ir?en!andscïi Nieuws
Rechtszaken
DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST
- \w:
Sta ten-Generaal
EERSTE KAMER
TWEEDE KAMER
Een Veiligheidsmuseum
in België
Een congres te Brussel
Opheffing van den Raad van
Arbeid te Roosendaal?
De Vereeniging voor
Publiciteitswaarde
Vereeniging van Zuiderzee-
gemeenten
LUCHTVAART
Het vliegtuig naar Kaapstad
Een luchtvaartplan 1930
Een as van een vliegtuig
gebroken
De slimme winkelier
Faillissementen
Mishandeling van een
schoolkind door 'n onderwijzer?
^105
Vergadering van Woensdag 18 December
Voorzitter: mr. baron de Vos van Steenwljk
In de vergadering van gisteren zijn o.a.
goedgekeurd de begrootlngshoofdstukken r,
Vila, XII, en de wet op de middelen.
By het ontwerp tot verlenging van den
termyn in art. 86a der Tabakswet betoogt
de heer DE JONG, dat verlenging van dis
pensatie de huisindustrie bestendigt.
De MINISTER VAN FINANCIËN ont
kent dit daar het verbod van het gebruik
der werkplaats als woongelegenheid of keu
ken gehandhaafd blijft.
Het ontwerp wordt aangenomen zondeT
stemming.
By het ontwerp tot onteigening ten be
hoeve van den bouw van een brug by Kei-
zersveer, zegt de heer SMEENGE (V.-B.)
te vreezen. dat de brug te smal wordt.
De MINISTER VAN WATERSTAAT acht
de brug breed genoeg; zy moet aansluiten
aan de breedte der wegen.
Een groot aantal kleine ontwerpen werd
zonder stemming aangenomen.
De VOORZITTER deelt mede, dat de af-
deelingen tot voorzitters hebben gekozen
de heeren Van Lansehot, Polak. Haffmans,
Van Voorst tot Voorst en Smeenge en tot
ondervoorzitters de heeren De Gijselaar,
Slingenterg Van Cttters, Wlhaufc en uel-
derman.
De vergadering is hierop verdaagd tot as.
Maandag.
Vergadering van Woensdag 18 December
Voorzitter: mr. J. R. H. van Schaik
Op de agenda wordt gebracht de begroo
ting der Staatsmanen na verwerping van
een voorstel van den heer Knottenbelt om
dit niet te doen, daar op de begrooting een
post tot steun van de stichting Tricotage-
fabriek Treebeek voorkomt, waarover be-
langryke discussies zyn te verwachten, die
niet op den laatsten dag vóór het reces
kunnen worden afgedaan.
Na een uitvoerig debat wordt niet toe
gestaan de interpellatie-Wijnkoop tot den
Minister van Koloniën over het optreden
van de regeering tegen de P. N. I. en de
Indonesische vakbeweging.
Toegestaan wordt het verzoek van den
heer wynkoop om den Minister van Justitie
te mogen interpelleeren over de huiszoekin
gen by de Communistische Party Holland.
De interpellatie zal geschieden op een na
der te bepalen dag.
By de voortzetting van de begrooting van
Onderwijs betoogt de heer VAN WIJNBER
GEN (R. K.) dat de toelichting van de sub-
sidieering van het theosofische lyceum te
Kaarden afbreuk doe taan de waardeering
voor het byzonder onderwas. Al mag de
godsdienstige richting geen invloed hebben
op de subsidieering verzoekt spr. hitrekking
van het voorstel en wederindlening een vol
gend jaar met een andere toelichting.
By de voortgezette discussie dient mej.
WESTERMAN (V. B.) een amendement in
om den post subsidieering van het Theoso
fisch lyceum met één gulden te vermin
deren om een principieele uitspraak uit te
lokken.
Eenige leden bestrijden de subsidieering,
o.a. omdat het onderwys slecht is en in de
omgeving voldoende middelbaar onderwys
bestaat.
De heer MOLLER (R. K.) is voor subsidi
eering, doch wil ook het R. K. lyceum te
Tilburg nog op deze begiootlng brengen.
De heer TILANUS (C. H.) die tot de te
genstanders behoort, vraagt tevens, waarop
het berust, dat de byzondere middelbare
scholen slechts voorschotten tegen 4% pet.
rente kunnen krygen.
De MINISTER VAN ONDERWIJS ant
woordt, dat hij de onderhandelingen over
rentelooze voorschotten aan de middelbare
bizondere scholen zal voortzetten. Het voor
stel tot subsidieering var. 't lyceum te Naar-
den heeft spr. slechts gedaan om een toe
zegging van zijn ambtsvoorganger gestand
te doen. Hij laat de beslissing over aan de
Kamer.
Het amendement-Westerman wordt aan
genomen met 55 tegen 25 stemmen.
Bij de afdeeling -Nijverheidsonderwys
dringt de heer KORTENHORST (R. K.) aan
op uitbreiding van dit onderwys, daar de
industrie behoefte heeft aan geschoolde
werkkrachten.
Bij de afdeeling Nijverheidsonderwys be
pleit de heer KORTENHORST (R.K.) de
uitbreiding van dit onderwijs met het oog
op de ontwikkeling der industrie en de be
hoefte aan geschoolde werkkrachten. Waar
om kan de Minister thans nie1 reeds toe
zeggen, dat hy het tweede lid van het stop
artikel zoo zal toepassen als ware de aan
den heer van Wijnbergen toegezegde wets
wijziging reeds tot stand gekomen?
De heer GERHARD (S. D. A. P.) zal
zich echter steeds blijven verzetten tegen
.iet streven naar een Nyverheidsonderwys,
dat er uitsluitend op gericht is arbeiders
voor de groot-industrie te leveren. Spreker
dringt aan op gehjkstelling van de leeraren
bij het vakonderwijs, die onder de oude re
geling bevoegd waren met de leeraren, die
onder de nieuwe regeling volkomen bevoegd
zyn.
Mej. WESTERMAN (Lib.) vindt het er
gerlijk, dat onze industrie de geschoolde
irachten moet vinden bij onze Oostelyke
raren. Spr. vraagt zich af of er niet iets ont
breekt aan ons Nyverheidsonderwys. Spr.
dringt aan op vereenvoudiging van onze
Nyverheidsonderwijswet, opheffing van het
dopwetje en betere salarisregeling voor de
.rouwelyke leerkracthen.
Inzake de salarieering van leerkrachten,
volgens oude en nieuwe regeling sluit spr.
zich aan bij den heer Gerhard.
Ten slotte bepleit spr. een betere huis
vesting der neutrale Haarlemsche Huishoud
school en van de 3e Amsterdamsche Huis
houdschool.
Mej. GROENE WEG (S. D. A. P.) betoogt,
dat het aanvullend onderwijs nooit zal mo
gen dienen om het nijverheidsonderwys te
vervangen. Vooral legt zy den nadruk op de
beteekenis van de huishoudscholen.
De heer TILANUS (C. H.) sluit zich aan
by den heer Gerhard ten aanzien der lagere
salarieering van niet volledig bevoegde oude
G PTlfTftP.ht.ffl
Mej. KATZ (C. H.) betreurt het, dat de
ninister niet kan komen tot opheffing van
net stopartikel, zy wijst verder op de be-
belangrykheid van het hulshoudonderwijs
m betoogt, dat er te Amsterdam groote be-
noefte is aan een derde openbare huishoud
school en te Haarlem aan een nyverhetds-
school voor meisjes
Mej. MEYER (R. K.) bepleit eveneens de leeraren volgens de nieuwe regeling.
is bereid te overwegen, hoe het stopartikel
door een andere bepaling kan worden ver
vangen. Hy wil het nijverheidsoiderwijs niet
uitsluitend bezien in het licht der behoefte
aan geschooide arbeiders. Spr. wyst er op,
dat op de begrooting ta! van nieuwe scholen
en uitbreidingen staan Hij is niet cereid
een suopietoire begrooting in te dienen. Wei
i:an hij toezeggen, dat het volgend Jaar aan
net nijverheidsonc'f iwjis bijzondere aacdacht
zal worden besteed
Wat de onbevoegde leerkrachten betreft,
rnerkt spr. op, dat zy onder de nieuwe re
geling als bevoegd beschouwd worden en
onderwijs mogen blyven geven, doch spr.
kan niet toezeggen hun salarieering gelyk
te maken aan de bevoegde leerkrachten. Hij
zou dan onmiddellyk in conflict komen met
de leeraren aan kweekscholen.
De nieuwe salarisregeling voor de leeraren
by het nijverheidsonderwijs zal binnen en
kele dagen In het Staatsblad staan.
De kwestie der opleidingscursussen zal af-
zonderiyk worden onderzocht.
De subsidieering der scholen, waarop
thans is aangedrongen, zal spr. bij de be
grooting voor 1931 onder de oogen zien.
Lager Onderwijs
By de afdeeling lager onderwijs wyst de
heer VAN ZADELHOFF (S. D. A. P.) op den
invloed van „den man op den achtergrond",
den Minister van Financiën, achter wien de
Minister van Onderwijs zich niet moet ver
schuilen. Spr. zal zyn daden afwachten.
De Minister heeft erkend, dat de leerlin- j
genschaal van 1920 nog niet hersteld is.
In de tweede plaats Is de salarieering der
onderwijzers nog niet hersteld. Spr. dringt j
er op aan, dat hun recht wordt gedaan,
ook door hen te brengen op een andere
plaats in het bezoldigingsbesluit. i
Verder hoopt spr., dat het den Minister
door streng toezicht op de naleving moge
gelukken den zevenjarigen leerplicht tot een
stuk werkelykheid te maken.
Ten slotte uit spr. wenschen aangaande
de medezeggenschap der onderwijzers in de
school en de opleiding.
De heer SNOEK HENKEMANS C. H.) j
vehreugt zich er over, dat de Minister ver
klaard heeft geen tegenstander te zijn van
vrijheid In het onderwys, doch spr. zou toch
wel willen aandringen op meer vryheid bij
de inrichting van het onderwys naar eigen
paedagogisch inzicht en overtuiging.
In de tweede plaats wijst spr. er op, dat j
de schoolbesturen soms een vol jaar moeter,
wachten op uitkeerlng voor boventallige on- 1
derwyzers. j
De heer SURING (R. K.) bepleit een wij-1
ziging van de L. O. wet ten aanzien van de
schoolgeldregeling. Spr. zou nJ. niet uitslui- j
tend de inkomstenbelasting als maatstaf j
voor de schoolgeldheffing willen zien ge- j
bezigd. Bovendien moet rekening gehouden I
worden met het kindertal. Spr. verwacht bin- j
nenkort een ontwerp, dat deze wyziging i
bevat.
De heer TILANUS (C. H.) dringt aan op
verruiming van het bouwbesluit, waardoor de
aanschaffing van byzondere meubelen voor
scholen gemakkelijker wordt. Voorts wenscht
hy gelykstelling der oude en nieuwe leeraren
van kweekscholen. In de derde plaats wil spr.
beschi ibaarstelling van studiebeurzen voor
de opleiding tot onderwyzer.
De heer MOLLER (R. K.) meent, dat niet
moet worden ingegaan op het denkbeeld van
den heer Snoeck Henkemans, om meer vrij
heid by de inrichting van het onderwys toe
te staan, omdat daardoor een vreemde taal
op den lesrooster kan worden gebracht. Spr.
wil het leeren van een taal buiten den les
rooster om toelaten en zou dan de voorkeur
geven aan het Esperanto.
De bezoldiging der onderwyzers moet op
hieuw bij de centrale commissie voor geor
ganiseerd overleg worden aanhangig ge
maakt.
Mej. WESTERMAN (V.B.) sluit zich bij j
de laatste opmerking aan, evenals by den j
aandrang tot regeling der salarissen van de
oude leeraren van kweekscholen.
In 154 gemeenten in Limburg is geen
openbare school meer en spr. zou gaarne
willen, dat voor de gezinnen, die openbaar
onderwys wenschen, hier en daar een
„vluchtheuvel" wordt gevormd.
Verder zou spr. willen weten, hoeveel
vreemdelingen er by het onderwys werk
zaam zijn. In het zevende leerjaar acht spr.
onderwijs in Esperanto meer op zyn plaats
dan onderwys in een of andere vreemde
taal.
De heer ZIJLSTRA (A. R.) dringt aan
op ruimere subsidieering van het buiten
gewoon onderwys. Er moet een definitieve
regeling komen, waarby bijzondere aandacht
wordt geschonken aan de nazorg.
Inzake de schoolgeldregeling sluit spr.
zich aan bij den heer Suring.
De heer GERHARD (S. D. A. P.) sluit
zich aan bij den aandrang tot verruiming
van het bouwbesluit en bij hetgeen gezegd
is over het buitengewoon onderwijs.
Waarom weigert de Minister om daarvoor
althans schoolplicht ln te voeren?
De heer WIJNKOOP (Comm.) stelt den
eisch, dat in elke Nederlandsche gemeente
openbaar onderwys wordt gegeven en keurt
het af, dat nu ook al de S. D. A. P. secte-
.scholen gaat stichten.
Spr. acht 30 leerlingen per klasse een te
groot aantal; het mag ten hoogste 24 25
zyn.
De heer KETELAAR (V. D.) acht beur
zen voor de opleiding van onderwyzers niet
afdoende. Inzake de schoolgeldregeling sluit
spr. zich aan by den heer Tilanus.
Wat het Esperanto betreft, heeft spr. al
tijd gewaarschuwd, dat, wanneer het Es
peranto eenigszlns algemeen zou worden,
leder volk het anders uit zal spreken. Wel-]
nu, toen mej. Westerman in een onbekende i
taal eenige woorden sprak, verklaarde de
heer Moller tot spr., dat het Esperanto was,
maar dat ze het niet goed uitsprak.
De MINISTER kan er weinig aan doen,
dat in een aantal gemeenten geen openbaar
onderwys meer wordt gegeven; als de wet
maar behoorlyk wordt uitgevoerd. Wanneer
ongeldige handteekeningen worden verza
meld heeft het gemeentebestuur het recht
die handteekeningen af te voeren.
Het Bouwbesluit behoeft eenige verrui
ming. Terugkeer tot de schaal van 1920 is
op financieele gronden onmogelyk. Inzake
het verrichten van arbeid door schoolkinde
ren is het Schooltoezicht zeer actief. Van 'n
soepel toepassen der Leerplichtwet wil spr.
niet weten. Spr. is niet bereid een wyziging
der wet aanhangig te maken waardoor de
eerste klasse der lagere landbouwschool in
de plaats gesteld wordt van de 7e klasse der
lagere school. Voorloopig kan spr. geen toe
zegging doen tot subsidieering van het bu
reau voor kinderbescherming te Amsterdam.
Tekort aan onderwijzers bestaat by het prot.
chr. onderwys. Hoe daaraan is tegemoet te
komen wil spr. bestudeeren.
De kwestie der vertegenwoordiging van de
onderwyzers in het georganiseerd overleg zal
spr. met zijn ambtgenooten bespreken. Het
kostenbezwaar verzet zich tegen de geiyk-
1 stelling van oude kweekschoolleeraren met
Het
Inlichtingen gevraagd aan het
Amsterdamsche museum
Naar wy vernemen, maakt men thans in
België plannen tot het stichten van een Vei
ligheidsmuseum. Voorbereidende werkzaam
heden en studiereizen worden daartoe onder
nomen. Met dat doel bezochten onlangs de
heeren Laroche en Van Eyndonck, leden der
Gedeputeerde Staten van de Provincie Ant
werpen, het Veiligheidsmuseum te Amster
dam. Kort daarna kreeg dat Museum bezoek
van baron Holvoet, Gouverneur dier Provin
cie. Ook in dat geval werden uitvoerige in
lichtingen over de organisatie, het doel en
streven van het Museum door den directeur
ir R. A. Gorter, verstrekt.
Dit geschiedde eveneens aan den heer Ru-
desindo Montoto van het Ministerie van Ar
beid te Madrid, in welk land eveneens plan
nen bestaan tot het stichten van een veilig
heidsmuseum.
De regeeringsafgevaardigde.
Als vertegenwoordiger der Nederlandsche
regeering op het in 1930 te Brussel te hou
den „Congres international du carbone car-
burant" is aangewezen de heer ir. F. C.
Wirtz. directeur van het Instituut voor
Brandstoffeneccnomie te 's-Gravenhage.
Het Tweede Kamerlid de heer Drop, heeft
aan den minister van Arbeid, Handel en
Nijverheid de volgende vragen gesteld:
I. Wil de minister mededeelen of het voor
nemen bestaat, dan wel reeds een besluit
genomen is omtrent opheffing van den Raad
van Arbeid te Roosendaal en samenvoeging
van dezen Raad met dien te Breda?
II. Indien de eerste vraag bevestigend moet
worden beantwoord,
a. wat was dan voor het voornemen of het
besluit het motief?
b. welke financieele voordeelen zijn dan
aan een eventueele opheffing van den Raad
te Roosendaal voor het Rijk verbonden, en
staan tegenover die voordeelen geen na-
deelen voor het Rijk of den Raad van Arbeid
te Breda, als gevolg van uitbreiding van het
ressort van dien Raad?
c. welke zijn de vorenbedoelde voor- eh
r.adeelen, in cijfers uitgedrukt?
nen bereiken en aansluiting met het Noord-
Hoilandsch Kanaal.
De kanalen zyn over het algemeen, ont
worpen v oor scheepstypen van 200 a 300 ton,
in overeenstemming met het Kanaienplan
der provincie. Het kanaal Medemblik-Kol-
i horn heeft ook deze afmeting. Behalve bij
Kolhorn en Medemblik zal ook een schut
sluis gemaakt worden bij De Haubes en Den
Horn.
Het wegenplan
Naast het Kanaienplan trekt ook het we
genplan de aandacht.
In de eerste plaats merken we de locale
wegen op, daarnaast de wegen, die de kernen
van bewoonde plaatsen verbinden, in de der
de plaats de wegen voor het groot doorgaand
verkeer.
Om aan deze laatste behoefte te voldoen
is een groote weg geprojecteerd van Noord
naar Zuid, aansluitend op den primairen
weg in Noord-Holland.
Voorts voeren breede wegen naar Kolhorn,
Wieringerwaard, Anna-Paulownapolder en
Wieringen.
Spoorwegen
Een spoorwegnet zal in den polder waar-
schynHjk niet noodig zijn, gezien de opkomst
van het autobusverkeer. Toch is met een
eventueeien spoorweg in den polder, aanslui
tend op den lijn Hoorn-Medemblik rekening
gehouden.
Voor de veiligheid van den polder zal goed
worden gezorgd. Voor een eventueele dijk
doorbraak is in het midden van den polder
een groote vluchtheuvel geprojecteerd.
De diepgelegen polder zou binnen 24 uw
volkomen vol loopen.
De bevolking
Een bevolking van 25 30.000 zielen wordt
in den polder mogelijk geoordeeld. In de be
staande polders, die overeenkomst met den
a.s. Wieringermeerpolder vertoonen, wonen
pl.m. 75 pCt. der bewoners in de dorpen.
Aangenomen wordt, dat er plaats is voor
840 groote landbouwbedrijven, 150 tuinbouw-
bedryven en 700 1000 klein-bedryven.
Wat de plaatsen van de dorpen betreft zyn
nog geen vaste plannen gemaakt. Het be-
langste dorp zal waarschynlijk ongeveer in
het midden van den polder worden geves
tigd, waar ook het bestuur zal zetelen, in
dien de Wieringermeer tenminste één ge
meente zal worden.
Na een schets te hebben gegeven van een
toekomstig dorp in den Wieringermeerpolder,
beëindigde spreker zyn rede om ter illustra
tie nog een aantal projectieplaatjes te ver
toonen.
Dinsdag is te Amsterdam op initiatief van
de vereeniging „De Nederlandsche Dagblad
pers" opgericht de Vereeniging voor Publi
citeitswaarde, waarbij zich al dadeiyk 30
dagbladen aansloten, terwyl de toetreding
van nag andere dagbladen en periodieken
verwacht wordt. De vereeniging beoogt het
stichten van een Bureau tot het verstrekken
van gewaarborgd juiste gegevens over de
publiciteitswaarde van de bladen harer le
den. Tot bestuursleden werden gekozen de
heeren A. Heldring, J. W. Henny, H. Diemer,
Felix Herold en Mr. J. H. M. v. Roosmalen.
Ir. dit bestuur zal ook een lid van de Ne
derlandsche Periodieke Pers zitting nemen.
De bestuursfuncties worden onderling ver
deeld. Als secretaris-accountant werd aange
wezen het accountantskantoor Rosenboom
te Rotterdam.
Het bestuur werd gemachtigd de koninklij
ke goedkeuring op de statuten aan te
vragen.
slangen van het huishoudonderwys en
raagt in het bijzónder steun voor Rotter-
iam.
De MINISTER is doordrongen van het
>eiang van goed nyverheidsonderwys. Spr. Donderdag I uur.
toelaten van onderwys in de vreemde talen
kan spr. niet bevorderen vóór de generale
herziening.
De vergadering wordt te 7.35 verdaagd tot
Lezing van ir. J. F. Ligtenberg
Gistermiddag hield de heer ir. J. F. Ligten
berg, hoofdingenieur bij de Zuiderzeewerken
in hotel Krasnapolsky te Amsterdam, een
lezing voor de Vereeniging van Zulderzeege-
meenten over „de Wiêringermeer".
Met een kort woord opende de voorzitter
de heer Th. O. P. ld. Kolfschoten, burgemees
ter van Edam, de vergadering en heette meer
in het byzonder den spreker en den verte
genwoordiger van den Minister van Binnen-
landsche Zaken en Landbouw, den heer mr.
Frederiks welkom, om hierop het woord te
geven aan ir. J. F. Ligtenberg.
Aan de rede van den heer Ligtenberg ont-
leenen wij het volgende:
De Wieringermeer zal een oppervlakte be
slaan van pl.m. 20.000 H.A., het geheele
droog te maken gedeelte van de Zuiderzee zal
pl.m. 240.000 H.A. bedragen. De Wieringer
meer is dus slechts een klein gedeelte hier
van.
Het eerste uitgewerkte plan tot droogma
king van de Wieringermeer dateert reeds van
1880, doch eerst veel later werden plannen
gemaakt betreffende de polderindeeling, de
staatscommissie Lovink heeft in 1924 een
gelukkige oplossing hiervan gegeven. In dit
rappord werd gewezen op de wenschelykheid
van een diepe bemaling der polders. Uiterst
doelmatig zou de verkaveling zyn in stuk
ken van pl.m. 20 H.A., met een lengte van
800 Meter en een breedte van 250 Meter. De
hoofdkanalen zouden zoowel voor afwatering
als scheepvaart moeten dienen.
De diepte van den polder is tameiyk af
wisselend en varieert van 2—5 onder NA.F.
Bij de aansluiting van den polder by het
bestaande land, diende rekening te worden
gehouden met bestaande waterloozing en
scheepvaartverbindingen. Tusschen Medem
blik en Aartswoud was geen rand-kanaal
noodig, daar we hier geen bestaande water-
loozlngen aantreffen. Heel anders is dit in
het gedeelte Aartswoud-Èwyksluis.
By zeer hoog buitenwater zou niet geloosd
kunnen worden. Hierin voorziet echter het
700 H.A. groote Amstelmeer, bij Ewycksluis.
De zuideiyke dijk hiervan, da boezemmeèr-
diik vormt een tweede waterkeering. De Oos
telyke dijk van de Wieringermeer tusschen
Wieringen en Medemblik is geheel te be
schouwen als een zeewering, zoodat de pol
der in gebruik kan worden genomen vóór
de groote afsluitdijk van de Zuiderzee ge
reed is.
De bemaling
De bemaling zal plaats hebben met twee
gemalen, dat by Den Oever bemaalt de le
en 3e polderafdeeling, dat by Medemblik zal
het diepste gedeelte van den 3en polder, den
2en en 4en polder bemalen.
De hoeveelheid kwelwater zal niet onbe-
langryk zijn en wordt geschat op 500.000 4
1.000.000 M3. per etmaal. Om dit water af te
voeren is een kwelkanaal ontworpen, dat
voorloopig niet in verband zal staan met de
andere kanalen, om verbrakking van het pol
derwater te voorkomen.
Kanalenplannen
De kanalen zyn zoodanig ontworpen, dat
zij ten eerste aan de scheepvaart in den pol
der zelf kunnen voldoen, en ten tweede aan
sluiten by de bestaande kanalen. Schepen
van 6 a, 1000 ton zullen het randgebied kun-
Nog geen nieuws
Gisterenmiddag had men op het Britsche
Ministerie van Luchtvaart nog steeds geen
snkel bericht ontvangen van de Falrey één-
dekker, die bemand met commander Jones,
Williams en den luitenant-vlieger Jenkins,
eén-poging doet tot het maken van een lange
afstandsv lucht naar Kaapstad. Gisterenmid
dag te vier uur heeft men voor de laatste
maal iets vernomeh van het vliegtuig, dat
,siph toen 50 myl ten Noord-Westen van Sar
dinië bevond.
Het toestel heeft een kleine draadlooze in
stallatie aan boord, waarmede om de vier uur
zou worden geseind. Evenwel acht men de
mogelijkheid niet uitgesloten, dat er niets
ernstigs met 't toestel gebeurd is, doch dat de
landstations, die de opgevangen signalen naar
Engeland zouden seinen, deze signalen ge
mist hebben.
Van de Engeische Zuid-Afrika-vliegers
ontbreekt tot dusverrre (hedenmorgen) ieder
bericht. Op het Britsche Departement van
Luchtvaart maakt men zich voorloopig over
het lot der vliegers nog niet ongerust, hoe
veel men reeds 24 uur in het onzekere ver
keert.
Te Beriyn is de groote internationale con
ferentie Inzake de luchtvaartplannen voor
1930, waaraan door 22 Europeesche lucht
vaartmaatschappijen wordt deelgenomen,
gèhouden. Tusschen de belanghebbenden
kwam men op tal van punten tot overeen
stemming, zoodat iedere inter-land-verbin-
ding als een schakel in een organisch ge
heel kan worden beschouwd. Als resultaat
der conferentie werd een Europeesch vlieg-
plan 1930 vastgesteld.
Nadat het Fokkervliegtuig, type C. S, be
stuurd dor den vliegenier sergeant-majoor
van der Griend met als mede-inzittende me
canicien Meyer, beiden uit Soesterberg, op
het vliegterrein op de Molenheide te Gilze
(N-Br.) was geland, is bij het taxiën naar de
hangar, vermoedeiyk door de hardheid van 't
terrein, een as gebroken, waardoor 't toestel
bijna op zijn kop kwam te staan. Persoon
lijke ongelukken kwamen niet voor. De ma
chine werd licht beschadigd.
Hoe hij een dief ving
Telkens als een monteur bij de gemeente
telefoon te Amsterdam ln een sigarenwinkel
aan de Frans Halsstraat kwam telefoneeren
verdween er van den stapel kistjes sigaren
by de telefoon een kistje. Reeds waren vijf
kistjes weg, toen de winkelier een vernuftige
vinding toepaste, wagrdoor hy er, naar alle
menschelijke berekening, noodwendig in sla
gen moest, den dader der diefstallen te ont
maskeren.
Waaruit zijn vinding bestond? Hy legde
onder het bovenste kistje een touwtje, dat
met het andere eind door een gat in den
muur uitkwam in de huiskamer. Aan dat
eind bevestigde hij een kopje. Tilde nu
iemand het kistje in den winkel op, dan
moest het kon niet missen! het kopje
in de huiskamer naar beneden vallen.
De doeltreffendheid der vinding werd op
15 October overtuigend bewezen. De monteur
kwam toen den winkel binnenstappen, kocht
sen paar sigaren en vroeg vervolgens of hij
sven mocht telefoneeren.
„Ga uw gang!" antwoordde de winkelier
ster, die hem hielp, bereidvaardig.
Zij begaf zich daarop naar de huiskamer
en nauwelyks was zij binnen, of het kopje
viel. Onmiddellijk liep zij naar den winkel
en, toen de monteur reeds verdwenen bleek
te zijn, ging zy de straat op en waarschuwde
een politieagent.
Deze arresteerde den monteur niet een
kistje sigaren, uit den winkel afkomstig, nog
in zijn bezit.
Gisteren stond de man voor den politie
rechter mr. Servatius te Amsterdam terecht.
Hij blykt reeds op 24 October 1.1. door de
Amsterdamsche Rechtbank wegens diefstal
tot zes maanden gevangenisstraf te zijn ver
oordeeld. Van dit vonnis is hij in hooger be
roep gegaan.
Op een vraag van den officier van justitie,
mr. Van Dulleman, antwoordde verdachte,
destijds f 38 bij de gemeente te hebben ver
diend. Thans is hij definitief uit den ge
meentedienst ontslagen.
Het feit bekende hij; aan den diefstal der
andere kistjes sigaren beweerde hij onschul
dig te zijn.
Mr. Van Dulleman noemde het een erger
lijk feit waaraan verdachte zich schuldig
maakte en eischte zijn veroordeeling tot twee
maanden gevangenisstraf.
Mr. Servatius legde hem zes weken gevan
genisstraf op.
Opgegeven door v. d. Graaf en Co. N. V.
Uitgesproken:
16 Dec. G. B. Beusekamp, banketbak
ker, Czaar Peterstraat 128, Amsterdam. R.c.
Mr. Th. L. van Berckel. Cur. Mr H. de
Groot, Amsterdam, Heerengracht 498.
16 Dec. cte Handelsvennootschap onder de
firma Jager en Crabbendam, Amsterdam,
I^angestraat 2 en hare lndividueele leden Jo-
hann jager, koopman, Warmoesstraat 1 II
en George Crabbendam, koopman, Ruys-
daelkade 105 II. R.c. Mr. Th. L. van Ber
ckel. Cur. Mr. E. de Groot, Amsterdam,
Heerengracht 498.
16 Dec. G. C. Heimans, bouwkundige, Jo
zef Israëlskade 51 I, Amsterdam. R.c. Mr.
Th. L. van Berckel. Cur. Mr. W. J. P. de
Lille Hogerwaard, Amsterdam, Wetering
schans 124,
16 Dec. Mej S. v. d. Kar, colportrice, Am
sterdam, Lekstraat 12 I. R.c. Mr. Th. L. van
Berckel. Curator Mr. L. P. M. Loeff, Am
sterdam, Keizersgracht 230.
16 Dec. Jejasa (Sacha) Kusmirak, Marco
Polostraat 192 II, zaak dryvende onder den
naam Agentuur en Commissiehandel „Es-
ka", Raadhuisstraat 42 II, Amsterdam. R.c.
Mr. Th. L. van Berckel, Curator Mr. S. van
der Hal, Amsterdam, Keizersgracht 441.
Vernietigd by arrest van het Hof:
4 Dec. Simon Duyts, Amsterdam.
Voor d«n Utreehtsolien politierechter
heeft zich te verantwoorden gehad een on
derwijzer uit Montfoort tegen wien een aan
klacht was ingediend wegens mishandeling
van een leerling. Hy zou den knaap met
een stok zoodanig geslagen hebben, dat de
jongen een aantal blauwe striemen op de
armen had gekregen.
De onderwijzer ontkende te hebben ge
slagen.
Als eerste getuige werd, naar het U. D.
meldt, gehoord de moeder van het mishan
delde knaapje. Zij vertelde dat haar zoontje
om twaalf uur uit de school was thuis ge
komen en verteld had, dat-ie door den
meeêter met een stokje was geslagen. Toen
hy z'n arm liet zien, waren ondanks het
feit, dat de arm nog bedekt was door twee
mouwen, een aantal striemen zichtbaar. Ook
de politie heeft de striemen gezien. De on
derwyzer had ook tegenover deze getuige
ontkend te hebben geslagen.
De politie-rechter: Verdachte wat zegt
u hierop?
Verdachte: „De zaak is zoo, de jongens
waren aan het beertje spelen, nadat een
paar dagen tevoren een berenleider in het
dorp was geweest; zij deden dit zóó ruw en
bonden elkaar zoo vast met touwen, dat de
hoofdonderwyzer bij een der jongens het
touw heeft moeten doorsnijden. Ik heb hun
toen dat spel verboden, maar heb niet met
een stok geslagen."
De moeder: „Gerard heeft wel eens eer
der gezegd dat-ie geslagen weid, maar daar
heb ik nooit iets van gezegd, maar, nu ik
striemen zag, heb Ik er werk van gemaakt."
De moeder verklaarde vervolgens, dat haar
zoontje ook verteld heeft, dat de onderwijzer
twee kinderen had apart gehouden en hun
heeft gezegd, dat zij, als zy hier moesten
komen, niet moesten zeggen wat hy gedaan
had; het zou gekomen zyn door een klap
met een catechismusboek en de striemen
zouden veroorzaakt zyn door het vastbinden
met een touw.
De onderwijzer merkte op, dat hij in de
volle klas heeft gevraagd of de kinderen
wisten wat er gebeurd was. „Weten jullie
nog dat je aan het beertje spelen geweest
bent?" had hü gevraagd, meer niets.
Politierechter: „Waarom vroeg u dat?"
Verdachte... „Omdat het my nu kon hel
pen."
Politierechter: „U heeft het pas gevraagd
nadat u de dagvaarding heeft ontvangen."
Verdachte: „Jawel."
De Officier van Justitie, mr. Fabius, vroeg
of de onderwijzer den jongen ook langen
ty'd op de knieën naast zyn bank heeft la
ten zitten met de handen omhoog, waarop
de onderwijzer bevestigend antwoordde. Dit
heeft echter hoogstens twee minuten ge
duurd en gold als strafmaatregel voor dezen
knaap, die zeer lastig is in de klas
Een zevenjarig schoolmakkertje verklaar
de, dat mijnheer wel eens sloeg, niet met
de hand, maar met een stokje. Ook werd de
thans geslagene dt—ir wel eens mee afge
straft en niet zachtjes. Het ventje getuigde
voorts, dat z'n vriendje ook nu geslagen was
op arm en pols, zoodat hij de striemen kon
zien. Het was in de morgenuren gebeurd,
antwoordde hij op een desbetreffende vraag
van den politierechter. Op andere vragen
van den politierechter antwoordde het
knaapje, dat het geen liniaaltje was waai--
mee was geslagen, dat mynheer daar altyd
mee door de klas liep en dat zijn school
kameraadje met zijn handen omhoog naast
de bank had moeten zitten.
Politierechter: „Verdachte, heeft u hier
nog iets op te zeggen?"
Verdachte: „Ja, ieder onderwijzer geeft
een jongen wel eens een draai om de ooren,
in dien zin kan het wel gebeurd zyn."
De veldwachter, die het proces-verbaal
had opgemaakt, verklaarde, dat hy niet aan
de waarheid van de verhalen der kinderen
twijfelt, want hij heeft het van verschillen
de kinderen en van verschillende ouders ge
hoord. Ook deelde hij nog mede, dat er
vroeger reeds een dergelijk geval geweest 13
met dezen onderwijzer, waar zelfs de in
specteur van het onderwys bij te pas is
gekomen. Vier jongens hebben eenparig ver
klaard, dat het .geen liniaaltje geweest was'
toen ik hun het liniaaltje liet zien begon
nen zij er om te lachen.
Mr. Van Roy, verdachtes raadsman, wees
erop dat aan de verklaringen van deze
kinderen geen waarde gehecht kan
worden; zij hebben geen begrip van het
geen zij verklaren; op iedere vraag geven
zy maar een antwoord, zonder te weten
wat zij eigenlijk zeggen en wat daarvan de
gevolgen kunnen zyn.
Het hoofd dsr school, als getuige a dé
charge gehoord, verklaarde, dat de onder
wijzer in zijn klas nooit een vinger behoefde
uit te steken; hy was een zeer degeiyk on
derwyzer. Op een VTaag, of het hem bekend
was, dat er wel eens geslagen werd, ant
woordde hy; „Och, geslagen, ik sla ook wel
eens." Hy achtte het niet onmogelijk, dat
er wel eens geslagen werd.
Op verzoek van den verdediger legde deze
getuige de zaak nader uit. De jongens van
de familie, waaruit het geslagen ventje komt
zijn zeer lastig; de ouderen stoken de klei
neren op. Getuige is zelfs wel eens by den
burgemeester geweest om te vragen of het
niet mogelijk was, dat die kinderen onder
toezicht van een voogdyraad of kinderrech
ter konden worden gesteld, want er was
geen huis met hen te houden.
De Officier van Justitie, requisitoir ne
mende, merkte op dat verdachte, na het
hierboven bedoelde onderzoek van den in
specteur van het onderwijs, voorzichtiger had
moeten worden.
Door de verklaringen van de jongens en
van den veldwachter is komen vast te staan,
dat hier mishandeling heeft plaats gehad.
De Officier eischte 25 boete subs. 25 da
gen.
Mr. Van Roy wees er op, dat de fantasie
van de jongens hier een groote rol speelt.
Verdachte is eigeniyk het slachtoffer van
een tegen hem opgezet kabaal, slachtoffer
van hetgeen pleiter zou willen noemen de
wraak van kinderen, van kinderiyke wreed
heid! Hy meende, dat hier het wettelijk be-
wys niet is geleverd.
De politierechter zal Maandag as. op ver
zoek van den verdediger schriftelijk vonnis
wyzen,
105. Om de hooge, groote vuren, begonnen zij 'n oorlogsdans,
eerst rustig, dan steeds wilde1-, elkaar dreigend met de
lans. Het was of zij elkaar bevochten, loerend op elkan
ders dood en de groote hooge vlammen kleurden hun
gezichten rood.
106. De koning danste met Katryntje en ze draaiden steeds
maar rond en Katrijn zei, om hem te vleien, dat zy hem
'n prachtig danser vond. „Ja," zei de koning, zeer gevoe
lig, „ik geloof dat 't zeer goed gaat, als ge maar niet met
Uw klompen op myn bloote teenen staat."