Gemengd Nieuws
VOOR DE HUISKA MER
De behandeling der begrootingen
in de Tweede Kamer
De begrooting van Arbeid, Handel en Nijverheid
aangenomen In nachtvergadering heeft de
Kamer de Postbegrooting afgedaan De telefoon
tarieven en de kwestie der streeknetten Be
spreking der radiokwestie Radiocensuur en de
afgebroken redevoeringen
De malversaties te Gorredijk
Een verloren bankbiljet
De vier vermiste zeelieden van
de „West-Vlaanderen'*
De „Benwyvis" hooger op
het strand geslagen
Hondentrouw
De jachtopziener gefopt
Zij was niet bang en won
het glansrijk
De storm van gisternacht
De ramp te Middelburg
In „Artis"
Door een passeerenden trein
overreden
Hoe men in Amerika bandieten
vangt
VERGADERING VAN DINSDAG 10 DEC.
Voorzitter: mr, J. R. H. van Schaik
In de vergadering van heden is het nieuw
benoemde lid VAN DER HOUVEN (S.D.A.P.)
geïnstalleerd.
Besloten wordt de Onderwijsbegrooting aan
de dag-agenda toe te voegen.
Aan de orde is de afdeeling Volksgezond
heid der begrooting van Arbeid, waarbij be
sloten wordt geen beschouwingen te houden
over pokken en aiastrim.
De Volksgezondheid
Mevr. DE VRIES-BRUXNS (S.D.A.P.)
wenscht samenwerking in organisch verband
tusschen de particuliere en de overheidsor
ganisaties op het gebied van de gezondheids
zorg. Verder wenscht zij behandeling van het
9 jaren geleden ingediende ontwerp betref
fende de gezondheidsdiensten.
De heer MARCHANT (V.D.) klaagt over te
hooge keurloonen, die bovendien in de ver
schillende gemeenten zeer veel verschillen
De heer VAN DEN BERGH (S.D.A.P.)
wenscht uitvoering van de Woningwet op een
wijze, zooals plaats had eenige jaren vóór
den oorlog. Spr. herinnert aan zijn motie
ten deze, -welke verworpen werd, omdat men
haar overbodig achtte. Thans is gebleken
dat het Rijk slechts 1/3 aan voorschot geeft
van wat vroeger gegeven werd.
De heer VAN VOORST TOT VOORST
(R.K.) wenscht steun voor den bouw van
boerenwoningen naast steun voor de stich
ting van boerderijen op wöesten grond. Ver
der sluit hij zich aan bij den heer Marchant
in zake de Keurloonen.
De heer ENGELS (R.K.) bepleit de wen-
schelijkheid van het in eigéndom kunnen
verkrijgen van huurwoningen van de wo-
ningbouwvereenigingen.
Spr. ziet in de particuliere bouwnijverheid
een oplossing voor het woningvraagstuk en
wenscht dat voorschotten, bestemd voor wo
ningen voor groote gezinnen, worden omge
zet in hypotheken, ten einde de bewoners
in staat te stellen een woning in eigendom
te verkrijgen.
De heer KNOTTENBELT (Lib.) vraagt een
eind te maken aan de onbillijkheid, dat te
lage schadeloosstelling wordt betaald bij de
onteigening voor park of plein.
Dr. VOS wenscht de visch onder de
Vleeschkeuringswet te brengen en de orga
nisaties te kennen bij de uitvoering van de
Warenwet. Hij wil voorts mildere toepassing
van het Melkbesluit.
Mej. GROENEWEG (S.D.A.P.) bepleit wet
telijke regeling van de moederschapszorg en
dient een motie in om daartoe de wensche-
lijkheid uit te spreken. Zij zal worden behan
deld op nader te bepalen dag.
De heer BAKKER (C.H.) betoogt, dat de
bemoeienis van het Rijk met woningbouw
aanvullend moet blijven, aangezien geen wo
ningnood bestaat. Verder pleit hij voor een
doelmatige distributie, aangezien hiér en
daar op het platteland woningen en arbeids
krachten te weinig zijn.
De heer BEUMER (A.R.) betwijfelt of de
beperking van de bedrijfsvrijheid in het
melkbesluit wel gegrond is op de wet.
Minister VERSCHUUR zal inzake de keur
loonen doen wat hij kan. Met betrekking tot
de lage vergoeding bij onteigening overweegt
spr. een noodoplossing in den zin van wijzi
ging van art. 92 der Onteigeningswet. Over
het denkbeeld om het gevogelte en de visch
onder de Vleeschkeuringswet te brengen kan
spr. zich thans geen oordeel vormen.
Oplossing in zake het melkbesluit
Inzake het melkbesluit is in overleg met
den Middenstandsraad een oplossing gevon
den die waarschijnlijk bevrediging zal schen
ken. Instelling van districtsgezondheidsdien
sten acht spr. niet zoo urgent. Spr. is geen
voorstander van wettelijke regeling van de
moederschapszorg. Deze moet toevertrouwd
worden aan het particulier initiatief met
steun van de overheid.
Na de replieken wordt de begrooting
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Begrooting van Koloniën.
Aan de orde is de begrooting van Koloniën.
De heer IJZERMAN (S.D.A.P.) meent, dat
wij een einde moeten maken aan den kinder
arbeid op Curasao. Dat is beter voor onze
nationale eer dan er een oorlogsschip heen
te sturen. De gebeurtenissen op Curasao heb
ben doen zien wat er kan gebeuren als men
niet doet wat men wel kan, maar tracht te
doen, wat onbereikbaar is.
Ook spr. is van meening, dat de Gouverneur
groote fouten heeft gemaakt. Hij zal daarover
echter thans niet spreken nadat de Gouver
neur zjjn ontslag had genomen. Een deel der
schuld valt ook op den vorigen Gouverneur
Brantjes, die een wrok bij Urbiua heeft ge
wekt. Spr. komt op tegen het overy'd zenden
van militairen naar Curasao en herinnert
er aan, dat hij eenige jaren achtereen heeft
aangedrongen op reorganisatie der politie,
waarmede de regeering echter zeer getreuzeld
heeft. De economische toestand van Cura
sao is nog steeds slecht. Spr. zou willen, dat
de petroleum-industrie meer bijdroeg in de
inkomsten. Het gouverneurschap ls één der
moeilijkste posten geworden. Spr. meent ech
ter, dat de huidige gouverneur geen gelegen
heid zal krijgen zijn krijgsmanskunsten uit
te oefenen'.
De heer /AN KEMPEN (V.B.) wenscht nog
wel eenige inlichtingen met betrekking tot de
gebeurtenissen op Curasao. Hij stelt verschil
lende vragen omtrent het oogenblik van het
gebeurde. Urbina schijnt voorts tijdens het
gouverneurschap van den heer Brantjes niet
behoorlijk gevoed te zijn geweest, waardoor
wrok is ontstaan. Vérder verkeert de gevan
genis in een slechten toestand. Den gouver
neur heeft ieder begrip omtrent het oogenblik
ontbroken. De leiding op Curasao bestond
uit stumperige sukkels. Toch is de gouverneur
met dankbetuigingen ontslagen. Is hst juist,
dat de ex-gouverneur thans is werkzaam
gesteld op het Dept. van Koloniën? Wat ge
beurt er met den militairen commandant en
de andere officieren?
Spr. hoopt, dat de huidige gouverneur
groote zelfstandigheid zal toonen en een goed
inzicht zal hebben in internationale en Kolo
niale zaken. Spr. wijst verder op den langen
lijdensweg ten aanzien der politie. Ten slotte
vraagt hij wat de inzichten van den minister
zijn ten opzichte van de economische voor
uitzichten op Curasao.
De vergadering wordt geschorst tot 8 uur.
VERGADERING VAN DINSDAGAVOND
Wijziging Lager Onderwijswet
Aan de orde is het wetsontwerp tot wijzi
ging van art 193 vijfde lid der lager-onder-
wijs 1920 en van par. 11 van art. LXIV der
wet van 16 Febr. 1923 tot wijziging van de
lager-onderwijswet 1920.
Algemeene beschouwingen worden niet ge
houden.
De heer TILANUS (C.H.) heeft geen be
zwaar tegen verlenging van den eers:bedo:l-
den termijn doch wel tegen verlenging van
den termijn van par. 11.
De heer ZIJLSTRA (A.R.) kan zich met
het ontwerp vereenigen ter wille van de be
zuiniging.
Mej. WESTERMAN (Lib.) heeft evenals de
vorige spr. geen bezwaar tegen 't ontwerp,
wat de grootte van de scholen, die onder één
hoofd mogen staan, betreft, alsmede den
termijn van beperking der oprichting van
bijzondere scholen.
De heer SURING (R.K.) sluit zich aan bij
den heer Tilanus. Par. 11 brengt de minste
bezuiniging en treft met name het bijzonder
onderwijs.. Het minimum aantal leerlingen
voor de oprirchting van een bijzondere school
is daar op 100 gesteld, een getal dat in vele
gevallen een te hoogen eisch inhoudt, waar
aan men wel door trucs kan ontkomen, doch
welks handhaving, beschouwd uit een oogpunt
van serieuze uitvoering der wet, spreker on
juist voorkomt.
De heer GERHARD (S.D.A.P.) gaat ten
volle met het ontwerp accoord, in afwachting
van de verschijning van het rapport der
Staatscommissie-Rutgers, dat in 1930 zal ver
schijnen.
De heer KETELAAR (V.D.) meent even
eens dat men gerust met dit ontwerp kan
meegaan. Spr. bestrijdt het amendement-
Tilanus en constateert, dat deze miniser een
goede ontvangst heeft bij de linkerzijde; spr.
hoopt, dat de minister zoo moge voortgaan,
(gelach).
De minister van Onderwijs. Kunsten en
Wetenschappen, mr. TERPSTRA, het ont
werp verdedigend, weerlegt de bezwaren van
den heer Tilanus tegen de bepa.mg van par.
11, welke slechts een preventieve werking
heeft.
Wat den arbeid van de Staatscommissie-
Rutgers betreft, spreker deelt het optimisme
van den heer Ketelaar en hij heeft van leden
der commissie vernomen dat de verschijning
van het rapport inderdaad in 1930 kan wor
den verwacht.
Overigens erkent spr. gaarne dat men
voor dit ontwerp kan stemmen, zonder zich
uit te spreken over de beginselen die hier
omtrent aan de orde kunnen komen.
Over het amendement-Tilanus za, morgen
bij den aanvang der vergadering worden ge
stemd, evenals, zoo noodig, over het ont
werp
Postbegrooting.
Aan de orde is de begrooting van het
Staatsbedrijf der P.T.T voor 1930
De heer VAN BRAAMBEEK (S.D.A.P.) is
van meening, dat nu eindelijk eens een be
slissing over het vraagstuk der rentevergoe
ding van den Postchéque- en Girodienst moet
worden uitgelokt.
Be heer VAN DEN BERG (S.DA.P.) wil
enkele opmerkingen maker, over het radio-
vraagstuk en wel in de eerste plaats over
de radio-censuur. Hij betreurt, dat in de te
legraaf- en telefoonwet in beginsel da moge
lijkheid van radiocensuur is neergelegd Ech
ter bepaalt het betreffende wetsartikel alleen,
dat bij algemeenen maatregel bepalingen
omtrent de radio-censuur kunnen worden
vastgelegd. Verplichtend is dat artikel dus
volstrekt niet. Maar in de practjjk is ae
censuur reeds eenige malen uitgeoefend.
Voor het eerst geschiedde dat bij de eerste
uitzending van de Vrijdenkersvereeniging,
toen de betreffende spreker voor de micro
foon, nadat hij nauwelijks enkele minuten
aan den gang was, door ;n telefoontje van
het hoofdbestuur der P T.T. werd afgebroken,
omdat zoo werd later verklaard hy over
den eerste-minjster van een bevrienden
Staat (Mussolini) zich in beleedigende ter
men zou hebben uitgedrukc Spr denkt, dat
Mussolini wel eens andere onvriendelijkheden
te verduren krijgt Intusschen -ertrouwt hij,
dat een herhaling van een dergelijke censuur
niet meer zal voorkomen, en dat men spoe
dig zal weten waar men aan toe is.
Naar aanleiding van een in erruptie van
den heer Boon (Lib.) zegt de heer v d. Bergh
ook het tweede geval van censuur, dat is
voorgevallen, af te keuren.
In de verdeeling van de zendtijden moet
voorts ten spoedigste eer, verandering wor
den gebracht, die aai iedere omroepvereeni-
ging naar verhouding van haar ledental
zendtijd toekent.
Spr. wijst er voorts op, dat men 1 Januari
de 1071 M. golf komt te vervallen en dat
men dan is aangewezen op de kortere golf,
die geen gunstige ontvangst waarborgt. Spr,
meent, dat iedere zender over het geheele
land goed opneembaar moet zijn.
De heer OUD (V. D.) heeft in vele op
zichten waardeering vu"r de prestaties van
het bedrijf der P. T. T. en hij meent, 'dat te
mogen danken vooral aan ds ambtenaren,
van hoog tot laag.
In dit verband vraagt spr oj' het niet wen-
schelijk is, over te gaan tot herstel van
maatregelen, die in minder gunstige tijden
waren ingetrokken, ten nadeele van het per
soneel.
Van bijzonder belang acht hii het, dat het
personeel althans z'n vrijen t vonc heeft; in
het bijzonder heeft spr. hier het oog op de
bestellers.
Eveneens behandelde spr. de radio-censuur,
ten opzichte waarvan spr. zich aansloot bij
den heer van den Bergh.
Het tweede geval van censuur (het geval-
Vogt) acht spr. ernstiger, want daar wer
den in het geheel geen onvriendelijke woor
den uitgesproken. Het is voor den minister
trouwens onmogelijk om persoonlijk verant
woordelijk te zijn voor wat door de radio
wordt rondgezonden; hij zou dan dag en
nacht achtereen moeten luisteren. Derhalve
is de minister aangewezen op ambtenaren en
zouden we dus een censuur door ambtenaren
krijgen. Spr. is van oordeel, dat deze ge
heel achterwege moet blijven.
Wat de verdeeling van den zendtijd aan
gaat, erkent spr., dat alle groepen in de
maatschappij gelegenheid moeten hebben
zich in den aether te uiten. Maar dit be-
teekent niet, dat de uitzending moet worden
overgelaten aan politieke vereenigingen. Er
is een belangrijk gedeelte, dat voor alle uit
zending geschikt is, dus voor den algemee
nen omroep.
De Algemeene Vereeniging Radio Omroep
(A.V.R.O.) is de algemeene omroep hier te
ande. Wanneer men wil beweren, dat die
omroep een liberale is, dan ls dat onjuist.
De A. V. R. O. is neutraal en algemeen en
nij heeft de oudste rechten; op dien grond
heeft hij recht op een vollen zendtijd.
De heer WEITKAMP (C.H.) brengt het
belang der telefoon voor den landbouwer ter
sprake. Vroeger trok zich de landbouw' van
de telefonie niets aan, tegenwoordig echter
is de landbouwer niet meer boer in den
ouden zin, doch hij is boter-, kaas-, eier-
k andelaar en meelfabrikant geworden.
De afstand tusschen stad en platteland
dient tot de kleinst mogelijke proporties te
worden teruggebracht, de gelijktelling moet
zooveel mogelijk in de hand worden gewerkt.
De heer VAN VOORST TOT VOORST
De luie man gaat met baby uit.
(R.K.) keurt eveneens het gesprekkentarief
af. In de streeknetten zal men in ongunsti
ger conditie komen tegenover de steden. Men
zal 10 cents per gesprek hébben te betalen
betalen binnen het district, d.i. bij 5 ge
sprekken per dag 50 cent of 180 per jaar.
De streeken zullen een grooter oppervlakte
moeten hebben dan de voorgestelde.
In elk geval zal spr. gaarne van den mi
nister vernemen, dat de bestaande streek
netten intact zullen worden gelaten.
De heer BAKKER (C.H.) waarschuwt te
gen een te ver doorgedreven rationalisatie
van de postkantoren.
In den door den minister genomen maat
regel ten opzichte van de telefoon-uitbrei
ding ten plattelande ziet spr. een stap op
den goeden weg. Hij is in dit opzicht min
der critisch dan zijn partijgenoot Weltkamp.
Intusschen zou spr. den maatregel van het
gesprekkentarief nog even willen zien opge
schort in afwachting van een nieuw onder
zoek.
De heer EBELS (V.D.) spreekt over de
extra-heffing voor de bestelling: van tele
grammen buiten de z.g. bebouwde kom, een
heffing, die hij onbillijk, voor het platteland
acht. Men behoeft maar een kwartier gaans
buiten de z.g. bebouwde kom te wonen om
reeds te ondervinden, dat men voor tele
grammen 40 cents extra moet betalen.
Ten opzichte van de telefoon is de plat
telandsbevolking al evenzeer achtergesteld
rij de steden.
Minister REYMER: bedoelt u de rege
ling die thans bestaat of die, welke 1 Ja
nuari ingaat?
De heer EBELS zegt de tot nu toe be
staande regeling te bedoelen. Intusschen
komt hij nu tot de nieuwe regeling, die hij
wel een kleinen stap vooruit noemt, doch
toch nog onvoldoende. Men zal tot grootere
streeknetten moeten komen binnen het 10
cents-tarief. De 10 K.M. afstandsgrens zal ten
minste op 15 K.M. moeten worden gebracht.
Het heeft spr. voorts verbaasd, dat op zoo
korten termijn tot invoering van het ge
sprekkentarief is besloten. Spr. sluit zich
aan bij den wensch van den heer Bakker
tot opschorting van de invoering van dat
tarief.
De heer VAN DEN HEUVEL (AR.) con
stateert, dat. vrijwel alle bij de telefoon be
trokkenen zich tegen de voorgestelde herzie
ning van de telefoontarieven, zoowel wat de
streeknetten als het gesprekkentarief aan
gaat, hebben gekant.
Dat de Kamers van Koophandel daarbij
zijn, zou nog kunnen worden toegeschreven
aan een adresseer-solidariteit, waaraan deze
Kamer niet altijd de volle waarde kan toe
kennen, maar er zijn ook de Middenstands-
raad, de Nyverheidsraad, Landbouworgani
saties er vele gemeentebesturen bij, die zich
tegen r'" nieuwe regeling hebben gekant. Bh
toch gaat zoo is van de zijde van de P.
T. T. gezegd de nieuwe regeling door. Dat
dit bedrijf een monopolie bezit, acht spr.
juist, maar niet juist is het te achten, dat
de hooge ambtenaren maar alles kunnen
doen buiten de Kamer om. Spr. meent, dat
de minister dien ambtenaren nog wel eens
mag voorhouden dat de dienst er is voor
het publiek en niet het omgekeerde-
In dit verband citeert spr. de anecdote
.van het boertje, dat ten postkantore door
het loket zich hoorde toeroepen: „Wat mot
je?" en daarop antwoordde; „ïk mot niks,
jij mot me 'n postzegel verkoopen."
Wat het voorgestelde gesprekkentarief
aangaat, dit is alleen voordeelig voor hen,
die minder dan twee gesprekken per dag
voeren en voor wie de telefoon dus eigenlijk
'n zekere luxe is.
Spr. vertrouwt, dat de minister, al heeft
hij een en ander by zijn optreden reeds ge
reed gevonden, de invoering van het gesprek
kentarief inhaerent is aan het automatische
stelsel.
De heer RUTGERS VAN ROZENBURG
(C.H.) sluit zich aan bij degenen, die een
zoo groot mogelijke populariteit van de te
lefoon willen bevorderen.
De heer WIJNKOOP (C.P.H.) zal zich niet
begeven in den strijd tusschen A.V.R.O. en
V.A.R.A. Spr. gelooft, dat bier andere mo
tieven achter zitten, zooals vrees voor de
vrijdenkerij.
De heer Fl. VOS (M.P.) is tegenstander
van elke politieke censuur en stellig van
radio-censuur. Hij denkt daar anders over
dan de politieke partij, waartoe mr. Reymer
spr. zegt niet: minister Reymer, die lid
is van een extra-parlementair kabinet
,'oehoort.
De heer BOON (Lib.) constateert, dat deze
minister bij het feest van den Kon. Ned.
Voetbalbond de eenheid van de sport heeft
bejubeld. Spr. hoopt, dat de minister ditzelf
de standpunt ten aanzien van de radio zal
propagebïen. Daar is echter één van de
grootste politieke partijen, de S.D.A.P., de
grootëïe sectariër, te weten de V.A.R.A.
Wij. zitten midden in de sectarische om-
roepmisère, 'Wisseling van zender bij de week
is absurd; men heeft nu eenmaal een be
paalde golf in zijn hoofd en daarop stemt
men af. Er is wel een oplossing mogelijk,
b.v. door het Gleichwellen-systeem. Spr.
hoopt dat de minister voor de A.V.R.O. de
gewens.chte oplossing zal weten te geven.
De heer VAN DIJK (A.R.) komt er tegen
op, dat slechts de Vrijzinnige richting wordt
voorgesteld als de eenig juiste. Ook wat de
radio" betreft, erkent spr. geen absolute neu-
tjralitjsit.Er is slechts een klein gedeelte van
de muziek, dat neutraal mag worden ge- j
heeteh. Daarom wenschte spr. een regeling,
waarbij met de aanspraken der politieke
groepen rekening wordt gehouden naar bil
lijkheid.
Wat de anti-militairxstische sluitzegels
aangaat spr. juicht toe, dat de zegels met het
opschrift „Geen man en geen cent voor het
militaiirisme" zijn verboden. Dat er een cen
suur op, de radio is, acht spr. begrijpelijk.
Rede van den minister
1 DË MINISTER VAN WATERSTAAT, mr.
Reymer, beantwoordt eerst eenige détail-op-
TjerÜnsen.
Het gesprekkentai'ief is te Amsterdam
niet groote meerderheid aanvaard door den
.;raad aldaar en er was niemand, die het zou
warm verdedigde als de heer Wibaut. Ook.
de Postraad heeft er zich gunstig over uit
gelaten. Spr. denkt er niet aan, te voldoen
aan. het verzoek tot instelling van een
staatscommissie te dezer zake.
De kwestie van de streeknetten is niet
terug te brengen tot een kwestie van be
grenzing van bepaalde streken. Het valt
niet te zeggen, waar een bepaalde streek
Öegint en waar zij eindigt. Daarom wordt
gestreefd naar een zoo objectief mogelijke:
verdeeling.
Spr,. kan mededeelen, dat de bestaande
streeknetten zullen worden gehandhaafd.
Spr. is erkentelijk voor 's heeren Van den
Heuvel's waarschuwing tegen ambtenaren-
regeering, maar hij is inderdaad overtuigd,
dat het districtsstelsel vooral voor het plat
teland gunstig is, aangezien men juist daar
"ih de" tegenwoordige omstandigheden gauw
50 cent voor een telefoongesprek moet beta-
Jén, dat bij de nieuwe regeling in veel ge-
maliën aanmerkelijk minder zai kosten.
Spr. zal de zaak met ernst neg eens na
gaan, doch hij wil wel zeggen, dat de opzet
voor de nieuwe regeling is geweest zoo eco
nomisch mogelijk, zonder doel, meer geld
te verkrijgen.
Wat de censuur op de radio betreft her
innert spr. eraan, dat de Kamer zelf des
tijds een amentement heeft aangenomen
dm de radiocensuur mogelijk te maken.
Be bepaling van het moment van ingrij
pen is voor verschillenden uitleg vatbaar.
Zoolang het advies van den Radioraad nog
niet is binnengekomen, kan spr. geen wets
wijziging overwegen.
lén opzichte van de arbeidscontracten:
kan spr. mededeelen, dat de vaste aanstel
ling van pl.m. 90 ambtenaren bij den Post
cheque- en Girodienst wordt voorbereid.
Van Zondagsrust is spr. een voorstander
doei» men moet hem den tijd laten om de
Verbetering daarvan in te voeren.In zake
de rentevergoeding bij den Postchéque- en
Girodienst merkt spr. op, dat men niet te:
geipak van dezen dienst gebruik maakt,
wille van de rente, doch ter wille van het
jpe postbegrooting wordt daarop z.h.s.
aangenomen.
De VOORZITTER verdaagt te 2 uur 20
de vergadering tot Woensdag 1 uur.
Volgens den stand van het accoutants-
onderzoek moet op het oogenblik worden
aangenomen, dat het tekort in de kas van
de Spaarbank te Gorredijk ongeveer 200 000
zal bedragen. Verrassingen zijn echter nog
steeds mogelijk, daar de penningmeester,
zooals reeds werd gemeld, vooral met du
potheken afgelost geld heeft toegeëigend,
om niet uitgesloten is, dat hij zich op hy
potheken afgelost geld heeft toegeëigend,
zonder van die aflossing in de boeken ieta
te doen blijken. De fraudeerende penning
meester moet als verklaring van zijn tekort
komingen hebben opgegeven, dat hij her
slachtoffer van chantage was geworden,
maar zijn malversaties loppen reeds over 'u
tijdperk van 'n jaar of twintig.
kort na de aankomst in het ziekenhuis over
leed. Vermoedelijk is A. door een passeerea-
den trein gegrepen.
Een verkeersagent „belet" den
vinder het biljet aan den eige
naar terug te geven
Een banklooper te Arnhem miste bij zijn
terugkomst in zijn kantoor vier bankbiljet
ten van zestig gulden uit zijn tasc.h. Het
geld was op onverklaarbare wijze verdwe
nen. De banklooper stond boven alle ver
denking, maar om licht in de zaak te krij
gen, werd toch de medewerking van de po
litie ingeroepen. Bij het onderzoek bleek,
dat ten politiebureele een bankbiljet vat:
60 was gedeponeerd door een heer, die 't
volgende mededeelde
Hij fietste door de stad en zag hoe een
wielrijder vóór hem een bankbiljet verloor,
dat uit zijn tacsch wegfladderde. Hij raapte
het biljet een van 60 op, sprong
weer op zjjn fiets en zette den verliezer na
met de bedoeling om hem zijn biljet terug
te geven. By een kruispunt stond echter Ti
verkeersagent met opgeheven hand. Hij
moest zijn tocht staken en toen hy kon
doorrijden, was de verliezer al lang uit net
gezicht verdwenen. Dus ging hy het biljet
op het politiebureau deponeeren. De drie
andere biljetten, die eveneens uit de tasch
fladderden, zijn nog niet terecht.
Thans terecht
Betreffende het vermissen van vier opva
renden van de „West-Vlaanderen" kan wor
den meegedeeld, dat dit schip, dat geregeld
tusschen 'Antwerpen en Londen vaart, giste
ren op de Wester-Schelde lag en dat vier
opvarenden van genoemd schip met een
roeiboot waren vertrokken naar Breskens,
om daar proviand in te slaan. Het was aan
vankelijk goed weer, doch plotseling kwam
de storm opzetten en werd de roeiboot op
een plaat geslagen. De kapitein van da
„West-Vlaanderen", die zich nu nog aiieen
met een man en een paar jongens op het
schip bevond, meende, dat de vier menschep
verloren waren en voer naar Vlissingen om
hulp. Intusschen was de roeiboot weer vlot
gekomen, maar dreef door den stroom af
naar Borssele, waar de vier mannen aan wal
gingen. Zy klopten bij een boerderij aan,
maar werden op hun herhaald verzoek niet
binnen gelaten. Dit lukte beter bü den bur
gemeester van Borssele, den heer Richel, di.e
hun allen steun verleende. Hy liet hen per
auto naar Vlissingen overbrengen, waar zy
gisternacht in een hotel vertoefden, om des
morgens weer aan boord van hun schip terusr
te keeren.
Tijdens een hevige stormvlaag is de ver
binding tusschen de sleepbooten en het op
de kust van Terschelling gestrande Eng. s.s.
i „Benwyvis" verbroken, met het gevolg, dat
j het schip nog hooger op het strand is ge
slagen. Momenteel is de zee zoo hol, dat
i het ten eenenmale onmogeiyk is opnieuw
verbinding te krijgen met het schip. De
sleepbooten „Oceaan" en „Stortemelk" zijn
nog ter plaatse. Er waait nu een storm uit
het Westen.
-V
I v- 'jri—
De. leeuwentemmer, die een minderwaardig
dierenexemplaar ontvluchtte.
Een herder in Schotland, die z'n kudde
liet grazen in de valleien van het Gram-
piangebergte, had de gewoonte op zyn da-
geiyksche tochten een van z'n kinderen, een
meisje van ongeveer drie jaar, mee te ne
men. Het is een gebruik by al de bewoners
der Schotsche bergen, dat zij bijtyds hun
kinderen aan de ruwheid var» het klimaat
gewennen.
Nadat de herder z'n weiden doorloopen
had, was het noodig', dat hy op den top van
een berg klom, die op eenigen afstand lag.
De beklimming was voor zijn kind te moei-
ïyk en daarom liet hij het achter- op de
vlakte, met uitdrukkeiyken last haar plaats
niet te verlaten, voordat hy terug gekomen
zou zyn.
Nauwelyks was hij op den top van den
berg gekomen, of de gezichteinder werd
verduisterd door een zeer dikken mist, zoo
als die dikwijls in een oogenblik op die
hoogten neerdaalt en dan zóó dik is, dat
binnen eenige oogenblikken het uitzicht op
de omgeving totaal verdwenen is.
De vader, ongerust over zyn kind, daalde
zoo spoedig hy maar kon, naar beneden, en
naar de plaats, waar hy zijn dochtertje ge
laten had, maar door de duisternis en de
haast verdwaalde hij. Na vruchteloos eenige
uren gezocht te hebben, te midden van
moerassen en watervallen werd hy door den
nacht overvallen en dwaalde hij rond zon
der te weten, waar hy was. Eindelyk ge
lukte het hem, toen de mist een weinig op
trok, in den maneschyn te zien, dat hy be
neden in het dal en dicht bij z'n hut was.
Het zou nu even gevaariyk als nutteloos
zyn geweest, zijn nasporingen voort te zet
ten, en hy keerde dus naar zijn hut terug,
na zijn kind en ook zijn hond verloren te.,
hebben, welke laatste gedurende verschèi-
dene jaren zijn trouwe metgezel was ge
weest.
Den volgenden morgen begaf de herder
zich, gevolgd door een menigte boeren, op
Is de bedrieger strafbaar?
Dezer dagen vervoegde zich een als jager
gekleede man, die met een auto was geko
men, te Bergentheim bij den jachtopziener
voor de heeren Van Heek te Enschede. De
man stelde zich voor als een familielid van
deze heeren en verzocht den jachtopziener,
met hem mee ter jacht te gaan. Aan dit
verzoek werd gevolg gegeven.
De onbekende was een uitstekende schut
ter: twaalf hazen en eenig ander wild deed
hij sneuvelen. De jachtopziener, opgetogen
over het behaalde succes, ontving dank voor
zijn geleide. De jager vertrok per auto met
den buit.
Maar toen een paar dagen, later de heeren
Van Heek zelf kwamen jagen en de jacht
opziener van het jachtsucces van het „fa
milielid" der heeren gewaagde, bleek, dat de'
knappe schutter absoluut geen familie was!
Het jachtveld der heeren was echter een do
zijn hazen minder rijk geworden.
Tot zoover het bericht in het „N. v. h. N."
Er zit aan deze „fopperij" een aardige ju
ridische quaestie vast.
Is degene, die zich als familielid van de
jachtgerechtigden voordeed, strafbaar we
gens overtreding van de Jachtwet? Volgens
art. 4 van die wet hoeft niet van een Schrif-
telyk jachtbewijs voorzien te zijn degene,
die jaagt op eens anders grond in gezelschap
van den tot het genot van de jacht gerech
tigde. En de jachtopziener, die vrijwillig met
den onbekende meeging, bezat dit recht
hoogstwaarschijnlijk, aldus het „Hbd."
De aanvaller verdreven
Een 32-jarige vrouw heeft bij de politie te
Amsterdam aangifte gedaan, dat zy gisteren
in het Oosterpark naby den Kastanjeweg
door een haar onbekend persoon is aange
vallen en op den grond geworpen. Nadat hü
haar een paar stompen tegen de borst had
gegeven, trachtte hij har portemonnaie, die
in haar mantel zat, te bemachtigen. Zij ver
dedigde zich met haar huissleutel en heeft
hiermede haar aanvaller in het gezicht ge
slagen, terwijl zij haar portemonnaie, die de
aanvaller reeds in zyn hand hield, wist te
bemachtigen. Op haar hulpgeroep heeft de
man de vlucht genomen en is in het Ooster
park verdwenen.
weg om zyn kind te zoeken, maar na den
gelieelen dag vruchteloos zich met zoeken
vermoeid te hebben, werd hijeindelijk ver
plicht tegen den avond naar huiis terug te
keeren.
Toen hy in zijn hut terugkeerde, hoerde
bij, dat zyn hond, dien hy den vorigen dag
ook had verloren, thuis geweest was, maar
ha een stuk brood gekregen te hebben, da
delijk weer was weggeloopen. Gedurende
verscheidene volgende dagen liet de herder
niet na zyn kind te zoeken en altyd als hij
in zyn hut terugkeerde, hoorde hy, dat j
zijn hond zich vertoond had, maar ook was
weggeloopen, na zyn gewoon voedsel ont
vangen te hebben. Door deze tijding getrof
fen, bleef hij een dag thuis, en toen de
hond, als gewoonlijk, met zyn stuk brood
verdween, besloot de herder hem te vol
gen, on» de oorzaak van dit vreemde gedrag
te onderzoeken. De hond begaf zich naar
een waterval, op eenigen afstand gelegen
Van de plaats, waar de herder zyn kind had
gelaten, daalde zonder stil te staan langs
een daar dichtbij gelegen afgrond af en
yenjxyeen eindelyk in een spelonk.
De herder volgde hem met veel moeite,
maar koe verschrikte hy, toen hy, de grot
binnen tredende, zyn kind bemerkte, dat
met graagte van het stuk brood at, hetwelk
de rhond haar had gebracht, terwyi het
trouwe dier naast haar zat en zijn kleine
beschermelinge met goedige oogen aankeek.
Don toestand in aanmerking nemend,
waarin hy z'n kind vond, begreep de vader,
dat. het afgedwaald was tot aan den rand
van". cLen afgrond, en dat het voortgerold
was tot aan de opening der grot. Het kleine j
schepseltje was toen bang geworden en in
de spelonk gegaan. De hond was het ge-
vqlg^ eii had het behoed voer den honger-
dood, door het lederen dag voedsel te bren
gen. Het scheen ook, dat het goede dier het
kind dag noch nacht verlaten had, alleen
met uitzondering van de oogenblikken, dat
hy brood ging halen.
De kracht ex- van
Over den storm in den nacht van 9 op 10
December heeft de directeur van dc Filiaal-
Inrichting Amsterdam van het Kon. Ned.
Meteorologisch Instituut het volgende mede
gedeeld
Na een korte pauze nam na 14 uur op 9
December de Zuidwesterwind weer toe tot
storm en deze bereikte tusschen 15 en 17
uur zijn grootste snelheid, gemiddeld over 5
minuten een paar maal 18 meter p. s. Na
20 uur begon de wind te ruimen tot West
en nam na 23 uur geleidelijk in kracht af.
De zwaarste druk 73 K.G. per M2. kwam
voor ten 14 u. 45 m. op 9 December.
Tijdelijk is het weder iets beter, maar be
westen Valentia nadert een barometerdaling
die zoo goed als zeker het weder in het
Kanaal en onze omgeving ongunstig zal be
ïnvloeden.
De tegenwoordige stormperiode is veel
minder hevig dan die van November 1928,
toen de windrichting bovendien meer op
de kust stond.
Koninklijke deelneming
Bij den burgemeester van Middelburg zyn
de volgende telegrammen ingekomen:
j H. M. de Koningin is zeer getroffen door
de berichten betreffende den brand, welke
j Middelburg zoo zwaar heeft beproefd, en
draagt mij op, u en den getroffenen de be
tuiging van haar oprechte deelneming over
te brengen. H. M. spreekt er daarbij haar
voldoening over uit, dat er by deze ramp
geen levens te betreuren zyn.
(get.) Van Geen, paxt. secr.
H. M. de Koningin-Moeder draagt my op,
u H. M.'s oprechte deelneming te betuigen
met de ramp, welke de stad en zooveel in
woners heeft getroffen.
(get.) Van Heemstra.
Genoegens gedurende het winter
seizoen
Evenals de vorige jaren zal in de donkere
dagen voor en na de Kerstmis, te weten van
Woensdag 11 December tot en met Woensdag
15 Jamiari a.shet aquarium van Artis des
namiddags tot 5.30 uur, weer in stillen luis
ter van electrische verlichting zyn winterbe-
zoekers wachten. Geheimzinniger dan ooit
laat zich dan die wondermooie ondérwater-
wereld beleven en genieten, met haar bizarre
zeepaardjes en droomstille zeeanemonen
haar flonkerende Koraalvisschen en zilveren
haringschool, haar groteske zeeschildpadden
en statige kreeften in het clair-obscur der
alleen van boven belichte bassins.
Kort daarop overleden
Te Arnhem stond een goederentrein op
het spoorwegemplacement stil. De hoofdcon
ducteur, de 59-jarige A. is hierna vermoede-
lyk uit den goederenwagen gegaan en heeft
zich op de rails begeven.
Toen althans even later het overige per
soneel hem miste en een onderzoek instelde,
vond men den man zwaar gewond op de
rails liggen. Men bracht hem naar het St.
Elisabeth gasthuis, waar geneeskundige hulp
niet meer mocht baten.
Den ongelukkige waren beide beenen af
gereden, terwijl hy een schedelbreuk en eeni
ge gebroken ribben had bekomen, zoodat hij
Waar traangas goed voor is
Hat gas is den boeven le machtig
Opgejaagd door de politie van ettehjke
Amerlkaansche steden als de bedrijver van
twee brutale moorden, een berooving van
100.000 aan juweelen en tallooze minder
erge misdaden, beval John „Jersey Kxd
Murray den New Yorkschen rechercheurs
,,naar de hel te loopen" toen ze hem met
een vrouw snapten in een kamer. Hij vuur
de eenige schoten door een deur af op zyn
achtervolgers en bezweek toen voor een aan
val met huilgas.
Een 67-jarige banklooper was 3 Augustus
van 7253 beroofd door Murray en drie kor
nuiten in Bradley Beach en door hun revol
verschoten doodelijk gewond. W. H. Wright,
die onder het pseudoniem V/. v. Dine de be
kende detectiveromans schryft, zette zich,
op het verzoek der politie aan het werk,
toen de bandieten per auto gevlucht waren.
Ongelukkigerwyze had van Dine niet het
geluk van zyn schepping Philo Vance.
De andere moord is gepleegd op G. Lee,
die in October 1928 in Nieuw Jersey viel in
een hold up. In Philadelphia heeft Murray
de iuweelen gekaapt.
n"e politie in New-York kreeg bericht, dat
h,j woonde op een flat in nr. 609 West 196e
Street. Ze omsingelde het huis en een uit
gelezen troep klom naar de kamers van den
bandiet. De politie dook weg toen een heele
laag kogels over haar hoofd suisde. Murray,
op wiens hoofd een prijs van 2500 stond,
schoot door de deur.
De deur werd met een stormram gebeukt
en Murray opende een raam en liet zijn
roodharig vriendinnetje ontsnappen naar n
gangetje, terwyi hij een loopend revolver-
vuur onderhield met de politie, die de deur
versplinterde. Toen hem echter werd aange
kondigd. dat als hy zich niet binnen vyf
minuten overgaf, traanbommen zouden wor
den geworpen, werd hy woest en vuurde net
zoolang tot hy dcor het gas tot onmacht
werd gedoemd, stak zyn revolver ln een gat
der deur en capituleerde. Zijn vriendin was
beneden al door de politie opgepikt.
„Loop naar de hel" was zyn laatste ver-
wènsching, toen hij half verblind door het
gas op den vloer viel. Met gasmaskers voor
kwam de politie toen binnen en rekende
hem in. Op zijn arm was getatoueerd: Liever
de dood dan de schande.
De ironie van het lot heeft gewild, dat de
ser van de verdienste van de opsporing en
arrestatie van dezen fvvaarlijken bandiet
toekomt aan een gewezen rechercheur der
New-Yorksche politie, die wegens „onge
schiktheid" is ontslagen.