LEEKEPREEKEN
i
VI
ABERPERGWM WALES ANTHRACIET
G. KRAAY Co.
5»
2
1
V
BOEK- ei KUNSTHANDEL H. COEBERGH
Uit de stad van het
Vaticaan
Prijs f 3.10 P"js f 3.10
Prijst 3.10
Prijs f 3.10
HENK FIBBE
8
N.V. BRANDSTOFFENHANDEL
Turfmarkt 10 - Tel. 11088 - Haarlem
WONINGBUREAU
ZATERDAG 30 NOVEMBER 1929
w
VOERT EiTECTENORDERS UIT AAN BINNEN- EN
ÈLTTENLANDSCHE BEURZEN. SLUIT PROLONGATIES-
Verschaft U ieder goed boek op ieder gebied
Voornaamste Nieuws
EAUXNASSAULAAN 49
n
ADVERTENTIEN 35 ct. p. regel
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIJF BLADEN
EN HET GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD
V
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL
1
GED. OUDE GRACHT 74 - TELEF. 11041
Wethoudersverkiezing
te Amsterdam
De Nobelvredeprijs
Audiëntie
K. Sytsma f
YTTTTTTVTTTTTTTTTTTTTYTTTTfTTT™
rTVTTTTTTTVVT
Schadevergoedingen wegens
niet leveren van voor de vorst
verkochte Irissen
De wegverbinding
AmsterdamSchiphol
F. M. L. Baron van Geen
ERNSTIG ONGELUK
TE ANNA-PAULOWNA
Heer door den trein overreden
en gedood
J.. J. WEBER ZOON
Groote Houtstraat 166 Haarlem
KASSAUS7RAA7 14 - TEL. 13781
Treiler gestrand
Dr. M. A. Brants f
De postvluchten naar Indië
Telefoon No. 13866 (drie lijnen)
Postrekening No. 5970.
ABONNEMENTEN: voor Haarlem en
Agentschappen: per week 25 ct.; per
kwartaal 3.25; per post, per kwartaal
3.58 bij vooruitbetaling.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN
TIES. 1—4 regels 60 ct p. plaatsing:
elke regel meer 15 ct. bij vocniitbet.
Bij contract belangrijke korting.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
tusschen den tekst 60 ct per regel
DRIE EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 17323
Alleabonné'sop ditbladzijn ingevolge de verzekeringsvoorwaardert 0000 Levenslangegeheeleongeschiktheid tot werken door fTCrt bij een ongeval met IOM bij verlies van een hand, j OC bij verlies van een TH bij'n breuk van jlfj
tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen 0UUU« verlies van beide armen, beide beenen of beideoogen: OU» doodelijken afloop; fcÖU» een voet 0f een oog: '"O» duim of wijsvinger: been of arm, 1
bij verlies v. een
anderen vinger.
316
HET HOOGSTE GOED
Het verwonderde ons niet, dat de brie
venbus in de afgeloopen week weer eens
eenige epistels bevatte aan het adres
van schrijver dezes. Het betoog van de
vorige maa} is niet zoo gemakkelijk te
aanvaarden, vooral niet voor hen, die
meenen tot de achtergestelden te be-
hooren.
O, we begrijpen het zoo goed! Er zijn
zooveel groote, echt Roomsche gezinnen,
waar zooveel geleden en gestreden
wordt! De groote oorlog heeft in onze
samenleving schrijnende toestanden ver
oorzaakt. En wie denkt, dat met de
sociale maatregelen van onzen tijd, met
overheidszorg, de officieele werkver
schaffing, de steuncomité's, met het op
treden van organisatiebesturen voor in
nood verkeerende leden de armoede is
teruggebracht tot de paupers, die liever
lui dan moe zijn, tot de onsociale wezens,
waarmee weinig is aan te vangen, die
heeft het wel heel erg mis! Neen, er
heerscht in duizenden gezinnen nog
groote zorg, welke niet heel ver van
armoede verwijderd is. Al mogen wij tot
op heden ons land gelukkig prijzen, om
dat er voor vaklieden nog werk te vinden
is; omdat het spook der werkloosheid
hier niet zoo angstwekkend rondwaart
als elders; het moderne leven en de ge
volgen van de oorlogscrisis hebben onder
de kleine burgerij en ook wel onder den
breederen middenstand, ja zelfs onder
de beter gesitueerden slachtoffers ge
maakt, wier lot deernis wekt. Talloos
zijn de huisvaders, die vroeger als ver
tegenwoordigers van handel en scheep
vaart, als employé's van commercieele
instellingen of als eigen kleine zaken-
menschen, als flinke werklieden in vroe
ger bloeiende ondernemingen gezeten
burgers waren, geacht in de plaats hun
ner inwoning; onberispelijk van levens
wandel; hun vrije uren gevend aan lief
dadigheid of organisatiewerk, en die
thans al jaren en jaren heel of half
Werkloos rondkijken, vergeefs zoekend
naar een bescheiden functie op de over
volle arbeidsmarkt. De zaak, waaraan
zij verbonden waren, werd „weggereor-
ganiseerd", viel als slachtoffer van te
weinig bedrijfskapitaal, ging bij zwakke
leiding ten onder tengevolge van scherpe
concurrentie; werd in den maalstroom
van de oorlogscrisis meegesleept of iets
dergelijks. Hoe dan ook: zij waren in
ieder geval onschuldig aan de oorzaak
en, eenmaal op middelbaren of nog hoo-
geren leeftijd buiten vast verband ge
raakt, moesten zij overal hooren: geen
plaats meer voor u; gij zijt te oud; wij
hebben jonge, frissche krachten noodig!
Wanneer wij het nog niet wisten
maar wij weten het maar al te goed
zouden wij er deze week, naar aanleiding
van onze beschouwing over zorg voor
ontslagen gevangenen, wel van over
tuigd zijn geworden, dat het met heel
veel oppassende huisvaders en hun ge
zinnen allerbedroevendst gesteld is. Wij
begrijpen zoo levendig de klacht eener
moeder van een blijkbaar groot, door en
door christelijk gezin: „mijn man was
eens een flinke werker; in zijn vak
kwam een geheele omwenteling en hij
werd werkloos; omdat hij nergens klaar
kon komen, is hij tenslotte door de vele
zorgen ziek geworden en mijn gezin
komt voor ondersteuning in den gewo
nen zin niet in aanmerkingToen
wij nog in goeden doen waren, hebben
wij zelf Duitsche, Weensche en Belgische
kinderen verpleegd; wij gaven voor alles
waarvoor men ons vroeg. Maar nu wij
self diep in de zorg en de ellende zitten,
nu is er niemand die ons helpen kan
Is het dan niet begrijpelijk, dat men er
toe komt te zeggen: men moet eerst in
de gevangenis gezeten hebben om gehol
pen te worden?"
Dit zijn slechts enkele zinnen ui een
ontróerenden brief van vier zijden en
deze weer is slechts één klacht uit vele.
En toch, hoe begrijpelijk en hoe men-
schelijk zulke klachtep ook zijn, wij be
hoeven geen woord van onze vorige op
merkingen terug te nemen; integendeel,
wij willen ze nog versterken en zijn er
ook zeker van, dat deze zwaar beproef
den zelf de juistheid onzer beweringen
inzien in oogenblikken, waarin zij zich
boven hun depressie weten uit te heffen.
Al die slachtoffers der werkloosheid,
die stille lijders en zwoegers, die met
hun armoe niet te koop loopen, maar
integendeel het uiterste doen om zich
zelf te redden; al deze moedige christe
nen, die zonder morren hun kruis dragen
en vasthouden aan hun geloof, zij weter;
en dit is hun steun dat het lijden
dezer wereld door God wordt toegelaten,
door Hem vaak wordt gebruikt tot lou
tering, tot beproeving, of wel om Zijn
eigen glorie te doen uitstralen in stand
vastige zielen, die de bewondering wek
ken van dwalenden en zoekenden en an
deren tot het licht des geloofs brengen,
of om welke andere ons onbekende
reden ook. Zij weten, dat dit korte lijden
in dit brooze leven minder is dan één
druppel alsem vergeleken bij den vol
len beker van zaligheid in het hierna
maals, Daarom prijzen zij iedere daad,
die gedaan wordt om te trachten een
ziel te winnen. Immers het lijden van
het lichaam is niets vergeleken bij de
gezondheid van de ziel. Juist hun vele
zorgen, de moeilijkheden, de tegensla
gen hebben hen de ijdelheid van het le
ven doen inzien, hen behoed voor de
vele dwaasheden, waartoe rijkdom al te
gemakkelijk lokt, hen bewaard voor de
gevaren der weelde. In ootmoed mogen
zij verwachten, dat hun geduldig gedra
gen lijden, hun harde leven gemak
kelijker zal voeren tot het door ons allen
verbeide einddoel, dan een leven van
voorspoed en aardsch geluk, waarin het
zoo moeilijk valt de belangen onzer ziel
de eerste plaats in onze belangstelling
te geven.
Wie zich op dit hooge plan van le
vensbeschouwing plaatst, is geneigd om
met St. Franciscus een loflied op de
armoede te zingen. Maar toch wacht
ieder oprecht mensch zich er voor om
den arme te zeggen: juich en wees
dankbaar; immers wat gij aan aardsche
goederen mist, wint gij aan uwe ziel!
Wie zoo iets in oprechtheid durft zeggen,
moet zelf van alles afstand doen. En
hoe weinigen hebben daartoe den moed!
Armoede stoot nu eenmaal af; onze
zinnelijke natuur trekt naar gemak en
weelde. In dit conflict komt de liefda
digheid ons te hulp. Wanneer Christus
de armoede zalig prijst en den rijkdom
een gevaar noemt, dan is voor den beter
bedeelde de eenige uitweg, van zijn
overvloed met ruime handen weg te ge
ven, zich te oefenen in onthechting en
nooit moede te worden, den minder
met aardsche goederen bedeelde te hel
pen. Een waarlijk milde hand vindt hier
dagelijks arbeid en zal het in onzen tijd
vooral bij de „stille armen" moeten zoe
ken.
En voor hen, die als de rechtvaardige
Job beproefd worden, die telkens de
knagende vraag voelen opkomen: „waar
aan heb ik dit toch verdiend?"; voor
hen, die met alle kracht van een chris
telijk geloof den duivel der ontevreden
heid in zich trachten te smoren, maar
bij wie het bittere water der beproevin
gen voortdurend tot aan de lippen komt
voor hen zijn menschelijke woorden
op den duur niet voldoende. Immers,
zoo heel begrijpelijk bruist telkens!
weer de tegenwerping in hen op; „wat
praat gij, die onder dons en op veeren
slaapt; gij moest het zelf eerst eens on
dervinden." Voor hen heeft Christus
dan ook afzonderlijk gesproken in een
Zijner allerschoonste parabels, n.m. die
van den Verloren Zoon. Wij bedoelen
SPMRME
3Ar
IMK
i
van deze ontroerende gelijkenis het slot,
waaraan meestal te weinig aandacht
wordt besteed.
De zoon, die zijns vaders erfdeel had
verbrast en schande had gebracht over
de familie, hij had een broer, die aan
zijn ouders nog nimmer verdriet had
veroorzaakt. Toen deze zag met hoeveel
vreugde de verkwister werd ingehaald,
hoe deze de held van den dag was, toen
bekroop hem de nijd en hij zeide tot
zijn vader: „Ik ben heel mijn leven trouw
bij u gebleven en zelfs geen bokje heb
ik gehad om te slachten en met mijn
vrienden feest te vieren. Nu hij, die uw
geld vergooid heeft, die geleefd heeft als
een zwijn, terugkomt, nu is het beste
niet goed genoeg."
En al wat de wijze vader antwoordde
was: „Kind, gij zijt altijd bij mij
en al het mijne is het uwe."
Laten zij dat bedenken, die van 's we
relds disch niet anders dan harde kor
sten krijgen en wier leven in de eento
nigheid van dagelijksche zorgen voorbij
gaat. 't Is begrijpelijk dat zij anderen
wel eens benijden, op wier pad de vreug-
dezon schijnt, die zelfs hun talenten
verspillen in zonde en ijdelheid en bij
wier terugkeer dan nog verheugde ge
zichten klaarstaan. In het licht des
geloofs is hier echter geen reden tot af
gunst, integendeel. Wie in en door de
levensmoeilijkheden voor zonde blijft
bewaard en zijn geloof, zijn hoop en zijn
liefde ongerept heeft mogen behouden,
die kan op zich het woord van den Vader
van de parabel toepassen: „gij zijt
altijd bij Mij." En welke rijkdom gaat
boven zulk een bezit?
HOMO SAPIENS.
Mr. Kropman gekozen
De gemeenteraad van Amsterdam benoem
de gistermiddag in de vacature van wethou
der, ontstaan door het overlijden van den
heer Von Frijtag Drabbe, met 27 van de 32
uitgebrachte stemmen mr. G. C. D. J. Krop
man (R.K.) De heer Kropman nam de be
noeming aan.
DE VERLENGING VAN HET JUBELJAAR
TOT 30 JUNI 1930
Te zijner tijd gaven wij meermalen uit
voerig bericht over de mogelijkheid, dat
het jubeljaar ter gelegenheid van 's Pausen
Gouden Priesterschap niet zou eindigen op
den vastgestelden datum van 31 December
a.s., maar zou worden verlengd tot 30 Juni
van het volgend jaar, wanneer het eindelijk
definitief zou worden gesloten met groot-
sche plechtigheden.
Momenteel wordt deze verlenging op bijna
officieuze wijze bevestigd. De Paus zal
daarvan waarschijnlijk pas in de laatste
dagen des jaars officieel mededeeling doen,
ofschoon het ock mogelijk is, dat de ver
lenging reeds in het a.s. Consistorie afge
kondigd. wordt.
Zooals men weet, was de bedoeling van
het jubeljaar, dat de geloovigen der ge
heele wereld de geestelijke gunsten der
H. Kerk zouden deelachtig worden, ter
gedachtenis aan de geestelijke gunsten,
welke Z. H. Pius XI vóór vijftig jaar ver
kreeg bij zijn Priesterwijding. De voor
waarde tot het verkrijgen dier spiritueele
voordeelen was echter strict genomen deze:
dat de geloovigen zich, als gebruikelijk in
een H. Jaar, naar Rome begaven. Deze
voorwaarde die door de talrijke dispensaties
haar kracht practisch verloren had, zal bij
de verlenging heelemaal vervallen, zoodat
er zelfs aflaten over de geheele wereld ver
diend zullen kunnen worden en de verlen
ging van het Jubeljaar eigenlijk neerkomt
op een verlenging der aflaten.
Niettemin verwacht men en is het 't
vurig verlangen van den H Vader dat de
pelgrimsstroom, die reeds meer dan een half
millioen geloovigen naar de Eeuwige Stad
voerde, niet zal worden afgebroken en in
tegendeel, nog aan kracht zal winnen.
Z. EM. HARD. VERDIER
BISSCHOP GEZALFD DOOR DEN PAUS
Mgr. Verdier, opvolger van kard. Dubois
als aartsbisschop van Parijs, wordt in het
laatst van de volgende week te Rome ver
wacht, waar hij in het a.s. Consistorie uit
de handen van Z H. Pius XI den rooden
hoed zal ontvangen.
Tevens is het zoo goed als zeker, dat
enkele dagen later Z. Em. Kard. Verdier
in de Sixtijnsche kapel door Z. H. den Paus
tot Bisschop zal worden gezalfd.
Ook dit jaar geen uitreiking
Het comité voor de toekenning van den
Nobelprijs heeft besloten voor 1928 en 1929
geen vredesprijzen uit te reiken. Die voor
1928 komt aan het speciale fonds van het
comité, van dien voor 1929 zal de uitreiking
tot het volgend jaar worden uitgesteld.
- -4
•4
-4
-4
4
•4
4
■4
-4
Aan 'n haard gestookt met Aberpergwmzijn Uwe zorgen vergeten en geniet
U van de weldadige warmte van deze bijzondere Anthraciet
Een proef mud en het bewijs is U geleverd
17-jarig meisje onder een
stoomtram
Onmiddellijk gedood
Gisteravond te 9 uur is op den hoek Tram
straat—Dongensche straat te Eindhoven de
17-jarige Maria V. door de stoomtram over
reden en gedood.
De tram kwam van het emplacement, gaf
volgens verklaringen van getuigen fluit- en
belsignalen, terwijl bij het kruisen van den
weg, een machinist met een roode lamp voor
op ging.
Het slachtoffer, dat vermoedelijk in ge
dachten verzonken is geweest, geraakte on
der de locomotief en werd vermorzeld. De
locomotief moest worden opgevijzeld om het
deerlijk verminkte lijk er onder vandaan te
halen.
Z. D. H. de Bisschop van Haarlem zal
a.s. Woensdag geen audiëntie verieenen.
Juist op zijn 72sten verjaardag is gister
(ivond het lid van den gemeenteraad van
Leiden, de heer K. Sytsma, door een beroerte
getroffen en kort daarna overleden.
De heer Sytsma was tal van jaren als
stadsverslaggever aan het „Leidsche Dag
blad" verbonden. In den gemeenteraad had
de thans overledene gedurende ongeveer
dertig jaren zitting. Hij behoorde tot de V.D.
Het lid der Tweede Kamer, mevr. Van
Itallie-Van Embden, volgt hem als raadslid
on.
Naar aanleiding van den oproep aan
Irissenkweekers, door de Bloembollenveilin
gen „Breezand" en „Beverwijk" per adver
tentie in dit blad gedaan, hebben wij ter
bevoegder plaatse nadere inlichtingen ge
vraagd over de bedoeling van dezen oproep.
Wij vernamen daarbij het volgende:
Verschillende kweekers hebben namelijk op
de voorveilingen of uit de hand vóór de
vorstperiode 1929, groote getallen Irissen
verkocht.
De Irissen zijn ongeveer overal voor 80
a 90 pCt. bevroren, zoodat levering ook voor
80 a 90 pCt. achterwege moest blijven.
Voor het Scheidsgerceht gedaagd, beriep
men zich op overmacht, wijl het artikel door
de vorst dermate vernietigd was, dat van
levering geen sprake kon zijn. Millioenen
werden er verkocht en slechts eenige hon
derdduizenden werden er te koop aangebo
den in dit seizoen, zoo luidde de stelling der
gedaagden.
Dat beroep op overmacht werd echter door
het scheidsgerecht verworpen met de over
weging, dat het vóór de vorst verkochte wel
geleverd had kunnen worden.
Om met cijfers te kunnen aantoonen wel
ke partij hier de juiste meening verkondigt
en om de meening in deze van een groot aan
tal vakgenooten te hooren, hbben bovenge
noemde veilingen een oproep gedaan aan alle
Irissenkweekers, leden van de Algemeene
Vereeniging van Bloembollencultuur in alle
afdeelingen in Noord Holland boven Haar
lem, het district waar 9/10e deel van de Iris
sen-kweekers gevestigd is.
Voorts ook aan de niet-leden in dat rayon,
die als Irissenkweekers bekend zijn en ook
in andere afdeelingen aan personen (of be
drijven) van welke men weet, dat zij Iris
sen-kweekers zijn.
Het is dus van het grootste belang voor de
waarheid in deze zaak, dat letterlijk alle
Irissenkweekers aan dat onderzoek hun
steun verieenen, ongeacht of zij goed of
slecht gewas hadden en of zij voor de vorst
hebben verkocht of niet.
De voorbereiding van den aanleg
begonnen
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Amsterdam, verontrust door het zwij
gen van de Wegenfondsbegrooting voor
1930 over den geheel nieuwen weg van Am
sterdam naar Schiphol, welke is ontworpen
in samenhang met den te zijner tijd aan te
leggen rijksweg AmsterdamZuidholland-
sche grens in de richting Sassenheim, heeft
enkele dagen geleden den Minister van Wa
terstaat gewezen op de urgentie van een
behoorlijke verbinding van de hoofdstad met
haar vlieghaven.
Thans is de Kamer reeds in het bezit van
de mededeeling dat de Minister, die urgen
tie erkennende, aan den hoofdingenieur
directeur van den Rijkswaterstaat in Noord-
Holland opdracht heeft gegeven, de voorbe
reiding van den aanleg van die verbinding
ter hand te nemen.
Morgen, Zondag 1 December, zal het 25
jaren geleden zijn dat F. M. L. Baron Van
Geen, vroeger adjudant en sedert 1906 ka
merheer van H. M. de Koningin, de veelom
vattende en gewichtige functie van Particu
lier Secretaris van Hare Majesteit op 1 De
cember 1904 aanvaardde.
Den volstrekten wensch eerbiedigende van
den jubilaris, dat liefst geen, doch in elk
geval zoo weinig mogelijk publiciteit vooraf
gegeven zou worden aan dit feit, moge vol
staan worden met deze korte aankondiging
van dezen gedenkwaardigen dag in het leven
van den eminenten Hofdigntaris die, o.a.
door de tallooze door hem voorbereide en
medegemaakte bezoeken van onze V o-stin aan
de verschillende provincies des lands en
aan zoovele instellingen enz. alom in den
lande een bekendheid geniet als weinigen en
die allerwege geacht en gewaardeerd wordt
om zijn vele voortreffelijke eigenschappen,
van welke een plaats op den voorgrond in
nemen zijn trouw aan Zijn Hooge Gebied
ster, zijn minzaamheid en zijn hulpvaardig
heid, ook tegenover de Pers. waarmede hij
waardevolle relaties betreffende de publica
tie van de daarvoor in aanmerking komen
de Hofaangelegenheden onderhoudt.
Bij het binnenkomen van den trein van
half acht aan het station Te Anna Paulowna,
poogde de heer R., woonachtig te Oudesluis,
nog de rails over te steken naar het 2e
perron, met het noodlottig gevolg, dat hij
door den trein werd gegrepen.
De spoedig ontboden geneesheer kon
slechts den dood constateeren.
Het Zwitsersche invoerrecht
voor varkens
Van 50 tot 30 fr. per 100 K.G.
verlaagd
Naar de directie van den Landbouw mede
deelt, heeft Hr. Ms. gezant te Bern bericht,
dat de Zwitsersche regeering het invoerrecht
op varkens boven de 60 K.G. gedurende de
maand December a.s. heeft verlaagd van
50 tot 30 frs. per 100 K.G. Ook voor varkens
uit Nederland worden door de Zwitsersohe
autoriteiten invoervergunningen uitsluitend
echter aan Zwitsersche importeurs verleend.
In de vacature-J. H. A. L. von Frytag
Drabbe koos de gemeenteraad van Amster
dam gisteren tot wethouder mr. G. C. D. J.
Kropman (R.K.)
De Tweede Kamer is gisteren gereed ge
komen met de behandeling der begrooting
van Binnenlandsche Zaken en Landbouw.
Dinsdag zal er over worden gestemd.
Te 's-Gravenhage is overleden Ir. W. F.
Leemans, oud-hoofdinspecteur-generaal van
den Rijkswaterstaat.
Ook dit jaar zal de Nobel-VTedeprijs niet
worden toegekend.
Een rede van Minister Curtius in verband
met het wetsontwerp overeenkomstig den
uitslag van het „Volksbegehren" ingediend.
Jaspar belast met de vorming van een
nieuw Belgisch Kabinet.
Het grond- en graafwerk van de gracht
om Maastricht ten behoeve van het Belgi
sche Grand Canal is gisteren te Luik aan
besteed.
De a.s. Vlootconferentie te Londen. De
voorbereidingen vorderen. Duur der confe
rentie vermoedelijk 8 a 10 weken.
Barometerstand 9 uur v.m.: 749 achteruit.
OPTICIENS FABRIKANTEN
Licht op. De lantaarns moeten morgen
worden opgestoken om: 4 uur 19 min. Over
morgen om 4 uur 18 min.
De reddingboot van Egmond haalt
een deel der bemanning van boord
Gisteren in den vooravond, bij mistig weer
en een harden zuid-westerstorm, is de IJmui-
der stoomtreiler IJ. M. 80 (Fram), waar
schijnlijk omdat hij geen verkenning uit
IJmuiden heeft gekregen en dientengevolge
den koers kwijtraakte, op de tweede bank
bij Egmond aan Zee gestrand.
Onmiddellijk is de reddingboot uit Egmond
onder leiding van schipper Van der Plas
uitgevaren. Door de hevige deining viel het
den wakkeren mannen niet gemakkelijk om
langszij te komen. Ten slotte gelukte het,
vijf der opvarenden van boord te halen. De
overige leden der bemanning van den trei
ler, de schipper, de machinist en drie an
deren wilden het vartuig niet verlaten en
vroegen sleepboot-assistentie. De sleepboot
„Vlaanderen" van het bureau Wijsmuller te
IJmuiden is toen vertrokken. Men hoopte
vóór 2 uur in den nacht, wanneer het hooge
water komt opzetten, de verbinding tot stand
te brengen.
Onze correspondent te Egmond aan Zee
seint nader, dat bij het van boord halen de
kok J. de Bruin in het water is gevallen,
doch er onmiddellijk weer is uitgehaald. Hij
heeft zich niet ernstig bezeerd.
De bemanning is ondergebracht in hotel
„Trompenberg".
Gisteren is te Zelhem (Geld.), 76 jaar oud,
overleden dr. M. A. Brants, oud-lid der
Tweede Kamer.
Dr. Brants, werd in 1853 op den Wilden -
borgh geboren. In Februari 1903 volgde hij
jhr. mr. L. H. J. M. van Asch van Wijck
in het district Ede als lid van de Tweede
Kamer op, doch toen hij na van 1895 af
burgemeester van Zelhem te zijn geweest
einde 1906 benoemd werd tot burgemeester
van Schiedam, nam hij als lid van de Kamer
ontslag.
De overledene behoorde tot de anti-revolu
tionaire partij. De begrafenis is bepaald op
Dinsdagmiddag om 1 uur te Zelhem.
Het zevende vliegtuig te Belgrado
De K.L.M. deelt mede, dat het zevende
postvliegtuig gisteren te 7.40 uur uit Weenen
en te 10.30 uur uit Boedapest is vertrokken.
Het kwam te 12.30 uur te Belgrado aan. Alles
is wel aan boord. Heden wordt de tocht
voortgezet,