Gemengd C?\ieuws
VOOR DE HUISKAMER
De Diogenes van Parijs
Mgr. Offerdahl
Een benauwde nacht
Hij verkiest de cel
De fraude te Papendrecht
Zeventig stuks vee verbrand
De Papegaaienziekte
De ramp van het droogdok
„Vulcan II"
Drie beruchte inbrekers gevat
Doodgevallen
Fabrieksbrand te Dongen
Voor 150.000 pond sterling aan
schilderijen gestolen
SOCIAAL LEVEN
Alg. R. K. Landbouwbedrijfsraad
KERKNIEUWS
Tot Bisschop van Noorwegen
benoemd
VRAGEN BUS
BINNEN LA NDSCIi NIEUWj
Een overstroomingsramp in
Frankrijk
KUNST EN KEN^JS
Een nieuwe planeet ontdekt
i
Voor de jury van Parijs heeft zich een
tooneeltje afgespeeld, dat wel een unicum
in de rechtspleging zal wezen. Den advocaat
Jean Schwab, die een herhaaldelijk gestraf
ten beklaagde, Nicolaas Billois, te verdedi
gen had, werd door zijn cliënt tijdens de
behandeling der zaak, zijn verdediging on
mogelijk gemaakt.
Wat mijn advocaat zegt, aldus Billois tor
de juryleden, is van begin tot einde gelogen,
alles wat ik tegen de wet misdaan heb, heb
ik met opzet gedaa en ik stel er prijs op
gestraft te worden. En wel hoe meer hoe
beter.
Bij zoo'n vriendelijken wensch kon de jury
al niet anders doen dan hem inwilligen en
ze veroordeelde Billois tot 10 jaren gevange
nisstraf. Hij bedankte vriendelijk voor de
straf en met alle teekenen van tevredenheid
verliet hü tusschen de gendarmes de zaal.
Het geval, zoo vertelt het „Vad.", is al
even origineel als de man, wien het aangaat.
Billois was vroeger leeraar aan een lyceum,
maar op een goeden dag verliet hij Bordeaux,
waar hij woonde, en begon een vagebondee-
rend leven. Als landiooper trok hij van de
eene stad naar de andere en leefde als bede
laar; een opmerkelijk feit is, dat hij toenter
tijd een vrij aardig vermogen en twee huizen
bezat! De twee huizen gaf hij weg voor lief
dadige doeleinden en zijn vermogen verdeelde
hij onder zijn verwanten. Met voorliefde
overnachtte hij in schuren. In de buurt van
Melun stal hij ergens een vat; dit vat rolde
hij voor zich uit en als hij bij het vallen van
den avond bij een dorp aankwam, kroop hij
er in en ging ter ruste. De moderne Diogenes
vond evenwel niét steeds de hem toekomende
erkenning, want de menschen toonden zich
weinig vrijgevig en hij was ten slotte genood
zaakt het beetje geld, dat hij noodig had,
te stelen. Zoo kwam Diogenes in conflict met
de wet; kwam in Toulouse voor het gerecht
en werd tot gevangenisstraf veroordeeld. Hij
gedroeg zich zóó voorbeeldig, dat de direc
teur voor kwijtschelding van een deel van
zijn straftijd zorgde, maar toen hij dit mede
deelde aan Billois," kreeg hij een aanval van
razende woede, sloeg alles op het bureau kort
en klein en ging weer naar zijn cel. Maar
eindeliik moest hij toch de straat op.
Nu begon hij weer zijn vagebondenleven;
hij wist weer aan een vat te komen en sinds
dien kampeerde hij voor de poorten van
Parijs. Men achtte hem niet recht snik en
liet hem ongemoeid. Plotseling schijnt het
verlangen naar de eenzame cel weer over hem
gekomen te zijn, want Diogenes stak des
nachts een klein huisje in brand. Toen kroop
hij weer in ziln vat en sliep in afwachting
van de politie. Maar de politie kwam niet en
toen hi j dan maar naar haar ging en zichzelf
beschuldigde, geloofde men Diogenes niet en
weigerde hem in te rekenen. Nadat Billois
naar hartelust zijn meening ever deze wei
gering had kenbaar gemaakt, besloot hij nu
maar eens iets flinks op dat gebied te doen,
verschafte zich een oude legerrevolver, span
de midden op den dag een staaldraad tus
schen twee boomen en hield met den revolver
in de vuist den eersten auto den besten aan.
Er zaten twee dames in, die zich halfdood
schrokken. Billois verklaarde haar niets boos
in den zin te hebben; hij wilde alleen door
de politie ingerekend worden. Deze wensch
ging weinige minuten later in vervulling, want
onderwijl was een tweede auto aangereden
met een politieman er in. Nu werd Bilois ge
arresteerd. Hij werd op zijn geestvermogens
onderzocht, maar deze bleken heel normaal
te zijn. Voor de jury verklaarde hij filosoof
te zijn; zijn ideaal was Diogenes, de een
zame denker en daar hij nergens zoo eenzaam
kon zijn als in de cel, wilde hij de gevange
nis in.
De gemeente-ontvanger oneervol ontslagen
Gisteravond kwam de gemeenteraad van
Papendrecnt ter bespreking van de fraude
van den gemeente-ontvanger ir, spoedverga
dering bijeen. De burgemeester deelde daar
over het volgende mede:
Vrijdagmiddag j.l. kwamen eenige provin
ciale ambtenaren om onderzoek naar de kas
te doen, wat in geen vijftien jaar gebeurd
was. Het onderzoek van de boeken en kas van
het woningbedrijf was bevredigend. Toen men
begon aan de kas en de boeken der gemeente,
verzocht de ontvanger niet voort te gaan,
aangezien die zaken niet in orde waren.
De burgemeester werd toen ontboden, tot
wien de ontvanger zeide: „Ik ga de kast in".
De burgemeester heeft de twee wethouders
ontboden, waarna de gemeente-ontvanger
direct tijdelijk in zijn ambt werd geschorst
en de kas werd opgenomen. Vervolgens is de
hulp ingeroepen van het Verificatiebureau
der Vereeniging van Ned. Gemeenten, dat
Maandag het onderzoek heeft aangevangen.
Vermoedelijk zijn daarvoor veertien dagen
noodig, omdat de contróle nogal ingewik
keld is. Daarom is op het ooger.blik geen be
drag te noemen. B. en W. hebben alleen de
cijfers, door den ontvanger genoemd. De bur
gemeester wilde die niet in het publiek mede-
deelen, doch alleen ze onder geheimhouding
voor den raad ter inzage leggen.
Vermoedelijk zit de fraude in erfpacht en
annuïteit van de Woningbouwvereeniging
Beter Wonen".
De burgemeester deelde nog mede, dat de
man, die in 1920 aangesteld was als ontvan
ger, in 1925 de zaken ook niet in orde had.
Hij heeft toen van B. en W. een reprimande
gekregen, terwijl de burgemeester had voor
gesteld een accountant te benoemen voor
geregeld onderzoek, doch de raad heeft di*.
destijds te duur gevonden.
Nadat eenige vragen van raadsleden waren
beantwoord, is de ontvanger oneervol ont
slagen met zeven tegen drie stemmen. Deze
drie waren wel voor onmiddellijk ontslag,
maar zonder de kwalificatie „oneervol".
Tot tijdelijk gemeente-ontvanger is benoemd
de ambtenaar ter gemeente-secretarie J. Mig-
chelbrink.
Op de Kleine Geest onder Tietjerk (Fr.) is
de boerderij van St. Antoon te Leeuwarden,
bewoond door den heer Castelein, afgebrand.
Een 70 stuks vee is verbrand.
Vijf papegaaien in beslag genomen
Aan boord van het Grieksche s.s
„Panophis", komende van Rio de Janeiro,
zijn te Dordrecht vijf papegaaien in beslag
genomen en door den directeur van de
slachtplaats opgezonden naar de rijksserum-
inrichting te Rotterdam.
Het oordeel van den Raad voor
de Scheepvaart
De Raad voor de Scheepvaart heeft uit
spraak gedaan inzake het verloren gaan van
het door de zeesleepbooten „Humber" en
„Witte Zee" gesleepte droogdok „Vulcan II"
tijdens stormweer op de Noordzee, waarbij
twee personen om het leven kwamen.
De Raad is van oordeel, dat deze ramp is
veroorzaakt door het zware stormweer. De
Raad is er van overtuigd dat de kapiteins
van de sieepbooten, die trouwens hun sporen
op dit gebied hadden verdiend, met beleid en
goede zeemanschap zijn opgetreden en dat
zij ai het mogelijke hebben gedaan om het
leven van de personen die zich op het dok
bevonden te redden.
Dat het tenslotte niet gelukt is om den
matroos van der Sluys en den runner van
Buuren te redden, moet wel zeer worden be
treurd. Wanneer echter wordt bedacht dat
'n oogenblik voordat 't dok brak de opvaren
den zich niet bewust waren van eenig ge
vaar, dan moet het anderszijds tot tevreden
heid stemmen dat nog acht van de tien per
sonen zich in veiligheid hebben kunnen
brengen op een stuk van het dok en tenslot
te konden worden gered. Met den runner van
Buuren zou dit hoogstwaarschijnlijk ook nog
het geval zijn geweest, indien hij eerder in
zee had durven springen.
De Raad neemt niet aan, dat de ouderdom
van het dok bij het vergaan een rol van be-
teekenis heeft gespeeld. Bij dit stormweer
was zulk een sleepreis niet met succes te vol
brengen. Waarschijnlijk is op een gegeven
oogenblik het dok op twee zeeën gekomen
en toen gebroken. Dit zou vermoedelijk ook
het lot van een nieuw dok geweest zijn, on
der dergelijke ongunstige omstandigheden.
Daarom is ten deze van groot gewicht de
vraag, of het verantwoord was om in de ge
geven omstandigheden deze sleepreis te on
dernemen. Hoewel de Raad cp den voorgrcnd
wil stellen dat de kapiteins van sieepbooten
en dok in gemoede overtuigd waren dat op 3
December de reis kon worden ondernomen,
is de Raad toch gekomen tot een ontkennen
de beantwoording van de gestelde vraag. Een
dergelijke sleepreis kan, vooral in den winter
op de Noordzee niet worden ondernomen op
weerberichten, die niet in het bijzonder met
het oog op de te ondernemen reis zijn ver
strekt.
De Raad acht dus het vertrek op 3 Decem
ber niet verantwoord. Hoewel de kapiteins en
in het bijzonder de kapitein van het geheel,
te weten de kapitein van de „Witte Zee",
hier de verantwoordelijke personen zijn, wil
de Raad toch de opmerking niet terughou
den dat hier alle aanleiding bestond voor de
reederij om zich met deze aangelegenheid te
bemoeien, niet in dien zin, dat zij het oogen
blik van vertrek zou bepalen waarbij dus
de mogelijkheid zich zou kunnen voordoen
dat de kapiteins zelf het vertrek niet gera
den zouden achten maar wel op zoodani
ge wijze, dat zij zorgde dat de kapiteins in
het bezit kwamen van speciale, met het oog
op de te ondernemen reis, verschafte weer
berichten. Zij had deze zelf kunnen inwin
nen en dan, bij ongunstig bericht, het ver
trek kunnen uitstellen, ofwel zij had den ge
zagvoerder van het convooi de instructie
kunnen geven om niet te vertrekken dan op
zulk een speciaal, hetzij bij de Deutsche See-
warte, hetzij bij het Koninklijke Neder-
landsch Meteorologisch Instituut te De Bilt
verkregen gunstig weerbericht. Op deze wij
ze zou de gezagvoerder nooit gedwongen
worden te vertrekken wanneer hij zelf dit
niet veilig zou achten. Wel zou dan de ree
derij het hare hebben gedaan om de waar
borgen voor een veilige vaart zoo deugdelijk
mogelijk te doen zijn.
1
Vorige week Donderdagnacht is ingebro
ken in een perceel in de van Alphenstraat te
Voorburg, bewoond door den heer Z. De
Voorburgsche politie kreeg 's nachts 2 uur
van de gep'eegde inbraak kennis en heeft om
5 uur in een logement in Den Haag een
vermoedelijken verdachte van het bed ge
licht, die evenwel wegens gebrek aan bewijs
na verhoor moest worden vrijgelaten.
De politie zette het onderzoek ijverig
voort, met het gevolg, dat Zaterdag kon
worden overgegaan tot arresatie van v. d. L
uit Den Haag, terwijl Zondag de aanvanke
lijk verdachts opnieuw is inges'oten; hoewel
verschillende bezwarende omstandigheden
tegen de beide verdachten bestonden, bleven
ze pertinent ontkennen.
Dame: „Heb je tijdens den zomer niets te doen? Wat Is je werk dan?"
De landiooper: „Ik ben voetbaimascotl"
Thans is evenwel een derde persoon ge
arresteerd, die bij onderzoek bleek, de ver
miste geldkist in het Westbroekpark in het
water te hebben gegooid. Dit kistje is door
de politie opgevischt; de geldswaardige
papieren bevonden zich er nog in.
Uit het verhoor is ook komen vast te
staan, dat de beide andere arrestanten bij
deze zaak zijn betrokken. Het betreft hier
drie beruchte personen, zoodat de politie een
goeden slag heeft geslagen.
Gisteren is de 25-jarige leidekker Th.
Kuypers, ongehuwd, wonende te 's-Herto-
genbosch, aan een in aanbouw zijnde kerk in
de Hosfstraat te Tilburg van een hoogte van
ongeveer 20 M. gevallen. De man overleed
na enkele minuten.
Gistermiddag is brand uitgebroken in
het lea'er- en rubbermagazijn van de firma
C. Verbunt te Dongen. De brandweer was
spoedig ter plaatse, maar kon niet verhin
deren, dat de afdeeling randfabricage ge
heel uitbrandde; andere afó'eelingen kregen
groote waterschade.
De aangerichte schade is vrij aanzienlijk
De oorzaak van den brand is onbekend.
Waarschijnlijk zal het bedrijf geen stagna
tie ondervinden
Scotland Yard tracht licht te brengen in
een diefstal uit de Carlton Hause-verzame-
ling in de Regent Street in Londen, waar
voor een waarde van 150.000 pd. st. aan
schilderijen uit gestolen is.
Er worden 18 portretten door Rembrandt,
Gainsborough, Van Dijck en Holbein ver
mist, waarvan Gainsboroughs Hertog van
York op 10.000 pd. st. werd getaxeerd.
De schilderijen hadden geen lijsten en de
diefstal is pas na een paar dagen ontdekt.
De schilderijen zijn:
Kneller Pleasance Eaton en een vrouwe
portret, Gainsborough Hertog van York,
Ferd. Bc: Holl. Burgemeester, Rembrandt
Oude Bedelaar, Rubens Monnik, Rembrandt
De hervormer, Lawrence Thomas Campbell,
Van Dyck Hoofd van een ouden man,' Van
Ostade een herbergkamp, Gainsborough
Landschap en brug, Holbein Bisschop,
Bousson genaamd Gosett Suzanne en de
ouderlingen, Gainsborough Landschap, Wou.
wei-man De hoefsmid, Rembrandt Damespor
tret, een copie van Van Dycks de verban
nen lord van Leonardo da Vinei, welke op
Rembrandfcs naam staat.
Er schijnt intusschen van eenige doeken
nog niet onomstootelijk vast te staan, dat
ze inderdaad van deze meesters zijn.
Reiziger: „Ik zal me gelukkig prijzen, als ik u den vooruitgang van mijn
stofzuiger mag demonstreeren."
Heer des huizes: „Goed, maar sta me toe, dat ik u demonstreer, waarom
het verloren tijd voor u zal zijn."
Monseigneur Offerdahl, de oudste priester
van Noorwegen, 73 jaar oud, is benoemd tot
Bisschop van Noorwegen.
Herdenking van het 10-jarig bestaan
Gisteren heeft de Algemeene R. K. Land-
bouw-Bedrijfsraad zijn tienjarig bestaan
herdacht met een buitengewone algemeene
vergadering in „De Twee Steden" te 's-Gra-
venhage, welke bijeenkomst werd opgeluis
terd met de aanwezigheid van Z. D. H. den
bisschop van Haarlem, mgr. J. D. J. Aenge-
nent. Onder de aanwezigen merkten wij op
ir. I. G. J. Kaksbeeke, inspecteur van oen
landbouw, mr. J. J. Wintermans inspecteur
van het landbouwonderwijs, rector J. P J.
Kok, algemeen geestelijk adviseur van den
L. T. B„ pastoor J. J. Swildens, voorzitter
van den centralen pachtraad van den Ned.
Boerenbond, Ir. W. Dekker, secretaris van
den L. T. B. den heer P. J. van Haaren, se
cretaris van den Noordbrabantschen Chr.
Boerenbond, den heer P. L. Kleyburg, land
bouwkundige bij de arbeidsinspectie, den
heer Siemons, voorzitter van den Christeiij-
ken landarbeidersbond, de kamerleden
Ament, Kampschöer en Kortenhorst en de
Bruyn, pref. P. J. M. Heskes, uit Warmond
e. a.
Na opening van de bijeenkomst met den
Christelijken groet verwelkomde de voorzit
ter van den Algsmeenen R. K. Landbouw
bedrijfsraad mr. dr. Am. Borret S. J„ de
aanwezigen, in hét bijzonder mgr. Aenge-
nent, dien hij door diens oud-voorzitterschap
T><
Het is al jaren geleden, maar het heugt
me nog als de dag van gisteren, dat ik, te
Art werpen in de schilderkunst studeerend,
mij op een avond naar m'n logement begaf.
Het was een oud huis, dat veel leek op dat
\an Flantijn en gelegen in een nauwe straat,
n de buurt van de Schelde, waar alles naar
pik, teer en scheepstuig ruikt. Toen ik binnen
kwam was de tafel al afgenomen. Slechts
één reiziger bevond zich in de eetzaal.
Er werd voor ons beiden gedekt en we
kwamen dicht tegenover elkander te zitten.
Terwijl ik mij van den eersten koud geworden
schotel bediende, nam ik mijn tafelgenoot
met belangstelling op. Zijn gelaat was taan-
kleurig, z'n hoofdhaar rossig uit z'n oog
sprak wilskracht. Ik zat nog geen vijf minuten
aan tafel, of de onbekende sprak mij aan
en na een kwartier zaten we te keuvelen
als oude kennissen. Hij vertelde me dat hij
uit Britsch-Indiè kwam en te Antwerpen een
verzameling tijgers, panters, gazellen en
slangen aan den dierentuin aldaar trachtte
te verkoopen.
„Heb je die beesten bij je vroeg ik.
„De tijgers, panters en gazellen zijn in
hun kooien in den stal, maar de slangen, heb
ik op mijn kamer, natuurlijk goed achter
slot in een stevige kooi."
„En blijf je van nacht hier logeeren
„Zeker."
„En als de slangen nu eens mochten ont
snappen
„O, die slapen. Bovendien verzeker ik U,
dat ze zoo kwaad niet zijn als men in Europa
wel denkt. Ik heb in Indië een jonge dame
gekend, die een geheelen nacht een „cobra
di capello" onder haar hoofdkussen gehad
heeft en U moet weten, dat de „cobra" een
der gevaarlijkste giftslangen is.
„Een mooie grap 1"
„Zij had er niets van gemerkt, dan alleen
dat haar kussen op onverklaarbare manier
telkens werd opgeschud.
Toen zij overdag haar bed onderzocht,
vond zij de slang heel stil en genoeglijk
liggen. Het beest keek haar met een dankbaren
blik aan. Och, het zijn zulke aardige dieren
Tegen mijn zin liep het gesprek nog ge-
ruimen tijd over dit griezelige onderwerp.
Ik was koud geworden toen we op stonden.
Mijn kamer was de laatste aan het einde van
een gang. Ik begaf mij er heen, het hoofd nog
vol van de geschiedenissen, die ik dien avond
gehoord had en kleedde me langzaam uit,
na eerst onder 't bed gekeken ,de gordijnen
opgelicht en alle kasten geopend te hebben.
Ik gevoelde behoefte mtj een beetje te
verfrisschen voor ik in bed stapte. Terwijl
ik water in de waschkom goot, hoorde ik
gestommel in de kamer naast mij en een stem
die me toeriep
„Wei te rusten, mijnheer. Als U zoo goed
slaapt ais ik, die in geen acht dagen op bed
geweest ben, zal het nog al schikken 1"
Het was de man van de „cobra di capello."
Ik stond op het punt me weer aan te klee-
den en een andere kamer te vragen. Maar
de gedachte, dat ik dan misschien een bed
zou krijgen, dat inderhaast was opgemaakt
en m'n gevoel van eigenwaarde, weerhielden
mij dit te doen.
Lang bleef ik liggen zonder den slaap te
kunnen vatten. Onder den reet van de deur
die toegang gal tot het aangrenzend vertrek
en waar ik .ei grende. voor geschoven
had, zag ik een ichtstraai en met angst zag
ik het oogenblik tegemoet waarop die zou
verdwijnen. Wanneer de kaars van m'n
buurman uit was, dan zou hij niet meer het
oog op a'n_ gevaarlijke kostgangers kunnen
houden. Het licht ging uit en allengs ver
stomden ook alle geruchten in huis....
Ik sliep in, maar het was een hazenslaap.
Elk oogenblik werd ik wakker en dan dacht
k aan de slangen. Hoe lang ik zoo gelegen
heb, weet ik nieteen uur, twee uren mis
schien. Eindelijk werd ik voor goed uit m'n
sluimering gewekt door een geritsel, dat me
geweldig deed schrikken, zoodat ik overeind
vloog.
Het was een vreemdsoortig geluid een
onregelmatig, zacht en dof gekrabbel, dat
nu eens ophield en dan weer langzaam of
snel begon, met nu en dan een klokkend
geluid, door een lange stilte gevolgd. Haastig
strekte ik den arm naar het nachttafeltje
uit om een lucifer te krijgen, maar ik voelde
het doosje niet meer. Ik had het met de kaars
op den schoorsteenmantel laten staan. Ik
hield met beide handen m'n hart vast, zoo
klopte het. Met wijd geopende oogen staarde
ik in de duisternis.
Het was pikdonker en het gerucht werd
een beetje zwakker, maar het klokkend ge
luid herhaalde zich telkens krachtiger.
De slangen dacht ik, vol ontzetting.
Ongetwijfeld waren zij m'n kamer binnen
gekropen door de kier van de tusschendeur,
waardoor ik voor het naar bed gaan dat
lichtschijnsel van twee vingers breed had
waargenomen. Wat zou ik doen?
Ik had wel eens gelezen dat slangen, als
men ze niet tergt en ze geen honger hebben,
slechts één behoefte hebben, de behoefte
aan warmte. Daardoor geraken ze in een
soort verdooving, waardoor ze geruimen tijd
onschadelijk zijn. Ik rees op, greep m'n
wollen deken en wierp die midden in de
kamer. Ademloos luisterde ik wat er gebeu
ren zou. Wat zouden de beesten doen
Hijgend van angst wachtte ik het af.
Het geluid werd zwakker en trager.
Zouden ze onder de deken gekropen zijn
Eindelijk vernam ik niets meer. Ik slaakte
een zucht van verlichting. Welk een benauwde
nacht. Als de deken koud geworden was, zou
den de monsters dan niet een warmer rust
plaats zoeken En zou dan mijn huid geen
onweerstaanbare aantrekkingskracht op hen
uitoefenen Mijn hoofdkussen volgde den
weg van de deken en stijf ten den muur ge
plakt, wachtte ik mijn lot af.
Eindelijk veroorloofde mij de schemering
van den morgen, uie langzaam binnen drong,
de vormen in mijn kamer te onderkennen.
Vanaf het oogenblik, dat het eerste schijnsel
de kamer min of meer helder maakte, had
ik de deken niet uit het oog verloren. Thans
kon ik ze nauwkeuriger opnemen. Daar zij
tamelijk dun was, was ze plat in elkaar ge
zakt en geen enkele verhevenheid wees er
op, dat ze bewoond kon zijn. Het kussen,
dat rechtop tegen een stoei was blijven staan,
kon evenmin een schuilplaats vormen. Plat
en onschuldig lag het vloerkleedje voor mijn
bed en rondom mij was niets anders te zien
dan verfrommelde beddelakens.
Had ik dan een soort nachtmerrie gehad
Vanuit m'n bed kreeg ik mijn pantoffels
en een paar kleedingstukken, en eerst toe
ik die liad aangeschoten, durfde ik mij in
de Immer wagen. De nog altijd slap uitge
spreide deken scheen een toonbeeld van
onschuld. Dit nam niet weg, dat ik ze slechts
schoorvoetend naderde en mij aan den kant
der deur hield om bij het eerste verdachte
verschijnsel, de vlucht te kunnen nemen.
Maar ik had nog geen drie passen in de
kamer gedaan of ik begreep alles. De vuil-
water-emmer, waarin ik den vorigen avond
mijn waschwater gegoten had en die open
was blijven staan, was het eraf geworden
van een muis. Het was haar wanhopig ge
spartel, haar doodstrijd en haar einae, wat
mij dien benauwden nacht bezorgd had.
door een bijzonderen band aan den bedryfs-
raad gebonden noemde.
Ingekomen waren berichten van verhinde
ring en gelukwensch van minister Ruys de
Beerenbrouclt, van minister Verschuur; van
den secretaris-generaal van het departement
van Arbeid, Handel en Nijverheid, mr
Schoitens, van den voorzitter der Tweede
Kamer, mr. J. R. H. van Sehaik, van de
Eerste Kamerleden Van Voorst tot Voorst en
Dobbelmann, van pastoor van Aken, oud
voorzitter van den Landbouwbedrijfsraad,
van dr. J. van Beurden voorzitter van den
Raad van Overleg, van den heer J. Th. Ver
heggen e. a.
Vervolgens sprak pater Borret een herden
kingsrede uit, waarin hij het tot stand ge
komen werk in het licht stelde: de constitu
tioneel vergadering te Utrecht onder J. Th.
Verheggen, als uitvloeisel van het Paasch-
manifest, de moeilijkheden, ontstaan door
het uittreden der werkgeversvakvereenigin-
gen, den wil om voort te bestaan, waardoor
het jaar 1924 reeds betere resultaten gaf te
zien en waardoor de volgends jaarverslagen
van steeds gunstiger stemming én van
steeds meer resultaten konden getuigen.
Dan voerde prof. dr. W. Koenraadt uit
Koeven het woord.
Daarna sprak Z. D. H. Mgr. J. D. J. Aen-
genent de aanwezigen toe.
O.m. wees Mgr. er op, dat de vakvereeni-
ging niet is een strijdvereeniging, al kan zij
een enkele maal niet aan den strijd ont
komen.
De vakvereeniging moet zijn een vredes-
instituut. Het moet daarheen, dat vakver-
eenigingen van werkgevers en werknemers
elkaar ontmoeten in bedrijfsvereenigingen.
Omdat gij dit werk tien jaar lang hebt
verricht aldus Mgr., bestaat er voor mij re
den tot vreugde. Wanneer ik vroeger de idee
der bedrijfsraden gepropageerd heb uit be
langstelling en sympathie, thans propageer
ik deze idee, omdat ik het mijn plicht acht.
Mgr. sloot zich aan bij het protest tegen
hen, die onze Kerk willen afbreken en ver
nielen. Mondeling protest kan niet baten
zonder onze daden, zonder onze levensprac-
t-ijk, zonder solidariteit tusschen de klassen.
Met alle protestvergaderingen is het onze
plicht en taak, voor allen, dat geen redenen
aanwezig kunnen zijn, dat het communisme
wortel schiet in onze Nederlandsche maat
schappij.
Het is de taak van bisschoppen en priesters
om de idee van bedrijfsraden te propageeren
en te bevorderen met alle kracht. Zij moet
doordringen in andere kringen der maat
schappij. De idee past zoo goed in het raam
van onze Christelijke levensbeschouwing,
waaruit ze echter niet specifiek voortsprui
ten.
De beide principes, de organische staats-
gedachte en de coiidariteitsidee zijn eigenlijk
eigen aan het menscheiijk verstand. Daarom
moeten wij deze gedachte trachten te propa
geeren ook onder andersdenkenden onder
hen die genoemd worden liberaal en hen, die
genoemd worden socialist. Als wij met voile
overtuiging de gedachte onder de socialisten
brengen, dan kan het niet anders of de ge
dachte moet bij hen wortel sch'eten. Zij
handhaven wel den klassenstrijd maar ver
werpen de oorspronkelijke idee daarvan.
Mijns inziens is het onze plicht om zoo
breed mogelijk deze gedachte te verspreiden.
Christus zeide tot Zijn Apostelen: „Gij zijt
het zout der aarde". Dit moeten wij zijn in
dezen tijd van ernstige economische beroe
ringen om hiermede de maatschappij te red
den van den ondergang.
Na een kort woord van dank tot de spre
kers, sloot de voorzitter met den Christelij
ken groet.
Vr.: A leent aan B 500. A ontvangt
van B een gezegelde en ondergeteekende
verklaring, dat deze hem als zekerheid stelt
een automobiel. De automobiel blijft in
handen van B. I. Wanneer B failliet gaat
en er zijn meerdere crediteuren, heeft A dan
recht op beslaglegging van den automobiel?
H. Zoo niet, wordt hij dan preferent of con
current crediteur?
Antw.: I. Neen. II. Dat ligt aan den aard
der schuld. In dit geval zult u wel concur
rent crediteur worden.
Vr.: Tot wien moet ik mij wenden om te
worden verzekerd tegen werkloosheid (geen
organisatie). En indien er zoo'n verzekering
bestaat, wilt u mij dit dan even opgeven?
Antw.: Dergelijke organisaties bestaan
wel, maar het ligt niet op den weg van den
redacteur dezer rubriek om de adressen op
te geven. Onze advertentierubriek voorziet
in deze behoefte.
Vr. van T. te W.
Antwd.: Uw inkomen wordt berekend naar
i!a winst, die u maakt. Van het bruto-inkc-
men mogen natuurlijk de onkosten worden
afgetrokken. Het hangt nu van u af welke
de onkosten zijn, die u in rekening kunt
brengen. Wenscht u over dit antwoord nader
ingelicht te worden, dan kunt u zich bij
gelegenheid wel eens op ons bureau vervoe
gen voor een onderhoud.
Vr.: Hoe kan ik beige nappa-handschoe
nen schoonmaken?
Antw.: Wrijf ze met een watje, gedoopt
in benzine of tetrachloorstof, schoon en leg
ze daarbij op een watten doek.
Vr.: Wij zijn in het bezit van een jong
hondje, circa 8 weken oud. Dit IMestje zit
dik onder de luizen. Wij hebben hem al
tweemaal met zeepsop gewasschen, doch dit
helpt niet.
Antw.: Wrijf de huid van uw hond geheel
in in met inseclenpoeder en reinig zijn lig
plaatsen met 3 pet. creolinewater. Herhalen
totdat het ongedierte verdwenen is.
Vr.: Mijn jong katje, 2 maanden oud, is
plotseling verlamd in de achterpooten. E-6
houdt zfjn kopje ietwat scheef; eten en
drinken schijnt echter wel te smaken. Is
hier nog wat aan te doen?
Antw.: Patiëntje is lijdende aan het 3de
stadium van kattenziekïe. Zonder echter de
zieke te zien, kunnen wij geen raad §sven.
Wendt u tot een dierenarts of laat het beest
pijnloos afmaken.
Vr.: Ben ik verplicht een rentekaart rafl
te vragen? Vroeger heb ik er nooit een ge*
had wegens dienst bij de Staatsmijnen.
Thans ben ik landarbeider.
Antw.: Ja, u dient in bezit te zijn van
een rentekaart, indien u in loondienst bent.
Vr. I: Niettegenstaande Mgr. Aengent
verleden week in de dagbladen heeft afga*
raden om deel te nemen aan de Jeugdreis
naar Lourdes, ontving ik gisteren een reis
plan vanuit een stad toegezonden. Wie mi)
dit heeft gestuurd, is mij onbekend. Gaat
de reis toch door, nu met goedvinden van
Mgr. A.?
II. Zijn de Eerw. I-Ieeren begeleiders be
kend. Zoo ja, zou ik mij dan met een van
hen in verbinding kunnen stellen?
Antw.: U doet het best u te houden aan
den goeden raad van Z. D. H. den Bisschop.
Ol de reis toch doorgaat is ons niet bekend.
De namen van eventueele organisators zou
den wij echter, nu Mgr. heeft gesproken,
uit den aard der zaak in deze rubriek nist
bekend maken.
..Vr.: Mijn vader is voor de tweede maal
gehuwd. De tweede vrouw is moeder van
een kind. Indien mijn vader nu komt te
overlijden, zijn wij dan verplicht voer de
tweede moeder en haar kind op te brengen
of alleen voor het kind of z.g. half-broertje?
Antw.: Indien uw vader komt te overlii"
den, bent u niet wettelijk tot onderhoud
van uw tweede moeder of het half broertje
verplicht.
Vr. I: Is het den patroon geoorloofd nu
reeds de halve premie van de ziektewet in
te houden of eerst in Juni?
II. Moeten de wachtdagen bij een ziekte
van b.v. 4 weken uitbetaald worden, d.w.z*
80 pet.?
III. Is de Hamburger Staatsloterij solide?
IV. Heeft zoo'n loterij het recht trekkings-
lijsten te geven waarop alleen de prijzen,
doch geen nieten voorkomen?
Antw.: I. Nu reeds. II. Neen. III. Daar
over kunnen wij ons niet uitlaten. IV. Ja.
Vr.: Welke couranten worden het meest
in Zuid-Holland en in Noord-Holland gele
zen?
Antw.: Wij raden u aan u te wenden tot
onze advertentie-aideeling. Het ligt er aan,
waarvoor u de kranten noodig hebt. Onze
advertentie-afdeeling kan u grondig inlich
ten en van advies dienen.
Vr.: Ik ben bij de Utr. Assurantie-
Maatschappij, gevestigd te Utrecht, Wester
straat 5, tegen geldelijke nadeeien tenge
volge van ziekte, verzekerd tot een bedrag
van 15 gulden per week. De verzekering is
aangegaan voor den tijd van 5 jaar, en
wordt, bij niet opzegging, telkens met 5
jaar verlengd.
Mag ik nu, met het oog op de begin
Maart in werking getreden Ziektewet, die
op mij van toepassing is, deze verzekering
doen ophouden ondanks het feit, dat het
loopende tijdvak van 5 jaar afloopt op den
30sten Juni 1932?
Antw.: Wij dienen, om deze vraag met
overtuiging ti beantwoorden, de verzeke-
ringsvoorwaarden dezer Mij. te kennen, öocï
zeer waarschijnlijk loopt uw verzekering dooi
tot 30 Juni 1932.
Vr.: Ik ben 32 jaar en word 23 Aug- S3
jaar. zou er voor mij kans bestaan om bij
do Politie te komen? Tot wien moet ik wi)
dan wenden?
Antw.: U moet solliciteeren bij den buiSe'
meester of den commissaris van politie der
gemeente, waar u in dienst wilt treden. UV
leeftijd van 32 jaar zal wel geen bezwaar
zfjn in de meeste gemeenten.
Vraag I. Mijn zoon i-s van de lichting 1927.
22 Maart 1927 opgekomen en 2 Sept. terug"
gekomen. Hij heeft gediend bij het 10e R®£-
Inf. zware mitrailleurs. Moet hij dit jaar nog
or.der de wapenen komen. Zoo ja, wanneer
en voor hoelang?
Vr. II. Hoe luidt het adres van de politie*
vakschool te Hilversum?
Antw.: Als uw zoon soldaat is, dan moet hl)
opkomen 11 September te Ede voor 17 da-
Ten. Is hij onder-officier, dan 4 September te
1de, vcor 21 dagen.
II. Politie-Vakschool, Hilversum. Voor ee
Roomsch-Katholieken Politie-Vakschool de
R. K. Politiovereeniging „St. Michael' te
's Hertogenbosch.
Een oproep aan het Nederlandsche volü
De volgende opresp is gepubliceerd:
Een ontzettende ramp heeft de bewone1. s
van Zuid-Frankrijk getroffen, een ramP»
waarvan wij ons vooral in Nederland zoo
goed den omvang en de gevolgen voor deh
geest kunnen halen, wanneer wij denken aao
onzen eigen grooten watersnood in 19X6-
Uit persberichten en fotopagina's der dag
bladen heeft men kunnen zien, hoe honder
den zijn omgekomen, tienduizenden have e-a
goed geheel hebben verloren. Veertien depar
tementen zijn ten deele verwoest en men ma»
zonder overdrijving zeggen, dat Europa se"
dert den wereldoorlog geen ramp van z°°'
danigen omvang gekend heeft.
Voor de streken, die getroffen zijn, is
verwoesting .totaal; in vele dorpen is See,
huis gespaard, halve steden zijn ineengestort.
Bij de leniging van dezen nood mag Neder
land zich niet onbetuigd laten. Er heeft ziri»
een Comité gevormd van een 60-tal voor
aanstaande Amsterdammers, dat de binnen
komende gelden in overleg met de Fransen
Regeering zal aanwenden. Zij hebben z'c
ervan overtuigd, dat hulp op den hoogst®
prijs zal worden gesteld, maar deze ns°®,
spoedig gegeven worden. Bis dat, qui cito da--
Alle giften zijn welkom. Niet wat gij See
maar dat gij geeft is van belang.
De Commissaris der Koningin in Noor
Holland Jhr. Mr. Dr. A. Röell en de bur?®
meester van Amsterdam W. de Vlugt hebb
zich bereid verklaard als eere-voorzitters
te treden.
De volledige samenstelling van het oom
zal dezer dagen bekend worden gemaakt.
Het uitvoerend Comité bestaat uit de n
ren: J. M. Telders, voorzitter; Prof. Dr. g'
Salverda de Grave, vice-voorzitter; DT'5yi
Sturkop, le secretaris (Wiliemsparkweg
Mr. Jan den Tex, _2e secretaris: M. 'iro
penningmeester (Sarphatistraat 55 6
57259); Mr. L. F. A.'M. van Ogtrop.
De sterrenwacht van de Harvard-unW®^
siteit heeft op haar observatiepost te A-^
zona een nieuwe p'aneet ontdekt, in o'e
van Neptunua. De planeet is s'echts
microscopische Instrumenten zichtbaar g
luiste afstand van de planeet tot NePu
is nog onbekend.