Het eiland „Zondag Nachtzak Dl Goedkoope Patronen Bij Paul Poiret Iets over den omgang met hi nderen Wat zullen we koken? Elck wat goets Vaste Waschtafels 0®©ES igodi ÉS OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN Een titel, die bijna naar Robinson Cru soe riekt, nietwaar? En een onderwerp, waarover den laatsten tijd al heel wat ge zegd is! In de woelende, bruisende zee van jach tig, ingespannen werk, dag in, dag uit, ligt een vredig, liefelijk-groen eiland, waar we iedere week weer hoopvol op aansturen. Al dagen van te voren zien we verlangend uit naar de wazige kust, we leggen er aan met een zucht van voldoe ning en verlaten het noode, wanneer het kort verblijf weer om is. De Zondag is een dag van rust na het harde werk. Er was een tijd, waarin deze opvatting streng en consequent gehand haafd bleef. Reeds op den vooravond trad een vrome stilte in, door geen werk dag-geluiden verstoord. Dat is wel een beetje veranderd. De „dag des Heeren" zijn met den plechtlgen ouden term ook niet tegelijk de verplichtingen, door dat begrip opgelegd, op den achtergrond ge raakt? Naar buiten kennen wij weliswaar de wet der Zondagsrust nog wel, maar dat verhindert niet, dat ze achter de coulissen overtreden wordt! Het begrip „rust" zien we, in verband met den Zondag, om ons heen soms al heel eigenaardig uitgelegd. Men onthoudt zich van nuttigen arbeid om een „ont spanning" te zoeken, die tienmaal uit puttender is dan een week lang zwoegen! Menschen, die de Zondagsrust overtreden met dóórwerken uit zucht naar grooter gewin, doen zeer zeker verkeerd maar of hun fout zóó dom en onsympathiek is als de onzinnige excessen van sommigen, die meenen, dat zij den „rustdag" in eere houden? Het „stille Mlsje" is een vervelende noodzakelijkheid, en hoe vroeger het achter den rug is, zoodat men er dadelijk op uit kan trekken, hoe liever. Lof en Vespers zijn voorwereldlijke instellingen, goed voor oude vrouwtjes, die de deur niet meer komen uitgesukkeld, dan met de kerk als doel. Puiven tot diep in den nacht is onafscheidelijk van een draag lijken Zondag. Je hebt ook nog Zaterdag avond-fuiven, waarbij dan na afloop het „stille Misje" pleegt aan te sluiten, dat huiverig en half-liggend verknikkebold wordt op een schemerige achterste bank. Daarop volgt dan de „Zondagsrust" in den meest letterlijken, zij het dan ook niet meest verheffenden zin: het uitslapen tot laat in den middag, om den verderen dag prikkelbaar te verdrinken of zoo mo gelijk 's avonds nog eens opnieuw te be ginnen. Volstrekt geen zeldzaamheid, een en ander! Het groote verschil met vroeger schuilt waarschijnlijk hierin, dat men, het woord „Zondagsrust" op eigen gelegenheid ver taalt door „verstrooiing", terwijl het eer tijds „inkeer" placht ty bedoelen. En het besef, dat die rust een Godgewijde moet zijn, dat de Zondag niet zoozeer aan ons behoort als wel aan Onzen Lieven Heer, schijnt velen van ons ook al ontgaan. Ontspanning, die werkelijk dien naam verdient, is niet alleen geoorloofd, maar zelfs heel wenschelijk en goed als be steding van den Zondag, maar dan naast, en niet ten koste van de heiliging, de viering van dien dag! Misschien zijn er weinig dingen, die zóó nauw verband houden met het goede of minder goede voorbeeld van het ouderlijk tehuis, dan de gewoonten in verband met de Zondagsviering! Krijgt het kind, vooral in de jaren, dat de kinderschoenen beginnen te knellen, er 'n juisten en tege lijk ook aannemelijken en weldadigen in druk van hoe de Zondag behoort te zijn, dan zal het zich later maar zelden be haaglijk kunnen voelen bij gewoonten, die daarbij al te schril afsteken. Om het be paald slechte voorbeeld nu maar eens heelemaal onbesproken te laten, omdat het gelukkig nog maar in weinig Katho lieke gezinnen voorkomt we kunnen nog zooveel misdoen door onverstand en gemakzucht, door overdrijven in de goede richting zelfs. De Zondag moet, zelfs voor het jonge, levenslustige kind, een ideaal zijn van tijdbesteding, een vurig-verbeid genoegen. Géén dag van verveling tus- schen een gaperlgen vader en een on gezellige moeder, geen dag van onschend baar-verklaarde zijden jurken en witte matrozen-pakken, van stoffige zeul-wan- delingen langs eindelooze wegen geen dag, waarvan, wat het godsdienstig ge deelte betreft, alleen de herinnering ach terblijft aan een Hoogmis, die werkelijk te lang en te vermoeiend was voor het be weeglijke persoontje, en een Lof, waarop onmiddellijk het taptoe-sein volgde, zoo dat 't aan den heerlijken zomeravond „nletB had." Het bijwonen van de Hoog mis, de vreedzame wandeling door de mooie natuur, het Lof, het tijdig-naar- bed-gaan alles even goed en nuttig, en toch voor het Jonge kind dikwijls af schrikwekkend van vermoeienis en verve ling. Zoo'n Zondag wordt geen waarde volle herinnering, geen steun voor later Jaren. Integendeel zal het kind zoodra 't er de volle kans toe krijgt elk systeem, dat 't oude meer bevredigend kan vervan gen, met gejubel inhalen. En toch moest 't juist zóó zijn, dat 't vastgroeide in de overtuiging, dat geen Zondag van andere menschen kan halen bij de Zondagen van thuis. Vader en moeder moeten er eigen gemak en voorkeur en zelfs onkosten voor over hebbeh, om het hun kinderen thuis werkelijk behaaglijk te maken naar de eigen opvatting van de kinderen zelf. „Zoo uw Zondag, zoo uw sterfdag," zegt een oude spreekwijze, en er is veel waars in die eerbiedwaardige uitdrukking. Laten we zóó handelen, alsof ze een profetie warei Dan zullen we langs de lange rij der gezegende groene eilanden in onze woelige levenszee veilig aanlanden aan de kusten van het groote vasteland der Eeuwige Rust! MACHTELD. Tegenwoordig hebben we op 't gebied van nachtzakken velerlei variaties. We hebben ze van lint met een aardigen Pierrot er op, of gehaakt en gebreid met een losse lus, zoodat ze een wollig aan zien hebben en iets op een kussen lijken. Er zijn echter toch ook altijd nog dames, die een rustiger uitvoering wenschen, daar deze in hun omgeving een beter effect Blaakt. Misschien kunt ge een voorbeeld als nevenstaand gebruiken. Pig. A toont u het bovenaanzicht er van, terwijl fig. B u den uitgeslagen lap aangeeft. Ge kunt dezen nachtzak maken van katoen, linnen, reformstof, enz., terwijl ge de versiering natuurlijk in overeen stemming brengt met de gekozen stof. Ge hebt er een lap voor noodig, die 98 cJM. lang en 48 c.M. br. is. Ge begint aan den 48 c.M. breeden kant langs de twee zijkan- iten en onderaan een inslag van één c.M. en een zoom van 3 c.M. in te maken. Wie de kunst van opennaaien verstaat, trekt een paar draden uit, en maakt op deze manier den zoom vast. Dit staat altijd fijn. Zoo ook kunt ge op de aangegeven lijn een open naadje maken en den nachtzak met een monogram versieren. Is de stof voor opennaaien niet geschikt, dan kan men een smal entredeux nemen, of een smal kruissteekrandje in 'n goed gekozen tint. Hebt ge het bovenvlak versierd, dan stikt ge bovenaan een 3 c.M. breeden zoom in, waarna ge den zak met een Engelschen naad dichtstikt. Na afwerking heeft de nachtzak een afmeting van 30 bij 40 cM„ terwijl het versierde gedeelte geheel als overslag dient. DINY. van al onze modellendie genummerd zijn boven 4000, zijn verkrijgbaar aan .Met PatronenkantoorPostbus No. 1, Haarlem. Onberispelijke coape. Dameskleeding 1 n de maten 88, 96, 104 bovenwijdtea f 0.55. Kinder- kleeding, alleen voor den in de beschrijving genoemden leeftijd a 0.35. Bij elk patroon handleiding voor het knippen en naaienbenevens een verkleinde patroon- schets. Franco toezending, direct na ontvangst van bestel ling, met het verschuldigde bedrag aan postzegels in gesloten. waarbij vermeld naam en adres, nummer van het model en het blad. waarin het voorkomt en bovenwijdte. Men meet deze maat rondom het lichaam, recht onder de afmen door, gewoon gladzonder extra toegift. Wie 't eindelijk gelukt is tot in een der paleizen der Parijsche modekoningen door te dringen, voelt zich, ondanks de smaakvolle en zeer luxueuze omge ving, toch niet heelemaal op z'n gemak. De geheimzinnigheid en de met 'n laagje Fransche politesse geverniste achter docht, waarmee we de zalen binnenge leid worden, vinden we pas vergeeflijk ais we weten, dat er z.g. copieerhuizen zijn, die hun bestaan hebben in 't plegen van plagiaat. Zij weten op de een of an dere oneerlijke wijze precies de modellen na te maken en ze dan natuurlijk goed- kooper te verkoopen. Als men bedenkt, dat juist de hooge prijzen 5, 6, 8 duizend francs, betaald worden voor het origi- neele model, is 'n dergelijke concurren tie natuurlijk niet te tolereeren. We zien dan ook in za ken zooals Poiret, Lauvin, Lelong geen enkel costume in de vitrines. Eenige mannequins ver schijnen uit 'n ge heimzinnige deur of van achter veie gordijnen, toonen u de werkelijk bui tengewoon fijne en origineele toileten en verdwijnen weer snel en geruisch- loos. Op die wijze is het ons gelukt, 'n zestig a zeven tigtal costumes te kunnen bewonde ren, waarvan wij er u enkele zullen beschrijven en u een flauwe herin nering op de tee- kening weergeven, daar het natuur lijk ongeoorloofd is, de costumes precies na te teeke nen. 't Allermeest vielen natuurlijk weer in het oog de a\ ondtoiletten, waarvan er waren van witte zijde met olijfgroene versiering, van citroengele charmeuse met zeer fijne biesjes van goudleer en kwastjes van gouden kraaltjes, van hemelsblauwe moiréezijde, van zwarte kant etc., etc., Op deze costumes werden de korte bij passende avondmantels gedragen met steeds grooter wordende bontkragen. De namiddag- en morgenkleeding on derscheidde zich in hoofdzaak door 'n fijne coupe endoor 'n versiering van gedurfde kleur. De rokken komen tot halfweg de kuit, maar wat erger is: de mouwen tot halfweg den onderarm. Dit flatteert noch arm, noch hand; daarom kunnen we deze nieuwe modegril niet erg toejuichen. We kunnen ons dan be ter vereenigen met het idee van mouw tot over de elleboog en een ondermouw van kant of contrasteerende kleur. We zagen hiervan alleraardigste combinaties, maar hierover een volgenden keer wat meer. POLA. Opvoeden kan eigenlijk slechts hij, die het Evangelie-woord naleeft: „Zoo ge niet wordt als de kinderen In de „Groszer Irrgarten" verhaalt Otto Emut, hoe hij eens een groot ge leerde bezig zag met het optuigen van een kerstboom, hoe deze daarbij op de knieën of op de hurken om den lx>om rondkroop. Op zijn verbaasde vraag ant woordde de geleerde: „Ja, je moet be denken, dat de kleuters den boom van onder af zien, je moet hem van het perspectief der kinderen versieren." Dit afdalen tot het kind, dit zich-inleven in zijn gezichtskring is de eerste voor waarde voor den omgang met kinderen, wil deze dien naam verdienen, en niet alleen maar een drillen, een dresseeren zijn. Het is voor ons volwassenen echter geen gemakkelijke taak nog 't ge makkelijkst, wanneer waarachtige liefde en warm mee-leven ons den weg berei den. En hoe moet ge met Uw kind om gaan? Op de eerste plaats: Ga op zijn vra gen in! Bedenk, dat ons kind als een radelooze wandelaar is, die in een onbe kende streek weg noch steg weet! Wees niet wrevelig of kortaf, wanneer 't zich vol vertrouwen tot u wendt, verwijs 't niet uit gemakzucht naar de school, zelfs als het 't u.mat zijn duizendkoppig: „Waarom?" leelijk lastig maakt. Het „waarom?" is toch immers, zooals Ann Sullivan, de opvoedster van Helen Kei ler, zoo treffend zegt, „de poort, waar door het kind de wereld van denken en overleggen betreedt!" De voor de toe komst beslissende vraag: vertrouwelijk heid of vervreemding tusschen u en uw kind, ligt reeds hier in uw hand. Daar om moet u uw kind ook nu serieus ne men. Bij hoe vele, zelfs theoretisch wei- meenende ouders, is 't practisch niet veel meer dan speelgoed en tijdverdrijf! Men lacht om 't komische kleine ding, begeleidt zijn doen en laten met ironi sche uitroepen van verwondering, be handelt het met neerbuigend sarcasme en babbelt tegen familieleden en kennis sen in zijn bijzijn ongegeneerd over zijn bescheiden geheimen, ja, over de sub tielste neigingen van zijn innerlijk leven. Een Vandalisme, waaraan veel ouders hun kinderen gedachteloos blootstellen. Is het een wonder, dat kinderen zich dan gekrenkt voelen en schreien. Hoe veel vertrouwen wordt daarmee in de kiem verstikt! En is het dan een won der, wanneer kinderen gesloten worden, en 't later tegenover anderen, ja, tegen over him ouders, óók aap tact en fijnge voeligheid laten ontbreken? o o o Zooals gewoonlijk, had onze huts dokter tijdens het gesprek vergeten, dat ik vandaag een patiënte was. Als oud-leerling van de tooneei- school die hij wijselijk had op gegeven voor de universiteit had het tooneel steeds zijn grootste belangstelling en als hij op dat chapiter kwam, bleef de heele praktijk rustig liggen. Bij het vertrek maakte ik hem erop attent, dat hij feitelijk voor mij gekomen was en niet voor m'n man. „Wees steeds opgeruimd, me vrouwtje," zei hij, „altijd opge ruimd zijn en veel glimlachen. Glimlachen houdt ons gezond en sterk." Ik had het al gedacht, dat dót komen moest. Hij was de dokter van den eeuwigen glimlach. Hij dacht doorgaans een dubbele longontsteking met een glimlach op de vlucht te jagen. Ik ben aanstonds begonnen met glimlachen. Menschen, die het weten kunnen, zeggen, dat je voor een glimlach 42 ver schillende spieren in beweging moet brengen. Ik heb er veel meer in beweging gebracht. Gisteren om half negen verscheen ik aan het ontbijt. Henk hield de lichtrekening in z'n hand. Hij vroeg, waarom ik niet een beetje zuiniger met het licht was. Ik glimlachte. Henk heeft geen woord meer gezegd: hij is naar kantoor gegaan, zonder me een zoen te geven en heeft de deur hard achter zich dichtgetrokken, met de boodschap, dat hij zich wel een ongeluk zou werken om mijn rekeningen te betalen. Om negen uur kwam 't dienstmeisje op d'r gewone zure manier vragen, wat er gedaan moest worden. Ik glimlachte, 't Dienstmeisje glimlachte niet, maar zei, dat ze niet wenschte uitgelachen te worden en dat er altijd nog genoeg „betrekkings" waren, waar de menschen niet zoo gek „deejen". Om half elf kwam de pastoor vragen of ik wat voelde voor de Missie-ten toonstelling. Ik glimlachte. Hij heeft het als eèn bevestiging beschouwd en no teerde me meteen voor 100 gulden. Om elf uur ben ik uitgegaan om te wandelen. Ik heb tegen alle menschen, die ik ontmoette, ge glimlacht. Het werkte blijkbaar buitengewoon aanmoedigend op bedelaars en straatventers. Ten slotte was er een donkere jongeman, die terug glimlachte. Toen ik blééf glimlachen, begon hü te knipoogen. Waar het voor schrift daaromtrent niets ver meldde, heb ik me zoo gauw moge lijk uit de voeten gemaakt. Toen ik Henk alles vertelde, bleek hij met het verhaal maar half ingenomen. In ieder geval heeft onze huis dokter gelijk, volkomen gelijk: de uitwerking van een glimlach grenst aan het wonderbaarlijke. Ik word echter liever gewóón gezond. CAKE BAKKEN Verschillende lezeressen vragen me om een goed recept voor cake, en dus zullen wa het vandaag eens hebben over cake bakken. Nou, wat mij betreft, ik vind cake bakken heelemaal niet lastig, maar ik zal der ook nooit an beginnen as ik dei- niet me tijd voor kan nemen, want in n vloek en 'n zucht kan je geen goeie cake bakken. En as zoo'n bakkerij mislukt, dan denk ik, dat 't komt omdat alles te haastig wordt gedaan, want as je n cake mooi luchtig wil hebben, dan moet er in elk geval lang geroerd worden. Ik heb 'n puik recept voor Botercakc, nog van mevrouw zaliger, dat me nog nooit mislukt is. Ik neem der 120 gram bloem voor, 150 gram boter, 150 gram suiker en 3 eieren. De eieren klop ik met de suiker in 'n pannetje boven den kleinsten spaarbrander van 't gas, ..oo- wat 'n kwartier lang, tot de massa lauw-warm is en dik en luchtig. Dan neem ik de pan van 't vuur en blijf doorkloppen, onderwijl ik de boter smelt. Zoo gauw als de boter gesmolten is, giet ik ze langzaam bij de eieren met de sui ker, alsmaar roerende en 't allerlaatste roer ik de bloem der luchtig doorheen. Die bloem moet natuurlijk gezeefd wor den en ik geloof, dat bij sommige dames de cake wellis mislukt, doordat ze de bloem niet zeven. Die klontert dan te veel bij mekaar. Wat ook 'n voornaam ding is, vind ik, dat de cake-vorm te voren Is klaar gemaakt goed inge smeerd met boter of slaolie en dan met bloem bestrooid aan alle kanten. Heb ik dat gedaan, dan keer ik de vorm om en klop er tegen, aan den buitenkant. De bloem, die dan rondom b'lijft han gen, is net voldoende om te zorgen, dat de oake later gemakkelijk uit den vorm komt. Dan moet die vorm maar voor drie vierde part gevuld worden met 't beslag en wel zoo, dat er 't meest langs de kanten ligt en er midden in 'n beetje kuil komt, want in 't midden rijst de cake altijd 't meeste bij 't bakken en as ie daar te hoog wordt, komen der licht barsten in. Zoo'n cake moet ongeveer een uur gebakken worden in een matig wannen oven. Is de oven te heet, dan schroeit het deeg dadelijk dicht en wordt de cake van binnen niet gaar. Nou doe ik altijd zoo. As ik me gasoven aansteek, laat ik 'm eerst 5 minuten heelemaal op open staan, dan draai ik de kraan zoover dicht, dat de vlammetjes zoo klein zijn as waterdroppeltjes en dan zet ik me vorm dadelijk in den oven. En dan maak ik me oven niet open eer dat ik denk, dat de cake gaar is. Voor alle voorzich tigheid steek ik der dan nog even met 'n breinaald in, om te kijken of der niets meer aan kleven blijft. En as nou de dame die schrijft, dat ze der cake nooit goed luchtig kan krij gen, alles precies zóó doet en de cake wordt dan nog niet goed, dan menkeert der vast en zeker wat an der oven. An ders moet 't lukken, net zoo goed as 't mijn altijd lukt. Nou kunt u zoo'n cake nog es veran deren nou en dan. Soms doe ik der wat afgeraspte citroenschil in, soms rozijnen en sucade, soms wat stukjes gember, en met geconfijte vruchtjes wordt 't nog weer feestelijker. Maar ook zonder 'teen of ander derbij is 't een echte fijne cake. Gekruide cake maakte mevrouw zali ger altijd as ze meneer wilde tracteeren en ook -wel as der veel heeren op bezoek kwamen, maar mevrouw zelf vond 'm ook heel lekker en ik kan die van mij der ook altijd op tracteeren. Ik neem der boter, bloem, donkerbruine suiker, kren ten en rozijnen voor; van elk 125 gram. Dan nog 3 eieren, 3 theelepeltjes vol nagelgruis en 'n geraspte muscaatnoot. As ik de krenten en rozijnen schoon heb, wel ik ze even op en laat ze dan drogen, terwijl ik 't beslag roer. Ik roer eerst de boter, met 'n houten lepel, tot ze heelemaal zalfachtig is geworden. Dan roer ik der een voor een de heele eieren door, dan de suiker -en dan de kruiderijen. Dat moet dan nog 'n heel poosje geroerd worden. Zoo langzamer hand komen de krenten en rozijnen derbij en eindelijk de gezeefde bloem. Verder gaat alles as bij de boter-cake. Is der nou eentje jarig of zoo, dan doe ik me beslag in 'n ronden vorm en as 't dan gebakken is, dan zeg ik der taart tegen en den volgenden dag strijk ik dan 'n glazuurtje over me taart. Dat maak ik van 1 ons poedersuiker met 'n klein scheutje warm water tot 'n heel dik papje geroerd. Dat verdun ik dan met 'n paar druppels citroensap en dan strijk ik 't met 'n nat mes over de taart. Die versier ik dan soms nog met gecon fijte vruchtjes. Toen onze Tijs meerder jarig werd, had ik 'n paar kersjes in snippertjes gesneden en daarvan 21 midden op de taart, gezet,. En nou moet ik de dame nog harte lijk bedanken, die 15 jaar in West-Indiü heeft gewoond en die me nou West- Indische recepten stuurde. Ik denk, dot ik daar veel lezeressen 'n plezier mee doen kan en daarom zullen we het er den volgenden keer es over hebben. Ik ga ze eerst eens zelf probeeren, dan kan ik der beter over meepraten en die van mij zullen 't best vinden, want die hou den wel van 'n veranderingetje net as ADRIANA KNUIST—POLLEPEL. Een goede vrouw, die alleen daarom goed is, omdat zij gevoelt, dat zij het zijn moet, is veel beminnenswaardi ger dan een vrouw, welke volgens grondbeginselen poogt goed te wezen. Almanak 1813 Ouders, die omtrent de toekomst hun ner kinderen onverschillig zijn, zijn den eerenaam vader en moeder onwaardig. De meeste ouders geven tegelijk goede lessen en kwade voorbeelden; alleen de laatste dragen vruchten. H. SPENCER. Nog voor eenige jaren was de vaste wasch- tafel een nieuw snufje, een luxe-artikel. Dit is tegenwoordig niet meer het geval; nu vinden we veel vaste waschtafels in slaap- en bad kamers. In vele nieuwe huizen worden de vaste waschtafels reeds bij den bouw geplaatst om sloopen en breken te voorkomen. De ouderwetsche wasch- tafel met haar wasch- stellen heeft afgedaan, 't Was inderdaad een meubelstuk met weinig comfort; daarbij komen nog de aanschaffingskos- ten, die vaak grooter zijn, dan die van een vaste waschtafel, welke boven dien veel comfortabeler en hygiënischer is. We behoeven de kom men niet meer te leegen, niet meer met water te slepen; het vuile water wordt afgevoerd door de buizen en de vaste bak is gemakkelijk schoon te houden. De groote vraag der laatste jaren naar dit ar tikel heeft een groot aan tal verbeterde ontwerpen gebracht, terwijl de prij zen niet hoog zijn. Niet alleen is de ver betering in de kom zeif merkbaar, maar de kra nen, 't spiegelglas, glas platen, rekjes, houders en bijbehoorende benoodigd- heden zijn ook van beter ontwerp en grooter nut tigheid. Er zijn nu mo dellen met flinke Dreede randen om 't spatten tegen te gaan; modellen met in een voet wegge werkte afvoerbuis, en we zien buitengewone ontwer pen van onbreekbaar aarde werk, sommige met groote marmeren bakken met een onder stuk van mahonie, of eikenhout, meer passend bi) de gezelligheid der slaapkamer. Naast luxe exemplaren van ge kleurd marmer, met nikkel ge monteerd, ovalen geslepen spiegel, wandlampjes enz., ontdekken we neel eenvoudige, tegen den wand geplaatste modellen, van wit gegla zuurd aardewerk, met nikkeien kranen en handdoekenrails, opgeschroefde geslepen spie gel en glasplaat voor coilet- benoodigdhedên. (Zie ae tee- kening). Deze modellen kos ten thans ongeveer 40 a 45 en zien er, zonder over dreven luxueus te zijn, heel smakelijk uit. En wat ook een voorname factor is, ze zijn zeker voordeeliger van aanschaffing, dan een eikbn of ander soort houten, ouderwetsche waschtafel of waschcommode. Men dient bij de aanschaffing van een vaste waschtafel het volgende in over weging te nemen: Allereerst neme men er een, waarvan de kranen in den hoek zitten, dit is gemakkelijker bij het hoofdwasschenj we hebben meer ruimte en behoeven niet bang te zijn voor het pijnlijk hoofdstooten, hetgeen, indien de kranen in 't midden geplaatst zijn, vaak kan voorkomen. Dan kijkt men of er zich geen twee zeepbakjesin bevinden. We gebruiken één stuk zeep tegelijk, dus is één zeepbakje ook voldoende. Twee, zooals men in sommige bakken ziet is overbodig, doelloos. Verder liefst de overloop onder 't zeepbakje, zoodat geen zeepresten in do kom komen, maar in den overloop wegvloeien.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1930 | | pagina 14