Gemengd C?\ieuws VOOR DE HUISKAMER De Diogenes van Parijs Mgr. Offerdahl Een benauwde nacht Hij verkiest de cel De fraude te Papendrecht Zeventig stuks vee verbrand De Papegaaienziekte De ramp van het droogdok „Vulcan II" Drie beruchte inbrekers gevat Doodgevallen Fabrieksbrand te Dongen Voor 150.000 pond sterling aan schilderijen gestolen SOCIAAL LEVEN Alg. R. K. Landbouwbedrijfsraad KERKNIEUWS Tot Bisschop van Noorwegen benoemd VRAGEN BUS BINNEN LA NDSCIi NIEUWj Een overstroomingsramp in Frankrijk KUNST EN KEN^JS Een nieuwe planeet ontdekt i Voor de jury van Parijs heeft zich een tooneeltje afgespeeld, dat wel een unicum in de rechtspleging zal wezen. Den advocaat Jean Schwab, die een herhaaldelijk gestraf ten beklaagde, Nicolaas Billois, te verdedi gen had, werd door zijn cliënt tijdens de behandeling der zaak, zijn verdediging on mogelijk gemaakt. Wat mijn advocaat zegt, aldus Billois tor de juryleden, is van begin tot einde gelogen, alles wat ik tegen de wet misdaan heb, heb ik met opzet gedaa en ik stel er prijs op gestraft te worden. En wel hoe meer hoe beter. Bij zoo'n vriendelijken wensch kon de jury al niet anders doen dan hem inwilligen en ze veroordeelde Billois tot 10 jaren gevange nisstraf. Hij bedankte vriendelijk voor de straf en met alle teekenen van tevredenheid verliet hü tusschen de gendarmes de zaal. Het geval, zoo vertelt het „Vad.", is al even origineel als de man, wien het aangaat. Billois was vroeger leeraar aan een lyceum, maar op een goeden dag verliet hij Bordeaux, waar hij woonde, en begon een vagebondee- rend leven. Als landiooper trok hij van de eene stad naar de andere en leefde als bede laar; een opmerkelijk feit is, dat hij toenter tijd een vrij aardig vermogen en twee huizen bezat! De twee huizen gaf hij weg voor lief dadige doeleinden en zijn vermogen verdeelde hij onder zijn verwanten. Met voorliefde overnachtte hij in schuren. In de buurt van Melun stal hij ergens een vat; dit vat rolde hij voor zich uit en als hij bij het vallen van den avond bij een dorp aankwam, kroop hij er in en ging ter ruste. De moderne Diogenes vond evenwel niét steeds de hem toekomende erkenning, want de menschen toonden zich weinig vrijgevig en hij was ten slotte genood zaakt het beetje geld, dat hij noodig had, te stelen. Zoo kwam Diogenes in conflict met de wet; kwam in Toulouse voor het gerecht en werd tot gevangenisstraf veroordeeld. Hij gedroeg zich zóó voorbeeldig, dat de direc teur voor kwijtschelding van een deel van zijn straftijd zorgde, maar toen hij dit mede deelde aan Billois," kreeg hij een aanval van razende woede, sloeg alles op het bureau kort en klein en ging weer naar zijn cel. Maar eindeliik moest hij toch de straat op. Nu begon hij weer zijn vagebondenleven; hij wist weer aan een vat te komen en sinds dien kampeerde hij voor de poorten van Parijs. Men achtte hem niet recht snik en liet hem ongemoeid. Plotseling schijnt het verlangen naar de eenzame cel weer over hem gekomen te zijn, want Diogenes stak des nachts een klein huisje in brand. Toen kroop hij weer in ziln vat en sliep in afwachting van de politie. Maar de politie kwam niet en toen hi j dan maar naar haar ging en zichzelf beschuldigde, geloofde men Diogenes niet en weigerde hem in te rekenen. Nadat Billois naar hartelust zijn meening ever deze wei gering had kenbaar gemaakt, besloot hij nu maar eens iets flinks op dat gebied te doen, verschafte zich een oude legerrevolver, span de midden op den dag een staaldraad tus schen twee boomen en hield met den revolver in de vuist den eersten auto den besten aan. Er zaten twee dames in, die zich halfdood schrokken. Billois verklaarde haar niets boos in den zin te hebben; hij wilde alleen door de politie ingerekend worden. Deze wensch ging weinige minuten later in vervulling, want onderwijl was een tweede auto aangereden met een politieman er in. Nu werd Bilois ge arresteerd. Hij werd op zijn geestvermogens onderzocht, maar deze bleken heel normaal te zijn. Voor de jury verklaarde hij filosoof te zijn; zijn ideaal was Diogenes, de een zame denker en daar hij nergens zoo eenzaam kon zijn als in de cel, wilde hij de gevange nis in. De gemeente-ontvanger oneervol ontslagen Gisteravond kwam de gemeenteraad van Papendrecnt ter bespreking van de fraude van den gemeente-ontvanger ir, spoedverga dering bijeen. De burgemeester deelde daar over het volgende mede: Vrijdagmiddag j.l. kwamen eenige provin ciale ambtenaren om onderzoek naar de kas te doen, wat in geen vijftien jaar gebeurd was. Het onderzoek van de boeken en kas van het woningbedrijf was bevredigend. Toen men begon aan de kas en de boeken der gemeente, verzocht de ontvanger niet voort te gaan, aangezien die zaken niet in orde waren. De burgemeester werd toen ontboden, tot wien de ontvanger zeide: „Ik ga de kast in". De burgemeester heeft de twee wethouders ontboden, waarna de gemeente-ontvanger direct tijdelijk in zijn ambt werd geschorst en de kas werd opgenomen. Vervolgens is de hulp ingeroepen van het Verificatiebureau der Vereeniging van Ned. Gemeenten, dat Maandag het onderzoek heeft aangevangen. Vermoedelijk zijn daarvoor veertien dagen noodig, omdat de contróle nogal ingewik keld is. Daarom is op het ooger.blik geen be drag te noemen. B. en W. hebben alleen de cijfers, door den ontvanger genoemd. De bur gemeester wilde die niet in het publiek mede- deelen, doch alleen ze onder geheimhouding voor den raad ter inzage leggen. Vermoedelijk zit de fraude in erfpacht en annuïteit van de Woningbouwvereeniging Beter Wonen". De burgemeester deelde nog mede, dat de man, die in 1920 aangesteld was als ontvan ger, in 1925 de zaken ook niet in orde had. Hij heeft toen van B. en W. een reprimande gekregen, terwijl de burgemeester had voor gesteld een accountant te benoemen voor geregeld onderzoek, doch de raad heeft di*. destijds te duur gevonden. Nadat eenige vragen van raadsleden waren beantwoord, is de ontvanger oneervol ont slagen met zeven tegen drie stemmen. Deze drie waren wel voor onmiddellijk ontslag, maar zonder de kwalificatie „oneervol". Tot tijdelijk gemeente-ontvanger is benoemd de ambtenaar ter gemeente-secretarie J. Mig- chelbrink. Op de Kleine Geest onder Tietjerk (Fr.) is de boerderij van St. Antoon te Leeuwarden, bewoond door den heer Castelein, afgebrand. Een 70 stuks vee is verbrand. Vijf papegaaien in beslag genomen Aan boord van het Grieksche s.s „Panophis", komende van Rio de Janeiro, zijn te Dordrecht vijf papegaaien in beslag genomen en door den directeur van de slachtplaats opgezonden naar de rijksserum- inrichting te Rotterdam. Het oordeel van den Raad voor de Scheepvaart De Raad voor de Scheepvaart heeft uit spraak gedaan inzake het verloren gaan van het door de zeesleepbooten „Humber" en „Witte Zee" gesleepte droogdok „Vulcan II" tijdens stormweer op de Noordzee, waarbij twee personen om het leven kwamen. De Raad is van oordeel, dat deze ramp is veroorzaakt door het zware stormweer. De Raad is er van overtuigd dat de kapiteins van de sieepbooten, die trouwens hun sporen op dit gebied hadden verdiend, met beleid en goede zeemanschap zijn opgetreden en dat zij ai het mogelijke hebben gedaan om het leven van de personen die zich op het dok bevonden te redden. Dat het tenslotte niet gelukt is om den matroos van der Sluys en den runner van Buuren te redden, moet wel zeer worden be treurd. Wanneer echter wordt bedacht dat 'n oogenblik voordat 't dok brak de opvaren den zich niet bewust waren van eenig ge vaar, dan moet het anderszijds tot tevreden heid stemmen dat nog acht van de tien per sonen zich in veiligheid hebben kunnen brengen op een stuk van het dok en tenslot te konden worden gered. Met den runner van Buuren zou dit hoogstwaarschijnlijk ook nog het geval zijn geweest, indien hij eerder in zee had durven springen. De Raad neemt niet aan, dat de ouderdom van het dok bij het vergaan een rol van be- teekenis heeft gespeeld. Bij dit stormweer was zulk een sleepreis niet met succes te vol brengen. Waarschijnlijk is op een gegeven oogenblik het dok op twee zeeën gekomen en toen gebroken. Dit zou vermoedelijk ook het lot van een nieuw dok geweest zijn, on der dergelijke ongunstige omstandigheden. Daarom is ten deze van groot gewicht de vraag, of het verantwoord was om in de ge geven omstandigheden deze sleepreis te on dernemen. Hoewel de Raad cp den voorgrcnd wil stellen dat de kapiteins van sieepbooten en dok in gemoede overtuigd waren dat op 3 December de reis kon worden ondernomen, is de Raad toch gekomen tot een ontkennen de beantwoording van de gestelde vraag. Een dergelijke sleepreis kan, vooral in den winter op de Noordzee niet worden ondernomen op weerberichten, die niet in het bijzonder met het oog op de te ondernemen reis zijn ver strekt. De Raad acht dus het vertrek op 3 Decem ber niet verantwoord. Hoewel de kapiteins en in het bijzonder de kapitein van het geheel, te weten de kapitein van de „Witte Zee", hier de verantwoordelijke personen zijn, wil de Raad toch de opmerking niet terughou den dat hier alle aanleiding bestond voor de reederij om zich met deze aangelegenheid te bemoeien, niet in dien zin, dat zij het oogen blik van vertrek zou bepalen waarbij dus de mogelijkheid zich zou kunnen voordoen dat de kapiteins zelf het vertrek niet gera den zouden achten maar wel op zoodani ge wijze, dat zij zorgde dat de kapiteins in het bezit kwamen van speciale, met het oog op de te ondernemen reis, verschafte weer berichten. Zij had deze zelf kunnen inwin nen en dan, bij ongunstig bericht, het ver trek kunnen uitstellen, ofwel zij had den ge zagvoerder van het convooi de instructie kunnen geven om niet te vertrekken dan op zulk een speciaal, hetzij bij de Deutsche See- warte, hetzij bij het Koninklijke Neder- landsch Meteorologisch Instituut te De Bilt verkregen gunstig weerbericht. Op deze wij ze zou de gezagvoerder nooit gedwongen worden te vertrekken wanneer hij zelf dit niet veilig zou achten. Wel zou dan de ree derij het hare hebben gedaan om de waar borgen voor een veilige vaart zoo deugdelijk mogelijk te doen zijn. 1 Vorige week Donderdagnacht is ingebro ken in een perceel in de van Alphenstraat te Voorburg, bewoond door den heer Z. De Voorburgsche politie kreeg 's nachts 2 uur van de gep'eegde inbraak kennis en heeft om 5 uur in een logement in Den Haag een vermoedelijken verdachte van het bed ge licht, die evenwel wegens gebrek aan bewijs na verhoor moest worden vrijgelaten. De politie zette het onderzoek ijverig voort, met het gevolg, dat Zaterdag kon worden overgegaan tot arresatie van v. d. L uit Den Haag, terwijl Zondag de aanvanke lijk verdachts opnieuw is inges'oten; hoewel verschillende bezwarende omstandigheden tegen de beide verdachten bestonden, bleven ze pertinent ontkennen. Dame: „Heb je tijdens den zomer niets te doen? Wat Is je werk dan?" De landiooper: „Ik ben voetbaimascotl" Thans is evenwel een derde persoon ge arresteerd, die bij onderzoek bleek, de ver miste geldkist in het Westbroekpark in het water te hebben gegooid. Dit kistje is door de politie opgevischt; de geldswaardige papieren bevonden zich er nog in. Uit het verhoor is ook komen vast te staan, dat de beide andere arrestanten bij deze zaak zijn betrokken. Het betreft hier drie beruchte personen, zoodat de politie een goeden slag heeft geslagen. Gisteren is de 25-jarige leidekker Th. Kuypers, ongehuwd, wonende te 's-Herto- genbosch, aan een in aanbouw zijnde kerk in de Hosfstraat te Tilburg van een hoogte van ongeveer 20 M. gevallen. De man overleed na enkele minuten. Gistermiddag is brand uitgebroken in het lea'er- en rubbermagazijn van de firma C. Verbunt te Dongen. De brandweer was spoedig ter plaatse, maar kon niet verhin deren, dat de afdeeling randfabricage ge heel uitbrandde; andere afó'eelingen kregen groote waterschade. De aangerichte schade is vrij aanzienlijk De oorzaak van den brand is onbekend. Waarschijnlijk zal het bedrijf geen stagna tie ondervinden Scotland Yard tracht licht te brengen in een diefstal uit de Carlton Hause-verzame- ling in de Regent Street in Londen, waar voor een waarde van 150.000 pd. st. aan schilderijen uit gestolen is. Er worden 18 portretten door Rembrandt, Gainsborough, Van Dijck en Holbein ver mist, waarvan Gainsboroughs Hertog van York op 10.000 pd. st. werd getaxeerd. De schilderijen hadden geen lijsten en de diefstal is pas na een paar dagen ontdekt. De schilderijen zijn: Kneller Pleasance Eaton en een vrouwe portret, Gainsborough Hertog van York, Ferd. Bc: Holl. Burgemeester, Rembrandt Oude Bedelaar, Rubens Monnik, Rembrandt De hervormer, Lawrence Thomas Campbell, Van Dyck Hoofd van een ouden man,' Van Ostade een herbergkamp, Gainsborough Landschap en brug, Holbein Bisschop, Bousson genaamd Gosett Suzanne en de ouderlingen, Gainsborough Landschap, Wou. wei-man De hoefsmid, Rembrandt Damespor tret, een copie van Van Dycks de verban nen lord van Leonardo da Vinei, welke op Rembrandfcs naam staat. Er schijnt intusschen van eenige doeken nog niet onomstootelijk vast te staan, dat ze inderdaad van deze meesters zijn. Reiziger: „Ik zal me gelukkig prijzen, als ik u den vooruitgang van mijn stofzuiger mag demonstreeren." Heer des huizes: „Goed, maar sta me toe, dat ik u demonstreer, waarom het verloren tijd voor u zal zijn." Monseigneur Offerdahl, de oudste priester van Noorwegen, 73 jaar oud, is benoemd tot Bisschop van Noorwegen. Herdenking van het 10-jarig bestaan Gisteren heeft de Algemeene R. K. Land- bouw-Bedrijfsraad zijn tienjarig bestaan herdacht met een buitengewone algemeene vergadering in „De Twee Steden" te 's-Gra- venhage, welke bijeenkomst werd opgeluis terd met de aanwezigheid van Z. D. H. den bisschop van Haarlem, mgr. J. D. J. Aenge- nent. Onder de aanwezigen merkten wij op ir. I. G. J. Kaksbeeke, inspecteur van oen landbouw, mr. J. J. Wintermans inspecteur van het landbouwonderwijs, rector J. P J. Kok, algemeen geestelijk adviseur van den L. T. B„ pastoor J. J. Swildens, voorzitter van den centralen pachtraad van den Ned. Boerenbond, Ir. W. Dekker, secretaris van den L. T. B. den heer P. J. van Haaren, se cretaris van den Noordbrabantschen Chr. Boerenbond, den heer P. L. Kleyburg, land bouwkundige bij de arbeidsinspectie, den heer Siemons, voorzitter van den Christeiij- ken landarbeidersbond, de kamerleden Ament, Kampschöer en Kortenhorst en de Bruyn, pref. P. J. M. Heskes, uit Warmond e. a. Na opening van de bijeenkomst met den Christelijken groet verwelkomde de voorzit ter van den Algsmeenen R. K. Landbouw bedrijfsraad mr. dr. Am. Borret S. J„ de aanwezigen, in hét bijzonder mgr. Aenge- nent, dien hij door diens oud-voorzitterschap T>< Het is al jaren geleden, maar het heugt me nog als de dag van gisteren, dat ik, te Art werpen in de schilderkunst studeerend, mij op een avond naar m'n logement begaf. Het was een oud huis, dat veel leek op dat \an Flantijn en gelegen in een nauwe straat, n de buurt van de Schelde, waar alles naar pik, teer en scheepstuig ruikt. Toen ik binnen kwam was de tafel al afgenomen. Slechts één reiziger bevond zich in de eetzaal. Er werd voor ons beiden gedekt en we kwamen dicht tegenover elkander te zitten. Terwijl ik mij van den eersten koud geworden schotel bediende, nam ik mijn tafelgenoot met belangstelling op. Zijn gelaat was taan- kleurig, z'n hoofdhaar rossig uit z'n oog sprak wilskracht. Ik zat nog geen vijf minuten aan tafel, of de onbekende sprak mij aan en na een kwartier zaten we te keuvelen als oude kennissen. Hij vertelde me dat hij uit Britsch-Indiè kwam en te Antwerpen een verzameling tijgers, panters, gazellen en slangen aan den dierentuin aldaar trachtte te verkoopen. „Heb je die beesten bij je vroeg ik. „De tijgers, panters en gazellen zijn in hun kooien in den stal, maar de slangen, heb ik op mijn kamer, natuurlijk goed achter slot in een stevige kooi." „En blijf je van nacht hier logeeren „Zeker." „En als de slangen nu eens mochten ont snappen „O, die slapen. Bovendien verzeker ik U, dat ze zoo kwaad niet zijn als men in Europa wel denkt. Ik heb in Indië een jonge dame gekend, die een geheelen nacht een „cobra di capello" onder haar hoofdkussen gehad heeft en U moet weten, dat de „cobra" een der gevaarlijkste giftslangen is. „Een mooie grap 1" „Zij had er niets van gemerkt, dan alleen dat haar kussen op onverklaarbare manier telkens werd opgeschud. Toen zij overdag haar bed onderzocht, vond zij de slang heel stil en genoeglijk liggen. Het beest keek haar met een dankbaren blik aan. Och, het zijn zulke aardige dieren Tegen mijn zin liep het gesprek nog ge- ruimen tijd over dit griezelige onderwerp. Ik was koud geworden toen we op stonden. Mijn kamer was de laatste aan het einde van een gang. Ik begaf mij er heen, het hoofd nog vol van de geschiedenissen, die ik dien avond gehoord had en kleedde me langzaam uit, na eerst onder 't bed gekeken ,de gordijnen opgelicht en alle kasten geopend te hebben. Ik gevoelde behoefte mtj een beetje te verfrisschen voor ik in bed stapte. Terwijl ik water in de waschkom goot, hoorde ik gestommel in de kamer naast mij en een stem die me toeriep „Wei te rusten, mijnheer. Als U zoo goed slaapt ais ik, die in geen acht dagen op bed geweest ben, zal het nog al schikken 1" Het was de man van de „cobra di capello." Ik stond op het punt me weer aan te klee- den en een andere kamer te vragen. Maar de gedachte, dat ik dan misschien een bed zou krijgen, dat inderhaast was opgemaakt en m'n gevoel van eigenwaarde, weerhielden mij dit te doen. Lang bleef ik liggen zonder den slaap te kunnen vatten. Onder den reet van de deur die toegang gal tot het aangrenzend vertrek en waar ik .ei grende. voor geschoven had, zag ik een ichtstraai en met angst zag ik het oogenblik tegemoet waarop die zou verdwijnen. Wanneer de kaars van m'n buurman uit was, dan zou hij niet meer het oog op a'n_ gevaarlijke kostgangers kunnen houden. Het licht ging uit en allengs ver stomden ook alle geruchten in huis.... Ik sliep in, maar het was een hazenslaap. Elk oogenblik werd ik wakker en dan dacht k aan de slangen. Hoe lang ik zoo gelegen heb, weet ik nieteen uur, twee uren mis schien. Eindelijk werd ik voor goed uit m'n sluimering gewekt door een geritsel, dat me geweldig deed schrikken, zoodat ik overeind vloog. Het was een vreemdsoortig geluid een onregelmatig, zacht en dof gekrabbel, dat nu eens ophield en dan weer langzaam of snel begon, met nu en dan een klokkend geluid, door een lange stilte gevolgd. Haastig strekte ik den arm naar het nachttafeltje uit om een lucifer te krijgen, maar ik voelde het doosje niet meer. Ik had het met de kaars op den schoorsteenmantel laten staan. Ik hield met beide handen m'n hart vast, zoo klopte het. Met wijd geopende oogen staarde ik in de duisternis. Het was pikdonker en het gerucht werd een beetje zwakker, maar het klokkend ge luid herhaalde zich telkens krachtiger. De slangen dacht ik, vol ontzetting. Ongetwijfeld waren zij m'n kamer binnen gekropen door de kier van de tusschendeur, waardoor ik voor het naar bed gaan dat lichtschijnsel van twee vingers breed had waargenomen. Wat zou ik doen? Ik had wel eens gelezen dat slangen, als men ze niet tergt en ze geen honger hebben, slechts één behoefte hebben, de behoefte aan warmte. Daardoor geraken ze in een soort verdooving, waardoor ze geruimen tijd onschadelijk zijn. Ik rees op, greep m'n wollen deken en wierp die midden in de kamer. Ademloos luisterde ik wat er gebeu ren zou. Wat zouden de beesten doen Hijgend van angst wachtte ik het af. Het geluid werd zwakker en trager. Zouden ze onder de deken gekropen zijn Eindelijk vernam ik niets meer. Ik slaakte een zucht van verlichting. Welk een benauwde nacht. Als de deken koud geworden was, zou den de monsters dan niet een warmer rust plaats zoeken En zou dan mijn huid geen onweerstaanbare aantrekkingskracht op hen uitoefenen Mijn hoofdkussen volgde den weg van de deken en stijf ten den muur ge plakt, wachtte ik mijn lot af. Eindelijk veroorloofde mij de schemering van den morgen, uie langzaam binnen drong, de vormen in mijn kamer te onderkennen. Vanaf het oogenblik, dat het eerste schijnsel de kamer min of meer helder maakte, had ik de deken niet uit het oog verloren. Thans kon ik ze nauwkeuriger opnemen. Daar zij tamelijk dun was, was ze plat in elkaar ge zakt en geen enkele verhevenheid wees er op, dat ze bewoond kon zijn. Het kussen, dat rechtop tegen een stoei was blijven staan, kon evenmin een schuilplaats vormen. Plat en onschuldig lag het vloerkleedje voor mijn bed en rondom mij was niets anders te zien dan verfrommelde beddelakens. Had ik dan een soort nachtmerrie gehad Vanuit m'n bed kreeg ik mijn pantoffels en een paar kleedingstukken, en eerst toe ik die liad aangeschoten, durfde ik mij in de Immer wagen. De nog altijd slap uitge spreide deken scheen een toonbeeld van onschuld. Dit nam niet weg, dat ik ze slechts schoorvoetend naderde en mij aan den kant der deur hield om bij het eerste verdachte verschijnsel, de vlucht te kunnen nemen. Maar ik had nog geen drie passen in de kamer gedaan of ik begreep alles. De vuil- water-emmer, waarin ik den vorigen avond mijn waschwater gegoten had en die open was blijven staan, was het eraf geworden van een muis. Het was haar wanhopig ge spartel, haar doodstrijd en haar einae, wat mij dien benauwden nacht bezorgd had. door een bijzonderen band aan den bedryfs- raad gebonden noemde. Ingekomen waren berichten van verhinde ring en gelukwensch van minister Ruys de Beerenbrouclt, van minister Verschuur; van den secretaris-generaal van het departement van Arbeid, Handel en Nijverheid, mr Schoitens, van den voorzitter der Tweede Kamer, mr. J. R. H. van Sehaik, van de Eerste Kamerleden Van Voorst tot Voorst en Dobbelmann, van pastoor van Aken, oud voorzitter van den Landbouwbedrijfsraad, van dr. J. van Beurden voorzitter van den Raad van Overleg, van den heer J. Th. Ver heggen e. a. Vervolgens sprak pater Borret een herden kingsrede uit, waarin hij het tot stand ge komen werk in het licht stelde: de constitu tioneel vergadering te Utrecht onder J. Th. Verheggen, als uitvloeisel van het Paasch- manifest, de moeilijkheden, ontstaan door het uittreden der werkgeversvakvereenigin- gen, den wil om voort te bestaan, waardoor het jaar 1924 reeds betere resultaten gaf te zien en waardoor de volgends jaarverslagen van steeds gunstiger stemming én van steeds meer resultaten konden getuigen. Dan voerde prof. dr. W. Koenraadt uit Koeven het woord. Daarna sprak Z. D. H. Mgr. J. D. J. Aen- genent de aanwezigen toe. O.m. wees Mgr. er op, dat de vakvereeni- ging niet is een strijdvereeniging, al kan zij een enkele maal niet aan den strijd ont komen. De vakvereeniging moet zijn een vredes- instituut. Het moet daarheen, dat vakver- eenigingen van werkgevers en werknemers elkaar ontmoeten in bedrijfsvereenigingen. Omdat gij dit werk tien jaar lang hebt verricht aldus Mgr., bestaat er voor mij re den tot vreugde. Wanneer ik vroeger de idee der bedrijfsraden gepropageerd heb uit be langstelling en sympathie, thans propageer ik deze idee, omdat ik het mijn plicht acht. Mgr. sloot zich aan bij het protest tegen hen, die onze Kerk willen afbreken en ver nielen. Mondeling protest kan niet baten zonder onze daden, zonder onze levensprac- t-ijk, zonder solidariteit tusschen de klassen. Met alle protestvergaderingen is het onze plicht en taak, voor allen, dat geen redenen aanwezig kunnen zijn, dat het communisme wortel schiet in onze Nederlandsche maat schappij. Het is de taak van bisschoppen en priesters om de idee van bedrijfsraden te propageeren en te bevorderen met alle kracht. Zij moet doordringen in andere kringen der maat schappij. De idee past zoo goed in het raam van onze Christelijke levensbeschouwing, waaruit ze echter niet specifiek voortsprui ten. De beide principes, de organische staats- gedachte en de coiidariteitsidee zijn eigenlijk eigen aan het menscheiijk verstand. Daarom moeten wij deze gedachte trachten te propa geeren ook onder andersdenkenden onder hen die genoemd worden liberaal en hen, die genoemd worden socialist. Als wij met voile overtuiging de gedachte onder de socialisten brengen, dan kan het niet anders of de ge dachte moet bij hen wortel sch'eten. Zij handhaven wel den klassenstrijd maar ver werpen de oorspronkelijke idee daarvan. Mijns inziens is het onze plicht om zoo breed mogelijk deze gedachte te verspreiden. Christus zeide tot Zijn Apostelen: „Gij zijt het zout der aarde". Dit moeten wij zijn in dezen tijd van ernstige economische beroe ringen om hiermede de maatschappij te red den van den ondergang. Na een kort woord van dank tot de spre kers, sloot de voorzitter met den Christelij ken groet. Vr.: A leent aan B 500. A ontvangt van B een gezegelde en ondergeteekende verklaring, dat deze hem als zekerheid stelt een automobiel. De automobiel blijft in handen van B. I. Wanneer B failliet gaat en er zijn meerdere crediteuren, heeft A dan recht op beslaglegging van den automobiel? H. Zoo niet, wordt hij dan preferent of con current crediteur? Antw.: I. Neen. II. Dat ligt aan den aard der schuld. In dit geval zult u wel concur rent crediteur worden. Vr.: Tot wien moet ik mij wenden om te worden verzekerd tegen werkloosheid (geen organisatie). En indien er zoo'n verzekering bestaat, wilt u mij dit dan even opgeven? Antw.: Dergelijke organisaties bestaan wel, maar het ligt niet op den weg van den redacteur dezer rubriek om de adressen op te geven. Onze advertentierubriek voorziet in deze behoefte. Vr. van T. te W. Antwd.: Uw inkomen wordt berekend naar i!a winst, die u maakt. Van het bruto-inkc- men mogen natuurlijk de onkosten worden afgetrokken. Het hangt nu van u af welke de onkosten zijn, die u in rekening kunt brengen. Wenscht u over dit antwoord nader ingelicht te worden, dan kunt u zich bij gelegenheid wel eens op ons bureau vervoe gen voor een onderhoud. Vr.: Hoe kan ik beige nappa-handschoe nen schoonmaken? Antw.: Wrijf ze met een watje, gedoopt in benzine of tetrachloorstof, schoon en leg ze daarbij op een watten doek. Vr.: Wij zijn in het bezit van een jong hondje, circa 8 weken oud. Dit IMestje zit dik onder de luizen. Wij hebben hem al tweemaal met zeepsop gewasschen, doch dit helpt niet. Antw.: Wrijf de huid van uw hond geheel in in met inseclenpoeder en reinig zijn lig plaatsen met 3 pet. creolinewater. Herhalen totdat het ongedierte verdwenen is. Vr.: Mijn jong katje, 2 maanden oud, is plotseling verlamd in de achterpooten. E-6 houdt zfjn kopje ietwat scheef; eten en drinken schijnt echter wel te smaken. Is hier nog wat aan te doen? Antw.: Patiëntje is lijdende aan het 3de stadium van kattenziekïe. Zonder echter de zieke te zien, kunnen wij geen raad §sven. Wendt u tot een dierenarts of laat het beest pijnloos afmaken. Vr.: Ben ik verplicht een rentekaart rafl te vragen? Vroeger heb ik er nooit een ge* had wegens dienst bij de Staatsmijnen. Thans ben ik landarbeider. Antw.: Ja, u dient in bezit te zijn van een rentekaart, indien u in loondienst bent. Vr. I: Niettegenstaande Mgr. Aengent verleden week in de dagbladen heeft afga* raden om deel te nemen aan de Jeugdreis naar Lourdes, ontving ik gisteren een reis plan vanuit een stad toegezonden. Wie mi) dit heeft gestuurd, is mij onbekend. Gaat de reis toch door, nu met goedvinden van Mgr. A.? II. Zijn de Eerw. I-Ieeren begeleiders be kend. Zoo ja, zou ik mij dan met een van hen in verbinding kunnen stellen? Antw.: U doet het best u te houden aan den goeden raad van Z. D. H. den Bisschop. Ol de reis toch doorgaat is ons niet bekend. De namen van eventueele organisators zou den wij echter, nu Mgr. heeft gesproken, uit den aard der zaak in deze rubriek nist bekend maken. ..Vr.: Mijn vader is voor de tweede maal gehuwd. De tweede vrouw is moeder van een kind. Indien mijn vader nu komt te overlijden, zijn wij dan verplicht voer de tweede moeder en haar kind op te brengen of alleen voor het kind of z.g. half-broertje? Antw.: Indien uw vader komt te overlii" den, bent u niet wettelijk tot onderhoud van uw tweede moeder of het half broertje verplicht. Vr. I: Is het den patroon geoorloofd nu reeds de halve premie van de ziektewet in te houden of eerst in Juni? II. Moeten de wachtdagen bij een ziekte van b.v. 4 weken uitbetaald worden, d.w.z* 80 pet.? III. Is de Hamburger Staatsloterij solide? IV. Heeft zoo'n loterij het recht trekkings- lijsten te geven waarop alleen de prijzen, doch geen nieten voorkomen? Antw.: I. Nu reeds. II. Neen. III. Daar over kunnen wij ons niet uitlaten. IV. Ja. Vr.: Welke couranten worden het meest in Zuid-Holland en in Noord-Holland gele zen? Antw.: Wij raden u aan u te wenden tot onze advertentie-aideeling. Het ligt er aan, waarvoor u de kranten noodig hebt. Onze advertentie-afdeeling kan u grondig inlich ten en van advies dienen. Vr.: Ik ben bij de Utr. Assurantie- Maatschappij, gevestigd te Utrecht, Wester straat 5, tegen geldelijke nadeeien tenge volge van ziekte, verzekerd tot een bedrag van 15 gulden per week. De verzekering is aangegaan voor den tijd van 5 jaar, en wordt, bij niet opzegging, telkens met 5 jaar verlengd. Mag ik nu, met het oog op de begin Maart in werking getreden Ziektewet, die op mij van toepassing is, deze verzekering doen ophouden ondanks het feit, dat het loopende tijdvak van 5 jaar afloopt op den 30sten Juni 1932? Antw.: Wij dienen, om deze vraag met overtuiging ti beantwoorden, de verzeke- ringsvoorwaarden dezer Mij. te kennen, öocï zeer waarschijnlijk loopt uw verzekering dooi tot 30 Juni 1932. Vr.: Ik ben 32 jaar en word 23 Aug- S3 jaar. zou er voor mij kans bestaan om bij do Politie te komen? Tot wien moet ik wi) dan wenden? Antw.: U moet solliciteeren bij den buiSe' meester of den commissaris van politie der gemeente, waar u in dienst wilt treden. UV leeftijd van 32 jaar zal wel geen bezwaar zfjn in de meeste gemeenten. Vraag I. Mijn zoon i-s van de lichting 1927. 22 Maart 1927 opgekomen en 2 Sept. terug" gekomen. Hij heeft gediend bij het 10e R®£- Inf. zware mitrailleurs. Moet hij dit jaar nog or.der de wapenen komen. Zoo ja, wanneer en voor hoelang? Vr. II. Hoe luidt het adres van de politie* vakschool te Hilversum? Antw.: Als uw zoon soldaat is, dan moet hl) opkomen 11 September te Ede voor 17 da- Ten. Is hij onder-officier, dan 4 September te 1de, vcor 21 dagen. II. Politie-Vakschool, Hilversum. Voor ee Roomsch-Katholieken Politie-Vakschool de R. K. Politiovereeniging „St. Michael' te 's Hertogenbosch. Een oproep aan het Nederlandsche volü De volgende opresp is gepubliceerd: Een ontzettende ramp heeft de bewone1. s van Zuid-Frankrijk getroffen, een ramP» waarvan wij ons vooral in Nederland zoo goed den omvang en de gevolgen voor deh geest kunnen halen, wanneer wij denken aao onzen eigen grooten watersnood in 19X6- Uit persberichten en fotopagina's der dag bladen heeft men kunnen zien, hoe honder den zijn omgekomen, tienduizenden have e-a goed geheel hebben verloren. Veertien depar tementen zijn ten deele verwoest en men ma» zonder overdrijving zeggen, dat Europa se" dert den wereldoorlog geen ramp van z°°' danigen omvang gekend heeft. Voor de streken, die getroffen zijn, is verwoesting .totaal; in vele dorpen is See, huis gespaard, halve steden zijn ineengestort. Bij de leniging van dezen nood mag Neder land zich niet onbetuigd laten. Er heeft ziri» een Comité gevormd van een 60-tal voor aanstaande Amsterdammers, dat de binnen komende gelden in overleg met de Fransen Regeering zal aanwenden. Zij hebben z'c ervan overtuigd, dat hulp op den hoogst® prijs zal worden gesteld, maar deze ns°®, spoedig gegeven worden. Bis dat, qui cito da-- Alle giften zijn welkom. Niet wat gij See maar dat gij geeft is van belang. De Commissaris der Koningin in Noor Holland Jhr. Mr. Dr. A. Röell en de bur?® meester van Amsterdam W. de Vlugt hebb zich bereid verklaard als eere-voorzitters te treden. De volledige samenstelling van het oom zal dezer dagen bekend worden gemaakt. Het uitvoerend Comité bestaat uit de n ren: J. M. Telders, voorzitter; Prof. Dr. g' Salverda de Grave, vice-voorzitter; DT'5yi Sturkop, le secretaris (Wiliemsparkweg Mr. Jan den Tex, _2e secretaris: M. 'iro penningmeester (Sarphatistraat 55 6 57259); Mr. L. F. A.'M. van Ogtrop. De sterrenwacht van de Harvard-unW®^ siteit heeft op haar observatiepost te A-^ zona een nieuwe p'aneet ontdekt, in o'e van Neptunua. De planeet is s'echts microscopische Instrumenten zichtbaar g luiste afstand van de planeet tot NePu is nog onbekend.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1930 | | pagina 14