aan de huisvrouw Kerstmis Wat zullen we koken Van slemp en sa&o-mellc Smakelijk eten ^Bij de Kribbe Sneeuw LWenlcen en raadgevingen cDe schoonheid van het kaarslicht voor tafelarranj>eerin£ en ijs Goedkoope Patronen 9 Men ziet verschillende moderne „ouderwetsche" kandelaars, in eenvou dige, zoowel als in luxe uitvoering. De lange kaarsen zijn zeer artistiek, terwijl ze tevens een mooi „antiek" geheel vor men met de kandelaars, die tegenwoor dig in prachtige kleuren en vormen werden gemaakt en daarom ook bizon der geschikt zijn als geschenk. Wie de onbedekte tafel voor de Kerstdagen eens wil toepassen, kan in plaats van de kanten linnen kleedjes, deze nemen van papier. Er zijn in den handel mappen verkrijgbaar met als witte kant uitgeslagen kleedjes van pa pier, van verschillende maten, voor 't middenstuk, onder de borden, glazen, vingerkommen, enz. In 't midden plaatsen we dan een smaakvol opgemaakten, platten, glazen schotel met hulst, of een platten schotel met fruit. Om het middenstuk vier korte kande laars, met zeer lange, puntig toeloopende kaarsen erin. Witte kaarsen staan t mooist op een donkere wortelnotenhou ten of eikenhouten tafel. Bij 't begin van 't diner worden de kaarsen aangestoken, en men zal vt» rast zijn over het zachte fantastische licht. ANEMOON. Menigmaal komt het in een huishou ding voor, dat consumptie-artikelen, die men in goeden staat verkeerena in kel der of kast heeft opgeborgen, na korteren of langeren tijd voor het gebruik on deugdelijk zijn geworden. Oorzaak wordt nagegaan dan, dikwijls krijgt de leve rancier de schuld en tochdeze schuilt bij de huisvrouw zelf, wijl zij deze artikelen niet op de juiste wijze heeft bewaard. Vele consumptie-artikelen nemen spoe dig den smaak aan .van hetgeen in de nabijheid bewaard wordt. Zoo b.v. melk. Staat er kool of zijn er uien in de buurt, de melk zal er al heel gauw sterk naar smaken en boter eveneens. Gemalen koffie, eenigen tijd bewaard in de buurt van specerijen en andere sterk riekende stoffen, neemt al gauw den smaak daarvan aan. Koffieboonen ook, doch- niet zóó spoedig als de gema len koffie. Daarom is 't aan te raden, koffie, in welken vorm ook, in goea gesloten bussen te bewaren, ver verwij derd van sterk-geurende artikelen. Ook cacao mag niet in de buurt van sterk-geurende stoffen bewaard worden. In een goed gesloten bus, op een droge, luchtige plaats in de schaduw. Inwer king van zonlicht op cacao is uit den booze. Heeft men kaas in voorraad, dan moet men deze een zocveel mogelijk gelijkma tige, eenigszins vochtige temperatuur ge ven; de kaas vlak bewaren en van tyd tot tijd keeren. Kaas droogt spoedig uit, dus zorgen, dat ze niet te lijden heeft van de zon. Heeft men wintervoorraad van aardappelen, dan oppassen voor be vriezen of 't schieten van loof. De. aard appelen bewaren in een drogen, donkeren kelder in niet te groote hoopen en zor gen dat in den winter alle vensters en trekgaten gesloten worden en blijven op dat er geen vorst kan binnenkomen of trekking ontstaan. Heeft men voorraad van boter, dan deze koel bewaren, op een frissche plaats uit de buurt van sterk riekende stoffen. Een uitstekend middel om 't sterk wor den van boter tegen te gaan is, er een schoongeschilden grooten winterwortel in te steken. Meelartikelen, zooals havermout, gort, griesmeel e.d. moeten in gesloten bussen op een droge plaats bewaard worden, anders krijgen ze gauw een muf feit smaak. Ze zijn zeer vatbaar voor inwer king van vocht en verliezen daardoor aan smakelijkheid bij 't bereiden. Meel artikelen niet te lang bewaren en steeds nazien of er zich geen wormpjes in vor men. Is dat 't geval, dan zijn zij voor het gebruik ondeugdelijk geworden. S. H. Slemp en sago-melk zij wekken her inneringen op. al of niet doorleefde din gen, aan ouden salietyd, en toch behoeft het ons niet terug te houden om er des ondanks nog eens van te profiteeren, wanneer het buiten hevig wintert en binnen de kachel heerlijk gloeit. Hoe vaak wordt dan niet gezegd: Wat zuilen we vanavond nu eens lekker drinken? Een kopje slemp! Men lacht en weet misschien niet eens precies wat slemp is. Probeer net eens. Kunt ge het niet maken? Ziehier een recept, dat eenige uren voorbereiding eischt. Maak dus bij uzelf van te voren het plannetje, dat ge uw huisgenocten op slemp tracteeren zult. Slemp. Eenige uren te voren laat ge trekken A d.L. thee, een weinig saf fraan, 2 kruidnagels en een stuk pijp kaneel. Dan brengt ge 1 L. melk aan den kook en giet het aftreksel met 60 gram suiker er bij. Naar verkiezing kan de melk met een weinig sago of aard appelmeel gebonden worden. Per L. wordt hiervoor 12 gram genomen. Als winteravonddrank kan ook se.go- rrielk worden gebruikt. Sago-melk Met een stukje pijpka neel laat ge 1 L. melk een tijdje trek ken. Onderwijl wordt 20 gram sago met een weinig koude melk aangemengd. Dit wordt steeds roerende bij de kokende melk gevoegd. Dan de melk even laten doorkoken en 60 gram suiker bijvoegen. BitterkocUjes-melk 1 L. melk met 50 gram fijngewreven bitterkoekjes aan cle kook orengen, 60 gram suiker bijvoegen en binden met 12 gram sago. S.H. De voorbereiding van Sint Nicolaas heeft de dónkere dagen van November opgefleurd en iedereen die graag een medemensch een prettig oogenblik wilde bezorgen, is daarin geslaagd door een aardige verrassing of een genoeglijke grap. Maar na vijf December kwamen ze weer, die grauwe licht.looze dagen. Steeds korter was de schemerige dag, die ieder naar lamplicht deed verlangen. Totdathet Kerstfeest straalt in al zijn glans en heerlijkheid, het Kerst feest, dat met al zijn poëzie en zijn rijk- 'dom van schoone gedachten heel den donkeren wintertijd zet in warmen gloed. Kerstmis! is het niet het groote Vre desfeest, is het niet het feest van het licht, stralende in donkeren nacht? O, laten we toch allen, in onze eigen omgeving, in ons eigen gezin trachten ook als een Kerstlicht vrede en liefde uit te stralen En, bezield met dien drang in ons, zullen we allerlei onverwachte gelegenheden vinden om in anderen een gevoel van warmte en geluk te wekken. In onze eigen woning, ta onze eigen learner brengen we wat dennengeur, hier en daar een tak aan den wand of in een vaas. We brengen er wat schoonheid door een mooie reproductie van de Ma donna van Raphael, door een moois plaat van den Kerstnacht in den stal; we zetten op de piano een bundel Kerstliederen en rekenen cp mogelijk be zoek van ouden en jongen. En wie er ook komt, die Kerstsfeer zal hem weldadig aandoen, een vredige stemming wekken. Is ook niet de Kerstboom met zijn lichtjes een heerlijk zuiver beeld \an j het licht, dat uitgedragen kan worden in de wereld? Geef hem een plaats in uw huis en lees een mooi Kerstverhaal voor bij 't warme schijnsel van zijn kaarsjes. t Is alsof het dieper doordringt in het gemoed in deze sfeer van liefde en I warmte. En zijt ge een eenzame, kijk dan om J u heen en ge zult den zieke zien, wiens i lijden ge verlichten kunt door hem een vriendelijk Kerstboompje te brengen naast zijn bed; of ge zult het kind zien, dat bloost van vreugde, als ge een stra lend boompje in zijn armoedig thuis komt neerzetten; of ge ziet het oude moedertje dankbaar glunderen, nu ge bij haar een boompje op tafel zet, omdat ge weet, dat zij dit jaar voor het eerst niet meer naar de nachtmis kan gaan. Ze mag immers niet meer docr de avond lucht? En heeft God u begenadigd met een mooie stem, laat uw kerstliederen dan opklinken, waar ze verlichting kunnen brengen: en kunt ge jubelen op uw viool draag uit dan uw schoone melo dieën in huisgezin of vriendenkring of ziekenzaal of gevangenis of woonwagen kamp. Overal zijt ge welkom en overal roept ge 't edele in den mensch wakker. Komt, draagt allen uit de schoone Kerstgedachte, die we in den heiligen nacht mogen beleven! „Er is uit 's werelds duistre wolken. Een licht der lichten opg.^i.un!" J. P. J. De grootste Kerstpudding die ocit ge maakt ls, werd besteld door Frederik Willem I van Pruisen en was bestemd als een verrassing voor zijn soldaten. De pudding was 18 'M. lang, 8 M. breed en bijna één meter dik. Ongeveer 37 HL. meel, duizend pond boter, 5000 eieren en 900 L, melk werden er voor gebruikt. vaji al onze modellen die genummerd zijn boven tijn verkrijgbaar ain ..Het Patronen kantoor Post bus no. i. Haarlem. Onberispelijke coupe. Dames- kleeding in de maten 88, 96, 104 boycnwiidte, a 0.55. Kinderkleeding, alleen voor den in de beschrijving genoemden leeftijd ƒ0.35- elk patroon handt ding voor het knippen en naaien, benevens een Ueinde patroonschets. Franco toezending, direct na ontvangst v-r. biste.- ling, met het verschuldigde bedrag aan p&s.icgei ingesloten, wa-arbu vermeld naam en adres, nutnnv van het model en het blad. waarin het voorkomt, e bovenwijdte. Men meet deze maat rondom het licnaan recht onder de armen door, gewoon glad lender een toegift. Een eeuw geleden, in den tijd dei- trekschuit, waren de feest-dinertafels met kaarslicht versierd; de kaarsen werden geplaatst in mooie, met beeldhouwwerk versierde kandelaars. Gedurende de laat ste jaren is het kaarslicht voor tafelver siering in ongenade gevallen. Er kwamen alle mogelijke ontwerpen van electrische lampjes voor tafelversiering en....! nu we tenslotte electrische lampjes in elke variatie en kleur kunnen kiezen, nu gaat de smaak weer over tot 't kaarslicht. En er is voor een dinertafel dan ook niets gezelliger en smaakvoller dan juist 't kaarslicht. Kaarslicht doet het zilver en het kristal fonkelen en 't schijnt zoo warm in de diepte van den wijn in de kristallen glazen. Het zachte, warme kaarslicht doet iedereen er op zijn best uitzien en 't geeft een niet te evenaren warmte aan elk kleursehema. We kunnen dit neel goed bewonderen op de oude schilderijen in de musea. Iedereen vindt het mooi en smaakvol, en 't verliest nooit iets van zijn glorie. Het weglaten van het tafel laken en het weer Invoeren van de gladde tafel, met alléén onder de ver schillende schotels en borden 'n fijn kan ten of gehaakt kleedje, is mede één van de oorzaken van 't weer toepassen van 't kaarslicht. Als gij niet wordt als kinde ren, zult gij het Rijk der He melen niet binnengaan." (Matth. XVIII-3) Maria zat en in haar schoot, Lag het Kindeke, de voetjes bloot; 't Was als een bloeiende bloem, zoo schoon, Maria's Kindje, Gods eenige Zoon, Dat gij het al van verre speurt. Sint Jozef stond en zweeg en zag Naar 't Kindje, dat zoo schoon daar lag; Dan keek hij weer Maria aan, Hij keek en liet zijn tranen gaan, Die glinsterend vielen in zijn baard, Zoo blij heeft geen geweend op aard. Ik boog, al weenend, heel diep ten groet, En stamelend zei ik: „dag Kindeke zoet, Mariaüef en Sint Jozef, dag!" En even nog kijkend, hoe 't Kindje daar lag, Ging ik heen en 't was me of de aarde versch rook. Van de Bloem, die aan 't twijgje van Jesse ontlook. Hebt gij dit gelezen, ga zelf dan eens zien, Als het Kindje niet slaapt, zal ook U zoo geschiên. (René Klinkenbergh). Straks zal in iedere kerk, in ieder huis weer een kribbetje staan en in dat krib betje een kindje met ocgen, waaruit de hemel ons tegen straalt, wiens kleine handen de wereld schragen en de meu- schen-harten doen kloppen. En dan zal in menig huis het Kerstmysterie weer worden herdacht, en zooveel reine kin- deroogen zullen weer schitteren van blijde verrukking, en wij zullen ons wee kind voelen met het kind om dat ééno goddelijke Kind! De moeders zeggen aan hun kinders zoete Geheimenissen van het wondre Land, Waaruit op kleine, blanke bloote voeten, Gods Kind getreden komt, met in Z'n hand Lichtende Ster, die d'Engelen volgen moeten! En in verlangen angstig- wachten er De Englen, en zien hoe klein beneden, Belicht door het blije tinklen der Ster, Hun groote God daar gaat, met kinder- schreden, Op koude sneeuw, zoo lang al en zoo ver! Met blanke banen ligt de maan te blin ken, Langs 't pad, waarop HU schrijdt, en hoort het aan, Hoe flonk'rend-lichte kleine klokjes klinken Waar 's-Kindjes voetjes in de sneeuw verzinken. De moeders zien de kinderoogen stralen, Al om de sproke van Gods lieven Zoon; Dien ze al luisterende binnenhalen In hunne zieltjes; en op zachten toon, Wanneer de slaap hen doet in wenschen dwalen Zeggen ze: Och, wat was dat Kindje schoon Wie voelt met dezen modernen dichter, dien heiligen nacht aan de voeten van dat Kind, zijn gedachten niet dwalen ja waarheen? Naar het kinder-land zij ner ziel, naar het verlaten huls zijner kindsheid? O, keer terug in onze verbeelding, lang vervlogen kinderjaren! Keer terug in onze gedachten dierbaar Vader-huis met uw stalletje van stroo, uw schaapjes van witte wol; met uw gekleurde kaarsjes in zachten schemer avond, onder den gewljden zegen van vader en den teeren glimlach van moe der! Keer terug in onze verbeeldingen, op dezen gewljden avond, o, kinder-land onzer ziel, dierbaar Vader-huis, met uw wondere Kerst-mysterie, met de reine Kerst-weelde van dien kleinen God, die onze jeugd verblijdde! Maar ach, het ls slechts herinnering en de harde werkelijkheid komt met an dere beelden, met beelden van zorg en strijd, van kommer en nood, van neder laag en teleurstelling! Het harde leven staat op tegen al deze zoete herinneringen uit lang vervlogen kinderjaren Het kinder-land onzer ziel, met al zijn schoone kinderwenschen? Helaas het is niet meer! Het leven kwam als een grimmig roof dier liet argeloos kinderspel verstoren: de wereld met haar verlokking voerde ons voor den berg der begeerlijkheden en de hartstochten riepen ons op naar de slagvelden des levenstoen kwam de strijden dikwijls de nederlaag! En het vaderhuis? Och wij moesten het verlaten om dei: strijd van het bestaan; het ligt daar aLs een vervlogen droombeeld in den nacht, waarvan bij 't ontwaken enkel de herin nering overblijft! Anderen hebben 't bewoond! Vreemde menschen kwamen er zich vestigen! En vader en moeder? Ach, ge zijt mij, bei te gader Afgestorven, moeder, vader, 't Geen me nu nog leedschap doet! En de broertjes en zusjes met wie we om de kribbe onze schoonste Kerstlied jes zongen? Het leven kwam en heeft ze opgc- eischt; het nam de hand van onze zuster en legde die in de hand van een vreem den man en ze verliet het kinderland van onze ziel! En de speelgenooten onzer jeugd? Sommigen zijn reeds lang gestorven; anderen vertrokken naar verre vreemde kusten of hebben onzen naam voor goed vergeten Voor de kribbe van dat goddelijk kind keeren wij nog eens zoo gaarne terug naar het kinderland onzer ziel; droomen wij ons nog zoo graag eens als kind in het Vaderhuis onzer jeugd!! Maar dit is de wondere macht van het geloof: knielend voor die kribbe roepen wij onze jeugd op uit 'den afgrond van het verleden om haar te maken tot een met morgen-rood gekleurde toekemst! Want het geloof in Hem, die geen be gin kent en geen einde, heeft de won dere macht, om dat verleden eens te maken tot een eeuwig heden! Wie leeft uit dat geloof, leeft in het stralend verleden, dat tegelijk in de toe komst ligt! Want Jezus zelf heeft gezegd, dat wij, die eens kinderen waren, weer kinderen moeten worden om Zijn hemelrijk in te gaan, om daar boven dat stralend ver leden te maken tot een eeuwig heden, tot een eeuwige jeugd! Waar we het verlo ren Vader-huis zullen terugvinden in den God, die onze jeugd verblijdt! Ik ben maar een arm kind, o, Heer. En niets heb 'k dan wat teederhetd en goeden wil, Maar als een gevangene. Die zich wringt Door het enge raam van z'n cel, Om de zon te zien. Ia mijn verlangen naar U! (Gerard Wiideveld) OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN Alkmaar Als Sinterklaas, Kerstmis en Nieuwjaar achter den rug zijn en het leven ons in eens grenzenloos eentonig lijkt, met tot Paschen geen enkelen feestdag in 't vo:r- uitzicht, dan komt de natuur ons dikwijls op allervriendelijkste wijze ter hulp door ons een heel pak sneeuw en een stevige korst jjs te zenden. We zijn dan ineens weer volop in feeststemming. Srieeuwman- netjes, sleeën, schaatsen, nieuwe jumpers, kleurige woüen shawls en mutsen, ysfees- ten en hardrijderijen! In één woord: het ieven wordt weer een aaneenschakeling van prettige gebeurlijkheden, vooral voir de jeugd. De moeders van slesënde jon gens en schaatsenrijdende meisjes hebben er echter weer nieuwe, al zijn het kleine zorgen bij. Krijgen de kinderen geen on geluk? Zuilen ze niet te laat thuiskomen? Vallen ze weer geen groote gaten In hun kousen? Hebben ze wel warme en aardige sportkleeding? Met dit laatste kunnen we j u een klein handje helpen, 't Hoeft niet allemaal kostbaar te zijn. Ook uit „wat j ouds" kunnen we een leuk ijscostuuni samenstellen. We hebben b.v. nog een deux-piéces, dat wat te klein is en een uitgesneden hals heeft. We verlengen den rok met een breede bies van helle kleur, in punten uitgeknipt. De col sluit hoog aan den ha's en is op dezelfde wijze aan de jumper bevestigd. Op de afbeelding wordt hierover een jasje gedragen van imitatie breitschwanz met kraag en manchetten van geverfd konijn (flg. 5387). Fig. 5384 is van wollen jersey met zoo'n modern patroon ln grijs, blauw en oranje. De muts Hjkt op een middeleeuwsche soldatenkap, maar is heel modern en zeer practisch. Fig. 5388 is prachtig te combineeren uit twee" oud-modische costumes, b.v. een van geruite stof en een van effen. Zooais we op de afbeelding zien is de jumper van effen stof, met een rand, kraag en mouwen van de ruit. Het klokrokje kunnen we nemen uit het materiaal, waar van we den grootsten voorraad hebben. Na tuurlijk zullen wij er op bedacht zijn spre kende kleuren te kiezen. Niets vormt een beteren achtergrond voor alle k'euren van den regenboog dan het blinkende wit van de sneeuw. POLA. i Ik ga toch maar weer zelf Kerstbrood bakken. Eerst had ik gezegd van niet, omdat ze zoo'n rommel hadden gemaakt met den Sinterklaas. V moet weten, we hatfden zelf spikkelaas gebakken op Woensdagmiddag en 't grut mocht hel pen in de keuken, maar toen ik met den groenteman bezig was, die me effetjes nemen wou met spruitjes, waar je de helft van kon weggooien, toen hadden ze den zak met bloem laten vallen. En die kleine Piet, die overal met z'n neus bij moet wezen, had er doorheen geloo- pen en toen bulten in de nattigheid en toen weer door 't huis. En in plaats dat ze my nou dadeiyk waarschouwen, la ten ze mun der zonder erg óók nog doorheen loopen. Affijn, 'n smeerboel van belang en ik natuurlijk kwaad en ik zei. dat ik er nou genoeg van had en dat 't nou uit was met de bakkerij. Maar ja, 'n mensch kan zoo al es wat zeggen, as ie kwaad is en zoo lang as Ik getrouwd ben, heb ik zelf me Kerst brood gebakken en vroeger by mevrouw zaliger ock al en altyd goed gelukt. En as je t koopen mot, kost 't 'n hand vol geld en ik zou de gezichten wel es wil len zien, as ter, na de Nachtmis, geen kerstbrood op tafel kwam! Zoo doende ken ik der toch eigeniyk niet van buiten en ik heb de spullen der al voor ingeslagen: 1 pond bloem, 1 afgestreken eetlepel zout, I ons suiker, 2 ons boter (ik neem altyd margarine), 1 ons krenten, li ons sucade, ons amandelen, de afge- raspte schil van een groote citroen, 1 theelepeltje kaneel, 1 theelepeltje geraspte nootmuscaat. theelepeltje gemalen kruidnagel, de helft van 'A ens snippers, en een groot ei of 2 kleintjes. Vóór 't bak ken haal ik der dan nog een 'A ons gist by en dan moet ik nog zoowat 1 'A koppie lauw-warme melk hebben. Mevrouw zaliger deed er ook nog 'n theelepel cardamompoeder by. maar dat vond ik niet lekker en daarvandaan ben ik der in m'n eigen huishouden maar niet mee begonnen. Nou maak ik daags te voren al alles klaar. De krenten en rozynen bestrooi ik met bloem, ik wrijf ze tusschen me han den goed heen en weer om de steeltjes los te maken en dan schud ik ze door 'n grove zeef om die steeltjes kwijt te raken. Dan wasch ik ze goed in lauw water en dan moeten ze gedroogd. De sucade wasch ik in ze geheel en dan wordt ze gesnipperd. De snippers worden ook 'n beetje gewasschen en de aman delen worden gebroeid en fijn gehakt. Sientje mag de kruitrijen afmeten want dis is zoo sekuur met alles en die roeren we dan door mekaar. As ik nu ga bakken, dan doe ik eerst al de bloem in \in groote kom en dan maak ik in 't midden 'n kuiltje tot op den bodem en daar brokkel ik de gist in met 'n beetje suiker der op en dat roer ik dan met 'n scheutje lauwe melk en 'n beetje van de bloem tot 'n papje en dan zet ik 't gevalletje 'n kwartiertje bij de warme kachel om te ryzen. Onder - tusschen maak ik de boter een beetje zacht en dan doe ik eerst 't ei by de bloem en dan de suiker, de kruiden en de boter en dan begin ik met me rech terhand vast te kneden. Na een kwar tiertje doe ik al de rest erin en as 't noo- dig is, nog wat lauwe melk, maar 't moet 'n stevig deeg blyven en je hebt op 't laatst wel allebei je handen noodig om 't goed te krygen. As 't zaakje mooi soepel is, dan wring ik 'n schoenen doek uit in warm water en dien leg ik over het deeg en dan zet ik dat weer op 'n lauw warm plekkie om te rijzen. Daar moet je 't den tyd voor gunnen en 'n uur is som3 nog lang niet genoeg, maar as 't wel tweemaal zooveel is geworden as 't eerst, was, dan maak ik me kerstbrood verder klaar. Ik strooi wat bloem op 'n plank en daar leg ik 't deeg op. Dan maak ik eerst 'n dikken ronden bal, dien ik aan een kant wat dunner uitrol. Zoowat twee derde parten van het deeg laat ik onge moeid, maar tegen dat laatste end zet ik m'n deegrol an en ik rol dat uit tot 'n lap die net zoo lang is as 't dikke stuk en die naar de kanten toe dun uitloopt. Nou en dan strijk ik 'n beetje water over die dunne helft en dan sla ik die over 't dikke stuk heen. Zoo krijg Je dan den vorm van 't kerstbrood. Dan leg ik me kerstbrood op het bak blik, dat ik te voren met boter heb inge smeerd en zóó laat ik 't weer een poosje rijzen op 'n lauwwarm plekkie min stens 'n half uur. Dan bestrijk ik 't met boter en dan zet ik 't in den heeten oven, tot 't lekker gaar en lichtbruin gebakken is. Dat duurt zoo ongeveer 3 kwartier. Ik probeer dan met 'n breinaald of 't zaakje goed gaar is. De naald moet er schoon uitkomen. Voelt ze nog wat kleverig an, dan is 't van binnen nog nie goed. En as 't brood dan uit den oven komt dan bestryk ik 't dadeiyk met gesmolten boter en dan strooi ik der royaal wat poedersuiker overheen. Zooas ik zei: me kerstbrood is altyd fyn gelukt. Dat komt omdat ik der in tijds an begin, zoodat tk 't deeg lang kan laten ryzen. En ook omdat ik 'n puik- besten oven heb. As je geen goeien over. hebt, hoef je niet te beginnen met brood bakken. Ik steek me gasoven aan 10 minuten voordat me brood erin moet, dan laat ik 'm nog 'n kwartier op vol staan en dan draai ik de kraan op half. En dan maak ik den oven niet open, om te kijken, eer ik denk, dat 't zaakje gaar is. Weet u, wat je ook hebt met dat zelf bakken? Je heele huis ruikt er zoo heer- lyk van en as me man en de jongens dan thuis komen, dan kunnen ze zoo heerlyk snuffelen en dan hoor ik van alle kanten: Wat ruikt 't hier fijn naar Kerstmis! Maar 't Kerstbrood krygen ze pas te zien op Kerstochtend, met 'n moei tak- kie hulst met bessen erin. ADRIANA KNUIST—POLLEPEL.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 15