z.h: paus pius xi
DE NIEUWE ENCYCLIEK VAN
Ya
De eerste steenlegging voor het
Philosophïcum te Warmond
TWEEDE BLAD
MAANDAG 23 DECEMBER 1929
BLADZIJDE 1
De praktijk der geestelijke oefeningen.
Hoe de bevordering er van moet geschieden.
De Kerstboodschap van den H. Vader.
Z.D.H. de Bisschop van Haarlem ver
richt de plechtigheid. Groote belang
stelling van geestelijke en burgerlijke
autoriteiten.
k
Zoolals reeds In het kort is gemeld, heeft
2. D. de Paus een nieuwe Encycliek uitge-
vp ardigd.
In het eerste gedeelte spreekt Z. H, over
de vruchten van het Jubeljaar en over de
pracfijk der geestelijke oefeningen, om ver
volgens op de kwalen van dezen tijd het
licht te laten schijnen.
Lichtzinnigheid en onnadenkend
heid leiden tot zucht naar rijk
dom en zingenot.
De ernstigste kwaal, waaraan onze eeuw
lijdt en tegelijk de overvloedigste bron van
allerlei kwaad, waarover ieder weldenkende
zich verontrust, is die lichtzinnigheid en on
nadenkendheid, welke de menschen op zijwe
gen doet verdolen. Vandaar die voortdurende
hevige uhgestortheid naar het uitwendige,
vandaar die onverzadigbare zucht naar rijk
dom en zingenot, welke het verlangen naar
h'oogere goederen in 's menschen ziel geleide
lijk verzwakt en uitdooft en hen zoozeer in
het uiterlijke en vergankelijke verwikkelt,
dat zij hun belet te denken aan de eeuwige
waarheden, aan Gods wet, aan God zelf. Die
toch het begin en het einde is van al het
geschapene; Die echter in Zijn oneindige
goedheid en barmhartigheid, ook in onze
dagen geenszins ophoudt, al grijpt ook het
zedenbederf om zich heen, de menschen tot
zich te trekken door overvloedige genaden.
De geestelijke oefeningen het ge
neesmiddel.
Maar welk heel- en geneesmiddel zouden
Wij voor de genezing dezer ziekte, waaraan
het menschelijk geslacht zoozeer lijdt, meer
geschikt kunnen voorschrijven, dan dat Wij
die ontzenuwde zielen, die haar eeuwige be
langen verwaarloozen, uitnoodigen aan de
geestelijke oefeningen deel te nemen? Want
waarlijk, zelfs al zouden de geestelijke oefe
ningen niets anders zijn dan een korte af
zondering van enkele dagen, gedurende
welke den mensch, teruggetrokken uit het
leven van alledag en uit zijn talrijke beslom
meringen, de gelegenheid werd geboden, niet
om dien tijd in ijdel niets doen door te bren
gen, doch om de méést ernstige vragen te
overwegen, die het menschelijk geslacht
steeds zoo diep hebben aangegrepen, omtrent
Zijn oorsprong n.l. en zijn einddoel: „vanwaar
hij komt en waarheen hij gaat," dan nog zal
iedereen moeten toegeven, dat uit de geeste
lijke oefeningen een niet gering voordeel kan
worden getrokken.
Het nut van dit geneesmiddel
Meer nog echter bereiken deze vrome af
zonderingen, welke, daar zij den geest van
den mensch dwingen er zich op toe te leggen,
om datgene waarover hij denkt, wat hij zegt
of doet, scherper te onderzoeken en ijveriger
te bezien, op bewonderenswaardige wijze de
menschelijke eigenschappen te hulp komen;
zoodat in deze buitengewone oefenschool van
den geest, dezen gewoon raakt de zaken rijpe
lijk te overwegen en op een zuivere weeg
schaal af te wegen, de wil krachtdadig wordt
versterkt, de begeerlijkheden door de leiding
van het verstand worden beheerscht, de men
schelijke levensuitingen, in overeenstemming
gebracht met de overweging van den geest,
krachtig worden gedwongen tot een zeker
richtsnoer en regel, tenslotte de ziel haar
oorspronkelijke adeldom en hoogte bereikt
zooals met een kernachtige vergelijking de
heilige Paus Gregorius in zijn Pastorale ver
duidelijkt.
Bovendien, zich oefenend in geestelijke
overwegingen, wordt niet alleen „de geest,
zich verblijdend in den Heer, opgewekt door
Zekeren prikkel der eenzaamheid en gesterkt
door onuitsprekelijke vervoeringen," zooals
wijselijk de H. Eucherius, bisschop van Lyon
getuigt, maar ook door de Goddelijke vrij
gevigheid tot die hemelsche spijze genoodigd.
waarvan Lactantius zegt: „want er is geen
zoeter spijze voor de ziel, dan de kennis der
waarheid"; en de geest wordt, naar het ge
voelen van een zekeren ouden schrijver, die
lang voor den H. Basilius den Grooten ge
houden is, opgenomen in de school van he
melsche wijsheid en goddelijk onderricht,
waar „God alles is wat wordt geleerd, de weg
waarlangs wordt voortgestreefd; het geheel
waardoor men komt tot de kennis der hoog
ste waarheid," Zoodat met volle zekerheid
blijkt dat de geestelijke oefeningen zoowel
om de natuurlijke eigenschappen van den
mensch te vervolmaken, als en vooral om
den bovennatuurlijken Christelijken mensch
te vormen van de hoogste beteekenis zijn.
Voorwaar in deze 'ijden, waarin aan den
waren geest van Christus en aan den boven
natuurlijken geest, waardoor onze heilige
godsdienst aueen <an staande blijven, zoo
veel belemmeringen en slagboomen in den
weg gelegd worden, terwijl het naturalisme,
dat de Kracht van iet geloof verzwakt en dr
vlammen der „hriste-ijke liefde uitdooft, in
breede kringen neerscht, is het van het aller
hoogste belang, dat de mensch zich losmaakt
van die zinsbegoocneling „der ijdelheid'
welke „het goede verduistert" en dat hij zicl
derhalve in die zalige afzondering begeeft
waar hij, door het hemelsche leergezag
onderwezen, de juiste waarde en beteekem
"en het menschelilk teven dat alleen in den
dienst van den Eènen God gesteld mag wor
den, beseft; waar hij afschuw krijgt voor de
zonde; waar hij de ..eilige vrees Gods Krijgt:
wee: nij, nadat als t ware de sluier is op
geheven. de ijdQlheid der wereidsche zaken
.elder inziet waar nij aangespoord door de
v-rmanmgen ei voorbeelden van Hem die
c— Wee de ,7aaineid en het Leven" is ..den
iuden mensch" aflegt, zichzelf verloochent en
n nederigheid, gehoorzaamheid en vrijwillige
.eifkastijding den "hristus aandoet en er
naar streeft, dat nij kome tot den „volmaak
ten mensch" en toe die volstrekte maat van
ue vrijheid van Cnristus", waarvan de
Apostel spreek, ja ',elfs, dat hij er zich met
dine geheele -iel op toelegt om met denzelf-
ien Apostel te Kunnen herhalen: „Ik leet
■naar niet ik, doen Christus leeft in mij",
angs deze trappen voorwaar, stijgt de zie:
laar de alle-hoogste volmaaktheid op en
wordt zij oe de allerzoetste wijze met God
verbonden, door de hulp der Goddelijke ge
nade, in overvloediger mate verkregen docr
de gebeden, welke in die dagen vuriger zijn
en door een veelvuldiger ontvangen der H.H
Sacramenten.
Dit zijn voorwaar, zeldzame en voortreffe-
.ijke zaken, welke de natuur verre te boven
gaan en in welker verkrijging toch alleen de
rust, het geluk en de ware vrede berusten
welke de menschelijke geest vurig nastreeft
;n welke de tegenwoordige maatschappij
door de branding der verlokkingen meege
sleurd en 'n den blinde met alle begeerlijk
heid onzekere en vergankelijke goederen na
strevend in het tumult en de verwarring des
'evens zoekt.
Daartegenover hebben Wij geleerd, welk
?en wonderbare kracht er in de geestelijke
oefeningen gelegen is om den verzoenenden
vrede onder de menschen te brengen en hen
tot een heilig leven op te voeren. Hetgeen
door de dagelijksche ervaring der afgeloopen
eeuwen en wellicht nog sterker door die van
Onze dagen bewezen wordt nu de bijna on-
telbaren. die de Geestelijke Oefeningen naar
behooren gehouden hebben, daar uit geko
men zijn .geworteld en heropgebouwd" in
Christus, vervuld met licht, overstroomd van
Voor de geestelijkheid
Als volgt vermaant het Pauselijk schrijven
ie geestelijkheid:
Daarom vermanen Wij de seculiere gees
telijkheid dringend om tróuw te zijn in het
ïouden der geestelijke oefeningen, minstens
in die mate als het Kerkelijk Wetboek dat
voorschrijft, en dat zij ze beginnen en er
zich mee bezighouden met een vurig ver
langen naar de eigen volmaaktheid, om dien
overvloed van bovennatuurlijken geest te
verkrijgen voor zich, dien ze boven alles
noodig hebben om in het geestelijk heil te
voorzien van de kudde, hun toevertrouwd, en
grooten buit aan zielen voor Christus te win
nen. Dezen weg zijn alle priesters gegaan,
die brandden van ijver voor het heil dei-
zielen, en zich daarom hebben toegelegd om
hun evenmensehen te brengen naar dsn weg
van heiligheid en de geestelijken te leiden,
zooals om een voorbeeld uit lateren tijd
aan te halen, men kan zien in Joseph Ca-
fasso, wien Wij besloten hebben de eer der
zaligen toe te kennen. Die zeer heilige man
immers beschouwde het als een verheven
iets, voortdurend met geestelijke oefeningen
bezig te zijn, waardoor hij in zich zelf en
de andere dienaren van Christus de heilig
heid ten zeerste bevorderde en den wil des
hemels leerde kennen; zoodat hij. toen hij op
een keer uit een retraite kwam, vol van
goddelijk licht, aan een jongeren priester,
die bij hem kwam biechten, duidelijk aan
gaf, dien weg te moeten opgaan, welke hem
bracht tot de toppen van deugd; wij be
doelen den zaligen Joannes Bosco, dien we
niet hoog genoeg kunnen prijzen.
De les voor de Katholieke Actie.
Met niet minder zorg werken Wij ervoor,
dat de veelvuldige afdeelingen van de Ka
tholieke Actie, die Wij met al Onze krach
ten steeds bevorderd en aanbevolen hebben,
waarmede Wij nooit zullen ophouden, daar
de deelneming der leeken aan het hiërar
chisch apostolaat buitengewoon nuttig (om
niet te zeggen noodzakelijk) wordt geacht,
op geschikte wijze door geestelijke oefeningen
worden versterkt.
Wij kunnen voorwaar met niet genoeg
woorden uitdrukking geven aan de bijzonde
re vreugde, welke Ons doordringt, nu Wij
vernamen, dat bijna overal ingesteld waren
bijzondere cursussen van godsd.enstige voor
drachten, waardoor de vredelievende en
wakkere strijders van Christus, vooral echter
de scharen van toekomstige strijders, toege
rust worden. Deze zullen, wanneer zij die
cursussen ijverig bezoeken, ten einde des te
meer voorbereid en geschikt bevonden te
worden om den heiligen strijd des Heeren
te strijden, daarin niet enkel hulpmiddelen
DE EERSTE STEENLEGGING VAN HET PHILISOPHICUM TE WARMOND
2. D. H. de Bisschop van Haarlem zegent den steen
vreugde, doordrongen van dien vrede, die
,alle gevoel te boven gaat."
Uit deze versterking van het Christelijk le
ven echter, welke de geestelijke oefeningen
zoofils voor een ieder duidelijk is, bewerken,
volgt, behalve de innelrijke vrede der ziel, ah
vanzelf een andere uitverkoren vrucht, welke
van het allerhoogste belang voor het maat
schappelijk leven is: het verlangen n.l. om
zielen voor Christus te winnen, m.a.w. de
apostolische geest.
Het is toch het normale effect der liefde
dat de rechtvaardige ziel, waarin God door
de genade leeft, op wonderbare wijze ont
vlamd wordt om de medemenschen te ma
ken tot deelgenoot van de kennis en de liefde
van het oneindige Goed, dat zij zelf verkre
gen heeft en bezit.
De Encycliek wijst er dan op, hoe Christus
en de heilieren de geestelijke oefeningen be
oefend hebben, om dan met de volgende
woorden er op te wijzen, wat er
in het Vaticaan
geschiedt:
Deze Apostolische Stoel die met het woord
dikwijls de geestelijke oefeningen heeft aan
bevolen heeft de geloovigen ook lang reeds
met het voorbeeld en met gezag onderwezen,
door de weidsche Vaticaansche gebouwen ge
durende eenige dagen in een heiligdom van
overweging en gebed te veranderen. Deze
gewoonte hebben Wij met groote blijdschap
en troost nervat. En, opdat Wij dezen troost
sn vreugd èn aan Ons èn aan hen, die dicht
bij Ons zijn, mogen bereiden, bevelen Wij
om te voldoen aan een algemeen verlangen
reeds nu, dat telken jare de geestelijke Oefe
ningen in dit Huis zullen gehouden worden
DE EERSTE STEENLEGGING VAN HET PHTLISOI'HTCUM TE WARMOND
De toespraak van Mgr. Ii. J. iVI, Taskin
vinden om den vorm van het christelijk le
ven in zich volmaakter tot uiting te bren
gen, doch ook zullen zij niet zelden in hun
binnenste de verborgen stem Gods verne
men, die hen roept tot het heilig ambts
werk en tot het brengen van nog grooter
winst aan de zielen en hen zoo aanspoort
om het apostolaat in zijn vollen omvang
uit te oefenen. Schitterend is immers deze
dageraad van hemelsche goederen dien de
volle dag spoedig volgen zal en bekronen,
mits de gewoonte der Geestelijke Oefenin
gen verder verbreid worde, en met voor
zichtig beleid gepropageerd worde in de ver
schillende vereenigingen der katholieken,
voornamelijk der jongere.
Voor den werkenden stand.
En wijl in onze dagen de tijdelijke goe
deren en de daaruit voortkomende gemakken
des levens tegelijk met een zekere weelde op
niet geringe mate onder het bereik gekomen
zijn van de ambachtslieden en andere ar
beiders, moet men het aan de goedheid van
den barmhartigen en alles vooruitzienden
God toeschrijven, dat ook den gewonen ge
loovigen dien schat der Geestelijke Oefenin
gen wordt bekend gemaakt. Daardoor im
mers zullen de menschen als in evenwicht
worden gehouden, om niet, omlaag gedrukt
door het gewicht der voorbij gaande din
gen, en zich verzadigend aan de gemakken
en zoetheden des levens, ongelukkig te ver
vallen in de opvattingen en zeden van het
materialisme. Daarom Eerbiedwaardige
Broeders, keuren wij ten zeerste goed de ver
eenigingen „voor Retraites", die reeds in
sommige landen bestaan en de vruchtbare
en zeer geschikte Retraites voor werklieden,
met de daarbij behoorende oefeningen ter
volharding, en willen ze aanbevelen aan uwe
geestelijke zorg en ijver.
Hoe de oefeningen te doen.
Maar, om de blijde vruchten te plukken
van de geestelijke oefeningen, die wü ver
haald hebben, moet men zich er op toeleg
gen met den noodigen ijver, want indien
men slechts uit sleur doet, of traag, of lus
teloos die geestelijke oefeningen worden ge
houden, zal men er voorzeker weinig of geen
nut uit trekken.
Daarom is het voor alles noodig, dat men
in stilte zijn hart richt op heilige overwe
gingen, alle zorgen en bekommeringen van
het dagelijksch leven op zij zet, want gelijk
duidelijk het gouden boèkje „Over de Na
volging van Christus" leert: „In stilzwijgen
en rust gaat de vrome ziel vooruit". Hoe
zeer wij ze dan ook prijzen en meenen dat ze
met alle mogelijke herderlijke zorgen bevor
derd moeten worden, omdat God ze met
den grootsten zegen begunstigt die heilige
overwegingen, welke voor een groote me
nigte in het. openhaar worden gehouden het
meest van al dringen Wij aan op geestelijke
oefeningen, die „gesloten" genoemd wordn,
waardoor de mensch gemakkelijker 'wordt
afgehouden van den omgang met de schep
selen en de verstrooide krachten der ziel
dwingt om alleen met zich en voor God
bezig tc zijn, in het beschouwen der eeuwige
waarheden,
Ten slotte is het van buitengewoon belang
voor het op juiste wijze houden van geeste
lijke oefeningen en het plukken van de
vrucht daarvan, dat zij volgens een verstan
dige en geschikte methode worden doorge
bracht.
Immers het is duidelijk bewezen, dat onder
alle methoden van geestelijke oefeningen
welke tot nog toe op prijzenswaardige wijze
door een gezonde katholieke ascese werden
aangewend, een boven de andere den voor'
rang heeft gehad; een, die ten volle en her
haaldelijk met goedkeuringen van den H,
Stoel werd ven-ijkt en geadeld is door de
loftuitingen van in de geestelijke leer en
heiligheid uitstekende mannen, een, welke in
een tijdsbestek van bijna vier eeuwen be
langrijke vruchten van heiligheid heeft af-
worpen. Wij bedoelen de methode, door den
H. Ignatius van Loyola ontworpen, die ge
woonlijk de voornaamste en bijzondere
meester der geestelijke oefeningen genoemd
wordt en wiens „bewonderenswaardige oefe
ningenhandleiding" gering in omvang
maar met een hemelsche wijsheid toegerust
juist om die reden op plechtige wijze door
Onzen roemrijken Voorganger Paulus III is
goedgekeurd, geprezen en aanbevolen. Een
boek, dat Wij, om woorden te gebruiken, die
Wij, voor We tot den zetel van Petrus wer
den verheven, hebben gebezigd, hebben ge
noemd een werk, hetwelk heeft uitgeblon
ken en uitgeschitterd, zoowel als een com
plex van regelen van wijsheid overvloeiend
en zoo algeheel geschikt, om zielen op den
weg des heils en van de volmaaktheid te
brengen, als een bron, onuitputtelijk in be
proefde en gedegen godsvrucht. Een boek.
ook, dat was als een overscherpe prikkel en
een zeer betrouwbare wegwijzer naar een
verbeteren van de zeden en een bereiken van
een hoog geestelijk leven.
Z. H. beveelt dan de Recollectie aan, ter
wijl de Encycliek besluit met de volgence
Kerstboodschap.
Op deze wijze Eerbiedwaai-dige Broeders,
zal uit de geestelijke oefeningen, wanneer
zij overal en in alle rangen van de Christe
lijke gemeenschap zullen zijn doorgedrongen
en ijverig worden beoefend een Geestelijke
hergeboorte volgen: de godsvrucht zal wor
den gevoed, de godsdienstzin zal nieuw le
ven krijgen, een vruchtbaar apostolaat zal
zich ontplooien en eindelijk zal er vrede
heerschen onder de individuen en in de
maatschappij.
Toen bij 't zwijgen van den klaren hemel
en van de aarde, de nacht het midden van
zijn baan bereikte, verscheen in het geheim
en verre van het gewoel der menschen, het
eeuwige Woord des Vaders, na de mensche
lijke natuur te hebben aangenomen, aan de
stervelingen en door Je luchten weerklonk
de hemelsche hymne: „Glorie in den hooge
aan God, en vrede op aarde aan de men
schen van goeden wil."
Deze blijde aankondiging van den christe
lijken vrede: Christus' wede in Chris
tus' rijk tot uitdrukking brengend het
hoogste verlangen van Ons Apostolisch hart
waarop met groote kracht, Ons streven en
Onze arbeid zijn gericht, zal ten zeerste tref
fen het gemoed van die geloovigen, welke
verwijderd van het gewoel en de IJdelheden
der wereld, in diepe afzondering teruggetrok-
Z. D. H, Mgr. J.
D. J. Aengenent tijdens zijn toespraak bij
van het phylosoficum te Warmond
de eerste steenlegging
ken, de voorbeelden overwegen van Hem, die
Ier wereld den vrede brapht en dezen als een
erfdeel achterliet: „Mijn vrede geef Ik u
Dezen waren vrede bidden Wij u, Eerbied
waardige Broeders, van ganscner harte toe
op dezen eigen dag, waarop, door Gods goed
heid het vijftigste jaar van Ons priester
schap wordt voltooid; en bij het naderen
van dat overzoete feest der Geboorte van
Onzen Heer Jezus Christus, dat het myste
rie des vredes kan worden genoemd, smee-
ken Wij dien vrede af, met vurig gebed, van
Hem, die als Vorst des Vredes begroet werd.
En met deze gevoelens, het hart verheven
in blijde en vaste hope, verleenen Wij aan
U, Eerbiedwaardige Broeders, en aan uwe
geestelijkheid en uw volk, dat is aan Onze
geheele zoo beminde Katholieke gemeen
schap, als een onderpand van goddelijke gun
sten en van Onze welwillendheid, met de
grootste liefde in den Heer den Apostoli-
schen Zegen.
Onder groote belangstelling heeft Zater
dag om 12 uur te Warmond de eerste steen
legging plaats gehad voor het te bouwen
Philosophïcum, het nieuwe studiehuis voor
de toekomstige geestelijkheid in ons bisdom.
Na het verlaten van het Klein-Seminarie
zullen de toekomstige geestelijken hier ge
durende twee jaren philosophie studeeren,
om vervolgens aan het Groot-Seminarie
hunne studie te voltooien.
Vóór den aanvang der plechtigheid heb
ben wij den nieuwen bouw in ocgenschouw
genomen.
Het is een terrein, gelegen tusschen het
Seminarie, aan de andere zijde begrensd
door de Ruïne, die straks, als de bouw ge
reed is, voor een deel haar vrije uitzicht
zal verliezen.
De klasse- en studentenzalen verrijzen
reeds boven den grond; ten behoeve van
de eerste steenlegging voor het Philosophi-
cum zijn op een bescheiden, houten stellage
versieringen aangebracht. De steen zelf
draagt de volgende inscriptie;
Anno MCMXXIX Domini
me posuit
Hlustrissimus ac Reverendissimus
Doniinus Joannes, Dominicus,
Joseph Aengenent
Episcopus Harlemensis in Seminario
Warmundum
per quinque
Fere Lustra philosophiae professor
Ad XII Kal. Jun.
Even na 12 uur, nadat zich de eerwaarde
theologanten, genoodigden en belangstelten-
den bereids hadden opgesteld op de plaats, I
waar de plechtigheid zal geschieden, ver
schijnt Z. D. H. Mgr. Aengenent, orgeze.d
van den hoogeerw. heer Mgr. H. J. M. Tas-
kin, president van het Groot-Seminarie;
den secretaris van het bisdom, den zeereerw.
heer Th. W. Pichot; de neomisten, dien
zelfden ochtend tot priester gewijd: de wel-
eerw. heeren A. v. d. Togt en H. Remmer
en pater J. Vollaerts S. J. Verder waren c.m.
aanwezig de zeereerw. heeren professor, de
hoogeerw. provisoren, de kanunniken Th. F.
Ebbinkhuijzen en dr. Th. M. Vlaming, -e-
gent van „Hageveld", kanunnik M. W. A.
Wijtenburg, de weleerw. heer Th. Lampe,
kapelaan te Warmond tde pastoor was on
gesteld), de architect Jan Stuijt, de burge
meester van Warmond, de heer A. J. Schöl-
vinck, de wethouders Heemskerk en Ouds
hoorn, de gemeente-secretaris, de heer H. L.
van Delft, de opzichters en de aannemer
van het bouwwerk.
Allereerst neemt het woord
Mgr. Taskin,
die alle "aanwezigen welkom heet, in de eer
ste plaats Z. D. H., verder B. en W. van
Warmond, de professoren van het Seminarie,
de studenten en belangstellenden.
Deze plechtigheid, aldus mgr. Taskin,
heeft een inleidend karakter. Reeds veel
arbeid is verricht; de fundeering is gelegd,
maar de eigenlijke opbouw moet nog be
ginnen.
Het inleidende karakter sluit echter niet
uit, dat deze dag is een dag van vreugde
en blijde verwachtingen, Monseigneur,
hebt nog onlangs Uwe vreugde uitgedrukt
door te spreken van den grootschen tijd,
dien wij beleven, een rijke en vruchtbare
ontplooiing van katholiek leven. Was de
aanleiding daartoe, dat de katholieke dag
bladpers eett nieuwe vlucht heeft genomen?
Vandaag wordt op het terrein van onderwijs
en wetenschappen een belangrijke schrede
voorwaarts gedaan.
Deze eerste steenlegging is een groctscne
uiting van katholiek leven, die voor de toe
komst de schoonste verwachtingen wekt.
Wetenschap en cultuur zullen van hier wor
den uitgedragen in het openbare leven naar
hen, die in kennis en beschaving belang
stellen. De vreugde van dezen dag vordt
verhoogd doordat Uw bèsluit een leerschool
voor Wijsbegeerte te stichten, een uwer eer
ste daden van uw bestuur was: vijf en
twintig jaar hebt U zelf de wijsbegeerte
onderwezen. De stichting van dit gebouw
is een krachtige uiting van Uwe nooge
ideeën omtrent óe vorming uwer toekom
stige medehelpers. Deze ideeën zyn in de
volgende formule samen te vatten: voor den
toekomstigen priester is het hoogste niet te
veel en het allerbeste niet goed genoeg. Een
horizon van blijde verwachtingen gaat ne-
den open: beter geschooid, rijker aan Kennis
en inzicht, zullen de toekomstige priesters
uit dit seminarie te voorschijn komen, na
strevend het hoogste einddoel van het ge
schapene.
Mgr. Bottemanne heeft u bij de eerste
steenlegging van het nieuwe voorgebouw op
3 April 1897 door handoplegging het priester
schap verleend; dezen morgen hebt gij aan
drie kweekelingen van het Seminarie de H.
gave van het priesterschap geschonken.
Eerbiedig verzoek ik u den eersten steen
van dit gebouw te willen zegenen en te plaat
sen. Moge uwe gebeden en zegeningen even
heilzame en vruchtbare gevolgen hebben als
de wijding op 3 April 1897 aan het oude
Seminarie heeft geschonken.
De plechtige inzegening
Z. D. H. zegt hierna de gebeden der H.
Kerk en verricht de inzegening, waarna
Prof. J. H. Niekel,
benoemd tot directeur van het Philosophicum,
de oorkonde voorleest:
In den naam des Vaders en des Zoons en
des Heiligen Geestes. Amen.
Op heden den feestdag van den H. Apostel
Thomas, quatertemper-Zaterdag van den
Advent van het jaar Onzes Heeren 1929,
toen Z. H. Paus Pius XI de Kerk Gods Be
stierde, Hare Majesteit Wilhelmina Koningin
der Nederlanden was en Z. D. H. Mgr. Joan
nes Dominicus Joseph Aengenent den zetel
van Haarlem bekleedde, is van dit Philoso
phicum de eerste steen gelegd door Z. D. H.
Mgr. Aengenent, Bisschop van Haarlem in
tegenwoordigheid van den hoogeerwaarden
heer Mgr. Henricus Maria Taskin. Protono-
tarius Apostolicus a.i.p. en President van het
Groot-Seminarie, den Zeereerw. heer J. H.
Niekel, benoemd Directeur van het Philoso
phicum, de Zeereerw. Professoren van het
groot Seminarie, den Architect, opzichters en
aannemer en vele belangstellenden ten blijke
waarvan deze oorkonde is onderteekend.
Hierna wordt de oo-kond° in een daartoe
bestemde bus geto*gen en in~emet°e d.
Vervolgens spreekt Z. D. H. de Bisschop
het volgende slotwoord:
Toespraak van Mgr. Aengenent.
Mgr. heet genoodigden en belangstellenden,
wier aanwezigheid hh op hoogen prijs s elt,
welkom. Wij hebben, zoo gaat Mgr. voort,
den zegen van God afgesmeekt over den
bouw en de gelukkige voltooiing van dit huis,
door het gebed van de H. Kerk. Immers, in
dien de Heer het huis niet bouwt, arbeiden
de bouwlieden tevergeefs.
Er is reden om woorden te uiten van in
nige dankbaarheid, in de eerste plaats aan
God, den gever van alle goede gaven, Die de
noodzakelijkheid heeft gebracht om dit ge
bouw te stichten. Hij schenkt Zijnen zegen,
door het verhoogen der priesterroepingen en
een heerlijk opleven van katholiciteit.
U, hoogeerw. president, hebt in uw ope
ningswoord herinnerd aan een opleving in
den nieuwen tijd. Over één feit ben ik ten
zeerste verheugd: de noodzakelijkheid om
een derde seminarie hier te stichten. Daaruit
blijkt het heerlijk getal roepingen in ons dio
cees. Welk een uitbreiding in de laatste 32
jaar, dat ik zelf het priesterschap bezit.
Zelf ben ik getuige geweest van de eerste
Eenige dagen geleden heeft Z. H. den Paus *es nieuwe Kardinalen benoemd. De plechtigheden hadden plaats in de Capella Sixtina.
Nadat de Kardinalen den eed hadden afgelegd, werden zij afzonderlijk rocr^elefd rror den H. Vader, die, na den voetkus ieder
bekleedde met de mozetta en de baret