VOOR DE HUISKA MER De Chocoladefabriek Van de Erven H. de Jong te Wormerveer, door brand verwoest w% Wasch Uw haar Tweede blad a 1 MAANDAG 10 MAART 1930 BLADZIJDE X Het heerlijke wijntje Verschillende paraden vernield - De schade bedraagt ongeveer 1 millioen gulden 18 brandspuiten in actie RADIO-NIEUWS Belangrijke besluiten worden genomen VRAGENBUS In den nacht van Zaterdag op Zondag eft te Wormerveer een geweldige fabrieks pand gewoed, die de bekende Cacao- en Chocoladefabriek van de Erven H. de Jong toa geheel heeft verwoest. Omstreeks half vijf werd de brand ont- t in de maalderij, waar de vlammen gre- 8 voedsel vond in de aanwezige grondstof- 6n- In minder dan geen tijd sloeg het vuur naar de belendende fabrieksgebouwen. e geheele fabriek, langs de Zaan gelegen, fras weldra een groote vuurzee. inmiddels gealarmeerde plaatselijke andweer was spoedig ter plaatse, doch bleek h'et bij machte te zijn het vuur te blusschen. Ciimiddellijk daarop werd de hulp der om- ogende gemeenten ingeroepen met het ge- v°'g, dat binnen korten tijd 18 brandspuiten "tet een veertigtal stralen groote watermas- 83,8 in het vuur wierpen. £>e volledige Wormerveersche brandweer, "^staande uit 5 motorspuiten en een stoom spuit, was gemobiliseerd. Voorts waren aan wezig Zaandam drie spuiten, waarvan eb drijvende. De overige spuiten kwamen uit former, Krommenie, Zaandijk en Koog aan e Zaan, terwijl mede de betrokken fabriek eb Westzanen's Koninklijke Fabrieken hun Spuiten in werking hadden gebracht. belaas viel aan behoud der fabriek niet te Janken, Met donderend geraas hoorde men W'kens gebouwen instorten en machines naar ^beden vallen, terwijl nu en dan explosies *erden waargenomen. Nadat de brand om vijf uur op zijn felst Was, begon het vuur tegen zes uur in hevig- 3eid af te nemen. Korten tijd daarna had ®en (je vlammenzee bedwongen. Urenlang J^gen echter nog groote rookkolommen om- 3°°g en werkten de brandweren nog met °Ue kracht. Op het terrein van den brand zagen wij ®*eds in de vroege ochtenduren dei burge meester van Wormerveer, den heer T. Cluy- ^baer, om het schouwspel van den brand in ogenschouw te nemen. Ook de directie van fabriek was aanwezig. Een groote menigte ™as op de been om het blusschingswerk gade slaan. öe geleden schade is buitengewoon hoog eb kan bijna op 1 millioen gulden worden *eschat. Alleen aan cacaoboter ging voor een ^drag van ruim 100.000 gulden verloren. Van de geheele fabriek, waartoe behoorde ^b vijftal kapitale gebouwen, waarvan som- Jb%e vier of vijf verdiepingen hoog, bleef biets anders over dan de machinekamer, de °bdantfabriek en de kistenfabriek, benevens ,eb paar kleine pakhuizen. Verzekering op Sbrspolis dekt de schade. De oorzaak van b brand is nog onbekend. °P de fabriek Waren ongeveer 160 perso- h werkzaam. Verschilteaide bijzonderheden. t>e brand werd om kwart voor vijf ontdekt ?°°r den opzichter Slot, die naast de fa briek woont. Er was Zaterdagavond tot half b in de fabriek gewerkt. Vannacht om 3 jbb1 was door den waker van Zeelt nog een bfle gedaan. Hij had teen niets bemerkt. De vonkenregen over de Zaan, die ter •"Jbatae zeer breed is, was zoo groot, dat een ^Senblik gevaar dreigde voor de oliefabriek Mol". De brandweer had daar reeds J*b slang uitgelegd om zoo noodig dadelijk te kunnen treden. De panden „De Zaanstroom", „Afrika", '■Zuid-Amerika" en „Noord-Amerika" zijn ge- j®6' uitgebrand. Het pand „West-Indië" kreeg ~°ven brand- en beneden waterschade. De branderij en het pand „Suriname", die ^hter bovengenoemde panden liggen, ble- behouden. In den loop van den morgen i bbd het pand „De Zaanstroom" omgetrok- ®b. Daarvoor werd een staaldraad over den van het uitgebrande huis gebracht en ab der. anderen kant vastgemaakt aan de ^tboiaboot „Meppel I". Deze trok toen aan b met donderend geweld kwam de voorge vel kei van dit oudste deel van de fabriek naar 'beden. De weg, het z.g. Noordeinde, waaraan de -"beksgebouwen staan, is de hoofdweg van bandam naar Alkmaar. Het verkeer was ^beel gestremd. Het doorgaand verkeer over Krommenie geleid. De bewoners jb Wormerveer zelf werden zoo noodig met over de Zaan gebracht. -Dm io uur rukten de verschillende brand- ®ren van (je omliggende gemeenten in en alleen de brandweer van Wormerveer ^bter voor de nablusschlng. Ook de nachtwaker ontdekt den brand. Over de ontdekking en het verloop van eb brand meldt de „Crt." nog: De nachtwaker A. van Zeelt was om kwart voor drie een ronde door de fabriek begon nen, en bevond zich omstreeks kwart voor vijf in den uitersten linkervleugel van het ge bouwen-complex, toen hij in de z.g. „poe- der-afdeeling", waar de cacao tot poeder wordt gemalen, een hevigen vuurgloed be merkte. Hoe deze vuurgloed zoo fel kon zijn, zonder dat te voren iets bespeurd was, is een vraag, waarop niemand met zekerheid ant woord kon geven. De waker heeft behoorlijk zijn ronde volbracht, want de actieve politie van Wormerveer heeft tijdens den brand nog gauw de gelegenheid gevonden de z.g. „prik klokken", te controleeren, waaruit blijkt hie laat ën op welke wijze de ronde wordt ge daan. De tijdstippen op de klokken aange geven, stemden met de verklaringen van Van Zeelt overeen. Op hetzelfde oogenblik, dat hij den brand constateerde, werd de fabriekschef, wiens woning naast de poederafdeeling gelegen is, door geknap en geknetter gewekt. Terstond werd de brandweer van Wormerveer gewaar schuwd en degeen, die de melding ontving, bracht de wekkerinstallatie, waarmede de vrijwilligers thuis het alarm krijgen, in be weging. Wormerveer heeft uitgebreid en uit stekend metormaterieel, en onder bevel van den commandant P. Klinkenberg, waren al spoedig twee auto-motorspuiten op weg. De manschappen van deze wagens verklaarden ons later, dat bij het voorbijrijden vier pan den aan de straatzijde reeds hadden vlam gevat. Achter verschillende vensters was een vuurgloed te bespeuren, terwijl uit andere ramen een dichte rook opsteeg. Toen de eerste slangen werden uitgelegd, sloegen de vlammen reeds .zóó fel naar bui ten, dat het bezwaarlijk was op de breede kade aan de Zaan te passeeren. Het mate rieel bleef dan ook op een honderd meter afstand van de gebouwen, wier lot bezegeld was. V«f panden in lichte laaie. De bewuste panden, vijf in getal, nemen het groote gedeelte van het fabrieksfront aan de kadezijde in beslag. Zij demonstree- ren de ontwikkeling van het bedrijf van de Erve De Jong, en vormen een massief stee- nen bouwwerk, aan welks uiteinden kleinere pakhuizen en woningen van fabrieksperso- neel zijn aangebouwd. De brand werd sntdekt in het pand „De Zaanstroom," de eerste eigenlijke fabriek, die gebouwd is in 1884. De constructie van dat pand is dan ook degelijk ouderwetsch: dikke gemetselde muren met ankers, zware balken en een spits toeloopende voorgevel, waarop een groote windwijzer is aangebracht. In dit gebouw, dat op zichzelf reeds een behoorlijke fabriek is, was, zooals gezegd, de poedermaal derij gevestigd. Daar bevonden zich dan ook de zware maalmachiries, gevaarten van hon derden kilo's. Een smal gangetje scheidt de „Zaanstroom" van het fabrieksgebouw „Afrika," dat blijkens een gevelsteen in 1893 werd gebouwd. Ook aan de buitenzijde is te zien, dat dit perceel van lateren datum is dan zijn lirikerbuurman. Het derde en vierde, „Zuid-Amerika" en „Noord-Amerika," zijn van 1901 en het recht- sche, „West-Indië," van 1921. Achter dit gebouwencomplex loopt een breede sloot en daarover geven luchtbruggen toegang tot de achtergelegen cacaobranderij, het pand „Suriname" en de hagelslag-afdee- ling. Daaromheen zijn weer andere vrijstaan de gebouwen gegroepeerd met de gebruikelijke emplacementen en gangen, met loodsen en afdaken. Het duurde niet zoo heel lang, of het vuur barstte letterlijk uit de panden „Zaanstroom" „Afrika," „Zuid-Amerika" en „Noord-Ameri ka," terwijl groot gevaar bestond voor „West- Indië," dat de volle laag kreeg van den gloed en de vonken. De wind woei n.I. precies uit de richting van den vleugel, waar de brand zijn oorsprong had gevonden. Het sombere vermoeden werd spoedig bewaarheid, want terwijl nog steeds van alle kanten brand weervoertuigen en vaartuigen aansnelden, schaarde ook „West-Indië" zich in het gelid van zijn ten doode gedoemde makkers. De Zaansche brandweer in actie De omvang van den brand ging verre bo zen de prestatie, welke het Wormerveersche sorps daar tegenover kon stellen. Alles wat deze dappere brandweer bezat, werd gere tireerd. Dat waren drie bespannen motor spuiten, twee automotorspuiten en een stoom spuit, die alleen voor den dag komt, wanneer er bepaaldelijk onheil dreigt. Het is om zoo te zeggen de landstorm va» de Wormerveer sche brandweer, die het laatst wordt opge roepen. Doch deze sterkte was, zooals wij hierboven reeds opmerkten, lang niet vol doende voor dezen geweldigen brand. In al lerijl werd aan de omliggende Zaansche ge meente hulp gevraagd en volgens de reëele en solide afspraak liet de assistentie niet lang op zich wachten. Het materieel dat hier in dezen mistigen kouden Maartnacht in ,ntri-ieur van de Chocoladefabrieken van de Erven de Jong te Wormerveer na den brand. De groote brand te Wormerveer. Een kijkje op het gebouwen-complex. Wormerveer in stelling werd gebracht, be- teekent voor de Zaanstreek een record. Krom menie assisteerde met twee motorspuiten, de vrijwillige brandweer van Zaandam even- sens met twee, de gemeentelijke brandweer van die plaats met één rijdende en een drij vende motorspuit, Zaandijk ook met één rij dende en een drijvende, Wormer met één en Koog aan de Zaan eveneens met één motor spuit. Verder was ook de-fabrieksmotorspuit van de Erve de Jong uit haar aangrenzende tent gelokt, zoodat in totaal door zeventien pom pen werd water gegeven. Het aantal stralen op deze machines bedroeg veertig, zonder senige bescheiden straaltjes van de waterlei ding mede te rekenen, die schuil gingen on der de andere dikkere slangen en welke kron kelig als palingen de straat bedekten. Hoe het vuur woedds Tegen zes uur, toen op het zien van een rosse streep aan de Oosterkim de duisternis vlood, had het vuur zijn grootste felheid be reikt. De vijf panden waren een krater ge lijk. Uit bijna alle vensters spoot als 't ware het vuur naar buiten. Loeiend en fluitend, rommelend en kreunend woedde het binnen de zware steenen muren. Het zette de ijzeren tralies en de machines in witten gloed en een machtige vonkenregen dreef, gedragen door den vrij krachtigen wind, het daglicht tegemoet. Tot ver over het breede water trokken de legioenen draaiende en wentelen ten formatie. de stukjes vuur op, in dichte aaneengeslo- de smeuling van dit soort restanten is niet een kwestie van één dag. Het publiek, dat in de nachtelijke uren rus tig op één oor lag, was niet sterk vertegen woordigd, en toen wij om half elf het terrein verlieten, was het nog maar matigjes met de belangstelling gesteld. De Wormerveersche politie, die, evenals bij vorige branden, de aandacht op zich vestigde door haar prettig en rustig optreden, had onder leiding van burgemeester Cluysenaer, commissaris v. d. Hoeven en inspecteur De Groot den geheelen weg moeten afzetten. Hierdoor was het verkeer in de richting van Alkmaar en terug totaal gestremd. Zij had echter de attentie, ten bate va» de voetgan gers motorbooten te requireeren, waardoor het publiek te water zijn tocht kon voort zetten. Voorgevel omgehaald Tegen half tien werd de kolossale voorgevel van het pand „De Zaanstroom" omgehaald Eenige onverschrokken vrijwilligers klommen op den wrakken muur en bevestigden een tui van staaldraad aan den top. Het andere einde werd aan de 150 ton groote stoomboot „Mep pel I" gebonden en deze stoomde de Zaan op. De kabel hield het en met een enormen dreun kwam driekwart van den zwaren hoo- gen muur op straat. De bodem golfde tot tientallen meters in den omtrek en een wolk van kalk dwarrelde op. De grond scheurde op verschillende plaatsen en een breede voeg, die tijdens den brand in den wallekant was ontstaan en waardoor een motorspuit scheef zakte, werd bedenkelijk groot. De panden „Zaanstroom", „Afrika", Zuid- Een kijkje op de ruïne van de Chocoladefabrieken te Wormerveer. Zij trachtten een prooi te vinden in de aan de overzijde gelegen oliefabriek „De Mol", doch hier was het personeel rap in de weer om den aanval af te slaan. Het had verder echter nitet veel gescheeld of de pak kistenmakerij van de Erve de Jong, die on der d.en wind lag, was mede in vlammen opgegaan. Zij begon van boven reeds te branden, doch met emmers water werd het gevaar gekeerd Een exploisie werd vernomen: het gevolg was, dat stukken van de daken volledig wer den weggerukt en dat nu een gedeelte van het complex gelegenheid kreeg schoon uit te branden. Het vuur vrat als een gulzig alles verslindend monster 70 ton cacaoboter en honderden tonnen poederchocolade, reepen, letters, boonen, emballage en wat dies meer zij, weg. Reusachtige vlammen veroorzaakt door de plantaardige stoffen sloegen omhoog en vernielden de zolderingen.. Herhaaldelijk klonk het geluid als van een ratelenden don derslag, gevolgd door een rechtstandig om hoog schietende vonkenzuil. Dat was telkens, wanneer een vloerenconstructie zich begaf en de machines omlaag stortten. Zoo verdwenen successievelijk alle drie vloeren uit het gebouw „Zaanstroom": slechts een paar zware balken vormden nog een verbinding tusschen de muren. Wat daar beneden lag» vertegenwoordigde eens een kapitaal van vele tienduizenden guldens. De kolossale molens lagen als machtelooze reu zen over elkaar en tegen elkander aan, rood gloeiend en omgeven door een dichten rook, die kennelijk de geuren van vet en cacao verspreidde en die tot vele kilometers ver in den omtrek werd waargenomen. Een uur achtereen hield de donder van het vallende puin aan: vloer na vloer bezweek en de rook golfde in onstuimige wolken over dit hopeloos verwoeste fabriekscomplex. Nu en dan werd de hooge schoorsteen van het achtergebouw zichtbaar, doch een volgend oogenblik was hij weer aan het oog onttrok ken. Stukken steen begonnen uit de muren te vaflen, die, murw geworden door den bla kerenden gloed, geen weerstand meer kon den bieden aan de kracht der waterstralen, welke onmeedoogenloos op deze ruïne ge richt bleven. De geweldige watermassa's, waarvan een belangrijk deel geconcentreerd was op het onder den wind liggende pand „Wesü Indië", kregen in dezen rechteruit- hoekvan het complex langzaam maar zeker vat op- het vuur: er was een spannend mo ment, waarop beide partijen volkomen tegen elkaar opwogen. Doch langzaam maar zeker avanceerde de brandweer: telkens een stapje en telkens een meter „loos" in de slangen, zooals de Amsterdamsche beroepsbrand weer dat noemt en zoo kregen wij, anderhalf a twee uur na het uitbreken de retraite van den rooden vijand te aanschouwen. Naarmate de uren vorderden, verminderde de hevigheid van den slag' en ontaardde de kamp ongemerkt in een plaatselijke scher mutseling. De cacaoboter, de boonen en de chocolade waren namelijk schoon opgebrand en zoo ontruimde de roode vijand ten slotte het gevechtsterrein. Dat wilde natuurlijk niet beteekenen, dat de brand gebluscht was, want Amerika en Noord-Amerika zijn totaal uit gebrand; van „West-Indië alleen de boven verdiepingen. In de laatste vier panden was de z.g. „zoete afdeeling", d.w.z. de chocolade werkplaatsen, gevestigd. De achtergelegen branderij heeft eenige brandschade, evenals de pakkistenmakerij. De hitte is enorm ge weest; op verschillende punten zijn de ijzeren balken zóó uitgezet, dat zij het metselwerk van de muren binnenwaarts hebben wegge drukt. Dezer dagen heeft er een groote protest vergadering plaats gehad van de vakveree- niging der Noten in Omroepdienst, waarop verschillende klachten der hooge en lage no ten zjjn behandeld. Ook de pers was tot de ze vergadering uitgenoodigd. Toen wij de vergaderzaal binnenkwamen, kwam er oogenblikkelijk een „C" op ons toe, die ons met welluidende doch eentonige stem welkom heette en ons een stoel aan bood. De noten zelf hadden plaats genomen op balken, waarvan een groot aantal voor de leden van de vereeniging waren gereed gezet. Sommige noten hadden midden op de balken plaats genomen, andere hadden een of meer strepen er boven of er onder ge plaatst en waren daarop gaan zitten. Ook zag men verschillende noten, welke een spe- cialen sleutel hadden meegenomen en voor aan den balk geplaatst, daar zij anders niet in de goede stemming konden komen. Vooral de stemming van hen, die ver boven of on der de balken zaten was zeer mineur. Zelfs een aantal twee-en-dertigste noten, die waarschijnlijk uit, het scherzo van een sym- phonie hadden verlof gekregen, waren verre 'van vivace. Zij gingen klaarblijkelijk onder ernstige zorgen gebukt. Men begon, zooals dat gebruikelijk is, een half uur na den vastgestelden tijd. De Voorzitter, de heer Middena, was een Ivan de weinig aanwezige blanke noten; bo vendien droeg hij geen staart. Hij was be kroond met een fermate, hetgeen ons deed veronderstellen, dat hij thuis hoorde in het Islotaccoord van een ouverture. Dit vermoeden werd nog sterker, toen wij bemerkten, dat er onder den balk, waarop hij had plaats ge nomen een forteteeken was geplaatst. De vergadering werd geopend met het zin gen van het vereenigingslied, waarna de voorzitter het woord nam „Wij zijn hier gekomen", sprak hij „om enkele klachten te bespreken, welke den laatsten tijd bij het bestuur zijn binnenge komen. Deze klachten zijn uitsluitend af komstig van onze hoog- en laaggeplaatste partijgenooten. De middenstand de men- schen spreken over het „middenregister" schijnt weinig klachten te hebben. Persoon lijk wil ik weinig over de kwestie zeggen, doch ik zal hier liever het woord geven aan den heer Hoogbes, die uit eigen ervaring kan spreken en een uiteenzetting van de grieven der hooge en lage noten zal geven. Het woord is aan onzen geachten kameraad Hoogbes." Een kort applaus volgde op de woorden van den voorzitter, waarna de heer Hoogbes het spreekgebalkte besteeg. „Mijne Heeren", sprak hij fortissimo: „Het is con amore, dat ik gehoor geef aan het verzoek van het bestuur, om een en ander te zeggen over het urgente vraagstuk, ter be spreking waarvan wij hier bijeengekomen zijn. Zooals U allen weet wordt er gedurende de laatste tien jaren animato gebruik ge maakt van de capaciteiten van onze leden bij den radio-omroep; wij stellen dit allen zeer op prijs, want wij weten, dat hierdoor veel vreugde en geluk wordt gebracht. Wij herinneren ons allen nog duidelijk den tijd,- dat men met zeer primitieve zenders en ont vangers de eerste pogingen deed muziek en het gesproken woord door middel van de ra dio door te geven. Hoewel in dien tijd onze prestaties dikwijls zeer verminkt werden, hebben wij daar toch zelden over geklaagd, daar wij allen begrepen, dat een nieuw com municatiemiddel niet oogenblikkelijk vol maakt kan zijn. Thans is dit echter wel het geval. Het is ons dikwijls een groote vreugde te bemerken, hoe wij door middel van de aethergolven over heel de wereld worden rondgedragen en tenslotte brillantissimo uit den luidspreker van een radio-luisteraar klinken. Doch helaas zijn er ook nog men- schen, die een radio-ontvangtoestel bezitten, dat een dergelijke volmaakte weergave niet mogelijk maakt. Vooral onze vrienden, de hooge en lage noten, worden hiervan dik wijls de dupe. Zeer dikwijls moet de schuld van deze verminking worden toegeschreven aan de slechte 1. f.-transformatoren, welke in sommige toestellen gebruikt worden. Het is mij reeds verscheidene malen overkomen, dat ik in de primaire wikkeling van een slechten transformator ben terecht gekomen en slechts ternauwernood aan den verstik kingsdood ben ontsnapt. Ik herinner me ech ter ook zeer vele gelegenheden, dat ik een Philips transformator ben binnengekomen en deze volkomen verkwikt en versterkt heb verlaten om mij vervolgens naar de eindlamp te begeven. Wanneer wij weten, dat er der gelijke uitstekende transformatoren bestaan, is het dan niet diep bedroevend, wanneer wij hooren, van kameraden die in de lente van hun leven in een slechten transformator zijn gestorven, daar zij de gevaren van het notenleven niet voldoende kenden. (Crescen- deerend gefluit en geroep: Schande!). Mijne heeren, er moet hier iets gebeuren 1 Wij kunnen het niet langer aanzien, dat on ze leuze „C'est le ton qui fait la musique" welke door onze voorvaderen steeds rein be waard is, thans door een stuk of wat slech te transformatoren door het slijk wordt ge haald. Men zou met ons gaan spotten, indien wij geen maatregelen namen tegen deze schandelijke aanvallen op onzen Bond! Heeft U gehoord, dat op de laatste verga dering van de partij van de afgescheiden transformatoren, die uitsluitend bestaat uit apparaten, die uit den bond van bonafide transformatoren zijn weggejaagd, gesproken is over een nieuw spreekwoord: „Ce sont les 1 eens met Purolzeep. U zult dan zien hoe mooi, zacht en roosvrij UW haar wordt. Purolieep IS evenals Purol. verkrijgbaar bij Apotb. en Drogisten transformateurs qui font la musique?" In derdaad die slechte transformatoren leveren een zeer nieuw en afwijkend soort muziek, maar vraag maar niet naar de kwaliteit! D# eenige methode, geachte heeren. om aan de zen droevigen toestand een einde te maken, is, dat wij alle slechte transformatoren offi cieel boycotten!" (Stormachtig applaus, alle leden verheffen hun stern tot een machtig accoord). Het kostte den voorzitter heel wat moeite het enthousiaste publiek weer volkomen rus tig te krijgen. Nadat hij enkele forto-teeken» onder zijn balk had laten plaatsen, slaag de hij hierin echter. „Geachte aanwezigen", sprak hij vervol gens: „De heer Hoogbes heeft in zijn rede voering duidelijk de grieven der hooge en lage noten uiteengezet. Ik geloof, dat w® het allen eens zijn, dat er inderdaad maat regelen tegen deze wantoestanden moeten worden gendknen en daarom zou ik u willen voorstellen de volgende motie aan te nemen; „De Bond van Noten in Omroepdienst, vergaderd in haar vereenigingslokaal te Ra dioburg, op den 5den Maart 1930; gehoord hebbende van de mishandelingen, waaraan sommige onzer partijgenooten door het gebruik van slechte transformatoren worden blootgesteld; geeft te kennen: 1. dat het den leden van den Bond in de toekomst verboden zal zijn, indien er eenige kans op gevaar bestaat, een slechten transformator te betreden; 2. dat noten van het middenregister bij slechte transformatoren wel hun werk zullen verrichten, doch hierbij lijdelijk verzet zullen plegen, waardoor de radio- muziek volkomen vervormd zal worden en de bezitters van de ontvangtoestel len zullen overgaan tot het aanschaf fen van goede transformatoren; 3. dat de leden van den Bond voortaan, zoo mogelijk met nog meer toewijding dan voorheen, een volkomen natuurge trouwe weergave zullen mogelijk maken, wanneer er in een toestel goede trans formatoren worden gebruikt; 4. dat al deze maatregelen niet uitsluitend in het belang van de leden van den Bond, doch bovenal in dat van onze ge waardeerde vrienden de radio-luisteraar® zijn; 5. en gaat over tot de orde van den dag." Vr.: Hoe kan ik glaspapier van de ruiten verwijderen? Antw.: Met loog of spiritus. Vr.: Hoe kan ik vliegenvuil uit een zfjdea lampekap verwijderen? Antw.: Met waterstof peroxyde van 3 pet. en nawrijven met spiritus dilutus. Vraag uw drogist. U moet natuurlijk voorzichtig wrij ven omdat u anders uw spullen beschadigt. Vr.: Mijn druivenwingerd heeft de laatste twee jaar een gebrek, en wel dit, dat de bladeren, die bij het uitkomen nog geheel frisch zien, na verloop van korten tijd een witte, kalkachtige kleur krijgen. Het lijkt net of er kalk overheen gewaaid is en ze ver schrompelen daarna geheel. Kunt u mij een middel aan de hand doen. om dit te ver helpen? Antw.: Uw druivenwingerd heeft last van z.g.n. „wit" of meeldauw. Wordt ze wel degelijk gesnoeid? of laat u maar groeien? Dit laatste werkt ziekte zeker in de hand. Bij behoorlijk onderhoud en door direct na 't ontluiken de bladeren elke 14 dagen te bestuiven met bloem van zwavel zal zeker veel tegengegaan worden. Dit moet geschieden als de bladeren volko men droog zijn. dus in den namiddag of avond en geen regen is te verwachten. In den winter bespuiting met een 2% vruchtboom- carbolineum kan veel goed doen. Wintersnoei en geregelde zomersnoei mogen echter niet vergeten worden. Vraag: Hoe is het adres van den hoofd ingenieur van de Hollandsche Spoorwegmij? Antw.: Welken hoofd-ingenieur bedoelt u? Er zijn er zeer veel. Een boer uit de Jura, die een H. Mis wilde laten lezen voor de zielerust zijns Vaders, was hiervoor naar den pastoor van het dorp gekomen. Na een kort debat, werd de prijs bepaald op tien francs en de bergbewoner deponeerde zijn geld op den schoorsteen. Hij maakte reeds aanstalten om heen te gaan, toen de priester, verheugd weer eens één van zijn parochianen bij zich te zien, die niet al te trouw de diensten bijwoonde, van deze gelegenheid wilde profiteeren om zijn verdwaald schaap te redden en hem nog even terughield. „Zet ie nog een oogenblik neer, Jean- Pierre." sprak hij hem toe, „we zullen te zamen eens klinken we zien elkaar niet al te vaak." Jeannette," riep hij de oude dienstmaagd toe: „Breng ons eens een fijne flesch vagevuur- wijn." „Vagevuurwijn vroeg de boer verrast „Ja, Jean Pierre, vagevuurwijn en ge zult er tevreden over zijn." Na den eersten slok riep de man, die een kenner was, uit, terwijl hij de lippen met den rug van zijn groote behaarde hand afveegde „Overheerlijk, mijnheer pastoor, die vage vuurwijn". Hij was zoo fijn, dat ze reeds dadelijk na de eerste flesch een tweede wilden openmaken. Terwijl de pastoor hier een begin mede wilde gaan maken, begon onze boer, die een oogenblik had zitten na denken, den ouden priester te ondervragen „Mijnheer pastoor U heeft mijn armen vader goed gekend, nietwaar Hij was met veel christelijker dan ik hij ging nooit naar de kerk, hij vloekte als een ketter en men kon hem heel vaak in de herberg tegenover de kerk vinden. Zou U denken, mijnheer pastoor, dat het de moeite zou loonen, voor hem een mis te laten lezen Wanneer hij in de hel is, is het verloren geld." „Hoe kom ie daarbij, Jean Pierre! Jouw vader in de helHij was wel niet vroom, dat is waar, maar hij was toch een braaf mensch, Zoo eerlijk als goud, die geen vlieg ooit kwaad zou hebben gedaan en die niemand ooit benadeeld heeft. Wanneer hij wat trouwer naar de kerk was gegaan en zijn gods dienstige plichten even zoo goed had ver vuld als zijn andere, dan was hij ongetwijfeld in het paradijs gekomen, maar door zijn on godsdienstigheid, moet hij zijn tijd in het vagevuur uitdienen, en als jij nu een goed zoon bent, moer je niet kijken op enkele francs, waarmede je hem helpen kunt er zoo spoedig mogelijk uit te komen. En wat nu iezelf betreft, Jean Pierre, in plaats nu den Zondag te gebruiken om op stroopen uit re gaan, moest te ie vrouw vergezellen naar de kerk, dan behoeven je kinderen voor iou hun geld na je dood niet uit te geven." „Dus U is er zeker van, mijnheer pastoor, dat hij niet in de hel is „Heel zeker, vriend Jouw vader in de hel Die gedachte kun je gerust uit ie hoofd zetten." De uitgeslapen boer scheen eindelijk overtuigd en toen het laatste glas naar binnen was, na tevergeefs 'e hebben gewacht ol er nog een derde flesch zou geopend worden, stond hij op. en zei al wel voor de 20ste maal „Een heerlijk wijntie. mijnheel pas toor, een heerlijk wijntje. En U beweert, dat dit de wijn is, die in het Vagevuur ge schonken wordt „Ja, Jean-Pierre, maar om nu nog eens op je zeiven terug te komen Vergeet vooral nier de pastorie nog eens op te zoeken." „Dat zal ik zeker niet, mijnheer pastoor, U is wel vriendelijk." Toen de man wilde heengaan en voorbij den schoorsteen kwam, nam hij de tien francs weer weg die hij er eerst op had neergelegd en stak ze in zijn ('zak. „Wat nu Jean Pierre," riep de priester angstig uit. „Neem je het geld nu weer terug En de mis dan, die voor ie vader ge lezen zou worden „Ja, ziet U, mijnheer pastoor," hernam de boer, „ik heb er over nagedacht, maar dat zal weggegooid geld zijn, want zooals ik mijn vader ken, zal hij daar, wanneer er zulke fijne wijn geschonken wordt, nooit uit willen komen. Ik wensch U goedenavond en nogmaals dank voor Uw vriendelijke ont vangst." En terwijl hij zich snel uit de voeten maakte, kon men hem voortdurend zachtjes in zich zelf hooren mompelen „Overheerlijk, over heerlijk dat wijntje."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1930 | | pagina 5