VOOR DE HUISKA MER
De Chocoladefabriek
Van de Erven H. de Jong te Wormerveer,
door brand verwoest
w%
Wasch Uw haar
Tweede blad
a
1
MAANDAG 10 MAART 1930
BLADZIJDE X
Het heerlijke wijntje
Verschillende paraden vernield - De schade bedraagt ongeveer
1 millioen gulden
18 brandspuiten in actie
RADIO-NIEUWS
Belangrijke besluiten worden
genomen
VRAGENBUS
In den nacht van Zaterdag op Zondag
eft te Wormerveer een geweldige fabrieks
pand gewoed, die de bekende Cacao- en
Chocoladefabriek van de Erven H. de Jong
toa geheel heeft verwoest.
Omstreeks half vijf werd de brand ont-
t in de maalderij, waar de vlammen gre-
8 voedsel vond in de aanwezige grondstof-
6n- In minder dan geen tijd sloeg het vuur
naar de belendende fabrieksgebouwen.
e geheele fabriek, langs de Zaan gelegen,
fras weldra een groote vuurzee.
inmiddels gealarmeerde plaatselijke
andweer was spoedig ter plaatse, doch bleek
h'et bij machte te zijn het vuur te blusschen.
Ciimiddellijk daarop werd de hulp der om-
ogende gemeenten ingeroepen met het ge-
v°'g, dat binnen korten tijd 18 brandspuiten
"tet een veertigtal stralen groote watermas-
83,8 in het vuur wierpen.
£>e volledige Wormerveersche brandweer,
"^staande uit 5 motorspuiten en een stoom
spuit, was gemobiliseerd. Voorts waren aan
wezig Zaandam drie spuiten, waarvan
eb drijvende. De overige spuiten kwamen uit
former, Krommenie, Zaandijk en Koog aan
e Zaan, terwijl mede de betrokken fabriek
eb Westzanen's Koninklijke Fabrieken hun
Spuiten in werking hadden gebracht.
belaas viel aan behoud der fabriek niet te
Janken, Met donderend geraas hoorde men
W'kens gebouwen instorten en machines naar
^beden vallen, terwijl nu en dan explosies
*erden waargenomen.
Nadat de brand om vijf uur op zijn felst
Was, begon het vuur tegen zes uur in hevig-
3eid af te nemen. Korten tijd daarna had
®en (je vlammenzee bedwongen. Urenlang
J^gen echter nog groote rookkolommen om-
3°°g en werkten de brandweren nog met
°Ue kracht.
Op het terrein van den brand zagen wij
®*eds in de vroege ochtenduren dei burge
meester van Wormerveer, den heer T. Cluy-
^baer, om het schouwspel van den brand in
ogenschouw te nemen. Ook de directie van
fabriek was aanwezig. Een groote menigte
™as op de been om het blusschingswerk gade
slaan.
öe geleden schade is buitengewoon hoog
eb kan bijna op 1 millioen gulden worden
*eschat. Alleen aan cacaoboter ging voor een
^drag van ruim 100.000 gulden verloren.
Van de geheele fabriek, waartoe behoorde
^b vijftal kapitale gebouwen, waarvan som-
Jb%e vier of vijf verdiepingen hoog, bleef
biets anders over dan de machinekamer, de
°bdantfabriek en de kistenfabriek, benevens
,eb paar kleine pakhuizen. Verzekering op
Sbrspolis dekt de schade. De oorzaak van
b brand is nog onbekend.
°P de fabriek Waren ongeveer 160 perso-
h werkzaam.
Verschilteaide bijzonderheden.
t>e brand werd om kwart voor vijf ontdekt
?°°r den opzichter Slot, die naast de fa
briek woont. Er was Zaterdagavond tot half
b in de fabriek gewerkt. Vannacht om 3
jbb1 was door den waker van Zeelt nog een
bfle gedaan. Hij had teen niets bemerkt.
De vonkenregen over de Zaan, die ter
•"Jbatae zeer breed is, was zoo groot, dat een
^Senblik gevaar dreigde voor de oliefabriek
Mol". De brandweer had daar reeds
J*b slang uitgelegd om zoo noodig dadelijk
te kunnen treden.
De panden „De Zaanstroom", „Afrika",
'■Zuid-Amerika" en „Noord-Amerika" zijn ge-
j®6' uitgebrand. Het pand „West-Indië" kreeg
~°ven brand- en beneden waterschade. De
branderij en het pand „Suriname", die
^hter bovengenoemde panden liggen, ble-
behouden. In den loop van den morgen
i bbd het pand „De Zaanstroom" omgetrok-
®b. Daarvoor werd een staaldraad over den
van het uitgebrande huis gebracht en
ab der. anderen kant vastgemaakt aan de
^tboiaboot „Meppel I". Deze trok toen aan
b met donderend geweld kwam de voorge
vel
kei
van dit oudste deel van de fabriek naar
'beden.
De
weg, het z.g. Noordeinde, waaraan de
-"beksgebouwen staan, is de hoofdweg van
bandam naar Alkmaar. Het verkeer was
^beel gestremd. Het doorgaand verkeer
over Krommenie geleid. De bewoners
jb Wormerveer zelf werden zoo noodig met
over de Zaan gebracht.
-Dm io uur rukten de verschillende brand-
®ren van (je omliggende gemeenten in en
alleen de brandweer van Wormerveer
^bter voor de nablusschlng.
Ook de nachtwaker ontdekt den brand.
Over de ontdekking en het verloop van
eb brand meldt de „Crt." nog:
De nachtwaker A. van Zeelt was om kwart
voor drie een ronde door de fabriek begon
nen, en bevond zich omstreeks kwart voor
vijf in den uitersten linkervleugel van het ge
bouwen-complex, toen hij in de z.g. „poe-
der-afdeeling", waar de cacao tot poeder
wordt gemalen, een hevigen vuurgloed be
merkte. Hoe deze vuurgloed zoo fel kon zijn,
zonder dat te voren iets bespeurd was, is een
vraag, waarop niemand met zekerheid ant
woord kon geven. De waker heeft behoorlijk
zijn ronde volbracht, want de actieve politie
van Wormerveer heeft tijdens den brand nog
gauw de gelegenheid gevonden de z.g. „prik
klokken", te controleeren, waaruit blijkt hie
laat ën op welke wijze de ronde wordt ge
daan. De tijdstippen op de klokken aange
geven, stemden met de verklaringen van Van
Zeelt overeen.
Op hetzelfde oogenblik, dat hij den brand
constateerde, werd de fabriekschef, wiens
woning naast de poederafdeeling gelegen is,
door geknap en geknetter gewekt. Terstond
werd de brandweer van Wormerveer gewaar
schuwd en degeen, die de melding ontving,
bracht de wekkerinstallatie, waarmede de
vrijwilligers thuis het alarm krijgen, in be
weging. Wormerveer heeft uitgebreid en uit
stekend metormaterieel, en onder bevel van
den commandant P. Klinkenberg, waren al
spoedig twee auto-motorspuiten op weg. De
manschappen van deze wagens verklaarden
ons later, dat bij het voorbijrijden vier pan
den aan de straatzijde reeds hadden vlam
gevat. Achter verschillende vensters was een
vuurgloed te bespeuren, terwijl uit andere
ramen een dichte rook opsteeg.
Toen de eerste slangen werden uitgelegd,
sloegen de vlammen reeds .zóó fel naar bui
ten, dat het bezwaarlijk was op de breede
kade aan de Zaan te passeeren. Het mate
rieel bleef dan ook op een honderd meter
afstand van de gebouwen, wier lot bezegeld
was.
V«f panden in lichte laaie.
De bewuste panden, vijf in getal, nemen
het groote gedeelte van het fabrieksfront
aan de kadezijde in beslag. Zij demonstree-
ren de ontwikkeling van het bedrijf van de
Erve De Jong, en vormen een massief stee-
nen bouwwerk, aan welks uiteinden kleinere
pakhuizen en woningen van fabrieksperso-
neel zijn aangebouwd.
De brand werd sntdekt in het pand „De
Zaanstroom," de eerste eigenlijke fabriek, die
gebouwd is in 1884. De constructie van dat
pand is dan ook degelijk ouderwetsch: dikke
gemetselde muren met ankers, zware balken
en een spits toeloopende voorgevel, waarop
een groote windwijzer is aangebracht. In dit
gebouw, dat op zichzelf reeds een behoorlijke
fabriek is, was, zooals gezegd, de poedermaal
derij gevestigd. Daar bevonden zich dan ook
de zware maalmachiries, gevaarten van hon
derden kilo's.
Een smal gangetje scheidt de „Zaanstroom"
van het fabrieksgebouw „Afrika," dat blijkens
een gevelsteen in 1893 werd gebouwd. Ook
aan de buitenzijde is te zien, dat dit perceel
van lateren datum is dan zijn lirikerbuurman.
Het derde en vierde, „Zuid-Amerika" en
„Noord-Amerika," zijn van 1901 en het recht-
sche, „West-Indië," van 1921.
Achter dit gebouwencomplex loopt een
breede sloot en daarover geven luchtbruggen
toegang tot de achtergelegen cacaobranderij,
het pand „Suriname" en de hagelslag-afdee-
ling. Daaromheen zijn weer andere vrijstaan
de gebouwen gegroepeerd met de gebruikelijke
emplacementen en gangen, met loodsen en
afdaken.
Het duurde niet zoo heel lang, of het vuur
barstte letterlijk uit de panden „Zaanstroom"
„Afrika," „Zuid-Amerika" en „Noord-Ameri
ka," terwijl groot gevaar bestond voor „West-
Indië," dat de volle laag kreeg van den gloed
en de vonken. De wind woei n.I. precies uit
de richting van den vleugel, waar de brand
zijn oorsprong had gevonden. Het sombere
vermoeden werd spoedig bewaarheid, want
terwijl nog steeds van alle kanten brand
weervoertuigen en vaartuigen aansnelden,
schaarde ook „West-Indië" zich in het gelid
van zijn ten doode gedoemde makkers.
De Zaansche brandweer in actie
De omvang van den brand ging verre bo
zen de prestatie, welke het Wormerveersche
sorps daar tegenover kon stellen. Alles wat
deze dappere brandweer bezat, werd gere
tireerd. Dat waren drie bespannen motor
spuiten, twee automotorspuiten en een stoom
spuit, die alleen voor den dag komt, wanneer
er bepaaldelijk onheil dreigt. Het is om zoo
te zeggen de landstorm va» de Wormerveer
sche brandweer, die het laatst wordt opge
roepen. Doch deze sterkte was, zooals wij
hierboven reeds opmerkten, lang niet vol
doende voor dezen geweldigen brand. In al
lerijl werd aan de omliggende Zaansche ge
meente hulp gevraagd en volgens de reëele
en solide afspraak liet de assistentie niet
lang op zich wachten. Het materieel dat hier
in dezen mistigen kouden Maartnacht in
,ntri-ieur van de Chocoladefabrieken van de Erven de Jong te Wormerveer na den brand.
De groote brand te Wormerveer. Een kijkje op het gebouwen-complex.
Wormerveer in stelling werd gebracht, be-
teekent voor de Zaanstreek een record. Krom
menie assisteerde met twee motorspuiten, de
vrijwillige brandweer van Zaandam even-
sens met twee, de gemeentelijke brandweer
van die plaats met één rijdende en een drij
vende motorspuit, Zaandijk ook met één rij
dende en een drijvende, Wormer met één en
Koog aan de Zaan eveneens met één motor
spuit.
Verder was ook de-fabrieksmotorspuit van
de Erve de Jong uit haar aangrenzende tent
gelokt, zoodat in totaal door zeventien pom
pen werd water gegeven. Het aantal stralen
op deze machines bedroeg veertig, zonder
senige bescheiden straaltjes van de waterlei
ding mede te rekenen, die schuil gingen on
der de andere dikkere slangen en welke kron
kelig als palingen de straat bedekten.
Hoe het vuur woedds
Tegen zes uur, toen op het zien van een
rosse streep aan de Oosterkim de duisternis
vlood, had het vuur zijn grootste felheid be
reikt. De vijf panden waren een krater ge
lijk. Uit bijna alle vensters spoot als 't ware
het vuur naar buiten. Loeiend en fluitend,
rommelend en kreunend woedde het binnen
de zware steenen muren. Het zette de ijzeren
tralies en de machines in witten gloed en
een machtige vonkenregen dreef, gedragen
door den vrij krachtigen wind, het daglicht
tegemoet. Tot ver over het breede water
trokken de legioenen draaiende en wentelen
ten formatie.
de stukjes vuur op, in dichte aaneengeslo-
de smeuling van dit soort restanten is niet
een kwestie van één dag.
Het publiek, dat in de nachtelijke uren rus
tig op één oor lag, was niet sterk vertegen
woordigd, en toen wij om half elf het terrein
verlieten, was het nog maar matigjes met de
belangstelling gesteld.
De Wormerveersche politie, die, evenals bij
vorige branden, de aandacht op zich vestigde
door haar prettig en rustig optreden, had
onder leiding van burgemeester Cluysenaer,
commissaris v. d. Hoeven en inspecteur De
Groot den geheelen weg moeten afzetten.
Hierdoor was het verkeer in de richting van
Alkmaar en terug totaal gestremd. Zij had
echter de attentie, ten bate va» de voetgan
gers motorbooten te requireeren, waardoor
het publiek te water zijn tocht kon voort
zetten.
Voorgevel omgehaald
Tegen half tien werd de kolossale voorgevel
van het pand „De Zaanstroom" omgehaald
Eenige onverschrokken vrijwilligers klommen
op den wrakken muur en bevestigden een tui
van staaldraad aan den top. Het andere einde
werd aan de 150 ton groote stoomboot „Mep
pel I" gebonden en deze stoomde de Zaan
op. De kabel hield het en met een enormen
dreun kwam driekwart van den zwaren hoo-
gen muur op straat. De bodem golfde tot
tientallen meters in den omtrek en een wolk
van kalk dwarrelde op. De grond scheurde
op verschillende plaatsen en een breede voeg,
die tijdens den brand in den wallekant was
ontstaan en waardoor een motorspuit scheef
zakte, werd bedenkelijk groot.
De panden „Zaanstroom", „Afrika", Zuid-
Een kijkje op de ruïne van de Chocoladefabrieken te Wormerveer.
Zij trachtten een prooi te vinden in de
aan de overzijde gelegen oliefabriek „De
Mol", doch hier was het personeel rap in de
weer om den aanval af te slaan. Het had
verder echter nitet veel gescheeld of de pak
kistenmakerij van de Erve de Jong, die on
der d.en wind lag, was mede in vlammen
opgegaan. Zij begon van boven reeds te
branden, doch met emmers water werd het
gevaar gekeerd
Een exploisie werd vernomen: het gevolg
was, dat stukken van de daken volledig wer
den weggerukt en dat nu een gedeelte van
het complex gelegenheid kreeg schoon uit
te branden. Het vuur vrat als een gulzig alles
verslindend monster 70 ton cacaoboter en
honderden tonnen poederchocolade, reepen,
letters, boonen, emballage en wat dies meer
zij, weg. Reusachtige vlammen veroorzaakt
door de plantaardige stoffen sloegen omhoog
en vernielden de zolderingen.. Herhaaldelijk
klonk het geluid als van een ratelenden don
derslag, gevolgd door een rechtstandig om
hoog schietende vonkenzuil. Dat was telkens,
wanneer een vloerenconstructie zich begaf
en de machines omlaag stortten.
Zoo verdwenen successievelijk alle drie
vloeren uit het gebouw „Zaanstroom": slechts
een paar zware balken vormden nog een
verbinding tusschen de muren. Wat daar
beneden lag» vertegenwoordigde eens een
kapitaal van vele tienduizenden guldens. De
kolossale molens lagen als machtelooze reu
zen over elkaar en tegen elkander aan, rood
gloeiend en omgeven door een dichten rook,
die kennelijk de geuren van vet en cacao
verspreidde en die tot vele kilometers ver in
den omtrek werd waargenomen.
Een uur achtereen hield de donder van het
vallende puin aan: vloer na vloer bezweek
en de rook golfde in onstuimige wolken over
dit hopeloos verwoeste fabriekscomplex. Nu
en dan werd de hooge schoorsteen van het
achtergebouw zichtbaar, doch een volgend
oogenblik was hij weer aan het oog onttrok
ken. Stukken steen begonnen uit de muren
te vaflen, die, murw geworden door den bla
kerenden gloed, geen weerstand meer kon
den bieden aan de kracht der waterstralen,
welke onmeedoogenloos op deze ruïne ge
richt bleven. De geweldige watermassa's,
waarvan een belangrijk deel geconcentreerd
was op het onder den wind liggende pand
„Wesü Indië", kregen in dezen rechteruit-
hoekvan het complex langzaam maar zeker
vat op- het vuur: er was een spannend mo
ment, waarop beide partijen volkomen tegen
elkaar opwogen. Doch langzaam maar zeker
avanceerde de brandweer: telkens een stapje
en telkens een meter „loos" in de slangen,
zooals de Amsterdamsche beroepsbrand
weer dat noemt en zoo kregen wij, anderhalf
a twee uur na het uitbreken de retraite van
den rooden vijand te aanschouwen.
Naarmate de uren vorderden, verminderde
de hevigheid van den slag' en ontaardde de
kamp ongemerkt in een plaatselijke scher
mutseling. De cacaoboter, de boonen en de
chocolade waren namelijk schoon opgebrand
en zoo ontruimde de roode vijand ten slotte
het gevechtsterrein. Dat wilde natuurlijk niet
beteekenen, dat de brand gebluscht was, want
Amerika en Noord-Amerika zijn totaal uit
gebrand; van „West-Indië alleen de boven
verdiepingen. In de laatste vier panden was
de z.g. „zoete afdeeling", d.w.z. de chocolade
werkplaatsen, gevestigd. De achtergelegen
branderij heeft eenige brandschade, evenals
de pakkistenmakerij. De hitte is enorm ge
weest; op verschillende punten zijn de ijzeren
balken zóó uitgezet, dat zij het metselwerk
van de muren binnenwaarts hebben wegge
drukt.
Dezer dagen heeft er een groote protest
vergadering plaats gehad van de vakveree-
niging der Noten in Omroepdienst, waarop
verschillende klachten der hooge en lage no
ten zjjn behandeld. Ook de pers was tot de
ze vergadering uitgenoodigd.
Toen wij de vergaderzaal binnenkwamen,
kwam er oogenblikkelijk een „C" op ons toe,
die ons met welluidende doch eentonige
stem welkom heette en ons een stoel aan
bood. De noten zelf hadden plaats genomen
op balken, waarvan een groot aantal voor
de leden van de vereeniging waren gereed
gezet. Sommige noten hadden midden op de
balken plaats genomen, andere hadden een
of meer strepen er boven of er onder ge
plaatst en waren daarop gaan zitten. Ook
zag men verschillende noten, welke een spe-
cialen sleutel hadden meegenomen en voor
aan den balk geplaatst, daar zij anders niet
in de goede stemming konden komen. Vooral
de stemming van hen, die ver boven of on
der de balken zaten was zeer mineur. Zelfs
een aantal twee-en-dertigste noten, die
waarschijnlijk uit, het scherzo van een sym-
phonie hadden verlof gekregen, waren verre
'van vivace. Zij gingen klaarblijkelijk onder
ernstige zorgen gebukt.
Men begon, zooals dat gebruikelijk is, een
half uur na den vastgestelden tijd.
De Voorzitter, de heer Middena, was een
Ivan de weinig aanwezige blanke noten; bo
vendien droeg hij geen staart. Hij was be
kroond met een fermate, hetgeen ons deed
veronderstellen, dat hij thuis hoorde in het
Islotaccoord van een ouverture. Dit vermoeden
werd nog sterker, toen wij bemerkten, dat er
onder den balk, waarop hij had plaats ge
nomen een forteteeken was geplaatst.
De vergadering werd geopend met het zin
gen van het vereenigingslied, waarna de
voorzitter het woord nam
„Wij zijn hier gekomen", sprak hij „om
enkele klachten te bespreken, welke den
laatsten tijd bij het bestuur zijn binnenge
komen. Deze klachten zijn uitsluitend af
komstig van onze hoog- en laaggeplaatste
partijgenooten. De middenstand de men-
schen spreken over het „middenregister"
schijnt weinig klachten te hebben. Persoon
lijk wil ik weinig over de kwestie zeggen,
doch ik zal hier liever het woord geven aan
den heer Hoogbes, die uit eigen ervaring kan
spreken en een uiteenzetting van de grieven
der hooge en lage noten zal geven.
Het woord is aan onzen geachten kameraad
Hoogbes."
Een kort applaus volgde op de woorden
van den voorzitter, waarna de heer Hoogbes
het spreekgebalkte besteeg.
„Mijne Heeren", sprak hij fortissimo: „Het
is con amore, dat ik gehoor geef aan het
verzoek van het bestuur, om een en ander te
zeggen over het urgente vraagstuk, ter be
spreking waarvan wij hier bijeengekomen
zijn. Zooals U allen weet wordt er gedurende
de laatste tien jaren animato gebruik ge
maakt van de capaciteiten van onze leden
bij den radio-omroep; wij stellen dit allen
zeer op prijs, want wij weten, dat hierdoor
veel vreugde en geluk wordt gebracht. Wij
herinneren ons allen nog duidelijk den tijd,-
dat men met zeer primitieve zenders en ont
vangers de eerste pogingen deed muziek en
het gesproken woord door middel van de ra
dio door te geven. Hoewel in dien tijd onze
prestaties dikwijls zeer verminkt werden,
hebben wij daar toch zelden over geklaagd,
daar wij allen begrepen, dat een nieuw com
municatiemiddel niet oogenblikkelijk vol
maakt kan zijn. Thans is dit echter wel het
geval. Het is ons dikwijls een groote vreugde
te bemerken, hoe wij door middel van de
aethergolven over heel de wereld worden
rondgedragen en tenslotte brillantissimo uit
den luidspreker van een radio-luisteraar
klinken. Doch helaas zijn er ook nog men-
schen, die een radio-ontvangtoestel bezitten,
dat een dergelijke volmaakte weergave niet
mogelijk maakt. Vooral onze vrienden, de
hooge en lage noten, worden hiervan dik
wijls de dupe. Zeer dikwijls moet de schuld
van deze verminking worden toegeschreven
aan de slechte 1. f.-transformatoren, welke
in sommige toestellen gebruikt worden. Het
is mij reeds verscheidene malen overkomen,
dat ik in de primaire wikkeling van een
slechten transformator ben terecht gekomen
en slechts ternauwernood aan den verstik
kingsdood ben ontsnapt. Ik herinner me ech
ter ook zeer vele gelegenheden, dat ik een
Philips transformator ben binnengekomen en
deze volkomen verkwikt en versterkt heb
verlaten om mij vervolgens naar de eindlamp
te begeven. Wanneer wij weten, dat er der
gelijke uitstekende transformatoren bestaan,
is het dan niet diep bedroevend, wanneer
wij hooren, van kameraden die in de lente
van hun leven in een slechten transformator
zijn gestorven, daar zij de gevaren van het
notenleven niet voldoende kenden. (Crescen-
deerend gefluit en geroep: Schande!).
Mijne heeren, er moet hier iets gebeuren 1
Wij kunnen het niet langer aanzien, dat on
ze leuze „C'est le ton qui fait la musique"
welke door onze voorvaderen steeds rein be
waard is, thans door een stuk of wat slech
te transformatoren door het slijk wordt ge
haald. Men zou met ons gaan spotten, indien
wij geen maatregelen namen tegen deze
schandelijke aanvallen op onzen Bond!
Heeft U gehoord, dat op de laatste verga
dering van de partij van de afgescheiden
transformatoren, die uitsluitend bestaat uit
apparaten, die uit den bond van bonafide
transformatoren zijn weggejaagd, gesproken
is over een nieuw spreekwoord: „Ce sont les
1
eens met Purolzeep. U zult dan
zien hoe mooi, zacht en roosvrij
UW haar wordt. Purolieep IS evenals Purol.
verkrijgbaar bij Apotb. en Drogisten
transformateurs qui font la musique?" In
derdaad die slechte transformatoren leveren
een zeer nieuw en afwijkend soort muziek,
maar vraag maar niet naar de kwaliteit! D#
eenige methode, geachte heeren. om aan de
zen droevigen toestand een einde te maken,
is, dat wij alle slechte transformatoren offi
cieel boycotten!" (Stormachtig applaus, alle
leden verheffen hun stern tot een machtig
accoord).
Het kostte den voorzitter heel wat moeite
het enthousiaste publiek weer volkomen rus
tig te krijgen. Nadat hij enkele forto-teeken»
onder zijn balk had laten plaatsen, slaag
de hij hierin echter.
„Geachte aanwezigen", sprak hij vervol
gens: „De heer Hoogbes heeft in zijn rede
voering duidelijk de grieven der hooge en
lage noten uiteengezet. Ik geloof, dat w®
het allen eens zijn, dat er inderdaad maat
regelen tegen deze wantoestanden moeten
worden gendknen en daarom zou ik u willen
voorstellen de volgende motie aan te nemen;
„De Bond van Noten in Omroepdienst,
vergaderd in haar vereenigingslokaal te Ra
dioburg, op den 5den Maart 1930;
gehoord hebbende van de mishandelingen,
waaraan sommige onzer partijgenooten door
het gebruik van slechte transformatoren
worden blootgesteld;
geeft te kennen:
1. dat het den leden van den Bond in
de toekomst verboden zal zijn, indien
er eenige kans op gevaar bestaat, een
slechten transformator te betreden;
2. dat noten van het middenregister bij
slechte transformatoren wel hun werk
zullen verrichten, doch hierbij lijdelijk
verzet zullen plegen, waardoor de radio-
muziek volkomen vervormd zal worden
en de bezitters van de ontvangtoestel
len zullen overgaan tot het aanschaf
fen van goede transformatoren;
3. dat de leden van den Bond voortaan,
zoo mogelijk met nog meer toewijding
dan voorheen, een volkomen natuurge
trouwe weergave zullen mogelijk maken,
wanneer er in een toestel goede trans
formatoren worden gebruikt;
4. dat al deze maatregelen niet uitsluitend
in het belang van de leden van den
Bond, doch bovenal in dat van onze ge
waardeerde vrienden de radio-luisteraar®
zijn;
5. en gaat over tot de orde van den dag."
Vr.: Hoe kan ik glaspapier van de ruiten
verwijderen?
Antw.: Met loog of spiritus.
Vr.: Hoe kan ik vliegenvuil uit een zfjdea
lampekap verwijderen?
Antw.: Met waterstof peroxyde van 3 pet.
en nawrijven met spiritus dilutus. Vraag uw
drogist. U moet natuurlijk voorzichtig wrij
ven omdat u anders uw spullen beschadigt.
Vr.: Mijn druivenwingerd heeft de laatste
twee jaar een gebrek, en wel dit, dat de
bladeren, die bij het uitkomen nog geheel
frisch zien, na verloop van korten tijd een
witte, kalkachtige kleur krijgen. Het lijkt net
of er kalk overheen gewaaid is en ze ver
schrompelen daarna geheel. Kunt u mij een
middel aan de hand doen. om dit te ver
helpen?
Antw.: Uw druivenwingerd heeft last van
z.g.n. „wit" of meeldauw.
Wordt ze wel degelijk gesnoeid? of laat u
maar groeien? Dit laatste werkt ziekte zeker
in de hand.
Bij behoorlijk onderhoud en door direct
na 't ontluiken de bladeren elke 14 dagen
te bestuiven met bloem van zwavel zal zeker
veel tegengegaan worden.
Dit moet geschieden als de bladeren volko
men droog zijn. dus in den namiddag of
avond en geen regen is te verwachten. In den
winter bespuiting met een 2% vruchtboom-
carbolineum kan veel goed doen.
Wintersnoei en geregelde zomersnoei mogen
echter niet vergeten worden.
Vraag: Hoe is het adres van den hoofd
ingenieur van de Hollandsche Spoorwegmij?
Antw.: Welken hoofd-ingenieur bedoelt u?
Er zijn er zeer veel.
Een boer uit de Jura, die een H. Mis wilde
laten lezen voor de zielerust zijns Vaders,
was hiervoor naar den pastoor van het dorp
gekomen. Na een kort debat, werd de prijs
bepaald op tien francs en de bergbewoner
deponeerde zijn geld op den schoorsteen.
Hij maakte reeds aanstalten om heen te gaan,
toen de priester, verheugd weer eens één
van zijn parochianen bij zich te zien,
die niet al te trouw de diensten bijwoonde,
van deze gelegenheid wilde profiteeren om
zijn verdwaald schaap te redden en hem nog
even terughield.
„Zet ie nog een oogenblik neer, Jean-
Pierre." sprak hij hem toe, „we zullen te
zamen eens klinken we zien elkaar niet
al te vaak."
Jeannette," riep hij de oude dienstmaagd
toe: „Breng ons eens een fijne flesch vagevuur-
wijn."
„Vagevuurwijn vroeg de boer verrast
„Ja, Jean Pierre, vagevuurwijn en ge zult
er tevreden over zijn."
Na den eersten slok riep de man, die een
kenner was, uit, terwijl hij de lippen met den
rug van zijn groote behaarde hand afveegde
„Overheerlijk, mijnheer pastoor, die vage
vuurwijn". Hij was zoo fijn, dat ze reeds
dadelijk na de eerste flesch een tweede
wilden openmaken. Terwijl de pastoor hier
een begin mede wilde gaan maken, begon
onze boer, die een oogenblik had zitten na
denken, den ouden priester te ondervragen
„Mijnheer pastoor U heeft mijn armen
vader goed gekend, nietwaar Hij was met
veel christelijker dan ik hij ging nooit naar
de kerk, hij vloekte als een ketter en men kon
hem heel vaak in de herberg tegenover de
kerk vinden. Zou U denken, mijnheer
pastoor, dat het de moeite zou loonen,
voor hem een mis te laten lezen Wanneer
hij in de hel is, is het verloren geld."
„Hoe kom ie daarbij, Jean Pierre! Jouw vader
in de helHij was wel niet vroom, dat is
waar, maar hij was toch een braaf mensch,
Zoo eerlijk als goud, die geen vlieg ooit
kwaad zou hebben gedaan en die niemand
ooit benadeeld heeft. Wanneer hij wat
trouwer naar de kerk was gegaan en zijn gods
dienstige plichten even zoo goed had ver
vuld als zijn andere, dan was hij ongetwijfeld
in het paradijs gekomen, maar door zijn on
godsdienstigheid, moet hij zijn tijd in het
vagevuur uitdienen, en als jij nu een goed
zoon bent, moer je niet kijken op enkele
francs, waarmede je hem helpen kunt er zoo
spoedig mogelijk uit te komen. En wat
nu iezelf betreft, Jean Pierre, in plaats nu
den Zondag te gebruiken om op stroopen
uit re gaan, moest te ie vrouw vergezellen
naar de kerk, dan behoeven je kinderen voor
iou hun geld na je dood niet uit te geven."
„Dus U is er zeker van, mijnheer pastoor,
dat hij niet in de hel is
„Heel zeker, vriend Jouw vader in de hel
Die gedachte kun je gerust uit ie hoofd
zetten."
De uitgeslapen boer scheen eindelijk
overtuigd en toen het laatste glas naar binnen
was, na tevergeefs 'e hebben gewacht ol er
nog een derde flesch zou geopend worden,
stond hij op. en zei al wel voor de 20ste
maal „Een heerlijk wijntie. mijnheel pas
toor, een heerlijk wijntje. En U beweert,
dat dit de wijn is, die in het Vagevuur ge
schonken wordt
„Ja, Jean-Pierre, maar om nu nog eens
op je zeiven terug te komen Vergeet vooral
nier de pastorie nog eens op te zoeken."
„Dat zal ik zeker niet, mijnheer pastoor,
U is wel vriendelijk."
Toen de man wilde heengaan en voorbij
den schoorsteen kwam, nam hij de tien
francs weer weg die hij er eerst op had
neergelegd en stak ze in zijn ('zak.
„Wat nu Jean Pierre," riep de priester
angstig uit. „Neem je het geld nu weer
terug En de mis dan, die voor ie vader ge
lezen zou worden
„Ja, ziet U, mijnheer pastoor," hernam de
boer, „ik heb er over nagedacht, maar dat
zal weggegooid geld zijn, want zooals ik mijn
vader ken, zal hij daar, wanneer er zulke
fijne wijn geschonken wordt, nooit uit
willen komen. Ik wensch U goedenavond en
nogmaals dank voor Uw vriendelijke ont
vangst."
En terwijl hij zich snel uit de voeten maakte,
kon men hem voortdurend zachtjes in zich
zelf hooren mompelen „Overheerlijk, over
heerlijk dat wijntje."