50.- JOANNES D0MINI3US JOSEPH AENGENENT f 3000.- 1750.- f 250.- 1125.- 140.- T BISSCHOP VAN HAARLEM DE MOORD TE BENNEKOM MAANDAG 3 MAART 1930 IUSTITIA-ET door de genadeGods en de gunst van den Apo stolischen Stoel aan de Geestelijkheid en de Geloovigen van ons Bisdom ZALIGHEID IN DEN HEER De prins van Wales lijdende aan Malaria Een verdachte gearresteerd Nachtvluchten Rotterdam - Stockholm De Aalsmeersche bloemententoonstelling Ernstig Motorongeluk te Krommenie De gestolen schilderijen Door het ijs gezakt Voornaamste qXieuws Telegrafisch Weerbericht BUREAUXNASSAULAAN 48 DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN ADVERTENTIEN 35 ct. p. regel VIJFTIGSTE JAARGANG No. I74W AAHGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER ER TWINTIG UREN NA HET ONGCVAL Normaal verloop der ziekte HERROEPEN Van 15 Mei—19 Juli De vervanging van de draaibare spoorbrug te Beverwijk door een vaste Koninklijke belangstelling „De dansende Invaliden" in beslag genomen De toestand van de Koningin van Zweden verergerd J. J. WEBER ZOON Barometers Thermometers Groote Houtstraat 166 Haarlem Het Nederlandsche Postmuseum Auto in een ravijn gestort T Telefoon No. 13866 (drie lQnea) Postrekening No. S970. ABONNEMENTEN: voor Haarlem en Agentschappen: per week 25 et.» per kwartaal 3.25, per post, per kwartaal 3.58 bti vooruitbetaling. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN TIES. 1—4 regels 60 ct. p. plaatsing; elke regel meer 15 ct_ bij rooruitbet. Bij contract belangrijke korting. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN tusschen den tekst 60 ct. per regel. Alle abonné's oj» dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen Levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen bij een ongeval met doodelijken afloop bij verlies van een hand. een voet of een oog bii verlies van een duim of wijsvinger bij een breuk van been of arm bij verlies van *n anderen vinger Het is ruim zestig jaar geleden, dat de eenmalige Bisschoppen van Nederland zich *h een gezamenlijk schrijven richtten tot de Katholieken in ons vaderland met de vol gende ernstige vermaning: «Wy katholieken van Nederland gaan Weldra heen, om ons bij den Oppersten Hechter voor de eeuwigheid te verantwoor den. Die Rechter zal niet verzuimen ons te vragen, wie wij na ons achterlaten om het katholieke geioof in ons vaderland Waardig te vertegenwoordigen. Hij zal ons Wagen, wat er geworden is van de katho lieke jeugd en jongelingschap: hoe wij hebben getracht te verhinderen, dat zij in godsdienst en zeden van den ouden stam ontaardden; hoe wij bezorgd zijn geweest om een echt geloovig, godsdienstig, deugd zaam geslacht van katholieken in Neder land op te kweeken." Zoo schreven de Bisschoppen in het jaar 1868 met de bedoeling om de hun onder- hoorige katholieken aan te sporen hun kin deren te doen volgen katholiek onderwijs °P katholieke scholen. Thans leven wij meer dan een halve eeuw verder. En, het har: Wrvuld van innig dankbaarheid jegens God, hiogen wij juichen en jubelen, dat wij de Vruchten mogen aanschouwen van het zaad, dat zij hebben uitgestrooid. Hun woorden zijn geworden een machtige klaroenstoot, die onze vaderen heeft aangezet tot een heiligen strijd voor de belangen der ziel van het kind, een strijd die bekroond is met de gelijkstelling van ons katholieke onderwijs, zoodat de Wensch der toenmalige Bisschoppen volkomen Is In vervulling gegaan, en al onze kinderen 311 de gelegenheid zijn om katholiek onder- Wijs op de school te volgen. En toch, Beminde Geloovigen, aarzelen Wij met om dezelfde ernstige vermaning op dit °°genblik opnieuw te doen hooren en tot de °hze te maken. Wij achten Ons zelfs in ge- Weten verplicht er op te wijzen, dat die vermaning ook voor onzen tijd haar betee- Jtenis niet verloren heeft. Immers met de lagere school is de opvoeding van het kind Seenszins voltooid. De rijpende, d.w.z. de leerplichtvrije jeugd heeft minstens evenzeer behoefte aan vorming. En wanneer na de korte jaren, die wij hier op aarde leven, de Opperste Rechter U en mij ze' vragen, wat Wij gedaan hebben voor de jeugd, die door Hem aan onze zorgen was toevertrouwd, Jan Zal Hij niet tevreden zijn, ook al kunnen wij Hem antwoorden, dat wij katholieke scholen voor haar hebben gebouwd, maar dan zal Hij minstens evenzeer rekenschap eischen van de zorg, die wij aan de vorming der jeugd hebben besteed gedurende de jaren, die ko men na den schooltijd, de jaren, waarin de mensch meer zelfstandig begint te denken en Waarin de hartstochten krachtiger beginnen te spreken, de jaren, waarin de verleiding veel grooter wordt en waarin dus veel meer hog dan voor het schoolgaande kind aen groote waakzaamheid noodig is. Over de op voeding en de vorming der leerplichtvrije jeugd wenschen Wij U dit jaar in Ons Vas- tenmandement te onderhouden. Waarom Wij juist dit onderwerp gekozen hebben? Omdat naar Onze innige overtuiging dit vraagstuk een der belangrijkste is, waar voor Wij Ons in dezen tijd geplaatst zien, en wel om de buitengewoon groote gevaren, waaraan de jeugd in onze dagen, veel meer dan vroeger, is blootgesteld. Vanaf het oogen- blik, dat het Heilig Bisschopsambt op Onze schouderen werd gelegd, hebben Wij het dan Ook beschouwd als een Onzer voornaamste en allerheiligste plichten om juist aan dit vraagstuk Onze bijzondere aandacht te wij den en met alle zorg middelen te beramen om daaraan een passende oplossing te geven. En toen Wij dan ook in het afgeloopen jaar te zamen met meer dan honderd Priesters uit Ons Bisdom een Diocesane Synode mochten houden, heeft dat vraagstuk onze zeer bij zondere aandacht gehad. En thans, katholieke vaders en moeders, komen Wij met aandrang uwe onmisbare medewerking vragen om met Ons de door de Synode genomen besluiten ten uitvoer te brengen. De groote leidende gedachten, die Wij daar voor de opvoeding der rijpende jeugd heb ben vastgesteld, willen Wij in het kort voor u uiteenzetten met de dringende bede Ons Uwe medewerking te verleenen. In de Ency cliek, die Onze H. Vader Paus Pius XI nog zoo pas in de maand Januari heeft uitgevaar digd en die geheel en al aan de opvoeding der jeugd is gewijd, heeft Hij op magistrale wijze uiteengezet, hoe volgens Gods bestel de ouders verplicht zijn samen te werken met de Kerk in de opvoeding der jeugd. En wan neer Wij thans op het voetspoor van den H. Vader Uwe hulp komen vragen om Onze plannen voor de opvoeding der leerplichtvrije jeugd te helpen uitvoeren, dan zijn Wij, ken nende Uwe groote volgzaamheid aan het Ker- kelük Gezag, en wetende hoezeer gij voor het heil uwer kinderen bezorgd zijt, overtuigd dat gij metterdaad aan Onzen dringenden oproep zult willen gehoor geven. Welnu dan beminde geloovigen, wanneer Wij een goed inzicht hebben in hetgeen het jeugdwerk voor de leerplichtvrije jeugd be- teekent, dan zal het U niet verwonderen, dat Wij als allereerste leidende gedachte hebben opgesteld, dat het geheele jeugdwerk moet zijn parochieel, d.w.z. dat het moet uit gaan van en staan onder de leiding van den pastoor der parochie. Immers, wat is het jeugdwerk? Niet maar eenvoudig het enkele uren in de week bezig houden van onze jongens en meisjes, ten einde hen te be- schermen tegen godsdienstige en zedelijke of maatschappelijke gevaren. Zulks moge misschien bij enkelen de opvatting geweest zijn vijf en twintig jaar geleden, toen de be grippen omtrent dit gewichtige vraagstuk nog niet zoo rijp waren als thans. Neen, de be- teekenis van het jeugdwerk ligt veel hooger. Ieder stuk jeugdwerk hebben wij te kennen als een stuk opvoeding. En alle uitingen van jeugdwerk te zamen hebben dus ten doel de stelselmatige positieve opvoeding van de jeugd op godsdienstig, zedelijk, cultureel, maatschap pelijk en lichamelijk gebied, en beoogen dus het kind na het verlaten der lagere school te vormen tot een persoonlijkheid, die In staat zal zijn zijn aardsche en niet minder zijn eeuwig levensdoel te bereiken. Jeugdwerk is dus een stuk zielzorg in den vollen zin van het woord. En omdat de zielzorg is opgedragen aan den Pastoor der parochie, moet dus het jeugdwerk, wil het beantwoorden aan het ideaal, parochieel zijn en dus staan onder de leiding van den pas toor of van zijn gevolmachtigde. Omdat deze echter niet in staat is de geheele lei ding zelf uit te oefenen, hebben Wij in de Synode bepaald, dat hem in iedere parochie medehelpen moet en ter zijde staan, en dat de leeken daarbij een werkzaam aandeel zullen verkrijgen. In Iedere parochie moet namelijk worden opgericht een Parochieele Jeugdraad, waarvan de Pastoor of een door hem daartoe aangewezen priester rechtens voorzitter is, en waarvan de leden zijn: de bestuursleden van alle instellingen com missies, clubs en vereenigingen van en voor jeugdwerk en zielzorg, welke in de parochie bestaan, terwijl de pastoor bevoegd is nog andere personen tot leden te benoemen. Het is de taak van den Jeugdraad te zorgen, dat in de parochie al die instellingen tot stand komen, welke de godsdienstige, zedelijke, maatschappelijke, cultureele en lichamelijke belangen der jeugd behartigen, en welke haar in de tweede plaats moeten opvoeden tot het katholieke gemeenschapsleven in huisgezin en maatschappij. Bovendien be hoort het tot taak van den Jeugdraad te zorgen, dat al die instellingen in de pa rochie harmonisch samen werken, want al die instellingen hebben zich te beschouwen als onderdeelen van het ééne, groote jeugd werk. Door aldus het jeugdwerk parochieel te maken, hebben Wij gemeend het jeugd werk op de meest soliede basis te hebben geplaatst. Alleen in sommige gevallen om geheel bijzondere omstandigheden kan het geoorloofd, en somtijds ook gewenscht zijn om een interparochiale basis te nemen. Als tweede leidende gedachte hebben Wij opgesteld, dat alle uitingen van jeugdwerk moeten steunen or> den godsdienst, dat de "•odsdienstige vorming de basis moet zijn van alles, wat er ten bate der jeugd ondernomen wordt. Wij zijn er van overtuigd, Bem. Gel., dat Wij de juistheid dezer gedachte voor U niet eens behoeven aan te toonen. Wij be hoeven U slechts te herinneren aan de woor den van het Boek der Wijsheid: „IJdel zijn al de menschen, wïen de kennis van God ont breekt"; aan de woorden van den Predi ker: „vreest God en onderhoudt Zijne gebo den, want dat is geheel de mensch", m.a.w. alleen als de mensch zulks doet, is zijn leven niet ijdel; en aan de vermaning van S. Paulus tot de Ephesiërs, hoe de ouders hun kinderen moeten opvoeden:„Voedt ze op in de heilige wet en in de vreeze des Hee- ren." Wij hebben daaruit de conclusie ge trokken, dat in iedere parochie een godsdien stige vereeniging de grondslag en het uit gangspunt moet zijn van alle werken voor de leerplichtvrije jeugd. Daarom hebben Wij bepaald, dat in elke parochie moeten worden opgericht twee Congregaties, een voor de leer plichtvrije jongens en een voor de leerplicht vrije meisjes. Elk dier beide Congregaties moet weer gesplitst worden in twee afdeelin- gen, één voor degenen, die den leeftijd van 17 jaar nog niet hebben bereikt, en één voor hen, wier leeftijd daarboven ligt. Doch al staat de godsdienstige vorming voorop, en al ligt dus het zwaartepunt van het jeugdwerk in de godsdienstige vereeniging, de verzorging der jeugd is daardoor geenszins uitgeput. Ook de maatschappelijke, cultureele en li chamelijke ontwikkeling vraagt de volle aan dacht En daarom moeten uit de leden der Congregaties allerlei clubs en vereenigingen worden gevormd, die deze ontwikkeling ten doel hebben. Als leden daarvan kunnen dus alleen worden opgenomen zij, die lid zijn van de Congregatie. De derde leidende gedachte voor het jeugdwerk volgt als het ware vanzelf uit de tweede. Wanneer het zwaartepunt van het jeugdwerk meet gelegen zijn in de godsdien stige vorming, dan is het aan geen twijfel onderhevig, of het onderricht in de gods dienstige waarheden moet de zeer bijzondere aandacht hebben. Wij zijn diep overtuigd van de droevige waarheid der woorden van den grooten Paus Benedictus XIV, die in een zijner werken schreef: „Wij aarzelen niet als onze meening uit te spreken, dat een groot deel van degenen, die hun eeuwige bestemming niet bereiken, dit verschrikkelijk ongeluk te danken hebben aan de onwetend heid der geheimen van het geloof, welke een -ieder noodzakelijk moet kennen en ge- looven, die in den hemel wil komen." En daarom, beminde geloovigen, hebben wij in de Synode bepaald, dat voortaan aan alle kinderen godsdienstonderwijs moet wor den gegeven, totdat zij zeventien jaar zijn. Wij zijn overtuigd, dat dit een maatregel is van diep ingrijpenden aard. Maar gij zuït het met Ons eens zijn, beminde geloovigen, dat bij eindigen van den Catechismusleeftijd de kennis van den godsdienst geenszins als voltooid kan worden beschouwd. Immers, wat weet de mensch op volwassen leeftijd nog van de leervakken, die hem op de lagere school onderwezen zijn, indien de kennis daarvan niet door verdere studie in de ja ren, de daarop volgen, werd ontwikkeld? Zoo ook achten wij het ten zeerste ge wenscht, dat de in den Catechismus opge dane godsdienstkennis door verdere ontwik keling verdiept wordt. Welnu, de eerste af- deeling der Congregatie, die voor de leer plichtvrije jeugd tot 17 jaar bestemd is, zal juist voor dat onderwijs een geschikte ge legenheid bieden. Daar is de priester in staat om, niet aan de hand van den Catechismus want die tijd is voorbij maar aan de hand van de H. Schrift van het Oude en Nieuwe Testament, van de geschiedenis der Kerk, de levens der Heiligen en de Liturgie een op het leven gerichte uiteenzetting en verdediging van onze geloofswaarheden te geven. Juist in die jaren waarin de harts tochten beginnen te ontwaken, is de be hoefte aan godsdienstonderricht veel grooter dan bij het nog schoolgaand kind. Wij mev- nen dus door dezen maatregel aan de rij pende jeugd een weldaad te bewijzen van onschatbare beteekenis voor geheel hun la ter leven en voor hunne eeuwige zaligheid. Wij putten die overtuiging uit de H. Schrift, waarin op onafgebroken onderwijs in de goddelijke waarheden met kracht wordt aangedrongen. Toen Mozes het volk der Joden had aangespoord om zelf Gods geheimenissen goed te leeren kennen met deze woorden: „Legt mijn woorden in Uwe harten en in Uwe zielen en hangt ze ten teeken aan Uwe handen en stelt ze tus- sohen Uw oogen", liet hij er onmiddel lijk de ernstige vermaning op volgen, dat zij ze ook aan hunne kinderen moesten on derwijzen niet éénmaal, doch bij voortdu ring: „Leert Uwe kinderen deze mijne woor den te overdenken, hetzij gij gezeten zijt in Uw huis, hetzij gij wandelt op den weg, hetzij gij u nederlegt om te rusten hetzij gij opstaat". Deze woorden, bem. Gel., zijn bedoeld voor alle tijden, want zij zijn het woord van God zelf en zij gelden daarom ook voor onze dagen. Zietdaar de reden van Ons voorschrift, dat van nu af aan de jeugd verplicht is tot zeventien jaar het onderwijs in den godsdienst bij te wonen. En nu komen wij U, katholieke vaders en moeders in Ons Bisdom, met aandrang vra gen, om Ons te helpen deze nieuwe maat regelen in het waarachtig tijdelijk en eeu wig belang der kinderen ten uitvoer te bren gen door er voor te zorgen, dat zij allen, tot welken stand In de maatschappij zij ook bc- hooren, lid worden van de voor hen bestem de Congregatie en dat zij het voortgezette godsdienstonderwijs volgen. Wij kunnen den Ouders, van welken stand zij ook zijn, niet genoeg op het hart drukken, dat met het oog op de moderne tijdsomstandigheden de rorming der jeugd veel meer zorg vraagt den weleer. En daarom richten Wij Ons met onze vermaning niet alleen tot den arbeidersstand, maar evenzeer tot den mid denstand en tot den hoogeren stand. Na de korte spanne tijds, die wij hier op aarde leven, zal de Eeuwige Rechter aan U en mij eenmaal vragen: „hoe wij bezorgd ge weest zijn om een echt geloovig, godsdienstig en deugdzaam geslacht van katholieken in Nederland on te kweeken." Hoe vreeselijk zou het zijn, Indien Hij dan tot U en mij het zelfde verwijt zou moeten richten, dat de profeet Osee eenmaal uitsprak tot het Jood- sche volk: „Perditio tua, Israël," d.w. z. „„De ondergang van Uw volk is aan U zelf te wij ten, o Israël". Zorgen wij veeleer, dat wij Hem dan kunnen antwoorden met dezelfde worden, die de goddelijke Zaligmaker sprak tot zijn Hemelschen Vader op den laatsten avond van Zijn leven: „Ik heb niemand Ia- ten verloren gaan van degenen, die Gij mij gegeven hebt". Wij beginnen weldra een tijd van boete en versterving in de veertigdaagsche Vasten. Beperken wij Ons niet, bem. gel., tot de ver stervingen, die de kerkelijke wetten van ons eischen, maar trachten wij door gebed en vrijwillige versterving meer te doen dan strikt noodig is. ook met dit doel, dat wij van God de kracht mogen ontvangen om voor onze kinderen in den rijpenden leeftijd alles te doen, wat hen voor tijd en eeuwigheid kan gelukkig maken. En vereenigt Uw vasten met veelvuldig ge bed. Bidt voor onzen H. Vader, Paus Pius XI, voor H.M. de Koningin en de verdere leden van het Koninklijk Huis. Maar bidt ook voor de nooden van de rijpende jeugd, welke noo- den in onze dagen veel grooter zijn dan in den tijd, toen gij zelf jong waart, opdat Gods onmisbare zegen over Uwe en mijne pogin gen nederdale. En zal dit Ons herderlijk schrijven op Zon dag Quinquagesima in alle kerken van Ons Bisdom en in alle kapellen, waarover een Rector is aangesteld, op de gebruikelijke wijze worden voorgelezen. Gegeven te Haarlem, den 20sten Februari 1930. t J. D. J. AENGENENT. Bisschop van Haarlem. On last van Z. D. Hoogwaardigheid: J. M. v. d. TUIJN, Secretaris NAIROBI, 2 Maart. (Reuter) Officieel wordt medegedeeld, dat de Prins van Wales die op jacht is naar groot wild. hier is te ruggekeerd lijdend aan een aanval van ma laria. De koortsen hebben een normaal ver loop en men verwacht dat de prins binnen eenige dagen hersteld zal zijn. De „jongere" Gerard Wijdeveld, die in een door „De Gemeenschap" uitgegeven vlugschrift een voor mgr. Nolens zeer be- leedigend' „hekeldicht" schreef, blijkt tot inkeer gekomen te zijn. In enkele bladen liet hij n.l. de vol gende verklaring opnemen: „Ik betreur de publicatie van mijn gedicht „De droom van Nolens" in het Februari nummer van „De Gemeenschap". Voorzocver men daarin beschuldigingen tegen den per soon en het priesterschap van Mgr. Nolens heeft kunnen lezen, herroep ik deze volko men. Ik bied den aangevallene mijne ver ontschuldigingen aan." Wij willen aannemen, dat deze jon gere uit ware overtuiging gevolg van zelfinkeer tot deze publicatie is over gegaan, en niet is teruggedeinsd voor den storm van verontwaardiging, welken zijn gedicht heeft doen opsteken. De spreekwoordelijke „mantel der lief de" moge nu de rest doen. Laten we er verder over zwijgen. Maar één ding hopen we: dat het ge beurde voor méérdere .jongeren" een aanleiding moge zijn om zichzelf te her zien, om te komen tot meer bescheiden heid, tot meer bezadigdheid. Dan zal ook in dit geval weer uit het kwade althans iets goeds geboren wor den. Zie nadere bijzonderheden pag. 1 tweede blad Zaterdagavond heeft de politie gearres teerd den arbeider J. Hoek te Ede, onder verdenking de moordenaar te zijn in de afschuwelijke misdaad bü Bennekom. Hij werd ter confrontatie naar Bennekom ge bracht en daar geconfronteerd met mej. Boerwinkel, die den man pertinent als den dader heeft herkend. Hoek ontkende. Toen de auto met den verdachte voor het huis van mej. Boerwinkel verscheen, verza melden zich onmiddellijk honderden men schen, die een zeer dreigende houding aan namen tegen den verdachte. De politie had moeite om de menschen op een afstand te houden. Het verleden van den vermoede- lijken dader Hoek is enkele jaren geleden wegens aan randing veroordeeld. De kleeren zijn in be slag genomen voor bloedonderzoek. Verdachte is 3 Januari 1895 te Dwingeloo geboren. De inspecteur verzoekt allen, die op den tijd der misdaad in de buurt van de spoor baan EdeWolheze iets hebben opgemerkt, dat van den man kan zijn, dit aan te geven. Op straat zie ik nog steeds groepjes be langstellenden, ondanks de koude. Enkelen betreuren het, dat de geeselsctraf is afgeschaft. Begin Februari is gemeld dat er dezen zomer vermoedelijk nachtvluchten zouden worden ondernomen tusschen Amsterdam en Stockholm. Naar de „Telegraaf' thans verneemt is de dienstregeling voor de i paetvluchten, die tusschen 15 Mei en 19 Juli dagelijks, be halve op Zondag, zullen worden uitgevoerd, definitief vastgesteld. Met de postadmini straties in de verschillende landen zijn de nocdige besprekingen reeds gehouden, waarbij veel steun in den vorm van toege zegd postvervoer werd ondervonden. Behal ve briefpost, zal ook pakketpost vervoerd worden, doch geen groote kwanta bepaalde artikelen, als bloemen b.v. De iuchtverbin- dingen, die over Zweden, Nederland, Dene marken, Duitschland, België. Engeland en Frankrijk zullen plaats vinden, worden in combinatie onderhouden door de K. L. M. de A. B. A. (Aero-transport. Zweden), de Deutsche Lufthansa en de Deensche Lucht vaartmaatschappij, waarbij eenige nieuwe Fokkertoestellen gebezigd zullen worden. In verband met de electrificatie van den spoorweg UitgeestBeverwijk—Velsen, zal de draaibare spoorbrug over het toegangs kanaal tot de Beverwijksche haven worden vervangen door een vaste brug, zulks in verband met het drukke spoorwegverkeer in de toekomst. In het betrokken raadsbesluit zijn enkele principieele besluiten vastgelegd, omdat het niet onmogelijk scheen, dat de door het Rijk oorspronkelijk door Wijk aan Zee en Duin ontworpen primaide weg ten slotte ouer de te dempen Beverwijksche haven zou worden geprojecteerd. Gedeputeerde Staten hebben thans het raadsbesluit betreffende de vervanging van de draaibare spoorbrug door een vaste goed gekeurd, echter met de restrictie, dat zij met deze goedkeuring geen oordeel uitspreken omtrent het tracé van den Rijksweg door Beverwijk. Gedeputeerden behouden zich alle be voegdheid voor met betrekking tot de goed keuring van het te gelegener tijd in te zen den besluit omtrent het uitbreidingsplan. 't Is nu weer de tijd van pretjes, 't Is weer feest van CamavaL Dus de menschen drinken, dansen En doen uitgelaten mal. Ieder mensch legt zich een rol op, Die hij wel het liefste speelt. En zoo krijg je van de wereld Weer het dwaze spiegelbeeld. 't Zijn de diep verborgen wenschen, Die zich uiten bij den mensch. Het gebied der luchtkasteelen Heeft tot heden nog geen grens. Het bescheiden winkelmeisje Wil ook eens prinsesje zijn Haar patroon, steeds stug en waardig. Is zoo'n avond Harlekijn! De kantoorheer, die steeds uitkijkt Naar het einde van de maand, Doet nu als een ware Croesus, Gooit met geld en is verwaand. De pantoffelheld wil ook al Laten zien wat hij zoo kan. Een hij speelt thans, ja waarachtig, Voor het eerstden huistyran! Ja, men ziet de dwaaste dingen, Want geen mensch kijkt nu nog nauw. Betje, van de retirade, Komt zelfs op als edelvrouw! En een ieder die daar ronddanst, Onbezorgd en onversaagd. Is toch heimelijk verbonden Aan het pakje, dat hij draagt. 'n Ander wil men graag misleiden Op dit maskerade-feest. Daarin slaagt men... maar men fopt ook Toch zich zeiven ...nog het meest! MARTIN BERDEN. De Aalsmeersche bloemententoonstelling mag zich in een enorme belangstelling ver heugen. De Koningin heeft een gouden medaille geschonken. Reeds meer dan 170 eereprijzen en medailles werden tot heden toegezegd tot een bedrag van 4700. Zooals gemeld is, heeft Prins Hendrik het bescherm heerschap van de tentoonstelling aanvaard. Het eere-voorzitterschap van het eere comité is aanvaard door den minister van staat, minister van binnenlandsche zaken, door den commissaris der Koningin in de provincie Nrd.-Holland, door de gezanten van Zweden, Zwitserland, Oostenrijk, Spanje, België, Denemarken, Duitschland, Hongarije en Tsjechoslowakije. In de jury zullen 19 nationaliteiten ver tegenwoordigd zijn. De Koninklijke Lucht vaart Maatschappij, welke met een eigen stand uitkomt, zal rondvluchten organiseeren boven Amsterdam en Aalsmeer. Zondagmorgen omstreeks 9 uur had de heer J. van der Kolk, te Krommenie woon achtig, het ongeluk, bij het inrijden van een Indian Motorrijwiel zoodanig tegen een huis aan te botsen, dat hij met een gapende won de aan het hoofd, bloedend uit neus en ooren in zorgwekkenden toestand bij den heer Haas aan de Noorder Hoofdstraat, waar het ongeval plaats vond, werd binnengedragen. De onmiddellijk ontboden geneesheer Dr. Labberté achtte overbrenging naar het Zie kenhuis nodozakelijk en geestelijke bijstand werd ingeroepen. Het slachtoffer, ongehuwd, oud 23 jaar, baart de grootste zorg en was laat in den namiddag nog buiten kennis. Het schilderstukje van A. v. d. Venne, „De dansende invaliden", ter waarde van onge veer 1500, dat Zondag j.l. uit het Haagsche Gemeente-Museum is gestolen, is door de Belgische politie in beslag genomen bij een kunsthandelaar te Antwerpen. Door een heer was het daar omgeruild voor eenige miniaturen. Het signalement, dat genoemde schilderijhandelaar van zijn klant kon geven, komt volkomen overeen met dat van den persoon, die van de diefstallen in Utrecht, Haarlem en Den Haag verdacht wordt. Hij had ook nog bij zich het te Haar lem gestolen schilderijtje van Dirk Hals „een jongenskopje". De Belgische politie is er van overtuigd, dat dit brutale heerschap de dader is van de museumdiefstailen. Terwijl Zaterdag berichten zijn ontvangen volgens welke de toestand van de koningin van Zweden onveranderd was, is de toestand Zondag verergerd. Naar de lijfarts van de koningin, mede deelt, houden de hoestaanvallen aan en is de ademhaling zeer bemoeilijkt. 36 Personen verdronken Te Swiencinay, in het Wilna-gebied is, naar de „Mantag" uit Warschauw bericht, een gezelschap, bestaande uit 36 personen, toen zü over een dichtgevroren meer liepen, teneinde den weg te bekorten, door het ijs gezakt, waarbij allen om het leven kwamèn. Protestvergadering van expediteurs te Haarlem in verband met de verhuizing der Provinciale Griffie. Groote belangstelling voor de Aalsmeer sche bloemententoonstelling. De vermoedelijke dader van den moord te Bennekom gearresteerd. Hij is door mej. Boerwinkel herkend, doch blijft hardnekkig ontkennen. Het in Den Haag gestolen schilderij is te Antwerpen terug gevonden. Van 15 Mei19 Juli zullen op het traject RotterdamStockholm nachtvluchten ge houden worden. Corn. Dopper door H. M. de Koningin on derscheiden. In „Het Grondbezit" is het pachtvraag- stuk besproken. Bij een autobotsing te Rotterdam is een persoon gedood en zijn er drie zwaar ge wond. In de vergadering van het Kon. Ned. Landbouwcomité is gesproken over de culti veering van den Wieringermeerpolder. De onderhandelingen tusschen den Kon. Hollandschen Lloyd en den Norddeutscben Lloyd. In het Wilnagebied zijn 36 personen door het ijs gezakt en verdronken. Het nieuwe Fransche kabinet. De moeilijkheden in de Ned. RelsvereenJ- ging. Een enquête-commissie ingesteld. De godsdienstvervolging in Sovjet-Rusland en de Engelsche regeering. Volgens een mededeeling van GandhPs voomaamsten medestaander, zal de veld tocht voor ongehoorzaamheid der burgers aan de wet over veertien dagen in Britsch- Indië beginnen. Bjj de begrafenis van den nationaal-socialis- tischen student Wessel te Berlijn hebben ernstige botsingen plaats gehad tusschen nationaal-socialisten en communisten. De kleine entente besloot zich afzijdig te houden van de feesten te Boedapest, bij ge legenheid van Horthy's jubilé. Barometerstand 9 uur v.m.: 7.74 stilstand. LICHT OP. De lantaarns moeten morgen worden opgestoken om: 6.13. Hoogste Barometerstand: 774 m.M. te Breslau. Laagste Barometerstand 730.2 m.M. te Vardö Verwachting: meest zwakke, zuid-ooste lijke tot zuidelijken v ind, nevelig tot licht of half bewolkt, droog weer, iets zachter. In de vergadering van het bestuur van het Nederlandsch Postmuseum werd de heer P. W. Waller te Overveen tot voorzitter, en de heer J. van Nifterik te Haarlem tot secretaris gekozen. Twee mannen gewond Een open auto, waarin zaten vier var kenshandelaren uit Laren (G.), reed van Deventer over den Rijksweg naar Zutphen. Bij de Koerhulsbeek schijnt de bestuurder verblind te zijn door een autolicht van den tegenovergestelden kant. Hij raakte den weg bijster en stortte met rijn wagen in het door de beek gevormd ravijn, circa zes meter diep. De menschen hebben langen tijd daar ge legen voor zij werden opgemerkt. De be stuurder was onder den wagen beklemd ge raakt, doch werd door de passagiers met het hoofd boven water gehouden. Ten slotte zijn allen door te hulp gesnelden op den wal gebracht. Het bleek, dat twee mannen er zonder noemenswaardige verwondingen waren afgekomen. De bestuurder werd door de dokters met kunstmatige ademhaling bijgebracht en daarna naar het St. Josephgesticht te Deventer vervoerd. Zijn toestand is redelijk. Een van de anderen was zwaar aan het gelaat verwond. De auto is totaal vernield.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1930 | | pagina 1