Binnenlandsch Nieuws h DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST VAN JAN KLAASSEN EN TRIJNTJE TWEEDE KAMER VERGADERING VAN DONDERDAG 40 jaar bij het „Handelsblad' Voor oud-gepensionneerden De tentoonstelling te Antwerpen 1930 en de Nederlandsche land- en tuinbouw Het Kamerlid Ir. J. W. Albarda Pauselijke onderscheiding Directeur Binnengasthuis te Amsterdam VERKEER EN POSTERIJEN HOE DE VERLICHTING DER WEGEN EN VOERTUIGEN ZOU MOETEN ZIJN Een daaromtrent uitgebracht rapport PASSAGIERSLIJSTEN 19 DECEMBER Voorzitter mr. J. R. H. van Schaik BIJ de voortzetting der behandeling van d" learooting van Onderwijs bepleit de heer riLANUS (C.H.) subsidie aan de Nederland che Christelijke school te Antwerpen. De MINISTER zegt overweging toe. De post van f 22.000 voor het onderwijs ir. ie statistiek wordt gecritiseerd door de hee- en TILANUS en ZIJLSTRA (A.R.) die mee- nen, dat minder geld voldoende zou zijn Het geld zagen zij liever anders besteed. De heer GERHARD (S.D.A.P.) verdedigt den post, daar de statistiek dringend noo- dig is. De MINISTER beveelt den post aan, die wordt aangenomen. De heer SNOFCK HENKFMans (C.H.5 wijst op het verval van den Cuneratoren te Rhenen en het gebrek aan belangstelling: bij de autoriteiten tengevolge van het gebrek aan overeenstemming. De heer LOVINK. (C.H.) waarschuwt teger de wateronttrekking in de duinen op Voorne Mej. WESTERMAN (Lib.) wijst o.a. op het gevaar van wateronttrekking aan de dui nen, evenals de heer BEUMER, die tevens 'n beter onderhoud van het slot Loevestein be pleit en een subsidie aan de Nederlandsche commissies voor internationale tentoonstel lingen. De heer VAN DEN TEMPEL (S.D.AP.) dringt aan op verlaging van de entree van bijzondere tentoonstellingen in het rijksmu seum en meer geld voor de monumenten zorg. Mevr. v. ITALLIE-v. EMBDEN (V.D,) wijst op de moeilijke omstandigheden var. veie kunstenaars en op te lage onderschei dingen, aan kunstenaars uitgereikt. De heer MOLLER (R.K.) vraagt bescher ming van den architertentitel. De MINISTER overlegt met zijn ambte- noot van Arbeid óver de wateronttrekking van de duinen en zal ook met zjjn ambtge noot van Binnenlandsche Zaken spreken. De Monumentenzorg heeft spr. warme belang stelling. Hij zal nagaan hoe dat beter kan geschieden dan tot dusver. Het heffen van entree's voor tentoonstellingen in het rijks museum valt buiten de verantwoordelijkheid van het R''k Over de bescherming van den architectentitel zal spr. overleggen. De heer ZIJLSTRA pleit voor het behoed van het Prinsenhof te Groningen en tegen de Inrichting als belastingkantoor. De heer BEUMER (A.R.) wil subsidiever- hooeing voor de restauratie van het stadhuis te Veere. Mevr. BAKKER-NORT (V.B.) sluit zich bij beide laatste sprekers aan. De MINISTER acht de bestemming van het Prinsenhof als belastingkantoor een goede oplossing. Het stadhuis te Veere is in onderzoek- De heer GERHARD pleit voor meer geld voor de leeszalen. De heer EERSTENS (H.G.S.) is tegen subsidieering, daar de leeszalen boeken be vatten die door de oude kerk ten vure wer den gedoemd. - tfo. v'C- De heet - MOLLER wenscht scherper toe zicht óp 4e leeszalen ter wering, van schun nige lectuur De heer SCHOKKING (C.H.) dringt aan op erkenning van de religie. De heer VLIEGEN (S.D.A.P.) protesteert tegen de uitdrukking „schunnige lectuur" en komt or> tegen de werking van atheïstische literatuur. De heer ZIJLSTRA acht de christelijke leeszalen meer nationaal dan de neutrale. De heer WIJNKOOP (Comm.) zegt, dat het christendom de wetenschap heeft neer geslagen. De MINISTER betoogt, dat aan de lectuur aanschaffing «trpn™ e'schen gesteld worden Mevr. v. ITALIË wil meer subsidie voor de tooneelschool te Amsterdam. De heer KERSTEN heeft principieele be zwaren. De 15"TNTSTER ziet geen aanleiding het subsidie in te trekken, noch 't te verhoogen. De begrooting wordt aangenomen zonder stemming. Begrooting Zuiderzeefonds Aan de orde is de begrooting voor het Zuiderzeefonds. De heer EBELS V.B. zoekt de oorzaak der groote overschrijdingen vooral in de prijzen van het baggermateriaal. De heer KRIJGER (C.H.) acht het appa raat der M.U.Z. te duur en vraagt inlichtin gen over de landbouw-technische ontginning De heer BONGAERTS (R.K.) waarschuwt den Minister tegen te groot pessimisme, dat hem zelfs suggereerde tot de opvatting dat hij nog weer bij de Kamer zal moeten ko men met wetsontwerpen voor het onderne men van nieuwe droogmakingen. De afsluitdijk zal 53 millioen meer kosten dan aanvankelijk geraamd was, doch daarin zitten allerlei werken, zooals terpen, d? proef- polder, en stormschade. Maar er is meer. Doordat de M.U.Z. in het leven is geroepen, zijn Wij in staat geweest zeer vele grond- werktuigen te laten bouwen, die reeds 'n be sparing van 8 millioen in 1928 hebben opge leverd Naarmate tevens het personeel meer geschoold wordt, zal men dan ook op de vol gende werken gaan inloopen. In dit licht be zien krijgen we slechts een overschrijding van 20 pCt. Indien de Minister dan ook thans niet flink doorgaat, dan zal het groote ma teriaal werkloos komen te liggen en zal het geschoolde personeel naar andere werelddee- len vertrekken. En dan gaat het werk eerst recht geld kosten. En laat de Minister niet bang zijn om het Noordzeekanaal te verrui men. Er is meer baggermateriaal beschik baar dan uit de stukken blijkt. De heer DUYMAER VAN TWIST (A.R.) vraagt inlichtingen over de indeeling van den Wieringermeerpolder. Het wordt voor spr. hoe langer hoe moeilij ker éijn stem te geven aan het onderdeel der begreotmg. dat den steun aan de Zuiderzre- visschers betreft. Tonnen gouds worden be stemd voor allerlei steunregelingen, die met de liquidatie der bedrijven niets te maken hebben. De gelden gaan ten deele in een bodemloozen put. Ieder jaar wordt de liqui datie moeilijker. De heer DROP (S.D.A.P.) ontwikkelt be zwaren tegen de arbeidsvoorwaarden der ar beiders bij de Zuiderzeewerken. De heer WIJNKOOP betoogt, dat de Re- geering aanvankelijk heeft toegezegd de vis- schers volledig schadeloos te zullen stellen Dat bit niet, Is geschied is een breken van het geeeven woord De heer v. d. WAERDEN (S.D.A.P.) vraaet hoe de Minister zich den dienst voorstelt welke de gronden v&n den Wieringermeer polder in cultuur zal brengen. Deze diens) moet rechtstreeks onder den Minister staan Het komt spr. het best voor, dat de Zuider zeeraad den Minister adviseert over de voorstellen die den Minister van den diénst zullen bereiken. De heet SNOEK HENKEMANS (C.H.) is het met de opmerkingen van den heer Duy- maer v. Twist over den steun aan de Zuider- zeevisschers niet eens. Voor vergoeding we gens waardevermindering van schepen enz. is nog niets gedaan; dat kon niet. Maar aan het onderwijs is wel iets gedaan, hoewel nog niet voldoende. Met name moet land- en tuinbouwonderwijs krachtig worden bevor derd. De heer VAN DE BILT (R.K.) betwijfelt of de gelden voor de Zuiderzeewerken wel doel matig worden besteed. Spr. staat in dezen dicht bij den heer Duymaer v. Twist. De MINISTER VAN WATERSTAAT, de heer REYMER, betoogt, dat hoe men er over moge denken, de overschrijdingen hebben plaats gehad. Men moet hier onderscheiden tusschen het verleden en de toekomst en ove rigens in het oog houden, dat het hier ten slotte altijd slechts ramingen geldt, wanneer men de overschrijdingen beschouwt. i dienst als officier van gezondheid geschikt worden gemaakt. Oprichting van centrale kaderscholen acht spr. ongewenscht, o.a. omdat zij iets hebben van een fuik, waarin de jongelui loopen, ■wanneer de ouders zich willen zien ontsla gen van een deel van hun taak ten aanzien van de voltooiing der opvoeding. Dat bevordering bij keuze alleen voor de hoogste rangen en niet voor de subalterne officiersrangen geschikt zou zijn, kan spr. niet beamen. Wat de dubbel-rangen betreft, deze zijn destijds ingesteld om het verkrijgen van een hoogeren rang voor hen, die daarop reeds een tijd wachtten, te vergemakkelijken met j behoud van het oude salaris. Er is in deze Kamer echter geen goed woord over de dub- belrangen gesproken en spr. heeft uit ge- 1 sprekken met betrokkenen evénzeer den in druk, dat zij er niet mee ingenomen zijn. De betaling der „dubbelrangers" volgens den hoogeren rang zou 2% ton meer kosten. Het gebruik van inlandsch vleesch in het leger, acht spr. preferabel boven buiten- De ergste periode is thans voorbij, de in poldering zal gemakkelijker gaan als het l&ndsch vleesch, in zooverre, dat het lege grootste werk gedaan is. We zijn nu gelukkig zoover, dat de periode van het in cultuur brengen van gronden aanvangt. Alle debat daarvoor is eenigszins praematuur. Spr. stelt zich wel voor om hiermee bii de Kamer te wordt betaald door de Nederlandsche be- j lastingbetalers. Maar bij verschillende in- j schrijvingen bleven leveranciers van bin nenlandsch vleesch achterwege en op het instellen van vleeschlooze dagen is het leger komen, die dan in volle vri' l'd kan beslis- 'over het algemeen niet gesteld. Spr. is. be- sen. De Zuiderzeeraad, die in de toekomst de reicl. tot medewerking met de betrokken or- adviseur van spr. zal blijven, en de com- ganisa'ies uit den landbouw. missie-Visscherij hebben spr. geadviseerd t Inzake den steun aan mobilisatie-slacht- voor de in cultuurbrenging een afzonderlijken offers verwacht spr. over eenige weken het dienst in te stellen, die een zekere mate van j rannort der commissie, vrijheid zal moeten hebben. Spr. hoopt dat De uitrusting der weermacht met afweer- deze dienst niet alleen zal profiteeren van middelen tegen chemische aanvallen voldoet de rijke ervaring van de commissie-Lovink. I aan redelijke eischen. Het internationale maar ook met deze commissie werken. zal samen- Roode Kruis heeft deze aangelegenheid in I onderzoek genomen en daarover prijsvragen De begrooting wordt goedgekeurd zonder uitgeschreven om te geraken tot de vinding stemming. Aan de orde is de begrooting van het We genfonds. De heer VAN RAPPARD (Lib.) begrijpt niet waarom de minister niet meedeelt welke bruggen na die te Keizersveer en Zaltbommel zullen worden getiouwd. De h 2er EBELS (V.D.) betoogti dat in de afgeloopen periode niet genoeg aan de wegen is gedaan. Verder dringt spr. aan op de over neming in beheer en onderhoud der primaire wegen door het Rijk. De taak der provincie is meer de aanleg en het onderhoud der secondaire wegen. In ieder geval zal geld uit het Wegenfonds beschikbaar moeten worden "esteld voor verbetering der primaire wegen. Hij vindt het voorts schrijnend, dat aan de tertiaire wegen niets gedaan wordt. Eenige steun uit het Wegenfonds zal voor verbete ring van die wegen gegeven moeien worden. De heer KRIJGER (C.H.) beple't eveneens versnelling van het tempo voor den wegen aanleg en -verbetering. De vergadering wordt te 6 uur geschorst tot des avonds 8 uur. AVONDVERGADERING De Defensie-begrooting De behandeling van de Defensiebegrooting 1930 wordt voortgezet. De Minister van Defensie, dr. DECKERS dankt voor de welwillendheid, zoowel door de rechter- als door de linkerzijde jegens hem betoond. Watde zeemacht in Indië betreft, zegt spr. dat het in de bedoeling ligt de opleiding van inlandsch personeel zoodanig te doen voort gaan, dat in 1933 het personeel voltallig is. Komende tot de verhouding van den com mandant van de Zeemacht in Indië. con stateert spr. dat die autoriteit voor een deel is bevelvoerend Officier van de zeemacht en anderzijds chef van het marinedepartement 'n Indië. Het aandeel van Nederland in de vloot in Tndië is meer dan 3 '4 millioen; men ma» hierbij niet de beschikbaarstelling van het AT?derlandsche personeel voorbijzien. Bij binnen niet al te langen tijd door spr. in te dienen supoletoire begrooting zal de Kamer gelegenheid vërkriigen het vlootvraag- stuk zoowel voor Indië als voor Nederland in zijn geheel te overzien. De maritieme bescherming van Curasao zal over eenigen tijd afdoende worden gere geld, de opiumjager „De Arend" zal over -enige maanden worden vervangen. Spr. kan niet instemmen met het betoog van den heer Ter Laan. als zou kunnen wor den volstaan met een politievloot. Wat de beteekenls der watervliegtuigen be treft. deze mag voor ons niet worden onder schat; voor verkenningen e.d. kunnen zij be langrijke diensten bewijzen. Ten opzichte van het personeelsvraagstuk is sprekers denartement gaarne bereid de ge- 5venschte inlichtingen te Verschaffen aan Kamerleden, die zich hiervoor interesseeren. Zij zullen den indruk verkrijgen, dat daar omtrent geen ongerustheid behoeft te be gaan. Dat er eenig tekort is aan personeel in en- '-elë groepen, wordt toegegeven; in 1934 zal dit tekort zijn aangevuld. Wat betreft de oulfiding van het voor den Tndischen dienst bestemde personeel, deze opleiding voldoet aan redelijke eischen. Met succes wordt er naar gestreefd de be vorderingskansen van het beroepspersoneel gelijkmatig te doen zijn. Spr. is bereid, de mogelijkheid van kindertoelagen, die tot m' toe niet worden toegekend in Indië, te bevor deren, zooals deze hier te lande worden toe gekend. Uniformiteit in de werkwijze van de beide samengevoegde departementen zal spr. zoo veel mogelijk betrachten. Intusschen moeten vele zaken, die het gevolg ziin van de samen voeging zich geleidelijk ontwikkelen. De dienst van het loodswezen is niet zoo danig op militaire leest geschoeVi als som mige leden meenen. De chef van het loods wezen interesseert zich voor de belangen van het personeel wanneer ziin bemoeiing daar in wenschelijk mag worden geacht evenzeer als voor de belangen van den dienst zelve. Komende tot de landmacht, wijst spr. erop, dat het vraagstuk van de opperste bevelvoe ring op het oogenblik een onderwerp van be studeering bij spr. uitmaakt. Een vermindering van de legersterkte ge lijk werd verlangd in de motie-Ter Laan acht spr verwerpelijk. Spreker zou, indien de .notie-Ter Laan zou worden aangenomen, het niet met zijn verantwoordelijkheid kun nen overeenbrengen, daaraan uitvoering te geven. Dat de artillerie-inrichtingen in moeilijke om-tandigheden niet voor haar taak geschikt zouden zijn, wil er bij spr. niet in. Hij is daaromtrent niet ongerust, evenmin als ten eanzien van de medewerking van de orga nisaties van het personeel wier belangen bij di° Inricht'" <*en toch mede zijn betrokken. Wat de Kringenwet betreft, spr. kan niet overgaan tot intrekking dier wet. Spr. be handelt de zaken, die hiermede in verband staan persoonlijk en hy verzekert, dat de toepassing dier wet zoo soepel mogeiyk zal geschieden. Ten opzichte van de sterkte van het leger zegt spr. dat, wanneer de wyziging van de dienstplichtwet van 1928 zal zyn voltooid, die sterkte zoowel nominaal als effectief in orde zal zijn. Spr. antwoordt den heer Schaepman, dat hij den inspecteur van den Byzonderen VrU- willigen Landstorm opdracht heeft gegeven tot samenstelling van een leidraad voor het vooroefen tngsinstltuut. De taak der school voor reserve-officier-" I van practische afweermiddelen ook voor de Het Wegenfonds burgerbevolking. Dat het financieele onmo gelijk zou zijn de bescherming van de groote steden tegen gasaanvallen te waarborgen, kan spr. den heer Van Zadelhoff geenszins toegeven. De organisatie van den luchtbe schermingsdienst in ons land op den goe den weg. Spr. komt tot de kwestie der neutraliteit van Nederland in een oorlog van omringen de mogendheden. Spr. wijst erop, dat dé hoofdfactor voor ons land in het begin van den oorlog ook voor het Duitsche leger was. dat men erop mocht rekenen, dat wij onze neutraliteit zouden bewaren en verdedigen. Ons leger heeft toen die taak volkomen ver vuld en dat heeft ook mr. Troelstra in het derde deel van zijn gedenkschriften erkend. Wat het Zwitsersche leger aangaat, ook dat zal niet worden afgeschaft, hoewel Zwit serland in 1920 in zeker opzicht van Volken- bondsverplichtingen is vry gesteld. Waarom ons land niet zou kunnen, wat een ander land van gelijke grootte 'wel kan, is spr; niet duidelijk. Spr. eindigt met de opmerking, dat ons land ten aanzien van de vermindering vgn bewapening zoo ver mogelijk zal hebben te gaan, en dat het alles moet doen om te be* vorderen, dat oorlogen worden vermeden. Maar men vermijdt den oorlog niet door zijn leger af te schaffen, wanneer de anderen] alsmede de Vestingbegrooting en de begroo ting van het fonds der kustverdediging wor den z.h.s. goedgekeurd met aanteekening van de heerep Van Zadelhoff en Wijnkoop, dat zij er tegen zijn. Nog dient de heer TER LAAN de volgende moties in: De Kamer, gehoord de mededeeling van den. minister van defensie, dat hij ten aan zien van de mobilisatieslachtoffers zijn standpunt niet kan bepalen zoolang de commissie-Aalberse geen rapport heeft in gediend; kennis genomen hebbende van 's ministers verklaring, dat velen in zeer moeilijke om- oms.tandigheden verkeeren; van oordeel, dat onverwijld maatregelen behóoren te worden genomen om in den grootsten nood te voorzien; verzoekt de Regeering een noodregeling te treffen, waarbij het mogelijk wordt, in afwachting-van het rapport van genoemd- commissie en van nadere afdpening bij de wet; een uitkeering te verstrekken aan de mobilisatieslachtoffers of aan hun wedu wen; en weezen, die in zóó groote moeilijk heden verkeeren, dat hulp noodig is boven -tgeen zij hebben ontvangen n 1929 en zullén ontvangen in 1930 ingevolge de wet van 13 Mei 1927 en gaat over tot de orde van-den dag." De tweede motie luidt: De Kamer, van oordeel, dat er ook ondér de tot heden niet in de wet opgenomen mobilisatieslachtoffers velen in zeer moei lijke omstandigheden verkeeren, noodigt de regéering uit om voor hen maatregelen te treffen en gaat over tot de orde van den dag; Na re- en dupliek wordt de stemming pver de moties bepaald op heden, Vrijdag 1 uur. Bij art. 158 (dienstweigeraars) beveelt de heer JOEKES (V.D.) de nieuwe instelling eener kleine commissie van oncibrzoek aan om déze, zaak uit de departementale sfeer te halen. Miöisteï-DECKERS antwoordt den heer Joekes, dat de bestaande commissie sedert 1 September1928 26 aanvragen heeft behan deld. Ten aanzien van 24 hunner is het gewe tensbezwaar erkend, het 25ste nog door den minister en het 26ste afgewezen. Intusschen wij spr. de vraag van den heer Joekes over wegen. Bij art. 196 (geheime uitgaven) verklaart rich de heer VAN ZADELHOFF voor hoof delijke stemming. Deze zal heden (Vrijdag) tevl uur plaats hebben, evenals de eindstem ming oyer de Defensiebegrooting. Te 3 uur in den nacht wordt de vergade ring' verdaagd tot hedenmiddag 1 uur. De heer D. Driessen. De van het. gebouw van het „Handelsblad' wapperende vlag bewees, dat er iets feeste lijks aan de hand was. Inderdaad werd in het gebouw een fees- het niet doen. Als de goede wil er is, dan lelijk feit herdachtde heer D. Driessen, on- kunnen degenen, die den vrede wenschen der-directeur van het .Algemeen Handels elkander wel vinden, óók bij handhaving' vanblad", herdacht heden den dag, waarop hij weermachten en zonder dat tot nationale ontwapening, die den wereldvrede niet be vordert, wordt overgegaan. (Bravö's en apnlaus) De VOORZITTER deelt mede dat Vrijdag bij den aanvang der vergadering zal wor den gestemd over de motie-Ter Laan tot sterkte-vermindering van het contingent. De algemeene beschouwingen worden ge sloten. Bij art. 6 verdedigt de heer TER LAAN 40 jaar geleden bij genoemd blad in dienst trad. Tegen naif drie vereenigae directie, hoofd redactie en een gróót- deel van het personeel zich in de bibliotheek om der. jubilaris en diens echtgenoote geluk te wenschen. -..Dei-directeur, de heer A Heldring, begon den jubilaris geluk te wenschen met het heuglijke feit, waarvan hij hem heden me dedeling kon doen. dat bet H M, de Ko ningin behaagd had den heer Driessen te (S.D.) een amendement om dit te vermin- 1 benoemen tot- ridder in de Orde van Oran- deren met 1.150.000, met de bedoeling om Je de uitgaven voor de aangevraagde onderzee- booten „K. XVII" en „K. XVIII" niet toe te staan. De stemming over het amendement zal i Vriidag geschieden. Namens de directie bood spr den heer Driessen het Ridderkruis aan. Namens de Commissarissen bood de heer Heldring den heer Driessen een geschenk aan. Daarna spelde mevrouw Driessen het Rid- De heer TILANUS (Chr. H.) critiseert de cjerkruis op de borst van haar echtgenoot, onduidelijkheid van een legerorder omti ent j op heer Driessen dankte de Regeering het Kerstverlof, die voor tweeërlei uitleg j voor1 de hem verleende onderscheiding en vatbaar is. Spr. vraagt, of de Minister be- - jjgjj i^eer Heldring voor de gesproken woor- reid is a'-nog een order uit te vaardigen om c}en een soenele toepassing te verzekeren voor Namens het gezamenlijk personeel voerde de beide tusschenliggende dagen na de dd hoofdredacteur, mr. J Kalfx Jr't woord, Kerstdagen en voor den daaropvolgenden als eten-dergenen, die het langst met den ju- Zond-ag. bilarls had samengewerkt. Minister DECKERS zegt, dat ook de be- j Namens het personeel bood spr. den ju- langen der korporaals ziin aandacht hebben bilaris een schemerlamp, een schilderij, voor- en antwoordt den heer Tilanus, nog te zullen stellende een zeegezicht, en eenige huishou- nagaan of de desbetreffende order een na- (lelijke geschenken aan dere toelichting behoeft. Snr. constateert, dat Vejrvpfgens bestond voor het personeel ge- het op het oogenblik al 20 December is. en tegenheid om den jubilaris geluk te wenschen dat de betrokkenen 24 December, met verlof en vond een druk bezochte, receptieplaats, gaan, zoodat er wel spoed bü is. waar vel® vrienden en collega's den jubilaris Bij art. 67 klaagt mevr. VAN ITALLIEde hand kwamen drukken en waarbij wü VAN EMBDEN (V. D.) over slechte toebe- °-a- izagen de oude mevrouw de wed. Char- reiding van voedsel en andere, minder ge- 1 lcs Boisseyain, die eveneens den heer Dries- wenschte verplegingstoestanden in het mili- sen geluk -wam wenschen. taire hospitaal te Utrecht.Er zijn geen iso- leerkamers en ook de badgelegenheid laat i alles te wenschen. De kamer- en zaalverwar ming geschiedt door middel van oude, on handig genlaatste kachels, ten gevolge waar van de oatiënten voortdurend hoesten. Ver schillende verouderde nrivaten maken de lucht daar ondragelijk. Er worden meer pa tiënten verpleegd, dan de ruimte toelaat. Het hospitaal is desnoods nog wel te verbeteren. Uitkeeringen naar vaste regelen bij: algemeenen maatregel van bestuur Naar de „Msb." verneemt, is zeer binnen kort bij de Tweede Kamer te verwachten de hoewel het zéér oud is, maar dat zal veel indiening van een wetsontwerp tot wijziging geld kosten. der Stichtihgswet van 1926. Minister DECKERS erkent, dat het hosni- Deze wijziging zal o.a. beteekenen, dat taal te Utrecht een verouderd gebouw is. Dit wordt bepaald, dat de uitkeeringen aan oud feit bewijst intusschen de soberheid, die er gepenslonneerden naar vaste regelen, te stel- in het leger heerscht. Spr. geeft een overzicht van de toestanden In het militair hosnitaal aldaar. Er is één isoleerkamer; spr. wil overwegen een tweede er bij te doen aanbrengen. Het overbrengen van een ste-vende naar de isoleerkamer werkt -dtUd depr'meerend. Het is meer in het be lang van de bezoekers dan van de patiënten. Spr. wil onderzoeken in hoever het mogelijk is in dat hospitaal meer ligruimte te ver schaffen. Bij art. 69 (geestelijke verzorging) oppert de heer KERSTEN (S.G.P.) bezwaar tegen, het doen optreden van gereformeerde leger- predikanten in een bijeenkomst waar tevens moderne legerpredikers optraden, zooals te Nijmegen is geschied. Op die wijze komt de richting in het geding. Spr. veroordeelt een verbroedering als daar heeft plaats gehad. De heer VAN DIJK (A.R.) zegt, dat de kerken haar roeping niet hebben verstaan en dat zil die nog niet verstaan ten oozich'e, van de geestelijke verzorging van militairen. Het instituut der legerpredikanten is wel een administratieve, doch geen geesteiyke een heid. MINISTER DECKERS antwoordt, dat hy door de schrlfteiyke stukken niet is voorbe reid op een zóó diepgaand debat. Spr. staat op het standpunt, dat iedere geestelijke vrij heid moet worden geëerbiedigd. Hij zal een en ander onderzoeken. By art 101 zegt de minister den heer Düy- maer van Twist toe het voor en tégen van dé school voor reserve-officieren van gezondheid nog eens te zullen nagaan alvorens tot de invoering over te gaan. Intusschen deelt de Minister niet de bezwaren van den heer Duymaer van Twist. By art. 138 wordt de begrooting der Artil- 'erie-inrichtingen behandeld, waarby de mi nister in antwoord op* eenige oomerkingen van den heer Hiemstra mededeelt, dat per s-meel vóór een vergadering der dienstcom- 'ssie gelegenheid zal verkrijgen tot onder den bh' algemeenen maatregel van bestuur, zullen geschieden. Men herinnert zich, dat dienovereenkom stig onlangs een motie-Suring werd aange- nomeii door de Tweede Kamer. Groote deelneming Een van de laatste toevoegingen aan het programma van de Wereldtentoonstelling voor Koloniën, Zeevaart en Vlaamsche kunst welke in 1930 te Antwerpen gehouden zal worden, vormt de afdeeling Land- en Tuin bouw. Reeds dadelijk werd gerekend op deelne ming aan deze groep van buitenlandsche zyde en het blijkt nu reeds, dat de buiten landsche deelneming veel grooter zal zyn, dan mèn had durven hopen. Deelneming is toegezegd door Frankryk, Polen, Lithauen, Letland, Luxemburg, enz. Omtrent de Nederlandsche deelneming op Landbouwgebied, zyn nog geen bepaalde toe zeggingen gedaan; wel is bekend, dat be langhebbenden hier te lande de mogelijkheid van deelneming ernstig in studie hebben genomen. Dit laatste kan ook blijken uit de vragen in de Tweede Kamer der Staten Ge neraal eenigen tyd geleden gesteld. De Nederlandsche Tuinbouw is reeds ver der gevorderd en heeft niet alleen op zich genomen de inrichting van de tuinen om het Nederlandsche Paviljoen gelegen als col lectieve inzending, maar heeft ook toege zegd deel te zullen nemen aan de tijdelijke tentoonstellingen van bloemen enz. welke gedurende den duur der wereldtentoonstel ling van tijd tot tijd gehouden zullen worden. Zijn linkerdijbeen gebroken De ongesteldheid, die den voorzitter der S. D. Tweede Kamerfractie Ir. J. W. Albar da, reeds eenigen tyd belet cte zittingen der Tweede Kamer by te wonen en zyn andere werkzaamheden buitenshuis ti verrichten, is een gevolg van een val op 5 December, waar bij hij zijn linkerdijbeen brak. Hoewel het genezingsproces vordert en de gezondheidstoestand van den heer Albarda overigens niets te wenscher iaat zal het nog eenigen tijd duren, eer hij van de gevolgen van zijn val geheel zal zijn hersteld. l aar uit Rome wordt gemeld, heeft het Z.K. den Paus behaagd den heer W. J. R, Dreesmann te Amsterdam te benoemen tot buitengewoon Kamerheer met kap en degen. Legt zyn functie neer. Naaf wij vernemen zou het in het voor nemen liggen van den heet J. Ed Stumpff, directeur van het Binnengasthuis te Amster dam, in den loop van het volgende jaar de ze functie neer te leggen. HET LICHT VAN DEN WEG Aan het rapport van de commissie A4 (centrale commissie) van de Nationale Con ferentie voor de veiligheid van het verkeer op den weg, In de stad en op het land, welke commissie zich speciaal bezig heeft gehou den met de verlichting van voertuigen en die van wegen is het volgende ontleend: Verlichting van voertuigen Het gebruik van rywielen zonder verlich ting behoort niet toegestaan te zyn aan po litie en ambtenaren der invoerrechten en ac cijnzen, zooals thans geschiedt als regel, doch van deze bepaling zou slechts by uitzondering gebruik mogen worden gemaakt. Omtrent reflectors dient daarop te worden gelet, dat deze inderdaad voldoen aan het voorschrift, dat deze by beschyning daarop vallende lichtstralen duideiyk zichtbaar te- rugkaat en. Thans komen in den handel als reflectors, roode glaasjes voor, die geenszins aan deze eischen voldoen. Verlichting van wegen Wat de verlichting van wegen betreft, stel' et rapport de volgende eischen: Het wegvak moet voldoende en zoo gelyk- natig mogelijk verlieht worden. 2o. De lantaarns moeten geen hinder op- 'everen voor de bestuurders van motorrij tuigen. Is een verlichting van den weg niet zooda- aig, dat daarby een minder sterke verlichting Ier motorrijtuigen mogelyk zou zijn, dan ir zulk een verlichting eerder een gevaar dan 'r voordeel, met namo in de bebouwde kommen, waar het Motor- en Rijwielreglement by aan wezigheid van verlichting het rijden met stadslampen voorschrijft. Vluchtheuvels dienen van baken-lichten te zijn voorzien, tenzij dat da vluchtheuvels zelf door een krachtige lichtbron zoo sterk ver lieht worden, dat men hare omtrekken even scherp als overdag waarnemen kan. Indien de weg verlicht is, is de beste aan duiding van de borden te verkrijgen door een lantaarn zoo te plaatsen, dat het licht on middellijk op het bord valt. In het algemeen zal aan sterk lichtgevende lichtreclames en voornamelijk aan die, welke intermitteerend branden, deze eisch moeten worden gesteld, dat zij zich niet in het ge zichtsveld van wagenbestuurders op den weg bevinden of althans zoo hoog worden aange bracht, dat wanneer zij in het gezichtsveld komen, de afstand zoo groot is, dat zij geen hinder meer opleveren. Een behoorlijke wegverlichting heeft op de bestuurders van voertuigen een gunstigen In vloed, omdat zy den weg beter kunnen over zien en omdat de verlichting door motorrij tuigen zelve minder sterk behoeft ts zijn. Zulk een wegverlichting behoort echter hoog boven den weg te worden aangebracht of an ders de lichtbron niet te toonen. De gebruikelyke straatlantaarns van be trekkelijk geringe hoogte en met zichtbare lichtbron hebben voor de bestuurders van voertuigen het nadeel, dat deze lichtbron ln de ruiten spiegelt en daardoor het uitzicht van den bestuurder wordt gehinderd. van het s.s. „Jan Pieterszoon Coen", d.d. 17 December vari Amsterdam vertrokken naar Ned.-Indië. Gezagvoerder: de heer D. J. Botje. A. J. M. Adank en echtg., H. Agerbeek en 2 kind., mevr.; M. E. Tltman en 2. kind., mevr. W. J. B. And ré de la Porte, mevr. M. Annyas, mevr. L. J. Antes en 5 kind., W. Athelstan Johnson, F. Augenstein en echtg., K. F. Bal- zar en echtg., E. Barnsten, J. G. Bauer, W, Baumann, J. W. Beil en echtg., mevr. H. I. B. Bekedam en 2 kind., J. H. Bennett, C. J, v. d. Berge, A. J. J. v. d. Bergh, I. J. de Bert, mevr. S. J. Bessem, F. A. Bitterlich, fam. J. G. Blok, fam. J. A. de Boer, W, Bosch, W. v. d. Bosch, ir. E. F. Bouman, mevr. G. G. Brittijn, fam. H. Broekhuijs, fam A. M. Brouwer, fam. S. Brouwer, H. B. Burghoorn, fam. F. Buur, P. J. W. Carlier, mej. dr. W. N. Coelingh, J. Companjen, ir. D, J. L. Coninck Westenberg en geein, R. 0. Cuss en gezin, J. Th. van Dam en echtg., J. P. A. Dekker, mej. A. S. van Deventer, mej, M. Devereux, ir. E. H. P. Dingemans, R. van Dockum, H. E. C- Dolman en echtg., mej. E. Dormaar, I. A. Drielsma en gezin, A. Dijkema, J. W. van Ee, Genocchi, A. M. J. van Eekhóut en gezin, W. J. Ennes en echtg., A. H. Th. van Es, A. J. Evers, dr. H. Th. Fischer, W. Flier, mevr. K. Fokkinga, en 4 kind., A. C. Forbes Wels en echtg., E. Fritsch, N. G. Ganpuley, G. A. Geduld, fam. mr. J. G. Geerlings, L. J. H. van Giessen en echtg., mevr. E. Gochennann en 2 kind., mevr. G. Gosch, J. C. M. Govers, P. Greebe en echtg.; mevr. L. J. Grootes en 2 kind., T. Grypma en echtg., P. Haffter en echtg., mej. D. C. Hannington, J. M. Hansen, mevr. A. R. Hansen, mevr. J. H. Harkink en 2 kind., W, ten Have en gezin, K. Hemerik, L. von Hemert, J. F. ten Harmsen, W. F. van Heu- kelom en echtg., fam. G. van Heuven, W. V. d Hoef, mevr. A. C. Koldert, mevr. A. F. Hollaar en kind, W. HóTsboeri F. A. 3. J. Hoppe, J. Hordijk en echtg., W. Horsman, ir. G. A. Idenburg en gezin, fam. A. Jansen, mevr. B, de Khaliffa en echtg., H. Klein en gezin, mevr. Jong—-Vickers. J. Jorna, C. W. Kennedy, J. L. F. Kloet de la Fonteyne, mej, M. L. R. Kool, fam. dr. J. G. Kopp, mevr. de wed. G. L. Ch. Kopp, W. P. C. Krüss en echtg., H. Lamster, P. Langenberg en gezin, ir. J. F. van Hoytema, L. Langendoen, H. W. van Leeuwen, J. Lieverst, M. C. v. d. Linden, mevr. J. M. Litjens, mevr. A. Lorenz —Verbeek, H. J. J. Lörx, W. A. T. Mackie en echtg., D. R. Marshall en echtg., Ch. F. Mathèron en echtg., R. A. May, A. Mead, mevr. J. A. Mentink, mevr. W. S. v. d. Meu- len, fam. S. Meyr, H. Meijerhof, W. C. Mey- nen, A. van Miert, C. D. Milboume, J. D. Moneij, A. Möller en echtg., G. J. Mijers, H. F. van Nes, J. Neve en gezin, mevr. A. H. Nieuwkerk en 2 kind-, J. J. Nyhoff, C. A. M. Nysen en gezin, A. M. Nijzink en gezin, fam. J. A. Oosterbaan, H. J. Otten, H. Pallmann, J. L. H. H. Peeters, H. B. Philips, mej. A. B. Plantenga, jhr. M. J. Th. van de Poll en gezin jhr. Ch. F. van de Poll. J. J. Popping en echtg., A. Prins en gezin, jhr. A. Quarles van Ufford en gezin, G. D. van Ravenswaaij en gezin, mevr. A. A. van Reysen, mevr. M. F. Roscoe en mej. P. M. Roscoe, H. E. Rouf- flaer, mevr. B. R. Rövekamp. fam. ir. A. J. van Staalen, A. van der "Schaar en gezin' J. Schwarze, C. A. Schefer en gezin, Ch. M. Schoemaker, A. C. van Schuilenburg, mej J. Sickler, Th. A. E. Soeklas en dochter mevr. M. de Soet, H. W. Spruyt, F. Stem mer, E. Streckeisen en echt., mevr. wed. H. M. Suerink, H. L. Suyck, C. N. Swart, J. L. M. van Tekelenburg en echtg., S. D. Teng en echtg., T. K. Teng en echtg., mevr. M. N. A. Tengnagel, H. W. Thenu en gezin, mevr. 1. van Thiel, W. H. J. G. Tompson en gezin, mevr. C. J. Trijtel, H. Valk, J. H. D. Vane, J. H. J. Visser, J. Vorsteveld en echtg., C van Vliet en echtg., ir. H. W. de Vriendt en gezin, p. de Vries en echtg., D. Wagenaar W. A. Walop en echtg., A. Watson, J. H Welling en echtg., W. v. Westbroek en echtg. mej. N. W. Chr. Westhof, T. S. Westra en gezin, mej. E. Weyhenlce, mevr. C. Wit kamp, H. R. Wouden, P. w. J. Wouters en echtg., fam. W. N. C. Zomerdijk, J. E. J. Zuur, V. Zwaag en echtg., J. G. Zweersi van gezondheid zal een zoodanige zyn, d"' I linge beraadslaging. burgeriyke artsen ln korten tyd voor den I De begrooting der Artillerie-inrichtngen, 107. De koningin leidde Jan Klaasen. Hy voelde zich zeer vereerd, teen ze hem zeide: „U kunt dansen, waar heeft U dat wel geleerd?" „Majesteit," zeide Jan Klaasen, „vroeger danste Ik met Tryn, meestal Hollandsche klom- pendanse», in de poppenkast van Hein." 108. 'n Hofdame, door Piero gekozen, zei ook dat hy dansen kon. „O," zei ze, „ik zal U nu toonen, hoe men danst de charleston." Ze maakten allerlei grimassen en hy lachte zichzelf slap, ten slotte danste Piero mede, 't werd een kostelijke grap.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 10