aan de huisvrouw
Kerstmis
Wat zullen we koken
Van slemp en sa&o-mellc
Smakelijk eten
^Bij de Kribbe
Sneeuw
LWenlcen en raadgevingen
cDe schoonheid van het kaarslicht
voor tafelarranj>eerin£
en ijs
Goedkoope Patronen
9
Men ziet verschillende moderne
„ouderwetsche" kandelaars, in eenvou
dige, zoowel als in luxe uitvoering. De
lange kaarsen zijn zeer artistiek, terwijl
ze tevens een mooi „antiek" geheel vor
men met de kandelaars, die tegenwoor
dig in prachtige kleuren en vormen
werden gemaakt en daarom ook bizon
der geschikt zijn als geschenk.
Wie de onbedekte tafel voor de
Kerstdagen eens wil toepassen, kan in
plaats van de kanten linnen kleedjes,
deze nemen van papier. Er zijn in den
handel mappen verkrijgbaar met als
witte kant uitgeslagen kleedjes van pa
pier, van verschillende maten, voor 't
middenstuk, onder de borden, glazen,
vingerkommen, enz.
In 't midden plaatsen we dan een
smaakvol opgemaakten, platten, glazen
schotel met hulst, of een platten schotel
met fruit.
Om het middenstuk vier korte kande
laars, met zeer lange, puntig toeloopende
kaarsen erin. Witte kaarsen staan t
mooist op een donkere wortelnotenhou
ten of eikenhouten tafel. Bij 't begin van
't diner worden de kaarsen aangestoken,
en men zal vt» rast zijn over het zachte
fantastische licht.
ANEMOON.
Menigmaal komt het in een huishou
ding voor, dat consumptie-artikelen, die
men in goeden staat verkeerena in kel
der of kast heeft opgeborgen, na korteren
of langeren tijd voor het gebruik on
deugdelijk zijn geworden. Oorzaak wordt
nagegaan dan, dikwijls krijgt de leve
rancier de schuld en tochdeze
schuilt bij de huisvrouw zelf, wijl zij deze
artikelen niet op de juiste wijze heeft
bewaard.
Vele consumptie-artikelen nemen spoe
dig den smaak aan .van hetgeen in de
nabijheid bewaard wordt. Zoo b.v. melk.
Staat er kool of zijn er uien in de buurt,
de melk zal er al heel gauw sterk naar
smaken en boter eveneens.
Gemalen koffie, eenigen tijd bewaard
in de buurt van specerijen en andere
sterk riekende stoffen, neemt al gauw
den smaak daarvan aan. Koffieboonen
ook, doch- niet zóó spoedig als de gema
len koffie. Daarom is 't aan te raden,
koffie, in welken vorm ook, in goea
gesloten bussen te bewaren, ver verwij
derd van sterk-geurende artikelen.
Ook cacao mag niet in de buurt van
sterk-geurende stoffen bewaard worden.
In een goed gesloten bus, op een droge,
luchtige plaats in de schaduw. Inwer
king van zonlicht op cacao is uit den
booze.
Heeft men kaas in voorraad, dan moet
men deze een zocveel mogelijk gelijkma
tige, eenigszins vochtige temperatuur ge
ven; de kaas vlak bewaren en van tyd
tot tijd keeren. Kaas droogt spoedig uit,
dus zorgen, dat ze niet te lijden heeft
van de zon. Heeft men wintervoorraad
van aardappelen, dan oppassen voor be
vriezen of 't schieten van loof. De. aard
appelen bewaren in een drogen, donkeren
kelder in niet te groote hoopen en zor
gen dat in den winter alle vensters en
trekgaten gesloten worden en blijven op
dat er geen vorst kan binnenkomen of
trekking ontstaan.
Heeft men voorraad van boter, dan
deze koel bewaren, op een frissche plaats
uit de buurt van sterk riekende stoffen.
Een uitstekend middel om 't sterk wor
den van boter tegen te gaan is, er een
schoongeschilden grooten winterwortel in
te steken.
Meelartikelen, zooals havermout, gort,
griesmeel e.d. moeten in gesloten bussen
op een droge plaats bewaard worden,
anders krijgen ze gauw een muf feit
smaak. Ze zijn zeer vatbaar voor inwer
king van vocht en verliezen daardoor
aan smakelijkheid bij 't bereiden. Meel
artikelen niet te lang bewaren en steeds
nazien of er zich geen wormpjes in vor
men. Is dat 't geval, dan zijn zij voor het
gebruik ondeugdelijk geworden.
S. H.
Slemp en sago-melk zij wekken her
inneringen op. al of niet doorleefde din
gen, aan ouden salietyd, en toch behoeft
het ons niet terug te houden om er des
ondanks nog eens van te profiteeren,
wanneer het buiten hevig wintert en
binnen de kachel heerlijk gloeit. Hoe
vaak wordt dan niet gezegd: Wat zuilen
we vanavond nu eens lekker drinken?
Een kopje slemp! Men lacht en weet
misschien niet eens precies wat slemp
is. Probeer net eens. Kunt ge het niet
maken? Ziehier een recept, dat eenige
uren voorbereiding eischt. Maak dus bij
uzelf van te voren het plannetje, dat ge
uw huisgenocten op slemp tracteeren
zult.
Slemp. Eenige uren te voren laat ge
trekken A d.L. thee, een weinig saf
fraan, 2 kruidnagels en een stuk pijp
kaneel. Dan brengt ge 1 L. melk aan
den kook en giet het aftreksel met 60
gram suiker er bij. Naar verkiezing kan
de melk met een weinig sago of aard
appelmeel gebonden worden. Per L.
wordt hiervoor 12 gram genomen.
Als winteravonddrank kan ook se.go-
rrielk worden gebruikt.
Sago-melk Met een stukje pijpka
neel laat ge 1 L. melk een tijdje trek
ken. Onderwijl wordt 20 gram sago met
een weinig koude melk aangemengd. Dit
wordt steeds roerende bij de kokende
melk gevoegd. Dan de melk even laten
doorkoken en 60 gram suiker bijvoegen.
BitterkocUjes-melk 1 L. melk met 50
gram fijngewreven bitterkoekjes aan cle
kook orengen, 60 gram suiker bijvoegen
en binden met 12 gram sago.
S.H.
De voorbereiding van Sint Nicolaas
heeft de dónkere dagen van November
opgefleurd en iedereen die graag een
medemensch een prettig oogenblik wilde
bezorgen, is daarin geslaagd door een
aardige verrassing of een genoeglijke
grap.
Maar na vijf December kwamen ze
weer, die grauwe licht.looze dagen. Steeds
korter was de schemerige dag, die ieder
naar lamplicht deed verlangen.
Totdathet Kerstfeest straalt in al
zijn glans en heerlijkheid, het Kerst
feest, dat met al zijn poëzie en zijn rijk-
'dom van schoone gedachten heel den
donkeren wintertijd zet in warmen gloed.
Kerstmis! is het niet het groote Vre
desfeest, is het niet het feest van het
licht, stralende in donkeren nacht?
O, laten we toch allen, in onze eigen
omgeving, in ons eigen gezin trachten
ook als een Kerstlicht vrede en liefde
uit te stralen En, bezield met dien drang
in ons, zullen we allerlei onverwachte
gelegenheden vinden om in anderen een
gevoel van warmte en geluk te wekken.
In onze eigen woning, ta onze eigen
learner brengen we wat dennengeur, hier
en daar een tak aan den wand of in een
vaas. We brengen er wat schoonheid
door een mooie reproductie van de Ma
donna van Raphael, door een moois
plaat van den Kerstnacht in den stal;
we zetten op de piano een bundel
Kerstliederen en rekenen cp mogelijk be
zoek van ouden en jongen. En wie er ook
komt, die Kerstsfeer zal hem weldadig
aandoen, een vredige stemming wekken.
Is ook niet de Kerstboom met zijn
lichtjes een heerlijk zuiver beeld \an
j het licht, dat uitgedragen kan worden in
de wereld? Geef hem een plaats in uw
huis en lees een mooi Kerstverhaal voor
bij 't warme schijnsel van zijn kaarsjes.
t Is alsof het dieper doordringt in het
gemoed in deze sfeer van liefde en
I warmte.
En zijt ge een eenzame, kijk dan om
J u heen en ge zult den zieke zien, wiens
i lijden ge verlichten kunt door hem een
vriendelijk Kerstboompje te brengen
naast zijn bed; of ge zult het kind zien,
dat bloost van vreugde, als ge een stra
lend boompje in zijn armoedig thuis
komt neerzetten; of ge ziet het oude
moedertje dankbaar glunderen, nu ge bij
haar een boompje op tafel zet, omdat ge
weet, dat zij dit jaar voor het eerst niet
meer naar de nachtmis kan gaan. Ze
mag immers niet meer docr de avond
lucht?
En heeft God u begenadigd met een
mooie stem, laat uw kerstliederen dan
opklinken, waar ze verlichting kunnen
brengen: en kunt ge jubelen op uw
viool draag uit dan uw schoone melo
dieën in huisgezin of vriendenkring of
ziekenzaal of gevangenis of woonwagen
kamp. Overal zijt ge welkom en overal
roept ge 't edele in den mensch wakker.
Komt, draagt allen uit de schoone
Kerstgedachte, die we in den heiligen
nacht mogen beleven!
„Er is uit 's werelds duistre wolken.
Een licht der lichten opg.^i.un!"
J. P. J.
De grootste Kerstpudding die ocit ge
maakt ls, werd besteld door Frederik
Willem I van Pruisen en was bestemd
als een verrassing voor zijn soldaten. De
pudding was 18 'M. lang, 8 M. breed en
bijna één meter dik. Ongeveer 37 HL.
meel, duizend pond boter, 5000 eieren en
900 L, melk werden er voor gebruikt.
vaji al onze modellen die genummerd zijn boven
tijn verkrijgbaar ain ..Het Patronen kantoor Post
bus no. i. Haarlem. Onberispelijke coupe. Dames-
kleeding in de maten 88, 96, 104 boycnwiidte, a 0.55.
Kinderkleeding, alleen voor den in de beschrijving
genoemden leeftijd ƒ0.35- elk patroon handt
ding voor het knippen en naaien, benevens een
Ueinde patroonschets.
Franco toezending, direct na ontvangst v-r. biste.-
ling, met het verschuldigde bedrag aan p&s.icgei
ingesloten, wa-arbu vermeld naam en adres, nutnnv
van het model en het blad. waarin het voorkomt, e
bovenwijdte. Men meet deze maat rondom het licnaan
recht onder de armen door, gewoon glad lender een
toegift.
Een eeuw geleden, in den tijd dei-
trekschuit, waren de feest-dinertafels met
kaarslicht versierd; de kaarsen werden
geplaatst in mooie, met beeldhouwwerk
versierde kandelaars. Gedurende de laat
ste jaren is het kaarslicht voor tafelver
siering in ongenade gevallen. Er kwamen
alle mogelijke ontwerpen van electrische
lampjes voor tafelversiering en....! nu
we tenslotte electrische lampjes in elke
variatie en kleur kunnen kiezen, nu gaat
de smaak weer over tot 't kaarslicht.
En er is voor een dinertafel dan ook
niets gezelliger en smaakvoller dan juist
't kaarslicht. Kaarslicht doet het zilver
en het kristal fonkelen en 't schijnt zoo
warm in de diepte van den wijn in de
kristallen glazen.
Het zachte, warme kaarslicht doet
iedereen er op zijn best uitzien en 't
geeft een niet te evenaren warmte aan
elk kleursehema. We kunnen dit neel
goed bewonderen op de oude schilderijen
in de musea. Iedereen vindt het mooi en
smaakvol, en 't verliest nooit iets van
zijn glorie. Het weglaten van het tafel
laken en het weer Invoeren van de
gladde tafel, met alléén onder de ver
schillende schotels en borden 'n fijn kan
ten of gehaakt kleedje, is mede één van
de oorzaken van 't weer toepassen van
't kaarslicht.
Als gij niet wordt als kinde
ren, zult gij het Rijk der He
melen niet binnengaan."
(Matth. XVIII-3)
Maria zat en in haar schoot,
Lag het Kindeke, de voetjes bloot;
't Was als een bloeiende bloem, zoo
schoon,
Maria's Kindje, Gods eenige Zoon,
Dat gij het al van verre speurt.
Sint Jozef stond en zweeg en zag
Naar 't Kindje, dat zoo schoon daar lag;
Dan keek hij weer Maria aan,
Hij keek en liet zijn tranen gaan,
Die glinsterend vielen in zijn baard,
Zoo blij heeft geen geweend op aard.
Ik boog, al weenend, heel diep ten
groet,
En stamelend zei ik: „dag Kindeke zoet,
Mariaüef en Sint Jozef, dag!"
En even nog kijkend, hoe 't Kindje
daar lag,
Ging ik heen en 't was me of de
aarde versch rook.
Van de Bloem, die aan 't twijgje van
Jesse ontlook.
Hebt gij dit gelezen, ga zelf dan eens
zien,
Als het Kindje niet slaapt, zal ook U
zoo geschiên.
(René Klinkenbergh).
Straks zal in iedere kerk, in ieder huis
weer een kribbetje staan en in dat krib
betje een kindje met ocgen, waaruit de
hemel ons tegen straalt, wiens kleine
handen de wereld schragen en de meu-
schen-harten doen kloppen. En dan zal
in menig huis het Kerstmysterie weer
worden herdacht, en zooveel reine kin-
deroogen zullen weer schitteren van
blijde verrukking, en wij zullen ons wee
kind voelen met het kind om dat ééno
goddelijke Kind!
De moeders zeggen aan hun kinders zoete
Geheimenissen van het wondre Land,
Waaruit op kleine, blanke bloote voeten,
Gods Kind getreden komt, met in Z'n
hand
Lichtende Ster, die d'Engelen volgen
moeten!
En in verlangen angstig- wachten er
De Englen, en zien hoe klein beneden,
Belicht door het blije tinklen der Ster,
Hun groote God daar gaat, met kinder-
schreden,
Op koude sneeuw, zoo lang al en zoo ver!
Met blanke banen ligt de maan te blin
ken,
Langs 't pad, waarop HU schrijdt, en
hoort het aan,
Hoe flonk'rend-lichte kleine klokjes
klinken
Waar 's-Kindjes voetjes in de sneeuw
verzinken.
De moeders zien de kinderoogen stralen,
Al om de sproke van Gods lieven Zoon;
Dien ze al luisterende binnenhalen
In hunne zieltjes; en op zachten toon,
Wanneer de slaap hen doet in wenschen
dwalen
Zeggen ze: Och, wat was dat Kindje
schoon
Wie voelt met dezen modernen dichter,
dien heiligen nacht aan de voeten van
dat Kind, zijn gedachten niet dwalen
ja waarheen? Naar het kinder-land zij
ner ziel, naar het verlaten huls zijner
kindsheid?
O, keer terug in onze verbeelding, lang
vervlogen kinderjaren!
Keer terug in onze gedachten dierbaar
Vader-huis met uw stalletje van stroo,
uw schaapjes van witte wol; met uw
gekleurde kaarsjes in zachten schemer
avond, onder den gewljden zegen van
vader en den teeren glimlach van moe
der!
Keer terug in onze verbeeldingen, op
dezen gewljden avond, o, kinder-land
onzer ziel, dierbaar Vader-huis, met uw
wondere Kerst-mysterie, met de reine
Kerst-weelde van dien kleinen God, die
onze jeugd verblijdde!
Maar ach, het ls slechts herinnering
en de harde werkelijkheid komt met an
dere beelden, met beelden van zorg en
strijd, van kommer en nood, van neder
laag en teleurstelling!
Het harde leven staat op tegen al deze
zoete herinneringen uit lang vervlogen
kinderjaren
Het kinder-land onzer ziel, met al
zijn schoone kinderwenschen?
Helaas het is niet meer!
Het leven kwam als een grimmig roof
dier liet argeloos kinderspel verstoren:
de wereld met haar verlokking voerde
ons voor den berg der begeerlijkheden en
de hartstochten riepen ons op naar de
slagvelden des levenstoen kwam de
strijden dikwijls de nederlaag!
En het vaderhuis?
Och wij moesten het verlaten om dei:
strijd van het bestaan; het ligt daar aLs
een vervlogen droombeeld in den nacht,
waarvan bij 't ontwaken enkel de herin
nering overblijft!
Anderen hebben 't bewoond! Vreemde
menschen kwamen er zich vestigen!
En vader en moeder?
Ach, ge zijt mij, bei te gader
Afgestorven, moeder, vader,
't Geen me nu nog leedschap doet!
En de broertjes en zusjes met wie we
om de kribbe onze schoonste Kerstlied
jes zongen?
Het leven kwam en heeft ze opgc-
eischt; het nam de hand van onze zuster
en legde die in de hand van een vreem
den man en ze verliet het kinderland
van onze ziel!
En de speelgenooten onzer jeugd?
Sommigen zijn reeds lang gestorven;
anderen vertrokken naar verre vreemde
kusten of hebben onzen naam voor goed
vergeten
Voor de kribbe van dat goddelijk kind
keeren wij nog eens zoo gaarne terug
naar het kinderland onzer ziel; droomen
wij ons nog zoo graag eens als kind in
het Vaderhuis onzer jeugd!!
Maar dit is de wondere macht van het
geloof: knielend voor die kribbe roepen
wij onze jeugd op uit 'den afgrond van
het verleden om haar te maken tot een
met morgen-rood gekleurde toekemst!
Want het geloof in Hem, die geen be
gin kent en geen einde, heeft de won
dere macht, om dat verleden eens te
maken tot een eeuwig heden!
Wie leeft uit dat geloof, leeft in het
stralend verleden, dat tegelijk in de toe
komst ligt!
Want Jezus zelf heeft gezegd, dat wij,
die eens kinderen waren, weer kinderen
moeten worden om Zijn hemelrijk in te
gaan, om daar boven dat stralend ver
leden te maken tot een eeuwig heden, tot
een eeuwige jeugd! Waar we het verlo
ren Vader-huis zullen terugvinden in
den God, die onze jeugd verblijdt!
Ik ben maar een arm kind, o, Heer.
En niets heb 'k dan wat teederhetd en
goeden wil,
Maar als een gevangene.
Die zich wringt
Door het enge raam van z'n cel,
Om de zon te zien.
Ia mijn verlangen naar U!
(Gerard Wiideveld)
OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN
Alkmaar
Als Sinterklaas, Kerstmis en Nieuwjaar
achter den rug zijn en het leven ons in
eens grenzenloos eentonig lijkt, met tot
Paschen geen enkelen feestdag in 't vo:r-
uitzicht, dan komt de natuur ons dikwijls
op allervriendelijkste wijze ter hulp door
ons een heel pak sneeuw en een stevige
korst jjs te zenden. We zijn dan ineens
weer volop in feeststemming. Srieeuwman-
netjes, sleeën, schaatsen, nieuwe jumpers,
kleurige woüen shawls en mutsen, ysfees-
ten en hardrijderijen! In één woord: het
ieven wordt weer een aaneenschakeling
van prettige gebeurlijkheden, vooral voir
de jeugd. De moeders van slesënde jon
gens en schaatsenrijdende meisjes hebben
er echter weer nieuwe, al zijn het kleine
zorgen bij. Krijgen de kinderen geen on
geluk? Zuilen ze niet te laat thuiskomen?
Vallen ze weer geen groote gaten In hun
kousen? Hebben ze wel warme en aardige
sportkleeding? Met dit laatste kunnen we j
u een klein handje helpen, 't Hoeft niet
allemaal kostbaar te zijn. Ook uit „wat j
ouds" kunnen we een leuk ijscostuuni
samenstellen.
We hebben b.v. nog een deux-piéces,
dat wat te klein is en een uitgesneden
hals heeft. We verlengen den rok met een
breede bies van helle kleur, in punten
uitgeknipt. De col sluit hoog aan den ha's
en is op dezelfde wijze aan de jumper
bevestigd.
Op de afbeelding wordt hierover een
jasje gedragen van imitatie breitschwanz
met kraag en manchetten van geverfd
konijn (flg. 5387). Fig. 5384 is van wollen
jersey met zoo'n modern patroon ln grijs,
blauw en oranje. De muts Hjkt op een
middeleeuwsche soldatenkap, maar is heel
modern en zeer practisch.
Fig. 5388 is prachtig te combineeren uit
twee" oud-modische costumes, b.v. een van
geruite stof en een van effen. Zooais
we op de afbeelding zien is de jumper
van effen stof, met een rand, kraag en
mouwen van de ruit. Het klokrokje
kunnen we nemen uit het materiaal, waar
van we den grootsten voorraad hebben. Na
tuurlijk zullen wij er op bedacht zijn spre
kende kleuren te kiezen. Niets vormt een
beteren achtergrond voor alle k'euren
van den regenboog dan het blinkende wit
van de sneeuw.
POLA.
i Ik ga toch maar weer zelf Kerstbrood
bakken. Eerst had ik gezegd van niet,
omdat ze zoo'n rommel hadden gemaakt
met den Sinterklaas. V moet weten, we
hatfden zelf spikkelaas gebakken op
Woensdagmiddag en 't grut mocht hel
pen in de keuken, maar toen ik met den
groenteman bezig was, die me effetjes
nemen wou met spruitjes, waar je de
helft van kon weggooien, toen hadden ze
den zak met bloem laten vallen. En
die kleine Piet, die overal met z'n neus
bij moet wezen, had er doorheen geloo-
pen en toen bulten in de nattigheid en
toen weer door 't huis. En in plaats dat
ze my nou dadeiyk waarschouwen, la
ten ze mun der zonder erg óók nog
doorheen loopen. Affijn, 'n smeerboel
van belang en ik natuurlijk kwaad en ik
zei. dat ik er nou genoeg van had en dat
't nou uit was met de bakkerij.
Maar ja, 'n mensch kan zoo al es wat
zeggen, as ie kwaad is en zoo lang as
Ik getrouwd ben, heb ik zelf me Kerst
brood gebakken en vroeger by mevrouw
zaliger ock al en altyd goed gelukt. En
as je t koopen mot, kost 't 'n hand vol
geld en ik zou de gezichten wel es wil
len zien, as ter, na de Nachtmis,
geen kerstbrood op tafel kwam! Zoo
doende ken ik der toch eigeniyk niet
van buiten en ik heb de spullen der al
voor ingeslagen:
1 pond bloem, 1 afgestreken eetlepel
zout, I ons suiker, 2 ons boter (ik neem
altyd margarine), 1 ons krenten, li
ons sucade, ons amandelen, de afge-
raspte schil van een groote citroen, 1
theelepeltje kaneel, 1 theelepeltje geraspte
nootmuscaat. theelepeltje gemalen
kruidnagel, de helft van 'A ens snippers,
en een groot ei of 2 kleintjes. Vóór 't bak
ken haal ik der dan nog een 'A ons gist
by en dan moet ik nog zoowat 1 'A koppie
lauw-warme melk hebben.
Mevrouw zaliger deed er ook nog 'n
theelepel cardamompoeder by. maar dat
vond ik niet lekker en daarvandaan
ben ik der in m'n eigen huishouden
maar niet mee begonnen.
Nou maak ik daags te voren al alles
klaar. De krenten en rozynen bestrooi ik
met bloem, ik wrijf ze tusschen me han
den goed heen en weer om de steeltjes
los te maken en dan schud ik ze door
'n grove zeef om die steeltjes kwijt te
raken. Dan wasch ik ze goed in lauw
water en dan moeten ze gedroogd. De
sucade wasch ik in ze geheel en dan
wordt ze gesnipperd. De snippers worden
ook 'n beetje gewasschen en de aman
delen worden gebroeid en fijn gehakt.
Sientje mag de kruitrijen afmeten want
dis is zoo sekuur met alles en die roeren
we dan door mekaar.
As ik nu ga bakken, dan doe ik eerst
al de bloem in \in groote kom en dan
maak ik in 't midden 'n kuiltje tot op
den bodem en daar brokkel ik de gist in
met 'n beetje suiker der op en dat roer
ik dan met 'n scheutje lauwe melk en
'n beetje van de bloem tot 'n papje en
dan zet ik 't gevalletje 'n kwartiertje
bij de warme kachel om te ryzen. Onder -
tusschen maak ik de boter een beetje
zacht en dan doe ik eerst 't ei by de
bloem en dan de suiker, de kruiden en
de boter en dan begin ik met me rech
terhand vast te kneden. Na een kwar
tiertje doe ik al de rest erin en as 't noo-
dig is, nog wat lauwe melk, maar 't moet
'n stevig deeg blyven en je hebt op 't
laatst wel allebei je handen noodig om
't goed te krygen. As 't zaakje mooi
soepel is, dan wring ik 'n schoenen doek
uit in warm water en dien leg ik over het
deeg en dan zet ik dat weer op 'n lauw
warm plekkie om te rijzen. Daar moet je
't den tyd voor gunnen en 'n uur is som3
nog lang niet genoeg, maar as 't wel
tweemaal zooveel is geworden as 't eerst,
was, dan maak ik me kerstbrood verder
klaar.
Ik strooi wat bloem op 'n plank en
daar leg ik 't deeg op. Dan maak ik eerst
'n dikken ronden bal, dien ik aan een
kant wat dunner uitrol. Zoowat twee
derde parten van het deeg laat ik onge
moeid, maar tegen dat laatste end zet
ik m'n deegrol an en ik rol dat uit tot
'n lap die net zoo lang is as 't dikke stuk
en die naar de kanten toe dun uitloopt.
Nou en dan strijk ik 'n beetje water
over die dunne helft en dan sla ik die
over 't dikke stuk heen. Zoo krijg Je dan
den vorm van 't kerstbrood.
Dan leg ik me kerstbrood op het bak
blik, dat ik te voren met boter heb inge
smeerd en zóó laat ik 't weer een poosje
rijzen op 'n lauwwarm plekkie min
stens 'n half uur. Dan bestrijk ik 't met
boter en dan zet ik 't in den heeten oven,
tot 't lekker gaar en lichtbruin gebakken
is. Dat duurt zoo ongeveer 3 kwartier. Ik
probeer dan met 'n breinaald of 't zaakje
goed gaar is. De naald moet er schoon
uitkomen. Voelt ze nog wat kleverig an,
dan is 't van binnen nog nie goed.
En as 't brood dan uit den oven komt
dan bestryk ik 't dadeiyk met gesmolten
boter en dan strooi ik der royaal wat
poedersuiker overheen.
Zooas ik zei: me kerstbrood is altyd
fyn gelukt. Dat komt omdat ik der in
tijds an begin, zoodat tk 't deeg lang kan
laten ryzen. En ook omdat ik 'n puik-
besten oven heb. As je geen goeien over.
hebt, hoef je niet te beginnen met brood
bakken.
Ik steek me gasoven aan 10 minuten
voordat me brood erin moet, dan laat ik
'm nog 'n kwartier op vol staan en dan
draai ik de kraan op half. En dan maak
ik den oven niet open, om te kijken, eer
ik denk, dat 't zaakje gaar is.
Weet u, wat je ook hebt met dat zelf
bakken? Je heele huis ruikt er zoo heer-
lyk van en as me man en de jongens
dan thuis komen, dan kunnen ze zoo
heerlyk snuffelen en dan hoor ik van
alle kanten: Wat ruikt 't hier fijn naar
Kerstmis!
Maar 't Kerstbrood krygen ze pas te
zien op Kerstochtend, met 'n moei tak-
kie hulst met bessen erin.
ADRIANA KNUIST—POLLEPEL.