ir?en!andscïi Nieuws Rechtszaken DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST - \w: Sta ten-Generaal EERSTE KAMER TWEEDE KAMER Een Veiligheidsmuseum in België Een congres te Brussel Opheffing van den Raad van Arbeid te Roosendaal? De Vereeniging voor Publiciteitswaarde Vereeniging van Zuiderzee- gemeenten LUCHTVAART Het vliegtuig naar Kaapstad Een luchtvaartplan 1930 Een as van een vliegtuig gebroken De slimme winkelier Faillissementen Mishandeling van een schoolkind door 'n onderwijzer? ^105 Vergadering van Woensdag 18 December Voorzitter: mr. baron de Vos van Steenwljk In de vergadering van gisteren zijn o.a. goedgekeurd de begrootlngshoofdstukken r, Vila, XII, en de wet op de middelen. By het ontwerp tot verlenging van den termyn in art. 86a der Tabakswet betoogt de heer DE JONG, dat verlenging van dis pensatie de huisindustrie bestendigt. De MINISTER VAN FINANCIËN ont kent dit daar het verbod van het gebruik der werkplaats als woongelegenheid of keu ken gehandhaafd blijft. Het ontwerp wordt aangenomen zondeT stemming. By het ontwerp tot onteigening ten be hoeve van den bouw van een brug by Kei- zersveer, zegt de heer SMEENGE (V.-B.) te vreezen. dat de brug te smal wordt. De MINISTER VAN WATERSTAAT acht de brug breed genoeg; zy moet aansluiten aan de breedte der wegen. Een groot aantal kleine ontwerpen werd zonder stemming aangenomen. De VOORZITTER deelt mede, dat de af- deelingen tot voorzitters hebben gekozen de heeren Van Lansehot, Polak. Haffmans, Van Voorst tot Voorst en Smeenge en tot ondervoorzitters de heeren De Gijselaar, Slingenterg Van Cttters, Wlhaufc en uel- derman. De vergadering is hierop verdaagd tot as. Maandag. Vergadering van Woensdag 18 December Voorzitter: mr. J. R. H. van Schaik Op de agenda wordt gebracht de begroo ting der Staatsmanen na verwerping van een voorstel van den heer Knottenbelt om dit niet te doen, daar op de begrooting een post tot steun van de stichting Tricotage- fabriek Treebeek voorkomt, waarover be- langryke discussies zyn te verwachten, die niet op den laatsten dag vóór het reces kunnen worden afgedaan. Na een uitvoerig debat wordt niet toe gestaan de interpellatie-Wijnkoop tot den Minister van Koloniën over het optreden van de regeering tegen de P. N. I. en de Indonesische vakbeweging. Toegestaan wordt het verzoek van den heer wynkoop om den Minister van Justitie te mogen interpelleeren over de huiszoekin gen by de Communistische Party Holland. De interpellatie zal geschieden op een na der te bepalen dag. By de voortzetting van de begrooting van Onderwijs betoogt de heer VAN WIJNBER GEN (R. K.) dat de toelichting van de sub- sidieering van het theosofische lyceum te Kaarden afbreuk doe taan de waardeering voor het byzonder onderwas. Al mag de godsdienstige richting geen invloed hebben op de subsidieering verzoekt spr. hitrekking van het voorstel en wederindlening een vol gend jaar met een andere toelichting. By de voortgezette discussie dient mej. WESTERMAN (V. B.) een amendement in om den post subsidieering van het Theoso fisch lyceum met één gulden te vermin deren om een principieele uitspraak uit te lokken. Eenige leden bestrijden de subsidieering, o.a. omdat het onderwys slecht is en in de omgeving voldoende middelbaar onderwys bestaat. De heer MOLLER (R. K.) is voor subsidi eering, doch wil ook het R. K. lyceum te Tilburg nog op deze begiootlng brengen. De heer TILANUS (C. H.) die tot de te genstanders behoort, vraagt tevens, waarop het berust, dat de byzondere middelbare scholen slechts voorschotten tegen 4% pet. rente kunnen krygen. De MINISTER VAN ONDERWIJS ant woordt, dat hij de onderhandelingen over rentelooze voorschotten aan de middelbare bizondere scholen zal voortzetten. Het voor stel tot subsidieering var. 't lyceum te Naar- den heeft spr. slechts gedaan om een toe zegging van zijn ambtsvoorganger gestand te doen. Hij laat de beslissing over aan de Kamer. Het amendement-Westerman wordt aan genomen met 55 tegen 25 stemmen. Bij de afdeeling -Nijverheidsonderwys dringt de heer KORTENHORST (R. K.) aan op uitbreiding van dit onderwys, daar de industrie behoefte heeft aan geschoolde werkkrachten. Bij de afdeeling Nijverheidsonderwys be pleit de heer KORTENHORST (R.K.) de uitbreiding van dit onderwijs met het oog op de ontwikkeling der industrie en de be hoefte aan geschoolde werkkrachten. Waar om kan de Minister thans nie1 reeds toe zeggen, dat hy het tweede lid van het stop artikel zoo zal toepassen als ware de aan den heer van Wijnbergen toegezegde wets wijziging reeds tot stand gekomen? De heer GERHARD (S. D. A. P.) zal zich echter steeds blijven verzetten tegen .iet streven naar een Nyverheidsonderwys, dat er uitsluitend op gericht is arbeiders voor de groot-industrie te leveren. Spreker dringt aan op gehjkstelling van de leeraren bij het vakonderwijs, die onder de oude re geling bevoegd waren met de leeraren, die onder de nieuwe regeling volkomen bevoegd zyn. Mej. WESTERMAN (Lib.) vindt het er gerlijk, dat onze industrie de geschoolde irachten moet vinden bij onze Oostelyke raren. Spr. vraagt zich af of er niet iets ont breekt aan ons Nyverheidsonderwys. Spr. dringt aan op vereenvoudiging van onze Nyverheidsonderwijswet, opheffing van het dopwetje en betere salarisregeling voor de .rouwelyke leerkracthen. Inzake de salarieering van leerkrachten, volgens oude en nieuwe regeling sluit spr. zich aan bij den heer Gerhard. Ten slotte bepleit spr. een betere huis vesting der neutrale Haarlemsche Huishoud school en van de 3e Amsterdamsche Huis houdschool. Mej. GROENE WEG (S. D. A. P.) betoogt, dat het aanvullend onderwijs nooit zal mo gen dienen om het nijverheidsonderwys te vervangen. Vooral legt zy den nadruk op de beteekenis van de huishoudscholen. De heer TILANUS (C. H.) sluit zich aan by den heer Gerhard ten aanzien der lagere salarieering van niet volledig bevoegde oude G PTlfTftP.ht.ffl Mej. KATZ (C. H.) betreurt het, dat de ninister niet kan komen tot opheffing van net stopartikel, zy wijst verder op de be- belangrykheid van het hulshoudonderwijs m betoogt, dat er te Amsterdam groote be- noefte is aan een derde openbare huishoud school en te Haarlem aan een nyverhetds- school voor meisjes Mej. MEYER (R. K.) bepleit eveneens de leeraren volgens de nieuwe regeling. is bereid te overwegen, hoe het stopartikel door een andere bepaling kan worden ver vangen. Hy wil het nijverheidsoiderwijs niet uitsluitend bezien in het licht der behoefte aan geschooide arbeiders. Spr. wyst er op, dat op de begrooting ta! van nieuwe scholen en uitbreidingen staan Hij is niet cereid een suopietoire begrooting in te dienen. Wei i:an hij toezeggen, dat het volgend Jaar aan net nijverheidsonc'f iwjis bijzondere aacdacht zal worden besteed Wat de onbevoegde leerkrachten betreft, rnerkt spr. op, dat zy onder de nieuwe re geling als bevoegd beschouwd worden en onderwijs mogen blyven geven, doch spr. kan niet toezeggen hun salarieering gelyk te maken aan de bevoegde leerkrachten. Hij zou dan onmiddellyk in conflict komen met de leeraren aan kweekscholen. De nieuwe salarisregeling voor de leeraren by het nijverheidsonderwijs zal binnen en kele dagen In het Staatsblad staan. De kwestie der opleidingscursussen zal af- zonderiyk worden onderzocht. De subsidieering der scholen, waarop thans is aangedrongen, zal spr. bij de be grooting voor 1931 onder de oogen zien. Lager Onderwijs By de afdeeling lager onderwijs wyst de heer VAN ZADELHOFF (S. D. A. P.) op den invloed van „den man op den achtergrond", den Minister van Financiën, achter wien de Minister van Onderwijs zich niet moet ver schuilen. Spr. zal zyn daden afwachten. De Minister heeft erkend, dat de leerlin- j genschaal van 1920 nog niet hersteld is. In de tweede plaats Is de salarieering der onderwijzers nog niet hersteld. Spr. dringt j er op aan, dat hun recht wordt gedaan, ook door hen te brengen op een andere plaats in het bezoldigingsbesluit. i Verder hoopt spr., dat het den Minister door streng toezicht op de naleving moge gelukken den zevenjarigen leerplicht tot een stuk werkelykheid te maken. Ten slotte uit spr. wenschen aangaande de medezeggenschap der onderwijzers in de school en de opleiding. De heer SNOEK HENKEMANS C. H.) j vehreugt zich er over, dat de Minister ver klaard heeft geen tegenstander te zijn van vrijheid In het onderwys, doch spr. zou toch wel willen aandringen op meer vryheid bij de inrichting van het onderwys naar eigen paedagogisch inzicht en overtuiging. In de tweede plaats wijst spr. er op, dat j de schoolbesturen soms een vol jaar moeter, wachten op uitkeerlng voor boventallige on- 1 derwyzers. j De heer SURING (R. K.) bepleit een wij-1 ziging van de L. O. wet ten aanzien van de schoolgeldregeling. Spr. zou nJ. niet uitslui- j tend de inkomstenbelasting als maatstaf j voor de schoolgeldheffing willen zien ge- j bezigd. Bovendien moet rekening gehouden I worden met het kindertal. Spr. verwacht bin- j nenkort een ontwerp, dat deze wyziging i bevat. De heer TILANUS (C. H.) dringt aan op verruiming van het bouwbesluit, waardoor de aanschaffing van byzondere meubelen voor scholen gemakkelijker wordt. Voorts wenscht hy gelykstelling der oude en nieuwe leeraren van kweekscholen. In de derde plaats wil spr. beschi ibaarstelling van studiebeurzen voor de opleiding tot onderwyzer. De heer MOLLER (R. K.) meent, dat niet moet worden ingegaan op het denkbeeld van den heer Snoeck Henkemans, om meer vrij heid by de inrichting van het onderwys toe te staan, omdat daardoor een vreemde taal op den lesrooster kan worden gebracht. Spr. wil het leeren van een taal buiten den les rooster om toelaten en zou dan de voorkeur geven aan het Esperanto. De bezoldiging der onderwyzers moet op hieuw bij de centrale commissie voor geor ganiseerd overleg worden aanhangig ge maakt. Mej. WESTERMAN (V.B.) sluit zich bij j de laatste opmerking aan, evenals by den j aandrang tot regeling der salarissen van de oude leeraren van kweekscholen. In 154 gemeenten in Limburg is geen openbare school meer en spr. zou gaarne willen, dat voor de gezinnen, die openbaar onderwys wenschen, hier en daar een „vluchtheuvel" wordt gevormd. Verder zou spr. willen weten, hoeveel vreemdelingen er by het onderwys werk zaam zijn. In het zevende leerjaar acht spr. onderwijs in Esperanto meer op zyn plaats dan onderwys in een of andere vreemde taal. De heer ZIJLSTRA (A. R.) dringt aan op ruimere subsidieering van het buiten gewoon onderwys. Er moet een definitieve regeling komen, waarby bijzondere aandacht wordt geschonken aan de nazorg. Inzake de schoolgeldregeling sluit spr. zich aan bij den heer Suring. De heer GERHARD (S. D. A. P.) sluit zich aan bij den aandrang tot verruiming van het bouwbesluit en bij hetgeen gezegd is over het buitengewoon onderwijs. Waarom weigert de Minister om daarvoor althans schoolplicht ln te voeren? De heer WIJNKOOP (Comm.) stelt den eisch, dat in elke Nederlandsche gemeente openbaar onderwys wordt gegeven en keurt het af, dat nu ook al de S. D. A. P. secte- .scholen gaat stichten. Spr. acht 30 leerlingen per klasse een te groot aantal; het mag ten hoogste 24 25 zyn. De heer KETELAAR (V. D.) acht beur zen voor de opleiding van onderwyzers niet afdoende. Inzake de schoolgeldregeling sluit spr. zich aan by den heer Tilanus. Wat het Esperanto betreft, heeft spr. al tijd gewaarschuwd, dat, wanneer het Es peranto eenigszlns algemeen zou worden, leder volk het anders uit zal spreken. Wel-] nu, toen mej. Westerman in een onbekende i taal eenige woorden sprak, verklaarde de heer Moller tot spr., dat het Esperanto was, maar dat ze het niet goed uitsprak. De MINISTER kan er weinig aan doen, dat in een aantal gemeenten geen openbaar onderwys meer wordt gegeven; als de wet maar behoorlyk wordt uitgevoerd. Wanneer ongeldige handteekeningen worden verza meld heeft het gemeentebestuur het recht die handteekeningen af te voeren. Het Bouwbesluit behoeft eenige verrui ming. Terugkeer tot de schaal van 1920 is op financieele gronden onmogelyk. Inzake het verrichten van arbeid door schoolkinde ren is het Schooltoezicht zeer actief. Van 'n soepel toepassen der Leerplichtwet wil spr. niet weten. Spr. is niet bereid een wyziging der wet aanhangig te maken waardoor de eerste klasse der lagere landbouwschool in de plaats gesteld wordt van de 7e klasse der lagere school. Voorloopig kan spr. geen toe zegging doen tot subsidieering van het bu reau voor kinderbescherming te Amsterdam. Tekort aan onderwijzers bestaat by het prot. chr. onderwys. Hoe daaraan is tegemoet te komen wil spr. bestudeeren. De kwestie der vertegenwoordiging van de onderwyzers in het georganiseerd overleg zal spr. met zijn ambtgenooten bespreken. Het kostenbezwaar verzet zich tegen de geiyk- 1 stelling van oude kweekschoolleeraren met Het Inlichtingen gevraagd aan het Amsterdamsche museum Naar wy vernemen, maakt men thans in België plannen tot het stichten van een Vei ligheidsmuseum. Voorbereidende werkzaam heden en studiereizen worden daartoe onder nomen. Met dat doel bezochten onlangs de heeren Laroche en Van Eyndonck, leden der Gedeputeerde Staten van de Provincie Ant werpen, het Veiligheidsmuseum te Amster dam. Kort daarna kreeg dat Museum bezoek van baron Holvoet, Gouverneur dier Provin cie. Ook in dat geval werden uitvoerige in lichtingen over de organisatie, het doel en streven van het Museum door den directeur ir R. A. Gorter, verstrekt. Dit geschiedde eveneens aan den heer Ru- desindo Montoto van het Ministerie van Ar beid te Madrid, in welk land eveneens plan nen bestaan tot het stichten van een veilig heidsmuseum. De regeeringsafgevaardigde. Als vertegenwoordiger der Nederlandsche regeering op het in 1930 te Brussel te hou den „Congres international du carbone car- burant" is aangewezen de heer ir. F. C. Wirtz. directeur van het Instituut voor Brandstoffeneccnomie te 's-Gravenhage. Het Tweede Kamerlid de heer Drop, heeft aan den minister van Arbeid, Handel en Nijverheid de volgende vragen gesteld: I. Wil de minister mededeelen of het voor nemen bestaat, dan wel reeds een besluit genomen is omtrent opheffing van den Raad van Arbeid te Roosendaal en samenvoeging van dezen Raad met dien te Breda? II. Indien de eerste vraag bevestigend moet worden beantwoord, a. wat was dan voor het voornemen of het besluit het motief? b. welke financieele voordeelen zijn dan aan een eventueele opheffing van den Raad te Roosendaal voor het Rijk verbonden, en staan tegenover die voordeelen geen na- deelen voor het Rijk of den Raad van Arbeid te Breda, als gevolg van uitbreiding van het ressort van dien Raad? c. welke zijn de vorenbedoelde voor- eh r.adeelen, in cijfers uitgedrukt? nen bereiken en aansluiting met het Noord- Hoilandsch Kanaal. De kanalen zyn over het algemeen, ont worpen v oor scheepstypen van 200 a 300 ton, in overeenstemming met het Kanaienplan der provincie. Het kanaal Medemblik-Kol- i horn heeft ook deze afmeting. Behalve bij Kolhorn en Medemblik zal ook een schut sluis gemaakt worden bij De Haubes en Den Horn. Het wegenplan Naast het Kanaienplan trekt ook het we genplan de aandacht. In de eerste plaats merken we de locale wegen op, daarnaast de wegen, die de kernen van bewoonde plaatsen verbinden, in de der de plaats de wegen voor het groot doorgaand verkeer. Om aan deze laatste behoefte te voldoen is een groote weg geprojecteerd van Noord naar Zuid, aansluitend op den primairen weg in Noord-Holland. Voorts voeren breede wegen naar Kolhorn, Wieringerwaard, Anna-Paulownapolder en Wieringen. Spoorwegen Een spoorwegnet zal in den polder waar- schynHjk niet noodig zijn, gezien de opkomst van het autobusverkeer. Toch is met een eventueeien spoorweg in den polder, aanslui tend op den lijn Hoorn-Medemblik rekening gehouden. Voor de veiligheid van den polder zal goed worden gezorgd. Voor een eventueele dijk doorbraak is in het midden van den polder een groote vluchtheuvel geprojecteerd. De diepgelegen polder zou binnen 24 uw volkomen vol loopen. De bevolking Een bevolking van 25 30.000 zielen wordt in den polder mogelijk geoordeeld. In de be staande polders, die overeenkomst met den a.s. Wieringermeerpolder vertoonen, wonen pl.m. 75 pCt. der bewoners in de dorpen. Aangenomen wordt, dat er plaats is voor 840 groote landbouwbedrijven, 150 tuinbouw- bedryven en 700 1000 klein-bedryven. Wat de plaatsen van de dorpen betreft zyn nog geen vaste plannen gemaakt. Het be- langste dorp zal waarschynlijk ongeveer in het midden van den polder worden geves tigd, waar ook het bestuur zal zetelen, in dien de Wieringermeer tenminste één ge meente zal worden. Na een schets te hebben gegeven van een toekomstig dorp in den Wieringermeerpolder, beëindigde spreker zyn rede om ter illustra tie nog een aantal projectieplaatjes te ver toonen. Dinsdag is te Amsterdam op initiatief van de vereeniging „De Nederlandsche Dagblad pers" opgericht de Vereeniging voor Publi citeitswaarde, waarbij zich al dadeiyk 30 dagbladen aansloten, terwyl de toetreding van nag andere dagbladen en periodieken verwacht wordt. De vereeniging beoogt het stichten van een Bureau tot het verstrekken van gewaarborgd juiste gegevens over de publiciteitswaarde van de bladen harer le den. Tot bestuursleden werden gekozen de heeren A. Heldring, J. W. Henny, H. Diemer, Felix Herold en Mr. J. H. M. v. Roosmalen. Ir. dit bestuur zal ook een lid van de Ne derlandsche Periodieke Pers zitting nemen. De bestuursfuncties worden onderling ver deeld. Als secretaris-accountant werd aange wezen het accountantskantoor Rosenboom te Rotterdam. Het bestuur werd gemachtigd de koninklij ke goedkeuring op de statuten aan te vragen. slangen van het huishoudonderwys en raagt in het bijzónder steun voor Rotter- iam. De MINISTER is doordrongen van het >eiang van goed nyverheidsonderwys. Spr. Donderdag I uur. toelaten van onderwys in de vreemde talen kan spr. niet bevorderen vóór de generale herziening. De vergadering wordt te 7.35 verdaagd tot Lezing van ir. J. F. Ligtenberg Gistermiddag hield de heer ir. J. F. Ligten berg, hoofdingenieur bij de Zuiderzeewerken in hotel Krasnapolsky te Amsterdam, een lezing voor de Vereeniging van Zulderzeege- meenten over „de Wiêringermeer". Met een kort woord opende de voorzitter de heer Th. O. P. ld. Kolfschoten, burgemees ter van Edam, de vergadering en heette meer in het byzonder den spreker en den verte genwoordiger van den Minister van Binnen- landsche Zaken en Landbouw, den heer mr. Frederiks welkom, om hierop het woord te geven aan ir. J. F. Ligtenberg. Aan de rede van den heer Ligtenberg ont- leenen wij het volgende: De Wieringermeer zal een oppervlakte be slaan van pl.m. 20.000 H.A., het geheele droog te maken gedeelte van de Zuiderzee zal pl.m. 240.000 H.A. bedragen. De Wieringer meer is dus slechts een klein gedeelte hier van. Het eerste uitgewerkte plan tot droogma king van de Wieringermeer dateert reeds van 1880, doch eerst veel later werden plannen gemaakt betreffende de polderindeeling, de staatscommissie Lovink heeft in 1924 een gelukkige oplossing hiervan gegeven. In dit rappord werd gewezen op de wenschelykheid van een diepe bemaling der polders. Uiterst doelmatig zou de verkaveling zyn in stuk ken van pl.m. 20 H.A., met een lengte van 800 Meter en een breedte van 250 Meter. De hoofdkanalen zouden zoowel voor afwatering als scheepvaart moeten dienen. De diepte van den polder is tameiyk af wisselend en varieert van 2—5 onder NA.F. Bij de aansluiting van den polder by het bestaande land, diende rekening te worden gehouden met bestaande waterloozing en scheepvaartverbindingen. Tusschen Medem blik en Aartswoud was geen rand-kanaal noodig, daar we hier geen bestaande water- loozlngen aantreffen. Heel anders is dit in het gedeelte Aartswoud-Èwyksluis. By zeer hoog buitenwater zou niet geloosd kunnen worden. Hierin voorziet echter het 700 H.A. groote Amstelmeer, bij Ewycksluis. De zuideiyke dijk hiervan, da boezemmeèr- diik vormt een tweede waterkeering. De Oos telyke dijk van de Wieringermeer tusschen Wieringen en Medemblik is geheel te be schouwen als een zeewering, zoodat de pol der in gebruik kan worden genomen vóór de groote afsluitdijk van de Zuiderzee ge reed is. De bemaling De bemaling zal plaats hebben met twee gemalen, dat by Den Oever bemaalt de le en 3e polderafdeeling, dat by Medemblik zal het diepste gedeelte van den 3en polder, den 2en en 4en polder bemalen. De hoeveelheid kwelwater zal niet onbe- langryk zijn en wordt geschat op 500.000 4 1.000.000 M3. per etmaal. Om dit water af te voeren is een kwelkanaal ontworpen, dat voorloopig niet in verband zal staan met de andere kanalen, om verbrakking van het pol derwater te voorkomen. Kanalenplannen De kanalen zyn zoodanig ontworpen, dat zij ten eerste aan de scheepvaart in den pol der zelf kunnen voldoen, en ten tweede aan sluiten by de bestaande kanalen. Schepen van 6 a, 1000 ton zullen het randgebied kun- Nog geen nieuws Gisterenmiddag had men op het Britsche Ministerie van Luchtvaart nog steeds geen snkel bericht ontvangen van de Falrey één- dekker, die bemand met commander Jones, Williams en den luitenant-vlieger Jenkins, eén-poging doet tot het maken van een lange afstandsv lucht naar Kaapstad. Gisterenmid dag te vier uur heeft men voor de laatste maal iets vernomeh van het vliegtuig, dat ,siph toen 50 myl ten Noord-Westen van Sar dinië bevond. Het toestel heeft een kleine draadlooze in stallatie aan boord, waarmede om de vier uur zou worden geseind. Evenwel acht men de mogelijkheid niet uitgesloten, dat er niets ernstigs met 't toestel gebeurd is, doch dat de landstations, die de opgevangen signalen naar Engeland zouden seinen, deze signalen ge mist hebben. Van de Engeische Zuid-Afrika-vliegers ontbreekt tot dusverrre (hedenmorgen) ieder bericht. Op het Britsche Departement van Luchtvaart maakt men zich voorloopig over het lot der vliegers nog niet ongerust, hoe veel men reeds 24 uur in het onzekere ver keert. Te Beriyn is de groote internationale con ferentie Inzake de luchtvaartplannen voor 1930, waaraan door 22 Europeesche lucht vaartmaatschappijen wordt deelgenomen, gèhouden. Tusschen de belanghebbenden kwam men op tal van punten tot overeen stemming, zoodat iedere inter-land-verbin- ding als een schakel in een organisch ge heel kan worden beschouwd. Als resultaat der conferentie werd een Europeesch vlieg- plan 1930 vastgesteld. Nadat het Fokkervliegtuig, type C. S, be stuurd dor den vliegenier sergeant-majoor van der Griend met als mede-inzittende me canicien Meyer, beiden uit Soesterberg, op het vliegterrein op de Molenheide te Gilze (N-Br.) was geland, is bij het taxiën naar de hangar, vermoedeiyk door de hardheid van 't terrein, een as gebroken, waardoor 't toestel bijna op zijn kop kwam te staan. Persoon lijke ongelukken kwamen niet voor. De ma chine werd licht beschadigd. Hoe hij een dief ving Telkens als een monteur bij de gemeente telefoon te Amsterdam ln een sigarenwinkel aan de Frans Halsstraat kwam telefoneeren verdween er van den stapel kistjes sigaren by de telefoon een kistje. Reeds waren vijf kistjes weg, toen de winkelier een vernuftige vinding toepaste, wagrdoor hy er, naar alle menschelijke berekening, noodwendig in sla gen moest, den dader der diefstallen te ont maskeren. Waaruit zijn vinding bestond? Hy legde onder het bovenste kistje een touwtje, dat met het andere eind door een gat in den muur uitkwam in de huiskamer. Aan dat eind bevestigde hij een kopje. Tilde nu iemand het kistje in den winkel op, dan moest het kon niet missen! het kopje in de huiskamer naar beneden vallen. De doeltreffendheid der vinding werd op 15 October overtuigend bewezen. De monteur kwam toen den winkel binnenstappen, kocht sen paar sigaren en vroeg vervolgens of hij sven mocht telefoneeren. „Ga uw gang!" antwoordde de winkelier ster, die hem hielp, bereidvaardig. Zij begaf zich daarop naar de huiskamer en nauwelyks was zij binnen, of het kopje viel. Onmiddellijk liep zij naar den winkel en, toen de monteur reeds verdwenen bleek te zijn, ging zy de straat op en waarschuwde een politieagent. Deze arresteerde den monteur niet een kistje sigaren, uit den winkel afkomstig, nog in zijn bezit. Gisteren stond de man voor den politie rechter mr. Servatius te Amsterdam terecht. Hij blykt reeds op 24 October 1.1. door de Amsterdamsche Rechtbank wegens diefstal tot zes maanden gevangenisstraf te zijn ver oordeeld. Van dit vonnis is hij in hooger be roep gegaan. Op een vraag van den officier van justitie, mr. Van Dulleman, antwoordde verdachte, destijds f 38 bij de gemeente te hebben ver diend. Thans is hij definitief uit den ge meentedienst ontslagen. Het feit bekende hij; aan den diefstal der andere kistjes sigaren beweerde hij onschul dig te zijn. Mr. Van Dulleman noemde het een erger lijk feit waaraan verdachte zich schuldig maakte en eischte zijn veroordeeling tot twee maanden gevangenisstraf. Mr. Servatius legde hem zes weken gevan genisstraf op. Opgegeven door v. d. Graaf en Co. N. V. Uitgesproken: 16 Dec. G. B. Beusekamp, banketbak ker, Czaar Peterstraat 128, Amsterdam. R.c. Mr. Th. L. van Berckel. Cur. Mr H. de Groot, Amsterdam, Heerengracht 498. 16 Dec. cte Handelsvennootschap onder de firma Jager en Crabbendam, Amsterdam, I^angestraat 2 en hare lndividueele leden Jo- hann jager, koopman, Warmoesstraat 1 II en George Crabbendam, koopman, Ruys- daelkade 105 II. R.c. Mr. Th. L. van Ber ckel. Cur. Mr. E. de Groot, Amsterdam, Heerengracht 498. 16 Dec. G. C. Heimans, bouwkundige, Jo zef Israëlskade 51 I, Amsterdam. R.c. Mr. Th. L. van Berckel. Cur. Mr. W. J. P. de Lille Hogerwaard, Amsterdam, Wetering schans 124, 16 Dec. Mej S. v. d. Kar, colportrice, Am sterdam, Lekstraat 12 I. R.c. Mr. Th. L. van Berckel. Curator Mr. L. P. M. Loeff, Am sterdam, Keizersgracht 230. 16 Dec. Jejasa (Sacha) Kusmirak, Marco Polostraat 192 II, zaak dryvende onder den naam Agentuur en Commissiehandel „Es- ka", Raadhuisstraat 42 II, Amsterdam. R.c. Mr. Th. L. van Berckel, Curator Mr. S. van der Hal, Amsterdam, Keizersgracht 441. Vernietigd by arrest van het Hof: 4 Dec. Simon Duyts, Amsterdam. Voor d«n Utreehtsolien politierechter heeft zich te verantwoorden gehad een on derwijzer uit Montfoort tegen wien een aan klacht was ingediend wegens mishandeling van een leerling. Hy zou den knaap met een stok zoodanig geslagen hebben, dat de jongen een aantal blauwe striemen op de armen had gekregen. De onderwijzer ontkende te hebben ge slagen. Als eerste getuige werd, naar het U. D. meldt, gehoord de moeder van het mishan delde knaapje. Zij vertelde dat haar zoontje om twaalf uur uit de school was thuis ge komen en verteld had, dat-ie door den meeêter met een stokje was geslagen. Toen hy z'n arm liet zien, waren ondanks het feit, dat de arm nog bedekt was door twee mouwen, een aantal striemen zichtbaar. Ook de politie heeft de striemen gezien. De on derwyzer had ook tegenover deze getuige ontkend te hebben geslagen. De politie-rechter: Verdachte wat zegt u hierop? Verdachte: „De zaak is zoo, de jongens waren aan het beertje spelen, nadat een paar dagen tevoren een berenleider in het dorp was geweest; zij deden dit zóó ruw en bonden elkaar zoo vast met touwen, dat de hoofdonderwyzer bij een der jongens het touw heeft moeten doorsnijden. Ik heb hun toen dat spel verboden, maar heb niet met een stok geslagen." De moeder: „Gerard heeft wel eens eer der gezegd dat-ie geslagen weid, maar daar heb ik nooit iets van gezegd, maar, nu ik striemen zag, heb Ik er werk van gemaakt." De moeder verklaarde vervolgens, dat haar zoontje ook verteld heeft, dat de onderwijzer twee kinderen had apart gehouden en hun heeft gezegd, dat zij, als zy hier moesten komen, niet moesten zeggen wat hy gedaan had; het zou gekomen zyn door een klap met een catechismusboek en de striemen zouden veroorzaakt zyn door het vastbinden met een touw. De onderwijzer merkte op, dat hij in de volle klas heeft gevraagd of de kinderen wisten wat er gebeurd was. „Weten jullie nog dat je aan het beertje spelen geweest bent?" had hü gevraagd, meer niets. Politierechter: „Waarom vroeg u dat?" Verdachte... „Omdat het my nu kon hel pen." Politierechter: „U heeft het pas gevraagd nadat u de dagvaarding heeft ontvangen." Verdachte: „Jawel." De Officier van Justitie, mr. Fabius, vroeg of de onderwijzer den jongen ook langen ty'd op de knieën naast zyn bank heeft la ten zitten met de handen omhoog, waarop de onderwijzer bevestigend antwoordde. Dit heeft echter hoogstens twee minuten ge duurd en gold als strafmaatregel voor dezen knaap, die zeer lastig is in de klas Een zevenjarig schoolmakkertje verklaar de, dat mijnheer wel eens sloeg, niet met de hand, maar met een stokje. Ook werd de thans geslagene dt—ir wel eens mee afge straft en niet zachtjes. Het ventje getuigde voorts, dat z'n vriendje ook nu geslagen was op arm en pols, zoodat hij de striemen kon zien. Het was in de morgenuren gebeurd, antwoordde hij op een desbetreffende vraag van den politierechter. Op andere vragen van den politierechter antwoordde het knaapje, dat het geen liniaaltje was waai-- mee was geslagen, dat mynheer daar altyd mee door de klas liep en dat zijn school kameraadje met zijn handen omhoog naast de bank had moeten zitten. Politierechter: „Verdachte, heeft u hier nog iets op te zeggen?" Verdachte: „Ja, ieder onderwijzer geeft een jongen wel eens een draai om de ooren, in dien zin kan het wel gebeurd zyn." De veldwachter, die het proces-verbaal had opgemaakt, verklaarde, dat hy niet aan de waarheid van de verhalen der kinderen twijfelt, want hij heeft het van verschillen de kinderen en van verschillende ouders ge hoord. Ook deelde hij nog mede, dat er vroeger reeds een dergelijk geval geweest 13 met dezen onderwijzer, waar zelfs de in specteur van het onderwys bij te pas is gekomen. Vier jongens hebben eenparig ver klaard, dat het .geen liniaaltje geweest was' toen ik hun het liniaaltje liet zien begon nen zij er om te lachen. Mr. Van Roy, verdachtes raadsman, wees erop dat aan de verklaringen van deze kinderen geen waarde gehecht kan worden; zij hebben geen begrip van het geen zij verklaren; op iedere vraag geven zy maar een antwoord, zonder te weten wat zij eigenlijk zeggen en wat daarvan de gevolgen kunnen zyn. Het hoofd dsr school, als getuige a dé charge gehoord, verklaarde, dat de onder wijzer in zijn klas nooit een vinger behoefde uit te steken; hy was een zeer degeiyk on derwyzer. Op een VTaag, of het hem bekend was, dat er wel eens geslagen werd, ant woordde hy; „Och, geslagen, ik sla ook wel eens." Hy achtte het niet onmogelijk, dat er wel eens geslagen werd. Op verzoek van den verdediger legde deze getuige de zaak nader uit. De jongens van de familie, waaruit het geslagen ventje komt zijn zeer lastig; de ouderen stoken de klei neren op. Getuige is zelfs wel eens by den burgemeester geweest om te vragen of het niet mogelijk was, dat die kinderen onder toezicht van een voogdyraad of kinderrech ter konden worden gesteld, want er was geen huis met hen te houden. De Officier van Justitie, requisitoir ne mende, merkte op dat verdachte, na het hierboven bedoelde onderzoek van den in specteur van het onderwijs, voorzichtiger had moeten worden. Door de verklaringen van de jongens en van den veldwachter is komen vast te staan, dat hier mishandeling heeft plaats gehad. De Officier eischte 25 boete subs. 25 da gen. Mr. Van Roy wees er op, dat de fantasie van de jongens hier een groote rol speelt. Verdachte is eigeniyk het slachtoffer van een tegen hem opgezet kabaal, slachtoffer van hetgeen pleiter zou willen noemen de wraak van kinderen, van kinderiyke wreed heid! Hy meende, dat hier het wettelijk be- wys niet is geleverd. De politierechter zal Maandag as. op ver zoek van den verdediger schriftelijk vonnis wyzen, 105. Om de hooge, groote vuren, begonnen zij 'n oorlogsdans, eerst rustig, dan steeds wilde1-, elkaar dreigend met de lans. Het was of zij elkaar bevochten, loerend op elkan ders dood en de groote hooge vlammen kleurden hun gezichten rood. 106. De koning danste met Katryntje en ze draaiden steeds maar rond en Katrijn zei, om hem te vleien, dat zy hem 'n prachtig danser vond. „Ja," zei de koning, zeer gevoe lig, „ik geloof dat 't zeer goed gaat, als ge maar niet met Uw klompen op myn bloote teenen staat."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 10