De tentoonstelling ten bate van de
St. Theresia-Stichting
TWEEDE BLAD
ZATERDAG 21 DECEMBER 1929
BLADZIJDE 1
Bisschoppelijke belangstelling bij de opening
Z. D. H. Mgr. Aengenent wekt Katholiek
Haarlem op, het edele doel te steunen
EEN FOKKER-VLIEGTUIG
IN AMERIKA NEERGESTORT
Vyf dooden
DE BRAND OP DE
GELDERSCHEKADE
TE AMSTERDAM
!j(&p het Gouden
Priesterfeest
i VAN ONZEN HEILIGEN VADER
DE TE WATER LATING VAN
DE „MARNIX VAN
ST. ALDEGONDE"
De plechtigheid verricht door
Prinses Juliana
Kerstmis in aantocht
JNnrrnNOFN
Het spellings vraagstuk
Irabantsche Brieven
Gisterenavond te half zeven is de ten
toonstelling, welke ten bate van de St
Theresiasticht'ng in het gebouw ,,St.' Bavo"
aan de Smedestraat gehouden wordt, offi
cieel geopend.
Het moet voor de ijverige damps-bestuurr-
leden een groote voldoening zijn geweest
dat Haarlems Bisschop, Z. D. H. Mgr. J. D
J. Aengenent, de tentoonstelling wiide ope
nen. daarmede Zijn hooge ingenomenheid
met het maehtig-mooie doel met de expo
sitie beoogd te kennen gevend.
Behalve het bestuur der St. Theresia-
stichting en de dames-verkoopsters merkter
wij in de tentoonstellingszaal on Pastoor
Rennenberg, Pater Hentzen, en de heerer
Van Liemt en Everard.
Het Lyceum-strijkorkest, onder leiding van
den heer O. Koop, bracht eenige stemmings
nummers ten gehoore.
Het was iets na half zeven, dat Mgr., ver
gezeld door zijn secretaris, den Zeereerw.
Heer Pichot, de zaal betrad en ontvangen
werd door kapelaan Leesberg en het bestuur.
Nadat Mgr. zich gedurende eenige oogen-
blikken met de bestuurderen had onderhou
den, werden enkele stands bezichtigd. Ver
volgens nam Mgr. plaats op den voor Z. D.
H. bestemden zetel, waarna de presidente,
mevrouw Van Liemt, den Doorluchtigen
Kerkvorst toesprak.
Monseigneur,
Het is spr. als presidente van het Comité
voor deze Tentoonstelling, ten bate van het
nieuwe Tehuis der Kleine Theresiastich-
ting, een groot voorrecht Monseigneur hier te
mogen begroeten en Z. D. H. namens de
mede-leden van genoemd Comité welkom te
heeten.
Het verheugde ons ten zeerste, aldus spr.
en stemde ons dankbaar, toen wij mochten
vernemen, dat Uwe Doorluchtige Hoogwar-
digheid ons verzoek had ingewilligd, om niet
alleen deze tentoonstellng met Uwe hooge
tegenwoordigheid te willen vereeren, doch
deze ook te willen openen.
Wij zien daarin een blijk van Uwe belang
stelling in ons werk en zullen daarin zeker
een aansporing vinden om in ons nieuw tehuis
met nog meer energie dan voorheen mogelijk
was, ons werk voort te zetten.
Monseigneur zoo ging spr. voort mag
ik U nu eerbiedig verzoeken onze tentoon
stelling wél te willen openen?
Alvorens echter dit geschiedt, zou ik nog
een tweede verzoek tot U willen richten, ho
pende, dat ook dit door Uwe Doorluchtige
Hoogwaardigheid zal worden ingewilligd.
Ons Comité zou het op hoogen prijs stellen
wanneer U als aandenken aan deze tentoon
stelling dit kleine geschenk zoudt willen aan
vaarden.
Spr. bood Mgr. hierna een zilveren schaaltje
met inscriptie aan.
Mgr. Aengenent opent de ten
toonstelling.
Alsdan nam Z. D. H, Mgr. J. D. J. Aen
genent het woord.
Alvorens de tentoonstelling te openen en
aan te bevelen, wenschte Mgr. enkele woor
den te spreken. Mgr. zegde dan allereerst
lank voor de vriendelijke worden van wel
kom en noemde het zeker geen alledaagsche
■'ebeurtenis, dat een Bisschop komt openen
"en tentoonstelling van poppen en handwer
ken (gelach).
Toch heeft Mgr. gaarne de uitnoodiging
xanvaard om hier de openingsplechtigheid te
verrichten en wel om het groote en verheven
1oel, dat met deze tentoonstelling beoogc'
wordt, n.l. de verzorging van zuigelingen, c'i-
"•an die verzorging behoefte hebben.
Dat is een heerlijk doel, welks bereikin"
"angenaam moet zijn in de oogen van God
Ms iedere daad van liefde ten opzichte var
mze naasten, God welgevallig is, dan is het
zeer- bijzonder dit werk: de zorg voor de kin
deren, de zorg voor de zuigelingen. B'izon-
der aangenaam is dat aan het Goddelijk
Kerstkind, dat wij in deze dagen verwachten
Een der allereerste daden van den Godde-
lijken Zaligmaker, toen Hij de menschelijke
natuur in den schoot van Zijn Moedermaagd
had aangenomen, is geweest een aandran"
uit te oefenen op Zijn eigen Moeder, opdai
rij zichzelf in dienst zou stelien van haar
nicht, de H. Elisabeth, die zelf een kind ver
wachtte.
Mgr. herinnerde dan aan het Evangelie
waarin deze gebeurtenis wordt verhaald en
meende uit dien drang te mogen conclu-
deeren, dat alle de daden, die de vereenigin"
verricht, ten zeerste welgevallig zijn aan de
H. Maagd en Haar Goddlijk Kind.
Het doel van de vereeniging is dus voor
naam en edel en daarom heeft Mgr. gaarne
gevolg gegeven aan het verzoek, om deze
tentoonstelling te openen.
Mgr. wilde daarmede tevens geven een blijk
van warme sympathie, warme waardeering
en bijzondere dankbaarheid ten opzichte van
alle dames, die trachten, het werk zoo vol
maakt mogelijk te verrichten. Ook dankt
Mgr. allen, die ertoe medewerken, om de ten
toonstelling te deen slagen.
Mgr. hoopt, dat het doel nJ. middelen
te verkrijgen, om zich ruimer te kunnen huis
vesten bereikt zal worden, in ieder geval
lat de tentoonstelling een belangrijken stap
in die richting zal beteekenen.
Moge God. aldus Mgr., Uw werk zegenen
en bijzonder deze tentoonstelling.
Moge Katholiek Haarlem medewerken, oir
het doel te bereiken.
Nadat Mgr. tenslotte vriendelijk dank had
"ezegd voor de hem geschonken kostbare her
innering, verklaarde Mgr. de tentoonstelling
oor geopend (applaus).
Vervolgens maakte Mgr. nog een ronde
'angs de verschillende stands.
Begrijpelijke vergissing van den brandweer
man. wanneei de plumpudding brandend"
wordt opgediend. (Passing Show).
Naar uit Washington gemeld wordt, is op
het vliegveld van Bollingfield, vermoedelijk
tengevolge van een motordefect, een drie-
motorig Fokkervliegtuig neergestort, tenge
volge waarvan het Congres-lid William Kay-
now en vier andere personen gedood weruen
De schade
Omtrent den brand op de Gelderschekade
in den nacht van Donderdag op Vrijdag ver
nemen wij nog het volgende:
De fa. Lissauer en Zonen is op beurspolis
verzekerd voor een totaal bedrag van
360.000. Hoe groot de door den brand ver
oorzaakte schade is, kon nog niet worden
vastgesteld.
De oorzaak
Bij het onderzoek, dat hoofdinspecteur L.
Hoogen boom van het bureau Warmoesstraa;
naar de oorzaak van den brand heeft in
gesteld, is gebleken, dat vier jongens, die den
patroon behulpzaam waren geweest bij net
opmaken van balans en inventaris, gister
middag tegen het verbod in cigaretten
in het magazijn gerookt hebben. Vermoede
lijk hebben zij dus een eindje cigaret nog
brandend weggeworpen en is dat in een baal
goederen terechtgekomen, die daardoor aan
't smeulen zijn geraakt en aanleiding werden
tot den grooten brand.
i
Onder groote belangstelling vond heden
middag van de werf van de Nederlandsche
Scheepsbouw Maatschappij te Amsterdam
de te waterlating plaats van het dubbel-
schroef-motormailschip „Marnix van St. AI-
dpgonde"; op genoemde werf gebouwd vooi
rekening van de Stoomvaart Mij. „Neder
land"
De groote belangstelling zal wel niet in de
laatste plaats veroorzaakt zijn door het feit,
dat aanwezig waren Z. K. H. Prins Hendrik
en H. K H. Prinses Juliana, die de plechtig
heid van het te waterlater. verrichrie.
De naam, welke het nieuwe schip draagt
en welke herinnert aan den tijd, dat Oranje
door strijd en leed met Nederland was ver
bonden, was mede een der redenen, waarom
de directie van de Mij. „Nederland" de ko
ninklijke gasten had uitgenoodigd en de
Prinses nad verzocht, de plechtigheid te
willen verrichten. De „Marnix van St Aide-
gonde" is een zusterschip van de onlangs
ce water gelaten „Johan van Oldenbarne-
veldt" en heeft dan ook, behoudens enkele
uitzonderingen, dezelfde bouw. Het schip
meet ongeveer 19.000 bruto register ton en
heeft een lengte over alles van 185.50 Meter,
een breedte op buitenlant-s^anten van 22 58
Meter en een hoogte tot het A.-dek van
22 45 Meter. Het biedt rirmte aan 370 oa~-
sagiers eerste klasse, 281 tweede klasse. 64
derde klasse en 60 vierde klasse, zoodat het
aantal passagiers 775 kan bedragen en het
aantal opvarenden, met de uit 344 personen
bestaande bemanning mee, in totaal 11x9
kan bedragen. Voor eerste en tweede klasse
zat het schip bevatten afzonderlijke muziek
salons, rooksalons. kinderkamers, eetsalons
en een veranda, alsmede de voor de eerste
klasse afzonderlijk luxe-hutten en een da
messalon. Evenals de „Johan van Oldenbar-
ncveldt" heeft ook dit schip een personen
lift, een zwembad en een gymnastiekzaal
aan boord De binnen betimmering der salons
is ontworpen door den sierkunstenaar c.
Lion Cachet. Het schin wordt voortbewogen
door twee schroeven, elk gedreven door een
Sulzer-Dieselmotor van 7000 P. K., die het
sphip een snelheid kunnen geven van 16 mijl
per uur en vervaardigd zijn bij de Ml). „De
Schelde" te Vlissingen.
De Ie wafer lating
Langs de helling was een tribune opge
steld. waarop de talrijke belangstellenden
konden plaats nemen om het afloopen van
den Ijzeren romp van het nieuwe schip gade
te slaan. Op eenden afstand daarvan stond
de eere-tribune opgesteld, waar de konink
lijke gasten en de officieele genood'gden van
de Mij. .Nederland" zouden nlaats nemen.
Te ongeveer kwart voor twaalf arriveerden
de laatsten met de „Zaandam II", Een ze
ventigtal personen nam plaats op de eere
tribune. Uitgenoodigd waren o.a. commissa
rissen en directeuren van de Mij. „Neder
land". de heer S. P. van Eeghen. de heer en
Mevr. Jhr. H. Loudon-van Ma-ken. oe
voorzitter van de Amsterdamsche Kamer van
Koophandel de heer E Heldring, de Com
missaris der Koningin in Noord-Holland. Jhr.
Mr Dr. A Roëll en de dames van directeu
ren en commissarissen, commissarissen van
de Ned. Scheepsbouw Mij., de Directie van
de Kon. Mij. „De Schelde", de burgemeester
van Amsterdam en zijn echtgenoote de neer
en Mevr. De Vlugt-Flentrop, de heer H. Cre-
mer van de Deli Mij., de heer en Mevr. C.
Lion Cachet-Cordes, vlce-admiraal L. J-
Quant en tenslotte de Comte en Comtesse
John de Marnix de St. Aldegonde uit Brus
sel, die als de vermoedelijke nakomelingen
van den grooten Marnix eveneens waren uit
genoodigd om de plechtigheid bij te wonen.
Ook de hoofdcommissaris van Politie, de neer
H. J. Versteeg, was aanwezig.
Te ongeveer tien minuten voor twaalf na
derde van de zijde van de De Ruyterkade
de motorboot „Presto" mei den ko: inklljken
standaard voorop. Aan boord bevonden zich
Prins Hendrik met zijn Adjudant. Prinses
Juliana met den Chef van haar Huis en een
hofdame en de heeren M. C. Koning en A.
F. Bronsing, directeuren der Mij. „Neder
land".
Aan den steiger werden de koninklijke gas-
2 c.December 1929
De Katholieke Kerk juicht heden.
Van Oost tot West, van Noord tot Zuid,
Wordt door Haar kinderen en met reden
Een dank- en jubellied geuit.
Wij zijn verheugd, het feit ter eere
Dat onze Heilige Vader thans
Paus Pius XI mag jubileeren,
Als Priester draagt den gouden krans.
Zijn op dit feest wij altegader
Vervuld van vreugd en dankbaarheid,
Om 't heil dat voor den Heiligen Vader
Door 's Hemels Zegen is bereid.
Het maakt ons dubbel blijde heden,
Dat Hjj, Die in Gods plaats regeert,
Niet meer zooals in het verleden,
De vrijheid in Zijn Staat ontbeert.
Neen Pius XI Wien mag versieren
Als Priester thans den gouden Kroon,
Hij mag in vrijheid jubel vieren
Voor welk geluk reeds naar Gods Troon
Ons dankgebed is opgestegen,
Terwijl wij bidden, dat altijd
Den Hemelheer Zijn rljksten zegen,
Verleene aan Zijne Heiligheid.
Wil smeeken U, o Christus Koning,
Deel aan den Prins der Kerk, Die nu
Reeds als een voorsmaak der belooning,
In eeuwigheid bereid door U,
Voor Hem in Sions zalige dreven,
In vreugd Zijn gouden jubilé
Als Uw Gezalfde mag beleven,
Uw zegen immer ruimschoots mee.
Schenk Heer aan Uwen Plaatsbekleeder
Die gansch de Kerk heeft toegewijd
Aan 't Goddelijk Hart van U, zoo teeder,
En Wien de Missies wijd en zijd
Men met Zijn vaderhulp ziet schragen
Uw gunsten steeds in overvloed
Tot aan het einde Zijner dagen
En laat, o Gever aller goed,
Met den beminden Heiligen Vader,
Wien heden tooit een jubelkroon,
Eenmaal ons juichen altegader
Geschaard om Uwen Glorietroon.
Beverwijk, M. DE JONG.
ten begroet door de heeren Goedkoop direc
teuren der Nederlandsche ScheeDsbouw
Maatschappij. Het dochtertje van den oud
sten directeur der Mij. „Nederland", jonge
juffrouw Dorothea Wiinanda Tegelberg, bood
de Prinses bloemen aan en vervolgens wer
den de gasten naar de eere-tribune geleld
Nadat de laats'e maa'regelen waren ge
troffen, verhief Prinses Juliana zich cm de
laatste beletselen, die het schip nog tegen
hielden, weg te nemen. Statig en zonder in
cidenten gleed het reusachtige Ijzeren ge
vaarte van de helling het IJ-water in. waar
hef al spoedig in ziin vaart geremd werd.
Het woord werd dan gevoerd door de hee
ren Koning en Goedkoop.
De laatste bood de Prinses het gebruike
lijke souvenir, een herinneringsspeld aan.
Na beëindiging van de plechtigheid ver
lieten de vorstelijke personen met hun ge
volg de eere-tribune en begaven zich met de
overige genoodigden aan boord van de
„Zaandam II". die afstak en cle werf verliet.
Reeds de volgende week zal op de thans
vrij gekomen helling de kiel gelegd worden
voor het motor-passagiers- en vrachtschip
„T.iinegara" een zusterschip van de thans op
heiling I in aanbouw zijnde Tabinta". wel
ke beide schenen gebouwd worden voor re
kening van de Java-China-Japan-Lljn.
\rr%r\y 1 /vr.,* Vf*n »****»riek stelt dP
Redactie zich niet aansprakelijk.
Haarlem, lS-12"^
Hooggeachte Redaklie,
Uw aanval op t heilige huisje „vereen
voudigde" heeft géén fel en n:ets ontziend
verweer van zekere zijde gevonden.
Kunt U vermoeden, wat daar misschien
de redenen van rijn?
Ik vermoed er twee.
Ie Die zekere zijde, dat stel'etje slappe-
■ingen en minderwaardigen, die lÜders aan
gemakzucht en slordigheid ('n paar van hen
zijn, hoe is 't mogelik. nog professor gs-
Met mistletoe en kerstboom wordt in het Buitenland Kerstmis gevierd en dagen tc
voren is alles in de weer met voorbereidingen. Zie hierboven een guitige foto uit Nor-
mandië, waar de meiskes, beladen met mistletoe, hun buurman, dien zij op hun'weg
naar huis ontmoeten, met hun groen versieren
worden!) die zekere zijde is waarschijnlik
niet gewoon om terug te schelden.
2e. Voorstanders (in teorie en praktijk)
van V S polemiseren misschien al één me:
tegenstanders die blijk geven van énig in
zicht in taal en taalonderwijs in 't algemeen
Misschien hebben* ze nu alleen maar even
gelachen.
Met zéér veel hoogacht'ng
WIL. G. J. JANSE
Haarlem, Brouwersplein 23.
Wij willen dezen inzender niet de ge'egen-
heid- onthouden, voor onzen lezerskring tc
demonstreeren. wélke mentali eit zekere
spelhngs-vereenvouöigers beheerscht en hoe
deze rcageeren op een aanval op hun „heilig
huisje".
De beschuldiging, dat wij ons aan een
cheldpartlj schuldig gemaakt zouden hebben
Is natuurlijk maar een uitvlucht je: wij
nemen geen woord terug van wat wij schre
ven; zij, voor wie onze kwalificaties bedoslc!
waren (en zij golden natuurlijk niet voor
de ernstige leerkrachten welke met eerbie
diging van de bestaande spelling op ge
paste wijze voor vereenvoudiging ijveren)
mogen de door ons gebezigde termen gerust
op zichzelf toepassen.
En wat inzenders tweede vermoeden be
treft: waaruit is hem gebleken dat schrijver
dezes niet „énig inzicht in taal en taalon
derwijs in 't algemeen" bezit?
Inzender zelf schijnt zoo weinig thuis te
zijn in de kwestie, dat hij niet eens weet, op
welk gebied de kweséie eigenlijk ligt.
Anders moest hij in dit verband niet spre
ken van „taal en taalonderwijs in het al
gemeen": de spelling toch is heel iets anders
dan de taal.
Bij gelegenheid willen wij den inzender
daarin wel eens een lesje geven.
We stellen lntusschen nadrukkelijk vast
dat tot op heden nog geen enkel verweer is
losgekomen.
Het zou ook werkelijk moeilijk vallen, den
door ons gesignaleerden „misstand" goed tc
praten.
Onderwijzers, die hun leerlingen niet be
hoorlijk de huidige officieele taal leeren, zijn
ernstig in verzuim en beteekenen een groot
gevaar voor het welslagen der kinderer
in het latere leven.
Dét is het wat wij hebben betoogd, en
dóArtegen most inzender opkomen, als heir
daartoe de moed niet ontbreekt.
Van andere zijde 't is alweer een on
derwijzer! ontvingen wij intusschen nog
volgend schrijven:
Hooggeachte Redactie,
„Met volkomen instemming heb ik uw be
toog welks Inhoud ik zonder voorbehoud on
derschrijf, gelezen.
Het doet mij buitengewoon veel genoegen
dat de Redactie van dit blad de roekeloozc
buitensporigheden onzer beeldstormerigc
ipellings-Calvijntjes zoo kloekweg durft ver
jordeclen.
Het wil mij voorkomen, dat een zeker
adsige gemakzucht, gepaard gaande aan c"~
:arakteristiek-Hollandsche neiging, om al
datgene, wet „van eigen bodem" is, kleinee
rend te bejegenen, de voornaamste drijfveer
vormt van het ageeren der Colieviniar.en en
der nóg-radicaler spellings-bolsjewieken.
't Is intusschen bedroevend, dat vaak rij
die zoo geringschattend neerzien en zoo mee-
doogenloos afgeven op de velerlei ingewik
keldheden en „inconsequenties" onzer eigen
spelling, zich, klaarblijkelijk zonder den ge-
ringsten weerzin, en mét de meest hoogge
stemde geestdrift, beijveren of hebben be-
jverd, om tot in de ragfijnste finesses ver
trouwd te geraken met de in vergelijking met
ons hedendaags geschreven Nederlandsch.
oneindig veel meer gecompliceerde ortho-
graphieën der Fransche cn Hoogduitsche ta
len.
De spellingswetten dier uitheemsche Spra
ken zijn heilig en onschatbaar; die van dc
eigene Moedertaal verkracht men eenvou
dig naar eigen grillig believen.
Hoe in-treurig het gesteld is met het ortho-
graphisch kunnen van de „élite onzer vader-
landsche intellectueelen" (de hoofdacte-can-
didaten! in hunne soort werkelijk „univer-
seele genietjes!"), blijkt wel zeer treffend
uit de klachten, vervat in de officieele rap
porten der examen-commissies voor de hoofd-
acte van de laatste jaren!
Reeds geruimen tijd was ik voornemens,
im tegen het dolzinnig gesol met onze spel
ling, om tegen dat geestdrijverij anticipiee-
en (waarvan de leerling de d.fe wordt!) van
verantwoordelijke leerkrachten onzer lagere
en middelbare scholen op eene officieele re
geling onzer spelling door de bevoegde over
heid, eens een geharnast openlijk protest te
schrijven.
Dat u, hooggeachte Redactie, door het pu-
bhceeren van uw voortreffelijk artikel mijn
taak ah.w hebt overgenomen en die hebt
volbracht op een wijze, oneindig veel beter
en doeltreffender dan ik ooit zou vermogen,
stemt mij tot groote voldoening en dankbaar-
beid. d.
P.S Dit artikel bijna voltooid hebbend,
neem ik kennis van den inhoud van het
schrijven van een onderwijzer (in uw ge-
eerd blad van heden. 18 Dee.), hetwelk u
naai aanleiding van uw artikel werd toege
zonden
Ook met dezen heer ben ik het volkomen
:ens; mline ervaringen, wat het onderwijs in
de Moedertaal in de hoogste klassen der
Lagere School betreft, zijn volmaakt dezelfde
als de zijne. Ik ben zelfs bereid, te demon
streeren. mits men mij de vrije hand laat
(derhalve niet onder critisch toezicht van
zich „onfeilbaar", wanende, zwaar „bevoeg
de" school-.,hoofden"!), dat het zéér goe.i
nogelijk is. aan eene goede hoogste klasse
zelfs de volledige verbuiging der naamwoor
den (of die nu wel practisch is, laat ik in
bet midden) te onderwijzen, met goede re-
s„',"'-n
(Het bovenstaande lag reeds geheel ge
reed voor de pers. toen ons nog een mge
zonden stuk, handelend over hetzelfde on
derwerp, bereikte.
Dit stuk zuilen wl) Maandag graag een
plaatsje verleenen.
REDACTIE).
Ulvenhout, 15 December 1929
Menier,
Wa staan me d'r
weer best veur. j
xmico! Kerstfiest,
Ouwe-n-en-Nuwe, pJiCL "iöS
vordstenbrood, 'n
doen en veul en
ekker schraansen. iéllSvl»
't Is op d'n oogen-
blik nie druk op d'r.
bof en kè'k al d'n
tijd om de spullen IflwwtEkWwvBr-
gèèf in orde te ma-
ken. Om te beg nnen: 't niusejum!
As ge nie sjuust begrept wa 'k daar mee
esdoel: da's ons beste kamer; 't selon! Gc
iit wel, Trui d'r heiligdommeke, waar 'U
looit aanders mag binnenkomen of ik mot
'list m'n klompen veur de deur zetten en
i.'n pepke op d'n schouw leggen. En otnda '1.
li'n eigen zonder klompen en zonder pij;
ran vuul as 'n schuit zender roer, vaar ik
maar nooit die haven binnen. Of 't mo'
i&ard noodig zijn, zooas nouw!
Waant ge mot weten, de Amsterdammer;
'.omen weer. Dré en Lew.ee mee de cïric
rokken ja drie, ge wit dat 'r 'n half jorkc
;e! jen weer zo'nen kleinen essetee-make
i'r bij gekomen is ee, welnouw, da span-
nel.e kom mee de Kerst- en Nuwejaarstiji
weer naar huls! En omda-d-et pas Sundere-
fclaas gewiest is en ons musejum dus weei
verders aangevuld is mee „de" schilderij var
Di é-d'n-verver, mot ik da geval eerst seer-
jc-us veur mekaar stompen. En da's 'nei
1 Èen kopzürg. D'r sta-d'nen sirrekel op, 'r.
p r scheeve lijnen die naar mekaar toeioo-
pe n en iets-as- n blom zooas 'r nergens eet:
groeit. En da mot, volgens Sundereklaa
veurstellen „De Liefde." Keb alty .'och
gi'd amico. onder ons gezeed en gezwegen
dak van de Liefde nog al verstajum hac
n aar hier kan 'k gin touwke-an-aan vast
kuoopen. Maar ollee, keb de Liefde netjr
in 'ri paar kraanten gepakt vleejen week. ir,
4'n grujjnt'u" 'gel geleed onder zeil
landers wier de Liefde nat mee da kwaje
/eer ee, en naar d'n lijstenmaker ge-
rocht. 'k Zee: „jong, zet daar nouw 's 'n
rhoon lijstje-n-om en zet veral de schroef
ogen op de goeie plek da'k er nie da gesal-
imaander mee eb as vleejen jaar, da-d-et op
'nen kop hangt as m'nen zeun mee de Kerst-
'agen overkomt." Keb 'n schoon lijstje-n-
Itgezocht, 'n ouwerwetsch gouwen lijstje
ol mee lofwerk-figuurkes, waarin hartjes en
1 ruiven en allerhande fruit in veurkomen en
n kupidoowke mee pijltje?, zooda-d-et nouw
énen bonk van L'efde-n-is geworren. De
jstenmaker wouw er eerst 'nen gladden
.varten lijst omhenen maken, „want 't was
ledèrn," zee-t-ie. „Zoo." zee ik, „wa stelt 't
lan veur?" Toen hiew ie z'nen kop heel ge-
ichtig schuin, stak z'n lippen 'n end ver
ft of ie 'n kuske wouw geven. 'k docht,
lij kom-d-op d'n goeien weg. en toen
makte-n-ie 's en verzekerde me; „da's *t
'.echt." (Da zat 'm netuurlijk in die krom-
ie lijnen). „Ge bent er neffen man.' lachte-
ï-ik 'm uit, ,,'t kan mis.chien nog wel 's 'n
'„echtzaak werren, maar veurloopig is 't nog
:ie verder as de Liefde!" „Tja-tjaaajaja".
?weerde-n-ie toen, „netuurlijk! Meester-
jk!" Da kan duur worren, docht ik, as 't
oo'n meesterstuk is en vroeg ik maar gaauw
en wa kos me da lijsje?" „Veertiengulden-
jfenzeuvent g," gaf ie op. „Wit et wel
eker," vroeg ik 'm, „kunde daar wel uit? Is
t gin veertienguldennegenentachtig?" „Ni-
.ni, wa 'k gezeed em," zee-t-:e mee 'n ernst
m akelig van te worren. „Mot et zeivers
ïaar weten,waarschuwde-n-ik 'm, „ge krijg
nnen cent meer."
Da's aanders knap duur amico, maai
Ilee, Trui is 'r weer mee kontent, Dre za.
c ok wel prachtig vinden en... de liefde kos.
óch altij veul meer as ge veruit denkt. Zoo-
eul weet ik er m'n eigen nog wel van te
erinderen! En as nouw de Liefde stra;
k weer aan 'n :«\jkerske hangt in 't selon
an geef ik oew op 'u briefke, dat er ginner,
ierkaanten duim meer over is aan de murei
m er na verloop van tijd 'n pandan nee
3 hangen van... De Echtscheiding! Waar 't
ïee zó'n mederne Liefde vast op uit mot
■aaien. wa-d-ik oew smoes!
Toch za"k m'nen zeun zeggen, dat ie aan-
'jrs nie meer zo'n bombarie maken mot a
c weer 's 'nen keer zo'n Kunstwerk op z'nen
.iojg hang. Waant keb gelezen in de kraant,
keb 't nuuwke uitgeknipt en zoolaank in
m'n portemenee bewaard om 't 'm te laten
zien. dat er veur enkelde weken gelejen in
?arijs 'n hekspesisle is gewiest van medèrne
xhilderkunst en dat d'n verver, die d'n
Dersten prijs veur z'n werk had gekregen van
le deskundige zjurie, aan die deskundi-ge
nannen ee gezegd: mesjeus, m'nen doek bee
xl d'n tijd wel dwars gehangen, maar allons
.edankt veur d'n gouwen medallie. Is ie
icht?" Ollee, as zukke mannen, die net zoo-
eul verstajum motten emmen van verf as
k van kunstmest, d'r eigen nog vergal!e-
oeeren, (hoewel amico, ik 'nen blomkool nie
/erslljten zal veur 'r.en bos peeën!) lot ik
a'n eigen dan ok maar 's vergissen! Ik vuul
n'n eigen niks meer as 'n deskundige arties-
enzjurie,' wa gij?
Maar genogt, laat ik nouw ophouwen over
ns musejum, heb oew nog veul meer te
chrljven.
Om te beginnen: 't verken zit in de kuip
/emmen geslacht. Sodejabel, 't was weer
:o'nen kérel, ee! Vierhonderdtachetig pond
;choon aan d'n haak. Da's Trui d'r kunst-
.verk. En keb ze grif d'n eersten prijs ge-
jeven, amico en er g.n oogenblik aan hoeven
re twijfelen of ze 'r ginnen ezel van had ge
nokt. 't Wés 'n verken; 't wès 'nen kuus en
Der.en die wel veur twee telde! Wemmen d'r
euls te veul aan, op dn hof. nouw de kien-
.lers allemaal weg zijn, maar da's ginnen
trop. M'nen vrind ons pustorke hè'k getrak-
eerd op 'nen bil. Die kan van d'n winter
xan d'n ham dat 'm 't vet van z'n spitse
inneke lopt.
„Ollee menier pustoor", hè 'k 'm gezeed
doe-d-oewen kanus nouw maar 's goed en
;ift er nouw nikske van weg. Ge mot nie
:ang zijn da ge te dik wordt; de hemel-
oorten zijn wijd genogt om jouw deur te
aten al weegde honderd kiloos!" Wa lachte-
ï-ie, amico! „Tuttuttut" zee-t-ie, en net
vouw ie zeggen da'k 'n bietje deurgeslager.
ïad en da'k da nie doen mocht, toen ie 'n
xchbui kreeg, da'k naar Mie ben gegaan in
le keuken veur 'n glaske water. „Ge zij-d-
nen biest," zee-t-ie toen ie weer wa bijge-
:omen was „en ik geleuf Dré," iachte-n-
e, „da gij denkt, dat d'n hemel zooiets is gs
le „Gouwen Koel" „Om oew de waarheid tc
eggen, menier pu toor," Kwatste-n-ik trug
as ie zoo gezellig is as ons „Gouwen Koei",
ollee, dan hoop ik vast stamgast te worren,
ong!" „E11 nouw d'r uit," gierde-n-ie, „as ik
3ew deur lot gaan, mokte van d'n heiligen
lozef nog 'nen kastelein." Amico wa-d-emmen
jelachen. Keb altij de grotste leut as ik bij
m op vesiete ben. ,,'t Is schaands." mopper-
Ie Trui, toen 'k et d'r vertelde, „bende gij
nen vent die al laank de vijf krüskes ee ge-
asseerd?!" „Ja Trui." dee ik heel seerjeus
ik ben al 'n heel end op weg naar de
Gouwe Koei" hierboven!" „Spottcrt!" siste
:e verontwaardigd en mee 'n geweld da ze
ne-n-in m'n gezicht spoegde. „Welja, zee ik
,begin-d-alvast maar in te schenken!" en ik
eegde m'n fietelefacie af en gong 'n mopke
)p d'n radejoow zetten, 't Was 'nen goeien
lag. amico, 't was een van die geheimzinnige
Jagen da-d-et Is of onslleven'rke bij oew te
ozjeeren is. Dan is alles fiest. Wa ge ziet.
va ge pruuft, wa ge denkt, wa ge ruukt, wa
je vastpakt, wa ge vuult. is allemaal even
3utig en plezaant. Dan staat 'r 'n onzicht-
aar zonneke in huis, zooda-d-ailes glaanst
3n straalt as 'n madelieveke in 't veurjaars-
iruune gras. Dan is d'n hof 'n begijnliofke-
ip-z'n-Zundags in volle veurjaars-zon! Dan
s dan is. ik weet 't vernolle nie hoe 't
Jan is. maar dan bende gelukkig om alles er,
ilks. zooas 'nen zuigeling mee 'n dooie
nusch.
Dan, dan is 't thuis Gouwenkoei; meer
.an 'k er nie van zeggen, maar ge zul we)
nappen wa'k bedoel!
Dan zie ik de fiestdagen aankomen, amico
Jan vuul ik 't kouwe haandje van d'n klei-
ïen Dré al in m'n knüsten as ie mee me de
Dickers en de velden opgaat nadenmiddag as
ne-n-ons eigen emmen volgepropt mee de
cèrmenaaikes - mee-die-leklcere-sappige-vet-
aandjes, mee de erpels die droog en blom-
nencl en geel as botter d'r eigen zoo lekker
aten soppen in d'n saus die as deurschijnenc!
oud in de kom staat te beven. Ah! da's
n gezicht om in 'nen lach te schieten as
xi'nen y°mmigen erpel van oew eigen iaank-
aam lee vol te trekken tot in z'n ziel mee
lieën bruingouwen zjuu van oew eigen vèr-
:en! Om op oew knieën te slaan as die
nal.che geurige spruiten van oewen eigen
rond staan te daampen tot aan d'n zolderink
n te geuren mee d'n notenmuskaat da-ge-'r
le kwell van langs oew kin zouw laten
troomen.
Om iets geks, iets krankejorums te doen
as ge da kleine boske, da ge mee buid en
liaar op zouw kunnen frèten, dieën kleinen
Oré z'n eigen ziet volproppen mee al die
kostelijke gaven van de natuur, dat ie wei
nee haanden en voeten tegelijk zouw willen
ichraansen. En as dan 't pils in de glazen te
lèèrlen staat, dat er de luchtbelletjes van uit
t crème-rige schuim schieten, mee kouwe
irikskes in oew neus... amico, wa zal 't weer
en schoonen Kersemus worren!
Maar leeb nog veul te doen.
'k Mot nog worst stoppen, meters,
imico, meters worst, veur d'n worsten
brood. Keb 't al aan Bastiaansen, onzen bak-
:er, gezeed. „Flelp", hè'k 'm gezeed g'ad
,kom volgende week 's laangst veur d'n ver-
:chen worst. jong. Dartig brooien motten 'r
omen mee 'n end worst erin as ge'm nooit
"ezien het. En van veuren tot achteren, zon-
ler 'n stulc ke over te slaan, Fielp! Nie aan
-ï'r.en worst leggen te pulken, jong, 'k zal er
vel 'n haalf meterke hekstra bijdoen as ge
'an mee oew pooten van d'n mijnen afbleft."
Kom dik in orde!" hee Fielp verassereerd
„Dan metten me-n-ok van die rooie baile
es emmen, Dré," hee Trui gezeed, dus mot
k in de stad 'n paar boeren';:ooien om zien
e ruilen veur 'nen bos hulst, bij m'n ken-
ilssen, de tuinders.
Maar da's allemaal niks. As die Liefde
naar veur mekaar komt. Keb er in elk geva!
lenogt geld veur uitgeleed. As ik da nouw
och ooit had kunnen denken, da'k daar op
n'nen ouwen dag nog zo'n zürg over emmen
ou. Keb er altij de leutigste herinderingen
xan g'ad en nouw...? De lijst is thuis ge-
-omen. Trui vindt 't 'n prachtstuk. Maar ik
leb zo'n veurgevuul da er toch zo'nen rouw-
and om had geinotten, zooas di3ë lijsten-
.wiebus veurstelde. Maar ollee, dan zeg ik
naar: „hij is op zicht!" En as 't geval ver
keerd hangt, dan hè'k altij nog da stukske
raant in m'n portemenee.
Liefde? 'lc Kan de naam nie meer h e u -
en! De pustoor was daarstrak bij me om
ne te vragen om wa plnantenwerk veur z'i:
lerststalleke, en toen hè 'k hum meteen
naar 's gevraagd wat ie van di'e Liefde docht
Jaar da's olc 'nen gladjanus; „daar hè'k gir
erstaand van," mokte-n-ie z'n smoesje goed
jn slurpte toen mee alle aandacht aan z'n
xkske koffie of ie 'r d'n hemel mee verdie-
en kon. Affijn, lk in zijn plak had me d'i
>k mee zo'n kouw smoesje afgemokt.
Da komt er nouw ok weer by, dieën Kerst-
lal optuigen veur de Fiestdagen; amice.
:eb 't nooit zoo druk as wanneer ik weini
ie doen eb! Maar 't is lollig werk. 't Is veur
nyn al veertien dagen veur d'n tyd Kerse-
'71 US.
En strak, as ik mee d'n kleinen Dré en de
est naar de Nachtmis toegaai, as me dan
Jeur de stilte van d'n winternacht nikske
ieugen mekare zeggen, zooüa ge niks aantier:
'xeurt as onze voetstappen teugen de keier:
'P d'n donkeren weg, as dan de sterrekes
vm d'n kerkstoren henen staan t3 plnkeler
:n oew oogen nat worren van de kouw, zoo-
Jat de sterrekes mee veel greotere stra'er.
ijken te schijnen, as me dan in ons kerks-
:e komen, waar de wermte en d'n wierook
"ns teugenslaat en 't stallcke in 'n zee van
èrskeslicht te pronk staat, as me in ons
Toeie bekende kerlcske zitten en d'n ürgel
laverend begint te spsulen da-ge 'r koud van
rordt, as ik dan d'n kleine Dré z'n klauw-
:e in m'n knusten vuul trillen en ons pus
torke over d'n altaar zie dribbelen mee z'n
opke gebogen, en as dan 't kinderenkoor
'.aarboven 't Kerstlied zingt of de engeltjes
n de ruimte zweven en as dan de bellekes
ulverklinken van veuren op 't altaar... dan,
xmico, dan is 't mooiste oogenblik van heel
t jaar aangebroken!
Dan is 't èrme Kerstlcinneke weer geboren
_r. lee-ge-'t mee z'n kleine ermlces uitge
spreid naar ons allemaal toe, omda-d-et zoo-
eul van ons houdt! Dan is 't Kersemusfiest
p z'n hoogtepunt, amico en dan vuul-d-oew
oigen as 'n k'nneke zoo klein op deuzen hei
gen oogenblik da-d-eel de wère'.d staat aan
kribbeke van da-d-èrnffe koningske.
Dan zingen ms-n-aremaal mes 'n hikske
1 ons stem met t koor mee. terwijl ons pu -
orke gebogen staat onder 't kruis op z'nen
:azuivel asof 't schoone oogenblik hum te
"jachtig is!
En in die stemming, cp da schoone mc
.ent, is 't amico, da'k C3\v van uit de vert
an m'n goeie Ulven'icrt, uit d'n grond va-
11'n hart toeroep, ok namens Trui: Zalig
lerstfiest!
En nouw eerst veur de plaanten gaan zur
en. Ik schei d'r af!
As alty, de b:ste groeten van Trui die ok
i'r haandjes vol heet aan de veurbereidingen
„n as alty, gin lxorke maider van oewen
toet a voc
DR8