ïi%ê'/Am Een afgerukte knoop Costuumrok voor dames W/iï'A: Goedkoope Patronen Smakelijk eten Wat te zeggen van de avondtoiletten 1 Onze vingerhoed Kalk in het voedsel Geborduurde schuier- en kamzak 'Y.'A K m A 9» ^2/ü Ik vond de Jonge mevrouw Bep ln een afschuwelyk humeur. Zij. die zich steeds zoo tot in de puntjes soigneerde, bediende de theetafel met nonchalante bewegin gen, stak met afgetrokken, nerveuze ma niertjes de eene bonbon na de andere in haar mond, en lachte nu en dan luid en schei zonder eenige reden. „Hoe gaat 't met je man, Bep?" „Merci, goed," Fauze. Dus da&r kwam die o<wneersstemming vandaan. „Hoe lang zijn jullie nu eigenlijk ge trouwd?" Verwonderd opkijken. „Anderhalf jaar." Toen lachte ze. „O zoo, je denkt dat we ruzie hebben! Nee, lieve k.i d. Ik ben alleen nerveus. Een beetje. Nee, vreèselijk nerveus." Ze ls toch van 't goeie ras, die kleine Bep; ze duldt niet, dat haar huwelijks strubbelingen buiten haar eigen vier muren komen. En het ls dan ook n'et haar schuld, dat lk gedurende 't verder verloop van ons babbeluurtje conclusies trok. „Je leert toch wel veel nieuws in Je huwelijk." Ze glimlacht melancholiek levenswijs. „Gré dat is haar zuster Gré had dat ook nooit kunnen droomen, zoomin als wü, dat het leelijke spreek woord ook voor ons van toepassing zou worden; de liefde gaat door de maag!" „Hoezoo, heeft Gré moeilijkheden met haar man?" „Gehad. Niet over t eten. Maar ai- getrokken knoopen doen 't óók." „Ik begrijp niet „Nee dat is het juist. Wij begrijpen zoo iets nu eenmaal niet, wij vrouwen, dat je liefde daarnaast kunt afmeten, of de wasch wel behoorlijk nagezien is. Maar mannen doen zooiets. Je zou 't niet voor mogelijk houden!" Ze liep opgewonden heen en weer. „Je schijnt een sterk ontwikkeld soli dariteitsgevoel te hebben." „Heb ik ook. We zijn uilen, stuk voor stuk, om aan de groote liefde te geloo- ven. Als je wist, hoé Gré van haar man houdt. Ik weet 't. En om zoo'n stommen knoop „Was 't de eerste keer?" „Nee, dat is t Juist. Altijd weer het zelfde. Dan komt de bleeker weer niet op tijd wat kan Gré daaraan doen? dan weer heeft 't meisje bij 't sokken- stoppen een heel klein gaatje over t hoofd gezien wat kan Gré daaraan ioen? Dan moet zijn majesteit weer eens 10 minuten wachten, eer t eten op tafel staat allemaal dingen die toch waarachtig geen gewicht in de schaal leggen! Futiliteiten! Bagatellen!!" „Vertel me eens Gré's man heeft t meestal nogal erg druk. Is t niet?" Bep dacht na. „Ja. Ja, 'k geloof wel." „Heb je wel eens gehoord van de boosaardigheid der levenlooze voorwer pen?" „Ja, natuurlijk. Je bedoelt, dat altijd net precies dét weg ls wat je op 't oogenoiik hebben moet of als Je erge haast hebt of zoo „Ja, zoo bedoelde ik 't. En vooral de menschen die 't druk hebben en de ner- veuzen lijden ze lijden werkelijk erg onder zulke kuren van *t lot. Gré's man is, meen ik, nerveus en 6terk-ge- occupeerd." (Dat sloeg weliswaar niet op Gré's, maar op Beppie's man; maar ze sprak niet tegen „Stel je eens voor, dat jij niet Je flinke Corrie had, maar een of ander hitje, dat je alles, maar ook alles apart zeggen moest. En dan naderhand nog vragen: Is 't wel gedaan? En haar iedere kleurig heid driemaal op 't hart drukken. Wat zou je doen?" „Uit m'n vel springen en ze de deur uit zetten." .Maar dat kun je toch niet doen met Je eigen vrouw?" „Nu word je even boosaardig als de „levenlooze voorwerpen"!" „Nee. Maar wat jij van 't plichtsbesef van je dienstmeisje verlangt, zou 'n man dat niet van de liefde van zijn vrouw niet alleen verlangen, maar verwachten? Is dat niet practiech-toegepaste liefde, juist die alledaagsche ergemisjes den jeliefden echtgenoot te besparen?" „Je bedoelt dus, dat Gré dat Gré den afgerukten knoop eens uit een anderen hoek moet bekijken. Dat ze bij 't nazien van de wasch niet denkt: „jakkes, daar ontbreekt alweer een knoop," maar: „wat naar, als Hans mis schien Juist dót hemd neemt, als hij haast heeft! Die arme Hans; kon ik hem groote onaangenaamheden óók maar zoo gemakkelijk uit den weg rui men als deze kleine „boosaardigheden"! Want ze houdt toch van hem!" „Ja, erg veel. Maar 't ls werkelijk te dol, hoe je voor die onmogelijke mannen partij trekt!" MACHTELD. (Heupwijdte 106 c.M., lengte 106 c.M.) Benoodigd: Voor rok en bijpassende blouse (deux pièces) 2 M. stof van 130 cJVl breed en 120 c.M. voering. Bovenstaanden rok maakt ge van kam- garen, serge of een andere stevige stof, terwijl ge er ook uitstekend een oude japon, waarvan het bovenstuk versleten is, voor kunt benutten. Een jumper of een blouse er op van andere, er bij kleu rende stof kan ook aardig staan. Voor den rok hebt ge 2 banen noodig, welke 54 C.M. lang en 90 c M. breed zijn. De naden stikt men op eer. breedte van 1H c.M.. terwijl men op de hand onder aan een zoom inmaakt van 6 c.M. breedte. Nu perst men eerst do naden en den zoom goed uit, waarna ge met de ploo en kunt beginnen. Hiervoor legt ge de beide naden op elkaar, zoodat de rok dubbel ligt Vervolgens meet ge boven- en onder aan het aantal c.M. af, dat op de teeke- ning staat aangegeven; eveneens worden de punten met kleermakerskryt verbon den, waarna ge de lijnen doorlust. zoadat ge ook de verdeeling op de andere helft krijgt. (Doorlussen doet men met een dubbelen draad rijggaren, terwijl men op de stof lussen laat liggen. Later trekt men deze naar binnen toe, waar ze doorge knipt worden). Dan kunt ge de plooien Inrijgen. Het gearceerde gedeelte geeft aan. welk dee! weggeplooid wordt. Nu knipt men het lijfje van voering. In het midden van den schouder stikt ge een naadje van één c.M. breedte, dat ge tot op een lengte van 15 c.M. op niets uit laat loopen. De schouder- en zijnaden verbindt ge met een platten naad, waarna de hals en de beide armsgaten met een schuine bies worden afgewerkt. Nu kan men den rok aan het lijfje zet ten. Is het rokje bovenaan wat te wijd, dan rimpelt ge dit in, zoodat de rok ach teraan een weinig ruim aan het lijfje zit. De rafels neemt men naar den verkeerden kant, terwijl men deze met een recht biesje, dat op het lijfje wordt platgsstikt. afwerkt. Maakt men alleen het rokje, dan ls het voordeellger een stofbreedte van 30 cJil. te nemen, bij een lengte van 110 c.M. DINY. OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN van al onze modellen, die genummerd zijn boven 4000, verkrijgbaar aan PatronenkontoorPostbus No. Haarlem. Onberispelijkcoupe. Dameskleeding in de maten 88. 96. 104 bovenwijdte, a 0.55. Kinder- kleedtnx. alleen voor den tn de beschrijving genoemden leeftijd «1 J o.?y Dij elk patroon handleiding voor het knippen en naaien, benevens een verkleinde patroon- Franco toezending, direct no ontvangst vmn beftel- ling, met het verschuldigde bedrag aan postzegels in gesloten. waarbij vermeld naam en adresnummer van het model en hel blad, tvaann het voorkomt en bovenwijdte Men meet deze maat rondom het lichaamt recht onder de armen door, gewoon glad, zonder extra toegift Wat te zeggen van de avondtoiletten van dezen winter. Wanneer we aan het begin van het seizoen in de rij der toe schouwers van een modeshow zitten, vin den we eigenlijk alles, wat ons door de modefeeën wordt opgediend, mooi en bezienswaardig. Mannequins zijn eigenlijk 'n soort bo- venaardsche wezens, die met denzelfden bekoorlijken glimlach de meest bizarre costumes dragen. Naarmate het seizoen vordert en wij al die gedurfde toiletten door gewone ster velingen zien dragen, begint ons enthou siasme te bekoelen. Hoe vol bewonde ring waren we eerst voor de moderne avondjaponnen, die als een slangenhuid de etherische taille van de mannequin omspanden en vanaf de heupen golvend en waaierend naar beneden viel en den daarbij passenden korten mantel met die geweldige bontranden en hals en zoom. Het snoezige kopje van de mannequin keek schalksch boven den kraag uit en de lange beenen stapten coquet onder al die plooiende dunne volants. Dit was de mode in theorie. Nu wij dezen winter de praktijk hebben willen aanvaarden, moeten wij erkennen, dat het toch niet alles goud is, wat er blinkt. Deze model len zijn alleen maar goed voor menschen met feillooze figuren, dan ja, dan zijn zij prachtig, want elke lijn van het figuur komt dan tot haar recht. Maar o wee, als er ergens een foutje schuilt en wie van on- gewone stervelingen is vlekkeloos? Wij zagen dezen winter kleine vrouwen met sleepjaponnen en laag-uitgesneden rug, waarbij we den indruk kregen, dat alles naar beneden zakte. We zagen dikke dames met half-lange avond mantels, waarbij de breede bontrand jukt den grootsten omvang omspande. In één woord, we zagen menschen en toi letten, waarvan we niet konden begrij pen, waarom ze elkaar genomen hadden. We willen met dit alles maar zeggen, dat we o zoo voorzichtig moeten zijn in de keuze van een costume en dat we op gTond van onze ondervinding van dezen winter wel kunnen voorspellen, dat de korte avondmantels zeker weer gauw zul len vervangen worden door de lange en dat die heel gladde tailles en overdadige rokken ook hun hoogtepunt al wel ge had hebben. POLA. Toen in oude tijden de naald was uit gevonden, teneinde met naald en draad de verschillende onderdeelen der kle dingstukken aan elkaar te bevestigen, moet al heel spoedig de uitvinding van den vingerhoed gevolgd zijn. Van de kleeding in de oudheid is het een en ander nog wel overgebleven, dat er op wyst, dat er by het naaien ge bruik werd gemaakt van een voor werpje, dat de huid van vinger en hand beschermde tegen den druk van de naald. De Egyptische mummies in verschil lende musea toonen aan welk een hoogen trap de naal-industrie in de klassieke oudheid moet bereikt hebben. Nu wordt wel eens beweerd, dat de vingerhoed in Nederland is uitgevonden, maar dat is niet juist. Wel is waar, dat Nederland in vroeger eeuwen, toen de Nederlandsche Zilvernyverheid een der bloeiendste indiistrieën hier te lande was, een groote en ruime industrie heeft bezeten in het artikel „vingerhoeden". Toen de Noord-Nederlandsche Zilver- smederij ln haar bloeitijdperk leefde, werden er zilveren en gouden vingerhoe den gemaakt. Dat was in de 17de, 18de en in de eerste helft der 19de eeuw. Heel veel modellen werden er niet in vervaardigd, alleen maar een eenvou dige gebruiksvingerhoed, nu en dan ver sierd, maar hoofdzakelijk ging het om den vorm, die het meest geschikt was voor het doel. Als ge eens neuzen gaat by oude erfstukken van grootmoeder of overgrootmoeder, misschien opgeborgen in een of ander oud kistje of laadje, dan zult ge wis en zeker er nog wel zoo'n mooien oudcrwetschen vingerhoed by vinden, naast pinkring en lodderyndoosje. Den vingerhoed, honderd tegen een vindt ge dien dcorgenaaid, d.w.z. met de kleine gaatjes in den dop, die door het Veelvuldig gebruikt ingeprikt zyn tot op den binnenwand. En by het zien van dien vingerhoed ziet ge het groot moedertje meteen weer voor u, gebogen over haar naaiwerk, het gezicht omiyst door het witte of zwarte mutsje. Soms werden in grootmoeders tyd die gaatjes gerepareerd, door ze te vullen met wat soldeer, doch daar de vinger hoedindustrie een binnenlandsche nij verheid was, konden de doorgenaaide vingerhoeden steeds weer by den zilver smid geruild worden tegen een nieuwen, waarvoor dan alleen maar het „fatsoen" behoefde te worden betaald. Dat was wel iets duurder, maar zoo mogeiyk deed men dat liever. Tegenwoordig ls dat al lemaal veranderd. De vingerhoed is niet meer zoo spoedig doorgenaaid, omdat de naaimachine het vele handstlkwerk heeft uitgeschakeld, de fabrieken net maken der onderkieeren overnamen en over het algemeen het naaien het lot van zooveel ander hand werk onderging, n.l.: dat het daalde in de algemeene achting. Men zocht t op andere wegen. De studie kwam er voor in de plaats. En de vaderlandsche indus trie van den vingerhoed ging verloren. Het wefi een importhandel van vreem den bodem. Het zware zilver werd ver vangen door zilver van lager gehalte, dat harder was en dus beter bestand te gen den druk van de naald. De vin gerhoeden werden daardoor ook veel goedkooper en doorgaans ging de oude vingerhoed bü andere dingen, die zoo nu en dan te zamen als „oud-zilver" verkocht werden. Waardoor in de tweede helft van de 19de eeuw de vingerhoed niet meer tn ons land werd gemaakt en importartikel werd? Eenerzij cis wijl het slaan van de vingerhoeden met hamer en aambeeld uit een plaat zilver een handwerk was, dat door den Nederlandschen werkman werd uitgevoerd. De productiekosten wer den te hoog, buitenlandsche fabrieken kwamen, die enkel en alleen vingerhoe den vervaardigden en die in de gelegen heid waren de productiekosten tot een minimum terug te voeren en aldus het artikel voor een spotprys op de markt te brengen. Aldus is de markt voor de Nederlandsche vingerhoeden verloopen. zoowel in eigen land als in wat eens een groot export was. Wel worden heden ten dage de oude geslagen of geforceerde modellen nog nagemaakt op de machine. Vooral Duitschland brengt tegenwoor dig in ons land en over de geheele we reld een groot aantal vingerhoeden, op verschillende manieren gedecoreerd, mees- tentyds bestaande uit een laag zil vergehalte, met een rand, die verguld is, of versierd met oxyde, nlëlle of email. Ook ln Engeland worden veel vingerhoe den gemaakt, wül daar een zeer goed geoutilleerde industrie op het gebied van dat artikel leeft. Er is echter geen ex port naar Nederland, wijl men er allpen in het hooge zilvergehalte werkt en er bovendien uitsluitend zware, degelijk bruikbare modellen vervaardigd worden. Eigenaardig, dat naar alle andere landen der wereld wel Engelsch export is, om dat men daar het hooge zilvergehalte en den soliden Engelschen vingerhoed zeer weet te waardeeren. Wanneer onze grootmoeders nog eens terug konden keeren, zouden zy raar opkyken, dat haar oude, degelijke mooie Nederland sche vingerhoeden niet meer in den han del zyn. Onze zilver- en goudsmeden maken tegenwoordig nog wel enkele zilveren en gouden vingerhoeden, doch het materiaal is te kostbaar voor massa- fabricage en de maakloonen zyn veel te hoog daarvoor. M. H. Huisvrouwtje krijgt onverwachts gas ten, zoowel voor de lunch als voor 't mid dagmaal. Er moet iets extra's gegeven worden en toch mag zy zelve als gastvrouw niet j gedurende langen tijd in de keuken be zig zijn en haar gasten zonder haar te genwoordigheid laten. Dus iets bedenken aat gauw kiaar is. Voor de lunch worden een paar schoteltjes gemaakt, n.l. ansjo visbroodjes en kaassandwiches. Voor cie ar.s^ovisbrocdjes worden 8 4 10 ansjovissen een uurtje in koud water met een weinig melk geweekt, dan in frisch water nagespoeld en de schubben verwij derd, de vischjes vervolgens in twee helf ten verdeeld, door in iedere hand een ount van den staart te nemen en dm visch in tweeën te trekken; dan de graat en ingewanden verwijderen en nogmaals den vtsch naspoelen. Onderwijl heeft men 2 3 eieren goed hard gekookt, in plakjes gesneden en t geel daaruit genomen Dez.n dooier heel fyn wry ven en daardoorheen roeren 30 gram boter tot het een stevig smeersel Ls; 8 a 10 sneetjes brood zonder korst worden geroosterd en besmeerd met, het botermengsel. Op ieder sneetje legt men 2 opgerolde ansjovis-helften, daarop een schijfje eiwit en in 't holletje worden een paar kappertjes gestrooid. De broodjes worden dan netjes op een schaal gerangschikt en rondom een paar takjes peterselie gelegd. Voor de kaassandwiches worden 8 10 sneetjes oudbakken brood van de korst jes ontdaan, worden voor de helft belegd met een plakje oude zoete kaas, dat er precies op past en op de andere helft wordt een passend plakje ham gelegd. De sneetjes met de kaas worden met de kaas naar beneden op de ham gelegd en stevig aangedrukt. In een koekenpan laat men wat boter lichtbruin worden en de sandwiches daarin aan beide kan ten goudbruin bakken. By het omkeeren moet er op gepast worden, dat de beide kanten niet van elkaar schuiven en daar om worden ze met mes en vork tegenge houden. Als ze gereed zyn legt men ae op een verwarmden schotel, met rondom een takje peterselie of een blaadje sla. Huisvrouw kan deze kaassandwiches ook aan t middagmaal geven né de soep, in plaats van schelpen of croquetjes. Illusie neemt ze als dessert. Deze be staat uit eiwitten, suiker en bessensap. 3 a 4 eiwitteh worden met een tumbler bessensap en half pond witte suiker heel styf geklopt tot er een luchtige, ro se. schuimige massa ontstaan is. Deze wordt uitgeschept op vlaschotel tjes of in kleine ronde glazen en voor- gediend met vanillewafels. Daarby een schaal mooie roode appelen en sinaas appelen. desnoods wat bananen er by en wat noten en de huisvrouw kan tevreden zijn met wat zy haar onverwachten gas ten voorzette. SYLVIA. Naar aanleiding van een vraag eener abonnée. willen we ditmaal nog eens Iets zeggen over bovengenoemd onderwerp. Wij zeiden in ons vorig stukje, o.a. „de mensch kan kalk in het voedsel niet mis sen" en nu werd ons gevraagd, welke voeding in aanmerking komt „als kalk- houdend". Onze dagelyksche voe dingsmiddelen zyn over 't algemeen in meerdere of mindere mate kalkhoudend, zoodat men in normale omstandigheden daarmede zou kunnen volstaan. Doch 't eene lichaam ls zwakker dan t andere en heeft dan meer kalktoevoer noodig; vooral kinderen ter versterking van het beende renstelsel. bij het krijgen van tanden, enz., behoeven extra kalk. Is er nu by voortdurig te weinig kalk in onze dagelyksche voeding, dan wordt er kalk aan het organisme onttrokken, te weten aan de beenderen op de eerste plaats en daardoor ontstaat by kinderen zoo dikwyis Rachitis. Verder wordt er kalk onttrokken aan de weeke deelen van den mensch by te weinig kalktoevoer van buiten af. Het spreekt vanzelf dat er dan voor grooter percentage kalkge- bruik naast hetgeen we in ons gewone voedsel binnen krygen gezorgd moet wor den. Wat doen we dan? We nemen een voudig dagelijks een paar maal een wei nig phosphorzure kalk in een weinig wa- te rof melk en drinken dit. Deze kalk is by apotheker of drogist verkrygbaar. Of we nemen oalcium-tabletten, dit ls kalk in compacten vorm. Winterhanden en wintervoeten o.a. zyn een gevolg van te weinig kalk in het lichaam. Geregeld kalkgebrulk zal deze lastige kwaal doen verdwynen. Toekomstige jonge moeders wordt ook zeer dikwyis kalkgebrulk aan bevolen. terwyl over 't algemeen voor vrouwen en meisjes kalkgebrulk van veel nut zal zyn. Heeft men veel last van neusbloedingen, of by t trekken van tanden of kiezen last van zware bloedin gen, extra kalkgebrulk wordt door de medici aanbevolen en voorgeschreven. Het ls een bewezen feit, dat de meerde re of mindere rijkdom aan kalk van de aarde van grooten invloed ls op de licha melijke ontwikkeling. Niet alleen by menschen ls dit vastgesteld kunnen wor den doch ook ten opzichte van koeien en paarden. We doen dus zeer verstandig in verschillende omstandigheden op eigen houtje wat extra kalk tot ons te nemen. En durft men dat niet aan, twyfelt men, dan vrage men even aan z'n huisarts hoe te handelen. Dikwyis wordt dokters raad en hulp ingeroepen als véél had kunnen voorkomen worden door eerder hem te raadplegen. S. H. Ben met harde kleuren op linnen ge werkte zak voor schuier en kam en des- gewenscht tevens voor kleerborstel, welke we ophangen in de badkamer of mede op reis kunnen nemen. We hebben een stuk grof linnen noo dig van 70 c.M. lang en 37 y. c.M. breed. Vouw een stuk van 25 c.M. om en stik het vast. Werk nu rondom met den festonsteek met een harde kleur wol. Dezelfde kleur wol gebruiken we om de enveloppe in iweeën te deelen. We maken dan een dubbelen festonsteek, rug aan rug. We werken dezen door en door, zoodat we twee ruimten krygen (fig. 2), welke aan den achterkant vastzitten. Dit kunnen we echter ook bereiken door de midden- in iyn met de festonsteken met een on zichtbaar steekje aan den achterwand vast te naaien. Fig. 3 geeft ons het patroon van het te bewerken figuur op den voorkant. Aan den bovenkant worden twee klei nere cirkelflguurtjas opgewerkt, welke door figuur 4 als voorbeeld gegeven worden. We gebruiken, om mooie cirkeltjes te krijgen, een theekopje of iets anders ronds, en trekken dit met een potlood om. Door harde kleuren- te kiezen voor de wol, kunnen we iets aardigs bereiken. Hetzelfde figuur kunnen we nemen om op een toilettafelkleed te borduren. Voor een toilettafelkleed kiezen we maïskieurig linnen. Het figuur geeft een voorbeeld van den rand. rrn Korenblauw, zwart, hardgeel J »n hardgroen zyn te zamen aardige kleuren om te gebrui ken. 11 I I I I I I II Ij MJ IJ I IJ III IJ II)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1930 | | pagina 10