Gemengd Nieuws
3
De Liebermann-affaire
DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST
Rijnschip aan den grond
geloopen
Doodelijke tramongelukken
8-jarig meisje overreden
Weer een ongeval door een
fel brandende kachel
Donker Rotterdam
De ontploffingsramp
te Groningen
Alweer een fantast
Diphtheritis te Arnhem
Een rare student
Het s.s. „Benwyvis"
Onder een automobiel
Een schip vergaan?
De verzakking van den
spoorweg RotterdamGouda
Korte vrijheidsduur
Beslaglegging op een safe
bij een bank
Als een politie-agent
raadslid wordt
cT)e zaak voor het CAmsterdamsche Hof
RECHTSZAKEN
Wethouder tegen dagblad
Weer bij Hansweert
Het Rijnschip „Rijnvaart 108" schipper
Muzing, geladen met 1670 ton kolen en op
*eg van Gent naar Straatsburg, is bij ebbe
®P de Wester Berm te Hansweert geloopen.
Twaalf sleepbooten hebben tevergeefs ge
tracht het schip vlot te trekken. Door Smits
■Bergingsbedrijf te Wemeldingen Is een con
tact aangegaan op basis „no cure, no pay"
Hedenavond is het, na een gedeelte der
lading gelost te hebben, gelukt, het schip
yiot te sleepen en in den polder omhoog
*e zetten.
Het schip is driemaal gebroken. De „Dorus
Rijkers" ligt langszij te pompen.
Te Utrecht
Gistermorgen is het 4-jarige meisje, J.
H. v. A., toen zij met haar moeder in de
Bange Veerstraat te Utrecht liep,/ bij het
spelen plotseling onder een wagen van
hjn 3 geraakt. Het meisje werden beide
beenen onder de knie afgereden. Zij is per
*uto van den G. G. D. naar de Rijksklinie
ken overgebracht, waar zij in den loop van
tien namiddag is overleden.
Volgens ooggetuigen en volgens de moe
der treft den trambestuurder geen schuld.
Te Oosterbeek.
Zaterdagavond te omstreeks half zeven
had te Oosterbeek een ernstig ongeiuk
Plaats. De ongeveer 50-jarige werkman Stoks
Pit Arnhem reed met een handwagen op
tien Utrechtschen Straatweg in de rich
ting Oosterbeek. Hij hield rechts van den
*eg.
Vermoedelijk dacht hij dat de tram in
aantocht was en week naar links uit, met
Eevolg, dat hij door een vrachtauto van
Van Gend en Loos werd aangereden. De
ongelukkige werd over den weg gesleurd, en
Vas onmiddellijk dood. Den bestuurder
treft geen schuld.
nog in zijn bezit. Hij werd ter beschikking
van de Justitie te Roermond gesteld.
Zaterdag is te Katwijk aan Zee een acht
jarig meisje L. S. overreden door een luxe
auto. Zij kreeg een schedelbreuk en een zware
hersenschudding. Haar toestand is levensge
vaarlijk.
Het ongeluk gebeurde, doordat het kind
uit een slop kwam loopen en den auto niet
ttijdig zag. De bestuurder reed met een
matige snelheid aan de rechterzijde van den
weg.
Vrouw verbrand
Te Rotterdam is vermoedelijk door een
te fel brandende kachel brand ontstaan in
het woonscheepje „Adriaantje" gemerkt H.
2739, eigenaar G. K., dat in de Heysche
Haven lag. De eigenaar was niet thuis,
doch zijn 72-jarige vrouw A. K. S. lag te
bed.
Het vuur greep snel om zich heen, zoo
dat de oude vrouw, die zonder hulp niet aan
wal kon komen, dreigde te verbranden.
Gelukkig slaagde de timmerman Schra
gen, die met zijn schip naast het branden
de scheepje lag, er in, de vrouw te redden.
Zij had toen reeds ernstige brandwonden
bekomen aan haar onderlichaam en beenen.
In het ziekenhuis aan den Coolsingel is
zij ter verpleging opgenomen.
Het scheepje is geheel uitgebrand, hoe
wel gasten van spuit 52 met twee slangen
op de waterleiding het vuur bestreden neb
ben.
Een man gestoken
In een logement te Rotterdam, is een
öioordaanslag gepleegd door een gewezen
logementhouder, den 50-jarigen C. de K.,
tiie in dit logement verblijf hield.
Deze De K. is een drinker en heeft al 12
Vonnissen en circa 20 jaar gevangenisstraf
degens verschillende misdrijven achter den
*Ug.
Vroeger was hij in vrij goeden doen en
exploiteerde een logement aan de Deut
sche Vaart.
Sinds geruimen tijd is deze man echter
geheel aan lager wal geraakt en woont in
het volkslogement van A.
Vrijdag was deze De K. in een slechte
stemming; den geheelen dag had hij ru
zie gezocht, en getierd en gezegd, dat hij
'idle en die aan tiet mes zou steken". Ook
had hij gesnoefd: „Heb je al eens gezien,
hoe ik een koloniaal doodstak!?"
's Avonds zat De K. in de gelagkamer,
tprwül een zoontje van den logementhou-
tier, een zekere Kloppenborg en de 46-ja-
sige los-werkman J. Kamstra, beiden lo
geergasten, hier ook zaten.
De K. had, zooals gewoonlijk, te veel ge-
tironken en begon een twistgesprek met
Hamstra, dat spoedig gevolgd werd door een
vechtpartij.
Kloppenburg die zag dat het „meenens"
V'as, kwam tusschenbeiden en duwde de
Plannen van elkaar af.
Kamstra, die ook niet geheel nuchter
Vas, viel toen voorover op de leestafel,
daaraan het zoontje van den logementhou-
Oer zat.
Toen wist De K. zich los te rukken van
Hloppenborg, deed een stap achteruit,
haalde een groot model zakmes te voor
schijn, opende het en stootte het, voordat
hien eigenlijk wist, wat er gebeurde, tot het
heft in de linkerzij van Kamstra.
Juist toen hij het wapen had teruggetrok
ken, kwam een vrouw, die achter de gelag
kamer aan het werk was, naar voren. Zij
zag De K. met het open mes staan, zag
echter nog niet dat hij al gestoken had en
gaf hem een duw.
De K. kwam daardoor in een hoek te-
fecht en viel.
Kamstra wankelde overeind riep: Ze heb
ben me gestoken, ik loop leeg" en ging de
tieur uit. De man had toen reeds veel bloed
verloren. Hij ging naar het politiebureau in
tie Lange Torenstraat, kwam in de St. Ja-
cobstraat een surveilleerenden agent tegen,
tiie hij toeriep: „Ik ben gestoken".
Een zekere M. eveneens uit het lo
gement, die den getroffene achterna was
gegaan om hem zoo spoedig te helpen, zei-
tie tegen den agent „Cees de K. heeft het
gedaan".
De agent kende Cees wel en ging naar
het logement toe. Voordat hij was aange
komen ontmoette hij den dader al en kon
hem zonder moeite arresteeren.
De getroffene werd aan het bureau To-
Venstraat voorloopig verbonden en ten spoe-
tiigste door den Geneeskundigen Dienst
haar het ziekenhuis aan den Coolsingel ge
bracht. Daar constateerde men, dat ver-
hioedelük een long was geraakt. Zijn toe
stand is zeer ernstig.
De aader, gistermorgen verhoord, geeft
Wel toe ruzie te hebben gehad en zegt ook
tiat het mes, dat bebloed op hem is gevon-
tien, zjjn eigendom is, doch beweert zich niet
te herinneren, dat hij gestoken heeft.
Er zijn echter voldoende aanwijzingen
tegen hem, zoodat hij is ingesloten.
Het lijk der schippersvrouw gevonden
Zaterdag is in het Eemskanaal onder de
gemeente Farmsum bij de spoorbrug der
Noord-Ooster Locaalspoor een gedeelte van
een vrouwenlijk gevonden.
Hoewel het lijk ongekleed jvas en het niet
meer te herkennen bleek, neemt men aan,
dat het van vrouw Jasper is, die bij de ont
ploffingsramp aan de Bontebrug te Gro
ningen is omgekomen. Zooals men weet,
heeft men naar haar en haar dochtertje
dagenlang tevergeefs gedregd.
Een „aangerande"
Bij twee surveilleerende politieagenten te
Bilthoven kwam zekere 20-jarige L. uit
Utrecht zich melden met de mededeeling, dat
hij op den Paltzeweg was aangehouden door
een individu, dat hem om vuur had gevraagd
en daarna om geld onder bedreiging met een
revolver. De aangerande had den aanrander
toen een dusdanigen opstopper gegeven, dat
deze omvertuimelde, de revolver liet vallen
en zijn heil in de vlucht zocht.
De aangerande had toen de revolver opge
raapt en kwam deze thans den surveilleeren
den politiemannen ter hand stellen, terwijl
hij een omstandig signalement van den aan
rander gaf.
De politie ging er aanstonds met speurhon
den op uit, doch vond niets. Wel bleek spoe
dig, dat de zoogenaamde aangerande het ge-
heele verhaal had verzonnen en dezer dagen
de revolver zelff van een ingezetene te De
Bilt had gekocht. Er is proces-verbaal opge
maakt tegen hem wegens valsche aan
gifte.
Een school gesloten
In verband met het nog voortdurend van
diphtheritis te Arnhem, is op last van den
burgemeester overgegaan tot sluiting van de
Talmaschool op de Geitentkamp.
De school zal niet worden heropend, voor
dat naar het oordeel van den Inspecteur van
de Volksgezondheid dr. Doyer het gevaar is
geweken.
Een beroep van oplichter van
kloosters.
Aan kloosters in Oostelijk Noord-Brabant
Vervoegde zich in den loop der laatste weken
een persoon, wiens komst te voren schriftelijk
was aangekondigd. Dit schrijven was onder
teekend met den naam van den rector van
het Missiehuis te Malmédy De persoon in
•kwestie werd daarin aangediend als een
Postulant van het Missiehuis te Tongeren in
■Reigië, en te zijn gezonden om giften voor
tic missiën in ontvangst te nemen.
Terwijl de man zijn tochten van dorp tot
tiorp voortzette, bleek inmiddels, dat men met
«en oplichter té doen had.
Te Beek bij Donk wist de rijksveldwachter,
juist toen deze persoon zijn opwachting
Raakte bij de Zusters van het klooster te
Bleshout, aan te houden. Het bleek te zijn de
24-jarige student J F., afkomstig uit Karken
'Duitschland). Een groot gedeelte van het
hi veschillende kloosters ontvangen geld was
Naar Amsterdam gesleept
Het Britsehe s.s. „Benwyvis", dat bü Ter
schelling gestrand en weer vlotgebracht was,
is gisteravond tegen tienen te IJmuiden aan
gekomen en daarna naar Amsterdam ge
sleept. Bij de Ned, Dokmaatmij. zal het schip
hersteld worden
Het slachtoffer gedood
Zaterdagavond reed bij Oosterbeek de
ongeveer 50-jarigen werkman S. uit Am-
hem, met een handwagen op den Utrecht
schen Straatweg in de richting Oosterbeek.
Hij hield rechts van den weg. Vermoedelijk
dacht hij, dat de tram in aantocht was en
week hij naar links uit, met het noodlottig
gevolg, dat een vrachtauto hem aanreed. De
ongelukkige werd over den weg gesleurd en
was onmiddellijk dood.
men. Genoemde kapitein toch, de heer J.
Kraukles heeft thans gerapporteerd, dat hij
kort vóór de stranding van zün schip ter
hoogte van de Eierlandsche gronden een
vaartuig in zinkenden toestand heeft ge
zien. Zeer waarschijnlijk is dit de „Freya"
geweest. Berekeningen immers hebben uit
gemaakt, dat de „Freya" zich toen on die
hoogte kan hebben bevonden.
Men vreest, dat het schip met man en
muis is vergaan.
Ter hoogte van de Eierlandsche
gronden
Men maakt zich ernstig ongerust omtrent
het lot van het Duitsche s.s. „Freya" van de
reederij Emil. R. Retzlaff te Stettin. Het
schip was op reis van Stettin naar Rotter
dam en het laatst wat men er van heeft
vernomen is, dat het Zaterdag 11 dezer om
9.30 uur voormiddag van Brunsbuttel was
vertrokken.
Tengevolge van een mededeeling van den
kapitein van het Letlandsch stoomschip
.Skauta", dat op de Vliehors is gestrand,
is deze ongerustheid aanzienlijk toegeno-
Op Callantsoog is een boei van de „Freya"
aangespoeld.
Wijziging in de dienstregeling
In verband met de verzakking op een ge
deelte van den spoorweg GoudaRotterdam
worden met ingang van Maandag 20 Januari
tot nadere aankondiging, de navolgende wij
zigingen in de dienstregeling ingevoerd:
De treindeelen van resp naar Hoek van
Holland in de Noord-Duitsche D-treinen 111
en 112 worden van Rotterdam D.P. naar
Hengelo, respectievelijk van Deventer naar
Hoek van Holland over DordrechtKeste-
renArnhem v.v. gevoerd in de navolgende
dienstregeling:
Trein D 111 Rotterdam D. P. vertr. 6.52,
Arnhem aank. 8.38, vertr 8.43, Hengelo aank.
9.53. Trein D 112 Deventer vertr. 19.44, Arn
hem aank. 20.30, vertr. 20.35, Rotterdam D.P.
aank. 22.31, vertr. 20,40, Hoek van Holland
aank. 23.05.
Trein 542 van Amsterdam W.P. (vertr. 8.20)
naar Rotterdam Maas vervalt op het baan
vak GoudaRotterdam Maas; de reizigers
voor Rotterdam stappen te Gouda over in
trein 174, Gouda vertr. 9 32 Rotterdam Maas
aank. 10.04.
Trein 555 van Rotterdam Maas (vertr.
16.43) naar Amsterdam W.P. vervalt op het
baanvak Rotterdam MaasGouda; de reizi
gers van Rotterdam vertrekken van Rotter
dam Maas met trein 261 (16.49) en stappen
te Gouda over in trein 555, welke aldaar
op aansluiting wacht.
Trein 33.35 vervalt op het baanvak Nieu-
werkerk—Gouda; reizigers in dezen trein
kunnen te Nieuwerkerk overstappen in trein
2.49, welke ten 10.11 van Nieuwerkerk ver
trekt, Moordrecht aank. 10.22, .Gouda aan
komst 10.29.
Trein 33.16 vervalt op Zon- en Feestdagen
op het baanvak GoudaNieuwerkerk. Reizi
gers van Gouda en Moordrecht reizen tot
Nieuwerkerk met trein 1.74 Gouda vertr. 9.32,
welke op Zon- en Feestdagen te Moordrecht
ten 9.39 en te Nieuwerkerk ten 9.51 stopt en
stappen te Nieuwerkerk over in trein 33.16.
Op het baanvak GoudaRotterdam wordt
eene gewijzigde dienstregeling ingevoerd.
Alle bovenstaande wijzigingen In den
treinenloop zijn vermeld in een strooibiljet,
hetwelk aan de loketten van alle stations
der spoorwegen kosteloos verkrijgbaar zal
worden gesteld.
De verzakking.
Het „Hbd." heeft over de verzakking een
onderhoud gehad met den chef van Weg
en Werken bij de Ned. Spoorwegen, Ir. H.
P. Maas Geesteranus.
De verschijnselen, die zich bij Moordrecht
hebben voorgedaan, zeide deze, kondigden
zich al een paar weken tevoren aan, zoodat
de Spoorwegen dit baanvak al geruimen tijd
in het oog hielden. Zoodra de verzakking
dan ook iets ernstiger werd, heeft men één
der sporen buiten gebruik gesteld. Verzakkin
gen, zooals deze, hebben het voordeel, dat
ze geleidelijk ontstaan. Men kan dus tijdig
maatregelen nemen, zoodat gevaar buiten
gesloten moet worden geacht.
Hoe verklaart u echter, dat bij den aan
leg van dezen dijk niet met méér zorg op
den toestand van den ondergrond is gelet,
waardoor verzakkingen absoluut voorkomen
hadden kunnen worden?
Men moet niet vergeten, zeide de heer
Maas Geesteranus, dat het eerste spoor, het
zuidelijke, dat thans nog bereden wordt, uit
1854 dateert en het tweede uit 1868. Men
stelde in die jaren bij den aanleg van dijken
nog niet zulke hooge eischen als tegenwoor
dig en reed bovendien niet met zulk zwaar
materiaal en zulke snelheden als nu.
Als extra-veiligheidsmaatregel hebben de
Spoorwegen dan ook besloten het heele baan
vak MoordrechtCapelle a d. Ysel wat lang
zamer te berijden, terwijl hierop evenmin de
zwaarste locomotieven zullen worden toege
laten.
Deze maatregel wordt vooral genomen, om
dat het veen ondanks de groote zandmassa's
die al gestort zijn. nog steeds aanwezig blijft
en het niet valt te voorzien of en wanneer
het door deze zandstortingen volkomen uit
den ondergrond kan worden weggewerkt.
Weliswaar zijn de verzakkingen de laatste
dagen zeer gering, maar toch zjjn bij de
directie plannen in voorbereiding om tot een
volledige reconstructie van den dijk Moor
drecht—Capelle over te gaan. Dit zal veel
geld kosten en tal van moeilijkheden zullen
hierbij moeten worden overwonnen, maar
niettemin staat het besluit vast. Hoe deze
reconstructie zal uitvallen en wanneer pre
cies er een begin mee zal worden gemaakt,
kan ik niet zeggen, besloot de heer Maas
Geesteranus.
No goed opgeborgen
Een 24-jarige man, die op verzoek van
den commissaris van politie van Bergen op
Zoom te Utrecht was gearresteerd en werd
overgebracht, zag Vrijdagmiddag kans even
voor den Wouwschen overweg uit den
trein te springen. Hoewel hij zich daarbij
nogal verwondde, ging hij op de vlucht in
de richting van de Zanderijen. Zijn bege
leider en eenige politie-agenten gingen na
aankomst van den trein te Bergen op
Zoom hem direct achterna en reeds na een
uurtje zat de overmoedige vluchteling weer
veilig opgeborgen.
dat toen destijds het „Eindhovensch Dag.
blad", hangende de procedure, tot publica
tie der stukken van beide partijen overging,
de heer Smits van Oyen in kort geding den
president der Bossche rechtbank verzocht
openbaarmaking dezer stukken te verbieden
en hem (Smits van O.) een schadevergoe
ding toe te kennen van 10.000. Ook deze
eisch werd toen door den president afga-
wezen.
Geen medewerking der Bank
Zekere de R. was aan den Staat een bedrag
aan belasting schuldig, dat hij niet betaalde.
Waar nu de ontvanger der directe belastin
gen te Amsterdam vernomen had, dat
de R. huurder was van een safe bij
de Vereeniging de Spaarbank voor de stad
Amsterdam, gaf hij aan een deurwaarder op
dracht op die safe beslag te leggen.
De deurwaarder begaf zich daarop naar de
Bank en verzocht de directie om genoemde
safe aan te wijzen. De directie der Bank ver
klaarde evenwel geen vrijheid te hebben om
mede te deelen, of de R. bij haar een safe
in huur had, al ware dit zoo. om haar dan
aan te wijzen.
De ontvanger wendde zich toen tot den
president der Amsterdamsche rechtbank en
deze veroordeelde de Bank om voor het geval
de R. bij haar een safe heeft, deze safe aan
te wijzen, en haar medewerking te verleenen
tot het leggen van. beslag.
In hooger beroep besliste het Hof evenwel,
dat het bestaan van zoodanige verplichtingen
voor de Bank niet mag worden aangenomen.
Het Gerechtshof vernietigde dan ook de be
slissing van den president der rechtbank en
wees de vordering van den ontvanger als
nog af.
De Hooge Raad overwoog thans in zijn
arrest, dat het hier niet betreft een arrest
onder derden, maar een beslag op het ver
mogen van den schuldenaar zelf, waarvoor
de medewerking van een derde wordt ge
vraagd.
Voorts overwoog de Hooge Raad, dat de
wettelijke regeling noch aan den schuldenaar
noch aan een derde de verplichting oplegt
om medewerking te verleenen bij het leggen
van beslag, terwijl uit de bepalingen der wet
evenmin een algemeene verplichting daartoe
voor hen valt af te leiden.
Ten slotte overwoog de Hooge Raad, dat
de president der rechtbank niet bevoegd is
iemand te gelasten handelingen te verrich
ten welke hij krachtens de wet kan nalaten.
De Hooge Raad verwierp dan ook het door
den ontvanger tegen het arrest van het Hof
ingestelde cassatieberoep.
Hoe hij over zijn vroegere collega's oordeelde
De voormalige plitie.agent J. B. te Roo
sendaal, thans lid van den gemeenteraad
aldaar, had zich tegenover twee inwoners
uitgelaten, dat zijn vroegere collega's gauw
dieven waren en dat drie van hen in de
mobilisatie in beslag genomen goederen zich
toeeigenden inplaats van deze te deponeeren
op het politie-bureau.
Deze drie politie-mannen lieten het daar
niet bij en dienden een klacht in wegens
beleediging.
Nu moest het raadslid voor de rechtbank
te Breda verschijnen. Hij verscheen niet.
maar na verhoor der drie politie-agenten en
twee bewoners van Roosendaal, heeft het
O. M. twee maanden gevangenisstraf ge-
eischt.
Uitspraak over 14 dagen.
Het laatste in liet gelijk gesteld
De rechtbank te 's-Hertogenbosch deed
uitspraak in de civiele procedure van den
heer F. Smits van Oyen, wethouder te Eind.
hoven, contra het „Eindhovensche Dag
blad". De heer Smits van Oyen achtte zicu
beleedigd door de wijze, waarop het „Eind
hovensch Dagblad" critiek oefende op de
kostbare dienstreizen, gelijk die door hem
verdedigd en in practijk gebracht werden.
Ook de gemeenteraad van Eindhoven heeft
destijds op deze dienstreizen critiek geoe
fend. De heer Smits van Oyen diende een
aanklacht in tegen genoemd blad wegens
smaad en vorderde in civiele procedure een
schadeloosstelling van 2000, alsmede pu
blicatie van het vonnis in genoemd blad. De
rechtbank, uitspraak doende, heeft den eisch
van den heer Smits van Oyen afgewezen en
hem veroordeeld in de kosten van het ge
ding, zijnde 350.
In dit verband kan nog worden gemeld,
Zaterdag werd de behandeling der zaak Lie-
bermann voor het Gerechtshof te Amsterdam
voortgezet.
Het eerst werd gehoord mr. J. Loonstijn,
die aanvankelijk ook ais commissaris der
Veendammer zou optreden. Deze had op de
vergadering van 15 Juni in Hotel Weimar te
Rotterdam het kassierscontract mede onder
teekend. Na afloop der vergadering las hij den
doorslag van het kassierscontract nog eens na
an kwam toen tot den conclusie, dat de zaak
neit in orde was. Hij deelde toen den volgen
den dag mr. van Ggh mee, dat hij geen
commissaris wilde blijven. Deze zeide: uan
zullen we een ander benoemen.
Mr. Loonstijn vroeg hem nog, of het con
tract, waaronder zijn naam als commissaris
stond, alsnog vernietigd zou kunnen worden,
en dit dan door de anderen opnieuw getee
kend zou worden. Mr. van Gigh zeide hem:
Het is voldoende als uw naam wordt doorge
haald. Mr. Loonstijn verklaart;, dat op de ver
gadering bü Weimar alles in de grootste snel
heid geschied is, dat hij het contract getee-
kend heeft, zonder zich er rekenschap van te
geven. Op het kassierscontract werd waar
schijnlijk, nadat mr. Loonstijn had geteekend,
bijgevoegd: „Goed voor borgen. Van de Toorn
an Liebermann."
Mr. Jolles tot Liebermann: U hebt de beide
exemplaren van het contract bit u gestoken.
Men geeft toch altijd een exemplaar aan de
tegenpartij? En Möhring was ter vergadering
aanwezig. Aan hem had u het toch moeten
overhandigen
Mr. Kokosky: Heeft mr. van Gigch gezegd:
Dan zullen we een ander benoemen? Of heeft
hij gezegd, aan Liebermann te zullen mede-
deelen, dat mr. van Loonstijn geen commis
saris wilde worden?
Get. Loonstijn: Negn, mr. van Gigch heeft
gezegd: Dan zullen we een ander nemen.
President: Dat maakt toch geen verschil.
Mr. Duys: Dat maakt in zoover verschil,
dat de een vrij rond loopt en de ander in de
gevangenis zit. Dat de een het geld in den zak
heeft en de ander niets meer heeft.
Verd. Liebermann beweert, dat hem werd
leegedeeld, toen Loonstijn op 25 Juni niet
verscheen, dat deze geen commissaris wilde
worden, omdat hij dien dag moest pleiten.
De President: En geloofde u dat zoo maar?
Daarna wordt het verhoor van get. A. C.
Möhring voortgezet.
President: U hield de boeken van de Dis-
contobank bij. Dus u fungeerde als boekhou
der en bovendien styleerde u de brieven van
Liebermann. Alles voor f 100 per maand.
Get. Möhring: Ja.
President: Heeft u daaroor de f 5000 soms
"mt, vangen?
Get. Möhring: Spanjersberg en ik sty leer
den de brieven van Liebermann, in den laat-
sten tijd deed vooral Spanjersberg het.
Ter sprake komt voorts de kwestie van het
bijhouden der boeken.
Verd.: Wie heeft voor ons de boekhouding
bijgehouden, voor u, Möhring, kwam.
Get. Möhring: Het accountantskantoor Van
Deyker.
President: Het lijkt me niet juist, dat de
accountant tevens de boeken bijhoudt.
Dan komen de f 5000, die Möhring van verd.
Liebermann ontvangen heeft, ter sprake. Deze
zijn hem beloofd, voordat Möhring wist, dat
hij directeur van de Veendammer zou worden.
President: Ik vraag u, Liebermann, precies
te antwoorden: Waarvoor kreeg Möhring de
f 5000?
Liebermann: Voor de bemoeiingen in de
Veendammer.
Mr. Duys: Möhring, beteekende die f5000
een belooning voor het feit, dat u het contract
zou teekenen, waarvoor u zich schuldig ge
maakt zou hebben aan het ten laste gelegde
misdrijf, of ontving u het geld voor al het ge
loop en het onderzoek door u gedaan?
Get. Möhring: Ik heb geen enkel verband
gezien, noch met de Veendammer, noch met
mijn bezoek bij Deyker.
Mr. Duys: Toen den eersten keer over de
f 5000 werd gesproken, was er toen al een
'ndice dat u directeur zou worden?
Get. Möhring: Neen.
President: Dat weten we nu al. Tot Lie
bermann: U achtte het voldoende als er nog
sen commissaris teekende, niet waar?
Mr. Duys interrumpeert: Eén commissaris!
President: Als u de zaak neer wilt leggen,
moet u het maar doen. Ik heb scherpe ooren,
en het is me onaangenaam, als u dergelijke
opmerkingen tegen uw achterbuurman lan
ceert. Alleen Liebermann en Kortenoever
hebben de contracten geteekend. Dus dat
vond Lieberman toch blijkbaar voldoende.
Mr. Duys: Er kan toch wel zijn vastgesteld,
dat Kortenoever voor alle commissarissen
mocht teekenen?
President: Dat staat nergens.
Dan wordt de vergadering van 25 Juni be
handeld.
Möhring had het idee, dat de overdracht
zou geschieden door het oude bestuur en dat
hij dan pas als directeur zou optreden. Van
daar zijn ontsteltenis, toen hij merkte, dat hij
overdracht moest doen.
Pressident: Hebt u begrepen, dat er 2K-
millioen uit de Veendammer gingen, waar
voor de vordering op de Discontobank in de
plaats kwam?
Möhring: Met een borgtocht van v. d.
Toorn.
President: Die u niet had. Toen u het kas
sierscontract teekende, stond de borgtocht er
toen al op? Mijnheer Loonstijn zegt, dat.
toen hij teekende, het er niet opstond.
Möhring: Ja.
President: Hoe dacht u, dat de schuld van
de Discontobank en de Veendammer geregeld
was? Als meer dan 2 lA milloen schuldig is,
dient men er toch een bewijsje van te geven.
Möhring: Ik heb het heelemaal aan de ad
vocaten overgelaten. Ik kon de zaak zoo gauw
niet overzien. Ik herinner me niet, het be
wijs te hebben gezien.
Vervolgens werd de aflossing van de hy
potheken behandeld. De president consta
teerde dat er door de aflossingen voortdu
rend kasgeld gemaakt werd. Dit ging dan
naar de Discontobank en het geld van de
Discontobank ging weer naar Liebermann.
Onopgemerkt werd o.a. dat nog op 1 Oc
tober 1927, toen de boel reeds was overge-
daana aan Faardenkooper, nog bijna één
millioen werd gestort bij de Discontobank.
Getuige Möhring wees er op, dat dit ge
schiedde met medeweten van Paardenkoo-
per, terwijl mr. Duys deed uitkomen, dat
men partijen in deze niet tegenover elkaar
moet stellen, daar de doelstelling van allen
gericht was om te komen tot de verwezen
lijking der andere groote plannen.
Raadsheer mr. Meilink gaf te verstaan dal
de overeenkomst met Paardenkooper, dan
met noodig was geweest.
Op vragen van mr. Duys antwoordde ge
tuige Möhring dat hü van mr. Van Gigch
bericht ontving, dat er afgelost moest wor
den. maar dat hü net vanzelfsprekend vond,
dat mi. Van Gigch handelde namens Lieber
mann. Bij het stellen van de vragen plaatste
mr Duys de opmerking, dat het hem getrof
fen heeft, dat verscheidene quitanties van
mr. Van Gigch op den dag van de aflossing
d'.i hypotheken of dangs daarna zijn geda
teerd.
Na de pauze werd als getuige gehoord de
ïeei A. Smits, die in 1925 en 1926 accoun
tant tier Veendammer was. Hij verklaard»
ook thans bezwaren te hebben geopperd te
gen de onttrekking van de activa aan d»
V eendamme. zonder dat daartegenover te
genwaarde stond. Hij legde zich tenslott»
neer bij het contract waarbij genoegen ge»
nomen werd met een vordering op de Dis
contobank en teekende de paraaf, hoewel h#
net contract niet had gelezen. Hij verklaar
de dit te hebben gedaan, omdat hij zool»
groot vertrouwen had in de twee advocaten
mrs. Schürmann en Van Gigch. Als honora
rium voor zijn bemoeiingen ontving getuige
25 obligaties Centrale Bank, die hij tegen
70 pCt heeft' kunnen verzilveren.
Mr. Duys. Was u bevriend met mr. Van
Gigch
Get. Smits: Neen, wij kenden elkander
wel maar meer niet.
Mr. Duys: Ik bedoel hiermede, dat de
zaak een heel ander aspect krijgt, wanneer
waar is wat de heer Van Gigch schrijft: ilc
ben zeer bevriend met Smits en Wiltman.
Dan zouden wij deze figuur krijgen, dat mr.
Schürmann en mr. Van Gigch voor beide
partijen onderhandelden en u de tusschen-
persoon was.
Get. Smits: Ik ben met mr. Van Gigch
nooit bevriend geweest. Ik heb zelfs op 2#
Mei 1927, evenals getuige Wcltman, ruzie ge
had met mr Van Gigch cn w (1 zoodanig dat
ik gezegd heb: ik wil niet met mr. Van
Gigch confereeren. Wij groetten elkaar nau
welijks als wij elkaar tegenkwamen.
Mr. Jolles: Het was een zakenrelatie. Is 't
niet zoo, dat u de trait d'union was tussehen
Woltman en mr. Van Gigch.
Get. Smits: lk zou wel eens willen weten,
welken datum de brief draagt.
Mr. Duys' 4 Juni 1927.
Get. Smits: In Mei 1927 hebben wij groote
ruzie gehad.
Mr. Duys: Wanneer men bijv. de balans
van 1926 van de Veendamer neemt, krijgt
men dan een eerlijk, juist beeld van den
toestand der maatschappij? Was de balans
eerlijk?
Get. Smits: Zeker!
Mr. Duys: Hoe komt 't dan, dat mr. Van
Nierop meent, dat alles geflatteerd is? Dat
bijv. het verliessaldo f 280.000 was, terwijl t
f 386.000 had moeten luiden?
Get. Smits: Dat komt, omdat mr. Van
Nierop uitgaat hiervan, dat de hypotheek
rente moet betaald zijn.
Naar aanleiding van verdere verklaringen
van getuige Smits citeerde mr. Duys uit 'n
schrijven van mr. Schürmann te Parijs, dd.
4 November 1929, dat Woltman hem, in bij
zijn van getuige Smits, verzekerde, dat de
aandeelen van de Veendammer de waarde
vertegenwoordigden en goed waren en dat
hij, mr. Schürmann, nooit geweten heeft,
dat de Beleggingsmaatschappij Noord-Hol
land een stroppenmaatschappij was.
Adv.-gen. mr. baron Van Harinxma thoo
Slooten: Het papier is geduldig!
Mr. Jolles: Is bij de berekening van den
koopprijs der aandeelen wel eens ter spra
ke gekomen, dat er muziek in zat, omdat de
pandbrieven 200 laag waren?
Get. Smits: Ik herinner 't mij niet.
Hierna werd als getuige gehoord de heer
A. van der Toom Jr., reeder te Schevenin-
gen. Deze getuige werd in 1923 of 1924 aan
deelhouder der Disconto-bank, waarvan ver.
dachte directeur en de feitelijke leider was;
wel is waar besprak verdachte veel met
hem, getuige, doch verdachte deed niette
min wat hii wilde.
Getuige weet, dae Sedeyn onderhandelin.
gen voerde over het koopen van de aan
deelen der Veendammer, doch dit geschiedde
op verzoek van den verdachte Liebermann,
niet op verzoek van hem, getuige.
Daarna zijn onderhandelingen gevoerd om
de Veendammer door de Discontobank te
doen overnemen en onder te brengen ineen
nieuw op te richten hypotheekbank, de Atla%
Getuige is daar echter niet in gekend. BH
teekende als borg het „kassierscontract",
vooraf met Liebermann te hebben afgesprw»
ken, dat deze niets zou doen zonder he*;
te kennen.
Vervolgens heeft Liebermann hem meda.
gedeeld, dat het „Kassiercontract" was ga-
vallen en dat de Veendammer eldeis wa*
verkocht. Getuige heeft t-oen zijn handteeke-
ning teruggevraagd en de borgtocht is ge
annuleerd.
Andere borgtochten heeft getuige volgens
zijn verklaring niet geteekend.
Als Liebermann zegt, dat hij een garantje
teekende, dat hij bereid was, de aandeelen
voor eigen rekening te nemen, dan io oat
volgens getuige niet zoo.
Op een waag van mr. Duys verklaarde
getuige Van der Toorn, dat hij Liebermann
een jaar of tien kende en hem altijd als een
eerlijk persoon te hebben beschouwd.
De borgtocht waarvan getuiges handtee-
kening werd afgescheurd, was volgens ge
tuige geteekend op 11 Juni 1927. Als mr. Ko
kosky nader op een tweeden borgtocht, dien
getuige Van der Toom zou hebben getee
kend, ingaat, merkte mr. Jolles op: die
borgtocht maakt op mij niet den minsten
indruk, want een borgtocht krijgt pas waar
de als hij in handen van de crediteuren
komt, maar deze borgtocht is nooit in han
den van crediteuren geweest.
Op wagen van mr. Duys gaf getuige Van
der Toom niet toe, dat hij destiids rijk was,
terwijl hij ontkende als commissaris van ae
Discontobank iets te hebben gedaan, met
de goede trouw in strijd.
A.s. Dinsdag wordt de behandeling der
zaak voortgezet.
153. Ja, waarlijk daar was ook Trijntje, de vorst keek haar
verwonderd aan. „Zeg Trijn," vroeg hij, „wil mij ver
tellen, hoe het jou toch is gegaan." „Wel, Sire," zei
Katrijntje zachtjes, ze was nog bleek in haar gezicht. „In
den buik was het wel erg donker, er brandde daar gieen
electrisch licht.
154. Doch Jan wilde niet langer blijven, hij had hier genoeg
beleefd, het goede leven wordt vervelend als men niets
om handen heeft. De. oude boot werd nagekeken en van
een nieuwen mast voorzien, Piero en Duim hem daarbij
hielpen, en ook een aantal zwarte lien.