Wereld tentooiisfellin,
te Antwerpen
1
c.T)e
11^ ft I k
Sport en Wedstrijden
DERDE BLAD
DONDERDAG 27 FEBRUARI 1930
BLADZIJDE 1
m
WMÊmmm
«SgH
>u
VOETBAL
Junioren-Competitie
District Leiden
R.&.S.V. „Onze Gezellen"
MOTORSPORT
De elfde DumonceauBekerrit
Pache ernstig ziek
Het Italiaansche elftal tegen
Duitschiand
WIELRENNER
De 23ste Berlijnsche „Zesdaagsche"
DAMMEN
Om
de clubkampioenschappen der
„Haarlemsche Damclub"
Om de kampioenschappen van
Haarlem en omstreken
S
MUZIEK
Ledenconcert H. O. V.
MUZIEK
Openbare voordrachtoefening
Coöp. Verbruiksvereeniging
„Patrimonium"
Kamer van Koophandel voor
Rijnland
aangeteekende stukken aan huis.
„Ons Expositie"
Nu de opening ervan nadert, wordt in
het Antwerpsche over niets anders meer
gesproken dan over de wereldtentoonstel
ling van Koloniën, Scheepvaart, Vervoer,
Land- en Hofbouw, en van Vlaamsche
Kunst.
De Antwerpenaar vat alles gemoedelijk
samen in de uitdrukking: „ons" expositie.
Eiken Zondag trokken honderdtallen naar
de Jan van Rijswijcklaan om zich met
„eigen oogen" te vergewissen van den
stand van zaken; of de aanleg vorderde
enz. Kortom, over het heele doen liet men
zijn meestal welwillend-kritische blik
ken waren. Kreten van ver- en bewonde
ring ontsnapten den boezem en het geheel
druk en met laaiend enthousiasme bespre
kend werd de tocht stedewaarts onderno
men.
Wat of er opgegeven wordt van den „Dui
zend en één Nacht" stijl, waarin de hoofd
architect Smolderen de tentoonstelling heeft
opgezet; wat of er gezwoegd wordt over de
50 H.A. grond, waarop de expositie komt,
ln dien buitengewonen gunstigen vorm van
een geltjkbeenigen driehoek, en over die
uitstekende ligging op nauw twee kilometer
van het centrum van de stad, waarmede
de expositie langs alle kanten verbonden is
door schoone lanen en vele tramlijnen!
Het geheel laat zich inderdaad nu reeds
aanzien als iets wonderschoons met de
prachtige Oostersche paleizen, omringd van
planten en bloemen, weerspiegeld in
kristal-klare vijvers.
Bij wijze van inleiding meenen wij goed
te doen, reeds nu een en ander mede te
deelen over wat aan den uitbouw vooraf
gegaan is, en over de geweldige administra
tie, welke het organiseeren mede brengt van
een World's Pair. Men zal ons op ons woord
gelooven, dat dit heel wat is. Dat we tot
het verstrekken van deze gegevens in staat
waren, danken wij den heer Diels, den koe
nen en ijverigen secretaris van het uitvoe
rend comité.
De beurt was aan Antwerpen
Het lijkt wel, alsof de Antwerpsche ten
toonstelling alleen maar speciaal gehouden
wordt om het Belgische Jubeljaar meer
luister bij te zetten. Het is natuurlijk een
gelukkig samenvallen en een bizondere at
tractie. De zaak is echter, dat reeds vóél
den oorlog besloten werd, zoo ongeveer rond
1930 een groote internationale tentoonstel
ling te Antwerpen te organiseeren, hier
bij werd gesteund op een traditie, die wil,
dat België's vier grootste steden om beurten
met zoo iets voor den dag komen. De laat
ste wereldtentoonstelling te Antwerpen was
in 1894. Dan kwam Luik in 1905, Brussel in
1910 en Gent in 1913. Dus wees de rol nu
Antwerpen aan. Maar dan kwam de oorlog
met zijn ellendigen nasleep en in 1920 kon
er nog geen sprake van zijn dat de Rubens-
stad een wezenlijk belangrijke wereldten
toonstelling zou organiseeren. Was de ge
drukte economische stemming een reden om
definitief bil de pakken te gaan zitten?
van handel, nijverheid en zeevaart. Zelfs
arbeidersvereenigingen en volksmaatschap
pijen brachten him steentje bij, in een
vlaag van enthousiasme, opdat de ten
toonstelling maar slagen zou, werkte heel
Antwerpen meej van laag tot hoog. Die
naamlooze vennootschap stelde een beheer
raad samen, voorgezeten door M. van den
Broeck, welke als ondervoorzitters kreeg
de hh. Lebon, Cools, Sheid en Kreylinger.
Nu kwam het er op aan, de zaak grondig
en rationeel aan te pakken en daartoe
stond de beheerraad al zijn macht af aan
een uitvoerend comité, bestaande voor een
groot gedeelte uit leden van den beheer
raad zelf, waarbij anderen gevoegd wer
den. Dit uitvoerend comité kreeg de leiding
van het geheele, reusachtige werk op zich,
het zorgde en zorgt voor de verwezenlijking.
De ziel van dit comité is de heer Martougin,
omringd door de algemeene bestuurders
baron de Termagne en kolonel Delporte. Er
zijn nog tal van ondervoorzitters en leden,
allen met ijver en lust bezield, opdat de
grootsche opzet zal slagen. Secretaris van
dit uitvoerend comité is de hierboven ge
noemde heer Diels. Aan dit uitvoerend co
mité werden velerlei zorgen overgelaten,
waarvan de voornaamste waren:
1. Het gekozen terrein bruikbaar maken
(grondwerken, effenen, rioleering, wegen,
enz.)
2. Het bouwen van de noodige hallen
voor wat betreft de Belgische deelname.
3. De propaganda in binnen- en buiten
land.
4. Er voor zorgen, dat de vreemdelingen
behoorlijk gehuisvest worden, en dat zij zich
te Antwerpen niet dóódvervelen! Daartoe
worden allerlei feesten, sportmanifestaties
enz. gehouden. Ook moet er gezorgd worden
voor de behoorlijke vervoermogeljjkheden
(trein, tram, autobusdiensten enz.)
5. De reusachtige finantieele verantwoor
delijkheid.
Zooals men ziet ging het comité metho
disch te werk. Het pakte flink aan en kreeg
zijn zetel in het mooie, oude heerenhuis
Minderbroedersrui 27, waar vroeger de
Conscience-tentoonstelling was gehouden.
Dit comité men kan de wijsheid niet al
leen in pacht hebben liet zich voorlich
ten door raadgevende commissies: een
voor technische zaken, onder leiding van
hoofdingenieur Roelants, een voor de fi
nantieele zijde onder leiding van Willy Free-
ling; een voor propaganda, waar Gustaaf
Laroche als voorzitter zetelt, een voor
brandweer, waar kapitein Posch aan het
hoofd van staat; een voor electriciteitswer
ken, waar ingenieur Kimart leider van is
en een laatste voor vergunningen aan men-
schen, die op de tentoonstelling iets wen-
schen te verkoopen en waar de heer Ber-
naerts „voorzitter".
Alles is tot in de puntjes voorbereid.
De arbeid werd doelmatig verdeeld de
kans op slagen is zekerheid geworden.
De steun van de Regeering
Het spreekt dat een dergelijke tentoon-
■- y'
OP HET ALGEMEEN SECRETARIAAT. Tijdens een der talrijke besprekingen, van I.
naar r.: de algemeene secretaris van het uitvoerend comité de heeren: E. Diels; Baron
Raymond de Terwangne; Alfred Mautougin, voorzitter van het uitvoerend comité; Kolo
nel Leon Delporte, algemeen bestuurder; en Robert Biestraeten, overste van de bestuur
lijke diensten.
Neen en neen. Want zie, nauwelijks was
er eenige opleving te constateeren, of de
eerste stappen werden gezet. In 1924 kon de
heer Lebon, Antwerpsch schepen voor open
bare werken, een initiatief-comité oprich
ten, dat voor taak had zijn voelhorentjes uit
te steken: of de tijd nu gunstiger werd
voor zoo'n expositie? Dit comité had spe
ciaal opdracht het terrein te effenen,
naar geschikte gronden uit te zien, het pro
gramma in groote lijnen vast te leggen en
vooral: naar finantieele middelen uit te kij
ken. Voorzitters van dit initiatief-comité
waren de heeren Martougin, voorzitter van
de nijverheidskamer en volksvertegenwoor
diger Gustaaf van den Broeck.
Dit comité werkte flink door en op 4
April 1925 kon definitief opgericht worden
de naamlooze vennootschap
„Wereldtentoonstelling 1930"
Met andere woorden wil dit, precies uit
gedrukt, zeggen, dat het kapitaal voor die
naamlooze vennootschap gevonden was: 15
millioen! In korten tijd was dit bedrag bij
eengebracht door bijdragen van Staat, Stad
en Provincie, door omliggende gemeen
ten, door banken en allerlei maatschappijen
stelling, zoo breed en weidsch, zoo schitte
rend en grandioos opgezet, den steun en de
bescherming noodig had van wie in het
maatschappelijke leven de allereerste ran
gen innemen. Hunne majesteiten de Koning
en de Koningin wilden de onderneming on
der hun hooge bescherming nemen, terwijl
hunne Koninklijke Hoogheden Prins Leo
pold en Prinses Astrid het- eerevoorzitter-
schap aanvaardden. Zelfs vormde Prins
Leopold eén speciaal bescherm-comité.
Eerepresidenten van het uitvoerend comité
werden Baron Holvoet, gouverneur van de
provincie Antwerpen en Frans Van Cauwe-
laert, burgemeester van Antwerpen.
De regeering liet het hierbij niet en
vaardigde als haar vertegenwoordiger af
graaf Adrien van der Burch, den bekenden
Belgischen specialist op het gebied van we
reldtentoonstellingen. Aan hem werd bijzon
der overgelaten het inrichten van de Belgi
sche afdeeling. Hij huurt het terrein en de
gebouwen van de exposanten; hij moedigt
en zet deze aan tot deelneming. (Deze deel
name overtreft de stoutste verwachtingen).
Het architectonisch werk
De expositie moest er komen, de gronden
■y
waren gevonden, de finantieele middelen
bestonden, maar met dit alles was er
nog geen tentoonstelling, als er geen archi
tect was, die opdracht kreeg de gebouwen
te ontwerpen. De man, die in deze het ver
trouwen van de initiatiefnemers genoot,
werd spoedig gevonden. Het was de heer
Smolderen, leeraar aan het Instituut van
Schoone Kunsten, en mede-ontwerper van
het Torenhuis op de Schoenmarkt, die de
vereerende maar delicate taak kreeg de
tentoonstelling in haar groote lijnen archi
tectonisch in te richten. De heer Smolderen
ontwierp het algemeene plan, dat algehee-
le goedkeuring wegdroeg en leverde te-
l vens de plannen voor al de gebouwen, wel
ke door de naamlooze vennootschap wer-
den opgericht. Dsze zijn: de monumentale
hoofdingang, het Eeuwfeestplein, het Feest
paleis, de hallen voor de Belgische deelne
ming en de kerk. Een reuzenarbeid! De heer
Smolderen ging zijn inspiratie in net
Oosten zoeken een witte, glanzende, Oos
tersche stad is de tentoonstelling en het
moet erkend, dat de heer Smolderen eenig-
mooie effecten verkregen heeft.
De Vlaamsche Kunst
Een zeer bijzondere attractie van de we
reldtentoonstelling zal ongetwijfeld de over
zichtelijke tentoonstelling zijn van Vlaam
sche Kunst, welke ondergebracht wordt in
het kerkgebouw en in het schoolgebouw, dit
laatste volgens het plan van architect Van
Averbeke.
Ook hiervoor werd een speciaal comité ge
vormd, dat, met verschillende onderaf-
deelingen, er alles op zet om van deze ten
toonstelling iets werkelijk eenigs te maken.
Tuin- en landbouwtentoonstelling
Een speciaal comité werd ook gevormd om
de wereldtentoonstelling in de bloemen te
zetten met een tuin- en landbouwafdeeling!
Als regeeringsvertegenwoordiger is hiervoor
aangewezen de landbouwspecialist, volks
vertegenwoordiger baron de Kerckhove d'
Exaerde. De dagelijksche leiding berust bij
ingenieur Casteels, terwijl de algeheele in
richting van dezen stand toevertrouwd
werd aan de Kon Tuinbouwmaatschapnij
van Antwerpen met haar voorzitter, den
heer Draps.
Ook voor de Congoleesclie deelname werd
een bijzonder comité samengesteld.
Buitenlandsche deelname
We zouden nog meer kunnen uitweiden
over wat de tentoonstelling ons zal bren
gen. Laat ons samenvattend zeggen, dat er
in het geheel 22 afdeelingen zijn en 109
klassen. De buitenlandsche deelname is
schitterend, zoo van Europa als van over
zee. Ongeveer 30 landen zullen meestal met
een eigen paviljoen vertegenwoordigd zijn.
Zoo is de tentoonstelling een heusche „we
reldtentoonstelling"; zóó is haar succes ver
zekerd, terwijl zjj naar alle zijden uitstraalt.
Het dapper comité heeft meer dan vijf jaar
lang gewerkt. Overal en in alle standen
wordt over de Antwerpsche tentoonstelling
gesproken. Het buitenland ziet naar deze
„show" met hooggespannen verwachting
uit. Wij durven vertrouwen, dat deze ver
wachtingen niet zullen beschaamd worden.
De tentoonstelling is van einde April tot
einde October 1930.
Een toekomstbeeld! De monumental» ingang spoort der wereldtentoonstelling, zooals deze
door den bouwmeester Jos. Smolderen ontworpen is, naar een teekening van denzelfden
De uitslagen van de Zondag 23 Februari
gespeelde wedstrijden zijn:
Afdeeling A
Lisse I—S. J. C. I
Lisse II—O. V. V.
1-0
3—3
Voor Zondag 2 Maart a.s. is het volgende
programma vastgesteld:
Afdeeling A.
Noordwijk, 2.30 uur: S. J. C. ILeiden.
Lisse: Lisse ILisse II.
Afdeeling B.
Noordwijk: S. J. C. IIMeerburg.
Waar geen aanvangsuur vermeld, vangen
de wedstrijden om half één aan.
AAN DE SCHEIDSRECHTERS
Tot heden gaven nog niet veel heeren zich
op voor het eventueel samen te stellen elftal
van scheidsrechters. Gaarne zagen wij toe
zeggingen nog uiterlijk einde dezer week te
gemoet.
D. HAVERKORN,
Competitieleider.
Leden en donateurs onzer vereeniging wor
den herinnerd aan den intiemen feestavond
te houden, heden-, Donderagavond om half
8 uur in het Bondsgebouw aan de Kerklaan.
Door verschillende Gezellen-vrienden zijn
zeer mooie prijzen beschikbaar gesteld. Reeds
dit is de gang naar het Bondsgebouw
overwaard.
Een 40-tal flinke prijzen zullen dan ook
verkiend worden.
Zij, die nog geen kaarten hebben ontvan
gen en toch recht op een kaart hebben, wor
den verzocht dit even op te geven aan den
secretaris, die dan zal zorgen, dat de fout
hersteld wordt.
Onder de aandacht wordt gebracht, dat
personen beneden 17 Jaar n'et worden toe
gelaten. t-t™,
HET BESTUUR.
Kempen, MeyerStübecke, CharlierDuray
en FaudetLouet. Een sterke bezetting dus!
Allereerst zijn te noemen Piet van Kempen
en Buschenhagen, de winnaars van drie
„Zesdaagschen", n.l. Stuttgart, Brussel en
Breslau, en die zeker een uitstekende kans
maken om wederom als winnaars uit den
strijd te voorschijn te komen. Het Hol-
landsch-Duitsche koppel is momenteel zeer
sterk. Voorts is ook Pijnenburg weer van ae
partij. Oorspronkelijk zou hij rijden met den
Duitscher Junge, doch nu is zijn koppelge-
noot Göbel geworden.
Pijnenburg heeft zich als een uitstekend
„Zesdagen"-renner laten kennen en we zijn
benieuwd, wat hij er ditmaal van terecht
brengt.
steld: RiegerKroschel, Rauseh—Hürtgen,
welk paar de „Zesdaagsche" van Dortmund
won. in den laatsten wedstrijd te Breslau
moesten deze Duitschers echter de meerder
heid erkennen van Van Kempen en Buschen
hagen. De winnaars van Keulen, de Belgen
Goossens en Deneef zijn ook van de partij
en voorts mag men als zeer sterke koppels
aanmerken CharlierDuray, FaudetLouet
en RiegerKroschel.
Van Kempen en Buschenhagen zijn na
tuurlijk weer favoriet en het zou ons niet
verwonderen of een vierde ,,Zesdagen"-over-
winning zal dit koppel behalen. O.i. als
wé ons aan een voorspelling zouden wagen
zal het eindklassement luiden: 1. Van
KempenBuschenhagen, 2. Rauseh—Hürt
gen, 3. RiegerKroschel.
De bekende voetbalspeler Robert Pache,
vroeger meermalen internationaal in het
Zwitsersche elftal, thans lid van Rot Weiss
te Frankfurt, is momenteel ernstig onge
steld. Zijn toestand moet zorgwekkend zijn.
Officieel is het Italiaansche elftal, dat
Zondag a-s. te Frankfurt a. d. Main tegen
Duitschiand speelt, nog niet samengesteld,
doch officieus ziet het team er als volgt uit:
Doel: Combi (Juventus Turijn); Roseeta en
Calligaris (beiden Juventus Turijn) achter;
Midden: Pitto (Bologna), Ferraris (Rome) en
Barbieri (Genua); Constantino (Bari), Balon-
cieri (Turijn), Meazzo (Milaan) of Schiavio
(Bologna). Magnozü (Livorno) en Orsi (Ju
ventus).
Da Wereldtentoonstelling te Antwerpen, zicht op 't schitterende Congoleesche parit-
joen, hetwelk reeds zijn voltooiing nadert
De „Tweede Zesdaagsche" in dit seizoen, de
23ste in totaal te Berlijn.
Vrijdagavond om lo uur is de start in
het Sportpalast van de 15 koppels, die als
volgt thans definitief zijn samenge
steld: RiegerKroschel, RuaschHürtgen,
Ehmer—Iïetz, Kroll—Miethe, Goosness—De-
neef, ChouryFabre, KrügerFuhra, Gö
belPijnenburg, Petri—Junge, PreussRe-
siger, Manthey—Schon, Buschenhagen—Van
Tevens een Hoiland-Duitschland
wedstrijd
Reeds eenige jaren geleden lag het in
de bedoeling van de motorclub Zuid-Holland,
den jaarlijkschen Dumonceau-bekerrit, wel
ke geregeld in de Ardennen werd gehouden,
eens naar ander terrein te verleggen, en
met het oog daarop had de Sportcommis-
sie van de club toen bespi'ekingen gehou
den met officials in Dusseldorf en Keulen.
Tengevolge van de moeilijkheden, welke toen
nog ten opzichte van de grensoverschrijding
bestonden, moest het plan worden opgege
ven. Eenige maanden geleden echter heeft
het bestuur der M. C. Zuid-Holland zich op
nieuw met eenige Duitsche motorsportenthou
siasten in verbinding gesteld, en het resultaat
daarvan is, dat thans definitief bepaaid is,
dat dit jaar de Dumonceau-bekerrit op 24
en 25 Mei e.k. geheel m Duitschiand zal
worden gehouden en wel voor het grootste
deel in den Eifel.
De belangstelling uit de knngen van de
Duitsche motorrijders voor dezen betrouw-
baarheidsrit was na de eerste besprekingen
reeds zóó groot, dat het bestuur van de M. C.
Zuid-Holland op verzoek van de Automo
biel Club Dusseldorf 1905 E. V., welke bij de
organisatie behulpzaam. besloten heeft
aan den rit zoodanige uitbreiding te geven,
dat er een Hoiland-Duitschland wedstrijd
aan toegevoegd zal worden.
Dit zal voor de eerste maal zijn, dat er
een dergelijke wedstrijd in den geest van
de vroegere Holland-Engelandritten zal wor
den gehouden.
Ofschoon in een dezer dagen te Düsseldorf
te houden bespreking definitieve reglemen
ten zullen worden vastgesteld, kan thans
reeds worden medegedeeld, dat de rit zijn
toeristisch karakter van vroegere jaren vol
komen zal behouden, en dat als groote at
tractie zal worden ingelascht een uurwed-
strijd op de beroemde wedstrijdbaan de Nür-
burgring, waarbij de deelnemers aan een be
paalde voorgeschreven snelheid moeten vol
doen.
Evenals vorig jaar zal de rit zoowel voor
motorrijders als automobilisten worden open
gesteld.
Met het oog echter op de groote belang
stelling welke er reeds van allen kant voor
üen rit is getoond. "8' het in de bedoeling
van de M. C. Zuid-Holland de deelneming
te beperken tot 100 rijders van ieder land.
De Duitsche autoriteiten doen al het mo
gelijke om dit eerste sportieve contact tus-
schen Hollandsche en Duitsche motorrijders
zoo goed mogelijk te doen slagen.
Zoo heeft de stad Düsseldorf reeds een
grooten zilveren beker uitgeloofd, evenals de
Allgemeine Deutsche Automobil Club, terwijl
nog meerdere prijzen door gemeentebesturen
en vereenigingen zijn toegezegd.
Tegen eind Maart kunnen de reglementen
worden tegemoet gezien en zal ook de in
schrijving voor den rit worden opengesteld.
In den wedstrijd om het clunkampioen-
schap 1929/1930 der „Haarlemsche Dam
club" heeft J. W. van Dartelen momenteel
de leiding.
De stand in dezen wedstrijd luidt thans
J. W. van Dartelen 7 4 2 1 10
B. Dukel 7250 9
J. Poppen 8332 9
A. de Jong 4220 6
J. van Looij 4301 6
J. B. Sluiter Jr. 4 2 2 o 6
K. Leibbrandt 3120 4
P. G. van Engelen 5041 4
H. Greeuw 6042 4
J. P. van Eijk 4112 3
P. Mollema 5 1 1 3 3
F. A. Berkemeijer 3021 2
H. de Boer 3021 2
J. van Steenwijk x o x o 1
J. C. van Waard 6015 1
ln den wedstrijd om het kampioenschap
van Haarlem en Omstreken heeft de titel
houder J. B. Sluiter Jr. momenteel de leiding.
Toch is zijne positie op de ranglijst lang
niet onbedreigd, want Dukel, Van Engelen
en Berkemeier zitten hem dicht op de hielen.
Sluiter heeft thans nog te spelen tegen
Poppen en van Berkum; Van Engelen tegen
Greeuw, Berkemeier en Van Looij; Dukel
tegen Poppen, Van Berkum en Lycklema en
Berkemeier tegen Van Looij, de Jong, Van
Eijk en Van Engelen. Sluiter heeft dus onge
twijfeld de beste kansen.
De stand in dezen wedstrijd luidt thans:
J. B. Sluiter Jr.
B. Dukel
P. C. van Engelen
F. A. Berkemeier
J. Poppen
J. van Looij
A. de Jong
H. de Boer
J. W. van Dartelen
J. P. van Eijk
H. Greeuw
W. Stroo
J. J. P. Kraayer
J. van Berkum
J. Lycklema
H.D.C.
12
6
5
1
17
11
5
5
I
15
99
11
5
5
1
15
f»
10
4
O
14
tr
11
4
5
2
13
99
10
4
4
2
12
•f
11
4
4
3
12
10
3
5
2
II
99
11
3
5
3
II
99
11
3
4
4
IO
99
9
4
1
4
9
D.C.H,
10
I
5
4
7
t
12
2
3
7
7
11
I
2
8
4
10
O
3
7
3
Soliste: Berthe Seroen. Sopraan
Wederom een dier model-uitvoeringen,
zooals we die van ons eigen Haarlemsch
Orkest gewend zijn. Een fraai programma,
met uitzondering van het openingsnummer,
de Symphonie in bes gr. terts van Mozart,
geheel uit de Fransche school. Want voor
de Simfonietta van Guillaume Landré Jr.,
die verviel werden ons de „Prélude l'après-
midi d'un Faune" van Debussy gegeven en
„Viviane" (Poème symphonique) van Ernest
Chausson. Als hoofdnummer voor de pauze
zong Berthe Seroen de „Shéhérazade van
Ravel, terwijl de heer van Beinum de meest
fc» kende en meest gespeelde drie deelen uit
.,La Damnation de Faust" van Berlioz als
slotnummer had geplaatst.
Beginnen we bij het begin: de 33ste Sym
phonie van Mozart. Al behoort zij niet tot
de drie meest beroemde Symphonieën van
den grooten Weenschen meester, die in es,
in g en in C (de Jupiter-symphonie), toch
is ook ook'op deze het stempel van Mozart's
genialiteit gedrukt, en is zij van een aller
bekoorlijkste harmonie en melodiek. Vooral
het tweede deel. dat als een lyrisch gedicht
is van buitengewone dichterlijkheid, vormde
een prachtig contrast met de geestigheid der
beide laatste deelen, Minuetto en Finale.
Het succes was hier voornamelijk door de
strijkers verdiend, die de pittige, versierende
figuraties speelden met zulk een blijmoedige
elegance en lichtheid.
Berthe Seroen die naar we meenden reeds
voor de derde maal ons Ravel's Shéhérazade
kwam voorzingen, werd bij haar binnen
treden met luid applaus begroet. Welk een
verlangen sprak reeds uit dien eersten uit
roep AsieEn daarna met het steeds
sterker en dringender herhaalde: Je voudrais
voir. Dit zingende spreken, dit sprekende
zingen, het werd een beitelen in noten, en
uit het geheel, met de prachtig geaccen
tueerde details, groeide een imposant beeld,
dat u pakte en indruk op u maakte, ondanks
het feit, dat de stem misschien wat minder
groot en sonoor was dan men bij deze
monumentale muzikale schepping wel zou
wenschen. Van felle dramatische werking
was hetJe voudrais voir mourir d'amour
ou bien de haine, het hoogtepunt van deze
eigenaardige dichtregels, onmiddellijk ge
volgd door de phlegmatische rust: Et puis
m'en revenir plus tard.
En zoozeer waren de aanwezigen blijkbaar
onder den indruk van deze groote zangkunst,
zoo overrompelend krachtig en schoon was
deze voordracht dat men enkele seconden
noodig had om te bekomen van de snel
opeenvolgende, diepe emoties, en dat eerst
toen een geestdriftig applaus losbarstte.
Zoo ging het ook bij het kortere: „La flüte
enchantée" en bij „L'indifférent." Beide
leefden voor onze geestesoogen op met haar
magische, oostersche zinnelijkheid en ge
heimzinnigheid. Berthe Seroen is een zange
res die weet wat achter de noten ligteen
sprekende, een zingende ziel. Een schat
van bloemen in de Haarlemsche kleuren
waren benevens het herhaald applaus de
dank voor haar heerlijke uitbeelding. Te
recht betrok zij den heer van Beinum hierin,
en zelfs, na het tweede gedicht, den fluitist,
en na het geheel het orkest. Inderdaad
waren de door het ensemble gevormde
muzikale achtergrond en illustratie van zeer
sterk suggestieve werking en deze fijn afge
wogen begeleiding moet de zangeres onge
twijfeld in hooge mate tot haar schoone
weergave hebben geinspireerd.
De overige werken, welke wij reeds ter
loops vermeldden, zijn ons van andere
uitvoeringen bekend en behoeven wel geen
nadere bespreking, gespeeld als ze werden
met de gewone accuratesse en toewijding.
Wanneer er iets zou zijn. dat een speciale
vermelding zou verdienen, dan zouden het
„Viviane" zijn van Chausson, en het Menuet
des Follets uit Berlioz' „La Damnation de
Faust". welke naar onze meening de meest
karakteristieke en artistieke interpretatie
ten deel viel.
In de turnzaal van het Gemeentelijk Con
certgebouw gaven de leerlingen van den
vioolpaedagoog, den heer Joh. Steenman,
met medewerking van het Kleine Orkest een
voordrachtoefening.
Na een reeks kleine voordrachtstukjes
door zeer jeugdige instrumentalisten met
tamelijk wisselvallig succes uitgevoerd, kwa
men de meer artistieke vioolwerken aan de
beurt en met de betere werken natuurlijk
ook de betere spelers.
In een Schubert-Sonatine constateerden
we goede toon vorming, in de bekende
Berceuse van Godard vrij, ongedwongen
spel, in een Rondino van Beethoven losse,
fiksche streek en in een Schülerconcert van
Seitz correct samenspel met de pianiste.
Hiermede waren we blijkbaar in eefl
hoogere klasse beland, want nu volgde reeds
de finale uit een Kreutzer-concert. Dit deel
werd tamelijk beheerscht voorgedragen. De
niet al te gunstige toonkwaliteit zal wel aan
het instrument moeten worden toegeschreven.
Het nog altoos geliefde Benedictus van
Mackenzie werd smaak- en gevoelvol ver
tolkt. Jammer dat aan de G-snaar geen vol
lere toon was te ontlokken.
Daarop volgde zoowaar een leerlinge, die
het geheele H mineur-concert van Accolay
uit het hoofd voordroeg. Ze deed dit zeer
vrijmoedig en knap technisch, wel wat onbe
wogen. Ook dit spel was een beter instrument
waard.
Onbegrijpelijk was ons de keuze van een
Menuet van Paderewsky in een Kreisler-
bewerking. Dit klatergoud-werkje paste met
in dit milieu. Den speler hoorden wij liever
in een serieus werk. Zijn spel had over de
geheele linie goede eigenschappen.
Tot slot van het solistisch optreden de
„Prélude du Délugc" van Saint-Saëns voor
viool, piano en orgel. De violist ontwikkelde
een voldoend nobelen toon, doch beheerschte
zijn taak rhythmisch niet.
Als begeleidsters traden o.a. niet minder
op dan de dames Emmy van Eden en Corry
Koppen, die somwijlen zeer volgzaam moes
ten zijn.
Na de pauze het Klein Orkest met com
posities van Mendelssohn, George, Haydn
en Moszkowsky. De Suite van George be
viel ons het meest. De onderdeden werden
karakteristiek en met duidelijke contrast
werking ten gehoore gebracht.
Veel applaus en bloemen voor den be
jaarden, met jeugdigen ijver bezielden
leeraar.
O. K.
Dividend 7 pet.
De Coöperatieve Verbruiksvereeniging „Pa
trimonium" houdt haar jaarvergadering op
Donderdag 6 Maart. Volgens de agenda zijn
aan de beurt van aftreding de bestuursleden,
de heeren J. D. Wijkhuizen, P. Bruyn en A
Hoekema. Als commissaris is aan de beurt
van aftreding de heer H. M. Abrahams. Allen
zfjn herkiesbaar.
Het jaarverslag vermeldt, dat de nieuwe
ovens, die in 1928 werden gebouwd, in alle
opzichten aan hun bestemming beantwoorden.
Door de schommelende meelprijzen en de ver
laging der broodprijzen, was het eindresul
taat wel goed, doch niet zooals wel gewenscht
werd. Ten opzichte van den omzet mogen wy
echter volkomen tevreden zijn, aldus het ver
slag, zoodat ook dit jaar kan worden voorge
steld 7 pet. dividend uit te keeren. De op de
vorige jaarvergadering naar voren gebrachte
wensch tot verzekering van het personeel is
door het bestuur in vervulling gebracht. Zoo
wel het aantal leden als dat der verbruikers
nam voortdurend toe.
Uit het financieele overzicht blijkt, dat de
Coöperatie ook in dit opzicht zich in een
normalen en dus gezonden groei mag verheu
gen. De balans wijst aan een totaal bedrag
van f 48.701.92 en de exploitatierekening een
van f 67.608.14. Aan arbeidsloonen is uitge
keerd over het afgeloopen jaar een bedrag
van f 16.498.74 54. Er is gemaakt een bruto
winst van f 4856.14}!. Zooals uit de explota-
tierekening en het statistisch overzicht der
omzetcijfers blijkt is de rekening „onkosten"
beduidend hooger dan vorige jaren.
De dadelijk aanwijsbare oorzaken hiervoor
zijn, zegt het bestuur: le. dat het bestuur
voor het meerendeel van het personeel een
pensioenverzékering heeft gesloten en 2e. dat
de afsluitkosten eener nieuwe hypotheek
hierop van niet onbeduidenden invloed zijn
geweest terwijl ten slotte de overproductie der
ovens een nadeeligen invloed uitoefende. Het
bestuur hoopt, dat binnen afzienbaren tijd
de voortgaande toeneming van leden en ver
bruikers vooral, dit laatste zal nivelleeren.
Optimistische visscher f® hef aqua
rium „Kan ik het vischrtpht voor een
jaar pachten?.^
Het werktijdenbesluit voor winkels.
In de gistermiddag te Leiden gehouden
vergadering van de K. v. K. voor Rijnland
werd uitvoerig de vraag besproken, of in het
internationale reglement voor koop en ver
koop de bepaling moet worden opgenomen,
dat zal gelden het recht van het land van
den verkooper of dat van het land van den
kooper. Besloten werd nadere adviezen in
te winnen.
De voorzitter der Kamer, de heer Ten
Cate Brouwer, deelde mede, dat het ge
meentebestuur van Leiden de toezegging
heeft gedaan enkele secundaire toegangs
wegen tot de gemeente te verbeteren. Voorts
werd medegedeeld, dat de onderhandelingen
over het bouwen van de Rooversbrug te
Katwijk tot resultaat hebben gehad, dat
er een beweegbare brug zal worden ge
bouwd in verband met de doorvaart voor
de loggers.
Naar aanleiding van by de Kamer inge
komen klachten over de diepte van het
vaarwater te Leiden wordt besloten zich
met het gemeentebestuur in verbinding te
stellen.
In verband met de weigering van de di
rectie der Ned. Spoorwegen om verbete
ring te brengen in den dienst Leiden—
Woerden—Utrecht besloot de Kamer zich
te wenden tot den Spoorwegraad,
Naar aanleiding van een door de Ka
mer ingestelde enyuête over het werktijden
besluit voor winkels werd besloten aan B.
en W. van Leiden te adviseeren: ten aan
zien van de Zondagssluiting van winkels
vooralsnog geen maatregelen te treffen; de
sluiting op werkdagen te handhaven op
acht uur, op Zaterdagen te bepalen op 10
in plaats van 11 uur en geen verplichte
ochtend- of middagsluiting in de verorde
ning op te nemen.
Ten slotte besloot de Kamer te adviseeren
tot definitieve invoering van bezorging van