LEEKEPREEKEN i VI ABERPERGWM WALES ANTHRACIET G. KRAAY Co. 5» 2 1 V BOEK- ei KUNSTHANDEL H. COEBERGH Uit de stad van het Vaticaan Prijs f 3.10 P"js f 3.10 Prijst 3.10 Prijs f 3.10 HENK FIBBE 8 N.V. BRANDSTOFFENHANDEL Turfmarkt 10 - Tel. 11088 - Haarlem WONINGBUREAU ZATERDAG 30 NOVEMBER 1929 w VOERT EiTECTENORDERS UIT AAN BINNEN- EN ÈLTTENLANDSCHE BEURZEN. SLUIT PROLONGATIES- Verschaft U ieder goed boek op ieder gebied Voornaamste Nieuws EAUXNASSAULAAN 49 n ADVERTENTIEN 35 ct. p. regel DIT NUMMER BESTAAT UIT VIJF BLADEN EN HET GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD V AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL 1 GED. OUDE GRACHT 74 - TELEF. 11041 Wethoudersverkiezing te Amsterdam De Nobelvredeprijs Audiëntie K. Sytsma f YTTTTTTVTTTTTTTTTTTTTYTTTTfTTT™ rTVTTTTTTTVVT Schadevergoedingen wegens niet leveren van voor de vorst verkochte Irissen De wegverbinding AmsterdamSchiphol F. M. L. Baron van Geen ERNSTIG ONGELUK TE ANNA-PAULOWNA Heer door den trein overreden en gedood J.. J. WEBER ZOON Groote Houtstraat 166 Haarlem KASSAUS7RAA7 14 - TEL. 13781 Treiler gestrand Dr. M. A. Brants f De postvluchten naar Indië Telefoon No. 13866 (drie lijnen) Postrekening No. 5970. ABONNEMENTEN: voor Haarlem en Agentschappen: per week 25 ct.; per kwartaal 3.25; per post, per kwartaal 3.58 bij vooruitbetaling. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN TIES. 1—4 regels 60 ct p. plaatsing: elke regel meer 15 ct. bij vocniitbet. Bij contract belangrijke korting. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN tusschen den tekst 60 ct per regel DRIE EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 17323 Alleabonné'sop ditbladzijn ingevolge de verzekeringsvoorwaardert 0000 Levenslangegeheeleongeschiktheid tot werken door fTCrt bij een ongeval met IOM bij verlies van een hand, j OC bij verlies van een TH bij'n breuk van jlfj tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen 0UUU« verlies van beide armen, beide beenen of beideoogen: OU» doodelijken afloop; fcÖU» een voet 0f een oog: '"O» duim of wijsvinger: been of arm, 1 bij verlies v. een anderen vinger. 316 HET HOOGSTE GOED Het verwonderde ons niet, dat de brie venbus in de afgeloopen week weer eens eenige epistels bevatte aan het adres van schrijver dezes. Het betoog van de vorige maa} is niet zoo gemakkelijk te aanvaarden, vooral niet voor hen, die meenen tot de achtergestelden te be- hooren. O, we begrijpen het zoo goed! Er zijn zooveel groote, echt Roomsche gezinnen, waar zooveel geleden en gestreden wordt! De groote oorlog heeft in onze samenleving schrijnende toestanden ver oorzaakt. En wie denkt, dat met de sociale maatregelen van onzen tijd, met overheidszorg, de officieele werkver schaffing, de steuncomité's, met het op treden van organisatiebesturen voor in nood verkeerende leden de armoede is teruggebracht tot de paupers, die liever lui dan moe zijn, tot de onsociale wezens, waarmee weinig is aan te vangen, die heeft het wel heel erg mis! Neen, er heerscht in duizenden gezinnen nog groote zorg, welke niet heel ver van armoede verwijderd is. Al mogen wij tot op heden ons land gelukkig prijzen, om dat er voor vaklieden nog werk te vinden is; omdat het spook der werkloosheid hier niet zoo angstwekkend rondwaart als elders; het moderne leven en de ge volgen van de oorlogscrisis hebben onder de kleine burgerij en ook wel onder den breederen middenstand, ja zelfs onder de beter gesitueerden slachtoffers ge maakt, wier lot deernis wekt. Talloos zijn de huisvaders, die vroeger als ver tegenwoordigers van handel en scheep vaart, als employé's van commercieele instellingen of als eigen kleine zaken- menschen, als flinke werklieden in vroe ger bloeiende ondernemingen gezeten burgers waren, geacht in de plaats hun ner inwoning; onberispelijk van levens wandel; hun vrije uren gevend aan lief dadigheid of organisatiewerk, en die thans al jaren en jaren heel of half Werkloos rondkijken, vergeefs zoekend naar een bescheiden functie op de over volle arbeidsmarkt. De zaak, waaraan zij verbonden waren, werd „weggereor- ganiseerd", viel als slachtoffer van te weinig bedrijfskapitaal, ging bij zwakke leiding ten onder tengevolge van scherpe concurrentie; werd in den maalstroom van de oorlogscrisis meegesleept of iets dergelijks. Hoe dan ook: zij waren in ieder geval onschuldig aan de oorzaak en, eenmaal op middelbaren of nog hoo- geren leeftijd buiten vast verband ge raakt, moesten zij overal hooren: geen plaats meer voor u; gij zijt te oud; wij hebben jonge, frissche krachten noodig! Wanneer wij het nog niet wisten maar wij weten het maar al te goed zouden wij er deze week, naar aanleiding van onze beschouwing over zorg voor ontslagen gevangenen, wel van over tuigd zijn geworden, dat het met heel veel oppassende huisvaders en hun ge zinnen allerbedroevendst gesteld is. Wij begrijpen zoo levendig de klacht eener moeder van een blijkbaar groot, door en door christelijk gezin: „mijn man was eens een flinke werker; in zijn vak kwam een geheele omwenteling en hij werd werkloos; omdat hij nergens klaar kon komen, is hij tenslotte door de vele zorgen ziek geworden en mijn gezin komt voor ondersteuning in den gewo nen zin niet in aanmerkingToen wij nog in goeden doen waren, hebben wij zelf Duitsche, Weensche en Belgische kinderen verpleegd; wij gaven voor alles waarvoor men ons vroeg. Maar nu wij self diep in de zorg en de ellende zitten, nu is er niemand die ons helpen kan Is het dan niet begrijpelijk, dat men er toe komt te zeggen: men moet eerst in de gevangenis gezeten hebben om gehol pen te worden?" Dit zijn slechts enkele zinnen ui een ontróerenden brief van vier zijden en deze weer is slechts één klacht uit vele. En toch, hoe begrijpelijk en hoe men- schelijk zulke klachtep ook zijn, wij be hoeven geen woord van onze vorige op merkingen terug te nemen; integendeel, wij willen ze nog versterken en zijn er ook zeker van, dat deze zwaar beproef den zelf de juistheid onzer beweringen inzien in oogenblikken, waarin zij zich boven hun depressie weten uit te heffen. Al die slachtoffers der werkloosheid, die stille lijders en zwoegers, die met hun armoe niet te koop loopen, maar integendeel het uiterste doen om zich zelf te redden; al deze moedige christe nen, die zonder morren hun kruis dragen en vasthouden aan hun geloof, zij weter; en dit is hun steun dat het lijden dezer wereld door God wordt toegelaten, door Hem vaak wordt gebruikt tot lou tering, tot beproeving, of wel om Zijn eigen glorie te doen uitstralen in stand vastige zielen, die de bewondering wek ken van dwalenden en zoekenden en an deren tot het licht des geloofs brengen, of om welke andere ons onbekende reden ook. Zij weten, dat dit korte lijden in dit brooze leven minder is dan één druppel alsem vergeleken bij den vol len beker van zaligheid in het hierna maals, Daarom prijzen zij iedere daad, die gedaan wordt om te trachten een ziel te winnen. Immers het lijden van het lichaam is niets vergeleken bij de gezondheid van de ziel. Juist hun vele zorgen, de moeilijkheden, de tegensla gen hebben hen de ijdelheid van het le ven doen inzien, hen behoed voor de vele dwaasheden, waartoe rijkdom al te gemakkelijk lokt, hen bewaard voor de gevaren der weelde. In ootmoed mogen zij verwachten, dat hun geduldig gedra gen lijden, hun harde leven gemak kelijker zal voeren tot het door ons allen verbeide einddoel, dan een leven van voorspoed en aardsch geluk, waarin het zoo moeilijk valt de belangen onzer ziel de eerste plaats in onze belangstelling te geven. Wie zich op dit hooge plan van le vensbeschouwing plaatst, is geneigd om met St. Franciscus een loflied op de armoede te zingen. Maar toch wacht ieder oprecht mensch zich er voor om den arme te zeggen: juich en wees dankbaar; immers wat gij aan aardsche goederen mist, wint gij aan uwe ziel! Wie zoo iets in oprechtheid durft zeggen, moet zelf van alles afstand doen. En hoe weinigen hebben daartoe den moed! Armoede stoot nu eenmaal af; onze zinnelijke natuur trekt naar gemak en weelde. In dit conflict komt de liefda digheid ons te hulp. Wanneer Christus de armoede zalig prijst en den rijkdom een gevaar noemt, dan is voor den beter bedeelde de eenige uitweg, van zijn overvloed met ruime handen weg te ge ven, zich te oefenen in onthechting en nooit moede te worden, den minder met aardsche goederen bedeelde te hel pen. Een waarlijk milde hand vindt hier dagelijks arbeid en zal het in onzen tijd vooral bij de „stille armen" moeten zoe ken. En voor hen, die als de rechtvaardige Job beproefd worden, die telkens de knagende vraag voelen opkomen: „waar aan heb ik dit toch verdiend?"; voor hen, die met alle kracht van een chris telijk geloof den duivel der ontevreden heid in zich trachten te smoren, maar bij wie het bittere water der beproevin gen voortdurend tot aan de lippen komt voor hen zijn menschelijke woorden op den duur niet voldoende. Immers, zoo heel begrijpelijk bruist telkens! weer de tegenwerping in hen op; „wat praat gij, die onder dons en op veeren slaapt; gij moest het zelf eerst eens on dervinden." Voor hen heeft Christus dan ook afzonderlijk gesproken in een Zijner allerschoonste parabels, n.m. die van den Verloren Zoon. Wij bedoelen SPMRME 3Ar IMK i van deze ontroerende gelijkenis het slot, waaraan meestal te weinig aandacht wordt besteed. De zoon, die zijns vaders erfdeel had verbrast en schande had gebracht over de familie, hij had een broer, die aan zijn ouders nog nimmer verdriet had veroorzaakt. Toen deze zag met hoeveel vreugde de verkwister werd ingehaald, hoe deze de held van den dag was, toen bekroop hem de nijd en hij zeide tot zijn vader: „Ik ben heel mijn leven trouw bij u gebleven en zelfs geen bokje heb ik gehad om te slachten en met mijn vrienden feest te vieren. Nu hij, die uw geld vergooid heeft, die geleefd heeft als een zwijn, terugkomt, nu is het beste niet goed genoeg." En al wat de wijze vader antwoordde was: „Kind, gij zijt altijd bij mij en al het mijne is het uwe." Laten zij dat bedenken, die van 's we relds disch niet anders dan harde kor sten krijgen en wier leven in de eento nigheid van dagelijksche zorgen voorbij gaat. 't Is begrijpelijk dat zij anderen wel eens benijden, op wier pad de vreug- dezon schijnt, die zelfs hun talenten verspillen in zonde en ijdelheid en bij wier terugkeer dan nog verheugde ge zichten klaarstaan. In het licht des geloofs is hier echter geen reden tot af gunst, integendeel. Wie in en door de levensmoeilijkheden voor zonde blijft bewaard en zijn geloof, zijn hoop en zijn liefde ongerept heeft mogen behouden, die kan op zich het woord van den Vader van de parabel toepassen: „gij zijt altijd bij Mij." En welke rijkdom gaat boven zulk een bezit? HOMO SAPIENS. Mr. Kropman gekozen De gemeenteraad van Amsterdam benoem de gistermiddag in de vacature van wethou der, ontstaan door het overlijden van den heer Von Frijtag Drabbe, met 27 van de 32 uitgebrachte stemmen mr. G. C. D. J. Krop man (R.K.) De heer Kropman nam de be noeming aan. DE VERLENGING VAN HET JUBELJAAR TOT 30 JUNI 1930 Te zijner tijd gaven wij meermalen uit voerig bericht over de mogelijkheid, dat het jubeljaar ter gelegenheid van 's Pausen Gouden Priesterschap niet zou eindigen op den vastgestelden datum van 31 December a.s., maar zou worden verlengd tot 30 Juni van het volgend jaar, wanneer het eindelijk definitief zou worden gesloten met groot- sche plechtigheden. Momenteel wordt deze verlenging op bijna officieuze wijze bevestigd. De Paus zal daarvan waarschijnlijk pas in de laatste dagen des jaars officieel mededeeling doen, ofschoon het ock mogelijk is, dat de ver lenging reeds in het a.s. Consistorie afge kondigd. wordt. Zooals men weet, was de bedoeling van het jubeljaar, dat de geloovigen der ge heele wereld de geestelijke gunsten der H. Kerk zouden deelachtig worden, ter gedachtenis aan de geestelijke gunsten, welke Z. H. Pius XI vóór vijftig jaar ver kreeg bij zijn Priesterwijding. De voor waarde tot het verkrijgen dier spiritueele voordeelen was echter strict genomen deze: dat de geloovigen zich, als gebruikelijk in een H. Jaar, naar Rome begaven. Deze voorwaarde die door de talrijke dispensaties haar kracht practisch verloren had, zal bij de verlenging heelemaal vervallen, zoodat er zelfs aflaten over de geheele wereld ver diend zullen kunnen worden en de verlen ging van het Jubeljaar eigenlijk neerkomt op een verlenging der aflaten. Niettemin verwacht men en is het 't vurig verlangen van den H Vader dat de pelgrimsstroom, die reeds meer dan een half millioen geloovigen naar de Eeuwige Stad voerde, niet zal worden afgebroken en in tegendeel, nog aan kracht zal winnen. Z. EM. HARD. VERDIER BISSCHOP GEZALFD DOOR DEN PAUS Mgr. Verdier, opvolger van kard. Dubois als aartsbisschop van Parijs, wordt in het laatst van de volgende week te Rome ver wacht, waar hij in het a.s. Consistorie uit de handen van Z H. Pius XI den rooden hoed zal ontvangen. Tevens is het zoo goed als zeker, dat enkele dagen later Z. Em. Kard. Verdier in de Sixtijnsche kapel door Z. H. den Paus tot Bisschop zal worden gezalfd. Ook dit jaar geen uitreiking Het comité voor de toekenning van den Nobelprijs heeft besloten voor 1928 en 1929 geen vredesprijzen uit te reiken. Die voor 1928 komt aan het speciale fonds van het comité, van dien voor 1929 zal de uitreiking tot het volgend jaar worden uitgesteld. - -4 •4 -4 -4 4 •4 4 ■4 -4 Aan 'n haard gestookt met Aberpergwmzijn Uwe zorgen vergeten en geniet U van de weldadige warmte van deze bijzondere Anthraciet Een proef mud en het bewijs is U geleverd 17-jarig meisje onder een stoomtram Onmiddellijk gedood Gisteravond te 9 uur is op den hoek Tram straat—Dongensche straat te Eindhoven de 17-jarige Maria V. door de stoomtram over reden en gedood. De tram kwam van het emplacement, gaf volgens verklaringen van getuigen fluit- en belsignalen, terwijl bij het kruisen van den weg, een machinist met een roode lamp voor op ging. Het slachtoffer, dat vermoedelijk in ge dachten verzonken is geweest, geraakte on der de locomotief en werd vermorzeld. De locomotief moest worden opgevijzeld om het deerlijk verminkte lijk er onder vandaan te halen. Z. D. H. de Bisschop van Haarlem zal a.s. Woensdag geen audiëntie verieenen. Juist op zijn 72sten verjaardag is gister (ivond het lid van den gemeenteraad van Leiden, de heer K. Sytsma, door een beroerte getroffen en kort daarna overleden. De heer Sytsma was tal van jaren als stadsverslaggever aan het „Leidsche Dag blad" verbonden. In den gemeenteraad had de thans overledene gedurende ongeveer dertig jaren zitting. Hij behoorde tot de V.D. Het lid der Tweede Kamer, mevr. Van Itallie-Van Embden, volgt hem als raadslid on. Naar aanleiding van den oproep aan Irissenkweekers, door de Bloembollenveilin gen „Breezand" en „Beverwijk" per adver tentie in dit blad gedaan, hebben wij ter bevoegder plaatse nadere inlichtingen ge vraagd over de bedoeling van dezen oproep. Wij vernamen daarbij het volgende: Verschillende kweekers hebben namelijk op de voorveilingen of uit de hand vóór de vorstperiode 1929, groote getallen Irissen verkocht. De Irissen zijn ongeveer overal voor 80 a 90 pCt. bevroren, zoodat levering ook voor 80 a 90 pCt. achterwege moest blijven. Voor het Scheidsgerceht gedaagd, beriep men zich op overmacht, wijl het artikel door de vorst dermate vernietigd was, dat van levering geen sprake kon zijn. Millioenen werden er verkocht en slechts eenige hon derdduizenden werden er te koop aangebo den in dit seizoen, zoo luidde de stelling der gedaagden. Dat beroep op overmacht werd echter door het scheidsgerecht verworpen met de over weging, dat het vóór de vorst verkochte wel geleverd had kunnen worden. Om met cijfers te kunnen aantoonen wel ke partij hier de juiste meening verkondigt en om de meening in deze van een groot aan tal vakgenooten te hooren, hbben bovenge noemde veilingen een oproep gedaan aan alle Irissenkweekers, leden van de Algemeene Vereeniging van Bloembollencultuur in alle afdeelingen in Noord Holland boven Haar lem, het district waar 9/10e deel van de Iris sen-kweekers gevestigd is. Voorts ook aan de niet-leden in dat rayon, die als Irissenkweekers bekend zijn en ook in andere afdeelingen aan personen (of be drijven) van welke men weet, dat zij Iris sen-kweekers zijn. Het is dus van het grootste belang voor de waarheid in deze zaak, dat letterlijk alle Irissenkweekers aan dat onderzoek hun steun verieenen, ongeacht of zij goed of slecht gewas hadden en of zij voor de vorst hebben verkocht of niet. De voorbereiding van den aanleg begonnen De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Amsterdam, verontrust door het zwij gen van de Wegenfondsbegrooting voor 1930 over den geheel nieuwen weg van Am sterdam naar Schiphol, welke is ontworpen in samenhang met den te zijner tijd aan te leggen rijksweg AmsterdamZuidholland- sche grens in de richting Sassenheim, heeft enkele dagen geleden den Minister van Wa terstaat gewezen op de urgentie van een behoorlijke verbinding van de hoofdstad met haar vlieghaven. Thans is de Kamer reeds in het bezit van de mededeeling dat de Minister, die urgen tie erkennende, aan den hoofdingenieur directeur van den Rijkswaterstaat in Noord- Holland opdracht heeft gegeven, de voorbe reiding van den aanleg van die verbinding ter hand te nemen. Morgen, Zondag 1 December, zal het 25 jaren geleden zijn dat F. M. L. Baron Van Geen, vroeger adjudant en sedert 1906 ka merheer van H. M. de Koningin, de veelom vattende en gewichtige functie van Particu lier Secretaris van Hare Majesteit op 1 De cember 1904 aanvaardde. Den volstrekten wensch eerbiedigende van den jubilaris, dat liefst geen, doch in elk geval zoo weinig mogelijk publiciteit vooraf gegeven zou worden aan dit feit, moge vol staan worden met deze korte aankondiging van dezen gedenkwaardigen dag in het leven van den eminenten Hofdigntaris die, o.a. door de tallooze door hem voorbereide en medegemaakte bezoeken van onze V o-stin aan de verschillende provincies des lands en aan zoovele instellingen enz. alom in den lande een bekendheid geniet als weinigen en die allerwege geacht en gewaardeerd wordt om zijn vele voortreffelijke eigenschappen, van welke een plaats op den voorgrond in nemen zijn trouw aan Zijn Hooge Gebied ster, zijn minzaamheid en zijn hulpvaardig heid, ook tegenover de Pers. waarmede hij waardevolle relaties betreffende de publica tie van de daarvoor in aanmerking komen de Hofaangelegenheden onderhoudt. Bij het binnenkomen van den trein van half acht aan het station Te Anna Paulowna, poogde de heer R., woonachtig te Oudesluis, nog de rails over te steken naar het 2e perron, met het noodlottig gevolg, dat hij door den trein werd gegrepen. De spoedig ontboden geneesheer kon slechts den dood constateeren. Het Zwitsersche invoerrecht voor varkens Van 50 tot 30 fr. per 100 K.G. verlaagd Naar de directie van den Landbouw mede deelt, heeft Hr. Ms. gezant te Bern bericht, dat de Zwitsersche regeering het invoerrecht op varkens boven de 60 K.G. gedurende de maand December a.s. heeft verlaagd van 50 tot 30 frs. per 100 K.G. Ook voor varkens uit Nederland worden door de Zwitsersohe autoriteiten invoervergunningen uitsluitend echter aan Zwitsersche importeurs verleend. In de vacature-J. H. A. L. von Frytag Drabbe koos de gemeenteraad van Amster dam gisteren tot wethouder mr. G. C. D. J. Kropman (R.K.) De Tweede Kamer is gisteren gereed ge komen met de behandeling der begrooting van Binnenlandsche Zaken en Landbouw. Dinsdag zal er over worden gestemd. Te 's-Gravenhage is overleden Ir. W. F. Leemans, oud-hoofdinspecteur-generaal van den Rijkswaterstaat. Ook dit jaar zal de Nobel-VTedeprijs niet worden toegekend. Een rede van Minister Curtius in verband met het wetsontwerp overeenkomstig den uitslag van het „Volksbegehren" ingediend. Jaspar belast met de vorming van een nieuw Belgisch Kabinet. Het grond- en graafwerk van de gracht om Maastricht ten behoeve van het Belgi sche Grand Canal is gisteren te Luik aan besteed. De a.s. Vlootconferentie te Londen. De voorbereidingen vorderen. Duur der confe rentie vermoedelijk 8 a 10 weken. Barometerstand 9 uur v.m.: 749 achteruit. OPTICIENS FABRIKANTEN Licht op. De lantaarns moeten morgen worden opgestoken om: 4 uur 19 min. Over morgen om 4 uur 18 min. De reddingboot van Egmond haalt een deel der bemanning van boord Gisteren in den vooravond, bij mistig weer en een harden zuid-westerstorm, is de IJmui- der stoomtreiler IJ. M. 80 (Fram), waar schijnlijk omdat hij geen verkenning uit IJmuiden heeft gekregen en dientengevolge den koers kwijtraakte, op de tweede bank bij Egmond aan Zee gestrand. Onmiddellijk is de reddingboot uit Egmond onder leiding van schipper Van der Plas uitgevaren. Door de hevige deining viel het den wakkeren mannen niet gemakkelijk om langszij te komen. Ten slotte gelukte het, vijf der opvarenden van boord te halen. De overige leden der bemanning van den trei ler, de schipper, de machinist en drie an deren wilden het vartuig niet verlaten en vroegen sleepboot-assistentie. De sleepboot „Vlaanderen" van het bureau Wijsmuller te IJmuiden is toen vertrokken. Men hoopte vóór 2 uur in den nacht, wanneer het hooge water komt opzetten, de verbinding tot stand te brengen. Onze correspondent te Egmond aan Zee seint nader, dat bij het van boord halen de kok J. de Bruin in het water is gevallen, doch er onmiddellijk weer is uitgehaald. Hij heeft zich niet ernstig bezeerd. De bemanning is ondergebracht in hotel „Trompenberg". Gisteren is te Zelhem (Geld.), 76 jaar oud, overleden dr. M. A. Brants, oud-lid der Tweede Kamer. Dr. Brants, werd in 1853 op den Wilden - borgh geboren. In Februari 1903 volgde hij jhr. mr. L. H. J. M. van Asch van Wijck in het district Ede als lid van de Tweede Kamer op, doch toen hij na van 1895 af burgemeester van Zelhem te zijn geweest einde 1906 benoemd werd tot burgemeester van Schiedam, nam hij als lid van de Kamer ontslag. De overledene behoorde tot de anti-revolu tionaire partij. De begrafenis is bepaald op Dinsdagmiddag om 1 uur te Zelhem. Het zevende vliegtuig te Belgrado De K.L.M. deelt mede, dat het zevende postvliegtuig gisteren te 7.40 uur uit Weenen en te 10.30 uur uit Boedapest is vertrokken. Het kwam te 12.30 uur te Belgrado aan. Alles is wel aan boord. Heden wordt de tocht voortgezet,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 1