkh
aan. Mr. De Ranitz wees op vele gapingen
in het onderzoek; verschillende punten van
belang werden niet onderzocht. En mr. Van
Ginhoven vestigde o.a. de aandacht op het
feit, dat de verdachten, die bij de confron
tatie niet werden herkend, dit later wel
werden.
Uitspraak doende, besliste het Hof, dat het
onderzoek niet volledig is geweest en dat
alsnog de heer C. J. van Ledden Hulse
bosch moest worden gehoord omtrent de
vraag of lucifers op de plaats van het mis
drijf gevonden, overeenkwamen met de lu
cifers, die op verdachten bij fouilleering
werden aangetroffen.
In de zitting van 14 November JX bracht
de heer Van Ledden Hulsebosch verslag
uit omtrent zijn bevindingen. Het gewone
onderzoek, n.l. het verfonderzoek en het
onderzoek naar de manier van zagen, le
verde geen resultaat op. De heer Van Led
den Hulsebosch heeft toen voor het eersl
gebruik gemaakt van een nieuwe methodt
met Röntgenstralen om zoo te weten te ko
men hoe de nerf van het hout was. Op hel
eigen laboratorium gelukte de proef niet. Dt
deskundige is toen naar de firma Philips tf
Eindhoven gegaan, die onmiddellijk alle mo
gelijke medewerking verleende en een nieuw
apparaat voor het onderzoek deed samen
stellen. Daarmede zijn vergelijkende Rönt-
genphoto's gemaakt, die zeer duidelijk wa
ren, doch niet konden aantoonen, dat de ge
vonden afgebrande lucifers afkomstig wa
ren uit het doosje lucifers van de verdach
ten. Ook een proefneming met op den eer
sten verdachte gevonden stukjes kaars le
verde een negatief resultaat op.
In dezen stand van zaken volhardde de
advocaat-generaal bij zijn requisitoir tot vrij
spraak waarbij mrs. De Ranitz en Van Gin
hoven zich aansloten. Zy verzochten de on
middellijke invrijheidstelling der verdachten
doch voor de inwilliging van dit verzoek
achtte het Hof in dezen stand van het ge
ding geen termen aanwezig.
Donderdag arrest wijzende, vernietigde het
Hof het vonnis der Rechtbank. Opnieuw
rechtdoende, verklaarde het beiden schuldig
en veroordeelde den één tot drie jaar en
den ander tot twee jaar gevangenisstraf met
aftrek van drie maanden voorarrest voor
ieder.
opgegeven door v. d. Graaff Co. N. V,
(Afd. Handelsinformaties)
27 Nov. Levie van Gelderen, koopman,
Kampen, Heerensmidssteeg 15. R.c. mr. A.
Mercier; cur. mr. J. A. H. J. v. d. Dussen,
Kampen.
27 Nov. A. J. Cozynsen, leeraar boekhou
den, Utrecht, Alex. Numankade 69. R.c. mr,
J. W. Suringar; cur. mr. E C. Simons,
Utrecht.
27 Nov. J. Naaxman, koopman, laatstelijk
gewoond hebbende te Zeist, Steenlaan 51,
thans zonder bekende woon- of verblijf
plaats. R.c. mr. J. W. Suringar; cur. mr. D.
Daalman, Utrecht
27 Nov R. K. Vereeniging van Winkeliers
in koloniale waren en aanverwante artike
len „Sint Servatius", gevestigd en kantoor-
houdende te Utrecht, Amsterdamschestraat-
weg 247. R.c. mr. J. W. Suringar; cur. mr.
rJ. J. W. van Groeningen, Utrecht.
27 Nov. G. Oldenboerger, advertentie-col
porteur, Bilthoven, Palestinalaan 10. R.c.
mr. J. W. Suringar; cur. mr. J. N. Vuys-
tingh .Utrecrt.
27 Nov R Stutvoet, handelende onder de
firma Stutvoet Co., koopman, Utrecht,
Amstelstraat 93. R.c. mr. J. W. Suringar;
cur. mr. S. J. Pit, Utrecht.
27 Nov. L. A. Wieshüchter, handelende
onder de firma Stutvoet Co., koopman,
Utrecht, Wittevrouwenstraat l.R.c. mr. J. W.
Suringar; cur. mr. S. J. Pit, Utrecht.
27 Nov. J. Voskamp, koopman, Utrecht,
Breedstraat 16. R.c. mr. J. W. Suringar; cur.
mr. S. J Pit. Utrecht.
27 Nov. Jan G. Groote, wonende Baarsjes-
weg 162 I, Amstedam. R.c. mr. B. de Gaay
Portman; cur. mr. H. R. J. Waslander, Am
sterdam, Reguliersgracht 80.
27 Nov. L. Huurdeman, bakker, Amster-
damschestraatweg 89, Muiden. R.c. mr. B. de
Gaay Portman;; cur. mr. B. J. Waslander,
Amsterdam, Reguliersgracht 80.
27 Nov. G. C. Scholten, koopman, Amster
dam, Knollendamstraat 13a III. R.c. mr. B.
de Gaay Portman; cur. mr. H. B. J. Was
lander. Reguliersgracht 80.
27 Nov. N. Dorland, Amsterdam, Afrikaan-
derplein 21. R.c. mr. B. de Gaay Portman;
cur. mr. E. W. D. Schreuder, Leidsche-
gracht 23, Amsterdam.
27 Nov. H. A. van Hulssen, sigarenwinke
lier, Amsterdam, Kwakersttaat 8. R.c. mr.
B de Gaay Portman; cur. mej. mr. Lily
Koch, Keizersgracht 574. Amsterdam.
Opgeheven wegens gebrek aan actief;
27 Nov. L Salomons, directeur van de
N. V. Leder- en Schoenfourniturenhandel
Salomons Zn., Amsterdam.
27 Nov. ??eyenaar, Wed. J. C. O.
nöbel, Amsterdam.