buiten landsch oJ^ieuws PRESIDENT COSGRAVE Feuilleton Het verbroken 0 ÖERDE blad DINSDAG 8 APRIL 1930 BLADZIJDE 1 BRIEVEN UIT ENGELAND Een èroot staatsman ynida; De Vlootconferentie De premier over artikel 16 van het Statuut Opluchting in conferentiekringen Waf Grandi er van zegt De actie van Gandhi Vele arrestaties Het Sovjetgezantschap te Stockholm Conflict met Moskou Ernstige vliegongelukken in de Ver. Staten 12 personen gedood Een referendum in Zwitserland De onderhandelingen met Egypte De dood van de Koningin van Zweden De spoorwegstaking in Bombay Nieuwe botsingen Mevr. Hanau nog niet vrij Het Australische mijnconllict Hevige explosie te Berlijn Twee electrische centrales uitgebrand De Agrarische kwestie Het Jakubowski-proces Internationaal goederenverkeer in Europa KORT NIEUWS GRAF Reder]; Rient LONDEN, 3 April 1930. g leed de Iersche regeering een aag in de „Dail Eiran". het Parle- te Dublin. Dienzelfden dag traden Cog ^LiDun. jjienzeuaen aag traaen de n^aVe en zUn kabinet af. Woensdag werd den ^ie sinds 1922 aan hoofd van van Yrijstaat Sestaan had, als „President r>Rt„ n Uitvoerenden Raad" (Eersten Mi- herkozen. Don aathefding tot de crisis een door de ^Positie ingediend wetsontwerp tot uitbrei de van de Ouderdomspensioenen is te v00r Van lokaal belang dan dat wij ons er heer p°uden kunnen interesseeren. Dat de toisH °sgl'ave, en niet de leider der extre- tot uS<l"e Pianria Dail, de heer de Valera, presidentschap zou worden geroepen, biet voorbaat vast. Men zou dus eebige reden kunnen beweren, dat er in ^ins el geen aallleiding bestaat beschou- den r, wiiden aan hetgeen zoo juist in ferschen Vrijstaat voorgevallen is. COSGRAVE ®h toch waarin met des te zou men zich vergissen. De merk- gja J18e persoonlijkheid van president Cos- ge»,.6' die langer aan het hoofd eener re- Ujj h1® staat dan eenig Europeesch Pre- feit h maakte iedere politieke crisis, dp trokken is, belangrijk. En met voorliefde grijp ik de gelegenheid aan Iets van dezen merkwaardigen man te ij ven, daar het nog niet heel lang gele- biet k dat fh het voorrecht had te Dublin .Meih te sPreken in datzelfde beroemde verr! rne hotel waar acht jaren vroeger het ranrae onderteekend werd, dat Ierland den Miiri8? aUL°noom Dominion verleende. Wat i?, inneringen aan hem zijn evenwel t ouder. Voor de eerste maal zag ik hem Riit mber 1926- Te Londen werd een ste \i°nferentie gehouden, waarop de Eer de h nisters van alle Dominions, dus ook gin rt1 Cosgrave> aanwezig waren. Het be- groot 6r conferentie viel samen met het etL e Katholieken-congres te Manchester, scheid' Waren de beraadslagingen reeds ver- de s.t S!le dagen aan den gang, toen ik uit ha n ands te Londen terugkeerde. Ik had ih vv 1 a.an'comst nog een en ander te doen «ver h5t?inster en' daar n°8' eenigen tijd bin te begaf Ik mij naar de Kathedraal ben "ri Zlen hoe de marmeren bekleeding van hier t v kapellen vorderde. In de Sacra- Verv Pel knielde ik twee of drie plaatsen hiaa Öerd van een kleinen, goed-gekleeden, aanv Zeer alledaagschen heer, op wien ik jankelijk in *t geheel niet lette, tot hij (je h minuut of vijf opstond, en ik, ten ein- pj hem te laten passeeren, eveneens mijn bren? yeriaten moest. Hij mompelde de ge- <ja '^ijke verontschuldiging, en keek mij Ik recht in de oogen. Opeens meende hierk 1 gezicht, dat toch zoo weinig ken- Ver„ nds had, meer gezien te hebben. Te- Wetveefs trachtte ik mij te herinneren bij ierip® gelegenheid ik hem ontmoet had. In VerJ geval had hij mij niet herkend; ik mij dus waarschijnlijk, hesp v°lgenden morgen, toen beroepsbezig ZaB miJ naar Wliitehall hadden geroepen, 'k Generaal Herzog, den Afrikaanschen Sesn?l?r' Downingstreet uitkomen, in druk draSi met den kleinen heer uit de kathe- bekpi' nu wist ik waarom hij mij zoo hooit voorf?®komen was; ik had hem gezip 'haar zijn portret ontelbare malen Y„ Hii utqc nrocirloDf Pncomvp VH.11 (1611 Ier*„ï?' Kij was president Cosgrave, van den E^n Vrijstaat, sto w. Uiterlijk minder indrukwekkend Eer- baa „Uister dan dezen man, die zijn loop- r „1,. 11- ,3 hnrKnrr Vatl .aanving als bediende in de herberg Vooj-J'-ih stiefvader, kan men zich moeilijk blaar Kij heeft een zeer aangenaam, jjj, tevens een uiterst kleurloos gezicht, tejt i uiterlijk het toonbeeld van neutrali- cir>rn v°°r een vaderlijk en plichtsgetrouw bet^Phderwijzer zou men hem houden, zeer ^lin door zijn leerlingen en geacht door ten ®"Perieu,en, maar zonder hoogere in- ahihU'Ueele begaafdheid en vooral zonder er Uie. Men acht het waarschijnlijk, dat hij eh quasi-wetenschappelyke liefhebberij op na houdt: een herbarium, een insecta- rium, een aquarium, of iets anders dat op „um" eindigt, ofschoon hij natuurlijk geen woord latjjn verstaat. Een mam om van te houden, maar een doodgewoon man. Men kan zelfs geruimen tijd met hem spreken, zonder dat men dien indruk ver liest. Eerst wanneer een punt van groot gewicht ter sprake komt en hij het noodig oordeelt zijn meening klem bij te zetten, ontwaart men plotseling, te doen te hebben met een man wiens bijna onschuldig-zacht uiterlijk een geest en een wil van staal mas keert. Stel tegenover hem De Valera, dien ik óók te Dublin ontmoette. Hij heeft het gezicht van een aweeper, de oogen van een heer- scher en den mond van een geweldenaar; hij heeft een type dat men nooit vergeet als men het eenmaal gezien heeft. Zijn gebaar is meesleepend, zijn welsprekendheid over weldigend. Hij is van boven tot beneden met electriciteit geladen. En toch is deze buitengewone, onversaagde en avontuurlijke volksmenner nooit opgewassen geweest te gen den kleinen, schijnbaar zoo docielen Cosgrave, die hem keer op keer verslagen heeft en hem gedwongen heeft zijn lijdelijk verzet tegen Constitutie en Parlement te la ten varen. En toch was Cosgrave, toen hij in 1922 aan het hoofd van den Vrijstaat geroepen werd, bijna een onbekende. De plotselinge dood van den grooten Griffith had hem, den man, die weinig de aandacht getrokken had in een land, waar luidruchtige redevoeringen en gloeiende gebaren meer opgeld doen dan ergens ten noorden van de Alpen en de Pyreneeën, plotseling op den voorgrond ge bracht. Weinigen wisten toen wat het jonge Ierland aan hem hebben zou. Tot 1922 toe ontbrak zijn naam in alle Engelsche Ency clopedieën en naamlijsten van openbare personen. Men wist dat hij gemengd geweest was in de rebellie tijdens den oorlog en kor ten tijd gevangen gezeten had, maar de En- gelschen beschouwden hem als een „bijloo- per", en lieten hem reeds zeer spoedig weer vrij. Men wist ook dat hij namens Ierland had deelgenomen aan de onderhandelingen over het Verdrag, maar zelfs in dit verband was zijn naam weinig genoemd geworden. Gedurende de acht jaren van zijn presi dentschap heeft hij zelden of nooit een „éclatante" daad volbracht. Althans niet in het openbaar. Maar hij heeft acht jaren lang geregeerd en bestuurd met stalen hand. Het was gemakkelijk geweest vrijheid en onafhankelijkheid te eischen, en het volk op te roepen tot den opstand tegen Engeland. Het was misschien een gevaarlijke, maar toch zeker een dankbare en populaire taak. De Valera zette haar voort; bleef agitatie voeren voor verbreking van de laatste ban den met de Britsche Kroon. Cosgrave zag in dat Ierland, doodarm, achterlijk, door burgeroorlog verscheurd, an dere behoeften had; dat het, om niet ho peloos ten onder te gaan, beschermd moest worden, niet tegen Engeland, maar tegen zichzelf, tegen diegenen wier haat tegen de Britten grooter was dan hun liefde voor 't eigen volk. Dat was geen dankbare taak, en het was ook geen populaire, en nog veel minder een gemakkelijke taak. Zij moest volbracht wor den in rustig overleg, in koelen bloede, niet in een vrijheidshelden-roes. Het Ierland van 1922 had misschien veel sympathieën in Europa, maar zeker heel weinig crediet, heel weinig vertrouwen. Het was dat vertrouwen, dat Ierland noodig had. Het moest bewijzen dat het in staat was zichzelf te regeeren, dat het een ordelijk na tionaal bestaan kon leiden. Er heerschte een ontzettende chaos in 1922; een De Valera zou Ierland in een jaar tijds vernietigd heb ben. Cosgrave heeft het opgebouwd, heel gelei delijk en heel moeizaam. Hij, de mak-uit ziende „dorpsschoolmeester", heeft met on wankelbare vastberadenheid de talrijke po gingen van Valera's volgelingen om een nationalistische terreur te vestigen, verijdeld. Hij heeft de plaatselijke besturen gereorga niseerd, de financiën eenigszins in hun evenwicht gebracht, wegen doen aanleggen, de electrificatie ter hand genomen, kortom: de vredeswerken doen verrichten, welke het geteisterde Ierland zijn bloei kunnen herge ven. De persoonlijke Unie met Engeland aan vaardt hij zonder sympathie, maar als een noodzakelijkheid. Hij is realist, en weet dat Ierland economisch van Engeland afhanke lijk is en blijven zal. Nu hij dit erkent, wil hij ook met Engeland, waarvoor hij toch niet de minste liefde koestert, in vrede leven. Sn ofschoon men ook te Londen weet, dat Cos grave Sinn Peiner is in hart en nieren, stelt men ook daar een volmaakt vertrouwen in hem. Een tot Nationalisme geneigd Engelsch blad, de „Daily Express", schreef dezer da gen van hem: „Cosgrave's koel en moedig beleid heeft meer dan iets anders ertoe bijgedragen de wereld ervan te overtuigen, dat de Iersche Vrijstaat een experiment is, dat slagen zal. Nooit zal vergeten worden wat hij gedaan heeft om de grondslagen voor een hecht be wind te vestigen". NESSUNO. LONDEN, 7 ApriL (V. D.) Bij de voortge zette vergadering van het Lagerhuis deelde MacDonald hedenavond mede aangaande de interpretatie van artikel 16 van het Volken bondsstatuut, dat wanneer dit artikel gereïn- terpreteerd zou worden hij andere leden van den Volkenbondsraad zou raadplegen en het Huis de gelegenheid geven de zaak te be schouwen, alvorens tot een dergelijke reïn terpretatie zou worden overgegaan. Hij deelde mede, dat het voor de regeering onmogelijk is, trouwens voor de regeering van ge dachte te wisselen of haar gedachten te kennen te geven omtrent een artikel dat zoo R MAC DONALD vaag vervat is als het onderhavige. In Lo carno verlangde Duitschland garanties voor de verplichtingen welke 't zou aangaan, wan neer 't tot den Volkenbond zou toe treden. Bij die gelegenheid werd het artikel geïnter preteerd door de landen die daar behalve Duitschland waren vertegenwoordigd, waarbij de interpretatie werd gegeven in een taal die niet bij het Volkenbondsstatuut was gebezigd. Dit antwoord werd Duitschland overhandigd en goedgekeurd als zijnde een annex van het verdrag. Niemand weet beter dan Locker Lampson zelf dat geen enkele premier of minister vair Buitenlandsche Zaken een ver klaring kan geven van hetgeen door hem ge vraagd wordt. MacDonald voegde hier aan toe dat wanneer de partijleiders hem zouden raadplegen, hij hun volledig van den stand dezer aangelegenheid zou op de hoogte stel len. Dit zou voor hen niet medebrengen dat zij hem zouden moeten steunen, doch hun de moeilijkheden waarmede hij te kampen heeft doen begrijpen. Sir Samuel Hoare, conservatief, deelde mede dat hij de door den premier gegeven wenk ter kennis zou brengen van Baldwin, die heden verhinderd was. Lloyd George, de liberale leider nam even eens het voorstel aan, aangezien het wensche- lijk was, dat de buitenlandsche politiek niet het voorwerp zij van een oneenigheid tus- schen de partijen. Locker Lampson trok vervolgens zijn voor stel in. LONDEN, 7 April (Reuter). In vlootconfe- rentiekringen valt hedenavond een algemeen gevoel van opluchting waar te nemen over het feit, dat er geen onbeperkte bespreking in het Lagerhuis heeft plaatsgehad over den tegenwoordigen toestand ter Vlootconferen tie. Men meent n.l. algemeen, dat een derge lijke bespreking schadelijke gevolgen zou kun nen hebben bij den bestaanden kritieken tieven was een verrassing voor de conserva tieven was een verrassing voor de conserva tieven en lokte vry veel commentaar uit van die leden, die een open oog hebben voor den kritieken aard van den bestaanden toestand. Deze overwegingen leidden later tot het be sluit om het debat niet op de spits te drij ven, toen de motie van Locker-Lampson ter tafel kwam. LONDEN, 7 April (Reuter) Grandi bezocht heden MacDonald. Een der redenen is, dat hij zoo spoedig mogelijk naar Rome wil te- rugkeeren. met het oog op de omvangrijke begrooting van buitenl. zaken. Verder zou hij Italië's bereidwilligheid hebben herhaald om toe te stemmen in een vlootbouwvacan- tie voor slagschepen, welke aan Frankrijk op dit gebied een overwicht zou geven van ca. iOO.OOO ton, alsmede de bereidwilligheid om Frankrijk de superioriteit te verleenen op het gehied van speciale schepen, doch hij verlangde in theorie pariteit met Frankrijk, onverschillig met welke cijfers, ofschoon Italië niet zal trachten bij den bouw die cij fers te bereiken GRANDI De Italiaansehe zegsman verklaarde, dat, indien omtrent een formule overeenstem ming werd bereikt, dit een zuiver Engelsch- Fransche aangelegenheid zou zijn, waaraan Italië niet zou deelnemen. Het zou geen deel uitmaken van de vijfmogendheden-overeen- komst, wat Italië betrof. De Italianen zijn echter optimistisch gestemd ten aanzien van de mogelijkheid eener vijfmogendheden- overeenkomst in minder belangrijke kwes ties, waarna over de speciale Italiaansch- Fransche verhouding rechtstreeks tusschen de twee landen zou kunnen worden beraad slaagd, wanneer de overeenkomst meer kans van slagen zou hebben. Bij de voortgezette schending van het zout monopolie door Gandhi is het te Aat-Goeja- rat tot botsingen met de politie gekomen. Toen de politie trachtte beslag te leggen op het clandestiene gefabriceerde zout, ontstond er een vechtpartij, waarbij twee politiebeamb ten gewond werden. Twee personen werden gearresteerd. Ettelijke plaatselijke leiders en vrijwilligen bij de beweging der burgerlijke onge hoorzaamheid zijn heden in de omgeving van Surat, Broach en Ahmedabad aange houden wegens overtreding der zoutwetten. Te Borsad werden enkelen veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf en een boete van 500 ropijen. In het Lagerhuis werden Wedgwood Benn, den minister van Indië, vragen gesteld aan gaande de actie van Gandhi. Hij verklaarde dat het nog te vroeg is om zich een mee ning te vormen omtrent de gevolgen van deze actie en dat de houding der regeering tegenover de civiele ongehoorzaamheid zou worden bepaald door de omstandigheden. Te Stockholm doet zich een geval voor, hetwelk herinnert aan de zaak- Bessadowsm te Parijs. De Sovjetregeering heeft n.l. den eersten gezantschapsraad van het Russische gezantschap, Dimitriewski, teruggeroepen om zich in Moskou te komen verantwoorden. Dimitriewski denkt er echter niet over en heeft daarom zijn ontslag gekregen. Toen hij zich naar het gezantschap begai om enkele papieren te halen, werd hij daar in door eenige Sovjet-ambtenaren, gewapend met revolvers, verhinderd. Dimitriewski heeft aan een medewerker van „Stockholms Ticïningen" verklaard dat het geval geen comedie is om zijn naam bekend te maken, want dat hij geenszins voornemens is sensationeele onthullingen over de Sovjetpolitiek te publiceeren. NEW YORK. 7 April. N. T. A. Bij vlieg ongelukken in de Vereenigde Staten zijn gis teren in totaal zes personen om het leven gekomen. In Tilden (Nebraska) stortte een vliegtuig naar beneden waarbij drie personen om het leven kwamen. In Hays City (Kansas) werden bij een vliegongeluk eveneens drie personen gedood. Hervorming der alcohohvetgeving De zeer vele Zwitsers, die nog vertrou wen hebben in de instelling van het refe rendum als onontbeerlijk bestanddeel van de democratische staatsinrichting, hebben nu met een gevoel van opluchting kennis geno men van den uitslag van de gehouden volks stemming over de grondwetswijziging, die ten doel heeft in de eerste plaats door een belasting op den verkoop van brandewijn, het brandewijngebruik in Zwitserland te ver minderen en in de tweede plaats door de opbrengst van die belasting de mogelijkheid te scheppen van een spoedige invoering van de ouderdoms- en weduwen- en weezenver- zekering. Dit was de tweede poging van den tegenwoordigen president van Zwitserland, Musy, om aldus tot een onderdrukking van het toenemend gebruik van goedkoope bran dewijn, in Zwitserland „Schnapps" genoemd, te komen. Nadat zijn eerste poging in 1923 door het Zwitsersche volk was van de hand gewezen, ofschoon Musy ook toen de instem ming van vrijwel het geheele parlement er voor gewonnen had, zou de instelling van Ret referendum een gevoeligen klap gekre gen hebben, indien nu opnieuw de volks stemming negatief zou zijn uitgevallen en de burgers getoond hadden een goedkoope Schnapps boven de ouderdomsrente te ver kiezen, Het is echter een overwinning geworden voor het gezond verstand en het verant woordelijkheidsgevoel van de Zwitsersche Staatsburgers en met 490.000 tegen 320.000 stemmen heeft het Zwitsersche volk zijn toestemming tot de grondwetswijziging ge geven. 80 pet. der kiezers zijn ter stembus gekomen. De tegenstemmen kwamen, zoo als te verwachten was, uit de boeren districten, terwijl daarentegen uit de steden een groote meerderheid ten gunste van de hervorming van de alcohol wetgeving opleverden. Dat er ook nog 300.000 tegenstemmen zijn uitgebracht, ofschoon slechts een onbeduidende partij het openlijk voor de verwerping had opgenomen, bewijst wel, dat de aanhangers verstandig gedaan hebben een krachtige propaganda te maken en de stille oppositie in den lande niet te overschatten. („Hbld.") Gisteren hadden de Egyptische onderhan delaars, onder leiding van hun premier Nahas Pasha, een nieuwe bijeenkomst met de En gelsche vertegenwoordigers, ter voortzetting der onderhandelingen betreffende een En- gelsch-Egyptisch verdrag. De besprekingen, welke gebaseerd zijn op de door de Engelsche regeering in de maand Augustus van het vorige jaar gedane voor stellen, zullen heden worden vervolgd. In antwoord op een vraag, deelde Hender son in het Lagerhuis mede, dat hij niet pre cies kon zeggen, wanneer hij in de gelegen heid zou zijn een verklaring aangaande deze belangrijke besprekingen af te leggen. Bij de onderhandelingen worden goede vor- derinsan gemaakt. Kouwplechtigheden ROME, 7 April. (V. D.). De acte van overlijden van Koningin Victoria van Zwe den werd hedenochtend namens den Zweed- schen Minister-President door de Kanselier der Legatie onderteekend. Het stoffelijk overschot, dat door den lijf arts Munthe gebalsemd is, rust thans in de villa „Svecia", onder de nationale Zweedsche kleuren in een met witte zijde gedrapeerde kist. Koning Gustaaf heeft op den deksel van de kist een eenvoudige tijdtafel laten aan brengen met het opschrift: „Drottning Vik- toria 1862 tot 1930". Alvorens de kist gesloten werd vertoef den Koning Gustaaf, zijn zoon Wilhelm en zijn kleindochter Ingrid nog geruimen tijd in stille overpeinzing bij het stoffelijk over schot der vorstin. Naar thans is komen vast tq staan zal de overbrenging van de kistpaar het station op Woensdag te 12 uur 's middags plaats hebben. Aan de rouwdienst in de Duitsche Kerk zullen behalve de leden van het Zweedsche Koningshuis, ook de Koning en Koningin van Italië, Prinses Johanna, de Prins en Prinses van Hessen en Mussolini deelnemen. Naar gemeld wordt, heeft de Koning van Spanje, evenals Koning Victor Emanuel, met zijn geheele hofhouding den rouw aangeno men. In de omgeving van Bombay zijn weer bot singen voorgekomen tusschen de politie en het stakende spoorwegpersoneel. Bij het sta tion Koerla, bij Bombay, werden, naar Reu ter meldt, twee stakers gedood en vijf ge wond doordat de politie op de stakers schoot, die met steenen wierpen naar aan het werk gebleven arbeiders en Pathans, waarvan er vier gewond werden. Bij het station Thana eveneens bij Bombay, werden drie politie beambten gewond bij het verspreiden van stakers, die het loopen van de treinen tracht ten te beletten en er met steei en naar wier pen. Er zijn negentien stakers gearresteerd. Mede werden aangehouden de voorzitter van de vakvereeniging van het personeel der Great India Peninsuia Railway, de voorzit ter van de vereeniging „De Roode Vlag" en nog een stakingsleider. De stakers zijn begonnen met het plegen van lijdelijk verzet te Thars op 19 K.M. van Bombay. Zij gingen op de spoorbaan staan met het doel de treinen tegen te houden, doch werden door Pathans verspreid. Nog steeds is mevr. Hanau niet op vrije voeten gesteld, daar het bedrag der borg stelling 800.000 francs nog niet bijeen is. Zij vertoeft in haar kamer in de gevangenis van Saint-Lazare en komt lang zamerhand op krachten, nu zij har voedsei- weigering heeft laten varen. De gelden voor de borgstelling vloeien in- tusschen langzaam binnen. Mr. Dominique, de verdediger van mevr. Hanau, had aan de 3300 schuldeischers van de directrice der „Gazette du Franc" een circulaire gericht met verzoek, geld bijeen te brengen om ae borgstelling te kunnen verschaffen. Er is vrij flink op dezen oproep gereageerd, want de meeste schuldeischers zien meer heil in Mme. Hanau's vrijheid dan in haardooa door honger! In dit laatste geval zou er heelemaal niets van hun geld terecht komen, nu bestaat er nog een kansje. Zaterdagavona was er meer dan 500,000 francs bijeen; men hoopt, dat vandaag of morgen het geheele bedrag binnen zal zijn. Dan kan mevr. Ha nau terugkeeren naar haar appartement, dax haar vrienden reeds bezig zijn met bloemen te tooien! Het compromis aangenomen SYDNEY, 7 April. (Reuter). De mijnwer kers hebben met 412 tegen 279 stemmen be sloten de voorwaarden van het compromis van November te aanvaarden voor de bij- legging van het geschil in de steenkolen mijnen. Een hevige explosie is Maandag, naar Berlijnsche bladen melden, ontstaan bij het leggen van kabels, welke noodig waren ge worden door den bouw van de nieuwe elec trische centrale van de stad Wels. Een geweldige steekvlam schoot op, waar door brand ontstond in het nieuwe gebouw, welk vuur oversloeg op het oude fabrieks gebouw. Beide complexen werden totaal door het vuur vernield. Twee arbeiders kregen levensgevaarlijke wonden. Een van hen stierf reeds onder weg naar het ziekenhuis. De kabelmonteur en de bedrijfsleider wer den, toen zij de gewonden te hulp wilden komen, eveneens gewond. Principieele overeenstemming in het Kabinet, Officieel wordt medegedeeld: Het Rijks kabinet heeft zich in de zitting van heden onder voorzitterschap van Rijkskanselier Dr. Brüning beziggehouden met de agrarische problemen op grend van een voorstel van den Rijksminister voor Voedselvoorziening en Landbouw inzake een ,,wet tot bescherming van den landbouw". Na de debatten, die eenige uren duurden, is men er in geslaagd principieel tot overeenstemming te komen. Dinsdagmiddag zal in dit verband nog een Kabinetszitting worden gehouden. Doodstraf geëischt SCHWERIN, 7 April. (V.D.j De officie» van justitie eischte in het bekende Jakubow ski-proces tegen den aangeklaagde, Auguss Negens, de doodstra, en levenslang verlies van burgerlijke eererechten, tegen Fritz No- gens 4 jaar gevangenisstraf wegens mede plichtigheid aan moord en 4 jaar en 1 maand gevangenisstraf wegens meineed,.met aftrek van preventief, en tegen Mevrouw Kahler 6 jaar tuchthuisstraf en wegens meineed 2 jaar tuchthuis, tezamen verminderd tot 7 jaar tuchthuis en eerverlies voor 10 jaar. Hierop werd de zitting verdaagd tot Woensdag morgen. Een conferentie 1* PeJenno PALERMO, 7 April. Hedenmorgen is ae internationale conferentie voor de dienstrege ling van spoorwegen geopend tot het brengen van verband tusschen de dienstregeling der treinen in het internationale goederenverkeer in Europa. Aan deze conferentie namen ver tegenwoordigers van zestien staten deel, waaronder Nederland. Bij een botsing tusschen twee taxi's te Parijs, werden 2 passagiers gedood en 3 zwaar gewond. De Belgische regeering heeft be sloten een subsidie van frs. 100.000 te ver leunen aan den Nat. Bond ter bestrijding van tuberculose. In den gemeenteraad te Luik legden 2 communistische leden de verkla ring af, dat zij met het oog op de negatieve politiek der Sovjet-regeering uit de commu nistische partij traden, om zich aan te sluiten bij de Arbeiderspartij. De verklaring maakte diepen indruk. Generaal Unt, die door een onbe kende met een revolverschot zwaar gekwetst werd, is overleden. De bekende Poo1onderzoeker Nansen is ongesteld. flièp??® Nell! aij gevoelde steeds zoo fijn en *ëlvp WÜ zijn allen veranderd. Ais ik mü ihp. d in den spiegel bezie, kan ik mij niet ■*-. 4 1il- ..44 k inn« r*/ll Oflon 1% horstellen, hoe ik er vy.f jaar geleden bic g- Ik zie tegen net oogenblik op, dat ik Vader zal ontmoeten en toch is er een «Jt.- wilae vreugde in mij, zooals ik al N .Hid niet heb gekend. Sinds den dag, dat geu.'in vaderhuis veriiet, ben ik niet meer 5chrve geweest. En als ik denk aan de Üaai iike gevolgen van die afschuweiyke ttiaaj,Van eg°ïsme' waaraan ik mij schuldig d^aar moet g'j nu maar niet meer aan iitvg betoogde Herbert kalmeerend. Denk is, J aan den. zonneschijn die nu aanstaande ha,j.ei Was geen misdaad, dat gy uw hart eeschonken aan een schurk, die uwer onwaardig is. Gij waart nog jong en indien gy dat feuilleton in Hep- >Aj S tlie,: hadt geschreven Ven „aai dat heb ik werkelijk niet geschre- zeide Mary met een pijnlijken blos. „Het was het werk van mijn vader ik heb het slechts gewijzigd volgens mijn ge zichtspunt. Hij sprak er mij dikwijls over en las het mij dikwerf voor, dat ik het welhaast van buiten kende. Spoedig na ons huwelijk bleek, dat mijn echtgenoot geen geld en geen inkomen had. Wy waren arm; wij hadden ge brek aan geld; ik wist, dat nujn vader er niet over dacht, zyn werk te publiceeren en allengs kwam het plan bij mij op, het werk te laten verschijnen. Ook verlangde ik naar een bezigheid, die mij afleiding schonk eii mij het heden eenigen tyd deed vergeten. Ik legde mij met hart en ziel op het werk toe. Ik schreef recht uit het hart en gaf mij ge heel aan het werk. Mijn echtgenoot slaagde er in, het werk te doen publiceeren. Hij be gon mij reeds als een bron van inkomsten te beschouwen. Doch ik vergeet te vragen: hoe hebt u my gevonden? Ik was steeds in de meening dat mijn naam geheim zou blüven." „Het was eenvoudig een gelukkige samen loop van feiten," antwoordde Herbert. „Ik beschouw het echter in den grond als een vingerwijzing der Voorzienigheid. Uw vader gaf my eenige manuscripten, om die eens door te lezen; het was zijn dagboek en het behelsde hetzelfde, wat gij in uw feuilleton beschrijft. Ik las het dagboek door en ook myn zuster nam er kermis van. Mijn zuster leest Hepworth's en kende dus ook uw feuil leton. Zy maakte mij op het vreemde feit op merkzaam en ik deelde het aan uw vader mede. Het bleek my, dat uw vader niet kon hebben geput uit het feuilleton, terwyi "het dagboek zelfs voor niemand toegankelijk was geweest, zoodat ook het feuilleton niet kon zijn overgeschreven tilt het dagboek. Eén per soon slechts was met den inhoud van het dagboek zelf voor niemand toegankelijk was waande dochter, Mary. Natuuriyk wist ik reeds alles omtrent Blake. Helene had mij verteld, dat hij met u in het geheim was ge huwd. En toen flitste mij de gedachte door den geest, dat het feuilleton door niemand anders kon geschreven zijn dan door u, en dat gij dus misschien nog in het leven waart. Het had immers ook steeds zoo zonderling en onwaarschijnlijk geklonken, dat gij door een duw over den rand der klippen waart gestort, terwijl men immers ook nooit uw lijk had gevonden. Hoe langer ik over de zaak peins de, hoe waarschijnlijker werd mijn onderstelling. Ik kwam naar Londen, om het raadsel oo te lossen en zoodra ik zag, dat Blake als vertegenwoordiger der schrijfster kwam, was ik zeker van de zaak. Maar het doet mij leed, dat uw tweede poging schip breuk heeft geleden." „Het moest wel," stemde Mary toe. „Ik had mij reeds ingebeeld, dat ik werkelijk talent had, maar onder het werk kwam ik tot de overtuiging, dat ik niet meer was dan een knap plagiaris. Het was echter geen ydel- heid, die mij dwong; het was de armoede. En al dien tijd dus heb ik in den waan ver keerd, dat mijn vader en Nell niets meer van my wilden weten." „Gy hebt haar dikwijls geschreven, zeidet gij. Die brieven zyn natuurlijk door uw echt genoot achtergehouden." ..Blijkbaar wel behalve de laatste. Ik zond een bedrag van twee honderd pond ster ling in een aangeteekenden brief aan het oude adres in Yorkshire. Ik wist natuurlijk niet dat mijn vader te Carisford was gaan wonen. Ik deed er slechts een papier in, waarop met machineschrift geschreven stond: Bewaar dit voor mij. Het was het copierecht voor dn Amerikaansche uitgave van Hep worth's en ik ontving dit geld terwijl mijn echtgenoot afwezig was. Ik heb hem niet over dat geld gesproken, omdat ik wel wist, dat het zoo niet lang meer met ons zou kunnen voortgaan en dat ik dan geld voor mij zeiven zou noodig hebben." „Gij hebt de nummers der bankbiljetten natuurlijk genoteerd?" „Ja. Dat had ik vroeger reeds van mijn vader geleerd. Het waren twee biljetten van honderd pond. En Nell heeft zeker ontvan- gén, anders zouden ze wel als onbestelbaar terug zijn gekomen." .Maar de brief bevatte toch geenerlei aan wijzing over uw adres?" „Ja, dat is waar," erkende Mary aarze lend. „Daaraan had ik niet meer gedacht. Maar ik ben er zeker van dat Nell den brief heeft ontvangen. Ik herinner my de num mers duideiyk: 17.051 en 17.052. Wat scheelt u?" Hei-bert had een haastige beweging ge maakt en het bloed was hem naar het ge laat gestegen. „Een kleine aanval van. pijn," zeide hij „Gij hebt my iets verhaald, wat ik langen tijd heb verlangd te weten. En toch gevoel ik tevens vreugde daarover. Nu is het geheele raadsel opgelost alleen zal het laatste deel voor u niet van zoo veel belang zijn, om het u te zeggen." Zij naderden Carisford en Mary werd on rustig en nerveus. Het was by na donker, toen zij het stationsgebouw verlieten. „Gaat gij dadeujk naar mijn vader?" vroeg Mary. „Vanavond niet meer," antwoordde Her- bert. „Ik neem u mede naar mijn huis, waar Nell op het oogenblik tijdelijk vertoeft. Morgenochtend, als rust hebt gehad, zullen wij naar Maldon Chase gaan. Vera zal over gelukkig zijn, u te zien." Zij gingen het zijhek in en wandelden door den tuin. Alles was stil, vreedzaam, rustig. De bloemengeur hing in de zachte lucht en het oude, gezellige huis lag daar, zwijgend en uitnoodigend tot binnentreden. Van uit de eetkamer kwam de zachte schijn van getem perd licht. „Hoe schoon, hoe vreedzaam," zuchtte Mary. „Ik heb sinds vijf jaren geen wer kelijk tehuis meer gekend. En dat is uw zuster natuuriyk, daar in de kamer, maar wie is de dame met het witte haar? Toch nietMaar dat is niet mogelük!" Mary drukte de hand op het hart en bleef, diep ademend, staan. „Ja. zeide Herbert rustig. ,,De dame met het witte haar is Nell." HOOFDSTUK XVXL Wederzien. Vera was druk bezig met haar huishoud boek en zy deed het zoo ernstig en nauw gezet alsof zij verantwoording moest doen over miilioenen. Helene had een bououet roode rozen en verdeelde de prachtige bloe men in Boheemsche glazen. Zü scheen bloe men nooit moe te worden en de tuin was haar liefste plek, waar zij den geheelen dag had kunnen werken. Vera keek nu en dan naar haar en glimlachte misschien om haar eigen ongerustheid te verbergen. Her- bert zou nu niet lang meer wegblijven. Het was onmogelijk, te gissen, of hy al dan niet succes had gehad; hy had geenerlei bericht gezonden. En de laatste trein uit Londen moest een kwartier geleden aangekomen zijn. .Herbert komt van avond blijkbaar niet terug," merkte Helene op. „O, toch wel," antwoordde Vera. .Anders zou hij wel geseind hebben. Hij zal binnen eenige minuten hier zijn. Wat heb ik u gezegd? Daar is hij al! Mijn beste Herbert, je zult wel moe zijn.' (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1930 | | pagina 9