Brieven uit Frankrijk
Buitenlandsch Nieuws
FEUILLETON
RADIO-OMROEP
DE GEHEIMZIN!!!-E WRAAK
DERDE BLAD
WOENSDAG 18 DECEMBER 1929
BLADZIJDE 1
JDaèboekèeschryf van Jan
•r.
IET ONDERZOEK IN DE SKLAREKZAAK
"4 z-' u zelf even uw hut wijzen, t Is
Verkeersmoeilijkheden
Op een vergadering van het „Syndicat de
la Presse Etrangère" heb ik kennis ge
maakt met een Amerikaanschen journalist.
Het gesprek kwam op de aanstaande kolo
niale tentoonstelling en het feit, dat Enge
land ten slotte toch bereid was ie vonden
aan deze wereldtentoonstelling mede te
doen.
„Ik ben benieuwd, zei hij, hoe de ver-
keersautoriteiten de geweldige drukte straks
zullen regelen, want meer nog dan ooit te
voren zal, tijdens die tentoonstelling, Parijs
overstroomd worden door bezoekers en.
naar ik gehoord heb, veroorzaakt het ver
keer thans al reeds heel wat moeilijkheden."
„Wat dat betreft, antwoordde ik, zal het
in Parils wel niet zoo veel erger zijn dan in
de andere wereldsteden. Den laatsten keer.
dat ik in Londen was bijvoorbeeld, was het
er ook niet bepaald zoo rustig als in een
provinciestadje en wat Berlijn betreft, er is
een behoorlijke dosis moed toe noodig om
daar een straat over te steken. Het is waar,
zoo razend druk als het in Parijs is, was
het in Londen en Berlijn niet. maar het is
bijna vier jaar geleden, dat ik in die steden
ben geweest en juist gedurende de laatste
drie, vier jaar is het aantal auto's het meest
toegenomen.
„Ik heb den laatsten tijd veel gereisd, zei
de Amerikaan en ik l.en niet alleen de
voornaamste steden van Amerika, doch ook
die van Europa, maar nergens heb ik zoo
lang moeten wachten voordat ik van het
eene trottoir op het andere kon komen ais
hier en nergens ook zijn taxi's zóó vaak
verplicht te stoppen.
Maar dat is heel begrijpelijk, ging hij
voort, want indien men Parijs vergelijkt met
een stad in Duitsc^'ard. of
bijvoorbeeld, om van Amerika niet eens te
spreken, dan lijkt Parijs eng en ouder-
wetsch, of wel: de stad heeft iets dat onver-
eenigbaar is met de eischen, die het moderne
verkeer stelt."
„U wilt toch niet beweren, wierp ik tegen,
dat de groote opera, Le Grand Palais en
al die andere prachtige gebouwen eng en
ouderwets aandoen!"
„Natuurlijk niet, antwoordde hij, men
Vindt nergens mooiere gebouwen en monu
menten dan in Parijs; nergens zijn de vrou
wen eleganter en nergens zijn zoo veel ware
artisten. Parijs regeert nog steeds opper
machtig door zijn traditie, zijn charme en
zijn kunst. Maar zoomin de mensch zich
met poëzie kan voeden, zoomin kan 'n stad
bestaan van charme en van kunst".
Toen ik thuis kwam, herinnerde ik me,
dat ik eenige dagen geleden in „Paris Soir"
een artikel gelezen had over het met den
Amerikaan besproken onderwerp. Daar de
zaak me interesseerde, sloeg ik er het be
wuste artikel op na en las ongeveer het vol
gende:
„Parijs heeft geen groote huizen genoeg
om zijn bewoners te herbergen en niet ge
noeg plaats voor t verkeer van zijn a':o's.
Maar niets is eenvoudiger dan deze dubbele
moeilijkheid op te lossen. Wij moeten be
sluiten Parijs „uit te breiden" '"menter)
zoowel naar boven als naar beneden
j Naar beneden wil zeggen: het bouwen van
talrijke ondergrondsche garages en wagen
parken, met verscheidene verdiepingen en
voorzien van liften
Naar boven beteekent: onze huizen drie
en, 'nd'en noodle, zelfs viermaal zoo hoog
bouwen, met meer ruimte tusschen de
huizen onderling, waardoor er veel verkeers
ruimte vrij komt en de bewoners geen ge
brek aan lucht en licht hebben, wat nu
het geval is.
Er bestaat een gemeentereglement, dat
verbiedt bij het bouwen een zekere hoogte te
overschrijden. Het is meer dan noodig, dat
dit reglement belangrijk veranderd wordt.
Zy, die pleiten voor het handhaven er van,
geven blijk van een totaal gebrek aan inzicht
en zy, die het nog toepassen, zyn dwazen,
i die door het vasthouden aan verouderde be
palingen, lederen vooruitgang in den weg
I staan.
Inderdaad, dit reglement heeft ten doel
den grond der stad niet te zwaar te belasten,
wat vooral in verband met de vele onder
grondsche werken natuuriyk ernstige ge
varen zou kunnen opleveren. Het is dan ook
in evenredigheid aan het gewicht der bouw
stoffen samengesteld. Welnu, de nieuwe
bouwmaterialen stellen ons in staat de ge
bouwen viermaal zoo liuht te maken als met
de oude materialen mogelijk was.
Laat dus tusschen de huizen tweemaal
zoo veel plaats als tot nu toe voorgeschreven
j was en maak ze viermaal zoo hoog (waar
door het reglementaire gewicht niet over
schreden wordt). U zult dan krijgen een Pa-
rys dat aan alle moderne eischen voldoet;
waar ieder een woning kan vinden en waar
de overvolle straten zullen verdwenen.
Natuuriyk kan dat alles niet in één dag
geschieden, maar het zou toch wel heel nut
tig zyn, indien men besloot er aan te begin-
nen, waardoor tevens een einde zou gemaakt
J zijn aan de nuttelooze gesprekken en artike-
len, zoowel als aan de onuitvoerbare verorde-
j ningen".
Tot zoover „Paris Soir".
Het blad heeft natuuriyk volmaakt geiyk,
I zooals ook de Amerikaansche journalist vol
maakt geiyk had, maar als ik bedenk, dat
die nauwe, oude straatjes, die ongetwyfeld
nog uit den tyd der omnibussen en crinolines
dateeren en die ondanks de moeiiykheden,
die ze het moderne Parijs veroorzaken, of
misschien juist wel daardoor, den Paryze-
naars zoo lief zyn, zullen moeten verdwenen,
dan kan ik me toch voorstellen dat er nog
I heel veel „dwazen" zyn, die niet dan aarze
lend de yzeren wetten van den vooruitgang
j erkennen
H. d. J.
Weenen, 9 Dec. 1929
Toen ik, na mUn laatste vacantie, op 'n
Somberen Donderdagmorgen te Arnhem den
D-trein pakte en na enkele minuten mijn lieve
landje weer uit was gesneld, had ik echt-
waar geen puf om weer gauw met correspon
dentie te beginnen.
Je moet denken: 't was nog vroeg in den
morgen, 't weer was mistig-nat en ik was
koud geworden door een rit van circa twee
uren in 'n ouderwetsche kapkar; en dan
na 'n zonnige vacantie heelemaal alleen
weer den vreemde in te moeten, van al 't
mooie, al 't goede in 't vaderland te moeten
scheiden; dat zijn zoo allemaal dingetjes, die
nou juist niet „in stemming brengen", ge
loof ik
Doch stemmingen worden heengestuwd
door den stroom van 't werkeiyke leven; an
dere stemmingen dry ven aan en nieuwe
plannen zetten zich vast.
En zoo kwam daar ook 't plan om myn
oude gewoonte toch niet heelemaal vaarwel
te'zeggen en myn vele vrienden in Holland
zoo af en toe in contact te brengen met de
buitenwereld, en nu met „Wien" de groote
roode stad, waar de oogen van Jan Politiek
zoo koortsig bezorgd soms heensehouwen.
In den warmen coupé, waar ik dien morgen
koud binnenstapte, kreeg ik als reisgenooten
twee Engelschen, op weg naar Praag. De een
vertelde me, dat hy Katholiek-socialist was
en gaf me zeer vriendeiyk de hand toen ik
zei: „Ik ben Katholiek". De andere heer, in
hoekje gedoken, sprak geen beiydenis uit;
maar op z'n uiterlijk lag dik te lezen dat hij
nóch katholiek, nóch Katholiek-Socialist, doch
vlakweg Socialist was
Toch leek 't me toe, dat hy zich vèr-
verwant met mij gevoeiae, daar toch zijn
vriend al Katholiek-Socialist was. Stil
droomde hy voor zich uit, misschien over
zyn bekeeringen ik durfde hem dus niet
storen
Maar Katholiek-Socialist
Ik had willen zeggen, dat dit in Holland
ónvereenbare begrippen waren; dat ons
Roomsche volk dit al lang had ingezien en
overtuigd was, dat 't Socialisme pure be-
driegery is, vol haat tegen alles wat R.K.
heet, zooals dat vaak genoeg tot uiting komt,
als een of ander Rood nummer zich in z'n
passie verspreekt.
Doch mijn Katholiek-Socialist zweeg er
verder over, en ik houd er niet van om
iemand ongevraagd 'n zedepreek te geven.
Ik was op reis naar Wien en zou nog aan
vele dingen moeten gewennen
Op m'n reis ben ik menig Duitsch indus
triegebied gepasseerd. Overal de groote strijd:
aan den eenen kant 't Socialisme, nu lokkend
met paradysbeloften, dan dreigend met pood
en verderf (Laag dubbelspel!); aan de andere
zyde het Katholicisme, dat zich lokken noch
bedreigen laat en nooit de Roode vanen zal
volgen
Roode vanen! Die worden in Wien wel
hoog en stout door de stad gedragen! Dat
zou ik er zien op 12 November Staatsfeier-
tag, nameiyk herdenkingsdag der stichting
van de Republiek. Langs mijn venster kwam
een optocht die 'n paar uren aanhield; tel
kens nieuwe scharen: mannen, vrouwen en
kinderen, allen Rood gedecoreerd; aan 't
hoofd van iedere groep 'n tiental vaandrigs
met Roode vlaggen hoog in de lucht aan me
terslange staken; en tot sluiting van ieder
regiment een vervaartijk schallend fanfare
korps, „bouwend straten van muziek". Met
een taxi moest ik toevallig dien dag de stad
door. Maar telkens en telkens moesten we
stoppen, om de Roode Legers door te laten
Op ieder plein en kruispunt ryen politie om
't verkeer te regelen; op ieder kruispunt ook
weer nieuwe scharen Roode Manifestanten.
En van vele, vele gebouwen wimpelde hoog,
triomphanteiyk, het lange Roode vlaggedoek.
Alsof in deze miljoenenstad geen andere
kleur bestond dan alleen de bloedkleur
Doch dit is de Roode tactiek: vertoon ma
ken, brutaal vertoon, om de massa te mis
leiden.
En is dit bereikt, dan hebben ze weer an
dere tactiek, bolsjewistische tactiek: vinnig
aanvallen wat ons, Roomschen, dierbaar en
heilig is. Willen de Roode leiders in Holland
dit nog verbloemen, in Oostenrijk slaan ze
'oruut de schennende handen uit naar d:
rechten van Kerk en Staat en gezin, en zelfs
van 't schuldelooze kind. Ja, 't socialisme
laat zich wel 't beste kennen aan z'n vruch
ten Z'e naar naar het kind, dat socialis
tische opvoeding „genoot"; hoe 't op aanval-
ligen leeftijd al oproerig is geworden; hoe 't
al durft spotten met priesters, al weet te
protesteeren tegen Christelük schoolonder
richt: ja hoe 't in school het kruisbeeld van
den wand durft rukken om het te onteeren...
zooals dat te Innbrück gebeurde. En van „op
voeding" getuigen de „stichtende" liederen
ook, die men kinderen hier hoort zingen, zoo
b.v.:
„Ons vaandel is rood;
Rood, rood, bloedig rood!
Véél bloed moet vloeien
Waariyk! 't Is niet te verwonderen dat
het goede Oostenryksche volk zie'- -kker
'egint te weren tegen 't Roode geva^i, dat
zóó brutaal hun vredig land bedreigt. De
Heimwehr-beweging heeft stevig stelling ge
nomen; 't Katholieke volksleven belooft op
bloei; tegen de^s twee factoren vermag het
Roode vertoon toch wezeniyk niet veel, ook
liet met bedreiging of bolsjewisten-tactiek,
bit vooral maakt immers de kloof tusschen
',ood en Roomsch nog breeder.
En juist het sterk reageeren van Roomsch
Oostenrijk is een lichtbaak, getuigend van
inneriyk vuur; vuur en liefde voor 't heilig
Geloof der Vaderen.
Een volk zóó gestemd, is zeker nog te
edden."
DE A.S. VLOOTCONFERENTIE.
Het Engelsche standpunt.
Te Londen wordt groote beteekenis ge
hecht aan de Amerikaansch-Japansche be
sprekingen, die gisteren te Washington aan
vingen, te meer nu ook uit Parys en Rope
nadere berichten worden ontvangen.
Het resultaat is echter naar de diplo
matieke medewerker van de „Daily Tele
graph" meent te weten weinig bemoe
digend Volgens de te Londen ontvangen
berichten, zou Frankry'k niet alleen vast
houden aan zyn eisch inzake het handha
ven van te groote duifcbocttn, doch zou ook
weigeren tegemoetkoming te toonen in zake
de groote kruisers. Frankryk zou toswyzing
verlangen van tien schepen met een wa
terverplaatsing van tien duizend ton en een
bewapening van 8 stukken van 29 c.M. tegen
vyftien Engelsche kruisers van hetzelfde
type. De verhouding tusschen de vloten van
Engeland en Frankrijk zou op dit onderdeel
hierdoor op ongeveer 10 6,7 gebracht wor
den inplaats van 10 3,35, zooals oorspron-
keiyk op de Conferentie te Washington in
het jaar 1921 werd vastgesteld. Deze Fran-
sohe eisch wordt door Engeland afgewezen.
Daar bovendien Japan verhooging van krui
serquota eischt, zal deze kwestie zeer groote
noeilijkheden op de conferentie veroorzaken.
Aan den anderen kant is men te Londen
zeer voldaan over de tegemoetkomende hou
ding van de regeering der Vereenigde Sta
ten en van Italië. Vooral de gunstige voor
uitzichten voor een voorloopige Engelsch-
Italiaansch-Amerikaansche overeenkomst
inzake de duikbooten, hebben groote vol
doening veroorzaakt. Men verwacht, dat
ook verdere besprekingen te Washington
tusschen de Amerikaansche regeering en
de Italiaamsche en Engelsche ambassadeurs
goede resultaten zullen hebben. De En-
gelsch-Italiaansche betrekkingen worden
door deze besprekingen gunstig beïnvloed.
LORD CECIL EN DE REGEERING.
Adviseur op de vlootconferentie.
De Britsche minister van buitenlandsche
aken Henderson heeft in het Lagerhuis me
degedeeld, dat Lord Robert Cecil in niet-
officieele functie in den Britschen buiten-
landschen dienst werkzaam is. In deze
functie is hy niet gerechtigd de regeering
in een van beide huizen van het Parlement
te vertegenwoordigen.
Deze verklaring in het Lagerhuis heeft
in verband met de omstandigheden byzondere
beteekenis. Lord Robert Cecil heeft zoo
als bekend onder de vorige conservatie
ve regeering zyn functie als vertegenwoor
diger van Groot-Brittannië by den Volken
bond neergelegd, zyn meening ten opzichte
van de betrekkingen tusschen Engeland en
de Vereenigde Staten in het algemeen en
de beperking van de bewapening ter zee in
het byzonder heeft hem er destüds toe ge
bracht zyn functie neer te leggen, zoodat
zqn terugkeer in officieelen dienst onder
de arbeidersregeering thans byzonder op
valt.
Als vertegenwoordiger van de Britsche
egeering in de voorbereidende ontwape
ningscommissie van den Volkenbond is een
zekere relatie met het ministerie van bui
tenlandsche zaken vanzelfsprekend, doch
de gisteren door Henderson afgelegde ver
klaring wordt in politieke kringen aldus op.
gevat, dat Lord Robert Cecil by de aan
staande vlootconferentie een zeer belang,
ryke adviseerende functie zal vervullen.
DE KOLENWET
Graham, de minister van Handel, bracht
gisteren de Kolenwet in tweede lezing voor
het Lagerhuis. Hy zeide voldaan te zyn ver
nomen te hebben, tydens besprekingen met
vele der hoogste deskundigen in de kolen-
industrie, dat wanneer er eenigerlei orde
bestond in plaats van een chaos, dat dan
dit land opnieuw zyn plaats zou heroveren
op de Europeesche markten, misschien niet
in die mate als voor den oorlog, maar toch
tot op zekere hoogte. De wet voorziet In een
nationaal of over de verschillende districten
verdeeld schema voor het op de markt bren
gen van kolen, ten einde de districtssche
ma's met elkaar in overeenstemming te
brengen. Dit nationale schema vertegen
woordigde de eigenaren in alle streken van
Engeland. Het is de plicht van dit nationale
lichaam te komen tot wat naar zyn mee
ning het totaal was van de Britsche vraag
naar steenkool of de hoeveelheid steenkool
over een redeiyk tydperk, die naar zyn
meening tegen loonenden prijs kon worden
verkocht. Vervolgens zouden zy de verschil
lende districten van het land toewyzen, wat
deze districten noodig hadden. Een gedeelte
van de op deze wet uitgeoefende critiek be-
Graham
trof de heffing, die volgens de wet zou kun
nen worden opgelegd door het centrale
lichaam op de districtsbesturen, ten einde
den verkoop van steenkool voor den export
te vergemakkeiyken. Het doel hiervan was
in staat te stellen te concurreeren tegen
den wereldprys, die in dit geval de Europee
sche prijs was; het lag niet in het voorne
men de steenkoolindustrie in den gewonen
zin te subsidieeren.
Met betrekking tot de beperking van den
werktyd der mynwerkers van acht tot zeven
en ene half uur, zeide hy, dat dit met goe
den wil geschieden kon zonder verminde
ring van loonen.
Sir Philip Cunliffe Lister, de vroegere
minister van Handel, bepleitte verwerping
van de wet.
DE F3ANSCH-DUITSCHE
BETREKKINGEN
Fransche Katholieken naar Beriyn
Den 19den December vertrekken ongeveer
35 Fransche katholieke parlementsleden,
mannen der wetenschap en dagbladschry-
vers, naar Berlijn tot het voeren van bespre
kingen over de betrekkingen tusschen Frank
rijk en Duitschland met Ryksdagleden van
het Centrum, katholieke vertegenwoordigers
der wetenschap en publicisten.
TEGEN TARDIEU.
D« interpellaties der oppositie over zyn
Senaatsrede ingetrokken.
Wii hebben melding gemaakt van de rede
die Tardieu in den Senaat had gehouden en
de daarop gevolgde protesten der linkerzij -
de. Het was de eerste keer dat Tardieu se
dert het aanvaarden van het minister-pre
sidentschap in den Senaat verscheen, zoodat
zyn rede min of meer de beteekenis eener
regeeringsverklaring had. V
Havas meldt thans uit Parys, dat de Ka
mervoorzitter Maandag aan het einde dei
zitting, mededeelde dat de socialisten en
radicaal-socialisten interpellaties over Tar-
dieu's rede hadden ingediend en dat Tar
dieu uitstel van behandeling voor onbe-
paalden tyd had gevraagd.
De socialistische zoowel aJs de radicaal-
socialistische woordvoerders verklaarden
echter dat Tardieu, wiens politiek tegen de
oppositie is gericht, het regime dreigt aan
te tasten en dat hy de kritiek, welke en
kele dagen tevoren door de oppositie in de
Kamer was geuit, voor den Senaat ter spra
ke had gebracht.
Tardieu antwoordde, dat hy in den Se
naat zeer gematigd was geweest, en dat hy
gedurende de drie Jaren die hy aan het be
wind is (eerst als minister) een liberale po
litiek, d.w.z. de politiek der Republikeinsche
Unie heeft gevoerd. Hij deed opmerken, dat
de socialisten en radicalen hebben gewei,
gerd het bewind te aanvaarden, en zeide;
Ik ben niet de man, die het bewind heeft
„gestolen".
Hy verzocht den splreker hun interpel
laties in te trekken, waarin deze toestem
den.
KARDINAAL VERDIER.
De meening van den nieuwen aartsbisschop
van Parys over het communisme.
In een onderhoud, dat mgr. Verdier, de
nieuwe aartsbisschop van Parys, die giste
ren in het door den Paus gehouden geheim
consistorie tot kardinaal is verheven, vóór
zyn vertrek naar Rome met een medewer
ker van de „Figaro" heeft gehad, heeft hy
met betrekking tot het communisme ver
klaard, dat men nooit genoeg alle afbreken
de theorieën en bewegingen kan bestrijden i
en laken, gelyk de Kerk ook doet.
Het is een noodlottig en gevaarlyk werk,
zeide hy, om de sociale orde te ondermy-
nen, revoluties voor te bereiden en anarchie
te verbreiden. Want na een negatief pro
gram dient op een goeden dag een positief
program te worden opgesteld. En dan zou
den de communisten, stel het onmogeiyke
geval dat ze eens de overhand in Frankryk
zouden krygen, zich er van bewust worden
dat er tradities, krachten en elementen be
staan, waar ze nooit buiten kunnen en die,
wat ze ook beweren mogen, onmisbaar zijn.
Op een vraag of mgr. Verdier is aange
wezen om over een concordaat met den Hei
ligen Stoel te onderhandelen, antwoordde de
geestelyke, dat daarvan, voor het oogenblik
althans, geen sprake is. Waarom zou er ver
andering in het tegenwoordige regime moe
ten komen? De Kerk van Frankryk geniet
/rijheid. De materieele positie der geestely-
ken evenwel is vaak allerdroevigst, schan-
delyk zelfs voor een land als Frankryk. An-
derzyds bestaat de beangstigende kwestie
van het onderwys. Het onderwijspersoneel
toont groote toewyding, doch er is gebrek
aan onderwijskrachten en aan geld. En dan
is er nog Elzas-Lotharingen. Wij kunnen
den Elzassers, aldus mgr. Verdier, ons re
gime niet opdringen. Wat zou een nieuw
concordaat tusschen Frankryk en den Hei-
gen Stoel een kwesties en problemen op
werpen! Later misschien. Maar nu? Waar
toe zou het noodig zijn?
BANKLOOPER OVERVALLEN
Gisteren is te Marseille een banklooper
die een bedrag van 73800 francs vervoerde,
overvallen door drie jonge lieden, die hem
onder bedreiging met een revolver dwongen
in een auto te stappen, waarin zy hem van
het geld beroofden, waarna zy hem uit den
wagen zetten. De beroofde banklooper heeft
onmiddellyk aangifte gedaan by de politie.
Hy was in staat het signalement op te
geven.
De commissie van onderzoek in de zaak Skla-
ek van den Pruisischen Landdag moest
van het gisteren voorgenomen verhoor van
den voorzitter van de credietcommissie van
le Stadtbank wethouder Busch, afzien, daar
Busch had laten weten dat hy ziek is en
zich in een kliniek bevindt.
Ook het Duitschnationale gemeenteraads
lid Bunge kon niet gehoord worden tenge
volge van een korten tyd geleden gekregen
ongeval.
De Commissie ging daarom voort met het
verhoor van de directeuren van de Stadtbank
Schmidt, Hoffman en Dr. Lehmann. Tegelij-
kertyd worden de gemeenteraadsleden
Huehlman (Soc. dem.), Rosenthal als lid
van de credietcommissie en Lange aan de
getuigentafel geroepen om mogelijke onjuist
heden direct recht te zetten.
De directeur van de Stadtbank, Schmidt,
begon met een overzicht te geven van de
ontwikkeling van de credieten aan de Skla-
reks. De hoogte dezer credieten is te ver
klaren uit den grooten omvang der zaker
met de stad. De bank heeft de nog niet be
haalde rekeningen gecrediteerd, daar zy niet
direct betaald Konden worden. De overleden
handelsraad Bamberger en Rosenthal hebben
de credietwaardigheid van de Sklareks zeer
gunstig beoordeeld. Zijn, Schmidt's, persoon-
iyke omgang met de Sklareks heeft het ver
trouwen in de firma versterkt, daar hij bi
hen vooraanstaande personen van het stads
bestuur ontmoet heeft. Ook het feit van de
monopolie-overeenkomst heeft het ver
trouwen der bank in de Sklareks versterkt.
Noch de stedelijke autoriteiten, noch de
credietcommissie hebben zich tegen de cre
dieten aan de Sklareks uitgesproken. De
•ekeningen en credieten van de Sklareks zyn
onderzocht op dezelfde wyze als alle andere
credieten.
BRUTALE DIEFSTAL IN EEN
JUWELIERSZAAK
Een ongewoon brutale inbraak is gister
middag gepleegd in de juwelierszaak der
firma Schell in de kleine Donstrasse te Stet
tin. Een onbekende man sloeg voor de oogen
van een aantal voorbygangers met een steen
de glazen van de étalage in, greep eenige
sieraden en sprong op een vrachtwagen. Een
oogenblik later was hy met zyn buit verdwe
nen. Er worden briljanten en andere edelge
steenten ter waarde van 50.000 Mark vermist.
De vrachtwagen, dien de man eveneens bleek
gestolen te hebben, werd later onbeheerd te
ruggevonden.
ERNSTIG MIJNONGELUK
In de Skarboferm-myn van Königshütte
heeft een ernstig ongeluk plaats gehad. Ten
gevolge van het breken van een kabel zyn
verscheidene arbeiders, die met het laden
van kolen bezig waren, bedolven werden. De
lyken werden later onder de brokstukken
van den wagen te voorschyn gehaald.
In de vroegere Leopoldgroeve te Birken-
thal werd een jeugdige arbeider door aard-
massa's bedolven en na vele vergeefsche po
gingen, levensloos geborgen.
TWEE DOODEN EN TWINTIG
GEWONDEN BIJ EEN AUTO-ONGELUK
Men meldt ons uit Brussel:
Een vrachtauto met arbeiders is in de na-
byheid van Tirlemont omgeslagen. Twee ar
beiders werden gedood en twintig werden ge
wond, van wie zes ernstig.
DONDERDAG 19 DECEMBER
HUIZEN 1875 M. Uitsl. N.C.R.V.»
Uitz. 8.159.90 Concert 10.00—10.30
Zang door Dameskoort-e 10.3011.00
Ziekendienst 11.0011.30 Lezen van
Christ. Lectuur n.30—11.45 Gramo-
toonmuziek 11.4512.30 Uurtie voor
de landbouwers 12.302.00 Concert.
Piano, orgel, fluit en vtoo 2.00^—2.35
Uitz. voor scholen 2.453.45 Cursus
fraaie handwerken 4.005.00 Zieken-
uurtje 5.006.00 Lezing over- Over
zielkundige invloeden op het proces van
de ziekte" (IV) 6.007.00 Orgelconcert
7.007.30 Lezing over: „Kristiik tryske
dichtkinst" 7.30—8.00 Cursus Mateisch
8.008.30 Lezing over: „Mijn lordaner-
ties" 9.00 Uitvoering van een Oratorium.
Koor. orkest en vocaie solisten. Daarna:
Persberichten.
HILVERSUM. 1071 M. (Van 12.00—
6.00: 298 M.) 10.0010.15 Morgen
wijding 12.152.00 Concert dooi het
A.V.R.O.-kwartet 2.003.00 Gramo-
foonmuziek 3.003.30 halfuur voot de
Ned. Ver. van Huisvrouwen. Lezing door
mei. F. Meijboom over Wat iedere vrouw
moet weten van practische ziekenverpleging
3.304.00 Gramofoonmuziek 4.00—
5.00 Ziekenuurtje 5.306.30 Concert
door het A.V.R.O.-kwartet 6.30 Vaz
Dias Koersen 6.457.15 Landbouw-
halfuurtje. Spreker: W. Th. Zwart 7.15—
7.45 Fransch: Gevorderden en conversatie
8.01 Praatje door G. Pater over: De P-T.
T.-dienst in verb, met het Kerst- en Nieuw
jaarsfeest 8.15 Aansl. van het Concert
gebouw te Amsterdam. Het Concertgebouw
Orkest o.l.v. Pierre Monteux. Walter Giese-
king (piano). In de rustpoos: Vocaai con
cert door het „Quintet classique des Cosa
ques du Terek" o.l.v. Pierre Svettanoff.
Solo-tenor: Fedenco. Na afloop van het
concert: Persber. Daarna: Voortzetting Vo
caal Concert 10.45 ca- Gramofoonmuziek
12.00 uur Sluiting.
DAVENTRY. 1554 4 M. 10.35 Mor
genwijding 11.05 Lezing 11.20 Gra
mofoonmuziek 12.20 Concert. E. Simp
son (sopraan). G. Heather (bas-bariton). O.
Cloke (piano) 1.202.20 Concert op
cinema-orgel 3.20 Vesper uit de West
minster Abbey 4.05 Lezing 4.20
Concert W. Ransom (sopraan). E. Nichol
(tenor). Harp-Kwintet 5.35 Kindei uurtje
6.35 Nieuwsber. 6.50 Marktprijzen
7.05 Piano-recita! 7.20 Lezmg 7-45
Lezing 8.05 Concert N. Walker (alt) T,
Jones (tenor). Militair Orkest 8.20
Nieuwsber. 9.40 Lezing 9.55 Duitsch
Nationaal Programma. Mannenkoor, dans-
orkest en sprekers 11.2012.20 Dans
muziek.
PARIJS „RADIO PARIS", 1725 M.
12.502.20 Gramofoonmuziek 4.05
Dansmuziek 4.35 Kinderuurtje 6.55
Gramofoonmuziek 7.40 Gramofoon
muziek 8.20 Tooneeluitz., zang en kamer
muziek.
LANGENBERG, 473 M. 6.207.20
Gramofoonmuziek 9.3510.00 Gramo
foonmuziek 11.30 Phonola-concert
12.251-50 Concert. Orkest en bas
4.505.50 Orkestconcert 7.208.05 Or
kestconcert 8.05 Wederopvoering van
„S.O.SRao. rao.... Foyn". „Kras-
sin" rettet „Italia." Hoorspel van Friedrich
Wolf. Daarna tot 10.50 Dansmuziek
10.5011.50 Dansmuziek (Gramofoon-
platen). Vervolgens tot 12.50: Dansmuziek.
ZEESEN, 1635 M. 6.1510.05 Le
zingen 11.2012.15 Gramofoonmuziek
12.1512.50 Berichten 1.201.50 Gra
mofoonmuziek 1.503.50 Lezingen
3.504.50 Concert uit Berlijn 4.50
7.20 Lezingen 7.20 Orkestconcert
8.25 Lezing 8.35 Concert dooi Strijk
orkest 9.50 Dansles. Daarna tot 11.50:
Dansmuziek.
KALUNDBORG, 1153 M. 10.35—
11.05 Uitzending voor scholen 11.20—
1.20 Orkestconcert 2.004.00 Concert.
Orkest en Operazanger 7.358 10 Con
cert door hei Heger-Terzet 8.108.55
Voordracht met muzikale illustratie
9.3510.30 Orkestconcert 10.3012.20
Dansmuziek.
BRUSSEL, 508.5 M. 5.20 Orkest-
concert 6.50 Gramofoonmuziek 8.20
Her-uitzending van het concert in het Con
certgebouw te Amsterdam.
DE TAALKWESTIE IN BELGIë
Wetsvoorstel der liberalen tot wUziging der
lager onderwyswet
De liberale parlementsfractie deponeerde
by het bureau van de Kamer een wetsvoor
stel tot algeheele wyziging van de organieke
wet op het lager onderwys. Het voorstel be
helst o.m., dat de moedertaal of de gebrui-
keiyke taal wordt vastgesteld door een ver
klaring van het gezinshoofd. Indien echter
de resultaten van het onderwys uitwijzen,
dat een kind de aangegeven taal niet vol
doende kent om met vrucht de lessen te vol
gen van de klasse waarin het zich bevindt,
schrijft het schoolhoofd zyn overplaatsing
naar een andere taaiklasse voor.
BOTSING TUSSCHEN TWEE
LOCOMOTIEVEN
Twee dooden, twee zwaargewonden
Naby Ottmachan zyn twee locomotieven
in volle vaart op elkaar geloopen. Een ma
chinist en een stoker liepen zware verwon
dingen op, terwyl een begeleider eveneens
ernstig gekwetst werd. Een vierde persoon
werd met zware brandwonden en een gebro
ken been opgenomen. Twee der zwaar ge
wonden zyn inmiddels aan hun bekomen ver
wondingen overleden.
Een der machinisten moet het ongeluk
hebben veroorzaakt door op verkeerd spoor
te ryden.
20.
Janet lachte, toen vertrouweiyk fluiste
rend: Maar wij hebben ook zooveel avon
turen gehad. Voordat Sherrington iets kon
vragen, verscheen er op het bordes boven
aan trap een koelie, beladen met een
paar zware pakken, welke hy met een Dons
op het dek neergooide. Achter den man aan
kwam Husky Cradon met een vrij grooten
handkoffer. Zonder van Sherrington notitie
te nemen, gooide hy zyn bagage neer en
ging met zijn hand boven zijn oogen stroom
opwaarts staan turen. De motorboot voer
tuffend weg, de Soochow" floot voor de
allerlaatste maal; het anker werd met een
gekiink-klank van yzer op yzer opgehaald,
druipend van de rood-bruine modder kwam
het boven wacer uit en net volgende oogen
blik begon de schroef in een zich steeds
versnellend tempo het okerkleurige water
tot. vuil-geel-bruin schuim te geeselen.
Janet Craydon draaide zich om en
monsterde dat gedeelte van de rivier waar
üe „Soochow" recht op af stevende. Cray
don zelf stond nog steeds in de houding,
die hy by zyn aan-booird-komen aangeno
men had.
Sherrington volgde hun voorbeeld, vlug
zocht hy het breede vlak van grauwig-bruln
woest stroomend water af toen keerde
hij zich tot het meisje naast hem en vroeg
kortaf:
Zoekt u naar iets verwacht u daar
iets te zien?
Ja, vanmorgen van Shanghai af heb
ben we gevolg gehad. Daarom hebben we
die motorboot genomeneen poging om
te ontsnappen. Anders waren we niet zoo
laat geweest.
Zoo! En denkt u, dat u den spion zou
herkennen?
Spion? Spionnen, verbeterde Janet
Craydon hem. Er waren er minstens drie.
Een er van zou te herkennen zyn, een man
met een opvallend uiterlijk, groot met een
rond glad gezicht en stille oogen, zooals je
wel m een afgodsbeeld ziet. Voor ons weg
gaan vanmorgen uit Shanghai was 't ons
al opgevallen, hun teveel aan belangstel
ling bedoel ik en na onze aankomst in
Nanking, toen we die boodschappen, die u
ons opgedragen had deden, merkten we,
dat we ons niet vergist hadden. Voor eiken
winkel, waar we uit kwamen, stond een van
de drie op ons te wachten. Daarom zyn we
na afloop van het winkelen naar de kade
gegaan en hebben een motorboot gehuurd.
We werden wel achtervolgd, maar in een
sampan, die kon ons natuuriyk niet bij
houden.
Maar toen moest u weer terug.
Ja. Daarom wilde Husky, dat we weer
stroomopwaarts op u zouden bhjven wach
ten ,maar toen zei ik: als we dat doen, loo-
pen we de kans, dat mr. Sherrington, als
hy ons niet ziet verschynen in Nanking aan
wal gaat.
Dat zou ik ook gedaan hebben. Ik had
al een sampan aangeroepen.
Met het oog op die mogeiykheid zyn
we toen teruggegaan. We hebben goed uit
gekeken, maar de sampan was verdwenen.
Dus waarschynlyk hebben we hun een rad
voor oogen gedraaid; hebben ze het be-
spionneeren opgegeven.
Ik hoop 't ook, lachte Janet Craydon.
woord op een toon, waarin zyn twyfel aan
die mogeiykheid duideiyk weerklonk.
Ik hoop 't ook .lachte Jane tCraydon.
Want ik moet zeggen, dat ik noch voor dr.
Stargard, noch voor zyn afgezanten be
paald veel voel en daarby vond ik het niet
bepaald aangenaam om als een wild dier
opgejaagd te worden ofschoon, aan den
anderen kant is dat toch ook wel weer een
opwindende sensatie. Maar ten slotte ben
ik lieVer jager dan wild. Ze keek Sherring
ton een ietsje behaagziek aan toen, alsof
ze spyt had van haar manier van doen,
ging ze opeens weer gewoon door: Nu ga
ik eerst naar myn hut om me wat op te
knappen. Is er hier een hofmeester of hoe
de man, die dat somt werk doet, hier aan
boord heel an mag.
hier alles nogal primitief, maar daar is
niets aan te doen. De „Soochow" is geen
mailboot.
Hfj hielp haar de campagne af, wees haar
haar hut, de tweede van het halve dozyn
passagiershutten, waarop de „Soochow" kon
bogen. Nadat hy haar met haar bagage
geholpen had, keerde hy weer naar dek
terug. Husky Craydon stond nog steeds van
af dezelfde plaats de rivier te inspecteeren.
By het naderen van Sherrington draaide hy
zich half om.
Ik sta nog op den uitkyk, naar die
sampan! We hebben haar wel niet gezien op
de terugvaart, maar dat hoeft niet te be-
teekenen, dat ze al eerder teruggegaan is...
Zou u haai herkennen?
Ja, aan de kleurzalmkleurig met
een opvallend lage kajuit.
Samen bleven ze staan kyken. Er waren
genoeg sampans op de rivier, maar niet
één onder de vele vaartuigjes beantwoordde
aan Craydon's Deschrijving. Een minuut of
tien ging zoo voorby toen werd hun aan
dacht afgeleid door een groote jonk, die met
een aantal pratende en ginnegappende koe
lies als bediening voor de lange riemen
wanhopige pogingen deed om in het mid
den van de rivier te biyvenen toen op
eenseen helkleurige vlek op het grys-
bruine waterde langgezochte sampan!
Met den stroom mee kwam het vaartuig de
rivier af dryven. bemanning was er niet te
zien, maar op de lage kajuit stond een groo
te, krachtig geschouderde man, met zyn
gezicht naar de „Soochow" toegekeerd, die
hy, te oordeelen naar zyn houding, scherp
monsterde.
„Alle goden van Chinabegon Cray
don verder kwam hy niet. De rest van
hetgeen hy zeggen wilde slikte hy in. ter-
wyi hy achter de verschansing wegdook en
zoo in gebogen houding, naar de campagne
toeliep. Sherrington begreep, dat hy zich
voor aen man op de sampan wilde verber
gen. Zelfs voelde hij niets voor die taktiek;
hy bleef kalm staan kykenterwül de
sampan, met haar eenzamen passagier, die
nog steeds veel belang in het dek van de
„Soochow" scheen te stellen, aan bakboord-
zyde voorbydreef. Recht tegenover den val
reep kwam er verandering in het onbe-
weegiyk staan kyken van den man; hy hief
zyn armen op, alsof hy iemand aan boord
een signaal gaf. Sherrington draaide zich
half om. Zonder naar de brug te kyken zag
hy, dat de loods door een armgebaar het
signaal beantwoordde. Weer draaide hy
zich om, nu met het doel om den man in
de sampan goed op te nemen. Dit lukte hem
echter niet; het kleine vaartuig was al op
te grooten afstand.
Met een strak gezicht liep hy naar de
campagne en wenkte Craydon weer aan
dek te komen.
Ja, zei hy, in antwoord op een vra-
genden blik. Hy is weg. Met den stroom
mee.
Craydon kwam de campagne op en keek
voorzichtig over de verschansing. Toen
keerde hy zich tot Sherrington.
Ik was niet bangbegon hy.
Neen, vroeg Sherrington. Heusch niet?
Neen, absoluut niet. Ik wou niet, dat
die styve hark van een Chinees me zag.
Kosteloos informaties geven hoeft niet.
Neen, dat hoeft niet, herhaalde Sher
rington werktuigiyk ondertussehen over-
pii asde hy hoe de man zich in een werkelyk
gevaarlijke situatie gedragen zou. Niet
iemand om mee op de tygerjacht te gaan,
dacht hij.
Zoolang de lui op die gele sampan maar
niet weten, dat wy aan boord zijn, is de zaak
in ordeen hy heeft me niet gezien, daar
ben ik reker van ik was hem te vlug af.
Triomfantelijk grinnekend heesch Craydon
zijn flanellen broek wat hooger op. Toen
draaide hy zich om, riep een koelie, duidde
met zyn voet op de rest van de bagage en
verdween in de richting van de passagiers
hutten. Met zijn handen diep in zyn zakken
en zyn oogen telkens als hy zich met zyn
gezicht naar den voorsteven keerde, op den
smallen rug van den loods gevestigd, begon
Sherrington heen en weer te loopen. Al had
hjj zich, wat de laatste bewering van Cray
don aanging, onthouden van tegenspreken,
toch was hy 't niet met hem eens. Dat met
gebaren seinen van den man op de sampan
naar den loods en vice-versa was te opvallend
geweest, dan dat niet naar de bedoeling er
van gezocht moest worden,
(Wordt vervolgd).