buiten landsch oJ^ieuws
PRESIDENT COSGRAVE
Feuilleton
Het verbroken
0
ÖERDE blad
DINSDAG 8 APRIL 1930
BLADZIJDE 1
BRIEVEN UIT ENGELAND
Een èroot staatsman
ynida;
De Vlootconferentie
De premier over artikel 16 van het
Statuut
Opluchting in conferentiekringen
Waf Grandi er van zegt
De actie van Gandhi
Vele arrestaties
Het Sovjetgezantschap
te Stockholm
Conflict met Moskou
Ernstige vliegongelukken
in de Ver. Staten
12 personen gedood
Een referendum in Zwitserland
De onderhandelingen met Egypte
De dood van de Koningin van
Zweden
De spoorwegstaking
in Bombay
Nieuwe botsingen
Mevr. Hanau nog niet vrij
Het Australische mijnconllict
Hevige explosie te Berlijn
Twee electrische centrales
uitgebrand
De Agrarische kwestie
Het Jakubowski-proces
Internationaal goederenverkeer in
Europa
KORT NIEUWS
GRAF
Reder];
Rient
LONDEN, 3 April 1930.
g leed de Iersche regeering een
aag in de „Dail Eiran". het Parle-
te Dublin. Dienzelfden dag traden
Cog ^LiDun. jjienzeuaen aag traaen
de n^aVe en zUn kabinet af. Woensdag werd
den ^ie sinds 1922 aan hoofd van
van Yrijstaat Sestaan had, als „President
r>Rt„ n Uitvoerenden Raad" (Eersten Mi-
herkozen.
Don aathefding tot de crisis een door de
^Positie ingediend wetsontwerp tot uitbrei
de van de Ouderdomspensioenen is te
v00r Van lokaal belang dan dat wij ons er
heer p°uden kunnen interesseeren. Dat de
toisH °sgl'ave, en niet de leider der extre-
tot uS<l"e Pianria Dail, de heer de Valera,
presidentschap zou worden geroepen,
biet voorbaat vast. Men zou dus
eebige reden kunnen beweren, dat er in
^ins el geen aallleiding bestaat beschou-
den r, wiiden aan hetgeen zoo juist in
ferschen Vrijstaat voorgevallen is.
COSGRAVE
®h toch
waarin
met des te
zou men zich vergissen. De merk-
gja J18e persoonlijkheid van president Cos-
ge»,.6' die langer aan het hoofd eener re-
Ujj h1® staat dan eenig Europeesch Pre-
feit h maakte iedere politieke crisis,
dp trokken is, belangrijk. En met
voorliefde grijp ik de gelegenheid aan
Iets van dezen merkwaardigen man te
ij ven, daar het nog niet heel lang gele-
biet k dat fh het voorrecht had te Dublin
.Meih te sPreken in datzelfde beroemde
verr! rne hotel waar acht jaren vroeger het
ranrae onderteekend werd, dat Ierland den
Miiri8? aUL°noom Dominion verleende.
Wat i?, inneringen aan hem zijn evenwel
t ouder. Voor de eerste maal zag ik hem
Riit mber 1926- Te Londen werd een
ste \i°nferentie gehouden, waarop de Eer
de h nisters van alle Dominions, dus ook
gin rt1 Cosgrave> aanwezig waren. Het be-
groot 6r conferentie viel samen met het
etL e Katholieken-congres te Manchester,
scheid' Waren de beraadslagingen reeds ver-
de s.t S!le dagen aan den gang, toen ik uit
ha n ands te Londen terugkeerde. Ik had
ih vv 1 a.an'comst nog een en ander te doen
«ver h5t?inster en' daar n°8' eenigen tijd
bin te begaf Ik mij naar de Kathedraal
ben "ri Zlen hoe de marmeren bekleeding van
hier t v kapellen vorderde. In de Sacra-
Verv Pel knielde ik twee of drie plaatsen
hiaa Öerd van een kleinen, goed-gekleeden,
aanv Zeer alledaagschen heer, op wien ik
jankelijk in *t geheel niet lette, tot hij
(je h minuut of vijf opstond, en ik, ten ein-
pj hem te laten passeeren, eveneens mijn
bren? yeriaten moest. Hij mompelde de ge-
<ja '^ijke verontschuldiging, en keek mij
Ik recht in de oogen. Opeens meende
hierk 1 gezicht, dat toch zoo weinig ken-
Ver„ nds had, meer gezien te hebben. Te-
Wetveefs trachtte ik mij te herinneren bij
ierip® gelegenheid ik hem ontmoet had. In
VerJ geval had hij mij niet herkend; ik
mij dus waarschijnlijk,
hesp v°lgenden morgen, toen beroepsbezig
ZaB miJ naar Wliitehall hadden geroepen,
'k Generaal Herzog, den Afrikaanschen
Sesn?l?r' Downingstreet uitkomen, in druk
draSi met den kleinen heer uit de kathe-
bekpi' nu wist ik waarom hij mij zoo
hooit voorf?®komen was; ik had hem
gezip 'haar zijn portret ontelbare malen
Y„ Hii utqc nrocirloDf Pncomvp VH.11 (1611
Ier*„ï?' Kij was president Cosgrave, van den
E^n Vrijstaat,
sto w. Uiterlijk minder indrukwekkend Eer-
baa „Uister dan dezen man, die zijn loop-
r „1,. 11- ,3 hnrKnrr
Vatl .aanving als bediende in de herberg
Vooj-J'-ih stiefvader, kan men zich moeilijk
blaar Kij heeft een zeer aangenaam,
jjj, tevens een uiterst kleurloos gezicht,
tejt i uiterlijk het toonbeeld van neutrali-
cir>rn v°°r een vaderlijk en plichtsgetrouw
bet^Phderwijzer zou men hem houden, zeer
^lin door zijn leerlingen en geacht door
ten ®"Perieu,en, maar zonder hoogere in-
ahihU'Ueele begaafdheid en vooral zonder
er Uie. Men acht het waarschijnlijk, dat hij
eh quasi-wetenschappelyke liefhebberij
op na houdt: een herbarium, een insecta-
rium, een aquarium, of iets anders dat op
„um" eindigt, ofschoon hij natuurlijk geen
woord latjjn verstaat.
Een mam om van te houden, maar een
doodgewoon man.
Men kan zelfs geruimen tijd met hem
spreken, zonder dat men dien indruk ver
liest. Eerst wanneer een punt van groot
gewicht ter sprake komt en hij het noodig
oordeelt zijn meening klem bij te zetten,
ontwaart men plotseling, te doen te hebben
met een man wiens bijna onschuldig-zacht
uiterlijk een geest en een wil van staal mas
keert.
Stel tegenover hem De Valera, dien ik óók
te Dublin ontmoette. Hij heeft het gezicht
van een aweeper, de oogen van een heer-
scher en den mond van een geweldenaar;
hij heeft een type dat men nooit vergeet als
men het eenmaal gezien heeft. Zijn gebaar
is meesleepend, zijn welsprekendheid over
weldigend. Hij is van boven tot beneden
met electriciteit geladen. En toch is deze
buitengewone, onversaagde en avontuurlijke
volksmenner nooit opgewassen geweest te
gen den kleinen, schijnbaar zoo docielen
Cosgrave, die hem keer op keer verslagen
heeft en hem gedwongen heeft zijn lijdelijk
verzet tegen Constitutie en Parlement te la
ten varen.
En toch was Cosgrave, toen hij in 1922
aan het hoofd van den Vrijstaat geroepen
werd, bijna een onbekende. De plotselinge
dood van den grooten Griffith had hem, den
man, die weinig de aandacht getrokken had
in een land, waar luidruchtige redevoeringen
en gloeiende gebaren meer opgeld doen dan
ergens ten noorden van de Alpen en de
Pyreneeën, plotseling op den voorgrond ge
bracht. Weinigen wisten toen wat het jonge
Ierland aan hem hebben zou. Tot 1922 toe
ontbrak zijn naam in alle Engelsche Ency
clopedieën en naamlijsten van openbare
personen. Men wist dat hij gemengd geweest
was in de rebellie tijdens den oorlog en kor
ten tijd gevangen gezeten had, maar de En-
gelschen beschouwden hem als een „bijloo-
per", en lieten hem reeds zeer spoedig weer
vrij. Men wist ook dat hij namens Ierland
had deelgenomen aan de onderhandelingen
over het Verdrag, maar zelfs in dit verband
was zijn naam weinig genoemd geworden.
Gedurende de acht jaren van zijn presi
dentschap heeft hij zelden of nooit een
„éclatante" daad volbracht. Althans niet in
het openbaar. Maar hij heeft acht jaren
lang geregeerd en bestuurd met stalen hand.
Het was gemakkelijk geweest vrijheid en
onafhankelijkheid te eischen, en het volk op
te roepen tot den opstand tegen Engeland.
Het was misschien een gevaarlijke, maar
toch zeker een dankbare en populaire taak.
De Valera zette haar voort; bleef agitatie
voeren voor verbreking van de laatste ban
den met de Britsche Kroon.
Cosgrave zag in dat Ierland, doodarm,
achterlijk, door burgeroorlog verscheurd, an
dere behoeften had; dat het, om niet ho
peloos ten onder te gaan, beschermd moest
worden, niet tegen Engeland, maar tegen
zichzelf, tegen diegenen wier haat tegen de
Britten grooter was dan hun liefde voor 't
eigen volk.
Dat was geen dankbare taak, en het was
ook geen populaire, en nog veel minder een
gemakkelijke taak. Zij moest volbracht wor
den in rustig overleg, in koelen bloede, niet
in een vrijheidshelden-roes.
Het Ierland van 1922 had misschien veel
sympathieën in Europa, maar zeker heel
weinig crediet, heel weinig vertrouwen. Het
was dat vertrouwen, dat Ierland noodig had.
Het moest bewijzen dat het in staat was
zichzelf te regeeren, dat het een ordelijk na
tionaal bestaan kon leiden. Er heerschte een
ontzettende chaos in 1922; een De Valera
zou Ierland in een jaar tijds vernietigd heb
ben.
Cosgrave heeft het opgebouwd, heel gelei
delijk en heel moeizaam. Hij, de mak-uit
ziende „dorpsschoolmeester", heeft met on
wankelbare vastberadenheid de talrijke po
gingen van Valera's volgelingen om een
nationalistische terreur te vestigen, verijdeld.
Hij heeft de plaatselijke besturen gereorga
niseerd, de financiën eenigszins in hun
evenwicht gebracht, wegen doen aanleggen,
de electrificatie ter hand genomen, kortom:
de vredeswerken doen verrichten, welke het
geteisterde Ierland zijn bloei kunnen herge
ven.
De persoonlijke Unie met Engeland aan
vaardt hij zonder sympathie, maar als een
noodzakelijkheid. Hij is realist, en weet dat
Ierland economisch van Engeland afhanke
lijk is en blijven zal. Nu hij dit erkent, wil
hij ook met Engeland, waarvoor hij toch niet
de minste liefde koestert, in vrede leven. Sn
ofschoon men ook te Londen weet, dat Cos
grave Sinn Peiner is in hart en nieren, stelt
men ook daar een volmaakt vertrouwen in
hem. Een tot Nationalisme geneigd Engelsch
blad, de „Daily Express", schreef dezer da
gen van hem:
„Cosgrave's koel en moedig beleid heeft
meer dan iets anders ertoe bijgedragen de
wereld ervan te overtuigen, dat de Iersche
Vrijstaat een experiment is, dat slagen zal.
Nooit zal vergeten worden wat hij gedaan
heeft om de grondslagen voor een hecht be
wind te vestigen".
NESSUNO.
LONDEN, 7 ApriL (V. D.) Bij de voortge
zette vergadering van het Lagerhuis deelde
MacDonald hedenavond mede aangaande de
interpretatie van artikel 16 van het Volken
bondsstatuut, dat wanneer dit artikel gereïn-
terpreteerd zou worden hij andere leden van
den Volkenbondsraad zou raadplegen en het
Huis de gelegenheid geven de zaak te be
schouwen, alvorens tot een dergelijke reïn
terpretatie zou worden overgegaan. Hij deelde
mede, dat het voor de regeering onmogelijk
is, trouwens voor de regeering van ge
dachte te wisselen of haar gedachten te
kennen te geven omtrent een artikel dat zoo
R MAC DONALD
vaag vervat is als het onderhavige. In Lo
carno verlangde Duitschland garanties voor
de verplichtingen welke 't zou aangaan, wan
neer 't tot den Volkenbond zou toe treden.
Bij die gelegenheid werd het artikel geïnter
preteerd door de landen die daar behalve
Duitschland waren vertegenwoordigd, waarbij
de interpretatie werd gegeven in een taal die
niet bij het Volkenbondsstatuut was gebezigd.
Dit antwoord werd Duitschland overhandigd
en goedgekeurd als zijnde een annex van het
verdrag. Niemand weet beter dan Locker
Lampson zelf dat geen enkele premier of
minister vair Buitenlandsche Zaken een ver
klaring kan geven van hetgeen door hem ge
vraagd wordt. MacDonald voegde hier aan
toe dat wanneer de partijleiders hem zouden
raadplegen, hij hun volledig van den stand
dezer aangelegenheid zou op de hoogte stel
len. Dit zou voor hen niet medebrengen dat
zij hem zouden moeten steunen, doch hun
de moeilijkheden waarmede hij te kampen
heeft doen begrijpen.
Sir Samuel Hoare, conservatief, deelde
mede dat hij de door den premier gegeven
wenk ter kennis zou brengen van Baldwin,
die heden verhinderd was.
Lloyd George, de liberale leider nam even
eens het voorstel aan, aangezien het wensche-
lijk was, dat de buitenlandsche politiek niet
het voorwerp zij van een oneenigheid tus-
schen de partijen.
Locker Lampson trok vervolgens zijn voor
stel in.
LONDEN, 7 April (Reuter). In vlootconfe-
rentiekringen valt hedenavond een algemeen
gevoel van opluchting waar te nemen over
het feit, dat er geen onbeperkte bespreking
in het Lagerhuis heeft plaatsgehad over den
tegenwoordigen toestand ter Vlootconferen
tie. Men meent n.l. algemeen, dat een derge
lijke bespreking schadelijke gevolgen zou kun
nen hebben bij den bestaanden kritieken
tieven was een verrassing voor de conserva
tieven was een verrassing voor de conserva
tieven en lokte vry veel commentaar uit van
die leden, die een open oog hebben voor den
kritieken aard van den bestaanden toestand.
Deze overwegingen leidden later tot het be
sluit om het debat niet op de spits te drij
ven, toen de motie van Locker-Lampson ter
tafel kwam.
LONDEN, 7 April (Reuter) Grandi bezocht
heden MacDonald. Een der redenen is, dat
hij zoo spoedig mogelijk naar Rome wil te-
rugkeeren. met het oog op de omvangrijke
begrooting van buitenl. zaken. Verder zou hij
Italië's bereidwilligheid hebben herhaald
om toe te stemmen in een vlootbouwvacan-
tie voor slagschepen, welke aan Frankrijk op
dit gebied een overwicht zou geven van ca.
iOO.OOO ton, alsmede de bereidwilligheid om
Frankrijk de superioriteit te verleenen op
het gehied van speciale schepen, doch hij
verlangde in theorie pariteit met Frankrijk,
onverschillig met welke cijfers, ofschoon
Italië niet zal trachten bij den bouw die cij
fers te bereiken
GRANDI
De Italiaansehe zegsman verklaarde, dat,
indien omtrent een formule overeenstem
ming werd bereikt, dit een zuiver Engelsch-
Fransche aangelegenheid zou zijn, waaraan
Italië niet zou deelnemen. Het zou geen deel
uitmaken van de vijfmogendheden-overeen-
komst, wat Italië betrof. De Italianen zijn
echter optimistisch gestemd ten aanzien
van de mogelijkheid eener vijfmogendheden-
overeenkomst in minder belangrijke kwes
ties, waarna over de speciale Italiaansch-
Fransche verhouding rechtstreeks tusschen
de twee landen zou kunnen worden beraad
slaagd, wanneer de overeenkomst meer kans
van slagen zou hebben.
Bij de voortgezette schending van het zout
monopolie door Gandhi is het te Aat-Goeja-
rat tot botsingen met de politie gekomen.
Toen de politie trachtte beslag te leggen op
het clandestiene gefabriceerde zout, ontstond
er een vechtpartij, waarbij twee politiebeamb
ten gewond werden. Twee personen werden
gearresteerd.
Ettelijke plaatselijke leiders en vrijwilligen
bij de beweging der burgerlijke onge
hoorzaamheid zijn heden in de omgeving
van Surat, Broach en Ahmedabad aange
houden wegens overtreding der zoutwetten.
Te Borsad werden enkelen veroordeeld tot
twee jaar gevangenisstraf en een boete van
500 ropijen.
In het Lagerhuis werden Wedgwood Benn,
den minister van Indië, vragen gesteld aan
gaande de actie van Gandhi. Hij verklaarde
dat het nog te vroeg is om zich een mee
ning te vormen omtrent de gevolgen van
deze actie en dat de houding der regeering
tegenover de civiele ongehoorzaamheid zou
worden bepaald door de omstandigheden.
Te Stockholm doet zich een geval voor,
hetwelk herinnert aan de zaak- Bessadowsm
te Parijs. De Sovjetregeering heeft n.l. den
eersten gezantschapsraad van het Russische
gezantschap, Dimitriewski, teruggeroepen om
zich in Moskou te komen verantwoorden.
Dimitriewski denkt er echter niet over en
heeft daarom zijn ontslag gekregen.
Toen hij zich naar het gezantschap begai
om enkele papieren te halen, werd hij daar
in door eenige Sovjet-ambtenaren, gewapend
met revolvers, verhinderd.
Dimitriewski heeft aan een medewerker
van „Stockholms Ticïningen" verklaard dat
het geval geen comedie is om zijn naam
bekend te maken, want dat hij geenszins
voornemens is sensationeele onthullingen
over de Sovjetpolitiek te publiceeren.
NEW YORK. 7 April. N. T. A. Bij vlieg
ongelukken in de Vereenigde Staten zijn gis
teren in totaal zes personen om het leven
gekomen.
In Tilden (Nebraska) stortte een vliegtuig
naar beneden waarbij drie personen om het
leven kwamen.
In Hays City (Kansas) werden bij een
vliegongeluk eveneens drie personen gedood.
Hervorming der alcohohvetgeving
De zeer vele Zwitsers, die nog vertrou
wen hebben in de instelling van het refe
rendum als onontbeerlijk bestanddeel van
de democratische staatsinrichting, hebben nu
met een gevoel van opluchting kennis geno
men van den uitslag van de gehouden volks
stemming over de grondwetswijziging, die
ten doel heeft in de eerste plaats door een
belasting op den verkoop van brandewijn,
het brandewijngebruik in Zwitserland te ver
minderen en in de tweede plaats door de
opbrengst van die belasting de mogelijkheid
te scheppen van een spoedige invoering van
de ouderdoms- en weduwen- en weezenver-
zekering. Dit was de tweede poging van den
tegenwoordigen president van Zwitserland,
Musy, om aldus tot een onderdrukking van
het toenemend gebruik van goedkoope bran
dewijn, in Zwitserland „Schnapps" genoemd,
te komen. Nadat zijn eerste poging in 1923
door het Zwitsersche volk was van de hand
gewezen, ofschoon Musy ook toen de instem
ming van vrijwel het geheele parlement er
voor gewonnen had, zou de instelling van
Ret referendum een gevoeligen klap gekre
gen hebben, indien nu opnieuw de volks
stemming negatief zou zijn uitgevallen en
de burgers getoond hadden een goedkoope
Schnapps boven de ouderdomsrente te ver
kiezen,
Het is echter een overwinning geworden
voor het gezond verstand en het verant
woordelijkheidsgevoel van de Zwitsersche
Staatsburgers en met 490.000 tegen 320.000
stemmen heeft het Zwitsersche volk zijn
toestemming tot de grondwetswijziging ge
geven. 80 pet. der kiezers zijn ter stembus
gekomen. De tegenstemmen kwamen, zoo
als te verwachten was, uit de boeren
districten, terwijl daarentegen uit de
steden een groote meerderheid ten
gunste van de hervorming van de alcohol
wetgeving opleverden. Dat er ook nog 300.000
tegenstemmen zijn uitgebracht, ofschoon
slechts een onbeduidende partij het openlijk
voor de verwerping had opgenomen, bewijst
wel, dat de aanhangers verstandig gedaan
hebben een krachtige propaganda te maken
en de stille oppositie in den lande niet te
overschatten.
(„Hbld.")
Gisteren hadden de Egyptische onderhan
delaars, onder leiding van hun premier Nahas
Pasha, een nieuwe bijeenkomst met de En
gelsche vertegenwoordigers, ter voortzetting
der onderhandelingen betreffende een En-
gelsch-Egyptisch verdrag.
De besprekingen, welke gebaseerd zijn op
de door de Engelsche regeering in de maand
Augustus van het vorige jaar gedane voor
stellen, zullen heden worden vervolgd.
In antwoord op een vraag, deelde Hender
son in het Lagerhuis mede, dat hij niet pre
cies kon zeggen, wanneer hij in de gelegen
heid zou zijn een verklaring aangaande deze
belangrijke besprekingen af te leggen.
Bij de onderhandelingen worden goede vor-
derinsan gemaakt.
Kouwplechtigheden
ROME, 7 April. (V. D.). De acte van
overlijden van Koningin Victoria van Zwe
den werd hedenochtend namens den Zweed-
schen Minister-President door de Kanselier
der Legatie onderteekend.
Het stoffelijk overschot, dat door den lijf
arts Munthe gebalsemd is, rust thans in de
villa „Svecia", onder de nationale Zweedsche
kleuren in een met witte zijde gedrapeerde
kist.
Koning Gustaaf heeft op den deksel van
de kist een eenvoudige tijdtafel laten aan
brengen met het opschrift: „Drottning Vik-
toria 1862 tot 1930".
Alvorens de kist gesloten werd vertoef
den Koning Gustaaf, zijn zoon Wilhelm en
zijn kleindochter Ingrid nog geruimen tijd
in stille overpeinzing bij het stoffelijk over
schot der vorstin.
Naar thans is komen vast tq staan zal de
overbrenging van de kistpaar het station
op Woensdag te 12 uur 's middags plaats
hebben.
Aan de rouwdienst in de Duitsche Kerk
zullen behalve de leden van het Zweedsche
Koningshuis, ook de Koning en Koningin
van Italië, Prinses Johanna, de Prins en
Prinses van Hessen en Mussolini deelnemen.
Naar gemeld wordt, heeft de Koning van
Spanje, evenals Koning Victor Emanuel, met
zijn geheele hofhouding den rouw aangeno
men.
In de omgeving van Bombay zijn weer bot
singen voorgekomen tusschen de politie en
het stakende spoorwegpersoneel. Bij het sta
tion Koerla, bij Bombay, werden, naar Reu
ter meldt, twee stakers gedood en vijf ge
wond doordat de politie op de stakers schoot,
die met steenen wierpen naar aan het werk
gebleven arbeiders en Pathans, waarvan er
vier gewond werden. Bij het station Thana
eveneens bij Bombay, werden drie politie
beambten gewond bij het verspreiden van
stakers, die het loopen van de treinen tracht
ten te beletten en er met steei en naar wier
pen. Er zijn negentien stakers gearresteerd.
Mede werden aangehouden de voorzitter van
de vakvereeniging van het personeel der
Great India Peninsuia Railway, de voorzit
ter van de vereeniging „De Roode Vlag" en
nog een stakingsleider.
De stakers zijn begonnen met het plegen
van lijdelijk verzet te Thars op 19 K.M. van
Bombay. Zij gingen op de spoorbaan staan
met het doel de treinen tegen te houden,
doch werden door Pathans verspreid.
Nog steeds is mevr. Hanau niet op vrije
voeten gesteld, daar het bedrag der borg
stelling 800.000 francs nog niet
bijeen is. Zij vertoeft in haar kamer in de
gevangenis van Saint-Lazare en komt lang
zamerhand op krachten, nu zij har voedsei-
weigering heeft laten varen.
De gelden voor de borgstelling vloeien in-
tusschen langzaam binnen. Mr. Dominique,
de verdediger van mevr. Hanau, had aan de
3300 schuldeischers van de directrice der
„Gazette du Franc" een circulaire gericht
met verzoek, geld bijeen te brengen om ae
borgstelling te kunnen verschaffen. Er is
vrij flink op dezen oproep gereageerd, want
de meeste schuldeischers zien meer heil in
Mme. Hanau's vrijheid dan in haardooa
door honger! In dit laatste geval zou er
heelemaal niets van hun geld terecht komen,
nu bestaat er nog een kansje. Zaterdagavona
was er meer dan 500,000 francs bijeen; men
hoopt, dat vandaag of morgen het geheele
bedrag binnen zal zijn. Dan kan mevr. Ha
nau terugkeeren naar haar appartement, dax
haar vrienden reeds bezig zijn met bloemen
te tooien!
Het compromis aangenomen
SYDNEY, 7 April. (Reuter). De mijnwer
kers hebben met 412 tegen 279 stemmen be
sloten de voorwaarden van het compromis
van November te aanvaarden voor de bij-
legging van het geschil in de steenkolen
mijnen.
Een hevige explosie is Maandag, naar
Berlijnsche bladen melden, ontstaan bij het
leggen van kabels, welke noodig waren ge
worden door den bouw van de nieuwe elec
trische centrale van de stad Wels.
Een geweldige steekvlam schoot op, waar
door brand ontstond in het nieuwe gebouw,
welk vuur oversloeg op het oude fabrieks
gebouw.
Beide complexen werden totaal door het
vuur vernield.
Twee arbeiders kregen levensgevaarlijke
wonden. Een van hen stierf reeds onder
weg naar het ziekenhuis.
De kabelmonteur en de bedrijfsleider wer
den, toen zij de gewonden te hulp wilden
komen, eveneens gewond.
Principieele overeenstemming in het Kabinet,
Officieel wordt medegedeeld: Het Rijks
kabinet heeft zich in de zitting van heden
onder voorzitterschap van Rijkskanselier Dr.
Brüning beziggehouden met de agrarische
problemen op grend van een voorstel van
den Rijksminister voor Voedselvoorziening en
Landbouw inzake een ,,wet tot bescherming
van den landbouw". Na de debatten, die
eenige uren duurden, is men er in geslaagd
principieel tot overeenstemming te komen.
Dinsdagmiddag zal in dit verband nog een
Kabinetszitting worden gehouden.
Doodstraf geëischt
SCHWERIN, 7 April. (V.D.j De officie»
van justitie eischte in het bekende Jakubow
ski-proces tegen den aangeklaagde, Auguss
Negens, de doodstra, en levenslang verlies
van burgerlijke eererechten, tegen Fritz No-
gens 4 jaar gevangenisstraf wegens mede
plichtigheid aan moord en 4 jaar en 1 maand
gevangenisstraf wegens meineed,.met aftrek
van preventief, en tegen Mevrouw Kahler 6
jaar tuchthuisstraf en wegens meineed 2 jaar
tuchthuis, tezamen verminderd tot 7 jaar
tuchthuis en eerverlies voor 10 jaar. Hierop
werd de zitting verdaagd tot Woensdag
morgen.
Een conferentie 1* PeJenno
PALERMO, 7 April. Hedenmorgen is ae
internationale conferentie voor de dienstrege
ling van spoorwegen geopend tot het brengen
van verband tusschen de dienstregeling der
treinen in het internationale goederenverkeer
in Europa. Aan deze conferentie namen ver
tegenwoordigers van zestien staten deel,
waaronder Nederland.
Bij een botsing tusschen twee taxi's
te Parijs, werden 2 passagiers gedood en
3 zwaar gewond.
De Belgische regeering heeft be
sloten een subsidie van frs. 100.000 te ver
leunen aan den Nat. Bond ter bestrijding
van tuberculose.
In den gemeenteraad te Luik
legden 2 communistische leden de verkla
ring af, dat zij met het oog op de negatieve
politiek der Sovjet-regeering uit de commu
nistische partij traden, om zich aan te
sluiten bij de Arbeiderspartij.
De verklaring maakte diepen indruk.
Generaal Unt, die door een onbe
kende met een revolverschot zwaar gekwetst
werd, is overleden.
De bekende Poo1onderzoeker
Nansen is ongesteld.
flièp??® Nell! aij gevoelde steeds zoo fijn en
*ëlvp WÜ zijn allen veranderd. Ais ik mü
ihp. d in den spiegel bezie, kan ik mij niet
■*-. 4 1il- ..44 k inn« r*/ll Oflon
1% horstellen, hoe ik er vy.f jaar geleden
bic g- Ik zie tegen net oogenblik op, dat ik
Vader zal ontmoeten en toch is er een
«Jt.- wilae vreugde in mij, zooals ik al
N .Hid niet heb gekend. Sinds den dag, dat
geu.'in vaderhuis veriiet, ben ik niet meer
5chrve geweest. En als ik denk aan de
Üaai iike gevolgen van die afschuweiyke
ttiaaj,Van eg°ïsme' waaraan ik mij schuldig
d^aar moet g'j nu maar niet meer aan
iitvg betoogde Herbert kalmeerend. Denk
is, J aan den. zonneschijn die nu aanstaande
ha,j.ei Was geen misdaad, dat gy uw hart
eeschonken aan een schurk, die uwer
onwaardig is. Gij waart nog jong en
indien gy dat feuilleton in Hep-
>Aj S tlie,: hadt geschreven
Ven „aai dat heb ik werkelijk niet geschre-
zeide Mary met een pijnlijken blos.
„Het was het werk van mijn vader ik
heb het slechts gewijzigd volgens mijn ge
zichtspunt. Hij sprak er mij dikwijls over en
las het mij dikwerf voor, dat ik het welhaast
van buiten kende. Spoedig na ons huwelijk
bleek, dat mijn echtgenoot geen geld en geen
inkomen had. Wy waren arm; wij hadden ge
brek aan geld; ik wist, dat nujn vader er
niet over dacht, zyn werk te publiceeren en
allengs kwam het plan bij mij op, het werk
te laten verschijnen. Ook verlangde ik naar
een bezigheid, die mij afleiding schonk eii
mij het heden eenigen tyd deed vergeten. Ik
legde mij met hart en ziel op het werk toe.
Ik schreef recht uit het hart en gaf mij ge
heel aan het werk. Mijn echtgenoot slaagde
er in, het werk te doen publiceeren. Hij be
gon mij reeds als een bron van inkomsten
te beschouwen. Doch ik vergeet te vragen:
hoe hebt u my gevonden? Ik was steeds in de
meening dat mijn naam geheim zou blüven."
„Het was eenvoudig een gelukkige samen
loop van feiten," antwoordde Herbert. „Ik
beschouw het echter in den grond als een
vingerwijzing der Voorzienigheid. Uw vader
gaf my eenige manuscripten, om die eens
door te lezen; het was zijn dagboek en het
behelsde hetzelfde, wat gij in uw feuilleton
beschrijft. Ik las het dagboek door en ook
myn zuster nam er kermis van. Mijn zuster
leest Hepworth's en kende dus ook uw feuil
leton. Zy maakte mij op het vreemde feit op
merkzaam en ik deelde het aan uw vader
mede. Het bleek my, dat uw vader niet kon
hebben geput uit het feuilleton, terwyi "het
dagboek zelfs voor niemand toegankelijk was
geweest, zoodat ook het feuilleton niet kon
zijn overgeschreven tilt het dagboek. Eén per
soon slechts was met den inhoud van het
dagboek zelf voor niemand toegankelijk was
waande dochter, Mary. Natuuriyk wist ik
reeds alles omtrent Blake. Helene had mij
verteld, dat hij met u in het geheim was ge
huwd. En toen flitste mij de gedachte door
den geest, dat het feuilleton door niemand
anders kon geschreven zijn dan door u, en
dat gij dus misschien nog in het leven waart.
Het had immers ook steeds zoo zonderling en
onwaarschijnlijk geklonken, dat gij door een
duw over den rand der klippen waart gestort,
terwijl men immers ook nooit uw lijk had
gevonden. Hoe langer ik over de zaak peins
de, hoe waarschijnlijker werd mijn
onderstelling. Ik kwam naar Londen, om het
raadsel oo te lossen en zoodra ik zag, dat
Blake als vertegenwoordiger der schrijfster
kwam, was ik zeker van de zaak. Maar het
doet mij leed, dat uw tweede poging schip
breuk heeft geleden."
„Het moest wel," stemde Mary toe. „Ik had
mij reeds ingebeeld, dat ik werkelijk talent
had, maar onder het werk kwam ik tot de
overtuiging, dat ik niet meer was dan een
knap plagiaris. Het was echter geen ydel-
heid, die mij dwong; het was de armoede.
En al dien tijd dus heb ik in den waan ver
keerd, dat mijn vader en Nell niets meer van
my wilden weten."
„Gy hebt haar dikwijls geschreven, zeidet
gij. Die brieven zyn natuurlijk door uw echt
genoot achtergehouden."
..Blijkbaar wel behalve de laatste. Ik
zond een bedrag van twee honderd pond ster
ling in een aangeteekenden brief aan het
oude adres in Yorkshire. Ik wist natuurlijk
niet dat mijn vader te Carisford was gaan
wonen. Ik deed er slechts een papier in,
waarop met machineschrift geschreven stond:
Bewaar dit voor mij. Het was het copierecht
voor dn Amerikaansche uitgave van Hep
worth's en ik ontving dit geld terwijl mijn
echtgenoot afwezig was. Ik heb hem niet over
dat geld gesproken, omdat ik wel wist, dat
het zoo niet lang meer met ons zou kunnen
voortgaan en dat ik dan geld voor mij zeiven
zou noodig hebben."
„Gij hebt de nummers der bankbiljetten
natuurlijk genoteerd?"
„Ja. Dat had ik vroeger reeds van mijn
vader geleerd. Het waren twee biljetten van
honderd pond. En Nell heeft zeker ontvan-
gén, anders zouden ze wel als onbestelbaar
terug zijn gekomen."
.Maar de brief bevatte toch geenerlei aan
wijzing over uw adres?"
„Ja, dat is waar," erkende Mary aarze
lend. „Daaraan had ik niet meer gedacht.
Maar ik ben er zeker van dat Nell den brief
heeft ontvangen. Ik herinner my de num
mers duideiyk: 17.051 en 17.052. Wat scheelt
u?"
Hei-bert had een haastige beweging ge
maakt en het bloed was hem naar het ge
laat gestegen.
„Een kleine aanval van. pijn," zeide hij
„Gij hebt my iets verhaald, wat ik langen
tijd heb verlangd te weten. En toch gevoel
ik tevens vreugde daarover. Nu is het geheele
raadsel opgelost alleen zal het laatste deel
voor u niet van zoo veel belang zijn, om het
u te zeggen."
Zij naderden Carisford en Mary werd on
rustig en nerveus. Het was by na donker, toen
zij het stationsgebouw verlieten.
„Gaat gij dadeujk naar mijn vader?" vroeg
Mary.
„Vanavond niet meer," antwoordde Her-
bert. „Ik neem u mede naar mijn huis,
waar Nell op het oogenblik tijdelijk vertoeft.
Morgenochtend, als rust hebt gehad, zullen
wij naar Maldon Chase gaan. Vera zal over
gelukkig zijn, u te zien."
Zij gingen het zijhek in en wandelden door
den tuin. Alles was stil, vreedzaam, rustig.
De bloemengeur hing in de zachte lucht en
het oude, gezellige huis lag daar, zwijgend en
uitnoodigend tot binnentreden. Van uit de
eetkamer kwam de zachte schijn van getem
perd licht.
„Hoe schoon, hoe vreedzaam," zuchtte
Mary. „Ik heb sinds vijf jaren geen wer
kelijk tehuis meer gekend. En dat is uw
zuster natuuriyk, daar in de kamer, maar
wie is de dame met het witte haar? Toch
nietMaar dat is niet mogelük!"
Mary drukte de hand op het hart en
bleef, diep ademend, staan.
„Ja. zeide Herbert rustig. ,,De dame met
het witte haar is Nell."
HOOFDSTUK XVXL
Wederzien.
Vera was druk bezig met haar huishoud
boek en zy deed het zoo ernstig en nauw
gezet alsof zij verantwoording moest doen
over miilioenen. Helene had een bououet
roode rozen en verdeelde de prachtige bloe
men in Boheemsche glazen. Zü scheen bloe
men nooit moe te worden en de tuin was
haar liefste plek, waar zij den geheelen
dag had kunnen werken. Vera keek nu en
dan naar haar en glimlachte misschien om
haar eigen ongerustheid te verbergen. Her-
bert zou nu niet lang meer wegblijven. Het
was onmogelijk, te gissen, of hy al dan niet
succes had gehad; hy had geenerlei bericht
gezonden. En de laatste trein uit Londen
moest een kwartier geleden aangekomen zijn.
.Herbert komt van avond blijkbaar niet
terug," merkte Helene op.
„O, toch wel," antwoordde Vera. .Anders
zou hij wel geseind hebben. Hij zal binnen
eenige minuten hier zijn. Wat heb ik u
gezegd? Daar is hij al! Mijn beste Herbert,
je zult wel moe zijn.'
(Wordt vervolgd).