Gemengd Nieuws VOOR DE HUISKA MER De behandeling der begrootingen in de Tweede Kamer De begrooting van Arbeid, Handel en Nijverheid aangenomen In nachtvergadering heeft de Kamer de Postbegrooting afgedaan De telefoon tarieven en de kwestie der streeknetten Be spreking der radiokwestie Radiocensuur en de afgebroken redevoeringen De malversaties te Gorredijk Een verloren bankbiljet De vier vermiste zeelieden van de „West-Vlaanderen'* De „Benwyvis" hooger op het strand geslagen Hondentrouw De jachtopziener gefopt Zij was niet bang en won het glansrijk De storm van gisternacht De ramp te Middelburg In „Artis" Door een passeerenden trein overreden Hoe men in Amerika bandieten vangt VERGADERING VAN DINSDAG 10 DEC. Voorzitter: mr, J. R. H. van Schaik In de vergadering van heden is het nieuw benoemde lid VAN DER HOUVEN (S.D.A.P.) geïnstalleerd. Besloten wordt de Onderwijsbegrooting aan de dag-agenda toe te voegen. Aan de orde is de afdeeling Volksgezond heid der begrooting van Arbeid, waarbij be sloten wordt geen beschouwingen te houden over pokken en aiastrim. De Volksgezondheid Mevr. DE VRIES-BRUXNS (S.D.A.P.) wenscht samenwerking in organisch verband tusschen de particuliere en de overheidsor ganisaties op het gebied van de gezondheids zorg. Verder wenscht zij behandeling van het 9 jaren geleden ingediende ontwerp betref fende de gezondheidsdiensten. De heer MARCHANT (V.D.) klaagt over te hooge keurloonen, die bovendien in de ver schillende gemeenten zeer veel verschillen De heer VAN DEN BERGH (S.D.A.P.) wenscht uitvoering van de Woningwet op een wijze, zooals plaats had eenige jaren vóór den oorlog. Spr. herinnert aan zijn motie ten deze, -welke verworpen werd, omdat men haar overbodig achtte. Thans is gebleken dat het Rijk slechts 1/3 aan voorschot geeft van wat vroeger gegeven werd. De heer VAN VOORST TOT VOORST (R.K.) wenscht steun voor den bouw van boerenwoningen naast steun voor de stich ting van boerderijen op wöesten grond. Ver der sluit hij zich aan bij den heer Marchant in zake de Keurloonen. De heer ENGELS (R.K.) bepleit de wen- schelijkheid van het in eigéndom kunnen verkrijgen van huurwoningen van de wo- ningbouwvereenigingen. Spr. ziet in de particuliere bouwnijverheid een oplossing voor het woningvraagstuk en wenscht dat voorschotten, bestemd voor wo ningen voor groote gezinnen, worden omge zet in hypotheken, ten einde de bewoners in staat te stellen een woning in eigendom te verkrijgen. De heer KNOTTENBELT (Lib.) vraagt een eind te maken aan de onbillijkheid, dat te lage schadeloosstelling wordt betaald bij de onteigening voor park of plein. Dr. VOS wenscht de visch onder de Vleeschkeuringswet te brengen en de orga nisaties te kennen bij de uitvoering van de Warenwet. Hij wil voorts mildere toepassing van het Melkbesluit. Mej. GROENEWEG (S.D.A.P.) bepleit wet telijke regeling van de moederschapszorg en dient een motie in om daartoe de wensche- lijkheid uit te spreken. Zij zal worden behan deld op nader te bepalen dag. De heer BAKKER (C.H.) betoogt, dat de bemoeienis van het Rijk met woningbouw aanvullend moet blijven, aangezien geen wo ningnood bestaat. Verder pleit hij voor een doelmatige distributie, aangezien hiér en daar op het platteland woningen en arbeids krachten te weinig zijn. De heer BEUMER (A.R.) betwijfelt of de beperking van de bedrijfsvrijheid in het melkbesluit wel gegrond is op de wet. Minister VERSCHUUR zal inzake de keur loonen doen wat hij kan. Met betrekking tot de lage vergoeding bij onteigening overweegt spr. een noodoplossing in den zin van wijzi ging van art. 92 der Onteigeningswet. Over het denkbeeld om het gevogelte en de visch onder de Vleeschkeuringswet te brengen kan spr. zich thans geen oordeel vormen. Oplossing in zake het melkbesluit Inzake het melkbesluit is in overleg met den Middenstandsraad een oplossing gevon den die waarschijnlijk bevrediging zal schen ken. Instelling van districtsgezondheidsdien sten acht spr. niet zoo urgent. Spr. is geen voorstander van wettelijke regeling van de moederschapszorg. Deze moet toevertrouwd worden aan het particulier initiatief met steun van de overheid. Na de replieken wordt de begrooting zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Begrooting van Koloniën. Aan de orde is de begrooting van Koloniën. De heer IJZERMAN (S.D.A.P.) meent, dat wij een einde moeten maken aan den kinder arbeid op Curasao. Dat is beter voor onze nationale eer dan er een oorlogsschip heen te sturen. De gebeurtenissen op Curasao heb ben doen zien wat er kan gebeuren als men niet doet wat men wel kan, maar tracht te doen, wat onbereikbaar is. Ook spr. is van meening, dat de Gouverneur groote fouten heeft gemaakt. Hij zal daarover echter thans niet spreken nadat de Gouver neur zjjn ontslag had genomen. Een deel der schuld valt ook op den vorigen Gouverneur Brantjes, die een wrok bij Urbiua heeft ge wekt. Spr. komt op tegen het overy'd zenden van militairen naar Curasao en herinnert er aan, dat hij eenige jaren achtereen heeft aangedrongen op reorganisatie der politie, waarmede de regeering echter zeer getreuzeld heeft. De economische toestand van Cura sao is nog steeds slecht. Spr. zou willen, dat de petroleum-industrie meer bijdroeg in de inkomsten. Het gouverneurschap ls één der moeilijkste posten geworden. Spr. meent ech ter, dat de huidige gouverneur geen gelegen heid zal krijgen zijn krijgsmanskunsten uit te oefenen'. De heer /AN KEMPEN (V.B.) wenscht nog wel eenige inlichtingen met betrekking tot de gebeurtenissen op Curasao. Hij stelt verschil lende vragen omtrent het oogenblik van het gebeurde. Urbina schijnt voorts tijdens het gouverneurschap van den heer Brantjes niet behoorlijk gevoed te zijn geweest, waardoor wrok is ontstaan. Vérder verkeert de gevan genis in een slechten toestand. Den gouver neur heeft ieder begrip omtrent het oogenblik ontbroken. De leiding op Curasao bestond uit stumperige sukkels. Toch is de gouverneur met dankbetuigingen ontslagen. Is hst juist, dat de ex-gouverneur thans is werkzaam gesteld op het Dept. van Koloniën? Wat ge beurt er met den militairen commandant en de andere officieren? Spr. hoopt, dat de huidige gouverneur groote zelfstandigheid zal toonen en een goed inzicht zal hebben in internationale en Kolo niale zaken. Spr. wijst verder op den langen lijdensweg ten aanzien der politie. Ten slotte vraagt hij wat de inzichten van den minister zijn ten opzichte van de economische voor uitzichten op Curasao. De vergadering wordt geschorst tot 8 uur. VERGADERING VAN DINSDAGAVOND Wijziging Lager Onderwijswet Aan de orde is het wetsontwerp tot wijzi ging van art 193 vijfde lid der lager-onder- wijs 1920 en van par. 11 van art. LXIV der wet van 16 Febr. 1923 tot wijziging van de lager-onderwijswet 1920. Algemeene beschouwingen worden niet ge houden. De heer TILANUS (C.H.) heeft geen be zwaar tegen verlenging van den eers:bedo:l- den termijn doch wel tegen verlenging van den termijn van par. 11. De heer ZIJLSTRA (A.R.) kan zich met het ontwerp vereenigen ter wille van de be zuiniging. Mej. WESTERMAN (Lib.) heeft evenals de vorige spr. geen bezwaar tegen 't ontwerp, wat de grootte van de scholen, die onder één hoofd mogen staan, betreft, alsmede den termijn van beperking der oprichting van bijzondere scholen. De heer SURING (R.K.) sluit zich aan bij den heer Tilanus. Par. 11 brengt de minste bezuiniging en treft met name het bijzonder onderwijs.. Het minimum aantal leerlingen voor de oprirchting van een bijzondere school is daar op 100 gesteld, een getal dat in vele gevallen een te hoogen eisch inhoudt, waar aan men wel door trucs kan ontkomen, doch welks handhaving, beschouwd uit een oogpunt van serieuze uitvoering der wet, spreker on juist voorkomt. De heer GERHARD (S.D.A.P.) gaat ten volle met het ontwerp accoord, in afwachting van de verschijning van het rapport der Staatscommissie-Rutgers, dat in 1930 zal ver schijnen. De heer KETELAAR (V.D.) meent even eens dat men gerust met dit ontwerp kan meegaan. Spr. bestrijdt het amendement- Tilanus en constateert, dat deze miniser een goede ontvangst heeft bij de linkerzijde; spr. hoopt, dat de minister zoo moge voortgaan, (gelach). De minister van Onderwijs. Kunsten en Wetenschappen, mr. TERPSTRA, het ont werp verdedigend, weerlegt de bezwaren van den heer Tilanus tegen de bepa.mg van par. 11, welke slechts een preventieve werking heeft. Wat den arbeid van de Staatscommissie- Rutgers betreft, spreker deelt het optimisme van den heer Ketelaar en hij heeft van leden der commissie vernomen dat de verschijning van het rapport inderdaad in 1930 kan wor den verwacht. Overigens erkent spr. gaarne dat men voor dit ontwerp kan stemmen, zonder zich uit te spreken over de beginselen die hier omtrent aan de orde kunnen komen. Over het amendement-Tilanus za, morgen bij den aanvang der vergadering worden ge stemd, evenals, zoo noodig, over het ont werp Postbegrooting. Aan de orde is de begrooting van het Staatsbedrijf der P.T.T voor 1930 De heer VAN BRAAMBEEK (S.D.A.P.) is van meening, dat nu eindelijk eens een be slissing over het vraagstuk der rentevergoe ding van den Postchéque- en Girodienst moet worden uitgelokt. Be heer VAN DEN BERG (S.DA.P.) wil enkele opmerkingen maker, over het radio- vraagstuk en wel in de eerste plaats over de radio-censuur. Hij betreurt, dat in de te legraaf- en telefoonwet in beginsel da moge lijkheid van radiocensuur is neergelegd Ech ter bepaalt het betreffende wetsartikel alleen, dat bij algemeenen maatregel bepalingen omtrent de radio-censuur kunnen worden vastgelegd. Verplichtend is dat artikel dus volstrekt niet. Maar in de practjjk is ae censuur reeds eenige malen uitgeoefend. Voor het eerst geschiedde dat bij de eerste uitzending van de Vrijdenkersvereeniging, toen de betreffende spreker voor de micro foon, nadat hij nauwelijks enkele minuten aan den gang was, door ;n telefoontje van het hoofdbestuur der P T.T. werd afgebroken, omdat zoo werd later verklaard hy over den eerste-minjster van een bevrienden Staat (Mussolini) zich in beleedigende ter men zou hebben uitgedrukc Spr denkt, dat Mussolini wel eens andere onvriendelijkheden te verduren krijgt Intusschen -ertrouwt hij, dat een herhaling van een dergelijke censuur niet meer zal voorkomen, en dat men spoe dig zal weten waar men aan toe is. Naar aanleiding van een in erruptie van den heer Boon (Lib.) zegt de heer v d. Bergh ook het tweede geval van censuur, dat is voorgevallen, af te keuren. In de verdeeling van de zendtijden moet voorts ten spoedigste eer, verandering wor den gebracht, die aai iedere omroepvereeni- ging naar verhouding van haar ledental zendtijd toekent. Spr. wijst er voorts op, dat men 1 Januari de 1071 M. golf komt te vervallen en dat men dan is aangewezen op de kortere golf, die geen gunstige ontvangst waarborgt. Spr, meent, dat iedere zender over het geheele land goed opneembaar moet zijn. De heer OUD (V. D.) heeft in vele op zichten waardeering vu"r de prestaties van het bedrijf der P. T. T. en hij meent, 'dat te mogen danken vooral aan ds ambtenaren, van hoog tot laag. In dit verband vraagt spr oj' het niet wen- schelijk is, over te gaan tot herstel van maatregelen, die in minder gunstige tijden waren ingetrokken, ten nadeele van het per soneel. Van bijzonder belang acht hii het, dat het personeel althans z'n vrijen t vonc heeft; in het bijzonder heeft spr. hier het oog op de bestellers. Eveneens behandelde spr. de radio-censuur, ten opzichte waarvan spr. zich aansloot bij den heer van den Bergh. Het tweede geval van censuur (het geval- Vogt) acht spr. ernstiger, want daar wer den in het geheel geen onvriendelijke woor den uitgesproken. Het is voor den minister trouwens onmogelijk om persoonlijk verant woordelijk te zijn voor wat door de radio wordt rondgezonden; hij zou dan dag en nacht achtereen moeten luisteren. Derhalve is de minister aangewezen op ambtenaren en zouden we dus een censuur door ambtenaren krijgen. Spr. is van oordeel, dat deze ge heel achterwege moet blijven. Wat de verdeeling van den zendtijd aan gaat, erkent spr., dat alle groepen in de maatschappij gelegenheid moeten hebben zich in den aether te uiten. Maar dit be- teekent niet, dat de uitzending moet worden overgelaten aan politieke vereenigingen. Er is een belangrijk gedeelte, dat voor alle uit zending geschikt is, dus voor den algemee nen omroep. De Algemeene Vereeniging Radio Omroep (A.V.R.O.) is de algemeene omroep hier te ande. Wanneer men wil beweren, dat die omroep een liberale is, dan ls dat onjuist. De A. V. R. O. is neutraal en algemeen en nij heeft de oudste rechten; op dien grond heeft hij recht op een vollen zendtijd. De heer WEITKAMP (C.H.) brengt het belang der telefoon voor den landbouwer ter sprake. Vroeger trok zich de landbouw' van de telefonie niets aan, tegenwoordig echter is de landbouwer niet meer boer in den ouden zin, doch hij is boter-, kaas-, eier- k andelaar en meelfabrikant geworden. De afstand tusschen stad en platteland dient tot de kleinst mogelijke proporties te worden teruggebracht, de gelijktelling moet zooveel mogelijk in de hand worden gewerkt. De heer VAN VOORST TOT VOORST De luie man gaat met baby uit. (R.K.) keurt eveneens het gesprekkentarief af. In de streeknetten zal men in ongunsti ger conditie komen tegenover de steden. Men zal 10 cents per gesprek hébben te betalen betalen binnen het district, d.i. bij 5 ge sprekken per dag 50 cent of 180 per jaar. De streeken zullen een grooter oppervlakte moeten hebben dan de voorgestelde. In elk geval zal spr. gaarne van den mi nister vernemen, dat de bestaande streek netten intact zullen worden gelaten. De heer BAKKER (C.H.) waarschuwt te gen een te ver doorgedreven rationalisatie van de postkantoren. In den door den minister genomen maat regel ten opzichte van de telefoon-uitbrei ding ten plattelande ziet spr. een stap op den goeden weg. Hij is in dit opzicht min der critisch dan zijn partijgenoot Weltkamp. Intusschen zou spr. den maatregel van het gesprekkentarief nog even willen zien opge schort in afwachting van een nieuw onder zoek. De heer EBELS (V.D.) spreekt over de extra-heffing voor de bestelling: van tele grammen buiten de z.g. bebouwde kom, een heffing, die hij onbillijk, voor het platteland acht. Men behoeft maar een kwartier gaans buiten de z.g. bebouwde kom te wonen om reeds te ondervinden, dat men voor tele grammen 40 cents extra moet betalen. Ten opzichte van de telefoon is de plat telandsbevolking al evenzeer achtergesteld rij de steden. Minister REYMER: bedoelt u de rege ling die thans bestaat of die, welke 1 Ja nuari ingaat? De heer EBELS zegt de tot nu toe be staande regeling te bedoelen. Intusschen komt hij nu tot de nieuwe regeling, die hij wel een kleinen stap vooruit noemt, doch toch nog onvoldoende. Men zal tot grootere streeknetten moeten komen binnen het 10 cents-tarief. De 10 K.M. afstandsgrens zal ten minste op 15 K.M. moeten worden gebracht. Het heeft spr. voorts verbaasd, dat op zoo korten termijn tot invoering van het ge sprekkentarief is besloten. Spr. sluit zich aan bij den wensch van den heer Bakker tot opschorting van de invoering van dat tarief. De heer VAN DEN HEUVEL (AR.) con stateert, dat. vrijwel alle bij de telefoon be trokkenen zich tegen de voorgestelde herzie ning van de telefoontarieven, zoowel wat de streeknetten als het gesprekkentarief aan gaat, hebben gekant. Dat de Kamers van Koophandel daarbij zijn, zou nog kunnen worden toegeschreven aan een adresseer-solidariteit, waaraan deze Kamer niet altijd de volle waarde kan toe kennen, maar er zijn ook de Middenstands- raad, de Nyverheidsraad, Landbouworgani saties er vele gemeentebesturen bij, die zich tegen r'" nieuwe regeling hebben gekant. Bh toch gaat zoo is van de zijde van de P. T. T. gezegd de nieuwe regeling door. Dat dit bedrijf een monopolie bezit, acht spr. juist, maar niet juist is het te achten, dat de hooge ambtenaren maar alles kunnen doen buiten de Kamer om. Spr. meent, dat de minister dien ambtenaren nog wel eens mag voorhouden dat de dienst er is voor het publiek en niet het omgekeerde- In dit verband citeert spr. de anecdote .van het boertje, dat ten postkantore door het loket zich hoorde toeroepen: „Wat mot je?" en daarop antwoordde; „ïk mot niks, jij mot me 'n postzegel verkoopen." Wat het voorgestelde gesprekkentarief aangaat, dit is alleen voordeelig voor hen, die minder dan twee gesprekken per dag voeren en voor wie de telefoon dus eigenlijk 'n zekere luxe is. Spr. vertrouwt, dat de minister, al heeft hij een en ander by zijn optreden reeds ge reed gevonden, de invoering van het gesprek kentarief inhaerent is aan het automatische stelsel. De heer RUTGERS VAN ROZENBURG (C.H.) sluit zich aan bij degenen, die een zoo groot mogelijke populariteit van de te lefoon willen bevorderen. De heer WIJNKOOP (C.P.H.) zal zich niet begeven in den strijd tusschen A.V.R.O. en V.A.R.A. Spr. gelooft, dat bier andere mo tieven achter zitten, zooals vrees voor de vrijdenkerij. De heer Fl. VOS (M.P.) is tegenstander van elke politieke censuur en stellig van radio-censuur. Hij denkt daar anders over dan de politieke partij, waartoe mr. Reymer spr. zegt niet: minister Reymer, die lid is van een extra-parlementair kabinet ,'oehoort. De heer BOON (Lib.) constateert, dat deze minister bij het feest van den Kon. Ned. Voetbalbond de eenheid van de sport heeft bejubeld. Spr. hoopt, dat de minister ditzelf de standpunt ten aanzien van de radio zal propagebïen. Daar is echter één van de grootste politieke partijen, de S.D.A.P., de grootëïe sectariër, te weten de V.A.R.A. Wij. zitten midden in de sectarische om- roepmisère, 'Wisseling van zender bij de week is absurd; men heeft nu eenmaal een be paalde golf in zijn hoofd en daarop stemt men af. Er is wel een oplossing mogelijk, b.v. door het Gleichwellen-systeem. Spr. hoopt dat de minister voor de A.V.R.O. de gewens.chte oplossing zal weten te geven. De heer VAN DIJK (A.R.) komt er tegen op, dat slechts de Vrijzinnige richting wordt voorgesteld als de eenig juiste. Ook wat de radio" betreft, erkent spr. geen absolute neu- tjralitjsit.Er is slechts een klein gedeelte van de muziek, dat neutraal mag worden ge- j heeteh. Daarom wenschte spr. een regeling, waarbij met de aanspraken der politieke groepen rekening wordt gehouden naar bil lijkheid. Wat de anti-militairxstische sluitzegels aangaat spr. juicht toe, dat de zegels met het opschrift „Geen man en geen cent voor het militaiirisme" zijn verboden. Dat er een cen suur op, de radio is, acht spr. begrijpelijk. Rede van den minister 1 DË MINISTER VAN WATERSTAAT, mr. Reymer, beantwoordt eerst eenige détail-op- TjerÜnsen. Het gesprekkentai'ief is te Amsterdam niet groote meerderheid aanvaard door den .;raad aldaar en er was niemand, die het zou warm verdedigde als de heer Wibaut. Ook. de Postraad heeft er zich gunstig over uit gelaten. Spr. denkt er niet aan, te voldoen aan. het verzoek tot instelling van een staatscommissie te dezer zake. De kwestie van de streeknetten is niet terug te brengen tot een kwestie van be grenzing van bepaalde streken. Het valt niet te zeggen, waar een bepaalde streek Öegint en waar zij eindigt. Daarom wordt gestreefd naar een zoo objectief mogelijke: verdeeling. Spr,. kan mededeelen, dat de bestaande streeknetten zullen worden gehandhaafd. Spr. is erkentelijk voor 's heeren Van den Heuvel's waarschuwing tegen ambtenaren- regeering, maar hij is inderdaad overtuigd, dat het districtsstelsel vooral voor het plat teland gunstig is, aangezien men juist daar "ih de" tegenwoordige omstandigheden gauw 50 cent voor een telefoongesprek moet beta- Jén, dat bij de nieuwe regeling in veel ge- maliën aanmerkelijk minder zai kosten. Spr. zal de zaak met ernst neg eens na gaan, doch hij wil wel zeggen, dat de opzet voor de nieuwe regeling is geweest zoo eco nomisch mogelijk, zonder doel, meer geld te verkrijgen. Wat de censuur op de radio betreft her innert spr. eraan, dat de Kamer zelf des tijds een amentement heeft aangenomen dm de radiocensuur mogelijk te maken. Be bepaling van het moment van ingrij pen is voor verschillenden uitleg vatbaar. Zoolang het advies van den Radioraad nog niet is binnengekomen, kan spr. geen wets wijziging overwegen. lén opzichte van de arbeidscontracten: kan spr. mededeelen, dat de vaste aanstel ling van pl.m. 90 ambtenaren bij den Post cheque- en Girodienst wordt voorbereid. Van Zondagsrust is spr. een voorstander doei» men moet hem den tijd laten om de Verbetering daarvan in te voeren.In zake de rentevergoeding bij den Postchéque- en Girodienst merkt spr. op, dat men niet te: geipak van dezen dienst gebruik maakt, wille van de rente, doch ter wille van het jpe postbegrooting wordt daarop z.h.s. aangenomen. De VOORZITTER verdaagt te 2 uur 20 de vergadering tot Woensdag 1 uur. Volgens den stand van het accoutants- onderzoek moet op het oogenblik worden aangenomen, dat het tekort in de kas van de Spaarbank te Gorredijk ongeveer 200 000 zal bedragen. Verrassingen zijn echter nog steeds mogelijk, daar de penningmeester, zooals reeds werd gemeld, vooral met du potheken afgelost geld heeft toegeëigend, om niet uitgesloten is, dat hij zich op hy potheken afgelost geld heeft toegeëigend, zonder van die aflossing in de boeken ieta te doen blijken. De fraudeerende penning meester moet als verklaring van zijn tekort komingen hebben opgegeven, dat hij her slachtoffer van chantage was geworden, maar zijn malversaties loppen reeds over 'u tijdperk van 'n jaar of twintig. kort na de aankomst in het ziekenhuis over leed. Vermoedelijk is A. door een passeerea- den trein gegrepen. Een verkeersagent „belet" den vinder het biljet aan den eige naar terug te geven Een banklooper te Arnhem miste bij zijn terugkomst in zijn kantoor vier bankbiljet ten van zestig gulden uit zijn tasc.h. Het geld was op onverklaarbare wijze verdwe nen. De banklooper stond boven alle ver denking, maar om licht in de zaak te krij gen, werd toch de medewerking van de po litie ingeroepen. Bij het onderzoek bleek, dat ten politiebureele een bankbiljet vat: 60 was gedeponeerd door een heer, die 't volgende mededeelde Hij fietste door de stad en zag hoe een wielrijder vóór hem een bankbiljet verloor, dat uit zijn tacsch wegfladderde. Hij raapte het biljet een van 60 op, sprong weer op zjjn fiets en zette den verliezer na met de bedoeling om hem zijn biljet terug te geven. By een kruispunt stond echter Ti verkeersagent met opgeheven hand. Hij moest zijn tocht staken en toen hy kon doorrijden, was de verliezer al lang uit net gezicht verdwenen. Dus ging hy het biljet op het politiebureau deponeeren. De drie andere biljetten, die eveneens uit de tasch fladderden, zijn nog niet terecht. Thans terecht Betreffende het vermissen van vier opva renden van de „West-Vlaanderen" kan wor den meegedeeld, dat dit schip, dat geregeld tusschen 'Antwerpen en Londen vaart, giste ren op de Wester-Schelde lag en dat vier opvarenden van genoemd schip met een roeiboot waren vertrokken naar Breskens, om daar proviand in te slaan. Het was aan vankelijk goed weer, doch plotseling kwam de storm opzetten en werd de roeiboot op een plaat geslagen. De kapitein van da „West-Vlaanderen", die zich nu nog aiieen met een man en een paar jongens op het schip bevond, meende, dat de vier menschep verloren waren en voer naar Vlissingen om hulp. Intusschen was de roeiboot weer vlot gekomen, maar dreef door den stroom af naar Borssele, waar de vier mannen aan wal gingen. Zy klopten bij een boerderij aan, maar werden op hun herhaald verzoek niet binnen gelaten. Dit lukte beter bü den bur gemeester van Borssele, den heer Richel, di.e hun allen steun verleende. Hy liet hen per auto naar Vlissingen overbrengen, waar zy gisternacht in een hotel vertoefden, om des morgens weer aan boord van hun schip terusr te keeren. Tijdens een hevige stormvlaag is de ver binding tusschen de sleepbooten en het op de kust van Terschelling gestrande Eng. s.s. i „Benwyvis" verbroken, met het gevolg, dat j het schip nog hooger op het strand is ge slagen. Momenteel is de zee zoo hol, dat i het ten eenenmale onmogeiyk is opnieuw verbinding te krijgen met het schip. De sleepbooten „Oceaan" en „Stortemelk" zijn nog ter plaatse. Er waait nu een storm uit het Westen. -V I v- 'jri— De. leeuwentemmer, die een minderwaardig dierenexemplaar ontvluchtte. Een herder in Schotland, die z'n kudde liet grazen in de valleien van het Gram- piangebergte, had de gewoonte op zyn da- geiyksche tochten een van z'n kinderen, een meisje van ongeveer drie jaar, mee te ne men. Het is een gebruik by al de bewoners der Schotsche bergen, dat zij bijtyds hun kinderen aan de ruwheid var» het klimaat gewennen. Nadat de herder z'n weiden doorloopen had, was het noodig', dat hy op den top van een berg klom, die op eenigen afstand lag. De beklimming was voor zijn kind te moei- ïyk en daarom liet hij het achter- op de vlakte, met uitdrukkeiyken last haar plaats niet te verlaten, voordat hy terug gekomen zou zyn. Nauwelyks was hij op den top van den berg gekomen, of de gezichteinder werd verduisterd door een zeer dikken mist, zoo als die dikwijls in een oogenblik op die hoogten neerdaalt en dan zóó dik is, dat binnen eenige oogenblikken het uitzicht op de omgeving totaal verdwenen is. De vader, ongerust over zyn kind, daalde zoo spoedig hy maar kon, naar beneden, en naar de plaats, waar hy zijn dochtertje ge laten had, maar door de duisternis en de haast verdwaalde hij. Na vruchteloos eenige uren gezocht te hebben, te midden van moerassen en watervallen werd hy door den nacht overvallen en dwaalde hij rond zon der te weten, waar hy was. Eindelyk ge lukte het hem, toen de mist een weinig op trok, in den maneschyn te zien, dat hy be neden in het dal en dicht bij z'n hut was. Het zou nu even gevaariyk als nutteloos zyn geweest, zijn nasporingen voort te zet ten, en hy keerde dus naar zijn hut terug, na zijn kind en ook zijn hond verloren te., hebben, welke laatste gedurende verschèi- dene jaren zijn trouwe metgezel was ge weest. Den volgenden morgen begaf de herder zich, gevolgd door een menigte boeren, op Is de bedrieger strafbaar? Dezer dagen vervoegde zich een als jager gekleede man, die met een auto was geko men, te Bergentheim bij den jachtopziener voor de heeren Van Heek te Enschede. De man stelde zich voor als een familielid van deze heeren en verzocht den jachtopziener, met hem mee ter jacht te gaan. Aan dit verzoek werd gevolg gegeven. De onbekende was een uitstekende schut ter: twaalf hazen en eenig ander wild deed hij sneuvelen. De jachtopziener, opgetogen over het behaalde succes, ontving dank voor zijn geleide. De jager vertrok per auto met den buit. Maar toen een paar dagen, later de heeren Van Heek zelf kwamen jagen en de jacht opziener van het jachtsucces van het „fa milielid" der heeren gewaagde, bleek, dat de' knappe schutter absoluut geen familie was! Het jachtveld der heeren was echter een do zijn hazen minder rijk geworden. Tot zoover het bericht in het „N. v. h. N." Er zit aan deze „fopperij" een aardige ju ridische quaestie vast. Is degene, die zich als familielid van de jachtgerechtigden voordeed, strafbaar we gens overtreding van de Jachtwet? Volgens art. 4 van die wet hoeft niet van een Schrif- telyk jachtbewijs voorzien te zijn degene, die jaagt op eens anders grond in gezelschap van den tot het genot van de jacht gerech tigde. En de jachtopziener, die vrijwillig met den onbekende meeging, bezat dit recht hoogstwaarschijnlijk, aldus het „Hbd." De aanvaller verdreven Een 32-jarige vrouw heeft bij de politie te Amsterdam aangifte gedaan, dat zy gisteren in het Oosterpark naby den Kastanjeweg door een haar onbekend persoon is aange vallen en op den grond geworpen. Nadat hü haar een paar stompen tegen de borst had gegeven, trachtte hij har portemonnaie, die in haar mantel zat, te bemachtigen. Zij ver dedigde zich met haar huissleutel en heeft hiermede haar aanvaller in het gezicht ge slagen, terwijl zij haar portemonnaie, die de aanvaller reeds in zyn hand hield, wist te bemachtigen. Op haar hulpgeroep heeft de man de vlucht genomen en is in het Ooster park verdwenen. weg om zyn kind te zoeken, maar na den gelieelen dag vruchteloos zich met zoeken vermoeid te hebben, werd hijeindelijk ver plicht tegen den avond naar huiis terug te keeren. Toen hy in zijn hut terugkeerde, hoerde bij, dat zyn hond, dien hy den vorigen dag ook had verloren, thuis geweest was, maar ha een stuk brood gekregen te hebben, da delijk weer was weggeloopen. Gedurende verscheidene volgende dagen liet de herder niet na zyn kind te zoeken en altyd als hij in zyn hut terugkeerde, hoorde hy, dat j zijn hond zich vertoond had, maar ook was weggeloopen, na zyn gewoon voedsel ont vangen te hebben. Door deze tijding getrof fen, bleef hij een dag thuis, en toen de hond, als gewoonlijk, met zyn stuk brood verdween, besloot de herder hem te vol gen, on» de oorzaak van dit vreemde gedrag te onderzoeken. De hond begaf zich naar een waterval, op eenigen afstand gelegen Van de plaats, waar de herder zyn kind had gelaten, daalde zonder stil te staan langs een daar dichtbij gelegen afgrond af en yenjxyeen eindelyk in een spelonk. De herder volgde hem met veel moeite, maar koe verschrikte hy, toen hy, de grot binnen tredende, zyn kind bemerkte, dat met graagte van het stuk brood at, hetwelk de rhond haar had gebracht, terwyi het trouwe dier naast haar zat en zijn kleine beschermelinge met goedige oogen aankeek. Don toestand in aanmerking nemend, waarin hy z'n kind vond, begreep de vader, dat. het afgedwaald was tot aan den rand van". cLen afgrond, en dat het voortgerold was tot aan de opening der grot. Het kleine j schepseltje was toen bang geworden en in de spelonk gegaan. De hond was het ge- vqlg^ eii had het behoed voer den honger- dood, door het lederen dag voedsel te bren gen. Het scheen ook, dat het goede dier het kind dag noch nacht verlaten had, alleen met uitzondering van de oogenblikken, dat hy brood ging halen. De kracht ex- van Over den storm in den nacht van 9 op 10 December heeft de directeur van dc Filiaal- Inrichting Amsterdam van het Kon. Ned. Meteorologisch Instituut het volgende mede gedeeld Na een korte pauze nam na 14 uur op 9 December de Zuidwesterwind weer toe tot storm en deze bereikte tusschen 15 en 17 uur zijn grootste snelheid, gemiddeld over 5 minuten een paar maal 18 meter p. s. Na 20 uur begon de wind te ruimen tot West en nam na 23 uur geleidelijk in kracht af. De zwaarste druk 73 K.G. per M2. kwam voor ten 14 u. 45 m. op 9 December. Tijdelijk is het weder iets beter, maar be westen Valentia nadert een barometerdaling die zoo goed als zeker het weder in het Kanaal en onze omgeving ongunstig zal be ïnvloeden. De tegenwoordige stormperiode is veel minder hevig dan die van November 1928, toen de windrichting bovendien meer op de kust stond. Koninklijke deelneming Bij den burgemeester van Middelburg zyn de volgende telegrammen ingekomen: j H. M. de Koningin is zeer getroffen door de berichten betreffende den brand, welke j Middelburg zoo zwaar heeft beproefd, en draagt mij op, u en den getroffenen de be tuiging van haar oprechte deelneming over te brengen. H. M. spreekt er daarbij haar voldoening over uit, dat er by deze ramp geen levens te betreuren zyn. (get.) Van Geen, paxt. secr. H. M. de Koningin-Moeder draagt my op, u H. M.'s oprechte deelneming te betuigen met de ramp, welke de stad en zooveel in woners heeft getroffen. (get.) Van Heemstra. Genoegens gedurende het winter seizoen Evenals de vorige jaren zal in de donkere dagen voor en na de Kerstmis, te weten van Woensdag 11 December tot en met Woensdag 15 Jamiari a.shet aquarium van Artis des namiddags tot 5.30 uur, weer in stillen luis ter van electrische verlichting zyn winterbe- zoekers wachten. Geheimzinniger dan ooit laat zich dan die wondermooie ondérwater- wereld beleven en genieten, met haar bizarre zeepaardjes en droomstille zeeanemonen haar flonkerende Koraalvisschen en zilveren haringschool, haar groteske zeeschildpadden en statige kreeften in het clair-obscur der alleen van boven belichte bassins. Kort daarop overleden Te Arnhem stond een goederentrein op het spoorwegemplacement stil. De hoofdcon ducteur, de 59-jarige A. is hierna vermoede- lyk uit den goederenwagen gegaan en heeft zich op de rails begeven. Toen althans even later het overige per soneel hem miste en een onderzoek instelde, vond men den man zwaar gewond op de rails liggen. Men bracht hem naar het St. Elisabeth gasthuis, waar geneeskundige hulp niet meer mocht baten. Den ongelukkige waren beide beenen af gereden, terwijl hy een schedelbreuk en eeni ge gebroken ribben had bekomen, zoodat hij Waar traangas goed voor is Hat gas is den boeven le machtig Opgejaagd door de politie van ettehjke Amerlkaansche steden als de bedrijver van twee brutale moorden, een berooving van 100.000 aan juweelen en tallooze minder erge misdaden, beval John „Jersey Kxd Murray den New Yorkschen rechercheurs ,,naar de hel te loopen" toen ze hem met een vrouw snapten in een kamer. Hij vuur de eenige schoten door een deur af op zyn achtervolgers en bezweek toen voor een aan val met huilgas. Een 67-jarige banklooper was 3 Augustus van 7253 beroofd door Murray en drie kor nuiten in Bradley Beach en door hun revol verschoten doodelijk gewond. W. H. Wright, die onder het pseudoniem V/. v. Dine de be kende detectiveromans schryft, zette zich, op het verzoek der politie aan het werk, toen de bandieten per auto gevlucht waren. Ongelukkigerwyze had van Dine niet het geluk van zyn schepping Philo Vance. De andere moord is gepleegd op G. Lee, die in October 1928 in Nieuw Jersey viel in een hold up. In Philadelphia heeft Murray de iuweelen gekaapt. n"e politie in New-York kreeg bericht, dat h,j woonde op een flat in nr. 609 West 196e Street. Ze omsingelde het huis en een uit gelezen troep klom naar de kamers van den bandiet. De politie dook weg toen een heele laag kogels over haar hoofd suisde. Murray, op wiens hoofd een prijs van 2500 stond, schoot door de deur. De deur werd met een stormram gebeukt en Murray opende een raam en liet zijn roodharig vriendinnetje ontsnappen naar n gangetje, terwyi hij een loopend revolver- vuur onderhield met de politie, die de deur versplinterde. Toen hem echter werd aange kondigd. dat als hy zich niet binnen vyf minuten overgaf, traanbommen zouden wor den geworpen, werd hy woest en vuurde net zoolang tot hy dcor het gas tot onmacht werd gedoemd, stak zyn revolver ln een gat der deur en capituleerde. Zijn vriendin was beneden al door de politie opgepikt. „Loop naar de hel" was zyn laatste ver- wènsching, toen hij half verblind door het gas op den vloer viel. Met gasmaskers voor kwam de politie toen binnen en rekende hem in. Op zijn arm was getatoueerd: Liever de dood dan de schande. De ironie van het lot heeft gewild, dat de ser van de verdienste van de opsporing en arrestatie van dezen fvvaarlijken bandiet toekomt aan een gewezen rechercheur der New-Yorksche politie, die wegens „onge schiktheid" is ontslagen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 6