z.h: paus pius xi DE NIEUWE ENCYCLIEK VAN Ya De eerste steenlegging voor het Philosophïcum te Warmond TWEEDE BLAD MAANDAG 23 DECEMBER 1929 BLADZIJDE 1 De praktijk der geestelijke oefeningen. Hoe de bevordering er van moet geschieden. De Kerstboodschap van den H. Vader. Z.D.H. de Bisschop van Haarlem ver richt de plechtigheid. Groote belang stelling van geestelijke en burgerlijke autoriteiten. k Zoolals reeds In het kort is gemeld, heeft 2. D. de Paus een nieuwe Encycliek uitge- vp ardigd. In het eerste gedeelte spreekt Z. H, over de vruchten van het Jubeljaar en over de pracfijk der geestelijke oefeningen, om ver volgens op de kwalen van dezen tijd het licht te laten schijnen. Lichtzinnigheid en onnadenkend heid leiden tot zucht naar rijk dom en zingenot. De ernstigste kwaal, waaraan onze eeuw lijdt en tegelijk de overvloedigste bron van allerlei kwaad, waarover ieder weldenkende zich verontrust, is die lichtzinnigheid en on nadenkendheid, welke de menschen op zijwe gen doet verdolen. Vandaar die voortdurende hevige uhgestortheid naar het uitwendige, vandaar die onverzadigbare zucht naar rijk dom en zingenot, welke het verlangen naar h'oogere goederen in 's menschen ziel geleide lijk verzwakt en uitdooft en hen zoozeer in het uiterlijke en vergankelijke verwikkelt, dat zij hun belet te denken aan de eeuwige waarheden, aan Gods wet, aan God zelf. Die toch het begin en het einde is van al het geschapene; Die echter in Zijn oneindige goedheid en barmhartigheid, ook in onze dagen geenszins ophoudt, al grijpt ook het zedenbederf om zich heen, de menschen tot zich te trekken door overvloedige genaden. De geestelijke oefeningen het ge neesmiddel. Maar welk heel- en geneesmiddel zouden Wij voor de genezing dezer ziekte, waaraan het menschelijk geslacht zoozeer lijdt, meer geschikt kunnen voorschrijven, dan dat Wij die ontzenuwde zielen, die haar eeuwige be langen verwaarloozen, uitnoodigen aan de geestelijke oefeningen deel te nemen? Want waarlijk, zelfs al zouden de geestelijke oefe ningen niets anders zijn dan een korte af zondering van enkele dagen, gedurende welke den mensch, teruggetrokken uit het leven van alledag en uit zijn talrijke beslom meringen, de gelegenheid werd geboden, niet om dien tijd in ijdel niets doen door te bren gen, doch om de méést ernstige vragen te overwegen, die het menschelijk geslacht steeds zoo diep hebben aangegrepen, omtrent Zijn oorsprong n.l. en zijn einddoel: „vanwaar hij komt en waarheen hij gaat," dan nog zal iedereen moeten toegeven, dat uit de geeste lijke oefeningen een niet gering voordeel kan worden getrokken. Het nut van dit geneesmiddel Meer nog echter bereiken deze vrome af zonderingen, welke, daar zij den geest van den mensch dwingen er zich op toe te leggen, om datgene waarover hij denkt, wat hij zegt of doet, scherper te onderzoeken en ijveriger te bezien, op bewonderenswaardige wijze de menschelijke eigenschappen te hulp komen; zoodat in deze buitengewone oefenschool van den geest, dezen gewoon raakt de zaken rijpe lijk te overwegen en op een zuivere weeg schaal af te wegen, de wil krachtdadig wordt versterkt, de begeerlijkheden door de leiding van het verstand worden beheerscht, de men schelijke levensuitingen, in overeenstemming gebracht met de overweging van den geest, krachtig worden gedwongen tot een zeker richtsnoer en regel, tenslotte de ziel haar oorspronkelijke adeldom en hoogte bereikt zooals met een kernachtige vergelijking de heilige Paus Gregorius in zijn Pastorale ver duidelijkt. Bovendien, zich oefenend in geestelijke overwegingen, wordt niet alleen „de geest, zich verblijdend in den Heer, opgewekt door Zekeren prikkel der eenzaamheid en gesterkt door onuitsprekelijke vervoeringen," zooals wijselijk de H. Eucherius, bisschop van Lyon getuigt, maar ook door de Goddelijke vrij gevigheid tot die hemelsche spijze genoodigd. waarvan Lactantius zegt: „want er is geen zoeter spijze voor de ziel, dan de kennis der waarheid"; en de geest wordt, naar het ge voelen van een zekeren ouden schrijver, die lang voor den H. Basilius den Grooten ge houden is, opgenomen in de school van he melsche wijsheid en goddelijk onderricht, waar „God alles is wat wordt geleerd, de weg waarlangs wordt voortgestreefd; het geheel waardoor men komt tot de kennis der hoog ste waarheid," Zoodat met volle zekerheid blijkt dat de geestelijke oefeningen zoowel om de natuurlijke eigenschappen van den mensch te vervolmaken, als en vooral om den bovennatuurlijken Christelijken mensch te vormen van de hoogste beteekenis zijn. Voorwaar in deze 'ijden, waarin aan den waren geest van Christus en aan den boven natuurlijken geest, waardoor onze heilige godsdienst aueen <an staande blijven, zoo veel belemmeringen en slagboomen in den weg gelegd worden, terwijl het naturalisme, dat de Kracht van iet geloof verzwakt en dr vlammen der „hriste-ijke liefde uitdooft, in breede kringen neerscht, is het van het aller hoogste belang, dat de mensch zich losmaakt van die zinsbegoocneling „der ijdelheid' welke „het goede verduistert" en dat hij zicl derhalve in die zalige afzondering begeeft waar hij, door het hemelsche leergezag onderwezen, de juiste waarde en beteekem "en het menschelilk teven dat alleen in den dienst van den Eènen God gesteld mag wor den, beseft; waar hij afschuw krijgt voor de zonde; waar hij de ..eilige vrees Gods Krijgt: wee: nij, nadat als t ware de sluier is op geheven. de ijdQlheid der wereidsche zaken .elder inziet waar nij aangespoord door de v-rmanmgen ei voorbeelden van Hem die c— Wee de ,7aaineid en het Leven" is ..den iuden mensch" aflegt, zichzelf verloochent en n nederigheid, gehoorzaamheid en vrijwillige .eifkastijding den "hristus aandoet en er naar streeft, dat nij kome tot den „volmaak ten mensch" en toe die volstrekte maat van ue vrijheid van Cnristus", waarvan de Apostel spreek, ja ',elfs, dat hij er zich met dine geheele -iel op toelegt om met denzelf- ien Apostel te Kunnen herhalen: „Ik leet ■naar niet ik, doen Christus leeft in mij", angs deze trappen voorwaar, stijgt de zie: laar de alle-hoogste volmaaktheid op en wordt zij oe de allerzoetste wijze met God verbonden, door de hulp der Goddelijke ge nade, in overvloediger mate verkregen docr de gebeden, welke in die dagen vuriger zijn en door een veelvuldiger ontvangen der H.H Sacramenten. Dit zijn voorwaar, zeldzame en voortreffe- .ijke zaken, welke de natuur verre te boven gaan en in welker verkrijging toch alleen de rust, het geluk en de ware vrede berusten welke de menschelijke geest vurig nastreeft ;n welke de tegenwoordige maatschappij door de branding der verlokkingen meege sleurd en 'n den blinde met alle begeerlijk heid onzekere en vergankelijke goederen na strevend in het tumult en de verwarring des 'evens zoekt. Daartegenover hebben Wij geleerd, welk ?en wonderbare kracht er in de geestelijke oefeningen gelegen is om den verzoenenden vrede onder de menschen te brengen en hen tot een heilig leven op te voeren. Hetgeen door de dagelijksche ervaring der afgeloopen eeuwen en wellicht nog sterker door die van Onze dagen bewezen wordt nu de bijna on- telbaren. die de Geestelijke Oefeningen naar behooren gehouden hebben, daar uit geko men zijn .geworteld en heropgebouwd" in Christus, vervuld met licht, overstroomd van Voor de geestelijkheid Als volgt vermaant het Pauselijk schrijven ie geestelijkheid: Daarom vermanen Wij de seculiere gees telijkheid dringend om tróuw te zijn in het ïouden der geestelijke oefeningen, minstens in die mate als het Kerkelijk Wetboek dat voorschrijft, en dat zij ze beginnen en er zich mee bezighouden met een vurig ver langen naar de eigen volmaaktheid, om dien overvloed van bovennatuurlijken geest te verkrijgen voor zich, dien ze boven alles noodig hebben om in het geestelijk heil te voorzien van de kudde, hun toevertrouwd, en grooten buit aan zielen voor Christus te win nen. Dezen weg zijn alle priesters gegaan, die brandden van ijver voor het heil dei- zielen, en zich daarom hebben toegelegd om hun evenmensehen te brengen naar dsn weg van heiligheid en de geestelijken te leiden, zooals om een voorbeeld uit lateren tijd aan te halen, men kan zien in Joseph Ca- fasso, wien Wij besloten hebben de eer der zaligen toe te kennen. Die zeer heilige man immers beschouwde het als een verheven iets, voortdurend met geestelijke oefeningen bezig te zijn, waardoor hij in zich zelf en de andere dienaren van Christus de heilig heid ten zeerste bevorderde en den wil des hemels leerde kennen; zoodat hij. toen hij op een keer uit een retraite kwam, vol van goddelijk licht, aan een jongeren priester, die bij hem kwam biechten, duidelijk aan gaf, dien weg te moeten opgaan, welke hem bracht tot de toppen van deugd; wij be doelen den zaligen Joannes Bosco, dien we niet hoog genoeg kunnen prijzen. De les voor de Katholieke Actie. Met niet minder zorg werken Wij ervoor, dat de veelvuldige afdeelingen van de Ka tholieke Actie, die Wij met al Onze krach ten steeds bevorderd en aanbevolen hebben, waarmede Wij nooit zullen ophouden, daar de deelneming der leeken aan het hiërar chisch apostolaat buitengewoon nuttig (om niet te zeggen noodzakelijk) wordt geacht, op geschikte wijze door geestelijke oefeningen worden versterkt. Wij kunnen voorwaar met niet genoeg woorden uitdrukking geven aan de bijzonde re vreugde, welke Ons doordringt, nu Wij vernamen, dat bijna overal ingesteld waren bijzondere cursussen van godsd.enstige voor drachten, waardoor de vredelievende en wakkere strijders van Christus, vooral echter de scharen van toekomstige strijders, toege rust worden. Deze zullen, wanneer zij die cursussen ijverig bezoeken, ten einde des te meer voorbereid en geschikt bevonden te worden om den heiligen strijd des Heeren te strijden, daarin niet enkel hulpmiddelen DE EERSTE STEENLEGGING VAN HET PHILISOPHICUM TE WARMOND 2. D. H. de Bisschop van Haarlem zegent den steen vreugde, doordrongen van dien vrede, die ,alle gevoel te boven gaat." Uit deze versterking van het Christelijk le ven echter, welke de geestelijke oefeningen zoofils voor een ieder duidelijk is, bewerken, volgt, behalve de innelrijke vrede der ziel, ah vanzelf een andere uitverkoren vrucht, welke van het allerhoogste belang voor het maat schappelijk leven is: het verlangen n.l. om zielen voor Christus te winnen, m.a.w. de apostolische geest. Het is toch het normale effect der liefde dat de rechtvaardige ziel, waarin God door de genade leeft, op wonderbare wijze ont vlamd wordt om de medemenschen te ma ken tot deelgenoot van de kennis en de liefde van het oneindige Goed, dat zij zelf verkre gen heeft en bezit. De Encycliek wijst er dan op, hoe Christus en de heilieren de geestelijke oefeningen be oefend hebben, om dan met de volgende woorden er op te wijzen, wat er in het Vaticaan geschiedt: Deze Apostolische Stoel die met het woord dikwijls de geestelijke oefeningen heeft aan bevolen heeft de geloovigen ook lang reeds met het voorbeeld en met gezag onderwezen, door de weidsche Vaticaansche gebouwen ge durende eenige dagen in een heiligdom van overweging en gebed te veranderen. Deze gewoonte hebben Wij met groote blijdschap en troost nervat. En, opdat Wij dezen troost sn vreugd èn aan Ons èn aan hen, die dicht bij Ons zijn, mogen bereiden, bevelen Wij om te voldoen aan een algemeen verlangen reeds nu, dat telken jare de geestelijke Oefe ningen in dit Huis zullen gehouden worden DE EERSTE STEENLEGGING VAN HET PHTLISOI'HTCUM TE WARMOND De toespraak van Mgr. Ii. J. iVI, Taskin vinden om den vorm van het christelijk le ven in zich volmaakter tot uiting te bren gen, doch ook zullen zij niet zelden in hun binnenste de verborgen stem Gods verne men, die hen roept tot het heilig ambts werk en tot het brengen van nog grooter winst aan de zielen en hen zoo aanspoort om het apostolaat in zijn vollen omvang uit te oefenen. Schitterend is immers deze dageraad van hemelsche goederen dien de volle dag spoedig volgen zal en bekronen, mits de gewoonte der Geestelijke Oefenin gen verder verbreid worde, en met voor zichtig beleid gepropageerd worde in de ver schillende vereenigingen der katholieken, voornamelijk der jongere. Voor den werkenden stand. En wijl in onze dagen de tijdelijke goe deren en de daaruit voortkomende gemakken des levens tegelijk met een zekere weelde op niet geringe mate onder het bereik gekomen zijn van de ambachtslieden en andere ar beiders, moet men het aan de goedheid van den barmhartigen en alles vooruitzienden God toeschrijven, dat ook den gewonen ge loovigen dien schat der Geestelijke Oefenin gen wordt bekend gemaakt. Daardoor im mers zullen de menschen als in evenwicht worden gehouden, om niet, omlaag gedrukt door het gewicht der voorbij gaande din gen, en zich verzadigend aan de gemakken en zoetheden des levens, ongelukkig te ver vallen in de opvattingen en zeden van het materialisme. Daarom Eerbiedwaardige Broeders, keuren wij ten zeerste goed de ver eenigingen „voor Retraites", die reeds in sommige landen bestaan en de vruchtbare en zeer geschikte Retraites voor werklieden, met de daarbij behoorende oefeningen ter volharding, en willen ze aanbevelen aan uwe geestelijke zorg en ijver. Hoe de oefeningen te doen. Maar, om de blijde vruchten te plukken van de geestelijke oefeningen, die wü ver haald hebben, moet men zich er op toeleg gen met den noodigen ijver, want indien men slechts uit sleur doet, of traag, of lus teloos die geestelijke oefeningen worden ge houden, zal men er voorzeker weinig of geen nut uit trekken. Daarom is het voor alles noodig, dat men in stilte zijn hart richt op heilige overwe gingen, alle zorgen en bekommeringen van het dagelijksch leven op zij zet, want gelijk duidelijk het gouden boèkje „Over de Na volging van Christus" leert: „In stilzwijgen en rust gaat de vrome ziel vooruit". Hoe zeer wij ze dan ook prijzen en meenen dat ze met alle mogelijke herderlijke zorgen bevor derd moeten worden, omdat God ze met den grootsten zegen begunstigt die heilige overwegingen, welke voor een groote me nigte in het. openhaar worden gehouden het meest van al dringen Wij aan op geestelijke oefeningen, die „gesloten" genoemd wordn, waardoor de mensch gemakkelijker 'wordt afgehouden van den omgang met de schep selen en de verstrooide krachten der ziel dwingt om alleen met zich en voor God bezig tc zijn, in het beschouwen der eeuwige waarheden, Ten slotte is het van buitengewoon belang voor het op juiste wijze houden van geeste lijke oefeningen en het plukken van de vrucht daarvan, dat zij volgens een verstan dige en geschikte methode worden doorge bracht. Immers het is duidelijk bewezen, dat onder alle methoden van geestelijke oefeningen welke tot nog toe op prijzenswaardige wijze door een gezonde katholieke ascese werden aangewend, een boven de andere den voor' rang heeft gehad; een, die ten volle en her haaldelijk met goedkeuringen van den H, Stoel werd ven-ijkt en geadeld is door de loftuitingen van in de geestelijke leer en heiligheid uitstekende mannen, een, welke in een tijdsbestek van bijna vier eeuwen be langrijke vruchten van heiligheid heeft af- worpen. Wij bedoelen de methode, door den H. Ignatius van Loyola ontworpen, die ge woonlijk de voornaamste en bijzondere meester der geestelijke oefeningen genoemd wordt en wiens „bewonderenswaardige oefe ningenhandleiding" gering in omvang maar met een hemelsche wijsheid toegerust juist om die reden op plechtige wijze door Onzen roemrijken Voorganger Paulus III is goedgekeurd, geprezen en aanbevolen. Een boek, dat Wij, om woorden te gebruiken, die Wij, voor We tot den zetel van Petrus wer den verheven, hebben gebezigd, hebben ge noemd een werk, hetwelk heeft uitgeblon ken en uitgeschitterd, zoowel als een com plex van regelen van wijsheid overvloeiend en zoo algeheel geschikt, om zielen op den weg des heils en van de volmaaktheid te brengen, als een bron, onuitputtelijk in be proefde en gedegen godsvrucht. Een boek. ook, dat was als een overscherpe prikkel en een zeer betrouwbare wegwijzer naar een verbeteren van de zeden en een bereiken van een hoog geestelijk leven. Z. H. beveelt dan de Recollectie aan, ter wijl de Encycliek besluit met de volgence Kerstboodschap. Op deze wijze Eerbiedwaai-dige Broeders, zal uit de geestelijke oefeningen, wanneer zij overal en in alle rangen van de Christe lijke gemeenschap zullen zijn doorgedrongen en ijverig worden beoefend een Geestelijke hergeboorte volgen: de godsvrucht zal wor den gevoed, de godsdienstzin zal nieuw le ven krijgen, een vruchtbaar apostolaat zal zich ontplooien en eindelijk zal er vrede heerschen onder de individuen en in de maatschappij. Toen bij 't zwijgen van den klaren hemel en van de aarde, de nacht het midden van zijn baan bereikte, verscheen in het geheim en verre van het gewoel der menschen, het eeuwige Woord des Vaders, na de mensche lijke natuur te hebben aangenomen, aan de stervelingen en door Je luchten weerklonk de hemelsche hymne: „Glorie in den hooge aan God, en vrede op aarde aan de men schen van goeden wil." Deze blijde aankondiging van den christe lijken vrede: Christus' wede in Chris tus' rijk tot uitdrukking brengend het hoogste verlangen van Ons Apostolisch hart waarop met groote kracht, Ons streven en Onze arbeid zijn gericht, zal ten zeerste tref fen het gemoed van die geloovigen, welke verwijderd van het gewoel en de IJdelheden der wereld, in diepe afzondering teruggetrok- Z. D. H, Mgr. J. D. J. Aengenent tijdens zijn toespraak bij van het phylosoficum te Warmond de eerste steenlegging ken, de voorbeelden overwegen van Hem, die Ier wereld den vrede brapht en dezen als een erfdeel achterliet: „Mijn vrede geef Ik u Dezen waren vrede bidden Wij u, Eerbied waardige Broeders, van ganscner harte toe op dezen eigen dag, waarop, door Gods goed heid het vijftigste jaar van Ons priester schap wordt voltooid; en bij het naderen van dat overzoete feest der Geboorte van Onzen Heer Jezus Christus, dat het myste rie des vredes kan worden genoemd, smee- ken Wij dien vrede af, met vurig gebed, van Hem, die als Vorst des Vredes begroet werd. En met deze gevoelens, het hart verheven in blijde en vaste hope, verleenen Wij aan U, Eerbiedwaardige Broeders, en aan uwe geestelijkheid en uw volk, dat is aan Onze geheele zoo beminde Katholieke gemeen schap, als een onderpand van goddelijke gun sten en van Onze welwillendheid, met de grootste liefde in den Heer den Apostoli- schen Zegen. Onder groote belangstelling heeft Zater dag om 12 uur te Warmond de eerste steen legging plaats gehad voor het te bouwen Philosophïcum, het nieuwe studiehuis voor de toekomstige geestelijkheid in ons bisdom. Na het verlaten van het Klein-Seminarie zullen de toekomstige geestelijken hier ge durende twee jaren philosophie studeeren, om vervolgens aan het Groot-Seminarie hunne studie te voltooien. Vóór den aanvang der plechtigheid heb ben wij den nieuwen bouw in ocgenschouw genomen. Het is een terrein, gelegen tusschen het Seminarie, aan de andere zijde begrensd door de Ruïne, die straks, als de bouw ge reed is, voor een deel haar vrije uitzicht zal verliezen. De klasse- en studentenzalen verrijzen reeds boven den grond; ten behoeve van de eerste steenlegging voor het Philosophi- cum zijn op een bescheiden, houten stellage versieringen aangebracht. De steen zelf draagt de volgende inscriptie; Anno MCMXXIX Domini me posuit Hlustrissimus ac Reverendissimus Doniinus Joannes, Dominicus, Joseph Aengenent Episcopus Harlemensis in Seminario Warmundum per quinque Fere Lustra philosophiae professor Ad XII Kal. Jun. Even na 12 uur, nadat zich de eerwaarde theologanten, genoodigden en belangstelten- den bereids hadden opgesteld op de plaats, I waar de plechtigheid zal geschieden, ver schijnt Z. D. H. Mgr. Aengenent, orgeze.d van den hoogeerw. heer Mgr. H. J. M. Tas- kin, president van het Groot-Seminarie; den secretaris van het bisdom, den zeereerw. heer Th. W. Pichot; de neomisten, dien zelfden ochtend tot priester gewijd: de wel- eerw. heeren A. v. d. Togt en H. Remmer en pater J. Vollaerts S. J. Verder waren c.m. aanwezig de zeereerw. heeren professor, de hoogeerw. provisoren, de kanunniken Th. F. Ebbinkhuijzen en dr. Th. M. Vlaming, -e- gent van „Hageveld", kanunnik M. W. A. Wijtenburg, de weleerw. heer Th. Lampe, kapelaan te Warmond tde pastoor was on gesteld), de architect Jan Stuijt, de burge meester van Warmond, de heer A. J. Schöl- vinck, de wethouders Heemskerk en Ouds hoorn, de gemeente-secretaris, de heer H. L. van Delft, de opzichters en de aannemer van het bouwwerk. Allereerst neemt het woord Mgr. Taskin, die alle "aanwezigen welkom heet, in de eer ste plaats Z. D. H., verder B. en W. van Warmond, de professoren van het Seminarie, de studenten en belangstellenden. Deze plechtigheid, aldus mgr. Taskin, heeft een inleidend karakter. Reeds veel arbeid is verricht; de fundeering is gelegd, maar de eigenlijke opbouw moet nog be ginnen. Het inleidende karakter sluit echter niet uit, dat deze dag is een dag van vreugde en blijde verwachtingen, Monseigneur, hebt nog onlangs Uwe vreugde uitgedrukt door te spreken van den grootschen tijd, dien wij beleven, een rijke en vruchtbare ontplooiing van katholiek leven. Was de aanleiding daartoe, dat de katholieke dag bladpers eett nieuwe vlucht heeft genomen? Vandaag wordt op het terrein van onderwijs en wetenschappen een belangrijke schrede voorwaarts gedaan. Deze eerste steenlegging is een groctscne uiting van katholiek leven, die voor de toe komst de schoonste verwachtingen wekt. Wetenschap en cultuur zullen van hier wor den uitgedragen in het openbare leven naar hen, die in kennis en beschaving belang stellen. De vreugde van dezen dag vordt verhoogd doordat Uw bèsluit een leerschool voor Wijsbegeerte te stichten, een uwer eer ste daden van uw bestuur was: vijf en twintig jaar hebt U zelf de wijsbegeerte onderwezen. De stichting van dit gebouw is een krachtige uiting van Uwe nooge ideeën omtrent óe vorming uwer toekom stige medehelpers. Deze ideeën zyn in de volgende formule samen te vatten: voor den toekomstigen priester is het hoogste niet te veel en het allerbeste niet goed genoeg. Een horizon van blijde verwachtingen gaat ne- den open: beter geschooid, rijker aan Kennis en inzicht, zullen de toekomstige priesters uit dit seminarie te voorschijn komen, na strevend het hoogste einddoel van het ge schapene. Mgr. Bottemanne heeft u bij de eerste steenlegging van het nieuwe voorgebouw op 3 April 1897 door handoplegging het priester schap verleend; dezen morgen hebt gij aan drie kweekelingen van het Seminarie de H. gave van het priesterschap geschonken. Eerbiedig verzoek ik u den eersten steen van dit gebouw te willen zegenen en te plaat sen. Moge uwe gebeden en zegeningen even heilzame en vruchtbare gevolgen hebben als de wijding op 3 April 1897 aan het oude Seminarie heeft geschonken. De plechtige inzegening Z. D. H. zegt hierna de gebeden der H. Kerk en verricht de inzegening, waarna Prof. J. H. Niekel, benoemd tot directeur van het Philosophicum, de oorkonde voorleest: In den naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes. Amen. Op heden den feestdag van den H. Apostel Thomas, quatertemper-Zaterdag van den Advent van het jaar Onzes Heeren 1929, toen Z. H. Paus Pius XI de Kerk Gods Be stierde, Hare Majesteit Wilhelmina Koningin der Nederlanden was en Z. D. H. Mgr. Joan nes Dominicus Joseph Aengenent den zetel van Haarlem bekleedde, is van dit Philoso phicum de eerste steen gelegd door Z. D. H. Mgr. Aengenent, Bisschop van Haarlem in tegenwoordigheid van den hoogeerwaarden heer Mgr. Henricus Maria Taskin. Protono- tarius Apostolicus a.i.p. en President van het Groot-Seminarie, den Zeereerw. heer J. H. Niekel, benoemd Directeur van het Philoso phicum, de Zeereerw. Professoren van het groot Seminarie, den Architect, opzichters en aannemer en vele belangstellenden ten blijke waarvan deze oorkonde is onderteekend. Hierna wordt de oo-kond° in een daartoe bestemde bus geto*gen en in~emet°e d. Vervolgens spreekt Z. D. H. de Bisschop het volgende slotwoord: Toespraak van Mgr. Aengenent. Mgr. heet genoodigden en belangstellenden, wier aanwezigheid hh op hoogen prijs s elt, welkom. Wij hebben, zoo gaat Mgr. voort, den zegen van God afgesmeekt over den bouw en de gelukkige voltooiing van dit huis, door het gebed van de H. Kerk. Immers, in dien de Heer het huis niet bouwt, arbeiden de bouwlieden tevergeefs. Er is reden om woorden te uiten van in nige dankbaarheid, in de eerste plaats aan God, den gever van alle goede gaven, Die de noodzakelijkheid heeft gebracht om dit ge bouw te stichten. Hij schenkt Zijnen zegen, door het verhoogen der priesterroepingen en een heerlijk opleven van katholiciteit. U, hoogeerw. president, hebt in uw ope ningswoord herinnerd aan een opleving in den nieuwen tijd. Over één feit ben ik ten zeerste verheugd: de noodzakelijkheid om een derde seminarie hier te stichten. Daaruit blijkt het heerlijk getal roepingen in ons dio cees. Welk een uitbreiding in de laatste 32 jaar, dat ik zelf het priesterschap bezit. Zelf ben ik getuige geweest van de eerste Eenige dagen geleden heeft Z. H. den Paus *es nieuwe Kardinalen benoemd. De plechtigheden hadden plaats in de Capella Sixtina. Nadat de Kardinalen den eed hadden afgelegd, werden zij afzonderlijk rocr^elefd rror den H. Vader, die, na den voetkus ieder bekleedde met de mozetta en de baret

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 5