OP SINT-WILLEBRORDS ZETEL MGR. JOHANNES HENDERICUS GERARDUS JANSEN I f3000.- f 750.- 1250.- f125.- f50.- f40.- O MAANDAG 14 APRIL 1930 BUREAUXNASSAULAAN 48 AOVERTENTIEN 35 ct. p. regel LIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN DRIE EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 17436 AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL Levensbijzonderheden over den nieuwen Primaat van Nederland Z.H. de Paus heeft benoemd tot Aartsbisschop van Utrecht den Hoogeerw.Heer Johannes, Hendericus, Gerardus Jansen vicaris-capitulaar van het Aartsbisdom, kanunnik van het kathedraal kapittel, deken van Utrecht en Pastoor van de Hei lij; Har t-kerk aldaar. De indruk van de benoeming te Utrecht Hoeeen nieuwe Bisschop gekozen wordt cDe climax van een nieuwtje Van gerucht tot bulletin Telefoon No. 13866 (drie lijnen) Postrekening No. 3910. ABONNEMENTEN: voor Haarlem en Agentschappen: per week 35 et.; per kwartaal 3.23; per post, per kwartaal 3.58 by vooruitbetaling. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN TIES. 1—4 regels 60 et p. plaatsing; elke regel meer 15 ct- bij voornitbet Bij contract belangrijke korting. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN tusschen den tekst 60 ct po- regel. Alle abonné's op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen Levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door verlies van beide armen beide beenen of beide oogen bij een ongeval met doodelijken afloop bij verlies van een han<L een voet of een oog bij verlies van een duim of wijsvinger bij een breuk van been of arm bij verlies van 'p anderen vinger p een schoonen vroeg-zomer- schen Zondagmiddag een blij verrassende tijding uit Rome: Het heeft Z. H. den Paus behaagd tot Bisschop, tot Aartsbisschop van Utrecht te benoemen den Hoogeerwaarden Heer Mgr. Johannes Hendericus Gerardus Jansen, Kanunnik van het Hoogwaar dig Metropolitaan Kapittel, Deken van Utrecht, Pastoor der H. Hart-Kerk, al daar. Lang, heel lang bleef de keuze onbe slist: het was een zwaar verantwoorde lijke taak, een Utrechtschen Bisschops zetel te doen bezetten in dézen tijd! Doch niet langer zullen de Katholie ken der Nederlandsche Kerkprovincie en in 't bijzonder de Katholieken van het Bisdom Utrecht zich vaderloos, verweesd behoeven te gevoelen: Rome heeft gesproken, Rome heeft beslist onder voorlichting van den H. Geest; wij hebben een nieuwen Bis schop; wij hebben in Mgr. Jansen een Het portret van den nieuwen Aartsbisschop, dat Mgr. ons eenige weken geleden wel- - willend afstond. nieuwen geestelijken vader gekregen, en wij zijn er van overtuigd God sprak immers bij monde van Zijn Plaatsbe- kleeder te Rome dat op den Utrecht schen zetel van Sint Willebrord zal ko men zetelen de man, die volgens Godes raadsbesluiten al voor eeuwen en eeuwen voorbestemd was voor deze verheven functie, de man, die komen moest, juist op dezen dag, de man, die Gods Kerk in onze lage landen langs de zee besturen zal, zóó als de naaste en verder gelegen toekomst het volgens Goddelijk bestel waarin eeuwen en eeuwen over- schouwd worden eischt. Nog roüwen wij om het heengaan van den Kerkvorst, die tientallen van jaren het Bisdom Utrecht en de Neder landsche Kerkprovincie bestuurde, en de nieuw-benoemde Bisschop, de ver trouweling van Mgr. Van de Wetering, z.g., de vicaris-capitularis tijdens het aartsbisschoppelijke „Sede vacante", zal er dieper dan wie ook van overtuigd zijn dat een bijna bovenmenschelijke taak rust op de schouders van hem, die ertoe geroepen is geworden. Mgr. Van de We tering, z.g., te vervangen. Hij weet echter dat God Zijne Kerk bestuurt, dat zijne handelingen als Bis schop de uitingen zullen1 zijn van in spiraties des Allerhoogsten. Met heerlijk vertrouwen mag hij dus den troon van Sint Willebrord bestijgen. Wél zwaar en verantwoordelijk is de taak, welke de nieuwe Kerkvorst zich toebedeeld ziet: hij is ertoe geroepen, de traditie van den grooten H. Willebrordus in Nederland voort te zetten, en dat in een tijd, nu de Nederlandsche Kerkprovincie 1200 parochiën omvat, waarvan er bijna 350 in het Bisdom Utrecht zijn, en dat in een tijd, nu ongeloof en zedenbederf steeds driester om zich heen grijpen. Mgr. Jansen zal echter voor geen moei lijkheden terugdeinzen; hij van ge boorte zelf een Fries zal zich den eersten Aartsbisschop der Friezen, den H. Willebrordus, voor oogen stellen, die zich door geen ondoordringbare bos- schen, door geen ondoorwaadbare wate ren en moerassen, noch ook door een vijandige heidensche bevolking liet weerhouden om het Godsrijk in onze landen te vestigen en uit te breiden. De tijden zijn wel zéér veranderd; thans geen verkeersmoeilijkheden, thans geen oer-bevolking meer, welke een af god cp wankel voetstuk verkiest boven den God onzer altaren. Wij leven thans in 1930, wij reizen in korten tijd en met een in vorige eeuwen onvermoed gemak naar het meest af gelegen oord; de wereld heeft geen tijd meer voor materieele afgoden op wan kele voetstukken. 't is juist de „beschaving", welke ons verder verwijderd heeft van den eenig waren God: de wereld heeft zich on verschillig, zoo niet vijandig, gesteld te genover de godsdienstige en zedelijke waarden. Daartegen zal de opvolger van Sint Willebrord in Nederland zijn strijd te strijden hebben. Niet minder krachtig dan eenmaal de groote Apostel van Ne derland streed tegen de moeilijkheden van zijn tijd. Maar bij voorbaat weten wij zeker, dat Mgr. Jansen in zijn strijd de zege praal behalen zal. God strijdt aan zijne zijde! En de toekomst, de eeuwigheid, is aan God! De opvolger van 2. D. H. Mgr. Henrleus van de Wetering z.g. op den Aartsbisschop- pelijken zetel van Utrecht, Z. D. H. Mgr. Johannes Hendericus Gerardus Jansen, i? een Fries van geboorte; 1 Mei 1868 aan schouwde hij het eerste levenslicht te Leeuwarden. Reeds jong operhaarde zich bij den nieuwen Aartsbisschop de roeping tot het priesterschap en zijn godsdienstige ouders lieten niets na, gehoor te geven aan de roepstem van God, die in hun zoon zoo duidelijk sprak. En zoo vertrok hij op jeug digen leeftijd naar Rolduc en vervolgens naar Culemborg, om daar de middelbare studies te maken en tenslotte naar Rijsen- burg, waar hij zijn theologische studiën vol eindde. 15 Augustus 1893 werd hij door Z. D. H. Mgr. Snickers z.g. tot de priesterlijke waar digheid verheven. Het was geen wonder, dat de jeugdige priester, die tijdens zijn studietijd reeds blijk gegeven had van bijzonderen aanleg, voor bestemd was tot hoogere geestelijke amb- ten. Doch eerst nog zou hij met de gewone zielzorg kennis maken. Tn 1893 werd hij be noemd tot assistent te Heeg (Fr.). Daarna Kapelaan te Sneek en Arnhem (Walburg- kerk). In 1899 riep de Aartsbisschop hem naar Rijsenburg, om aan het Seminarie aldaar de Exegese te doceeren Hier stelde hij zijn groote gaven van geest en hart in dienst van de toekomstige priesterschap. Doch niet alleen de seminaristen profi teerden van zijn wijze lessen. Zijn werk kracht strekte zich verder uit. Tot 1908 bleef Mgr. Jansen te Rijsenburg Toen vertrok hij als Pastoor naar t Goy 'gem. Houten) en vervolgens werd hij Pastoor te Harlingen tot hij in 1918 over geplaatst werd naar Utrecht (O. K Vrouw ten Hemelopneming). In 1921 volgde zijn benoeming tot kanunnik van het Hoogwaar dig Kapittel en 1929 kwam Pastoor Jansen aan het hoofd te staan van de H Hart- kerk, terwijl hij in hetze'fde jaar Deken van Utrecht werd en na den dood va» Mgr. H. van de Wetering werd aangesteld als Vica- ris-Capitulaar. Zjjn Hoogeerw. was Adviseur "an de Alg. Ned. R. K. Werkgeversvereenièing, Advi seur van de Internationale Vrouwenliga, Regent van het Antonius Gasthuis, Voor zitter van het bestuur van net Bonifacius Lyceum. Adviseur van de Vereeniging van hoofden van Scholen etc. Algemeen werden zijn kwaliteiten in deze hoedanigheden geëerd en geroemd. Het katholiek onderwijs heeft in den nieuwen Aartsbisschop steeds een krachtigen bevorderaar gevonden. Toen hij tot pastoor werd benoemd van het Goy, ging daarmede vergezeld een aanstelling tot aartsbisschop pelijk inspecteur bij het lager onderwijs. Benoemd tot pastoor der kerk van O. L. Vr. ten Hemelopneming te Utrecht, vond hij daar het lager onderwijs in alle opzichten behoorlijk geregeld en verzorgd. Veel is er in de jaren van zijn pastoraat voor deze scholen tot stand gekomen. Was het lager onderwijs vrijwel geregeld en in goede banen geleid toen pastoor Jan sen in Utrecht zijn intrede deed, van het middelbaar en voorbereidend hooger onder wijs was van Katholieke zijde nog niet het minste werk gemaakt. Die toestand kon niet blijven. Op den 8sten December 1919 werden door pastoor Jansen met enkele vooraanstaande katholieken van de stad de eerste bespre kingen gevoerd over de mogelijkheid van op richting eener Katholieke school voor mid delbaar en gymnasiaal onderwijs en drie jaar later werd het St. Bonifaciuslyceum officieel geopend. Ook voor de vorming der schoolvrije jeugd is Utrecht aan Kanunnik Jansen grooten dank verschuldigd. Het patronaatswerk vond in hem een warm voorstander en een groot propagandist. Gymnastiek- en sportvereeni- gingen van allerlei aard werden opgericht, gesteund en aanbevolen door pastoor Jansen. Het is haast overbodig hieraan toe te voegen dat ook het spel der verkenners zich in zijn bijzondere sympathie mag verheugen. Sinds het verblijf van Mgr Jansen in Utrecht ging zijn belangstelling natuurlijk voornamelijk uit naar het Katholieke leven aldaar. Maar ook buiten kringen van ge- loofsgenooten is Mgr. Jansen een gewaar deerde en sympathieke persoonlijkheid door zijn buitengewonen rechtvaardigheidszin, zijn sympathieke toenadering en zijn gezonde gevoelens op het uitgestrekte terrein der sociale wetenschap en haar toepassingen. Kanunnik Jansen werd in Juli 1922 door den H. Vader aangewezen als Geestelijk ad viseur van de „Union Internationale des Ligues Feminines Catholiques" Internatio nale Unie van R K. Vrouwenbonden. Als zoodanig woonde hij de verschillende bestuursvergaderingen en de Internationale Congressen te Rome in 1925 en te 's-Gra- venhage in 1928 bij, waarop zijn kennis van vreemde talen, zijn veelzijdige ontwikkeling en de aangename wijze waarop zijn kundige adviezen werden gegeven algemeene waar deering verwierven. Het adviseurschap van een zóó uitgebreide Internationale organisatie de Unie omvat n.l. 60 aangesloten bonden uit 28 verschillen de landen brengt eigenaardige moeilijk heden mede, vereischt bijzondere eigen schappen en vooral voorzichtigheid, men- schenkennis en takt. Kanunnik Jansen heeft blijk gegeven deze eigenschappen in hooge mate te bezitten. Vreugde en dank vervult ?t hart zeker van de vereerders van de H.H. Bonifacius en Ge zellen, nu door Z. H. den Paus „Kanunnik" Jansen tot Aartsbisschop van Utrecht is aangesteld Aan hem toch was het vooral te danken, dat de eerste prachtige bedevaart van Frie- sche priesters, seculieren, regulieren en mis sionarissen, in 1924 een nieuw tijdperk van de pelgrimage inluidde naar Dokkum. Toen ten gevolge daarvan den 2en Juli 1925 Mgr. van de Wetering z.g. Zijn hooge goedkeuring aan de oprichtingsstatuten van de St. Bonifaciusbroederschap schonk, werd „Kanunnik" Jansen, die het grootste aan deel had gehad in de ontwerping der sta tuten, de eerste voorzitter. Als biechtvader van Mgr. Van de Wete ring na het overlijden van plebaan Starink, verheugde Mgr. Jansen zich in diens bijzon dere vriendschap. Voorzoover bekend was hij niet begiftigd met hooge koninklijke onderscheidingen, het geen ook geheel overeenkwam met zijn groote bescheidenheid. Alleen is hij drager van het Mobilisatiekruis, hetwelk hem door generaal Snijders enkele jaren geleden werd op de borst gespeld. Van de funeties welke Mgr. bekleedde die nen ten siotte nog genoemd te worden, dat hij was eere-voorzitter van de Katholieke Club te Utrecht, moderator van de Vereeni ging van Hoofden van R. K. Bijzondere Scholen (St. Gregoriusvereeniging) en be stuurslid van den Diocesanen Bond va» Meisjespatronaten in het Aartsbisdom. Een bewijs van de algemeene hoogachting, waarin Mgr. Jansen zich verheugen mag, is zeker wel het feit, dat hij reeds aanstonds genoemd werd als opvolger van Mgr. H. van de Wetering. Hoe zeer hij bij iedereen gezien is, bleek bij meerdere gelegenheden, als van overal bewijzen van sympathie inkwamen, niet het minst van de priesterschap uit het Utrecht- sche, van wie hij er velen jevorm.' had en onder wie hij steeds in hoog aanzien stond. Het lijdt geen twijfel, of het Aartsbis dom en heel Katholiek Nederland zullen onder den nieuwen Metropolitaan een tijd perk van rijk geloofsleven en grooten gods- dienstigen bloei tegemoet gaan. Dat wat gistermiddag te Utrecht als een donderslag bij helderen hemel klonk, o was dat eens geweten door de talrijke journalis ten, die met het bestuur der Katholieke dag- tlad-directeuren luchtig te lunchen zaten rond den oud-collega minister Verschuur, aldus de „Msb.". Maar niemand wist het. Er stond om half twee wel muziek voor het Utrechtsche sta tion en er wachtten koetsen met bepluimde paarden, doch wie ontwaarde eenigen tijd later den apostolischen internuntius, die met zijn secretaris den weg insloeg naar Maar de pers lunchte. Totdat wij, na afloop, de pastorie van dr. Van Koevorden binnenvielen en ons de eer ste felicitatie tegenklonk: Habemus. ponti- fisem; de nieuwe aartsbisschop is benoemd: Mgr. Jansen. Wat een wonder, dat in de pastorie van de O. L. Vrouwekerk aan de Biltstraat, waar de nieuw benoemde metropolitaan lange ja ren werkzaam was, het bericht blij werd ontvangen. Het merkwaardige was echter, welk effect de mededeeling maakte in de kerken, waar de verschillende godsdienstoefeningen wer den gehouden. Priesters, die niet psycholo gisch genoeg waren, om het groote nieuws pas mede te deelen na den afloop, zagen verschillende kerkzangers stilletjes weg- schuifelen om het bericht gauw thuis te ver tellen, en anderen hebben dezen keer een beetje getwijfeld aan de uitwerking van de lijdensmeditatie. zetel en over dien der consecratie nog niets kon worden medegedeeld. De beslissing daar over is een praerogatief van den Metropo litaan zelf. Nader vernemen wij nog. dat de nieuwe aartsbisschop op Maandag 7 April jJ. in kennis was gesteld omtrent het voornemen van den H. Stoel omtrent de benoemingf. Gisteravond bracht Mgr. in den kring van Utrechtsche geestelijken door. Vooropgesteld dient te worden, hetgeen men vooral niet uit het oog moet verliezen, dat Z. H. de Paus ten allen tijde met ter zijdelegging van welke voordracht en welk advies dan ook. tot Bisschop kan benoemen dengene, die Hem voor deze hooge waardig heid het meest geschikt voorkomt. Tenslotte heeft toch de Paus het recht te benoemen wien Z. H. wil en dienen voor dracht en advies alleen! om zekere wenschen kenbaar te maken. Wanneer de keuze van een nieuwen Bis schop moet plaats hebbën, komt, volgens de instructie van Z. H. Pius IX van .1852. het Kathedraal Kapittel bijeen. Nadat de voorgeschreven gebeden verricht zijn en degfenen, die aan deze vergadering deelnemen, de eed van strengste geheim houding hebben afgelegd, vindt de stem ming plaats omtrënt die personen, welke men voor het bekleeden der Bisschoppelijke waardigheid hét meest waardig acht. Drie maal heeft zulk een stemming plaats, zoodat het resultaat dus een voordracht van drie personen is. Wanneer nu een van deze drie stemmin gen geen resultaat heeft, omdat geen enkele Hierboven een foto van Mgr. J. B. de Wit, vicaris-generaal van het Aartsbisdom, en den hoogeerw. heer deken Jansen (op den voorgrond) op den dag van de begrafenis van wijlen Z. D. H. Mgr. H. van de Watering. De beide kanunniken begeven zich naar de Kathedraal ter bijwoning van de plechtige uitvaartdiensten. Ken foto van Mgr» op «enigszins jongeren leeftijd. Maai- men moest toch al zeer vlug wezen om anderen voor te zjjn, want sneller dan de radio gmg de mare rond door de oude bisschopsstad. Inderdaad bracht Zijn Excellentie Mgr. Schioppa, vergezeld van zijn secretaris, pater Kleijntjes, gisterenmiddag op de pastorie van de H. Hartkerk aan de Oudwijk te Utrecht de mondelinge mededeeling aan den vicaris-capitulaar, Mgr. Jansen, dat Z. H. de Paus hem tot aartsbisschop van Utrecht had benoemd. De nuntius, die te half zes arriveerde en kwart voor zes vertrok, bood tegelijkertijd zijn persoonlijke gelukwen- schen aan. De beide secretarissen van het aartsbis dom waren bij de overbrenging van het be richt aanwezig. Rond zeven uur heeft Mgr. Jansen daarop van zijn benoeming per telefoon mededee ling gedaan aan de bisschoppen. Te half acht kon de radio, op de hoogte gesteld door een secretaris van het Aartsbisdom het ver heugende bericht verspreiden over Neder land. Doordat het nieuws op Zondagmiddag uit de lucht kwam vallen, was de verbinding van buiten af moeilijker. Zoo is het ver klaarbaar, dat, toen wij rond half tien uur op de pastorie van den Aartsbisschop aan kwamen, nog betrekkelijk weinigen telegra fische gelukwenschen hadden kunnen over maken. Maar wel rinkelde de telefoon onop houdelijk en stroomde het bezoekers, vooral geestelijken uit Utrecht. Ook de pastoors Beumer en Wiegerink uit Bussum waren gearriveerd, tevens was er het bestuur van het R. K. Lyceum met den voorzitter van het curatorium, professor dr. Roels, geweest om hun gelukwenschen aan te bieden. Monseigneur Jansen was zoo welwillend ons, ondanks het late avonduur, nog wel te woord te staan. Wij hebben den nieuw-be- noemden Metropolitaan de oprechte en eer biedige wenschen kunnen aanbieden. „Wij zullen elkaar nog wel eens zien", en zelf leidde Monseigneur ons uit. Heden zou Mgr. Prof. Dr. A. C. M. Schaep- man, als proost van het Metropolitaan ka pittel, den nieuwen Aartsbisschop op het Aartsbisdom zijn gelukwenschen komen aan bieden. Mgr. Jansen zal den kanonieken eed af leggen in handen van den Pauselijken In ternuntius te 's-Gravenhage. De benoemings brief uit Rome moet nog aankomen. Daar over kan in verband met de Goede Week nog eenige tijd verloopen. Zoo is 't ook be grijpelijk, dat er over den datum van de in bezitneming van den Aartsbisschoppelijken van de candidaten meerderheid van stem men heeft verworven, wordt zulk een stem ming nietig verklaard en wordt opnieuw ge stemd. Vau hetgeen op deze vergadering behan deld is en ook van den uitslag der onder scheidene stemmingen wordt dan een acte opgemaakt, welke verzegeld wordt verzonden naar Z. D. H den Aartsbisschop, of indien de zetel van den Aartsbisschop vacant is, indien het juist om de benoeming van een nieuwen Aartsbisschop gaat, naar den oud sten Bisschop van Nederland. Dan komt de vergadering van het Neder - landsch Episcopaat bijeen, dat na onderlinge beraadslagingen de door het Kapittel op de voordracht geplaatste namen, in alphabeti- sche volgorde gerangschikt, doorzendt naar Rome. Daarbij voegt het Episcopaat tevens zijn advies omtrent deze voordracht, terwijl ook de authentieke acte van de stemming daarbij wordt gevoegd. Overigens heeft de Congregatio de Pro paganda Fide bepaald, dat er wel degelijk rekening mede gehouden dient te worden, dat de H. Stoel, indien dit Hem noodig of gewenscht voorkomt, van Zijn recht gebruik kan maken, om een ander dan een der voor gedragenen tot Bisschop te benoemen. We waren ternauwernood van een ver moeiende reis thuis, of we werden van buiten de stad opgebeld, dat er een nieuwe Aartsbisschop benoemd zou zijn! Of dat waar was? Een nieuwe Aartsbisschop! Veel hadden we verwacht, maar dat deze benoe ming op een rustigen Zondag-namiddag zou afkomen, mochten we toch niet ver onderstellen. Het gerucht was er. Dé tele foon was er nu, om voor opheldering of be vestiging te zorgen. Als eersten in Haarlem, die het nieuws hoorden, was dat onze plicht. Onze voorouders zouden onmiddellijk een leger koeriers hebben uitgezonden, snelloo- pénde paarden zouden bliksemsnel worden ingespannen en als alles dan goed liep, zou men met een paar dagen wel met het of- ficieele nieuws komen. En nu? Wij informeerden per telefoon te bevoegder plaatse in onze stad naar de juistheid van het gerucht. Men wist van niets! Eerste etappe was volbracht, mislukt. Och, er waren wel meer geruchten ge weest, er blijven nu eenmaal fantasten in de wereld bestaan en dit nieuwtje zou ook wel weer een „canard" blijken. Een journalist mag er echter nooit by gaan zitten, vóór hij de allerbevoegdste bron heeft aangeboord. Intercommunale gesprekken werden aan gevraagd. Het wachten duurde lang en al gingen er maar enkele minuten voorbij, ze leken uren, uren als het kon van 120 mi nuten. Opeens de belah!.... de eerste bron zou gaan spuiten!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1930 | | pagina 1