DE NIEUWE SLUIS TE IJMUIDEN EEN GROOTSCH WERK DE WERELDTENTOONSTELLINGEN TE ANTWERPEN EN LUIK 1930 DERDE BLAD DONDERDAG 24 APRIL 1930 BLADZIJDE 1 W - Te Antwerpen Te Luik RADIO-NIEUWS Radio-signalen bij de spoorwegen *De dCsderlandsche deelneming „Zou jij je boord en dassie niet eens omdoen? Het is vandaag jou beurt om aan de deur te vragen." (Smith's Weekly) Overtuigd van het groote belang, dat er in was gelegen dai Nederland ook op waardi ge wijze aan deze tentoonstelling zou deelne men, werd bij Koninkl.k Besluit van 23 Augustus 1929 Np 23 ingesteld een Centrale Commissie en een Uitvoerend Comité voor de deelneming van Nederland aan deze ten toonstelling, beide onder Voorzitterschap van den beei Dr E. E. Posthuma, Oud-Minister van Landbouw en Nijverheid en Handel, Voorzitter van den -Nijverheidsivad, die te vens werd benoemd als Commissaris-Gene raal. Verder werden als leden van het Uitvoe rend Comité benoemd: de heer Ir. W. H. van Leeuwei.. Onder-Voorzitter; de heer Ir. C. J. van Dusseldorp, Penningmeester; de heer H E' R. Snoek. Secretaris; de heer Ir. E. de Kruyff. lid, welke laatste tevens werd benoemd ali gedelegeerde in België van het Uitvoerend Comité. Als vertegenwoordiger van den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid werd benoemd de heer F K J Heringa, administrateur. Chef van de afd. Handel en Nijverheid van het Departement van Arbeid, Handel en Nij verheid en als vertegenwoordiger van den Minister van Koloniën werd benoemd de beer Dr. L. J v d. Waals. Referendaris, Chef der IVde afdeeling van het Ministerie van Koloniën. Het ontwerpen van het Nederlandsche pa viljoen werd toevertrouwd aan den heer H. Th. Wijdeveld architect B. N. A. Was het aanvankelijk de bedoeling de totale opper vlakte van het Nederlandsche paviljoen pl.m. 6000 M2 te doen zijn. later bleek het, dat deze ruimte niet voldoende was in verband met de daadwerkelijke belangstelling die van Nederlandscne officieele en particuliere zijde werd getoond, zoodat tenslotte het Neder landsche pavilioen een oppervlakte kreeg van meer dan 12000 M2. dus een van de grootste buitenlandsche paviljoens op deze tentoonstelling is geworden. De lengte van het gebouw is 250 M Bij den hoofdingang bevindt zich een sterk contrast met de laaggehouden architectuur van het gebouw, een pylonen-partij, die on geveer 30 M hoog is, waardoor bereikt wordt dat de Nederlandsche inzending van verre reeds opvalt als tets bepaalds tusschen de vele, meest in lichte kleur gehouden, gebou wen van de tentoonstelling. Door het zeer tijdelijke karakter van den bouw was een uitvoering in houtconstructie met zeer goedkoop materiaal noodzakelijk. De duur der tentoonstelling zal ongeveer ees maanden zijn. Na afloop wordt het ge bouw onmiddellijk weer afgebroken. De langgerekte vorm van het paviljoen, dat aan de twee uiteinden afgesloten wordt door de Groote Receptiezaal eenerzijds en door het paviljoen van de gemeente Rotter dam anderzijds, is over twee verkeerswegen van het tentoonstellingsterrein heen gepro jecteerd zoodat de onder-verdieping twee maal onderbroken wordt door een doorgang die overdekt wordt door een verdieping, waarin de afdeeling Nederlandsche Koloniën gehuisvest is. De overgang van den beganen grond naar hoogerjiggende galerijen en naar de afd. Ko loniën is zeei geleidelijk bijna ongemerkt door telkens eenige treden tegelijk. Het interieur werd in hoofdzaak met tri plex en celetex afgewerkt, waarbij zooveel mogelijk partp getrokken werd van de spe cifieke kleurwerking van deze materialen. De werkzaamheden verbonden aan het toezicht op den bouw en alles wat hier mede samenhangt werden door het Uitvoe rend Comité toevertrouwd aan het Ingeni eursbureau G. J. Langhout. terwijl de bouw zelf m handen werd gesteld van de N. V. Nederlandsche Aanneming Maatschappij v.h. Firma H. F. Boersma. De hepr H. Th. Wijdeveld, het Ingenieurs bureau G. J. Langhout en de N. V. Neder landsche Aanneming Maatschappij v.h. fir ma H. F. Boersma zagen zich voor een zwa re taak geplaatst maar dank zij onderlinge samerwerking ook met net Uitvoerend Co mité is het resultaat, dat Nederland op deze tentoonstelling zal verschijnen met een pa viljoen van moderne architectuur, dat onge twijfeld door opzet, bouw en uitwendige en inwendige decoratie de internationale aan dacht zai trekken. Voor wat betreft den tuinaanleg rondom het gebouw werd de medewerking verkregen van een sub-commissie uit den Nederland- schen tuinbouw, onder voorzitterschap van den heet Ernst Krelage. Bij den tuinaanleg, die door den heer H. de Lange, tuinarchitect te Rotterdam ont worpen is, is er naar gestreefd, tijdens den ganscnen duur van de tentoonstelling volop bloemen te kunnen toonen. Aanvankelijk was het zwaartepunt gelegd in groote hoe veelheden potplanten, in breede strooken in het gazon maar naarmate het paviljoen grooter afmetingen kreeg, moesten ook aan den tuinaanleg andere eischen worden ge steld. De bloeiperiode wordt geopend door 30.000 Darwin en andere late tulpen in verscheiden heid. ingezonden door 't Centr. Bloembollen Comité Haarlem. Deze worden opgevolgd door een uitgebreide perkbeplanting met Pe largonium Zonale. Regonia Erfordia en knol begonia's, van de Nijmeegsche Veilingmaat- schapoij en van de N. V. v.h. M. van Wave- ren en Zonen te Hillegom. Twee zeer uitge strekte boordbedden zullen doen zien, wat de Nederlandsche tuinbouw op het gebied van vaste planten vermag; het zijn inzendingen van de Koninklijke Kweekerij Moerheim te Dedemsvaart en van de firma G. Lubbe en Zoon te Oegstgeest. Fen bijzondere merkwaardige en uitgebrei de verzameling Lelies is geplant door den heer S J. Schoon, bloembollenkweeker te Akersloot Niet minder dan 5000 struikrozen zullen de Nederlandsche rozenteelt vertegenwoordigen, ingezonden door de firma's G. A. H. Buis man en Zoon te Heerde. M. Leenders en Co. te Steyl en J. H. Faassen Hekkens te Tege- len. Talrijk zullen in den zomer en den herfst de Dahlia s zijn, waarbij vooral de Mignon- dahlias hare voortreffelijkheid voor perkbe planting zullen aantoonen, inzenders zijn de heer J A Dominicus te Schiedam en de firma's J G. Ballego en Zoon te Leiden en W. Topsvoort te Aalsmeer, terwijl de Neder landsche Dahliavereeniging voor perken met 3500 otuks zorgt. Het Nederlandsche paviljoen is door door gangen verdeeld in 3 gedeelten. Wanneer men het gebouw bij den hoofdingang bin nentreedt bevindt men zich in een reus achtige ontvangzaal. De aandacht van de bezoekers zal ongetwijfeld het eerst worden getrokken door een wandbeschildering van de Zuiderzeewerken, waardoor' duidelijk en op zeer kunstzinnige wijze een beeld wordt gegeven van hei ontstaan van onze twaalfde provincie Deze zaal, die dienst doet als ontvang- en receptiezaal, bevat de inzen dingen op het gebied van Nederlandsche kunstnijverheid, voor welke afdeeling een af zonderlijke subcommissie is ingesteld onder leiding van den heer Ir. J. de Bie Leuve- link Tjeenk. In de daarnaast gelegen zaal treft men de verschillende inzendingen van Rijkswege aan, zooals de uitgebreide inzending van het Departement van Waterstaat, gevende een overzicht van de Nederl. Internationale waterverbindingen en van de Zuiderzeewer ken, terwijl verder de aandacht wordt ge vestigd on het aandeel, dat Nederland heeft in het verkeer door het Suez-kanaal. De afdeeling luchtvaart van het Departe ment van Waterstaat toont, wat o.a. op radiogebied van Nederlandsche zijde ge schiedt in verband met de Luchtvaart, ter wijl de afdeelingen Kustverlichting en Hy- drographie van het Departement van De fensie naar vuren brengen, op welke moder ne wijze deze twee rijksinstellingen werken ter beveiliging van het internationale zee- vaartverkeer. Tenslotte is in deze zaal nog opgesteld een diorama, betrekking hebbende op het Neder- landsch Scheepsbouwkundig Proefstation. Dit proefstation, tot den bouw waarvan, zcoals men weet, onlangs werd besloten, heeft ten doel het verrichten van proefnemingen met modellen v« scnepen en voortstuwers. Wanneei men deze afdeeling verlaat gaat men door een overdekten doorgang naar de 2de afdeeling, waarin in hoofdzaak de Ne derlandsche particuliere deelneming is op gesteld. Aansluitend aan deze afdeeling komt men in de zaal. waarin men de Dordrechtsche en Vlissingsche collectieve deelneming vindt op gesteld, terwijl men vervolgens de zaal be treedt, waarin de Amsterdamsche collectieve inzending is ondergebracht. De leiding van deze collectieve afdeeling berust bij het Am sterdamsche Gemeentebestuur en rondom de inzending van Gemeentezijde, betrekking hebbende op het havenbedrijf en alles wat hiermede samenhangt, vindt men opgesteld de inzendingen van de particuliere Amster damsche bedrijven welke zich in een of ander opzicht op zeevaartkundig terrein bewegen. By deze afdeeling sluit zich aan de bij zonder uitgebreide collectieve Rotterdamsche afdeeling. Op dezelfde wijze als ook te Am sterdam is geschied neeft ook voor wat be treft Rotterdam het gemeentebestuur de lei ding van een collectieve inzending op zich genomen en ook hier zijn, rondom de Ge meentelijke inzending op havengebied, ver schillende van de .ooraanstaande particu liere bedrijven vertegenwoordigd. In het bij zonder is hierbij nog de medewerking ver kregen van de afdeeling Rotterdam van den Metaalbona Teruggaande in het Amsterdamsche ge deelte bestijgt men met een monumentale trap de bovenverdieping, die zich over het geheele gebouw (met uitzondering van het Rotterdamsche gedeelte) uitstrekt. Deze ver dieping is geheel gewijd aan overzeesch Ne derland Daar, zooals bekend is, in 1931 een groote Internationale Koloniale Tentoonstel ling in Parijs zal plaats vinden, bleek van particuliere zijde weinig belangstelling, maar desalniettemin, zal deze afdeeling groote aanaacht van de bezoekers trekken, omdat op bijzonder aantrekkelijke wijze in beeld is gebracht, wat Nederlandsch Oost-Indië, Su riname er Curacao beteekenen. Bij alle inzendingen van overheidswege is er naai gestreefd, de voorstelling, waarop de aandacht werd gemeend te moeten worden gevestigd zoo te doen zijn, dat zij de meest mogelijke aandacht zouden kunnen trekken met behulp van verlichte of bewegende voor stellingen, fraai uitgevoerde maquetten en modellen. Er mag dan ook worden gezegd, dat dit doel volkomen is bereikt. Bij den ingang van het gebouw treft men nog een afzonderlijke ruimte aan, waarin de afdeeling Handel en Nijverheid van het De partement van Arbeid. Handel en Nijverheid en de Algemeene Nederlandsche Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer haar inzendin gen hebben opgesteld. De daadwerkelijke belangstelling van het Nederlandsche bedrijfsleven was van dien aard, dat bet onmogelijk was aan alle wen- schen tot plaatsruimte te voldoen, waarvan het gevolg is geweest, dat verscheidene Ne derlandsche particuliere bedrijven elders in de internationale afdeeling onderdak ge- De 29ste April van dit jaar zal in onze ge schiedenis ongetwijfeld als een belangrijke datum worden opgeschreven. Op dien dag toch wordt de nieuwe schutsluis te IJmui- den, de grootste van het vaste land, een mil- lioenenwerk, officieel geopend door H.M. de Koningin. Met een „eenvoudige handbeweging" zooals het programma vermeldt zal onze Vorstin deze nieuwe toegangspoort naar de zeehaven van de hoofdstad openstellen en daarmede dit geweldige waterbouwkundige werk, waaraan de namen van onze Neder landsche ingenieurs met groote eere verbon den zijn, voegen bij de andere bouwkundige monumenten, welke Nederland voor zich en zijn nageslacht opricht. Van welk een omvang dit werk is geweest, valt uit de voltooide sluis niet op te maken. Men ziet de groote schutkolk en bewondert de enorme roldeuren, zonder te weten, wat aan de totstandkoming voorafgegaan is, hoe veel studie de bouwers zich getroost hebben, hoeveel arbeid er ligt onder het wateropper vlak en onder den grond, waarover men thans loopt. De bouwers en zij, die het werk van nabij gevolgd hebben weten dit wel. Zij hebben vijftien meter onder het tegen woordige wateroppervlak gewandeld, over den bodem van den bouwpunt, tusschen zandtreinen en excavateurs, tusschen hei stellingen met den ratelenden Mc. Kiernan bracht moesten worden. Verschillende Ne derlandsche ondernemingen hebben eigen pa viljoens opgericht in de onmiddellijke nabij heid van het Nederlandsche gebouw. De Nederlandsche Land- en Tuinbouw zul len op verschillende tijdelijke tentoonstel lingen vertegenwoordigd zijn. Bij het organiseeren van de deelneming van Nederlandsche zijde aan de Internationale tentoonstelling te Luik heeft het Neder landsch Uitvoerend Comité zooveel mogelijk getracht voor wat betreft de wijze van deel neming collectiviteit te bevorderen. In de eerste plaats kan in dit opzicht wor den gewezen op de gelukkige samenwerking, waardoor het mogelijk is de Maaskanalisa tie in beeld te brengen. Hierbij wordt samen gewerkt door alle vier de Kamers van Koop handel en Fabrieken in Limburg dus: Maas tricht, Heerlen. Roermond en Venlo, de Ka mers van Koophandel en Fabrieken te Nij megen, Amsterdam en Rotterdam, terwijl de gemeentebesturen van deze verschillende ge meenten eveneens van him belangstelling blijk hebben gegeven en tevens het Gemeen tebestuur van Dordrecht en Rijkswaterstaat. Met behuln van maquetten, lichtkaarten, al dan niet bewegend en foto's zal de bezoe ker zich een duidelijk denkbeeld kunnen vor men van hetgeen op waterstaatkundig gebied tot stand is gebracht en een beeld krijgen van de economische beteekenis van deze nieuwe waterveroinding op Nederlandsch ge bied, iii internationaal opzicht. De directies van de verschillende steen- kolenmijnbedrijven in Heerlen hebben zich onder leiding van het Siaatssteenkolenmijn- bedrijf vereenigd en in de gemeenschappelijke Terry-hamer en reusachtige beton-stortin- stallaties. Langzaam hebben zij dit enorme bouwwerk op zijn palenfundament zien groeien, het eene blok na het andere, totdat water en aarde het grootste deel aan het oog onttrokken. Wij reproduceeren hierbij een foto, welke door ons gemaakt is tijdens den bouw van het buitensluishoofd. Het is bedoeld als een herinnering aan den bouw en de kiek geeft daardoor een interessant beeld. Toen wij des tijds men over den bodem van de kolk wan delden, langs de deurkassen en de riolen, kre gen we den indruk, alsof er een complex reusachtige gebouwen in wording was. Onbe schrijfelijk was de indruk, welken men kreeg bij het zien van dat netwerk van wapeningsij zer, waartusschen de Monjé-werkers met hun aan flarden gereten kleeren, de verbin dingsijzers vlochten of bij de beschouwing van de geweldige bekistingen, waarboven de kabelbanen hun beton-bakken lieten zakken, dag in, dag uit, totdat de tienduizenden ku bieke meters afgestort waren. En hoevelen zullen zich nog den 78 meter hoogen dubbelen beton-toren herinneren, die gebruikt werd bij het storten van het binnenhoofd? Nu dit alles voorbij is en het resultaat van den arbeid er ligt, is het de herinnering aan dat buitengewone bouwproces, dat het sluis- werk aan hen, die het van nabij gevolgd heb ben, blijvend interessant maakt, méér dan voor anderen. De geschiedenis van den sluisbouw gaat terug tot 1909, in welk jaar een Staatscom missie werd ingesteld, voor een onderzoek naar de wenschelijkheid voor het nemen van maatregelen, om op den duur een geregelden toegang tot Nederland door het Noordzee kanaal te verzekeren. Besloten werd o.m. tot den bouw van een nieuwe sluis, die eerst een lengte zou hebben van 360 M. bij een breedte van 40 M. en een diepte van 14 M. Later zijn deze afmetingen gewijzigd en werd besloten tot den bouw van een sluis, 400 M. lang en 50 meter breed, met een diepte van 15 meter. De wet, tot het bouwen van deze sluis, werd 2 Januari 1917 afgekondigd. Het spreekt zelfs voor leeken vanzelf, dat een dergelijk werk maar niet zonder meer aangevangen wordt. Onze Nederlandsche in genieurs zetten zich aan den arbeid en na een intensieve bestudeering van alle vraagstukken, welke met dit buitengewone werk verband houden, werd in 1924 met den bouw van de schutkolkmuren begonnen. Interessant in het intusschen te weten, dat de bemaling van den bouwput, welke droog gehouden moet worden, een aanzien lijke hoeveelheid water opleverde, hetwelk aan het Provinciaal Waterleidingbedrijf van Noord-Holland geleverd werd. Millioenen kubieke meters water heeft de sluisbouw aan de provincie geleverd. Zooals bekend, is de sluis gefundeerd op betonpalen, waarvan een duizenden in den grond geheid zijn. De bouw van de schutkolkmuren was in Maart 1925 voltooid. Daarna werd begonnen met den bouw van het binnenhoofd. Het buitensluishoofd vormde de laatste phase van den bouw. Een onderwerp van bijzondere studie vormde de methode van vulling der schut kolk. In de oude sluis is daartoe in de kolk- muur een riool aangebracht met zijwaartsche spruiten, waardoor het water in en buiten de sluis op gelijk peil gebracht wordt. In een waterbouwkundig laboratorium te Berlijn werden langdurige proeven genomen, Waarvan het resultaat was, dat besloten werd de vulling van de kolk te doen plaats hebben door z.g. omloopriolen in de sluishoofdeo. Dientengevolge was het mogelijk, den bouw van de schutkolkmuren,, waarin nu Seen Een interessante foto, genomen tydens den bouw van het buitensluishoofd in 1937 opstelling zal duidelijk en zeer overtuigend naar voren worden gebracht wat het Neder landsche steenkolenmijnbedrijf beteekent en hoe reusachtig snel dit zich heeft ontwikkeld. Verder wordt een zeer belangwekkende ruimte ingenomen door een collectieve stand van hei. Coöperatieve Zuivelbedrijf in Ne derland, welke inzending wordt verzorgd door den Aigemeenen Nederlandschen Zui- velbond. In dezen stand zal, met behulp van de zeei belangwekkende film van deze orga nisatie nader worden getoond, hoe ontzag lijk het Coöperatieve Zuivelbedrijf in Neder land zich heeft ontwikkeld. Verder de zaal doorgaand komt men aan 'n eveneens buitengewoon belangwekkende collectie- e inzending, en wel de inzending van de Nederlandsche electrotechnische in dustrie en wat hiermede verband houdt. Deze collectieve groep staat geheel onder leiding van de Stroomverkoop Mij. te Maas tricht er het is een verheugend verschijnsel dat bijna alle vooraanstaande Nederland sche ondernemngen op dit gebied van hun daadwerkelijke belangstelling blijk hebben gegeven De opstelling en indeeling van deze groep zal ook ongetwijfeld grooten indruk maken op den bezoeker en hem toonen hoe ontzag lijk de Nederlandsch electrotechnische indus trie zich in de laatste kwart-eeuw heeft ont wikkeld Dat in verband hiermede de elec- trificatie van Nederland ook zeer snelle vor deringen maakt wordt op bijzonder gelukkig gevonden wijze in beeld gebracht, in de stand van de Stroomverkoop Mij. Als vertegenwoordigers van de Limburg- sche Nijverheid vindt men een zeer groote inzending van de N. V. Kristal-, Glas- en Aardewerk Industrie ,De Sphinx" te Maas tricht, een uitgebreide inzending van de Eerste Nederlandsche Cementindustrie te Maastricht terwijl verder uit Limburg deel nemen de N. V. Kristal Unie, te Maastricht en de Swalmer Dakpannenfabriek te Swal- men. Maar ook de andere inzendingen zullen het bewijs leveren, dat Nederland uit In dustrieel oogpunt met volle gerustheid een vergelijking met het buitenland kan door staan. Een afzonderlijke groep vormen de Afdee lingen Wetenschappen en Muziek. Voor het organiseeren var deze twee afdeelingen zijn twee subcommissies ingesteld, die voor de Wetenschappen onder leiding van Prof. J. v. d. Hoeve en a ie voor wat betreft de Muziek onder voorzitterschap van den heer Dr. Joh. Wagenaai. Het zou ons te ver voeren hier verder op deze afdeelingen in te gaan, nog zij gewezen op een afzonderlijke afdeeling behoorend tot de groep Wetenschappen, waarin de aan dacht wordt getrokken door de Nederlan ders die in der loop der jaren de onderschei ding van den Nobelprijs hebben verworven, de inzendingen op 't gebied der natuurwe tenschappen zijn tot stand gekomen door sa menwerking der Universiteiten te Amsterdam Delft, Groningen, Leiden, Utrecht. De be langstelling voor deelneming, eerst aarze lend, bleek later van dien aard te zijn, dat verschillende aanvragen tot deelneming ln het Nederlandsche paviljoen moesten worden afgewezen Het Nederlandsche gebouw heeft een totale oppervlakte van meer dan 3000 M2., is gebouwd dcor het tentoonstellings- bestuur terwijl de heer Denijs 'de uitwendige en inwendige decoratie verzorgt. De tuinaanleg rond het gebouw wordt ver zorgd door een speciale subcommissie onder voorzitterschap van den heer Ernst Krelage, terwijl de heer H. de Lange tu in - architect, dezen tuinaanleg heeft ontworpen. De Algemeene Nederlandsche Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer en de Exploita tie Mij „Scheveningen" zullen met haar in zendingen het bewijs leveren, dat als toe- ristenland Nederland ook alle aandacht ver dient. terwijl de afdeeling Handel en Nijver heid van het Departement van Arbeid, Han del en Nijverheid voor de noodige handels voorlichting en wat hiermede samenhangt zorg draagt. Tenslotte zij vermeld, dat bij K. B. van 14 October 1929, no. 9. werden ingesteld een Centrale Cofnmissie en een Uitvoerend Comité voor de deelneming van Nederland aan bovengenoemde tentoonstelling, beide onder voorzitterschap van den heer Mr. Dr. W. F J. Frowein, Directeur-Voorzitter der Staatsmijn Limburg, die tevens is benoemd als Commissaris-Generaal. Het Uitvoerend Comité bestaat nit de heeren: Mr. Dr. W. F. J. Frowein, voorzitter. P. H M. Regout, onder-voorzitter. v Mr. E. E. Menten, Penningmeester. H. F. R. Snoek, Secretaris. Ir. E. de Kruyff, Lid en Gedelegeerde ttt België. F. K J. Heringa, Administrateur, Chef der Afdeeling Handel en Nijverheid van het Departement van Arbeid, Handel en Nijver heid. Vertegenwoordiger van den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid. P. Visser, administrateur, Chef der Afdee ling Kunsten en Wetenschappen van het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Vertegenwoordiger van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen. In Engeland en de Vereenigde Staten wor den thans proefnemingen gedaan, om de optische signalen bü de spoorwegen te ver vangen door draadlooze teekens, hetgeen vanzelfsprekend vele vcordeelen heeft. Het nieuwe systeem berust hierop, dat op verschillende emplacementen radiosignalen gegeven worden, die door de machinisten worden opgevangen en door middel van een luidspreker worden weergegeven. Voorloopig zal het systeem slechts als aanvulling van het optische en acoustische signaalwezen worden toegepast. In 1927 werd de eerste sluiséfur, welke, zocals men weet, van Rotterdam nit over zee naar IJmuiden is gebracht, in vertiea Ien stand gebracht. Hierboven een foto van deze gebeurtenis riool noodig was," belangrijk te vereenvoudi gen. De muren konden nu aan beide zijden als normale kademuren op paalfundeering worden gebouwd, hetgeen een besparing bracht van ruim 1 millioen gulden. Daarbij is nu verkregen, dat de schepen in de kolk tijdens de vulling „rustig" liggen, hetgeen bij de toepassing van de z.g. spruiten niet het geval is. De bouw van de muren kostte n i-n f3000 per strekkenden meter cf in totaal f 1.576.000. Alleen voor de schutkolkmuren waren 6100 betonpalen noodig. Het werk werd uitgevoerd door de N. V. Aannemings Mij. v.h. Hillen en Roosen en Betonbouw „Trio", uit Amster dam. Het binnenhoofd is gebouwd door de Hollandsche Mij. tot het maken van werken in gewapend beton voor f 2.976.000. Voor het binnenhoofd moest ongeveer 70.000 M3 beton verwerkt worden. In totaal is voor den sluisbouw ongeveer 200.000 M3 beton verwerkt. Het buitensluishoofd is gebouwd door de Fa. Broekhoven en v. Zuijlen. De kosten hiervan hebben tusschen de 4 en 5 millioen gulden bedragen. Dj. ^5'j reustachtige sluisdeuren zijn ver vaardigd door de N.V. Burgerhouts Scheeps werf- en Machinefabriek, te Rotterdam, voor f 965.000.Zij zijn ongeveer 20 meter hoog, 50 meter breed en 7% meter dik. Voor de nieuwe sluis is een nieuwe toe gangsweg naar zee gegraven en wel aan de noordzijde van het fort, dat thans op een eiland is komen te liggen. Hiervoor was het noodig, dat het worteleind van de Noord- pier omgelegd werd. Dit is ook geschied- Ten slotte zij aan deze, uit den aard der zaak zeer oppervlakkige mededeelingen, nog toegevoegd de bijzonderheid, dat de nieuwe sluis gelegenheid biedt voor massa-schuttin gen. Een groot aantal schepen kan thans ge lijktijdig geschut worden, hetgeen een groot voordeel is. Kon in den oude sluis slechts één schip van 20.000 ton geschut worden, in de nieuwe sluis kunnen gemakkelijk twee schepen van deze afmetingen tegelijk geschut worden. Er is dan zelfs nog plaats voor 2 schepen van 3000 ton. De beteekenis van deze massaschuttingen wordt duidelijk, wanneer men de stijgende cijfers van het scheepvaartverkeer door de sluizen ziet. En overigens kunnen wij thans de grootste Oceaan-reuzen ontvangen. De passage naar Amsterdam is_verzekerd l Een totaal-overzicht van de nieuwe sluis

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1930 | | pagina 9