50.-
JOANNES D0MINI3US JOSEPH AENGENENT
f 3000.-
1750.-
f 250.-
1125.-
140.-
T
BISSCHOP VAN HAARLEM
DE MOORD TE BENNEKOM
MAANDAG 3 MAART 1930
IUSTITIA-ET
door de genadeGods en de gunst van den Apo stolischen Stoel
aan de Geestelijkheid en de Geloovigen van ons Bisdom
ZALIGHEID IN DEN HEER
De prins van Wales
lijdende aan Malaria
Een verdachte gearresteerd
Nachtvluchten
Rotterdam - Stockholm
De Aalsmeersche
bloemententoonstelling
Ernstig Motorongeluk
te Krommenie
De gestolen schilderijen
Door het ijs gezakt
Voornaamste qXieuws
Telegrafisch Weerbericht
BUREAUXNASSAULAAN 48
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN
ADVERTENTIEN 35 ct. p. regel
VIJFTIGSTE JAARGANG No. I74W
AAHGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER ER TWINTIG UREN NA HET ONGCVAL
Normaal verloop der ziekte
HERROEPEN
Van 15 Mei—19 Juli
De vervanging van de draaibare
spoorbrug te Beverwijk
door een vaste
Koninklijke belangstelling
„De dansende Invaliden" in beslag
genomen
De toestand van de Koningin van
Zweden verergerd
J. J. WEBER ZOON
Barometers Thermometers
Groote Houtstraat 166 Haarlem
Het Nederlandsche Postmuseum
Auto in een ravijn gestort
T
Telefoon No. 13866 (drie lQnea)
Postrekening No. S970.
ABONNEMENTEN: voor Haarlem en
Agentschappen: per week 25 et.» per
kwartaal 3.25, per post, per kwartaal
3.58 bti vooruitbetaling.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN
TIES. 1—4 regels 60 ct. p. plaatsing;
elke regel meer 15 ct_ bij rooruitbet.
Bij contract belangrijke korting.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
tusschen den tekst 60 ct. per regel.
Alle abonné's oj» dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden
tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen
Levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door
verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen
bij een ongeval met
doodelijken afloop
bij verlies van een hand.
een voet of een oog
bii verlies van een
duim of wijsvinger
bij een breuk van
been of arm
bij verlies van *n
anderen vinger
Het is ruim zestig jaar geleden, dat de
eenmalige Bisschoppen van Nederland zich
*h een gezamenlijk schrijven richtten tot de
Katholieken in ons vaderland met de vol
gende ernstige vermaning:
«Wy katholieken van Nederland gaan
Weldra heen, om ons bij den Oppersten
Hechter voor de eeuwigheid te verantwoor
den. Die Rechter zal niet verzuimen ons
te vragen, wie wij na ons achterlaten om
het katholieke geioof in ons vaderland
Waardig te vertegenwoordigen. Hij zal ons
Wagen, wat er geworden is van de katho
lieke jeugd en jongelingschap: hoe wij
hebben getracht te verhinderen, dat zij in
godsdienst en zeden van den ouden stam
ontaardden; hoe wij bezorgd zijn geweest
om een echt geloovig, godsdienstig, deugd
zaam geslacht van katholieken in Neder
land op te kweeken."
Zoo schreven de Bisschoppen in het jaar
1868 met de bedoeling om de hun onder-
hoorige katholieken aan te sporen hun kin
deren te doen volgen katholiek onderwijs
°P katholieke scholen. Thans leven wij meer
dan een halve eeuw verder. En, het har:
Wrvuld van innig dankbaarheid jegens God,
hiogen wij juichen en jubelen, dat wij de
Vruchten mogen aanschouwen van het zaad,
dat zij hebben uitgestrooid. Hun woorden zijn
geworden een machtige klaroenstoot, die onze
vaderen heeft aangezet tot een heiligen strijd
voor de belangen der ziel van het kind, een
strijd die bekroond is met de gelijkstelling
van ons katholieke onderwijs, zoodat de
Wensch der toenmalige Bisschoppen volkomen
Is In vervulling gegaan, en al onze kinderen
311 de gelegenheid zijn om katholiek onder-
Wijs op de school te volgen.
En toch, Beminde Geloovigen, aarzelen Wij
met om dezelfde ernstige vermaning op dit
°°genblik opnieuw te doen hooren en tot de
°hze te maken. Wij achten Ons zelfs in ge-
Weten verplicht er op te wijzen, dat die
vermaning ook voor onzen tijd haar betee-
Jtenis niet verloren heeft. Immers met de
lagere school is de opvoeding van het kind
Seenszins voltooid. De rijpende, d.w.z. de
leerplichtvrije jeugd heeft minstens evenzeer
behoefte aan vorming. En wanneer na de
korte jaren, die wij hier op aarde leven, de
Opperste Rechter U en mij ze' vragen, wat
Wij gedaan hebben voor de jeugd, die door
Hem aan onze zorgen was toevertrouwd, Jan
Zal Hij niet tevreden zijn, ook al kunnen wij
Hem antwoorden, dat wij katholieke scholen
voor haar hebben gebouwd, maar dan zal
Hij minstens evenzeer rekenschap eischen van
de zorg, die wij aan de vorming der jeugd
hebben besteed gedurende de jaren, die ko
men na den schooltijd, de jaren, waarin de
mensch meer zelfstandig begint te denken en
Waarin de hartstochten krachtiger beginnen
te spreken, de jaren, waarin de verleiding
veel grooter wordt en waarin dus veel meer
hog dan voor het schoolgaande kind aen
groote waakzaamheid noodig is. Over de op
voeding en de vorming der leerplichtvrije
jeugd wenschen Wij U dit jaar in Ons Vas-
tenmandement te onderhouden.
Waarom Wij juist dit onderwerp gekozen
hebben? Omdat naar Onze innige overtuiging
dit vraagstuk een der belangrijkste is, waar
voor Wij Ons in dezen tijd geplaatst zien, en
wel om de buitengewoon groote gevaren,
waaraan de jeugd in onze dagen, veel meer
dan vroeger, is blootgesteld. Vanaf het oogen-
blik, dat het Heilig Bisschopsambt op Onze
schouderen werd gelegd, hebben Wij het dan
Ook beschouwd als een Onzer voornaamste
en allerheiligste plichten om juist aan dit
vraagstuk Onze bijzondere aandacht te wij
den en met alle zorg middelen te beramen
om daaraan een passende oplossing te geven.
En toen Wij dan ook in het afgeloopen jaar
te zamen met meer dan honderd Priesters uit
Ons Bisdom een Diocesane Synode mochten
houden, heeft dat vraagstuk onze zeer bij
zondere aandacht gehad. En thans, katholieke
vaders en moeders, komen Wij met aandrang
uwe onmisbare medewerking vragen om met
Ons de door de Synode genomen besluiten
ten uitvoer te brengen.
De groote leidende gedachten, die Wij daar
voor de opvoeding der rijpende jeugd heb
ben vastgesteld, willen Wij in het kort voor
u uiteenzetten met de dringende bede Ons
Uwe medewerking te verleenen. In de Ency
cliek, die Onze H. Vader Paus Pius XI nog
zoo pas in de maand Januari heeft uitgevaar
digd en die geheel en al aan de opvoeding
der jeugd is gewijd, heeft Hij op magistrale
wijze uiteengezet, hoe volgens Gods bestel de
ouders verplicht zijn samen te werken met
de Kerk in de opvoeding der jeugd. En wan
neer Wij thans op het voetspoor van den
H. Vader Uwe hulp komen vragen om Onze
plannen voor de opvoeding der leerplichtvrije
jeugd te helpen uitvoeren, dan zijn Wij, ken
nende Uwe groote volgzaamheid aan het Ker-
kelük Gezag, en wetende hoezeer gij voor het
heil uwer kinderen bezorgd zijt, overtuigd dat
gij metterdaad aan Onzen dringenden oproep
zult willen gehoor geven.
Welnu dan beminde geloovigen, wanneer
Wij een goed inzicht hebben in hetgeen het
jeugdwerk voor de leerplichtvrije jeugd be-
teekent, dan zal het U niet verwonderen,
dat Wij als allereerste leidende gedachte
hebben opgesteld, dat het geheele jeugdwerk
moet zijn parochieel, d.w.z. dat het moet uit
gaan van en staan onder de leiding van
den pastoor der parochie. Immers, wat is het
jeugdwerk? Niet maar eenvoudig het enkele
uren in de week bezig houden van onze
jongens en meisjes, ten einde hen te be-
schermen tegen godsdienstige en zedelijke
of maatschappelijke gevaren. Zulks moge
misschien bij enkelen de opvatting geweest
zijn vijf en twintig jaar geleden, toen de be
grippen omtrent dit gewichtige vraagstuk nog
niet zoo rijp waren als thans. Neen, de be-
teekenis van het jeugdwerk ligt veel hooger.
Ieder stuk jeugdwerk hebben wij te kennen
als een stuk opvoeding. En alle uitingen van
jeugdwerk te zamen hebben dus ten doel de
stelselmatige positieve opvoeding van de jeugd
op godsdienstig, zedelijk, cultureel, maatschap
pelijk en lichamelijk gebied, en beoogen dus
het kind na het verlaten der lagere school
te vormen tot een persoonlijkheid, die In
staat zal zijn zijn aardsche en niet minder
zijn eeuwig levensdoel te bereiken.
Jeugdwerk is dus een stuk zielzorg in den
vollen zin van het woord. En omdat de
zielzorg is opgedragen aan den Pastoor der
parochie, moet dus het jeugdwerk, wil het
beantwoorden aan het ideaal, parochieel zijn
en dus staan onder de leiding van den pas
toor of van zijn gevolmachtigde. Omdat
deze echter niet in staat is de geheele lei
ding zelf uit te oefenen, hebben Wij in de
Synode bepaald, dat hem in iedere parochie
medehelpen moet en ter zijde staan, en dat
de leeken daarbij een werkzaam aandeel
zullen verkrijgen. In Iedere parochie moet
namelijk worden opgericht een Parochieele
Jeugdraad, waarvan de Pastoor of een door
hem daartoe aangewezen priester rechtens
voorzitter is, en waarvan de leden zijn: de
bestuursleden van alle instellingen com
missies, clubs en vereenigingen van en voor
jeugdwerk en zielzorg, welke in de parochie
bestaan, terwijl de pastoor bevoegd is nog
andere personen tot leden te benoemen. Het
is de taak van den Jeugdraad te zorgen, dat
in de parochie al die instellingen tot stand
komen, welke de godsdienstige, zedelijke,
maatschappelijke, cultureele en lichamelijke
belangen der jeugd behartigen, en welke
haar in de tweede plaats moeten opvoeden
tot het katholieke gemeenschapsleven in
huisgezin en maatschappij. Bovendien be
hoort het tot taak van den Jeugdraad te
zorgen, dat al die instellingen in de pa
rochie harmonisch samen werken, want al
die instellingen hebben zich te beschouwen
als onderdeelen van het ééne, groote jeugd
werk. Door aldus het jeugdwerk parochieel
te maken, hebben Wij gemeend het jeugd
werk op de meest soliede basis te hebben
geplaatst. Alleen in sommige gevallen om
geheel bijzondere omstandigheden kan het
geoorloofd, en somtijds ook gewenscht zijn
om een interparochiale basis te nemen.
Als tweede leidende gedachte hebben Wij
opgesteld, dat alle uitingen van jeugdwerk
moeten steunen or> den godsdienst, dat de
"•odsdienstige vorming de basis moet zijn van
alles, wat er ten bate der jeugd ondernomen
wordt. Wij zijn er van overtuigd, Bem. Gel.,
dat Wij de juistheid dezer gedachte voor U
niet eens behoeven aan te toonen. Wij be
hoeven U slechts te herinneren aan de woor
den van het Boek der Wijsheid: „IJdel zijn
al de menschen, wïen de kennis van God ont
breekt"; aan de woorden van den Predi
ker: „vreest God en onderhoudt Zijne gebo
den, want dat is geheel de mensch",
m.a.w. alleen als de mensch zulks doet, is zijn
leven niet ijdel; en aan de vermaning van
S. Paulus tot de Ephesiërs, hoe de ouders
hun kinderen moeten opvoeden:„Voedt ze op
in de heilige wet en in de vreeze des Hee-
ren." Wij hebben daaruit de conclusie ge
trokken, dat in iedere parochie een godsdien
stige vereeniging de grondslag en het uit
gangspunt moet zijn van alle werken voor de
leerplichtvrije jeugd. Daarom hebben Wij
bepaald, dat in elke parochie moeten worden
opgericht twee Congregaties, een voor de leer
plichtvrije jongens en een voor de leerplicht
vrije meisjes. Elk dier beide Congregaties
moet weer gesplitst worden in twee afdeelin-
gen, één voor degenen, die den leeftijd van
17 jaar nog niet hebben bereikt, en één voor
hen, wier leeftijd daarboven ligt. Doch al staat
de godsdienstige vorming voorop, en al ligt
dus het zwaartepunt van het jeugdwerk in
de godsdienstige vereeniging, de verzorging
der jeugd is daardoor geenszins uitgeput.
Ook de maatschappelijke, cultureele en li
chamelijke ontwikkeling vraagt de volle aan
dacht En daarom moeten uit de leden der
Congregaties allerlei clubs en vereenigingen
worden gevormd, die deze ontwikkeling ten
doel hebben. Als leden daarvan kunnen dus
alleen worden opgenomen zij, die lid zijn van
de Congregatie.
De derde leidende gedachte voor het
jeugdwerk volgt als het ware vanzelf uit de
tweede. Wanneer het zwaartepunt van het
jeugdwerk meet gelegen zijn in de godsdien
stige vorming, dan is het aan geen twijfel
onderhevig, of het onderricht in de gods
dienstige waarheden moet de zeer bijzondere
aandacht hebben. Wij zijn diep overtuigd van
de droevige waarheid der woorden van den
grooten Paus Benedictus XIV, die in een
zijner werken schreef: „Wij aarzelen niet
als onze meening uit te spreken, dat een
groot deel van degenen, die hun eeuwige
bestemming niet bereiken, dit verschrikkelijk
ongeluk te danken hebben aan de onwetend
heid der geheimen van het geloof, welke
een -ieder noodzakelijk moet kennen en ge-
looven, die in den hemel wil komen."
En daarom, beminde geloovigen, hebben wij
in de Synode bepaald, dat voortaan aan
alle kinderen godsdienstonderwijs moet wor
den gegeven, totdat zij zeventien jaar zijn.
Wij zijn overtuigd, dat dit een maatregel is
van diep ingrijpenden aard. Maar gij zuït
het met Ons eens zijn, beminde geloovigen,
dat bij eindigen van den Catechismusleeftijd
de kennis van den godsdienst geenszins als
voltooid kan worden beschouwd. Immers, wat
weet de mensch op volwassen leeftijd nog
van de leervakken, die hem op de lagere
school onderwezen zijn, indien de kennis
daarvan niet door verdere studie in de ja
ren, de daarop volgen, werd ontwikkeld?
Zoo ook achten wij het ten zeerste ge
wenscht, dat de in den Catechismus opge
dane godsdienstkennis door verdere ontwik
keling verdiept wordt. Welnu, de eerste af-
deeling der Congregatie, die voor de leer
plichtvrije jeugd tot 17 jaar bestemd is, zal
juist voor dat onderwijs een geschikte ge
legenheid bieden. Daar is de priester in staat
om, niet aan de hand van den Catechismus
want die tijd is voorbij maar aan de
hand van de H. Schrift van het Oude en
Nieuwe Testament, van de geschiedenis der
Kerk, de levens der Heiligen en de Liturgie
een op het leven gerichte uiteenzetting en
verdediging van onze geloofswaarheden te
geven. Juist in die jaren waarin de harts
tochten beginnen te ontwaken, is de be
hoefte aan godsdienstonderricht veel grooter
dan bij het nog schoolgaand kind. Wij mev-
nen dus door dezen maatregel aan de rij
pende jeugd een weldaad te bewijzen van
onschatbare beteekenis voor geheel hun la
ter leven en voor hunne eeuwige zaligheid.
Wij putten die overtuiging uit de H.
Schrift, waarin op onafgebroken onderwijs
in de goddelijke waarheden met kracht
wordt aangedrongen. Toen Mozes het volk
der Joden had aangespoord om zelf Gods
geheimenissen goed te leeren kennen met
deze woorden: „Legt mijn woorden in Uwe
harten en in Uwe zielen en hangt ze ten
teeken aan Uwe handen en stelt ze tus-
sohen Uw oogen", liet hij er onmiddel
lijk de ernstige vermaning op volgen, dat
zij ze ook aan hunne kinderen moesten on
derwijzen niet éénmaal, doch bij voortdu
ring: „Leert Uwe kinderen deze mijne woor
den te overdenken, hetzij gij gezeten zijt in
Uw huis, hetzij gij wandelt op den weg,
hetzij gij u nederlegt om te rusten hetzij
gij opstaat". Deze woorden, bem. Gel., zijn
bedoeld voor alle tijden, want zij zijn het
woord van God zelf en zij gelden daarom
ook voor onze dagen. Zietdaar de reden van
Ons voorschrift, dat van nu af aan de jeugd
verplicht is tot zeventien jaar het onderwijs
in den godsdienst bij te wonen.
En nu komen wij U, katholieke vaders en
moeders in Ons Bisdom, met aandrang vra
gen, om Ons te helpen deze nieuwe maat
regelen in het waarachtig tijdelijk en eeu
wig belang der kinderen ten uitvoer te bren
gen door er voor te zorgen, dat zij allen, tot
welken stand In de maatschappij zij ook bc-
hooren, lid worden van de voor hen bestem
de Congregatie en dat zij het voortgezette
godsdienstonderwijs volgen. Wij kunnen den
Ouders, van welken stand zij ook zijn, niet
genoeg op het hart drukken, dat met het
oog op de moderne tijdsomstandigheden de
rorming der jeugd veel meer zorg vraagt
den weleer. En daarom richten Wij Ons
met onze vermaning niet alleen tot den
arbeidersstand, maar evenzeer tot den mid
denstand en tot den hoogeren stand.
Na de korte spanne tijds, die wij hier op
aarde leven, zal de Eeuwige Rechter aan U
en mij eenmaal vragen: „hoe wij bezorgd ge
weest zijn om een echt geloovig, godsdienstig
en deugdzaam geslacht van katholieken in
Nederland on te kweeken." Hoe vreeselijk zou
het zijn, Indien Hij dan tot U en mij het
zelfde verwijt zou moeten richten, dat de
profeet Osee eenmaal uitsprak tot het Jood-
sche volk: „Perditio tua, Israël," d.w. z. „„De
ondergang van Uw volk is aan U zelf te wij
ten, o Israël". Zorgen wij veeleer, dat wij
Hem dan kunnen antwoorden met dezelfde
worden, die de goddelijke Zaligmaker sprak
tot zijn Hemelschen Vader op den laatsten
avond van Zijn leven: „Ik heb niemand Ia-
ten verloren gaan van degenen, die Gij mij
gegeven hebt".
Wij beginnen weldra een tijd van boete en
versterving in de veertigdaagsche Vasten.
Beperken wij Ons niet, bem. gel., tot de ver
stervingen, die de kerkelijke wetten van ons
eischen, maar trachten wij door gebed en
vrijwillige versterving meer te doen dan strikt
noodig is. ook met dit doel, dat wij van God
de kracht mogen ontvangen om voor onze
kinderen in den rijpenden leeftijd alles te
doen, wat hen voor tijd en eeuwigheid kan
gelukkig maken.
En vereenigt Uw vasten met veelvuldig ge
bed. Bidt voor onzen H. Vader, Paus Pius XI,
voor H.M. de Koningin en de verdere leden
van het Koninklijk Huis. Maar bidt ook voor
de nooden van de rijpende jeugd, welke noo-
den in onze dagen veel grooter zijn dan in
den tijd, toen gij zelf jong waart, opdat Gods
onmisbare zegen over Uwe en mijne pogin
gen nederdale.
En zal dit Ons herderlijk schrijven op Zon
dag Quinquagesima in alle kerken van Ons
Bisdom en in alle kapellen, waarover een
Rector is aangesteld, op de gebruikelijke
wijze worden voorgelezen.
Gegeven te Haarlem, den 20sten Februari
1930.
t J. D. J. AENGENENT.
Bisschop van Haarlem.
On last van Z. D. Hoogwaardigheid:
J. M. v. d. TUIJN,
Secretaris
NAIROBI, 2 Maart. (Reuter) Officieel
wordt medegedeeld, dat de Prins van Wales
die op jacht is naar groot wild. hier is te
ruggekeerd lijdend aan een aanval van ma
laria. De koortsen hebben een normaal ver
loop en men verwacht dat de prins binnen
eenige dagen hersteld zal zijn.
De „jongere" Gerard Wijdeveld, die in
een door „De Gemeenschap" uitgegeven
vlugschrift een voor mgr. Nolens zeer be-
leedigend' „hekeldicht" schreef, blijkt
tot inkeer gekomen te zijn.
In enkele bladen liet hij n.l. de vol
gende verklaring opnemen:
„Ik betreur de publicatie van mijn gedicht
„De droom van Nolens" in het Februari
nummer van „De Gemeenschap". Voorzocver
men daarin beschuldigingen tegen den per
soon en het priesterschap van Mgr. Nolens
heeft kunnen lezen, herroep ik deze volko
men. Ik bied den aangevallene mijne ver
ontschuldigingen aan."
Wij willen aannemen, dat deze jon
gere uit ware overtuiging gevolg van
zelfinkeer tot deze publicatie is over
gegaan, en niet is teruggedeinsd voor
den storm van verontwaardiging, welken
zijn gedicht heeft doen opsteken.
De spreekwoordelijke „mantel der lief
de" moge nu de rest doen. Laten we er
verder over zwijgen.
Maar één ding hopen we: dat het ge
beurde voor méérdere .jongeren" een
aanleiding moge zijn om zichzelf te her
zien, om te komen tot meer bescheiden
heid, tot meer bezadigdheid.
Dan zal ook in dit geval weer uit het
kwade althans iets goeds geboren wor
den.
Zie nadere bijzonderheden pag. 1 tweede blad
Zaterdagavond heeft de politie gearres
teerd den arbeider J. Hoek te Ede, onder
verdenking de moordenaar te zijn in de
afschuwelijke misdaad bü Bennekom. Hij
werd ter confrontatie naar Bennekom ge
bracht en daar geconfronteerd met mej.
Boerwinkel, die den man pertinent als den
dader heeft herkend. Hoek ontkende.
Toen de auto met den verdachte voor het
huis van mej. Boerwinkel verscheen, verza
melden zich onmiddellijk honderden men
schen, die een zeer dreigende houding aan
namen tegen den verdachte. De politie had
moeite om de menschen op een afstand te
houden.
Het verleden van den vermoede-
lijken dader
Hoek is enkele jaren geleden wegens aan
randing veroordeeld. De kleeren zijn in be
slag genomen voor bloedonderzoek.
Verdachte is 3 Januari 1895 te Dwingeloo
geboren.
De inspecteur verzoekt allen, die op den
tijd der misdaad in de buurt van de spoor
baan EdeWolheze iets hebben opgemerkt,
dat van den man kan zijn, dit aan te geven.
Op straat zie ik nog steeds groepjes be
langstellenden, ondanks de koude.
Enkelen betreuren het, dat de geeselsctraf
is afgeschaft.
Begin Februari is gemeld dat er dezen
zomer vermoedelijk nachtvluchten zouden
worden ondernomen tusschen Amsterdam
en Stockholm.
Naar de „Telegraaf' thans verneemt is de
dienstregeling voor de i paetvluchten, die
tusschen 15 Mei en 19 Juli dagelijks, be
halve op Zondag, zullen worden uitgevoerd,
definitief vastgesteld. Met de postadmini
straties in de verschillende landen zijn de
nocdige besprekingen reeds gehouden,
waarbij veel steun in den vorm van toege
zegd postvervoer werd ondervonden. Behal
ve briefpost, zal ook pakketpost vervoerd
worden, doch geen groote kwanta bepaalde
artikelen, als bloemen b.v. De iuchtverbin-
dingen, die over Zweden, Nederland, Dene
marken, Duitschland, België. Engeland en
Frankrijk zullen plaats vinden, worden in
combinatie onderhouden door de K. L. M.
de A. B. A. (Aero-transport. Zweden), de
Deutsche Lufthansa en de Deensche Lucht
vaartmaatschappij, waarbij eenige nieuwe
Fokkertoestellen gebezigd zullen worden.
In verband met de electrificatie van den
spoorweg UitgeestBeverwijk—Velsen, zal
de draaibare spoorbrug over het toegangs
kanaal tot de Beverwijksche haven worden
vervangen door een vaste brug, zulks in
verband met het drukke spoorwegverkeer
in de toekomst.
In het betrokken raadsbesluit zijn enkele
principieele besluiten vastgelegd, omdat het
niet onmogelijk scheen, dat de door het Rijk
oorspronkelijk door Wijk aan Zee en Duin
ontworpen primaide weg ten slotte ouer de
te dempen Beverwijksche haven zou worden
geprojecteerd.
Gedeputeerde Staten hebben thans het
raadsbesluit betreffende de vervanging van
de draaibare spoorbrug door een vaste goed
gekeurd, echter met de restrictie, dat zij met
deze goedkeuring geen oordeel uitspreken
omtrent het tracé van den Rijksweg door
Beverwijk.
Gedeputeerden behouden zich alle be
voegdheid voor met betrekking tot de goed
keuring van het te gelegener tijd in te zen
den besluit omtrent het uitbreidingsplan.
't Is nu weer de tijd van pretjes,
't Is weer feest van CamavaL
Dus de menschen drinken, dansen
En doen uitgelaten mal.
Ieder mensch legt zich een rol op,
Die hij wel het liefste speelt.
En zoo krijg je van de wereld
Weer het dwaze spiegelbeeld.
't Zijn de diep verborgen wenschen,
Die zich uiten bij den mensch.
Het gebied der luchtkasteelen
Heeft tot heden nog geen grens.
Het bescheiden winkelmeisje
Wil ook eens prinsesje zijn
Haar patroon, steeds stug en waardig.
Is zoo'n avond Harlekijn!
De kantoorheer, die steeds uitkijkt
Naar het einde van de maand,
Doet nu als een ware Croesus,
Gooit met geld en is verwaand.
De pantoffelheld wil ook al
Laten zien wat hij zoo kan.
Een hij speelt thans, ja waarachtig,
Voor het eerstden huistyran!
Ja, men ziet de dwaaste dingen,
Want geen mensch kijkt nu nog nauw.
Betje, van de retirade,
Komt zelfs op als edelvrouw!
En een ieder die daar ronddanst,
Onbezorgd en onversaagd.
Is toch heimelijk verbonden
Aan het pakje, dat hij draagt.
'n Ander wil men graag misleiden
Op dit maskerade-feest.
Daarin slaagt men... maar men fopt ook
Toch zich zeiven ...nog het meest!
MARTIN BERDEN.
De Aalsmeersche bloemententoonstelling
mag zich in een enorme belangstelling ver
heugen. De Koningin heeft een gouden
medaille geschonken. Reeds meer dan 170
eereprijzen en medailles werden tot heden
toegezegd tot een bedrag van 4700. Zooals
gemeld is, heeft Prins Hendrik het bescherm
heerschap van de tentoonstelling aanvaard.
Het eere-voorzitterschap van het eere
comité is aanvaard door den minister van
staat, minister van binnenlandsche zaken,
door den commissaris der Koningin in de
provincie Nrd.-Holland, door de gezanten van
Zweden, Zwitserland, Oostenrijk, Spanje,
België, Denemarken, Duitschland, Hongarije
en Tsjechoslowakije.
In de jury zullen 19 nationaliteiten ver
tegenwoordigd zijn. De Koninklijke Lucht
vaart Maatschappij, welke met een eigen
stand uitkomt, zal rondvluchten organiseeren
boven Amsterdam en Aalsmeer.
Zondagmorgen omstreeks 9 uur had de
heer J. van der Kolk, te Krommenie woon
achtig, het ongeluk, bij het inrijden van een
Indian Motorrijwiel zoodanig tegen een huis
aan te botsen, dat hij met een gapende won
de aan het hoofd, bloedend uit neus en ooren
in zorgwekkenden toestand bij den heer
Haas aan de Noorder Hoofdstraat, waar het
ongeval plaats vond, werd binnengedragen.
De onmiddellijk ontboden geneesheer Dr.
Labberté achtte overbrenging naar het Zie
kenhuis nodozakelijk en geestelijke bijstand
werd ingeroepen.
Het slachtoffer, ongehuwd, oud 23 jaar,
baart de grootste zorg en was laat in den
namiddag nog buiten kennis.
Het schilderstukje van A. v. d. Venne, „De
dansende invaliden", ter waarde van onge
veer 1500, dat Zondag j.l. uit het Haagsche
Gemeente-Museum is gestolen, is door de
Belgische politie in beslag genomen bij een
kunsthandelaar te Antwerpen.
Door een heer was het daar omgeruild
voor eenige miniaturen. Het signalement, dat
genoemde schilderijhandelaar van zijn klant
kon geven, komt volkomen overeen met dat
van den persoon, die van de diefstallen in
Utrecht, Haarlem en Den Haag verdacht
wordt. Hij had ook nog bij zich het te Haar
lem gestolen schilderijtje van Dirk Hals „een
jongenskopje". De Belgische politie is er van
overtuigd, dat dit brutale heerschap de dader
is van de museumdiefstailen.
Terwijl Zaterdag berichten zijn ontvangen
volgens welke de toestand van de koningin
van Zweden onveranderd was, is de toestand
Zondag verergerd.
Naar de lijfarts van de koningin, mede
deelt, houden de hoestaanvallen aan en is
de ademhaling zeer bemoeilijkt.
36 Personen verdronken
Te Swiencinay, in het Wilna-gebied is,
naar de „Mantag" uit Warschauw bericht,
een gezelschap, bestaande uit 36 personen,
toen zü over een dichtgevroren meer liepen,
teneinde den weg te bekorten, door het ijs
gezakt, waarbij allen om het leven kwamèn.
Protestvergadering van expediteurs te
Haarlem in verband met de verhuizing der
Provinciale Griffie.
Groote belangstelling voor de Aalsmeer
sche bloemententoonstelling.
De vermoedelijke dader van den moord te
Bennekom gearresteerd. Hij is door mej.
Boerwinkel herkend, doch blijft hardnekkig
ontkennen.
Het in Den Haag gestolen schilderij is te
Antwerpen terug gevonden.
Van 15 Mei19 Juli zullen op het traject
RotterdamStockholm nachtvluchten ge
houden worden.
Corn. Dopper door H. M. de Koningin on
derscheiden.
In „Het Grondbezit" is het pachtvraag-
stuk besproken.
Bij een autobotsing te Rotterdam is een
persoon gedood en zijn er drie zwaar ge
wond.
In de vergadering van het Kon. Ned.
Landbouwcomité is gesproken over de culti
veering van den Wieringermeerpolder.
De onderhandelingen tusschen den Kon.
Hollandschen Lloyd en den Norddeutscben
Lloyd.
In het Wilnagebied zijn 36 personen door
het ijs gezakt en verdronken.
Het nieuwe Fransche kabinet.
De moeilijkheden in de Ned. RelsvereenJ-
ging. Een enquête-commissie ingesteld.
De godsdienstvervolging in Sovjet-Rusland
en de Engelsche regeering.
Volgens een mededeeling van GandhPs
voomaamsten medestaander, zal de veld
tocht voor ongehoorzaamheid der burgers
aan de wet over veertien dagen in Britsch-
Indië beginnen.
Bjj de begrafenis van den nationaal-socialis-
tischen student Wessel te Berlijn hebben
ernstige botsingen plaats gehad tusschen
nationaal-socialisten en communisten.
De kleine entente besloot zich afzijdig te
houden van de feesten te Boedapest, bij ge
legenheid van Horthy's jubilé.
Barometerstand 9 uur v.m.: 7.74 stilstand.
LICHT OP. De lantaarns moeten morgen
worden opgestoken om: 6.13.
Hoogste Barometerstand: 774 m.M. te
Breslau.
Laagste Barometerstand 730.2 m.M. te
Vardö
Verwachting: meest zwakke, zuid-ooste
lijke tot zuidelijken v ind, nevelig tot licht
of half bewolkt, droog weer, iets zachter.
In de vergadering van het bestuur van
het Nederlandsch Postmuseum werd de heer
P. W. Waller te Overveen tot voorzitter, en
de heer J. van Nifterik te Haarlem tot
secretaris gekozen.
Twee mannen gewond
Een open auto, waarin zaten vier var
kenshandelaren uit Laren (G.), reed van
Deventer over den Rijksweg naar Zutphen.
Bij de Koerhulsbeek schijnt de bestuurder
verblind te zijn door een autolicht van den
tegenovergestelden kant. Hij raakte den weg
bijster en stortte met rijn wagen in het
door de beek gevormd ravijn, circa zes meter
diep.
De menschen hebben langen tijd daar ge
legen voor zij werden opgemerkt. De be
stuurder was onder den wagen beklemd ge
raakt, doch werd door de passagiers met
het hoofd boven water gehouden. Ten slotte
zijn allen door te hulp gesnelden op den
wal gebracht. Het bleek, dat twee mannen
er zonder noemenswaardige verwondingen
waren afgekomen.
De bestuurder werd door de dokters met
kunstmatige ademhaling bijgebracht en
daarna naar het St. Josephgesticht te
Deventer vervoerd. Zijn toestand is redelijk.
Een van de anderen was zwaar aan het
gelaat verwond. De auto is totaal vernield.