Binnenlandsch Nieuws
h
DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST
VAN JAN KLAASSEN EN TRIJNTJE
TWEEDE KAMER
VERGADERING VAN DONDERDAG
40 jaar bij het „Handelsblad'
Voor oud-gepensionneerden
De tentoonstelling te Antwerpen
1930 en de Nederlandsche
land- en tuinbouw
Het Kamerlid Ir. J. W. Albarda
Pauselijke onderscheiding
Directeur Binnengasthuis
te Amsterdam
VERKEER EN POSTERIJEN
HOE DE VERLICHTING
DER WEGEN EN
VOERTUIGEN ZOU MOETEN
ZIJN
Een daaromtrent uitgebracht
rapport
PASSAGIERSLIJSTEN
19 DECEMBER
Voorzitter mr. J. R. H. van Schaik
BIJ de voortzetting der behandeling van d"
learooting van Onderwijs bepleit de heer
riLANUS (C.H.) subsidie aan de Nederland
che Christelijke school te Antwerpen.
De MINISTER zegt overweging toe.
De post van f 22.000 voor het onderwijs ir.
ie statistiek wordt gecritiseerd door de hee-
en TILANUS en ZIJLSTRA (A.R.) die mee-
nen, dat minder geld voldoende zou zijn
Het geld zagen zij liever anders besteed.
De heer GERHARD (S.D.A.P.) verdedigt
den post, daar de statistiek dringend noo-
dig is.
De MINISTER beveelt den post aan, die
wordt aangenomen.
De heer SNOFCK HENKFMans (C.H.5
wijst op het verval van den Cuneratoren te
Rhenen en het gebrek aan belangstelling:
bij de autoriteiten tengevolge van het gebrek
aan overeenstemming.
De heer LOVINK. (C.H.) waarschuwt teger
de wateronttrekking in de duinen op Voorne
Mej. WESTERMAN (Lib.) wijst o.a. op het
gevaar van wateronttrekking aan de dui
nen, evenals de heer BEUMER, die tevens 'n
beter onderhoud van het slot Loevestein be
pleit en een subsidie aan de Nederlandsche
commissies voor internationale tentoonstel
lingen.
De heer VAN DEN TEMPEL (S.D.AP.)
dringt aan op verlaging van de entree van
bijzondere tentoonstellingen in het rijksmu
seum en meer geld voor de monumenten
zorg.
Mevr. v. ITALLIE-v. EMBDEN (V.D,)
wijst op de moeilijke omstandigheden var.
veie kunstenaars en op te lage onderschei
dingen, aan kunstenaars uitgereikt.
De heer MOLLER (R.K.) vraagt bescher
ming van den architertentitel.
De MINISTER overlegt met zijn ambte-
noot van Arbeid óver de wateronttrekking
van de duinen en zal ook met zjjn ambtge
noot van Binnenlandsche Zaken spreken. De
Monumentenzorg heeft spr. warme belang
stelling. Hij zal nagaan hoe dat beter kan
geschieden dan tot dusver. Het heffen van
entree's voor tentoonstellingen in het rijks
museum valt buiten de verantwoordelijkheid
van het R''k Over de bescherming van den
architectentitel zal spr. overleggen.
De heer ZIJLSTRA pleit voor het behoed
van het Prinsenhof te Groningen en tegen de
Inrichting als belastingkantoor.
De heer BEUMER (A.R.) wil subsidiever-
hooeing voor de restauratie van het stadhuis
te Veere.
Mevr. BAKKER-NORT (V.B.) sluit zich bij
beide laatste sprekers aan.
De MINISTER acht de bestemming van
het Prinsenhof als belastingkantoor een
goede oplossing. Het stadhuis te Veere is in
onderzoek-
De heer GERHARD pleit voor meer geld
voor de leeszalen.
De heer EERSTENS (H.G.S.) is tegen
subsidieering, daar de leeszalen boeken be
vatten die door de oude kerk ten vure wer
den gedoemd. - tfo. v'C-
De heet - MOLLER wenscht scherper toe
zicht óp 4e leeszalen ter wering, van schun
nige lectuur
De heer SCHOKKING (C.H.) dringt aan
op erkenning van de religie.
De heer VLIEGEN (S.D.A.P.) protesteert
tegen de uitdrukking „schunnige lectuur" en
komt or> tegen de werking van atheïstische
literatuur.
De heer ZIJLSTRA acht de christelijke
leeszalen meer nationaal dan de neutrale.
De heer WIJNKOOP (Comm.) zegt, dat
het christendom de wetenschap heeft neer
geslagen.
De MINISTER betoogt, dat aan de lectuur
aanschaffing «trpn™ e'schen gesteld worden
Mevr. v. ITALIË wil meer subsidie voor
de tooneelschool te Amsterdam.
De heer KERSTEN heeft principieele be
zwaren.
De 15"TNTSTER ziet geen aanleiding het
subsidie in te trekken, noch 't te verhoogen.
De begrooting wordt aangenomen zonder
stemming.
Begrooting Zuiderzeefonds
Aan de orde is de begrooting voor het
Zuiderzeefonds.
De heer EBELS V.B. zoekt de oorzaak der
groote overschrijdingen vooral in de prijzen
van het baggermateriaal.
De heer KRIJGER (C.H.) acht het appa
raat der M.U.Z. te duur en vraagt inlichtin
gen over de landbouw-technische ontginning
De heer BONGAERTS (R.K.) waarschuwt
den Minister tegen te groot pessimisme, dat
hem zelfs suggereerde tot de opvatting dat
hij nog weer bij de Kamer zal moeten ko
men met wetsontwerpen voor het onderne
men van nieuwe droogmakingen.
De afsluitdijk zal 53 millioen meer kosten
dan aanvankelijk geraamd was, doch daarin
zitten allerlei werken, zooals terpen, d? proef-
polder, en stormschade. Maar er is meer.
Doordat de M.U.Z. in het leven is geroepen,
zijn Wij in staat geweest zeer vele grond-
werktuigen te laten bouwen, die reeds 'n be
sparing van 8 millioen in 1928 hebben opge
leverd Naarmate tevens het personeel meer
geschoold wordt, zal men dan ook op de vol
gende werken gaan inloopen. In dit licht be
zien krijgen we slechts een overschrijding
van 20 pCt. Indien de Minister dan ook thans
niet flink doorgaat, dan zal het groote ma
teriaal werkloos komen te liggen en zal het
geschoolde personeel naar andere werelddee-
len vertrekken. En dan gaat het werk eerst
recht geld kosten. En laat de Minister niet
bang zijn om het Noordzeekanaal te verrui
men. Er is meer baggermateriaal beschik
baar dan uit de stukken blijkt.
De heer DUYMAER VAN TWIST (A.R.)
vraagt inlichtingen over de indeeling van
den Wieringermeerpolder.
Het wordt voor spr. hoe langer hoe moeilij
ker éijn stem te geven aan het onderdeel der
begreotmg. dat den steun aan de Zuiderzre-
visschers betreft. Tonnen gouds worden be
stemd voor allerlei steunregelingen, die met
de liquidatie der bedrijven niets te maken
hebben. De gelden gaan ten deele in een
bodemloozen put. Ieder jaar wordt de liqui
datie moeilijker.
De heer DROP (S.D.A.P.) ontwikkelt be
zwaren tegen de arbeidsvoorwaarden der ar
beiders bij de Zuiderzeewerken.
De heer WIJNKOOP betoogt, dat de Re-
geering aanvankelijk heeft toegezegd de vis-
schers volledig schadeloos te zullen stellen
Dat bit niet, Is geschied is een breken van
het geeeven woord
De heer v. d. WAERDEN (S.D.A.P.) vraaet
hoe de Minister zich den dienst voorstelt
welke de gronden v&n den Wieringermeer
polder in cultuur zal brengen. Deze diens)
moet rechtstreeks onder den Minister staan
Het komt spr. het best voor, dat de Zuider
zeeraad den Minister adviseert over de
voorstellen die den Minister van den diénst
zullen bereiken.
De heet SNOEK HENKEMANS (C.H.) is
het met de opmerkingen van den heer Duy-
maer v. Twist over den steun aan de Zuider-
zeevisschers niet eens. Voor vergoeding we
gens waardevermindering van schepen enz.
is nog niets gedaan; dat kon niet. Maar aan
het onderwijs is wel iets gedaan, hoewel nog
niet voldoende. Met name moet land- en
tuinbouwonderwijs krachtig worden bevor
derd.
De heer VAN DE BILT (R.K.) betwijfelt of
de gelden voor de Zuiderzeewerken wel doel
matig worden besteed. Spr. staat in dezen
dicht bij den heer Duymaer v. Twist.
De MINISTER VAN WATERSTAAT, de
heer REYMER, betoogt, dat hoe men er over
moge denken, de overschrijdingen hebben
plaats gehad. Men moet hier onderscheiden
tusschen het verleden en de toekomst en ove
rigens in het oog houden, dat het hier ten
slotte altijd slechts ramingen geldt, wanneer
men de overschrijdingen beschouwt.
i dienst als officier van gezondheid geschikt
worden gemaakt.
Oprichting van centrale kaderscholen acht
spr. ongewenscht, o.a. omdat zij iets hebben
van een fuik, waarin de jongelui loopen,
■wanneer de ouders zich willen zien ontsla
gen van een deel van hun taak ten aanzien
van de voltooiing der opvoeding.
Dat bevordering bij keuze alleen voor de
hoogste rangen en niet voor de subalterne
officiersrangen geschikt zou zijn, kan spr.
niet beamen.
Wat de dubbel-rangen betreft, deze zijn
destijds ingesteld om het verkrijgen van een
hoogeren rang voor hen, die daarop reeds
een tijd wachtten, te vergemakkelijken met
j behoud van het oude salaris. Er is in deze
Kamer echter geen goed woord over de dub-
belrangen gesproken en spr. heeft uit ge-
1 sprekken met betrokkenen evénzeer den in
druk, dat zij er niet mee ingenomen zijn.
De betaling der „dubbelrangers" volgens
den hoogeren rang zou 2% ton meer kosten.
Het gebruik van inlandsch vleesch in het
leger, acht spr. preferabel boven buiten-
De ergste periode is thans voorbij, de in
poldering zal gemakkelijker gaan als het l&ndsch vleesch, in zooverre, dat het lege
grootste werk gedaan is. We zijn nu gelukkig
zoover, dat de periode van het in cultuur
brengen van gronden aanvangt. Alle debat
daarvoor is eenigszins praematuur. Spr. stelt
zich wel voor om hiermee bii de Kamer te
wordt betaald door de Nederlandsche be- j
lastingbetalers. Maar bij verschillende in- j
schrijvingen bleven leveranciers van bin
nenlandsch vleesch achterwege en op het
instellen van vleeschlooze dagen is het leger
komen, die dan in volle vri' l'd kan beslis- 'over het algemeen niet gesteld. Spr. is. be-
sen. De Zuiderzeeraad, die in de toekomst de reicl. tot medewerking met de betrokken or-
adviseur van spr. zal blijven, en de com- ganisa'ies uit den landbouw.
missie-Visscherij hebben spr. geadviseerd t Inzake den steun aan mobilisatie-slacht-
voor de in cultuurbrenging een afzonderlijken offers verwacht spr. over eenige weken het
dienst in te stellen, die een zekere mate van j rannort der commissie,
vrijheid zal moeten hebben. Spr. hoopt dat De uitrusting der weermacht met afweer-
deze dienst niet alleen zal profiteeren van middelen tegen chemische aanvallen voldoet
de rijke ervaring van de commissie-Lovink. I aan redelijke eischen. Het internationale
maar ook met deze commissie
werken.
zal samen-
Roode Kruis heeft deze aangelegenheid in
I onderzoek genomen en daarover prijsvragen
De begrooting wordt goedgekeurd zonder uitgeschreven om te geraken tot de vinding
stemming.
Aan de orde is de begrooting van het We
genfonds.
De heer VAN RAPPARD (Lib.) begrijpt
niet waarom de minister niet meedeelt welke
bruggen na die te Keizersveer en Zaltbommel
zullen worden getiouwd.
De h 2er EBELS (V.D.) betoogti dat in de
afgeloopen periode niet genoeg aan de wegen
is gedaan. Verder dringt spr. aan op de over
neming in beheer en onderhoud der primaire
wegen door het Rijk. De taak der provincie
is meer de aanleg en het onderhoud der
secondaire wegen. In ieder geval zal geld uit
het Wegenfonds beschikbaar moeten worden
"esteld voor verbetering der primaire wegen.
Hij vindt het voorts schrijnend, dat aan de
tertiaire wegen niets gedaan wordt. Eenige
steun uit het Wegenfonds zal voor verbete
ring van die wegen gegeven moeien worden.
De heer KRIJGER (C.H.) beple't eveneens
versnelling van het tempo voor den wegen
aanleg en -verbetering.
De vergadering wordt te 6 uur geschorst
tot des avonds 8 uur.
AVONDVERGADERING
De Defensie-begrooting
De behandeling van de Defensiebegrooting
1930 wordt voortgezet.
De Minister van Defensie, dr. DECKERS
dankt voor de welwillendheid, zoowel door
de rechter- als door de linkerzijde jegens
hem betoond.
Watde zeemacht in Indië betreft, zegt spr.
dat het in de bedoeling ligt de opleiding van
inlandsch personeel zoodanig te doen voort
gaan, dat in 1933 het personeel voltallig is.
Komende tot de verhouding van den com
mandant van de Zeemacht in Indië. con
stateert spr. dat die autoriteit voor een deel
is bevelvoerend Officier van de zeemacht en
anderzijds chef van het marinedepartement
'n Indië.
Het aandeel van Nederland in de vloot in
Tndië is meer dan 3 '4 millioen; men ma»
hierbij niet de beschikbaarstelling van het
AT?derlandsche personeel voorbijzien.
Bij binnen niet al te langen tijd door spr.
in te dienen supoletoire begrooting zal de
Kamer gelegenheid vërkriigen het vlootvraag-
stuk zoowel voor Indië als voor Nederland in
zijn geheel te overzien.
De maritieme bescherming van Curasao
zal over eenigen tijd afdoende worden gere
geld, de opiumjager „De Arend" zal over
-enige maanden worden vervangen.
Spr. kan niet instemmen met het betoog
van den heer Ter Laan. als zou kunnen wor
den volstaan met een politievloot.
Wat de beteekenls der watervliegtuigen be
treft. deze mag voor ons niet worden onder
schat; voor verkenningen e.d. kunnen zij be
langrijke diensten bewijzen.
Ten opzichte van het personeelsvraagstuk
is sprekers denartement gaarne bereid de ge-
5venschte inlichtingen te Verschaffen aan
Kamerleden, die zich hiervoor interesseeren.
Zij zullen den indruk verkrijgen, dat daar
omtrent geen ongerustheid behoeft te be
gaan.
Dat er eenig tekort is aan personeel in en-
'-elë groepen, wordt toegegeven; in 1934 zal
dit tekort zijn aangevuld.
Wat betreft de oulfiding van het voor den
Tndischen dienst bestemde personeel, deze
opleiding voldoet aan redelijke eischen.
Met succes wordt er naar gestreefd de be
vorderingskansen van het beroepspersoneel
gelijkmatig te doen zijn. Spr. is bereid, de
mogelijkheid van kindertoelagen, die tot m'
toe niet worden toegekend in Indië, te bevor
deren, zooals deze hier te lande worden toe
gekend.
Uniformiteit in de werkwijze van de beide
samengevoegde departementen zal spr. zoo
veel mogelijk betrachten. Intusschen moeten
vele zaken, die het gevolg ziin van de samen
voeging zich geleidelijk ontwikkelen.
De dienst van het loodswezen is niet zoo
danig op militaire leest geschoeVi als som
mige leden meenen. De chef van het loods
wezen interesseert zich voor de belangen van
het personeel wanneer ziin bemoeiing daar
in wenschelijk mag worden geacht evenzeer
als voor de belangen van den dienst zelve.
Komende tot de landmacht, wijst spr. erop,
dat het vraagstuk van de opperste bevelvoe
ring op het oogenblik een onderwerp van be
studeering bij spr. uitmaakt.
Een vermindering van de legersterkte ge
lijk werd verlangd in de motie-Ter Laan
acht spr verwerpelijk. Spreker zou, indien de
.notie-Ter Laan zou worden aangenomen,
het niet met zijn verantwoordelijkheid kun
nen overeenbrengen, daaraan uitvoering te
geven.
Dat de artillerie-inrichtingen in moeilijke
om-tandigheden niet voor haar taak geschikt
zouden zijn, wil er bij spr. niet in. Hij is
daaromtrent niet ongerust, evenmin als ten
eanzien van de medewerking van de orga
nisaties van het personeel wier belangen bij
di° Inricht'" <*en toch mede zijn betrokken.
Wat de Kringenwet betreft, spr. kan niet
overgaan tot intrekking dier wet. Spr. be
handelt de zaken, die hiermede in verband
staan persoonlijk en hy verzekert, dat de
toepassing dier wet zoo soepel mogeiyk zal
geschieden.
Ten opzichte van de sterkte van het leger
zegt spr. dat, wanneer de wyziging van de
dienstplichtwet van 1928 zal zyn voltooid,
die sterkte zoowel nominaal als effectief in
orde zal zijn.
Spr. antwoordt den heer Schaepman, dat
hij den inspecteur van den Byzonderen VrU-
willigen Landstorm opdracht heeft gegeven
tot samenstelling van een leidraad voor het
vooroefen tngsinstltuut.
De taak der school voor reserve-officier-"
I van practische afweermiddelen ook voor de
Het Wegenfonds burgerbevolking. Dat het financieele onmo
gelijk zou zijn de bescherming van de groote
steden tegen gasaanvallen te waarborgen,
kan spr. den heer Van Zadelhoff geenszins
toegeven. De organisatie van den luchtbe
schermingsdienst in ons land op den goe
den weg.
Spr. komt tot de kwestie der neutraliteit
van Nederland in een oorlog van omringen
de mogendheden. Spr. wijst erop, dat dé
hoofdfactor voor ons land in het begin van
den oorlog ook voor het Duitsche leger was.
dat men erop mocht rekenen, dat wij onze
neutraliteit zouden bewaren en verdedigen.
Ons leger heeft toen die taak volkomen ver
vuld en dat heeft ook mr. Troelstra in het
derde deel van zijn gedenkschriften erkend.
Wat het Zwitsersche leger aangaat, ook
dat zal niet worden afgeschaft, hoewel Zwit
serland in 1920 in zeker opzicht van Volken-
bondsverplichtingen is vry gesteld. Waarom
ons land niet zou kunnen, wat een ander
land van gelijke grootte 'wel kan, is spr;
niet duidelijk.
Spr. eindigt met de opmerking, dat ons
land ten aanzien van de vermindering vgn
bewapening zoo ver mogelijk zal hebben te
gaan, en dat het alles moet doen om te be*
vorderen, dat oorlogen worden vermeden.
Maar men vermijdt den oorlog niet door zijn
leger af te schaffen, wanneer de anderen]
alsmede de Vestingbegrooting en de begroo
ting van het fonds der kustverdediging wor
den z.h.s. goedgekeurd met aanteekening van
de heerep Van Zadelhoff en Wijnkoop, dat
zij er tegen zijn.
Nog dient de heer TER LAAN de volgende
moties in:
De Kamer, gehoord de mededeeling van
den. minister van defensie, dat hij ten aan
zien van de mobilisatieslachtoffers zijn
standpunt niet kan bepalen zoolang de
commissie-Aalberse geen rapport heeft in
gediend;
kennis genomen hebbende van 's ministers
verklaring, dat velen in zeer moeilijke om-
oms.tandigheden verkeeren;
van oordeel, dat onverwijld maatregelen
behóoren te worden genomen om in den
grootsten nood te voorzien;
verzoekt de Regeering een noodregeling
te treffen, waarbij het mogelijk wordt, in
afwachting-van het rapport van genoemd-
commissie en van nadere afdpening bij de
wet; een uitkeering te verstrekken aan de
mobilisatieslachtoffers of aan hun wedu
wen; en weezen, die in zóó groote moeilijk
heden verkeeren, dat hulp noodig is boven
-tgeen zij hebben ontvangen n 1929 en
zullén ontvangen in 1930 ingevolge de wet
van 13 Mei 1927 en gaat over tot de orde
van-den dag."
De tweede motie luidt:
De Kamer, van oordeel, dat er ook ondér
de tot heden niet in de wet opgenomen
mobilisatieslachtoffers velen in zeer moei
lijke omstandigheden verkeeren, noodigt de
regéering uit om voor hen maatregelen te
treffen en gaat over tot de orde van den
dag;
Na re- en dupliek wordt de stemming pver
de moties bepaald op heden, Vrijdag 1 uur.
Bij art. 158 (dienstweigeraars) beveelt de
heer JOEKES (V.D.) de nieuwe instelling
eener kleine commissie van oncibrzoek aan
om déze, zaak uit de departementale sfeer te
halen.
Miöisteï-DECKERS antwoordt den heer
Joekes, dat de bestaande commissie sedert 1
September1928 26 aanvragen heeft behan
deld.
Ten aanzien van 24 hunner is het gewe
tensbezwaar erkend, het 25ste nog door den
minister en het 26ste afgewezen. Intusschen
wij spr. de vraag van den heer Joekes over
wegen.
Bij art. 196 (geheime uitgaven) verklaart
rich de heer VAN ZADELHOFF voor hoof
delijke stemming. Deze zal heden (Vrijdag)
tevl uur plaats hebben, evenals de eindstem
ming oyer de Defensiebegrooting.
Te 3 uur in den nacht wordt de vergade
ring' verdaagd tot hedenmiddag 1 uur.
De heer D. Driessen.
De van het. gebouw van het „Handelsblad'
wapperende vlag bewees, dat er iets feeste
lijks aan de hand was.
Inderdaad werd in het gebouw een fees-
het niet doen. Als de goede wil er is, dan lelijk feit herdachtde heer D. Driessen, on-
kunnen degenen, die den vrede wenschen der-directeur van het .Algemeen Handels
elkander wel vinden, óók bij handhaving' vanblad", herdacht heden den dag, waarop hij
weermachten en zonder dat tot nationale
ontwapening, die den wereldvrede niet be
vordert, wordt overgegaan. (Bravö's en
apnlaus)
De VOORZITTER deelt mede dat Vrijdag
bij den aanvang der vergadering zal wor
den gestemd over de motie-Ter Laan tot
sterkte-vermindering van het contingent.
De algemeene beschouwingen worden ge
sloten.
Bij art. 6 verdedigt de heer TER LAAN
40 jaar geleden bij genoemd blad in dienst
trad.
Tegen naif drie vereenigae directie, hoofd
redactie en een gróót- deel van het personeel
zich in de bibliotheek om der. jubilaris en
diens echtgenoote geluk te wenschen.
-..Dei-directeur, de heer A Heldring, begon
den jubilaris geluk te wenschen met het
heuglijke feit, waarvan hij hem heden me
dedeling kon doen. dat bet H M, de Ko
ningin behaagd had den heer Driessen te
(S.D.) een amendement om dit te vermin- 1 benoemen tot- ridder in de Orde van Oran-
deren met 1.150.000, met de bedoeling om Je
de uitgaven voor de aangevraagde onderzee-
booten „K. XVII" en „K. XVIII" niet toe
te staan.
De stemming over het amendement zal i
Vriidag geschieden.
Namens de directie bood spr den heer
Driessen het Ridderkruis aan.
Namens de Commissarissen bood de heer
Heldring den heer Driessen een geschenk
aan.
Daarna spelde mevrouw Driessen het Rid-
De heer TILANUS (Chr. H.) critiseert de cjerkruis op de borst van haar echtgenoot,
onduidelijkheid van een legerorder omti ent j op heer Driessen dankte de Regeering
het Kerstverlof, die voor tweeërlei uitleg j voor1 de hem verleende onderscheiding en
vatbaar is. Spr. vraagt, of de Minister be- - jjgjj i^eer Heldring voor de gesproken woor-
reid is a'-nog een order uit te vaardigen om c}en
een soenele toepassing te verzekeren voor Namens het gezamenlijk personeel voerde
de beide tusschenliggende dagen na de dd hoofdredacteur, mr. J Kalfx Jr't woord,
Kerstdagen en voor den daaropvolgenden als eten-dergenen, die het langst met den ju-
Zond-ag. bilarls had samengewerkt.
Minister DECKERS zegt, dat ook de be- j Namens het personeel bood spr. den ju-
langen der korporaals ziin aandacht hebben bilaris een schemerlamp, een schilderij, voor-
en antwoordt den heer Tilanus, nog te zullen stellende een zeegezicht, en eenige huishou-
nagaan of de desbetreffende order een na- (lelijke geschenken aan
dere toelichting behoeft. Snr. constateert, dat Vejrvpfgens bestond voor het personeel ge-
het op het oogenblik al 20 December is. en tegenheid om den jubilaris geluk te wenschen
dat de betrokkenen 24 December, met verlof en vond een druk bezochte, receptieplaats,
gaan, zoodat er wel spoed bü is. waar vel® vrienden en collega's den jubilaris
Bij art. 67 klaagt mevr. VAN ITALLIEde hand kwamen drukken en waarbij wü
VAN EMBDEN (V. D.) over slechte toebe- °-a- izagen de oude mevrouw de wed. Char-
reiding van voedsel en andere, minder ge- 1 lcs Boisseyain, die eveneens den heer Dries-
wenschte verplegingstoestanden in het mili- sen geluk -wam wenschen.
taire hospitaal te Utrecht.Er zijn geen iso-
leerkamers en ook de badgelegenheid laat i
alles te wenschen. De kamer- en zaalverwar
ming geschiedt door middel van oude, on
handig genlaatste kachels, ten gevolge waar
van de oatiënten voortdurend hoesten. Ver
schillende verouderde nrivaten maken de
lucht daar ondragelijk. Er worden meer pa
tiënten verpleegd, dan de ruimte toelaat. Het
hospitaal is desnoods nog wel te verbeteren.
Uitkeeringen naar vaste regelen
bij: algemeenen maatregel van bestuur
Naar de „Msb." verneemt, is zeer binnen
kort bij de Tweede Kamer te verwachten de
hoewel het zéér oud is, maar dat zal veel indiening van een wetsontwerp tot wijziging
geld kosten. der Stichtihgswet van 1926.
Minister DECKERS erkent, dat het hosni- Deze wijziging zal o.a. beteekenen, dat
taal te Utrecht een verouderd gebouw is. Dit wordt bepaald, dat de uitkeeringen aan oud
feit bewijst intusschen de soberheid, die er gepenslonneerden naar vaste regelen, te stel-
in het leger heerscht.
Spr. geeft een overzicht van de toestanden
In het militair hosnitaal aldaar. Er is één
isoleerkamer; spr. wil overwegen een tweede
er bij te doen aanbrengen. Het overbrengen
van een ste-vende naar de isoleerkamer werkt
-dtUd depr'meerend. Het is meer in het be
lang van de bezoekers dan van de patiënten.
Spr. wil onderzoeken in hoever het mogelijk
is in dat hospitaal meer ligruimte te ver
schaffen.
Bij art. 69 (geestelijke verzorging) oppert
de heer KERSTEN (S.G.P.) bezwaar tegen,
het doen optreden van gereformeerde leger-
predikanten in een bijeenkomst waar tevens
moderne legerpredikers optraden, zooals te
Nijmegen is geschied. Op die wijze komt de
richting in het geding. Spr. veroordeelt een
verbroedering als daar heeft plaats gehad.
De heer VAN DIJK (A.R.) zegt, dat de
kerken haar roeping niet hebben verstaan en
dat zil die nog niet verstaan ten oozich'e,
van de geestelijke verzorging van militairen.
Het instituut der legerpredikanten is wel een
administratieve, doch geen geesteiyke een
heid.
MINISTER DECKERS antwoordt, dat hy
door de schrlfteiyke stukken niet is voorbe
reid op een zóó diepgaand debat. Spr. staat
op het standpunt, dat iedere geestelijke vrij
heid moet worden geëerbiedigd. Hij zal een
en ander onderzoeken.
By art 101 zegt de minister den heer Düy-
maer van Twist toe het voor en tégen van dé
school voor reserve-officieren van gezondheid
nog eens te zullen nagaan alvorens tot de
invoering over te gaan. Intusschen deelt de
Minister niet de bezwaren van den heer
Duymaer van Twist.
By art. 138 wordt de begrooting der Artil-
'erie-inrichtingen behandeld, waarby de mi
nister in antwoord op* eenige oomerkingen
van den heer Hiemstra mededeelt, dat per
s-meel vóór een vergadering der dienstcom-
'ssie gelegenheid zal verkrijgen tot onder
den bh' algemeenen maatregel van bestuur,
zullen geschieden.
Men herinnert zich, dat dienovereenkom
stig onlangs een motie-Suring werd aange-
nomeii door de Tweede Kamer.
Groote deelneming
Een van de laatste toevoegingen aan het
programma van de Wereldtentoonstelling
voor Koloniën, Zeevaart en Vlaamsche kunst
welke in 1930 te Antwerpen gehouden zal
worden, vormt de afdeeling Land- en Tuin
bouw.
Reeds dadelijk werd gerekend op deelne
ming aan deze groep van buitenlandsche
zyde en het blijkt nu reeds, dat de buiten
landsche deelneming veel grooter zal zyn,
dan mèn had durven hopen.
Deelneming is toegezegd door Frankryk,
Polen, Lithauen, Letland, Luxemburg, enz.
Omtrent de Nederlandsche deelneming op
Landbouwgebied, zyn nog geen bepaalde toe
zeggingen gedaan; wel is bekend, dat be
langhebbenden hier te lande de mogelijkheid
van deelneming ernstig in studie hebben
genomen. Dit laatste kan ook blijken uit de
vragen in de Tweede Kamer der Staten Ge
neraal eenigen tyd geleden gesteld.
De Nederlandsche Tuinbouw is reeds ver
der gevorderd en heeft niet alleen op zich
genomen de inrichting van de tuinen om
het Nederlandsche Paviljoen gelegen als col
lectieve inzending, maar heeft ook toege
zegd deel te zullen nemen aan de tijdelijke
tentoonstellingen van bloemen enz. welke
gedurende den duur der wereldtentoonstel
ling van tijd tot tijd gehouden zullen worden.
Zijn linkerdijbeen gebroken
De ongesteldheid, die den voorzitter der
S. D. Tweede Kamerfractie Ir. J. W. Albar
da, reeds eenigen tyd belet cte zittingen der
Tweede Kamer by te wonen en zyn andere
werkzaamheden buitenshuis ti verrichten, is
een gevolg van een val op 5 December, waar
bij hij zijn linkerdijbeen brak.
Hoewel het genezingsproces vordert en de
gezondheidstoestand van den heer Albarda
overigens niets te wenscher iaat zal het nog
eenigen tijd duren, eer hij van de gevolgen
van zijn val geheel zal zijn hersteld.
l aar uit Rome wordt gemeld, heeft het
Z.K. den Paus behaagd den heer W. J. R,
Dreesmann te Amsterdam te benoemen tot
buitengewoon Kamerheer met kap en degen.
Legt zyn functie neer.
Naaf wij vernemen zou het in het voor
nemen liggen van den heet J. Ed Stumpff,
directeur van het Binnengasthuis te Amster
dam, in den loop van het volgende jaar de
ze functie neer te leggen.
HET LICHT VAN DEN WEG
Aan het rapport van de commissie A4
(centrale commissie) van de Nationale Con
ferentie voor de veiligheid van het verkeer
op den weg, In de stad en op het land, welke
commissie zich speciaal bezig heeft gehou
den met de verlichting van voertuigen en die
van wegen is het volgende ontleend:
Verlichting van voertuigen
Het gebruik van rywielen zonder verlich
ting behoort niet toegestaan te zyn aan po
litie en ambtenaren der invoerrechten en ac
cijnzen, zooals thans geschiedt als regel, doch
van deze bepaling zou slechts by uitzondering
gebruik mogen worden gemaakt.
Omtrent reflectors dient daarop te worden
gelet, dat deze inderdaad voldoen aan het
voorschrift, dat deze by beschyning daarop
vallende lichtstralen duideiyk zichtbaar te-
rugkaat en. Thans komen in den handel als
reflectors, roode glaasjes voor, die geenszins
aan deze eischen voldoen.
Verlichting van wegen
Wat de verlichting van wegen betreft, stel'
et rapport de volgende eischen:
Het wegvak moet voldoende en zoo gelyk-
natig mogelijk verlieht worden.
2o. De lantaarns moeten geen hinder op-
'everen voor de bestuurders van motorrij
tuigen.
Is een verlichting van den weg niet zooda-
aig, dat daarby een minder sterke verlichting
Ier motorrijtuigen mogelyk zou zijn, dan ir
zulk een verlichting eerder een gevaar dan 'r
voordeel, met namo in de bebouwde kommen,
waar het Motor- en Rijwielreglement by aan
wezigheid van verlichting het rijden met
stadslampen voorschrijft.
Vluchtheuvels dienen van baken-lichten te
zijn voorzien, tenzij dat da vluchtheuvels zelf
door een krachtige lichtbron zoo sterk ver
lieht worden, dat men hare omtrekken even
scherp als overdag waarnemen kan.
Indien de weg verlicht is, is de beste aan
duiding van de borden te verkrijgen door een
lantaarn zoo te plaatsen, dat het licht on
middellijk op het bord valt.
In het algemeen zal aan sterk lichtgevende
lichtreclames en voornamelijk aan die, welke
intermitteerend branden, deze eisch moeten
worden gesteld, dat zij zich niet in het ge
zichtsveld van wagenbestuurders op den weg
bevinden of althans zoo hoog worden aange
bracht, dat wanneer zij in het gezichtsveld
komen, de afstand zoo groot is, dat zij geen
hinder meer opleveren.
Een behoorlijke wegverlichting heeft op de
bestuurders van voertuigen een gunstigen In
vloed, omdat zy den weg beter kunnen over
zien en omdat de verlichting door motorrij
tuigen zelve minder sterk behoeft ts zijn.
Zulk een wegverlichting behoort echter hoog
boven den weg te worden aangebracht of an
ders de lichtbron niet te toonen.
De gebruikelyke straatlantaarns van be
trekkelijk geringe hoogte en met zichtbare
lichtbron hebben voor de bestuurders van
voertuigen het nadeel, dat deze lichtbron ln
de ruiten spiegelt en daardoor het uitzicht
van den bestuurder wordt gehinderd.
van het s.s. „Jan Pieterszoon Coen", d.d. 17
December vari Amsterdam vertrokken naar
Ned.-Indië.
Gezagvoerder: de heer D. J. Botje.
A. J. M. Adank en echtg., H. Agerbeek en
2 kind., mevr.; M. E. Tltman en 2. kind., mevr.
W. J. B. And ré de la Porte, mevr. M. Annyas,
mevr. L. J. Antes en 5 kind., W. Athelstan
Johnson, F. Augenstein en echtg., K. F. Bal-
zar en echtg., E. Barnsten, J. G. Bauer, W,
Baumann, J. W. Beil en echtg., mevr. H. I.
B. Bekedam en 2 kind., J. H. Bennett, C. J,
v. d. Berge, A. J. J. v. d. Bergh, I. J. de
Bert, mevr. S. J. Bessem, F. A. Bitterlich,
fam. J. G. Blok, fam. J. A. de Boer, W,
Bosch, W. v. d. Bosch, ir. E. F. Bouman,
mevr. G. G. Brittijn, fam. H. Broekhuijs,
fam A. M. Brouwer, fam. S. Brouwer, H. B.
Burghoorn, fam. F. Buur, P. J. W. Carlier,
mej. dr. W. N. Coelingh, J. Companjen, ir.
D, J. L. Coninck Westenberg en geein, R.
0. Cuss en gezin, J. Th. van Dam en echtg.,
J. P. A. Dekker, mej. A. S. van Deventer,
mej, M. Devereux, ir. E. H. P. Dingemans,
R. van Dockum, H. E. C- Dolman en echtg.,
mej. E. Dormaar, I. A. Drielsma en gezin,
A. Dijkema, J. W. van Ee, Genocchi, A. M.
J. van Eekhóut en gezin, W. J. Ennes en
echtg., A. H. Th. van Es, A. J. Evers, dr. H.
Th. Fischer, W. Flier, mevr. K. Fokkinga,
en 4 kind., A. C. Forbes Wels en echtg., E.
Fritsch, N. G. Ganpuley, G. A. Geduld, fam.
mr. J. G. Geerlings, L. J. H. van Giessen en
echtg., mevr. E. Gochennann en 2 kind.,
mevr. G. Gosch, J. C. M. Govers, P. Greebe
en echtg.; mevr. L. J. Grootes en 2 kind.,
T. Grypma en echtg., P. Haffter en echtg.,
mej. D. C. Hannington, J. M. Hansen, mevr.
A. R. Hansen, mevr. J. H. Harkink en 2 kind.,
W, ten Have en gezin, K. Hemerik, L. von
Hemert, J. F. ten Harmsen, W. F. van Heu-
kelom en echtg., fam. G. van Heuven, W.
V. d Hoef, mevr. A. C. Koldert, mevr. A. F.
Hollaar en kind, W. HóTsboeri F. A. 3. J.
Hoppe, J. Hordijk en echtg., W. Horsman,
ir. G. A. Idenburg en gezin, fam. A. Jansen,
mevr. B, de Khaliffa en echtg., H. Klein en
gezin, mevr. Jong—-Vickers. J. Jorna, C. W.
Kennedy, J. L. F. Kloet de la Fonteyne, mej,
M. L. R. Kool, fam. dr. J. G. Kopp, mevr.
de wed. G. L. Ch. Kopp, W. P. C. Krüss en
echtg., H. Lamster, P. Langenberg en gezin,
ir. J. F. van Hoytema, L. Langendoen, H.
W. van Leeuwen, J. Lieverst, M. C. v. d.
Linden, mevr. J. M. Litjens, mevr. A. Lorenz
—Verbeek, H. J. J. Lörx, W. A. T. Mackie
en echtg., D. R. Marshall en echtg., Ch. F.
Mathèron en echtg., R. A. May, A. Mead,
mevr. J. A. Mentink, mevr. W. S. v. d. Meu-
len, fam. S. Meyr, H. Meijerhof, W. C. Mey-
nen, A. van Miert, C. D. Milboume, J. D.
Moneij, A. Möller en echtg., G. J. Mijers,
H. F. van Nes, J. Neve en gezin, mevr. A. H.
Nieuwkerk en 2 kind-, J. J. Nyhoff, C. A. M.
Nysen en gezin, A. M. Nijzink en gezin, fam.
J. A. Oosterbaan, H. J. Otten, H. Pallmann,
J. L. H. H. Peeters, H. B. Philips, mej. A. B.
Plantenga, jhr. M. J. Th. van de Poll en
gezin jhr. Ch. F. van de Poll. J. J. Popping
en echtg., A. Prins en gezin, jhr. A. Quarles
van Ufford en gezin, G. D. van Ravenswaaij
en gezin, mevr. A. A. van Reysen, mevr. M.
F. Roscoe en mej. P. M. Roscoe, H. E. Rouf-
flaer, mevr. B. R. Rövekamp. fam. ir. A. J.
van Staalen, A. van der "Schaar en gezin'
J. Schwarze, C. A. Schefer en gezin, Ch. M.
Schoemaker, A. C. van Schuilenburg, mej
J. Sickler, Th. A. E. Soeklas en dochter
mevr. M. de Soet, H. W. Spruyt, F. Stem
mer, E. Streckeisen en echt., mevr. wed. H.
M. Suerink, H. L. Suyck, C. N. Swart, J. L.
M. van Tekelenburg en echtg., S. D. Teng
en echtg., T. K. Teng en echtg., mevr. M. N.
A. Tengnagel, H. W. Thenu en gezin, mevr.
1. van Thiel, W. H. J. G. Tompson en gezin,
mevr. C. J. Trijtel, H. Valk, J. H. D. Vane,
J. H. J. Visser, J. Vorsteveld en echtg., C
van Vliet en echtg., ir. H. W. de Vriendt en
gezin, p. de Vries en echtg., D. Wagenaar
W. A. Walop en echtg., A. Watson, J. H
Welling en echtg., W. v. Westbroek en echtg.
mej. N. W. Chr. Westhof, T. S. Westra en
gezin, mej. E. Weyhenlce, mevr. C. Wit
kamp, H. R. Wouden, P. w. J. Wouters en
echtg., fam. W. N. C. Zomerdijk, J. E. J.
Zuur, V. Zwaag en echtg., J. G. Zweersi
van gezondheid zal een zoodanige zyn, d"' I linge beraadslaging.
burgeriyke artsen ln korten tyd voor den I De begrooting der Artillerie-inrichtngen,
107. De koningin leidde Jan Klaasen. Hy voelde zich zeer
vereerd, teen ze hem zeide: „U kunt dansen, waar heeft
U dat wel geleerd?" „Majesteit," zeide Jan Klaasen,
„vroeger danste Ik met Tryn, meestal Hollandsche klom-
pendanse», in de poppenkast van Hein."
108. 'n Hofdame, door Piero gekozen, zei ook dat hy dansen
kon. „O," zei ze, „ik zal U nu toonen, hoe men danst de
charleston." Ze maakten allerlei grimassen en hy lachte
zichzelf slap, ten slotte danste Piero mede, 't werd een
kostelijke grap.