De tentoonstelling ten bate van de St. Theresia-Stichting TWEEDE BLAD ZATERDAG 21 DECEMBER 1929 BLADZIJDE 1 Bisschoppelijke belangstelling bij de opening Z. D. H. Mgr. Aengenent wekt Katholiek Haarlem op, het edele doel te steunen EEN FOKKER-VLIEGTUIG IN AMERIKA NEERGESTORT Vyf dooden DE BRAND OP DE GELDERSCHEKADE TE AMSTERDAM !j(&p het Gouden Priesterfeest i VAN ONZEN HEILIGEN VADER DE TE WATER LATING VAN DE „MARNIX VAN ST. ALDEGONDE" De plechtigheid verricht door Prinses Juliana Kerstmis in aantocht JNnrrnNOFN Het spellings vraagstuk Irabantsche Brieven Gisterenavond te half zeven is de ten toonstelling, welke ten bate van de St Theresiasticht'ng in het gebouw ,,St.' Bavo" aan de Smedestraat gehouden wordt, offi cieel geopend. Het moet voor de ijverige damps-bestuurr- leden een groote voldoening zijn geweest dat Haarlems Bisschop, Z. D. H. Mgr. J. D J. Aengenent, de tentoonstelling wiide ope nen. daarmede Zijn hooge ingenomenheid met het maehtig-mooie doel met de expo sitie beoogd te kennen gevend. Behalve het bestuur der St. Theresia- stichting en de dames-verkoopsters merkter wij in de tentoonstellingszaal on Pastoor Rennenberg, Pater Hentzen, en de heerer Van Liemt en Everard. Het Lyceum-strijkorkest, onder leiding van den heer O. Koop, bracht eenige stemmings nummers ten gehoore. Het was iets na half zeven, dat Mgr., ver gezeld door zijn secretaris, den Zeereerw. Heer Pichot, de zaal betrad en ontvangen werd door kapelaan Leesberg en het bestuur. Nadat Mgr. zich gedurende eenige oogen- blikken met de bestuurderen had onderhou den, werden enkele stands bezichtigd. Ver volgens nam Mgr. plaats op den voor Z. D. H. bestemden zetel, waarna de presidente, mevrouw Van Liemt, den Doorluchtigen Kerkvorst toesprak. Monseigneur, Het is spr. als presidente van het Comité voor deze Tentoonstelling, ten bate van het nieuwe Tehuis der Kleine Theresiastich- ting, een groot voorrecht Monseigneur hier te mogen begroeten en Z. D. H. namens de mede-leden van genoemd Comité welkom te heeten. Het verheugde ons ten zeerste, aldus spr. en stemde ons dankbaar, toen wij mochten vernemen, dat Uwe Doorluchtige Hoogwar- digheid ons verzoek had ingewilligd, om niet alleen deze tentoonstellng met Uwe hooge tegenwoordigheid te willen vereeren, doch deze ook te willen openen. Wij zien daarin een blijk van Uwe belang stelling in ons werk en zullen daarin zeker een aansporing vinden om in ons nieuw tehuis met nog meer energie dan voorheen mogelijk was, ons werk voort te zetten. Monseigneur zoo ging spr. voort mag ik U nu eerbiedig verzoeken onze tentoon stelling wél te willen openen? Alvorens echter dit geschiedt, zou ik nog een tweede verzoek tot U willen richten, ho pende, dat ook dit door Uwe Doorluchtige Hoogwaardigheid zal worden ingewilligd. Ons Comité zou het op hoogen prijs stellen wanneer U als aandenken aan deze tentoon stelling dit kleine geschenk zoudt willen aan vaarden. Spr. bood Mgr. hierna een zilveren schaaltje met inscriptie aan. Mgr. Aengenent opent de ten toonstelling. Alsdan nam Z. D. H, Mgr. J. D. J. Aen genent het woord. Alvorens de tentoonstelling te openen en aan te bevelen, wenschte Mgr. enkele woor den te spreken. Mgr. zegde dan allereerst lank voor de vriendelijke worden van wel kom en noemde het zeker geen alledaagsche ■'ebeurtenis, dat een Bisschop komt openen "en tentoonstelling van poppen en handwer ken (gelach). Toch heeft Mgr. gaarne de uitnoodiging xanvaard om hier de openingsplechtigheid te verrichten en wel om het groote en verheven 1oel, dat met deze tentoonstelling beoogc' wordt, n.l. de verzorging van zuigelingen, c'i- "•an die verzorging behoefte hebben. Dat is een heerlijk doel, welks bereikin" "angenaam moet zijn in de oogen van God Ms iedere daad van liefde ten opzichte var mze naasten, God welgevallig is, dan is het zeer- bijzonder dit werk: de zorg voor de kin deren, de zorg voor de zuigelingen. B'izon- der aangenaam is dat aan het Goddelijk Kerstkind, dat wij in deze dagen verwachten Een der allereerste daden van den Godde- lijken Zaligmaker, toen Hij de menschelijke natuur in den schoot van Zijn Moedermaagd had aangenomen, is geweest een aandran" uit te oefenen op Zijn eigen Moeder, opdai rij zichzelf in dienst zou stelien van haar nicht, de H. Elisabeth, die zelf een kind ver wachtte. Mgr. herinnerde dan aan het Evangelie waarin deze gebeurtenis wordt verhaald en meende uit dien drang te mogen conclu- deeren, dat alle de daden, die de vereenigin" verricht, ten zeerste welgevallig zijn aan de H. Maagd en Haar Goddlijk Kind. Het doel van de vereeniging is dus voor naam en edel en daarom heeft Mgr. gaarne gevolg gegeven aan het verzoek, om deze tentoonstelling te openen. Mgr. wilde daarmede tevens geven een blijk van warme sympathie, warme waardeering en bijzondere dankbaarheid ten opzichte van alle dames, die trachten, het werk zoo vol maakt mogelijk te verrichten. Ook dankt Mgr. allen, die ertoe medewerken, om de ten toonstelling te deen slagen. Mgr. hoopt, dat het doel nJ. middelen te verkrijgen, om zich ruimer te kunnen huis vesten bereikt zal worden, in ieder geval lat de tentoonstelling een belangrijken stap in die richting zal beteekenen. Moge God. aldus Mgr., Uw werk zegenen en bijzonder deze tentoonstelling. Moge Katholiek Haarlem medewerken, oir het doel te bereiken. Nadat Mgr. tenslotte vriendelijk dank had "ezegd voor de hem geschonken kostbare her innering, verklaarde Mgr. de tentoonstelling oor geopend (applaus). Vervolgens maakte Mgr. nog een ronde 'angs de verschillende stands. Begrijpelijke vergissing van den brandweer man. wanneei de plumpudding brandend" wordt opgediend. (Passing Show). Naar uit Washington gemeld wordt, is op het vliegveld van Bollingfield, vermoedelijk tengevolge van een motordefect, een drie- motorig Fokkervliegtuig neergestort, tenge volge waarvan het Congres-lid William Kay- now en vier andere personen gedood weruen De schade Omtrent den brand op de Gelderschekade in den nacht van Donderdag op Vrijdag ver nemen wij nog het volgende: De fa. Lissauer en Zonen is op beurspolis verzekerd voor een totaal bedrag van 360.000. Hoe groot de door den brand ver oorzaakte schade is, kon nog niet worden vastgesteld. De oorzaak Bij het onderzoek, dat hoofdinspecteur L. Hoogen boom van het bureau Warmoesstraa; naar de oorzaak van den brand heeft in gesteld, is gebleken, dat vier jongens, die den patroon behulpzaam waren geweest bij net opmaken van balans en inventaris, gister middag tegen het verbod in cigaretten in het magazijn gerookt hebben. Vermoede lijk hebben zij dus een eindje cigaret nog brandend weggeworpen en is dat in een baal goederen terechtgekomen, die daardoor aan 't smeulen zijn geraakt en aanleiding werden tot den grooten brand. i Onder groote belangstelling vond heden middag van de werf van de Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij te Amsterdam de te waterlating plaats van het dubbel- schroef-motormailschip „Marnix van St. AI- dpgonde"; op genoemde werf gebouwd vooi rekening van de Stoomvaart Mij. „Neder land" De groote belangstelling zal wel niet in de laatste plaats veroorzaakt zijn door het feit, dat aanwezig waren Z. K. H. Prins Hendrik en H. K H. Prinses Juliana, die de plechtig heid van het te waterlater. verrichrie. De naam, welke het nieuwe schip draagt en welke herinnert aan den tijd, dat Oranje door strijd en leed met Nederland was ver bonden, was mede een der redenen, waarom de directie van de Mij. „Nederland" de ko ninklijke gasten had uitgenoodigd en de Prinses nad verzocht, de plechtigheid te willen verrichten. De „Marnix van St Aide- gonde" is een zusterschip van de onlangs ce water gelaten „Johan van Oldenbarne- veldt" en heeft dan ook, behoudens enkele uitzonderingen, dezelfde bouw. Het schip meet ongeveer 19.000 bruto register ton en heeft een lengte over alles van 185.50 Meter, een breedte op buitenlant-s^anten van 22 58 Meter en een hoogte tot het A.-dek van 22 45 Meter. Het biedt rirmte aan 370 oa~- sagiers eerste klasse, 281 tweede klasse. 64 derde klasse en 60 vierde klasse, zoodat het aantal passagiers 775 kan bedragen en het aantal opvarenden, met de uit 344 personen bestaande bemanning mee, in totaal 11x9 kan bedragen. Voor eerste en tweede klasse zat het schip bevatten afzonderlijke muziek salons, rooksalons. kinderkamers, eetsalons en een veranda, alsmede de voor de eerste klasse afzonderlijk luxe-hutten en een da messalon. Evenals de „Johan van Oldenbar- ncveldt" heeft ook dit schip een personen lift, een zwembad en een gymnastiekzaal aan boord De binnen betimmering der salons is ontworpen door den sierkunstenaar c. Lion Cachet. Het schin wordt voortbewogen door twee schroeven, elk gedreven door een Sulzer-Dieselmotor van 7000 P. K., die het sphip een snelheid kunnen geven van 16 mijl per uur en vervaardigd zijn bij de Ml). „De Schelde" te Vlissingen. De Ie wafer lating Langs de helling was een tribune opge steld. waarop de talrijke belangstellenden konden plaats nemen om het afloopen van den Ijzeren romp van het nieuwe schip gade te slaan. Op eenden afstand daarvan stond de eere-tribune opgesteld, waar de konink lijke gasten en de officieele genood'gden van de Mij. .Nederland" zouden nlaats nemen. Te ongeveer kwart voor twaalf arriveerden de laatsten met de „Zaandam II", Een ze ventigtal personen nam plaats op de eere tribune. Uitgenoodigd waren o.a. commissa rissen en directeuren van de Mij. „Neder land". de heer S. P. van Eeghen. de heer en Mevr. Jhr. H. Loudon-van Ma-ken. oe voorzitter van de Amsterdamsche Kamer van Koophandel de heer E Heldring, de Com missaris der Koningin in Noord-Holland. Jhr. Mr Dr. A Roëll en de dames van directeu ren en commissarissen, commissarissen van de Ned. Scheepsbouw Mij., de Directie van de Kon. Mij. „De Schelde", de burgemeester van Amsterdam en zijn echtgenoote de neer en Mevr. De Vlugt-Flentrop, de heer H. Cre- mer van de Deli Mij., de heer en Mevr. C. Lion Cachet-Cordes, vlce-admiraal L. J- Quant en tenslotte de Comte en Comtesse John de Marnix de St. Aldegonde uit Brus sel, die als de vermoedelijke nakomelingen van den grooten Marnix eveneens waren uit genoodigd om de plechtigheid bij te wonen. Ook de hoofdcommissaris van Politie, de neer H. J. Versteeg, was aanwezig. Te ongeveer tien minuten voor twaalf na derde van de zijde van de De Ruyterkade de motorboot „Presto" mei den ko: inklljken standaard voorop. Aan boord bevonden zich Prins Hendrik met zijn Adjudant. Prinses Juliana met den Chef van haar Huis en een hofdame en de heeren M. C. Koning en A. F. Bronsing, directeuren der Mij. „Neder land". Aan den steiger werden de koninklijke gas- 2 c.December 1929 De Katholieke Kerk juicht heden. Van Oost tot West, van Noord tot Zuid, Wordt door Haar kinderen en met reden Een dank- en jubellied geuit. Wij zijn verheugd, het feit ter eere Dat onze Heilige Vader thans Paus Pius XI mag jubileeren, Als Priester draagt den gouden krans. Zijn op dit feest wij altegader Vervuld van vreugd en dankbaarheid, Om 't heil dat voor den Heiligen Vader Door 's Hemels Zegen is bereid. Het maakt ons dubbel blijde heden, Dat Hjj, Die in Gods plaats regeert, Niet meer zooals in het verleden, De vrijheid in Zijn Staat ontbeert. Neen Pius XI Wien mag versieren Als Priester thans den gouden Kroon, Hij mag in vrijheid jubel vieren Voor welk geluk reeds naar Gods Troon Ons dankgebed is opgestegen, Terwijl wij bidden, dat altijd Den Hemelheer Zijn rljksten zegen, Verleene aan Zijne Heiligheid. Wil smeeken U, o Christus Koning, Deel aan den Prins der Kerk, Die nu Reeds als een voorsmaak der belooning, In eeuwigheid bereid door U, Voor Hem in Sions zalige dreven, In vreugd Zijn gouden jubilé Als Uw Gezalfde mag beleven, Uw zegen immer ruimschoots mee. Schenk Heer aan Uwen Plaatsbekleeder Die gansch de Kerk heeft toegewijd Aan 't Goddelijk Hart van U, zoo teeder, En Wien de Missies wijd en zijd Men met Zijn vaderhulp ziet schragen Uw gunsten steeds in overvloed Tot aan het einde Zijner dagen En laat, o Gever aller goed, Met den beminden Heiligen Vader, Wien heden tooit een jubelkroon, Eenmaal ons juichen altegader Geschaard om Uwen Glorietroon. Beverwijk, M. DE JONG. ten begroet door de heeren Goedkoop direc teuren der Nederlandsche ScheeDsbouw Maatschappij. Het dochtertje van den oud sten directeur der Mij. „Nederland", jonge juffrouw Dorothea Wiinanda Tegelberg, bood de Prinses bloemen aan en vervolgens wer den de gasten naar de eere-tribune geleld Nadat de laats'e maa'regelen waren ge troffen, verhief Prinses Juliana zich cm de laatste beletselen, die het schip nog tegen hielden, weg te nemen. Statig en zonder in cidenten gleed het reusachtige Ijzeren ge vaarte van de helling het IJ-water in. waar hef al spoedig in ziin vaart geremd werd. Het woord werd dan gevoerd door de hee ren Koning en Goedkoop. De laatste bood de Prinses het gebruike lijke souvenir, een herinneringsspeld aan. Na beëindiging van de plechtigheid ver lieten de vorstelijke personen met hun ge volg de eere-tribune en begaven zich met de overige genoodigden aan boord van de „Zaandam II". die afstak en cle werf verliet. Reeds de volgende week zal op de thans vrij gekomen helling de kiel gelegd worden voor het motor-passagiers- en vrachtschip „T.iinegara" een zusterschip van de thans op heiling I in aanbouw zijnde Tabinta". wel ke beide schenen gebouwd worden voor re kening van de Java-China-Japan-Lljn. \rr%r\y 1 /vr.,* Vf*n »****»riek stelt dP Redactie zich niet aansprakelijk. Haarlem, lS-12"^ Hooggeachte Redaklie, Uw aanval op t heilige huisje „vereen voudigde" heeft géén fel en n:ets ontziend verweer van zekere zijde gevonden. Kunt U vermoeden, wat daar misschien de redenen van rijn? Ik vermoed er twee. Ie Die zekere zijde, dat stel'etje slappe- ■ingen en minderwaardigen, die lÜders aan gemakzucht en slordigheid ('n paar van hen zijn, hoe is 't mogelik. nog professor gs- Met mistletoe en kerstboom wordt in het Buitenland Kerstmis gevierd en dagen tc voren is alles in de weer met voorbereidingen. Zie hierboven een guitige foto uit Nor- mandië, waar de meiskes, beladen met mistletoe, hun buurman, dien zij op hun'weg naar huis ontmoeten, met hun groen versieren worden!) die zekere zijde is waarschijnlik niet gewoon om terug te schelden. 2e. Voorstanders (in teorie en praktijk) van V S polemiseren misschien al één me: tegenstanders die blijk geven van énig in zicht in taal en taalonderwijs in 't algemeen Misschien hebben* ze nu alleen maar even gelachen. Met zéér veel hoogacht'ng WIL. G. J. JANSE Haarlem, Brouwersplein 23. Wij willen dezen inzender niet de ge'egen- heid- onthouden, voor onzen lezerskring tc demonstreeren. wélke mentali eit zekere spelhngs-vereenvouöigers beheerscht en hoe deze rcageeren op een aanval op hun „heilig huisje". De beschuldiging, dat wij ons aan een cheldpartlj schuldig gemaakt zouden hebben Is natuurlijk maar een uitvlucht je: wij nemen geen woord terug van wat wij schre ven; zij, voor wie onze kwalificaties bedoslc! waren (en zij golden natuurlijk niet voor de ernstige leerkrachten welke met eerbie diging van de bestaande spelling op ge paste wijze voor vereenvoudiging ijveren) mogen de door ons gebezigde termen gerust op zichzelf toepassen. En wat inzenders tweede vermoeden be treft: waaruit is hem gebleken dat schrijver dezes niet „énig inzicht in taal en taalon derwijs in 't algemeen" bezit? Inzender zelf schijnt zoo weinig thuis te zijn in de kwestie, dat hij niet eens weet, op welk gebied de kweséie eigenlijk ligt. Anders moest hij in dit verband niet spre ken van „taal en taalonderwijs in het al gemeen": de spelling toch is heel iets anders dan de taal. Bij gelegenheid willen wij den inzender daarin wel eens een lesje geven. We stellen lntusschen nadrukkelijk vast dat tot op heden nog geen enkel verweer is losgekomen. Het zou ook werkelijk moeilijk vallen, den door ons gesignaleerden „misstand" goed tc praten. Onderwijzers, die hun leerlingen niet be hoorlijk de huidige officieele taal leeren, zijn ernstig in verzuim en beteekenen een groot gevaar voor het welslagen der kinderer in het latere leven. Dét is het wat wij hebben betoogd, en dóArtegen most inzender opkomen, als heir daartoe de moed niet ontbreekt. Van andere zijde 't is alweer een on derwijzer! ontvingen wij intusschen nog volgend schrijven: Hooggeachte Redactie, „Met volkomen instemming heb ik uw be toog welks Inhoud ik zonder voorbehoud on derschrijf, gelezen. Het doet mij buitengewoon veel genoegen dat de Redactie van dit blad de roekeloozc buitensporigheden onzer beeldstormerigc ipellings-Calvijntjes zoo kloekweg durft ver jordeclen. Het wil mij voorkomen, dat een zeker adsige gemakzucht, gepaard gaande aan c"~ :arakteristiek-Hollandsche neiging, om al datgene, wet „van eigen bodem" is, kleinee rend te bejegenen, de voornaamste drijfveer vormt van het ageeren der Colieviniar.en en der nóg-radicaler spellings-bolsjewieken. 't Is intusschen bedroevend, dat vaak rij die zoo geringschattend neerzien en zoo mee- doogenloos afgeven op de velerlei ingewik keldheden en „inconsequenties" onzer eigen spelling, zich, klaarblijkelijk zonder den ge- ringsten weerzin, en mét de meest hoogge stemde geestdrift, beijveren of hebben be- jverd, om tot in de ragfijnste finesses ver trouwd te geraken met de in vergelijking met ons hedendaags geschreven Nederlandsch. oneindig veel meer gecompliceerde ortho- graphieën der Fransche cn Hoogduitsche ta len. De spellingswetten dier uitheemsche Spra ken zijn heilig en onschatbaar; die van dc eigene Moedertaal verkracht men eenvou dig naar eigen grillig believen. Hoe in-treurig het gesteld is met het ortho- graphisch kunnen van de „élite onzer vader- landsche intellectueelen" (de hoofdacte-can- didaten! in hunne soort werkelijk „univer- seele genietjes!"), blijkt wel zeer treffend uit de klachten, vervat in de officieele rap porten der examen-commissies voor de hoofd- acte van de laatste jaren! Reeds geruimen tijd was ik voornemens, im tegen het dolzinnig gesol met onze spel ling, om tegen dat geestdrijverij anticipiee- en (waarvan de leerling de d.fe wordt!) van verantwoordelijke leerkrachten onzer lagere en middelbare scholen op eene officieele re geling onzer spelling door de bevoegde over heid, eens een geharnast openlijk protest te schrijven. Dat u, hooggeachte Redactie, door het pu- bhceeren van uw voortreffelijk artikel mijn taak ah.w hebt overgenomen en die hebt volbracht op een wijze, oneindig veel beter en doeltreffender dan ik ooit zou vermogen, stemt mij tot groote voldoening en dankbaar- beid. d. P.S Dit artikel bijna voltooid hebbend, neem ik kennis van den inhoud van het schrijven van een onderwijzer (in uw ge- eerd blad van heden. 18 Dee.), hetwelk u naai aanleiding van uw artikel werd toege zonden Ook met dezen heer ben ik het volkomen :ens; mline ervaringen, wat het onderwijs in de Moedertaal in de hoogste klassen der Lagere School betreft, zijn volmaakt dezelfde als de zijne. Ik ben zelfs bereid, te demon streeren. mits men mij de vrije hand laat (derhalve niet onder critisch toezicht van zich „onfeilbaar", wanende, zwaar „bevoeg de" school-.,hoofden"!), dat het zéér goe.i nogelijk is. aan eene goede hoogste klasse zelfs de volledige verbuiging der naamwoor den (of die nu wel practisch is, laat ik in bet midden) te onderwijzen, met goede re- s„',"'-n (Het bovenstaande lag reeds geheel ge reed voor de pers. toen ons nog een mge zonden stuk, handelend over hetzelfde on derwerp, bereikte. Dit stuk zuilen wl) Maandag graag een plaatsje verleenen. REDACTIE). Ulvenhout, 15 December 1929 Menier, Wa staan me d'r weer best veur. j xmico! Kerstfiest, Ouwe-n-en-Nuwe, pJiCL "iöS vordstenbrood, 'n doen en veul en ekker schraansen. iéllSvl» 't Is op d'n oogen- blik nie druk op d'r. bof en kè'k al d'n tijd om de spullen IflwwtEkWwvBr- gèèf in orde te ma- ken. Om te beg nnen: 't niusejum! As ge nie sjuust begrept wa 'k daar mee esdoel: da's ons beste kamer; 't selon! Gc iit wel, Trui d'r heiligdommeke, waar 'U looit aanders mag binnenkomen of ik mot 'list m'n klompen veur de deur zetten en i.'n pepke op d'n schouw leggen. En otnda '1. li'n eigen zonder klompen en zonder pij; ran vuul as 'n schuit zender roer, vaar ik maar nooit die haven binnen. Of 't mo' i&ard noodig zijn, zooas nouw! Waant ge mot weten, de Amsterdammer; '.omen weer. Dré en Lew.ee mee de cïric rokken ja drie, ge wit dat 'r 'n half jorkc ;e! jen weer zo'nen kleinen essetee-make i'r bij gekomen is ee, welnouw, da span- nel.e kom mee de Kerst- en Nuwejaarstiji weer naar huls! En omda-d-et pas Sundere- fclaas gewiest is en ons musejum dus weei verders aangevuld is mee „de" schilderij var Di é-d'n-verver, mot ik da geval eerst seer- jc-us veur mekaar stompen. En da's 'nei 1 Èen kopzürg. D'r sta-d'nen sirrekel op, 'r. p r scheeve lijnen die naar mekaar toeioo- pe n en iets-as- n blom zooas 'r nergens eet: groeit. En da mot, volgens Sundereklaa veurstellen „De Liefde." Keb alty .'och gi'd amico. onder ons gezeed en gezwegen dak van de Liefde nog al verstajum hac n aar hier kan 'k gin touwke-an-aan vast kuoopen. Maar ollee, keb de Liefde netjr in 'ri paar kraanten gepakt vleejen week. ir, 4'n grujjnt'u" 'gel geleed onder zeil landers wier de Liefde nat mee da kwaje /eer ee, en naar d'n lijstenmaker ge- rocht. 'k Zee: „jong, zet daar nouw 's 'n rhoon lijstje-n-om en zet veral de schroef ogen op de goeie plek da'k er nie da gesal- imaander mee eb as vleejen jaar, da-d-et op 'nen kop hangt as m'nen zeun mee de Kerst- 'agen overkomt." Keb 'n schoon lijstje-n- Itgezocht, 'n ouwerwetsch gouwen lijstje ol mee lofwerk-figuurkes, waarin hartjes en 1 ruiven en allerhande fruit in veurkomen en n kupidoowke mee pijltje?, zooda-d-et nouw énen bonk van L'efde-n-is geworren. De jstenmaker wouw er eerst 'nen gladden .varten lijst omhenen maken, „want 't was ledèrn," zee-t-ie. „Zoo." zee ik, „wa stelt 't lan veur?" Toen hiew ie z'nen kop heel ge- ichtig schuin, stak z'n lippen 'n end ver ft of ie 'n kuske wouw geven. 'k docht, lij kom-d-op d'n goeien weg. en toen makte-n-ie 's en verzekerde me; „da's *t '.echt." (Da zat 'm netuurlijk in die krom- ie lijnen). „Ge bent er neffen man.' lachte- ï-ik 'm uit, ,,'t kan mis.chien nog wel 's 'n '„echtzaak werren, maar veurloopig is 't nog :ie verder as de Liefde!" „Tja-tjaaajaja". ?weerde-n-ie toen, „netuurlijk! Meester- jk!" Da kan duur worren, docht ik, as 't oo'n meesterstuk is en vroeg ik maar gaauw en wa kos me da lijsje?" „Veertiengulden- jfenzeuvent g," gaf ie op. „Wit et wel eker," vroeg ik 'm, „kunde daar wel uit? Is t gin veertienguldennegenentachtig?" „Ni- .ni, wa 'k gezeed em," zee-t-:e mee 'n ernst m akelig van te worren. „Mot et zeivers ïaar weten,waarschuwde-n-ik 'm, „ge krijg nnen cent meer." Da's aanders knap duur amico, maai Ilee, Trui is 'r weer mee kontent, Dre za. c ok wel prachtig vinden en... de liefde kos. óch altij veul meer as ge veruit denkt. Zoo- eul weet ik er m'n eigen nog wel van te erinderen! En as nouw de Liefde stra; k weer aan 'n :«\jkerske hangt in 't selon an geef ik oew op 'u briefke, dat er ginner, ierkaanten duim meer over is aan de murei m er na verloop van tijd 'n pandan nee 3 hangen van... De Echtscheiding! Waar 't ïee zó'n mederne Liefde vast op uit mot ■aaien. wa-d-ik oew smoes! Toch za"k m'nen zeun zeggen, dat ie aan- 'jrs nie meer zo'n bombarie maken mot a c weer 's 'nen keer zo'n Kunstwerk op z'nen .iojg hang. Waant keb gelezen in de kraant, keb 't nuuwke uitgeknipt en zoolaank in m'n portemenee bewaard om 't 'm te laten zien. dat er veur enkelde weken gelejen in ?arijs 'n hekspesisle is gewiest van medèrne xhilderkunst en dat d'n verver, die d'n Dersten prijs veur z'n werk had gekregen van le deskundige zjurie, aan die deskundi-ge nannen ee gezegd: mesjeus, m'nen doek bee xl d'n tijd wel dwars gehangen, maar allons .edankt veur d'n gouwen medallie. Is ie icht?" Ollee, as zukke mannen, die net zoo- eul verstajum motten emmen van verf as k van kunstmest, d'r eigen nog vergal!e- oeeren, (hoewel amico, ik 'nen blomkool nie /erslljten zal veur 'r.en bos peeën!) lot ik a'n eigen dan ok maar 's vergissen! Ik vuul n'n eigen niks meer as 'n deskundige arties- enzjurie,' wa gij? Maar genogt, laat ik nouw ophouwen over ns musejum, heb oew nog veul meer te chrljven. Om te beginnen: 't verken zit in de kuip /emmen geslacht. Sodejabel, 't was weer :o'nen kérel, ee! Vierhonderdtachetig pond ;choon aan d'n haak. Da's Trui d'r kunst- .verk. En keb ze grif d'n eersten prijs ge- jeven, amico en er g.n oogenblik aan hoeven re twijfelen of ze 'r ginnen ezel van had ge nokt. 't Wés 'n verken; 't wès 'nen kuus en Der.en die wel veur twee telde! Wemmen d'r euls te veul aan, op dn hof. nouw de kien- .lers allemaal weg zijn, maar da's ginnen trop. M'nen vrind ons pustorke hè'k getrak- eerd op 'nen bil. Die kan van d'n winter xan d'n ham dat 'm 't vet van z'n spitse inneke lopt. „Ollee menier pustoor", hè 'k 'm gezeed doe-d-oewen kanus nouw maar 's goed en ;ift er nouw nikske van weg. Ge mot nie :ang zijn da ge te dik wordt; de hemel- oorten zijn wijd genogt om jouw deur te aten al weegde honderd kiloos!" Wa lachte- ï-ie, amico! „Tuttuttut" zee-t-ie, en net vouw ie zeggen da'k 'n bietje deurgeslager. ïad en da'k da nie doen mocht, toen ie 'n xchbui kreeg, da'k naar Mie ben gegaan in le keuken veur 'n glaske water. „Ge zij-d- nen biest," zee-t-ie toen ie weer wa bijge- :omen was „en ik geleuf Dré," iachte-n- e, „da gij denkt, dat d'n hemel zooiets is gs le „Gouwen Koel" „Om oew de waarheid tc eggen, menier pu toor," Kwatste-n-ik trug as ie zoo gezellig is as ons „Gouwen Koei", ollee, dan hoop ik vast stamgast te worren, ong!" „E11 nouw d'r uit," gierde-n-ie, „as ik 3ew deur lot gaan, mokte van d'n heiligen lozef nog 'nen kastelein." Amico wa-d-emmen jelachen. Keb altij de grotste leut as ik bij m op vesiete ben. ,,'t Is schaands." mopper- Ie Trui, toen 'k et d'r vertelde, „bende gij nen vent die al laank de vijf krüskes ee ge- asseerd?!" „Ja Trui." dee ik heel seerjeus ik ben al 'n heel end op weg naar de Gouwe Koei" hierboven!" „Spottcrt!" siste :e verontwaardigd en mee 'n geweld da ze ne-n-in m'n gezicht spoegde. „Welja, zee ik ,begin-d-alvast maar in te schenken!" en ik eegde m'n fietelefacie af en gong 'n mopke )p d'n radejoow zetten, 't Was 'nen goeien lag. amico, 't was een van die geheimzinnige Jagen da-d-et Is of onslleven'rke bij oew te ozjeeren is. Dan is alles fiest. Wa ge ziet. va ge pruuft, wa ge denkt, wa ge ruukt, wa je vastpakt, wa ge vuult. is allemaal even 3utig en plezaant. Dan staat 'r 'n onzicht- aar zonneke in huis, zooda-d-ailes glaanst 3n straalt as 'n madelieveke in 't veurjaars- iruune gras. Dan is d'n hof 'n begijnliofke- ip-z'n-Zundags in volle veurjaars-zon! Dan s dan is. ik weet 't vernolle nie hoe 't Jan is. maar dan bende gelukkig om alles er, ilks. zooas 'nen zuigeling mee 'n dooie nusch. Dan, dan is 't thuis Gouwenkoei; meer .an 'k er nie van zeggen, maar ge zul we) nappen wa'k bedoel! Dan zie ik de fiestdagen aankomen, amico Jan vuul ik 't kouwe haandje van d'n klei- ïen Dré al in m'n knüsten as ie mee me de Dickers en de velden opgaat nadenmiddag as ne-n-ons eigen emmen volgepropt mee de cèrmenaaikes - mee-die-leklcere-sappige-vet- aandjes, mee de erpels die droog en blom- nencl en geel as botter d'r eigen zoo lekker aten soppen in d'n saus die as deurschijnenc! oud in de kom staat te beven. Ah! da's n gezicht om in 'nen lach te schieten as xi'nen y°mmigen erpel van oew eigen iaank- aam lee vol te trekken tot in z'n ziel mee lieën bruingouwen zjuu van oew eigen vèr- :en! Om op oew knieën te slaan as die nal.che geurige spruiten van oewen eigen rond staan te daampen tot aan d'n zolderink n te geuren mee d'n notenmuskaat da-ge-'r le kwell van langs oew kin zouw laten troomen. Om iets geks, iets krankejorums te doen as ge da kleine boske, da ge mee buid en liaar op zouw kunnen frèten, dieën kleinen Oré z'n eigen ziet volproppen mee al die kostelijke gaven van de natuur, dat ie wei nee haanden en voeten tegelijk zouw willen ichraansen. En as dan 't pils in de glazen te lèèrlen staat, dat er de luchtbelletjes van uit t crème-rige schuim schieten, mee kouwe irikskes in oew neus... amico, wa zal 't weer en schoonen Kersemus worren! Maar leeb nog veul te doen. 'k Mot nog worst stoppen, meters, imico, meters worst, veur d'n worsten brood. Keb 't al aan Bastiaansen, onzen bak- :er, gezeed. „Flelp", hè'k 'm gezeed g'ad ,kom volgende week 's laangst veur d'n ver- :chen worst. jong. Dartig brooien motten 'r omen mee 'n end worst erin as ge'm nooit "ezien het. En van veuren tot achteren, zon- ler 'n stulc ke over te slaan, Fielp! Nie aan -ï'r.en worst leggen te pulken, jong, 'k zal er vel 'n haalf meterke hekstra bijdoen as ge 'an mee oew pooten van d'n mijnen afbleft." Kom dik in orde!" hee Fielp verassereerd „Dan metten me-n-ok van die rooie baile es emmen, Dré," hee Trui gezeed, dus mot k in de stad 'n paar boeren';:ooien om zien e ruilen veur 'nen bos hulst, bij m'n ken- ilssen, de tuinders. Maar da's allemaal niks. As die Liefde naar veur mekaar komt. Keb er in elk geva! lenogt geld veur uitgeleed. As ik da nouw och ooit had kunnen denken, da'k daar op n'nen ouwen dag nog zo'n zürg over emmen ou. Keb er altij de leutigste herinderingen xan g'ad en nouw...? De lijst is thuis ge- -omen. Trui vindt 't 'n prachtstuk. Maar ik leb zo'n veurgevuul da er toch zo'nen rouw- and om had geinotten, zooas di3ë lijsten- .wiebus veurstelde. Maar ollee, dan zeg ik naar: „hij is op zicht!" En as 't geval ver keerd hangt, dan hè'k altij nog da stukske raant in m'n portemenee. Liefde? 'lc Kan de naam nie meer h e u - en! De pustoor was daarstrak bij me om ne te vragen om wa plnantenwerk veur z'i: lerststalleke, en toen hè 'k hum meteen naar 's gevraagd wat ie van di'e Liefde docht Jaar da's olc 'nen gladjanus; „daar hè'k gir erstaand van," mokte-n-ie z'n smoesje goed jn slurpte toen mee alle aandacht aan z'n xkske koffie of ie 'r d'n hemel mee verdie- en kon. Affijn, lk in zijn plak had me d'i >k mee zo'n kouw smoesje afgemokt. Da komt er nouw ok weer by, dieën Kerst- lal optuigen veur de Fiestdagen; amice. :eb 't nooit zoo druk as wanneer ik weini ie doen eb! Maar 't is lollig werk. 't Is veur nyn al veertien dagen veur d'n tyd Kerse- '71 US. En strak, as ik mee d'n kleinen Dré en de est naar de Nachtmis toegaai, as me dan Jeur de stilte van d'n winternacht nikske ieugen mekare zeggen, zooüa ge niks aantier: 'xeurt as onze voetstappen teugen de keier: 'P d'n donkeren weg, as dan de sterrekes vm d'n kerkstoren henen staan t3 plnkeler :n oew oogen nat worren van de kouw, zoo- Jat de sterrekes mee veel greotere stra'er. ijken te schijnen, as me dan in ons kerks- :e komen, waar de wermte en d'n wierook "ns teugenslaat en 't stallcke in 'n zee van èrskeslicht te pronk staat, as me in ons Toeie bekende kerlcske zitten en d'n ürgel laverend begint te spsulen da-ge 'r koud van rordt, as ik dan d'n kleine Dré z'n klauw- :e in m'n knusten vuul trillen en ons pus torke over d'n altaar zie dribbelen mee z'n opke gebogen, en as dan 't kinderenkoor '.aarboven 't Kerstlied zingt of de engeltjes n de ruimte zweven en as dan de bellekes ulverklinken van veuren op 't altaar... dan, xmico, dan is 't mooiste oogenblik van heel t jaar aangebroken! Dan is 't èrme Kerstlcinneke weer geboren _r. lee-ge-'t mee z'n kleine ermlces uitge spreid naar ons allemaal toe, omda-d-et zoo- eul van ons houdt! Dan is 't Kersemusfiest p z'n hoogtepunt, amico en dan vuul-d-oew oigen as 'n k'nneke zoo klein op deuzen hei gen oogenblik da-d-eel de wère'.d staat aan kribbeke van da-d-èrnffe koningske. Dan zingen ms-n-aremaal mes 'n hikske 1 ons stem met t koor mee. terwijl ons pu - orke gebogen staat onder 't kruis op z'nen :azuivel asof 't schoone oogenblik hum te "jachtig is! En in die stemming, cp da schoone mc .ent, is 't amico, da'k C3\v van uit de vert an m'n goeie Ulven'icrt, uit d'n grond va- 11'n hart toeroep, ok namens Trui: Zalig lerstfiest! En nouw eerst veur de plaanten gaan zur en. Ik schei d'r af! As alty, de b:ste groeten van Trui die ok i'r haandjes vol heet aan de veurbereidingen „n as alty, gin lxorke maider van oewen toet a voc DR8

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 5